V
Vierënzeven tigs t e J aar gang.
No. 6.
Z O N 1) A G
i® FEBRUARI.
#fftctccl (Bcbccltc
F. Nuijens over de gebeur-
1 April 157L2.
Dr. W. J
tenis van
ti! ckcl iifiscït c 13 c richten.
Binnenland.
I
C
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f fi,G5, franco per post t 0,8 ft,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers IIERM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Hij deze Courant behoort een Bijblad.
te merkwaardig om bet niet in zijn geheel over
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden:
dat het door Gedeputeerde Staten van Noordholland ge
wijzigd ontwerp reglement van bestuur voor den Honds-
bossche en Duinen tot Petten ter secretarie dezer gemeente
ter visie liggen zal van 10 Eebruarij tot 10 Maart aanstaande,
terwijl bedenkingen tegen genoemd ontwerp voor den 15 Maart
e.k. aan Dijkgraaf en Heemraden van dat Waterschap moeten
worden gezondenten einde door dit bestuur aan Gedepu
teerde Staten van Noordholland te worden overgelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
3 Feb. 1872. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
KIEZERSLIJSTEN.
De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD van Alk
maar roept bij deze op al degenendie elders in de Rijks
belasting zijn aangeslagen en verlangendat die aanslag ver
meld worde op de kiezerslijsten dezer gemeentevoor den
Gemeenteraadde Provinciale Staten en de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, zich ter gemeente-secretarie te vervoegen
voor 15 Eebruarij 1872, met hunne aanslagbilletten in de
grondbelasting, dienst 1872, en van de personele belasting
en het patent, dienst 1871/72.
Alkmaar, De Voorzitter voornoemd.
5 Febr. 1872. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
Gezien de verklaring van den Heer Dr. D. Hulst, d°. he
denhoudende dat Martinus Windt, oud circa twee jaren,
wonende alhier, aan de Nieuwstraat, is overleden aan pokken
en dat de goederenmet den overledene in aanraking ge
weest behooren te worden onteigend en verbrand.
Gelet op art. 69, 2" lid, der wet van 28 Augustus IS51
(Staatsblad n°. 125).
Besluiten
van Anthony Windtvader van den overledenewonende
alhier, van beroep koopman ten algemeenen nutte te ont
eigenen drie dekenstwee lakens twee haverdoppen kussens
met sloopen een lakensche jas en een omslagdoek.
Gelasten de inbeslagneming en de onmiddellijke verbranding
van voornoemde goederende plaatsing van dit besluit in de
Alkmaarsche Courantenen mededeeling aan Heeren Gedepu
teerde Staten dezer provincie.
Burgemeester en W ethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT
8 Feb. 1872. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 1'. helft der maand Januari) 1872.
J. BOSAlkmaarW. SCHOLTEN H. H. van TE1J-
LINGEN, J. BORN, DIEUWE HARINGA, J. SANDERS
D. W. SCHULTZE, Amsterdam; van WESSINGadres
Mej. L. KAMMES, HENÜRIKA ARENÜSEN. Haarlem;
J. BERGSMA Heerenveen; J. JANSEN, Horst; J. VEE-
REN S. GROOT. Nieuwe Niedorp; D. GO VERS, Orthen;
BERNARDUS, Rotterdam; li. J. de WIT, Ruigeuweg;
J. SCHALKWIJK, UtrechtW. VERZEIJDEN, Veenimi-
zenS. de JONG, Zaandam.
Van de hulpkantoren
BenningbroekH. J. SCHIPPER, Groningen.
Heer tlugowaardA. H. KOSTER. Zaandijk.
OudcarspelG. BERTHAUDT Wervershoofd.
SchoorldamW. MASTENBROEK Amsterdam.
SpanbroekJ. 11AVERBUSCH
(Slot.)
Reeds is ons gebleken, dat bet oordeel over Willem van
Oranje en den geheelen aard der groote Nederlandsehe volks
beweging tegen Graaf Philips III, thans door Dr. Nuijens
in zijn aankondiging van het werk van Holzwarth ten beste
gegevengetuigt van een ruimer blik en meer onbevaugen
onderzoek. Waardeering voor personen, van bun karakter,
oprechtheid en goede trouw van bun deugden ondeugden
en gebreken komt echter niet in de eerste plaats in aanmer
king is in tegendeel van ondergeschikt belang. Al had
iemand de meeste achting voor het persoonlijk karakter en de
goede bedoelingen van den Spaansehen Koning al meende
hij weinig vertrouwen te moeten stellen in de zuiverheid der
drijfveeren en bedoelingen van den leider der revolutie, toeb
zou hij zijn onverdeelden bijval kunnen schenken aan de zaak
van het Nederlandsehe volk tegen den Graaf. Wat zegt
Dr. Nuijens nu van de zaak?
Hij keurt het af, dat Philips den raad versmaadde van
ben die hem tot zachtheid en gematigdheid vermaandenen
alleen ooren had voor de partij in den raad die tot onver
biddelijke gestrengheid aanspoorde. Hij acht bet een groote
politieke foutdat de Koning niet zelf naar de Nederlanden
ginggelijk hem zoo herhaaldelijk was verzocht en door
hem niet minder herhaaldelijk was beloofd, om te onderzoe
ken, te onderhandelen en te bevredigen, maar het hoofd van
de partij des gewelds, den Hertog van Alva met een leger
zondom te straffen en te onderwerpen. Die veldtocht kon
naar zijne meening niets dan kwaad uitwerken. Over den
Hertog, streng tot wreedheid toewiens bloedraad hij een
schandvlek op de geschiedenis der meusch-
lieid noemt, die met de uitgebreidste volmacht, des Konings
naar de Nederlanden trok en daar den Koning vertegen
woordigde' en over de beginselen en de politiek des Spaan
sehen Konings zeiven spreekt Dr. Nuyens als volgt. Het
oordeel is
te nemen.
//Alva was geheel en al tot in merg en gebeente Spanjaard
in zeden gewoonten begrippen, vooroordeelen. liefde en haat.
Bij schier alle zijne regeeringsdaden liet hij zich geleiden
door zienswijzen, in Spanje gangbaar, maar daarom nog niet
in do Nederlanden als van zuiver allooi aangenomen. Hierom
alléén zouden wijnaar onze opinien het verzet namelijk
liet, wettelijk verzet tegen Alva's regeering van den kant der
Nederlanders a'.s geoorloofd en gerechtvaardigd beschouwen.
Immers ofschoon liet, met de begrippen der XVI eeuw zeer
wel strooktedat een Spaansoli koningdoor erfrecht, vorst,
der Nederlanden kon worden; zoo strookte het volstrekt niet
met de begrippen dat de Nederlandersomdat hun vorst
een Spanjaard was op zijn Spaansch moesten geregeerd wor
den. Ieder volk heeft zijn eigen levensvoorwaarden. Alles
wat de levensvoorwaarden van een lichaam in den weg staat,
mag billijkerwijze verwijderd worden.
//Aanhanger van vorsten-absolutisme was Al va, hebben wij
in de derde plaats gezegd. Holzwarth heeft, ook duidelijk
laten uitkomenhoe zeer het streven van dien landvoogd
van koning Eilips was, om een absoluut vorstengezag in de
Nederlanden uit te voeren. Dit strookte volstrekt niet met
de traditiëu van het Nederlandsehe volk. De rechtenpri
vilegiën en vrijhedenvolgens welke het, gewoon was gere
geerd te worden, waren even oud, de moesten ouder dan de
rechtenkrachtens welke liet huis van Bourgondië en dat van
Oostenrijk de Nederlandsehe hertogdommen en graafschappen
bezaten. De huldigingwaarbij van de eene zijde de vorst
als landheer werd erkend, anderzijds de oude wetten en pri
vilegiën werden bezworen was de hand die landsheer en
volk aan elkander verbond. De een had evenmin recht om
dat pactum te verbreken als de andere. Van daar dat een
wettelijkniet een revolutionair verzetallezins geoorloofd
warevan daar dat, Alva's regeeringsbeleid in tegenspraak
was met, de ware rechten en ware behoeften des Nederland-
schen volks.
De hertog van Alva was niet slechts de getrouwe hand
langer, die het vorsten-absolutisme van Eilips II in de Ne
derlanden zocht in te voerenhij was ook diens handlanger
in zijne Caesaro-papistisclie politiek.
Misschien zullen velen onzer lezers zich verwonderen
nu wij, in betrekking tot Eilips II, dat woord uitspreken.
En toch niets is gegronder dan dié beschuldiging tegen den
Spaansehen koning. De schrijver van de Geschiedenis der
Nederlandsehe Beroerten heeft' in het laatste hoofdstuk van
ziju werker reeds met enkele woorden op gewezendat
het te recht zoo gehate Caesaro-papisme in liet regeerings-
stelsel van Philips II lag; van dien vorst, welke door som
migen als een voorvechter der Katholieke Kerk word be
schouwd. Het doet schrijver dezes genoegen, dat ook Holz
warth omstreeks denzelfden tijddoor het bestudeeren
derzelfde documenten tot hetzelfde resultaat is gekomen. Op
meer dan ééne plaats van zijn geschiedwerk maakt Holzwarth
zijne lezers op die strekking van de Spaansche politek op
merkzaam. Wij zullen slechts eene enkele dier plaatsen onder
het oog onzer lezers brengen
//Wij hebbenzegt Holzwarth in ons eerste deel
Eilips opvatting van zijne verhouding tot de Kerk een soort
van Josephinisme genoemd. Dat hij met, de beste inzichten
zich in het beheerder Kerk mengde, verandert, niets aan het
wezen der zaak. Dit hing af vau zjne persoonlijke neigingen
die tot vroomheid overhelden, en van zijne beschouwingswijze
van de zegenrijke werking van de zending der Kerk. Keizer
Joseph II en bekende ministers van onzen tijd hebben andere
persoonlijke behoeften en zienswijzen gehadhunne minachting
voor het kerkelijk rechtsgebied heeft, dan ook andere werkin
gen zichtbaar doen worden. Dit, is evenwel maar bijzaak
de beginselen zijn nagenoeg dezelfde."
«Wat Holzwarth in deze woorden beweert, siaaft liij
door bewijzen. Hij geeft een uitvoerig verhaal van de Synode
in 1570, te Meehelen gehouden. Geheel het episcopaat dei-
Nederlanden was daar vergaderd om de tucht in de zoo ge
teisterde Kerk \an de Nederlanden te herstellen. Een tal
van hesluiten werd genomen. De bisschoppen brachten deze
ter kennisse van den hertog van Alva als plaatsvervanger
des Konings. De antwoorden des hert,ogs aan liet episcopaat,
de wijzigingen welke hij in de besluiten der Synode wilde
ingevoerd hebben zullen de verbazing opwekken van velen,
die no°- in de meening verkeerden dat Eilips 11 niet anders
dan ten voordeele en tot meerderen luister van het Katho
licisme werkzaam was. Iedere Caesaro-papistisclie poging
berokkent grooter nadeeldan een diep eerbiedsvertoon gun-
sti<* werkt. De liberalistische mipisters van Beijeren en Oos
tenrijk die door de zoogenaamd liberalen worden toegejuicht
en tot Verder voorwaartsschrijden worden aangespoord, magen
zich herinneren, dat ook de hertog van Alva reeds beproefd
heeft wat, zij thans weder bei roevenzich te mengen in cle
tucht, der Kerk. De bureaucratische geest blijft toch altijd
dezelfdeof hij absolutisten, of zoogenoemd liberalen bezielt:
hij is en blijft despotischdoch het 1 atelijkst despotisme is
liberaal despotisme, wijl het eene huichelarij te gelijkertijd is."
Ziedaar het oordeel van Dr. Nuyens over de staatkunde van
Konin<* Philips en zijn trouwen dienaar want trouw was
hijen daarom juist zijn hier heer en dienaar één zijn
trouwen dieuaar Alva. Hij wijst daarenboven nog op enkele
misvattingen, en ook die woorden zijn te merkwaardig om
niet overgenomen te worden.
nAlva's pogingen tot het heffen van den tienden penning,
o-elijk dat belastingstelsel in deu regel word genoemdont
moetten den heftigsten tegenstand; ook van hen die overigens
de getrouwste aanhangers des konings waren. Een der scheefste
voorstellingen omtrent de geschiedenis van den opstand der
Nederlanden tegen EilipsIÏ, is die, volgens welke alles wat niet,
Oranje aanhing en protest.ant.scli gezind was, zich blindelings
o-ehoorzaam aan het koninklijk absolutisme onderwierp.
"Het ongegronde vau deze voorstelling wordt een ieder
duidelijkdie nauwkeurig de geschiedenis der jareu 1568
1572 nagaat en het verhand der zaken weet te begrijpen.
Voorzeker betoonde de Katholieke en koningsgezinde partij
in den lande weinig geneigdheid om tegen de maatregelen
der regeering in verzet te komenmaar de reden ligt voor
de haud. Alles verkeerde nog in de grootste spanning; de
revolutionaire beweging, de beeldenstorm hadden de grootste
verontwaardiging opgewekt bij verreweg het aanzienlijkste
deel der bevolking; de inval van Willem van Oranje en
Lodewijk van Nassau in 1568 vond in het. land niet de
minste ondersteuning; veeleer wekte zij verontwaardiging op.
Geen wonder derhalve dat allen die den ouden godsdienst
beminden en die koning Eilips als wettigen landheer erkenden,
het zich te plicht rekenden om de régeering zoo weinig mo
gelijk te bemoeielijken. Dit, belette echter niet dat Alva's
bloedraad eene stille maar diepe verontwaardiging bij alle
standen en rangen opwekte. In de eerste twee jaren was
evenwel een ieder door schrik verlamd. Allengs begon men
weder tot zich zelve en tot het bewustzijn zijner rechten te
komen. Toen de hertog met zijn nieuw belastingstelsel (de
tiende penning) voor den dag kwam onwaarde hij tot zijne
verwondering en spijtdat de veerkracht van het Nederland
sehe volk zelfs door zijn schrikbewind, wel voor een oogen-
blik, maar niet geheel en al verlamd was; dat het ziek spoedig
wellicht weder in alle zijne kracht zou vertoonen."
En nu gaat Dr. Nuyens op 1 April e.k. met ons mee-
juichen, omdat dan de dag verjaart waarop vóór 300 jaren
de veerkracht van het Nederlandsehe volk
zich inderdaad weer in al z ij n kracht heeft
vertoond? - Niet zoo haastigniet zoo haastigdie
geestkracht had zich moeten openbaren in wettel ij k
geen revolutionair verzet. o Diepte der gave des
onderscheidens o heilige eenvoudigheid o duiven-onschuld
en kinderlijke naïviteit! Wettelijk verzet, maar daar was
men reeds in 1559 mee begonnen, en evenwel niets dau
wettelijk verzet tegen Alva met zijn leger en zijn bicedraad!
Wettelijk verzet, terwijl er een spaansch leger in het land
was onder bevel van een landvoogd die van geen overleg en
bemiddeling wilde wetenhet erkende hoofd van de partij
des gewelds, terwijl daar een bloedraad vonnisde zonder zich
om de wet te bekreunen! Bij den hemel, het staat er: alleen
wettelijk verzet. En dat belet Dr. Nuyens niet, te gelijker
tijd ook het volgende te schrijven "De politiek van Eilips II
kan, naar ons inzien, volstrekt geene goedkeuring wegdragen.
Wij gelooven zelfs dat het volledig gelukken daarvan de Ne
derlanden, na korte jaren, weder aan burgeroorlog ofregee-
ringloosheid zou hebben ten prooi gegeven. Immers zijn
stelsel, zoo als bet, door Alva werd vertegenwoordigd, bracht
mede dat hij een absoluut gezag gepaard met een zeker caesaro-
papisme in de Nederlanden wilde invoeren; de geaardheid
des volks nu was met dergelijk stelsel in volstrekte tegen
spraak. Derhalve zouden er onvermijdelijk weder nieuwe op
standen zijn uitgebroken. Nu was Spanje te ver verwijderd,
de politieke toestand van Europa van dien aard, dat het streven
naar onafhankelijkheid der Nederlandsehe gewesten steeds bij
naburige volken sympathie en ondersteuning zou gevonden
hebben.
"Iets anders was het geval geweest, zoo Eilips in 1570,
na het mislukken van Oranje's en Lodewijk van Nassau's
pogingen om het land in opstand te brengen; nog meer, zoo
hij in 1567, nadat Margaretha van Parma den opstand
van Brederode en van de geuzen te Antwerpen had onder
druktterstond den weg vare ingeslagen, dien hij in 1576,
na de Pacificatie van Gentvolgen wildete wetenhand
having van de voorvaderlijke instellingen en privilegiën des
lands met handhaving van den voorv derlijken godsdienst
en het, gezag van het huis van Oostenrijk als heer der Neder
landsehe gewesten. In 1570 beoogden Filips en zijn land
voogd, de hertog van Alva, iets anders. Alle Nederland
sehe instellingen die liet absolute vorstengezag in den weg
stonden moesten weggeruimd worden. De invoering v. n
eene voortdurende belasting, waardoor de regeering onaf
hankelijk werd van de inwilliging der bent odigde gelden door
de Staten, was de grondslag van dat politiek stelsel."
Ik heb er niets bij te voegen: Ja, ja. driemaal ja,
als i'hilips in 1567, en nog in 1570, gedaan had wat hij
in 1576, door den nood gedwongen beloofde te doen, dan
was liet een ander geval geweest. Maar wat doet dat er in
's hemels toenu Philips niet zoo deed Dr. Nuyens
zegt het zelfIn 1570 beoogden Eilips enz ij n
landvoogd iets anders. Alle Nederlandsehe
instellingen die het absolute vorstengezag
in den weg stonden moesten weggeruimd
had bezeten. Eu dat gezag was verre vau absoluut te
zijn." Maar nog eens, wat bewijst het, dat Philips wilde
toegeventoen zijn zaak was verlorentoen bijna geheel
Holland van den Spanjaard was verlost en jubelde in het
genot der jonge vrijheid? Dr. Nuyens zegt immers zelf,
dat de Koning in 1570 van geen toegeven wilde weten.
Dat hij later, toen de opstand door Alva niet onderdrukt
kon wordentoen zijn onmacht was geblekentoegevender
gestemd was, bewijst juistdat de opstand het eenige mid
del was om hem tot rede te brengen. Ik hoop van liet ge
zond verstand van Dr.NüYENS, dat hij het ons volk niet kwalijk
zal nemendat hetnadat het zich ten koste van goed en
bloed had bevrijdniet vrijwillig onder de dienstbaarheid
terugkeerdetoen de Koning wel zoo goed wilde zijn van
zich te vreden te stellen met hetzelfde gezag dat zijn vader
had gelild. Toeli een bescheiden menschdie Philips 1
Men moet de leer zijn toegedaan dat een volk nooit het
recht heeft tot opstand en revolutieook al wordt liet ge
trapt en vermoord, om, na een oordeel over de staatkunde
van Philips geveld te hebben als Dr. Nuyens thans doet
toch het verzet onrechtmatig te heeten en onwillig te blij
ven om -het derde eeuwfeest der inneming van den Briel in
zijn waar karakter, zonder verdraaiing en bedenkingblij
moedig mee te vieren. Ieder die een ander begrip heeft van
de plichten en de rechten eens volks, zal met den cordaten
Katholiek Mr. G. J. A. Eaber getuigen "Het is noch dom,
noch lafhartig en verraadt geen partijdriftmaar het is ver
standig en plichtmatig en toont zelfstandigheid aan, te her
denken de grondlegging onzer vrijheid en het begi 11
der vestiging onzer dynastie.
Op liet oogenblik dat het bovenstaande is geschreven
wordt aan de Alkmaarsche Courant een ander vlugschrift ge
zonden Een non possnmus" in zake eene nationale feestvie
ring. door Ds. H. C. Rogge overgedrukt uit Onze Tijd.
Inderdaad een bekartigingswaardig woord, waarmee elk Ne
derlander kan instemmen, zonder zijn overtuiging als Katho
liek of Protestant, Christen of Israëliet geweld aan te doen.
Het is een onwaarheidzegt de schrijver met volle recht
dat aan dit feest door zijn ontwerpers een anti-katholiek ka
rakter is gegeven. Dan was ongetwijfeld de Brielsche Pas
toor de heer Saagsveldt geen lid geworden van de hoofd
commissie. Neen, de heeren Alberdingk Thijm en Nuyens,
die zich aanmatigen uit naam der N ederlandsche Katholieken
openlijk het woord te voerenhebben de zaak bedcrvèn
echter niet onherstelbaar en hebben de terugtreding van
velen bewerkt. Zij hebben den vrede verstoordniet door
zich te onthouden het feest had aan hunne medewerking
geen behoefte maar door openlijk te protesteeren en ont
houding te prediken. In den brief aan deu Voorzitter der
Brielsche hoofdcommissie, waarin de heer Saagsveldt zijn
terugtreding meldtgeeft hij tevens de reden op //omdat
men aan het feest eene beteekenis begint te gevendie ge
heel en al buiten uwe en mijne bedoeling ligt."
Wij willen den driehonderdjarigen geboortedag der Ne
derlandsehe vrijheid herdenken niets meer en niets minder
niet het toen gepleegde kwaadmaar het goede dat door
het kloeke feit van 1 April 1572 voor land en volk is ge
sticht, het goede waartoe het den grondslag heeft gelegd en
dat er uit voort is gevloeid. Wij begroeten in dat feit het
morgenrood der vrijheid, niet den vollen middaggloed.
De omwenteling der zestiende eenw bracht ons niet terstond
wat v ij zonen der negentiendezouden wenselientoch
bracht zij ons veelzooveel, zouden wij zeggen, als die eeuw,
aïles wat voorafgegaan was en de tijdsomstandigheden in
aanmerking genomen en rekening gehouden met de mensche-
lijke hartstochten ons brengen kon een zelfstandig volks
bestaan zelfregeering met een staatskerk zonder inquisitie
en gewetensdwang. Zij heeft den grondslag gelegd van een
betere toekomst, van onze tegenwoordige Nederlandsehe vrij
heid die wij nog met geene andere willen ruilen.
De instemming van Mr. E. Th. Westerwoudt met de
viering van den eersten April en zijn protest tegen de be
schouwing van den heer Alberdingk Thijm verlevendigen
od nieuw de hoop op een algemeen nationaal feest.
W. v. d. K.
worden. Wat zou wettelijk verzet hier gebaat hebben?
De Koning was immers onverzettelijk. Hij zou zijn stelsel
in spijt, van allen en van alles hebben doen zegevierenin
dien hij er de macht toe had gehad, ook iu spijs van den
Paus! Dr. Nuyens herinnert ons, hoe Paus Pius Y
den Koning door den Bisschop van Ascoli liet voorhouden
dat hij tegen zijn onderdanen in de Nederlanden geene ge
weldige maatregelen moest aanwenden maar eerder den weg
an onderhandelingen ir.slaan. En wat was 's Konings ant
woord? Dr. Nuyens schrijft; 'Eilips weigerde dit rond-
onder voorwendsel let welonder voorwend
sel dat zoo hij onderhandelde, hij moest toelaten dat
het Katholiek geloof en het aanzien van den H. Stoel na
deel leediets" wat hij niet zou gedoogen." Is er nog
meer uoodig om het buiten twijfel te stellen, dat kloek ver
zet gewapend verzetverzet in den vorm van opstand en
revolutiehet eenig middel was om den Koning te beletten
zijn opzet te volvoeren en het volledig gelukken zijner poli
tiek te verhinderenwaarvan toch, na korte jaren, volgens
de erkenning van Dr. Nuyens, burgeroorlog of regeering-
loosheid het gevolg zou geweest zijn
Neen, zegt Dr. Nuyens, de Koning zou ook aan wet
telijk verzet, wel hebben toegegevenwant"jMen stelt
het voor alsof Fhilips II steeds de handhaving van het
absolute gezag als voorwaarde gesteld hebbe. Uit de ge
scliiedenis blijkt echter dat hij toen de opstand door Alva
niet onderdrukt kon wordenniets anders begeerde dan liet
herstel van het gezag gelijk zijn vader Keizer Karel V dit
Verkiezingen. Het bestuur der Prov. Eriesche Werk
lieden-Vereenigingdoor dat der Democratische Vereeniging
te Amsterdam uitgenoodigd om haar adres aan den Koning,
ter verkrijging van het algemeene stemrecht, te ondersteunen,
heeft aan de besturen der afdeelingen en vakvereenigingen
kennis gegevendat liet daartoe niet gezind is, dewijl onder
de lagere standen te weinig kennis en zelfstandigheid gevon
den worden, om niet te vreezen, dat het algemeen stemrecht
aanleiding tot omkooperij en pressie zou geven, alsook omdat
de democratische partij de volksregeering wil, en de vrije
friezen, niemaud de hand willen bieden tot troonsomwerping.
Benoemingen enz. Jr. Mr .L.G.J. F. de Paul Duchastel is
hij kon. besluit van 27 Jan., met ingang van 1 Mei eervol
uit zijne betrekking als gezant te Rome ontslagen, en benoemd
tot commandeur der orde van den Ned. Leeuw.
De benoeming van mr. C. WOpzoomer tot hoogleeraar
te Leiden is op zijn verzoek ingetrokken, met herbenoeming
tot hoogleeraar te Utrecht.
Eerbewijzen. De heeren S. Meihuizen en E. H. Mulder,
med. candidates de eerste te Groningen, de tweede te Utrecht
hebben liet, badensche kruis van verdiensten ontvangen ter
zake hunner verrichtingen in de ambulance te Mannheim.
Spoorwegen. Te Utrecht is voor de leenmg voor den
spoorweg Utrecht-Leiden, waarvan de inschrijving den 31
Jan. gesloten is, voor slechts ongeveer f 9.5000 ingeschreven.
De gemeenteraad van Zutphen heeft den 5 beslotenvoor
f 250ÜÖ0 deeltenemen in den ontworpen Nederl.-Westfaalsehen
Spoorweg.
Het vervoer van reizigers en personen over den HoU. IJ ze-