k! ri i V No. 52. Drieênzeventiyste Jaargang. 1871. ZONDAG 24 DECEMBER. <S>fftciccl (Bcbccltc. politiek ©ocrsicht. ë&lcfcclijfischc Berichten. Bliiitsehlanil. Bdgie. Frankrijk. A I k M A A II 8 C H E <1ft K A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,€ó, franco per post t ©,8 0, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR berigt bij dezeonder dankzegging aan den gever, de ontvangst van een Muntbillet groot /TO, ten behoeve van de algemeene armen dezer gemeente. AlkmaarUe Burgemeester voornoemd 22 Dec. 1871.A. MACLAINE PONT. PATENTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat de patentenaangevraagd over AugustusSeptember en October 1871, ter gemeente-secretarie kunnen worden af gehaald van af Woensdag 27 December 1871 tot en met Dingsdag 9 Januarij 1872. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 23 Dec. 1871. De Secretaris NUHOUT van der YEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis Dat het 1° Suppletoir kohier der plaatselijke directe belas ting over 1871, door Gedeputeerde Staten van Noordholland 20 December 1871 goedgekeurd, op heden aan den gemeente ontvanger ter invordering is overgegeven. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 23 Dec. 1871. De Secretaris. NUHOUT van der VEEN. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, 27 December 1871, des middags ten 12 ure. Namens den Voorzitter van den Baad, NUHOUT van der VEEN. REGENTEN van bet GASTHUIS brengen ter kennisse van de belanghebbendendat de BADINRIGTING in het Gasthuis tot ultimo Maart 1872 geopend is alleen Woensdag en Zaturdag. Regenten voornoemd, Alkmaar, N amens dezelvcn 22 December 1871. L. RIETBERG, Secretaris. De KAMER van KOOPHANDEL en EABRIEKEN te AL K M A A R maakt bekend, dat van Maandag 25 tot Za turdag 30 December 1871, van 's voormiddags 10 tot 's na middags 2 ure, in haar gewoon lokaal op het Stadhuis ter lezing zullen liggen 1. Statistiek van het Koningrijk der Nederlanden, behelzende de staten van de in- uit- en doorgevoerde voornaamste handelsartikelen gedurende de maand September 1871. 2. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot- Brittanje en Ierland, gedurende de maanden Mei en Junij en de overige maanden van 1871. 3. Verzameling van consulaire en andere berigten en verslagen over nijverheid, handel en scheepvaart 1871. Deel II 2 en 3. 4. Verslag van den staat der Nederlandsche Zeevisscherijen over 1870. 5. Opgave van den in- uit- en doorvoer van Suiker in Groot- Brittannie over 12 maanden eindigende den 31 Maart 1871. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd Alkmaar, F. M. AGHINA, Foorzitter. 22 Dec. 1871. J. P. KRAAKMAN, Secretaris. De heer H. Koomen maakt in de Schager Courant van 21 December 1.1. bekend, dat hij in de Alkm. Ct. van 10 Dec. een stukje geschreven heeft tegen een artikel van; W. v. D. K. over de inkomstenbelastingdat W. v. D. K. daarop zijne aanmerkingen heeft gemaakt, en dat hij, H. Koomen, daarop „noodwendig" weder de zijne moest maken, doch dat hij zijn tweede stuk van de uitgevers terug ontving met berigt dat men beter achtte het niet te plaatsen. Eindelijk zegt hij dat hij dit deloyaal en iUiberaal vindt. Tot toelichting van het publiek en tot aanduiding van hun beginsel in deze zakenmerken de uitgevers der Alkm. Ct. het volgende op. De beer Koomen heeft eenige bedenkingen geschreven tegen een hoofdartikelen verzocht dit als ingezonden stuk te plaatsen. De redactie had de welwillendheid jegens den heer Koomen dit te doengelijk zij dit bij een vorige gelegen heid reeds eenmaal had gedaanen misschien later neg wel eens zou gedaan hebben. De schrijver van het hoofcar ikel verdedigde zijne meening tegen den heer Koomen. Nu zond de heer Koomen een tweede stuk met verzoek om plaatsing, getiteld: Waarover de heer W. v. D. K. en ik het wel er waarover we het niet eens zijn. De redactie meende, dat de lezers der Alkm. Ct. wel in staat zouden ziju, dit zeiven op te merkendat de zaak voldoende was toegelicht, het nader schrijven van den heer Koomen geen nieuw licht verspreidde over de kwestie, maar het begin was van een persoonlijken strijdwaarin de lezers der Alkm. Ct. wel geen belang zouden stellenen die aanleiding scheen te moeten geven tot einde- looze herhaling van wat reeds gezegd was. Over de „noodwendigheid" der plaatsingwaarover de heer Koomen meent te moeten oordeelenkomt het oordeel alleen aan de redactie toe. Zij kan dwalenmaar niemand heeft het regt haar een weigering kwalijk te nemen. Een redactie, die iedereen vrijheid gaf om in haar blad te schrijven wat hij verkooszou haar eigen blad ongenietbaar maken. Alleen wanneer iemand persoonlijk is aangevallenheeft hij regt op verdediging, zooveel hem lust, en komt hem het laatste woord toe. Dezen regeldoor de dagbladpers vrij algemeen aangenomenhuldigt ook de redactie der Alkm. Ct. Bekrimping van dit regt zou zij deloyaal en illiberaal achten. De heer Koomen had met het hoofdartikel over de inkom stenbelasting niets te maken. Ongevergd en ongeroepen kwam hij er tegen open de schrijver verantwoordde zich. Hem was een beleefdheid bewezenen op het laatste woord had Uj geen regt. Eindelijk vergist de heer Koomen zich zeer, als hij meent dat de schrijver der hoofdartikelen, geteekend W. v. d. K. redacteur van de AlL-m. Ct. is. De Uitgevers der Alkm. Ct. De jaren waarvan in de geschiedenis weinig wordt verteld, waarin niet veel //gedenkwaardigs" voorvalt, zijn voor de volken dikwijls niet de ongelukkigste. Het spreekwoord //een vergeten burger een gerust leven" geldt ook van de natiën. Toch hebben wij alweer niet te doen met een regel zonder uitzonderingen. Immers ook thans is het politiek nieuws schaarschen toch zal niemand er aan denkenden tegenwoordigen tijd als een gouden eeuw voor te stellen. Er is kalmte van verschillende soortdie van een rustigen, geregel- den arbeid en die der uitputtingde kalmte der tevredenheiden die der verslagenheid, de kalmte des vredes en die der voorberei ding tot nieuwen strijd. De kalmte waarop deze tijd kan wijzen is zeker nog niet van de beste soort. Van vrede, tevreden heid en rustigen arbeid bijna geen spoor, maar daarentegen veel uitputting en verslagenheid na een in gebeurtenissen zoo rijken tijd, als aehter ons ligt, niet vreemd, van voor bereiding tot nieuwen strijd overal sprekende bewijzen. Duitschland wil gedurende de eerste drie jaren een gewa- penden vrede handhavendie weinig verschilt van een voort durende strijdvaardigheid. Eenige millioenen moeten steeds gereed blijven liggenom oogenblikkelijk de noodige gelden voor den eersten aanval bij de hand te hebben. Het Duitsche Rijk zegt de regeering moet zoo machtig zijn en zoo onverwijld over zijn krachten kunnen beschikkendat niemand er zelfs aan denkt het aan te vallen, en Frankrijk zijn wraak plannen laat varen en eindelijk vergeet. Rusland doet niet anders dan zich versterken. Waartoe? Heeft het vijandige oogmerken ten opzichte van Pruisen Zonder twijfel antwoorden de Fransche bladen Rus land is onze bondgenoothet kan een zoo machtigen na buur aan zijn grenzen niet dulden, en moge het al in de eerste jarenzoolang de tegenwoordige Keizer leeft, tot geen uitbarsting komende gezindheid van den Troonop volger is bekendhij haat Pruisen met een onverzoenlijken haatdien hij vooralsnog genoodzaakt is zooveel mogelijk te bedwingen, en toch niet altijd kan bedwingen, maar waaraan hij voldoening zal gevenals hij oppermachtig gebieder van Rusland zal zijn. Gij vergist uwerpen de Duitsche bladen daartegen in ziet maar eenshoe beleefdboe hartelijk zelfs de Duitsche gasten bij bet feest der Orde van St. George wor den ontvangen hoeveel eer graaf von Moltke wordt be wezen en hoe vriendschappelijk de toon der Russische dagbladen jegens ons is. Oer is in de laatste maanden veel veranderd. De Grootvorst-Troonopvolger is tegenwoor dig de innemendheid in persoonen aan den aanleg van nieuwe vestingwerken aan de westelijke grenzen, als middelen tot verdediging en punten van aanval tegen Duitschland wordt zelfs niet meer gedacht. Doch waartoe dan al die krijgstoerustingen zou men willen vragen. Maar daarvoor is men immers groote mo gendheid. En het is toch altijd mogelijk, dat er, nu of later, in de Donau-Vorstendommenof in Turkije, of zelfs in Oostenrijk belangrijke gebeurtenissen plaats grijpenwaarbij Rusland zelfs geroepen kan worden (door wien door zich zelf om een gewichtige rol te spelen. Ook in Azië kunnen veranderingen voorvallen. Een staat als Rusland moet op alle mogelijke gebeurtenissen voorbereid zijn. Frankrijk kan niet anders dan in de eerste plaats aan de regeling en uitbreiding zijner strijdkrachten denkeu. Het behoort zich immers voor te bereiden tot de ure der wraak. En dat die komen zaldat is zeker, daaraan twijfelt geen rechtgeaard Franschman op enkele ontaarde burgers, die vrede en verzoening prevelenwordt niet gelet slechts hierover kan verschil bestaanwanneer het gunstige tijdstip kan geacht worden te zijn aangebroken. De een zal wat meer geduld hebben dan de anderdeze iets vuriger en voortva render zijn dan gene. Italië zou meenen zijn plicht te ver zaken, indien het niet aan land- en zeemacht al zij n zorgen wijdde. En de overige Europeesche staten volgen van zelf. Wie denkt niet aan eigen veiligheidals hij ieder ander voorzorgen ziet nemen? Elke staat is overtuigd, dat hij, in geval van noodin de eerste plaatszoo niet alleenop zich zeiven zal moeten rekenen. Bij dit algemeen wantrouwen tusschen de natiën onderling, dat haar bijna in eiken nabuur een vijand doet zienvoegt zich in vele staten een binnenlandsche toestand die alles behalve bevredigend is. In het groote Duitsche Rijk is on getwijfeld de regeering sterk genoegde meerderheid des volks zal de mannen steunendie zulke groote werken heb ben tot stand gebrafcht. Maar er is een strijd te duchten op kerkelijk en godsdienstig gebiedwaarvan de gevolgen niet te voorzien zijn. Uitblijven kon liy niet. Nadat de Kerk in den Syllabus de grenzen had overschreden die haar gebied schei den van dat van den Staat, moest de innige samenwerking, die in de meeste Duitsche staten bestondworden ver stoord. Ontbinding an het bondgenootschap zou de eenige weg zijn geweestwaarop de vrijheid voor beidé partijen behouden kon blijvenmaar de losmaking van banden die eeuwen heugenen de verandering van een toestand waarop de maatschappelijke huishouding voor een groot deel is gegrondzijn zaken die maar niet zoo oogenblikkelijk kunnen geschieden. Men dient met bedacht zaamheid nieuwe grondslagen te leggeneer men de oude wegneemt. Invoering bij voorbeeld van het burgerlijk huwe lijk van registers van den burgerlijken stand en nieuwe re geling van het onderwijs zijn dan onvermijdelijk. Voor het oogenblik heeft de Staat het noodig geoordeeld maatregelen tot zelfverdediging te nemenen het lijdt geen twijfelof de vrijheid der Kerk zal daarbij schade lijden. De nieuwe strafbepaling tegen overtredingen van geestelijken heeft de erkende strekking om den invloed der onfeilbaarheidsleer op staatkundig gebied tegen te gaan. In Pruisen is een wets ontwerp ingediendwaarbij de Staat zich uitdrukkelijk de benoeming van plaatselijke en districts-sehoolopzieners voor behoudt. Tot nog toe was de super-intendent, de aartspries ter of de deken van rechtswege schoolopziener. Thans ver klaart de regeering wel het toezicht der geestelijkheid op de scholen te willen behouden, maar geheel vrij te willen zijn in de keuze der personen, wien zij dat toezicht opdraagt. Zij handhaaft geestelijken, die de leer der Pauselijke onfeilbaarheid niet hebben aangenomenin hunne betrekking van gods dienstleeraars aan de openbare instellingen van onderwijs ondanks de bezwaren die daartegen door den Bisschop en de ouders voor enkele leerlingen zijn ingebracht. Dat deze toestand op den duur onhoudbaar isen in zoo openbaren strijd zal komen met billijkheid en rechtvaardigheiddat men zal moeten besluiten tot scheiding van kerk en staat zoo men niet wil terugkeeren tot de staatskerkwat niet wel mogelijk zou zijnis duidelijk genoeg. Maar hoe lang zal de strijd dureneer men daartoe overgaat Hoe fel zal misschien eerst het twistvuur moeten brandenhoe hevig en menigvuldig zullen wellicht de botsingen zijneer men aan dat vuur het voedsel zal ontnemenen botsingen onmogelijk zal maken door Kerk en Staat elk een eigen afzonderlijken weg aan te wyzen Oostenrijk blijft nog altijd wachten op een staatsregeling, die den verdedigers der staatseenheid en den voorstanders der zelfstandigheid van de verschillende Kroonlanden in zoo verre gelijkelijk voldoetdat zijofschoon niet verzoend althans kunnen samenwerken op het gebied van staatsbestuur en wetgeving. Of al de eene partij na de andere juicht in een tijdelijke overwinningof zij al bij afwisseling den boven toon voeren en de leiding der regeering in handen krijgen de oplossing van het vraagstuk komt er niet verder door de strijd blijft bestaanen er schijnt nog geen middel tot vergelijk gevonden. Hetzelfde geldt in nog sterkere mate van Frankrijk. Voor- loopig is de Republiek, voorloopig de Presidentvoorloopia de Nationale Vergadering, en niemand weet of durft bepalen, hoe lang die toestand duren zal. De President, die in zijn boodschap alles aanroert, zwijgt over deze kwestie, de belang rijkste maar ook de gevaarlijkste van alle. Hij durft haar blijkbaar met aanroeren. Eerst zal de Nationale Vergadering tot meer gematigdheid moeten komen. Maar de Nationale Vergadering en de gematigdheid verkeeren blijkbaar in de verhouding van twee rechte lijnendie elkander eenmaal gesneden hebben. En daarbij komen eensklaps nog de beide Prinsen van Orleans die ondanks den raad van Thiers van bun recht om zitting te nemen als afgevaardigden hebben gebruik gemaakt. Hun tegenwoordigheid is dezen een erger nis genen een voldoeningallen een nieuw punt van tweespalt. W. v. d. K. De Kreuz-Zeitung brengt in herinnering, dat de staat van beleg in de 6 bezette departementen van Frankrijk reeds sedert het begin van den oorlog bestaat en thans niet inge voerd, maar slechts op nieuw bekend gemaakt is ter ver zekering van de veiligheid der duitsche troepen. Pruisen. Den 14 is bij het Huis der Afgevaardigden ingekomen een wetsontwerp omtrent het op het onderwijs en de opvoeding uitteoefenen staatstoezicht, tot inleiding strek kende van eene meer uitgebreide organisatie van het onderwijs. Het toezicht over alle openbare en bijzondere inrichtingen wordt uitgeoefend door ambtenaren van den Staat, wier mandaat ten allen tijde kan herroepen worden, zoodat de regee ring vrijheid bekomt om andere personen dan superintendenten, aartspriesters en dekens tot schoolopzieners te benoemen het ligt echter niet in de bedoeling hiermede de scheiding van kerk en school te voltrekken. Tot uitvoering der wet zijn op het budjet van eeredienst 20000 th. uitgetrokken. Het wetsontwerp tot consolidatie der pruisische staatsleenin- gen werd aangenomen. Door de Afgevaardigden Reichensper- ger en Mallinckrodt isnamens de catholieke fractieeen voorstel ingediend, waarbij verlangd wordt het intrekken van het antwoord, in Juni door den minister vaneeredienst aan den bisschop van Ermeland gegevenen het vergunnen aan catholieke scholierendie bewijzen godsdienstig onder richt te genietenom de lessen aan het gymnasium te Braunsberg bijtewonenzonder verplichting tot het aanhoo- ren van het godsdienstonderwijs van een leeraar, tegen wien de kerkelijke banvloek is uitgesproken. Den 18 heeft het Huisin weerwil van den levendigen tegenstand der uiterste rechterzijde, zich vereenigd met het voorstel van den heer Richter, om het proces tegen den Afge vaardigde Parisiusdie wegens beleediging van den minister van eeredienst vervolgd wordt, te doen schorsen zoolang de zitting van het Huis duurt. De fraction van het 432 leden tellende Huis hebben zich thans geconstitueerd. De conservatieven tellen 107 leden de vrije conservatieven 43, het liberale centrum 12, het ca tholieke centrum 54, denationaal-liberalen 115, de fortschritts- partij 49, de polen 17; 22 Afgevaardigden hebben zich bij geene fractie aangesloten en 11 zetels zijn onbezet. De Koning heeft een adres van 227 inwoners van Erme land eene andere voorziening dan tot dus ver verzoekende in het geven van godsdienstig onderricht aan het gymnasium te Braunsbergaan den minister van eeredienst ter beant woording gegevenen deze heeft er zich toe bepaald om de adressanten te verwijzen naar het antwoord, dat de Koning onlangs gegeven heeft op het over dezelfde aangelegenheid handelende bisschoppelijke adres. Op de van veie zijden gerezen klacht, dat in de voor stellen der regeering tot verbetering van de bezoldigingen van staatsambtenarennaast de onderwijzers der lagere scholen en de hoogleeraren niet ook de leeraren der gymna- siën zijn genoemd heeft de minister v. Miihler aan de bud- jets-commissie verklaard, ook de bezoldigingen dier leeraren met 12 J. p.e. te willen verhoogen. Beieren. Te Muncken is de geestelijkheidwat het verleenen eener christelijke begrafenis en het inzegenen van huwelijken betreft, minder eischend geworden op het leerstuk der onfeilbaarheidzoodat er gevallen voorkomen waarin de uitdrukkelijke onderwerping niet gevorderdmaar zelfs eene openlijke verklaring van niet-onderwerping geïgnoreerd wordt. In de zitting der Kamer van den 14 is door 2 leden voorgestelddat de vertegenwoordiger van Beieren in den Bondsraad de toestemming van den Landdag zal behoevenin elk geval waarin spraak is van zoodanige verandering der Rijkswet of hare voorschriften, waardoor de tegenwoordige verhouding van Beieren tot het Rijk zou gewijzigd worden. Den 16 is het voorstel door den minis ter v. Lutz bestredente Versailles hadden de vertegen woordigers der regeering betoogddat eene uitbreiding der Rijksbevoegdheid niet van een votum der Landdagen van de afzonderlijke Rijken moest kunnen afhangen; de Land dagen moesten geen invloed uitoefenen op het recht van het Rijken de Rijkswet moest geldig zijn, ondanks het moge lijk verzet van eenigen Landdag. De meerderheid onder steunde het voorstel echter en besloot tot de verzending aan eene commissie. Van de 130,000 man, die gedurende den jongsten oorlog uitgetrokken zijn, bedraagt het verlies 16654 man, daaron der begrepen 3000 aan ziekten bezweken en 1000 als ver mist opgegeven. Den 13 heeft de heer Bergé in het Huis der Afgevaar digden de redenwaarom de minister de Theux zich niet even als zijne ambtgenooten, aan eene herkiezing onderwierp, n.l. het onbezoldigd waarnemen zijner ininisteriëele betrek king, onvoldoende geacht, dewijl zelfs Afgevaardigden, die eene decoratie aannemenaan eene herkiezing onderworpen worden. De minister verdedigde zich met terugwijzing op de discussiën in het Nationaal Congresen wraakte de ver gelijking met gedecoreerdendewijl van het verleenen van decoratiën wel eens misbruik gemaakt wordthetgeen tot nu toe niet geschied is met het benoemen van onbezoldigde leden van het kabinet. De heer Bara is door het hof van Henegouwenop den eisch van den clerikalen uitgever Wargniet te Doornikvan de lijst der kiezers geschrapt, dewijl hij sedert lang te Brussel woontaldaar zijne belastingen betaalt, en zijn beroep van advocaat uitoefent. Gedep. Staten van Henegouwen hadden op het verzoek afwijzend beschikt, dewijl, naar hunne mee ning niet kon worden uitgemaaktof de door den adres sant aangevoerde motieven gegrond waren. In de verwachting, dat alle aanhangige begrootingen niet vóór 1 Jan. in gereedheid zullen komen, heeft de regeering credietwetten voor het eerste kwartaal van 1872 bij de Kamer ingediend, tot eeD gezamenlijk bedrag van 32^ miljoen. Het departement van oorlog is daaronder niet begrependewijl nog op de tijdige vaststelling der begrooting daarvoor ge hoopt wordt. De veepest maakt in de grensgemeenten belangrijke vor deringen. Langs een groot gedeelte der zuidelijke grenzen is weder een militair cordon getrokken om de uit het noor den van Frankrijk komende besmetting te weren. Den 17 is den heer Bara te Doornik een banket aange boden, uit erkentelijkheid voor de rol, die hij bij de jongste parlementaire gebeurtenissen vervuld heeft. De maaltijd werd door ruim 300 personen bijgewoond en gepresideerd door het Senaatslid Saqueleu. De heer Anspach heeft in een aan de dagbladen gerichten brief de leden der burgermacht van Brusseldie het plan hadden opgevat om hemwegens zijne houding in de zaak der jongste bewegingeene gouden medalje aantebieden met aandrang verzochtdat voornemen te laten varen. Den 19 heeft de rechterzijde der Kamer het afgetreden ministerie een banket aangeboden. Le Siècle trekt te velde tegen het wetsontwerp tot teruggaaf der nog niet vervreemde bezittingen der familie Orleans. Volgens dat blad had Lode wijk Philips, toen hij den troon beklom, het recht niet om van zijne goederen ten behoeve zijner zoons afstand te doen dewijl volgens de wet van 21 Sept. 1790, bekrachtigd bij die van 8 Nov. 1814, de particuliere bezittingen van een Vorst, bij zijne troons bestijging bezeten of gedurende zijne regeering verkregen onherroepelijk met het nationale domein vereenigd worden. De raad van rivisie heeft het vonnis vernietigd waarbij de heer Ulbach veroordeeld wasen diens zaak verwezen naar den 4™. krijgsraad. De commissie van enquête naar de handelingen van het gouvernement der nationale defensie heeft den 14 den maar schalk Leboeuf gehoord. Deze verklaarde zich bereid het bewijs te leverendat bij het begin der vijandelijkheden 567,000 man onder de wapenen waren en dat eene reserve van 300000 man opgeroepen kon worden. De Keizer van Brazilië is den 16 te Parijs aangekomen. Den 11 is in een groot koffiehuis te Parijs gearresteerd de beruchte engelsche dief en zakkenroller tiaroud, die sedert het begin van Juni de bevolking verontrust en laatstelijk een diefstal van diamanten ter waarde van 150.000 fr. gepleegd had. Le Figaro heeft eene inschrijving geopend ten behoeve der weduwen en weezen van de op last der Commune ver moorde gensdarmes, welke den eersten dag reeds 7500 fr. heeft opgebracht. De prinsen uit het geslacht van Orleans hebben aan de inschrijving deelgenomen. Het tweede, te Marseille vergaderd geweest zijnde con gres van vertegenwoordigers der conservatieve departemen tale dagbladpers heeft een manifest uitgevaardigdwaarin liet vraagtvan de behoudsgezinde partij aaneensluiting en zelfvertrouwenonderhoud eener verstandige propaganda in koffiehuizen, kazernen emz., vorming van catholieke asso- ciatiën en van vereenigingen tot het onttrekken van de werklieden aan den invloed der Internationale van het uit voerend gezagvolledige ontwapening der nat. garde aansluiting aan de monarchale meerderheidterzijdezetting van personendie zich bij de staatkundige omkeeringen te veel op den voorgrond hebben gesteld; van de Nat. Ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1871 | | pagina 1