k! ri i
V
No. 52.
Drieênzeventiyste Jaargang.
1871.
ZONDAG
24 DECEMBER.
<S>fftciccl (Bcbccltc.
politiek ©ocrsicht.
ë&lcfcclijfischc Berichten.
Bliiitsehlanil.
Bdgie.
Frankrijk.
A I k M A A II 8 C H E <1ft K A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,€ó, franco per post t ©,8 0,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR berigt
bij dezeonder dankzegging aan den gever, de ontvangst
van een Muntbillet groot /TO, ten behoeve van de algemeene
armen dezer gemeente.
AlkmaarUe Burgemeester voornoemd
22 Dec. 1871.A. MACLAINE PONT.
PATENTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de patentenaangevraagd over AugustusSeptember
en October 1871, ter gemeente-secretarie kunnen worden af
gehaald van af Woensdag 27 December 1871 tot en met
Dingsdag 9 Januarij 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
23 Dec. 1871. De Secretaris
NUHOUT van der YEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
Dat het 1° Suppletoir kohier der plaatselijke directe belas
ting over 1871, door Gedeputeerde Staten van Noordholland
20 December 1871 goedgekeurd, op heden aan den gemeente
ontvanger ter invordering is overgegeven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
23 Dec. 1871. De Secretaris.
NUHOUT van der VEEN.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, 27 December 1871, des middags ten
12 ure. Namens den Voorzitter van den Baad,
NUHOUT van der VEEN.
REGENTEN van bet GASTHUIS brengen ter kennisse
van de belanghebbendendat de BADINRIGTING in het
Gasthuis tot ultimo Maart 1872 geopend is alleen Woensdag
en Zaturdag. Regenten voornoemd,
Alkmaar, N amens dezelvcn
22 December 1871. L. RIETBERG, Secretaris.
De KAMER van KOOPHANDEL en EABRIEKEN te
AL K M A A R maakt bekend, dat van Maandag 25 tot Za
turdag 30 December 1871, van 's voormiddags 10 tot 's na
middags 2 ure, in haar gewoon lokaal op het Stadhuis ter
lezing zullen liggen
1. Statistiek van het Koningrijk der Nederlanden, behelzende
de staten van de in- uit- en doorgevoerde voornaamste
handelsartikelen gedurende de maand September 1871.
2. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot-
Brittanje en Ierland, gedurende de maanden Mei en Junij
en de overige maanden van 1871.
3. Verzameling van consulaire en andere berigten en verslagen
over nijverheid, handel en scheepvaart 1871. Deel II 2 en 3.
4. Verslag van den staat der Nederlandsche Zeevisscherijen
over 1870.
5. Opgave van den in- uit- en doorvoer van Suiker in Groot-
Brittannie over 12 maanden eindigende den 31 Maart 1871.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voornoemd
Alkmaar, F. M. AGHINA, Foorzitter.
22 Dec. 1871. J. P. KRAAKMAN, Secretaris.
De heer H. Koomen maakt in de Schager Courant van 21
December 1.1. bekend, dat hij in de Alkm. Ct. van 10 Dec.
een stukje geschreven heeft tegen een artikel van; W. v. D. K.
over de inkomstenbelastingdat W. v. D. K. daarop zijne
aanmerkingen heeft gemaakt, en dat hij, H. Koomen, daarop
„noodwendig" weder de zijne moest maken, doch dat hij zijn
tweede stuk van de uitgevers terug ontving met berigt dat
men beter achtte het niet te plaatsen. Eindelijk zegt hij
dat hij dit deloyaal en iUiberaal vindt.
Tot toelichting van het publiek en tot aanduiding van hun
beginsel in deze zakenmerken de uitgevers der Alkm. Ct.
het volgende op.
De beer Koomen heeft eenige bedenkingen geschreven tegen
een hoofdartikelen verzocht dit als ingezonden stuk te
plaatsen. De redactie had de welwillendheid jegens den heer
Koomen dit te doengelijk zij dit bij een vorige gelegen
heid reeds eenmaal had gedaanen misschien later neg wel
eens zou gedaan hebben. De schrijver van het hoofcar ikel
verdedigde zijne meening tegen den heer Koomen. Nu zond
de heer Koomen een tweede stuk met verzoek om plaatsing,
getiteld: Waarover de heer W. v. D. K. en ik het wel er
waarover we het niet eens zijn. De redactie meende, dat de
lezers der Alkm. Ct. wel in staat zouden ziju, dit zeiven op
te merkendat de zaak voldoende was toegelicht, het nader
schrijven van den heer Koomen geen nieuw licht verspreidde
over de kwestie, maar het begin was van een persoonlijken
strijdwaarin de lezers der Alkm. Ct. wel geen belang zouden
stellenen die aanleiding scheen te moeten geven tot einde-
looze herhaling van wat reeds gezegd was.
Over de „noodwendigheid" der plaatsingwaarover de
heer Koomen meent te moeten oordeelenkomt het oordeel
alleen aan de redactie toe. Zij kan dwalenmaar niemand heeft
het regt haar een weigering kwalijk te nemen. Een redactie, die
iedereen vrijheid gaf om in haar blad te schrijven wat hij
verkooszou haar eigen blad ongenietbaar maken.
Alleen wanneer iemand persoonlijk is aangevallenheeft
hij regt op verdediging, zooveel hem lust, en komt hem het
laatste woord toe. Dezen regeldoor de dagbladpers vrij
algemeen aangenomenhuldigt ook de redactie der Alkm. Ct.
Bekrimping van dit regt zou zij deloyaal en illiberaal achten.
De heer Koomen had met het hoofdartikel over de inkom
stenbelasting niets te maken. Ongevergd en ongeroepen kwam
hij er tegen open de schrijver verantwoordde zich. Hem
was een beleefdheid bewezenen op het laatste woord had
Uj geen regt.
Eindelijk vergist de heer Koomen zich zeer, als hij meent
dat de schrijver der hoofdartikelen, geteekend W. v. d. K.
redacteur van de AlL-m. Ct. is.
De Uitgevers der Alkm. Ct.
De jaren waarvan in de geschiedenis weinig wordt verteld,
waarin niet veel //gedenkwaardigs" voorvalt, zijn voor de
volken dikwijls niet de ongelukkigste. Het spreekwoord
//een vergeten burger een gerust leven" geldt ook van de
natiën. Toch hebben wij alweer niet te doen met een regel
zonder uitzonderingen. Immers ook thans is het politiek
nieuws schaarschen toch zal niemand er aan denkenden
tegenwoordigen tijd als een gouden eeuw voor te stellen. Er
is kalmte van verschillende soortdie van een rustigen, geregel-
den arbeid en die der uitputtingde kalmte der tevredenheiden
die der verslagenheid, de kalmte des vredes en die der voorberei
ding tot nieuwen strijd. De kalmte waarop deze tijd kan wijzen
is zeker nog niet van de beste soort. Van vrede, tevreden
heid en rustigen arbeid bijna geen spoor, maar daarentegen
veel uitputting en verslagenheid na een in gebeurtenissen
zoo rijken tijd, als aehter ons ligt, niet vreemd, van voor
bereiding tot nieuwen strijd overal sprekende bewijzen.
Duitschland wil gedurende de eerste drie jaren een gewa-
penden vrede handhavendie weinig verschilt van een voort
durende strijdvaardigheid. Eenige millioenen moeten steeds
gereed blijven liggenom oogenblikkelijk de noodige gelden
voor den eersten aanval bij de hand te hebben. Het Duitsche
Rijk zegt de regeering moet zoo machtig zijn en zoo
onverwijld over zijn krachten kunnen beschikkendat niemand
er zelfs aan denkt het aan te vallen, en Frankrijk zijn wraak
plannen laat varen en eindelijk vergeet.
Rusland doet niet anders dan zich versterken. Waartoe?
Heeft het vijandige oogmerken ten opzichte van Pruisen
Zonder twijfel antwoorden de Fransche bladen Rus
land is onze bondgenoothet kan een zoo machtigen na
buur aan zijn grenzen niet dulden, en moge het al in de
eerste jarenzoolang de tegenwoordige Keizer leeft, tot
geen uitbarsting komende gezindheid van den Troonop
volger is bekendhij haat Pruisen met een onverzoenlijken
haatdien hij vooralsnog genoodzaakt is zooveel mogelijk te
bedwingen, en toch niet altijd kan bedwingen, maar waaraan
hij voldoening zal gevenals hij oppermachtig gebieder van
Rusland zal zijn.
Gij vergist uwerpen de Duitsche bladen daartegen
in ziet maar eenshoe beleefdboe hartelijk zelfs de
Duitsche gasten bij bet feest der Orde van St. George wor
den ontvangen hoeveel eer graaf von Moltke wordt be
wezen en hoe vriendschappelijk de toon der Russische
dagbladen jegens ons is. Oer is in de laatste maanden
veel veranderd. De Grootvorst-Troonopvolger is tegenwoor
dig de innemendheid in persoonen aan den aanleg van
nieuwe vestingwerken aan de westelijke grenzen, als middelen
tot verdediging en punten van aanval tegen Duitschland
wordt zelfs niet meer gedacht.
Doch waartoe dan al die krijgstoerustingen zou men
willen vragen. Maar daarvoor is men immers groote mo
gendheid. En het is toch altijd mogelijk, dat er, nu of later,
in de Donau-Vorstendommenof in Turkije, of zelfs in
Oostenrijk belangrijke gebeurtenissen plaats grijpenwaarbij
Rusland zelfs geroepen kan worden (door wien door zich
zelf om een gewichtige rol te spelen. Ook in Azië kunnen
veranderingen voorvallen. Een staat als Rusland moet op
alle mogelijke gebeurtenissen voorbereid zijn.
Frankrijk kan niet anders dan in de eerste plaats aan de
regeling en uitbreiding zijner strijdkrachten denkeu. Het
behoort zich immers voor te bereiden tot de ure der wraak.
En dat die komen zaldat is zeker, daaraan twijfelt geen
rechtgeaard Franschman op enkele ontaarde burgers, die
vrede en verzoening prevelenwordt niet gelet slechts
hierover kan verschil bestaanwanneer het gunstige tijdstip
kan geacht worden te zijn aangebroken. De een zal wat meer
geduld hebben dan de anderdeze iets vuriger en voortva
render zijn dan gene. Italië zou meenen zijn plicht te ver
zaken, indien het niet aan land- en zeemacht al zij n zorgen
wijdde. En de overige Europeesche staten volgen van zelf.
Wie denkt niet aan eigen veiligheidals hij ieder ander
voorzorgen ziet nemen? Elke staat is overtuigd, dat hij,
in geval van noodin de eerste plaatszoo niet alleenop
zich zeiven zal moeten rekenen.
Bij dit algemeen wantrouwen tusschen de natiën onderling,
dat haar bijna in eiken nabuur een vijand doet zienvoegt
zich in vele staten een binnenlandsche toestand die alles
behalve bevredigend is. In het groote Duitsche Rijk is on
getwijfeld de regeering sterk genoegde meerderheid des
volks zal de mannen steunendie zulke groote werken heb
ben tot stand gebrafcht. Maar er is een strijd te duchten op
kerkelijk en godsdienstig gebiedwaarvan de gevolgen niet
te voorzien zijn. Uitblijven kon liy niet. Nadat de Kerk in den
Syllabus de grenzen had overschreden die haar gebied schei
den van dat van den Staat, moest de innige samenwerking,
die in de meeste Duitsche staten bestondworden ver
stoord. Ontbinding an het bondgenootschap zou de
eenige weg zijn geweestwaarop de vrijheid voor beidé
partijen behouden kon blijvenmaar de losmaking van
banden die eeuwen heugenen de verandering van een
toestand waarop de maatschappelijke huishouding voor
een groot deel is gegrondzijn zaken die maar niet zoo
oogenblikkelijk kunnen geschieden. Men dient met bedacht
zaamheid nieuwe grondslagen te leggeneer men de oude
wegneemt. Invoering bij voorbeeld van het burgerlijk huwe
lijk van registers van den burgerlijken stand en nieuwe re
geling van het onderwijs zijn dan onvermijdelijk. Voor het
oogenblik heeft de Staat het noodig geoordeeld maatregelen
tot zelfverdediging te nemenen het lijdt geen twijfelof
de vrijheid der Kerk zal daarbij schade lijden. De nieuwe
strafbepaling tegen overtredingen van geestelijken heeft de
erkende strekking om den invloed der onfeilbaarheidsleer
op staatkundig gebied tegen te gaan. In Pruisen is een wets
ontwerp ingediendwaarbij de Staat zich uitdrukkelijk de
benoeming van plaatselijke en districts-sehoolopzieners voor
behoudt. Tot nog toe was de super-intendent, de aartspries
ter of de deken van rechtswege schoolopziener. Thans ver
klaart de regeering wel het toezicht der geestelijkheid op de
scholen te willen behouden, maar geheel vrij te willen zijn in de
keuze der personen, wien zij dat toezicht opdraagt. Zij
handhaaft geestelijken, die de leer der Pauselijke onfeilbaarheid
niet hebben aangenomenin hunne betrekking van gods
dienstleeraars aan de openbare instellingen van onderwijs
ondanks de bezwaren die daartegen door den Bisschop en
de ouders voor enkele leerlingen zijn ingebracht. Dat deze
toestand op den duur onhoudbaar isen in zoo openbaren
strijd zal komen met billijkheid en rechtvaardigheiddat
men zal moeten besluiten tot scheiding van kerk en staat
zoo men niet wil terugkeeren tot de staatskerkwat niet
wel mogelijk zou zijnis duidelijk genoeg. Maar hoe
lang zal de strijd dureneer men daartoe overgaat Hoe
fel zal misschien eerst het twistvuur moeten brandenhoe
hevig en menigvuldig zullen wellicht de botsingen zijneer
men aan dat vuur het voedsel zal ontnemenen botsingen
onmogelijk zal maken door Kerk en Staat elk een eigen
afzonderlijken weg aan te wyzen
Oostenrijk blijft nog altijd wachten op een staatsregeling,
die den verdedigers der staatseenheid en den voorstanders
der zelfstandigheid van de verschillende Kroonlanden in zoo
verre gelijkelijk voldoetdat zijofschoon niet verzoend
althans kunnen samenwerken op het gebied van staatsbestuur
en wetgeving. Of al de eene partij na de andere juicht in
een tijdelijke overwinningof zij al bij afwisseling den boven
toon voeren en de leiding der regeering in handen krijgen
de oplossing van het vraagstuk komt er niet verder door
de strijd blijft bestaanen er schijnt nog geen middel tot
vergelijk gevonden.
Hetzelfde geldt in nog sterkere mate van Frankrijk. Voor-
loopig is de Republiek, voorloopig de Presidentvoorloopia
de Nationale Vergadering, en niemand weet of durft bepalen,
hoe lang die toestand duren zal. De President, die in zijn
boodschap alles aanroert, zwijgt over deze kwestie, de belang
rijkste maar ook de gevaarlijkste van alle. Hij durft haar
blijkbaar met aanroeren. Eerst zal de Nationale Vergadering
tot meer gematigdheid moeten komen. Maar de Nationale
Vergadering en de gematigdheid verkeeren blijkbaar in de
verhouding van twee rechte lijnendie elkander eenmaal
gesneden hebben. En daarbij komen eensklaps nog de beide
Prinsen van Orleans die ondanks den raad van Thiers
van bun recht om zitting te nemen als afgevaardigden hebben
gebruik gemaakt. Hun tegenwoordigheid is dezen een erger
nis genen een voldoeningallen een nieuw punt van tweespalt.
W. v. d. K.
De Kreuz-Zeitung brengt in herinnering, dat de staat van
beleg in de 6 bezette departementen van Frankrijk reeds
sedert het begin van den oorlog bestaat en thans niet inge
voerd, maar slechts op nieuw bekend gemaakt is ter ver
zekering van de veiligheid der duitsche troepen.
Pruisen. Den 14 is bij het Huis der Afgevaardigden
ingekomen een wetsontwerp omtrent het op het onderwijs en
de opvoeding uitteoefenen staatstoezicht, tot inleiding strek
kende van eene meer uitgebreide organisatie van het onderwijs.
Het toezicht over alle openbare en bijzondere inrichtingen
wordt uitgeoefend door ambtenaren van den Staat, wier
mandaat ten allen tijde kan herroepen worden, zoodat de regee
ring vrijheid bekomt om andere personen dan superintendenten,
aartspriesters en dekens tot schoolopzieners te benoemen
het ligt echter niet in de bedoeling hiermede de scheiding
van kerk en school te voltrekken. Tot uitvoering der wet
zijn op het budjet van eeredienst 20000 th. uitgetrokken.
Het wetsontwerp tot consolidatie der pruisische staatsleenin-
gen werd aangenomen. Door de Afgevaardigden Reichensper-
ger en Mallinckrodt isnamens de catholieke fractieeen
voorstel ingediend, waarbij verlangd wordt het intrekken
van het antwoord, in Juni door den minister vaneeredienst
aan den bisschop van Ermeland gegevenen het vergunnen
aan catholieke scholierendie bewijzen godsdienstig onder
richt te genietenom de lessen aan het gymnasium te
Braunsberg bijtewonenzonder verplichting tot het aanhoo-
ren van het godsdienstonderwijs van een leeraar, tegen wien
de kerkelijke banvloek is uitgesproken.
Den 18 heeft het Huisin weerwil van den levendigen
tegenstand der uiterste rechterzijde, zich vereenigd met het
voorstel van den heer Richter, om het proces tegen den Afge
vaardigde Parisiusdie wegens beleediging van den minister
van eeredienst vervolgd wordt, te doen schorsen zoolang de
zitting van het Huis duurt.
De fraction van het 432 leden tellende Huis hebben zich
thans geconstitueerd. De conservatieven tellen 107 leden
de vrije conservatieven 43, het liberale centrum 12, het ca
tholieke centrum 54, denationaal-liberalen 115, de fortschritts-
partij 49, de polen 17; 22 Afgevaardigden hebben zich bij
geene fractie aangesloten en 11 zetels zijn onbezet.
De Koning heeft een adres van 227 inwoners van Erme
land eene andere voorziening dan tot dus ver verzoekende
in het geven van godsdienstig onderricht aan het gymnasium
te Braunsbergaan den minister van eeredienst ter beant
woording gegevenen deze heeft er zich toe bepaald om de
adressanten te verwijzen naar het antwoord, dat de Koning
onlangs gegeven heeft op het over dezelfde aangelegenheid
handelende bisschoppelijke adres.
Op de van veie zijden gerezen klacht, dat in de voor
stellen der regeering tot verbetering van de bezoldigingen
van staatsambtenarennaast de onderwijzers der lagere
scholen en de hoogleeraren niet ook de leeraren der gymna-
siën zijn genoemd heeft de minister v. Miihler aan de bud-
jets-commissie verklaard, ook de bezoldigingen dier leeraren
met 12 J. p.e. te willen verhoogen.
Beieren. Te Muncken is de geestelijkheidwat het
verleenen eener christelijke begrafenis en het inzegenen van
huwelijken betreft, minder eischend geworden op het leerstuk
der onfeilbaarheidzoodat er gevallen voorkomen waarin de
uitdrukkelijke onderwerping niet gevorderdmaar zelfs eene
openlijke verklaring van niet-onderwerping geïgnoreerd wordt.
In de zitting der Kamer van den 14 is door 2
leden voorgestelddat de vertegenwoordiger van Beieren
in den Bondsraad de toestemming van den Landdag zal
behoevenin elk geval waarin spraak is van zoodanige
verandering der Rijkswet of hare voorschriften, waardoor de
tegenwoordige verhouding van Beieren tot het Rijk zou
gewijzigd worden. Den 16 is het voorstel door den minis
ter v. Lutz bestredente Versailles hadden de vertegen
woordigers der regeering betoogddat eene uitbreiding der
Rijksbevoegdheid niet van een votum der Landdagen van
de afzonderlijke Rijken moest kunnen afhangen; de Land
dagen moesten geen invloed uitoefenen op het recht van het
Rijken de Rijkswet moest geldig zijn, ondanks het moge
lijk verzet van eenigen Landdag. De meerderheid onder
steunde het voorstel echter en besloot tot de verzending aan
eene commissie.
Van de 130,000 man, die gedurende den jongsten oorlog
uitgetrokken zijn, bedraagt het verlies 16654 man, daaron
der begrepen 3000 aan ziekten bezweken en 1000 als ver
mist opgegeven.
Den 13 heeft de heer Bergé in het Huis der Afgevaar
digden de redenwaarom de minister de Theux zich niet
even als zijne ambtgenooten, aan eene herkiezing onderwierp,
n.l. het onbezoldigd waarnemen zijner ininisteriëele betrek
king, onvoldoende geacht, dewijl zelfs Afgevaardigden, die
eene decoratie aannemenaan eene herkiezing onderworpen
worden. De minister verdedigde zich met terugwijzing op
de discussiën in het Nationaal Congresen wraakte de ver
gelijking met gedecoreerdendewijl van het verleenen van
decoratiën wel eens misbruik gemaakt wordthetgeen tot
nu toe niet geschied is met het benoemen van onbezoldigde
leden van het kabinet.
De heer Bara is door het hof van Henegouwenop den
eisch van den clerikalen uitgever Wargniet te Doornikvan
de lijst der kiezers geschrapt, dewijl hij sedert lang te Brussel
woontaldaar zijne belastingen betaalt, en zijn beroep van
advocaat uitoefent. Gedep. Staten van Henegouwen hadden
op het verzoek afwijzend beschikt, dewijl, naar hunne mee
ning niet kon worden uitgemaaktof de door den adres
sant aangevoerde motieven gegrond waren.
In de verwachting, dat alle aanhangige begrootingen niet
vóór 1 Jan. in gereedheid zullen komen, heeft de regeering
credietwetten voor het eerste kwartaal van 1872 bij de Kamer
ingediend, tot eeD gezamenlijk bedrag van 32^ miljoen. Het
departement van oorlog is daaronder niet begrependewijl
nog op de tijdige vaststelling der begrooting daarvoor ge
hoopt wordt.
De veepest maakt in de grensgemeenten belangrijke vor
deringen. Langs een groot gedeelte der zuidelijke grenzen
is weder een militair cordon getrokken om de uit het noor
den van Frankrijk komende besmetting te weren.
Den 17 is den heer Bara te Doornik een banket aange
boden, uit erkentelijkheid voor de rol, die hij bij de jongste
parlementaire gebeurtenissen vervuld heeft. De maaltijd werd
door ruim 300 personen bijgewoond en gepresideerd door
het Senaatslid Saqueleu.
De heer Anspach heeft in een aan de dagbladen gerichten
brief de leden der burgermacht van Brusseldie het plan
hadden opgevat om hemwegens zijne houding in de zaak
der jongste bewegingeene gouden medalje aantebieden
met aandrang verzochtdat voornemen te laten varen.
Den 19 heeft de rechterzijde der Kamer het afgetreden
ministerie een banket aangeboden.
Le Siècle trekt te velde tegen het wetsontwerp tot
teruggaaf der nog niet vervreemde bezittingen der familie
Orleans. Volgens dat blad had Lode wijk Philips, toen hij
den troon beklom, het recht niet om van zijne goederen ten
behoeve zijner zoons afstand te doen dewijl volgens de wet
van 21 Sept. 1790, bekrachtigd bij die van 8 Nov. 1814,
de particuliere bezittingen van een Vorst, bij zijne troons
bestijging bezeten of gedurende zijne regeering verkregen
onherroepelijk met het nationale domein vereenigd worden.
De raad van rivisie heeft het vonnis vernietigd waarbij
de heer Ulbach veroordeeld wasen diens zaak verwezen
naar den 4™. krijgsraad.
De commissie van enquête naar de handelingen van het
gouvernement der nationale defensie heeft den 14 den maar
schalk Leboeuf gehoord. Deze verklaarde zich bereid het
bewijs te leverendat bij het begin der vijandelijkheden
567,000 man onder de wapenen waren en dat eene reserve
van 300000 man opgeroepen kon worden.
De Keizer van Brazilië is den 16 te Parijs aangekomen.
Den 11 is in een groot koffiehuis te Parijs gearresteerd de
beruchte engelsche dief en zakkenroller tiaroud, die sedert
het begin van Juni de bevolking verontrust en laatstelijk een
diefstal van diamanten ter waarde van 150.000 fr. gepleegd had.
Le Figaro heeft eene inschrijving geopend ten behoeve
der weduwen en weezen van de op last der Commune ver
moorde gensdarmes, welke den eersten dag reeds 7500 fr.
heeft opgebracht. De prinsen uit het geslacht van Orleans
hebben aan de inschrijving deelgenomen.
Het tweede, te Marseille vergaderd geweest zijnde con
gres van vertegenwoordigers der conservatieve departemen
tale dagbladpers heeft een manifest uitgevaardigdwaarin
liet vraagtvan de behoudsgezinde partij aaneensluiting en
zelfvertrouwenonderhoud eener verstandige propaganda
in koffiehuizen, kazernen emz., vorming van catholieke asso-
ciatiën en van vereenigingen tot het onttrekken van de
werklieden aan den invloed der Internationale van het uit
voerend gezagvolledige ontwapening der nat. garde
aansluiting aan de monarchale meerderheidterzijdezetting
van personendie zich bij de staatkundige omkeeringen te
veel op den voorgrond hebben gesteld; van de Nat. Ver-