V Vierënzeven tigs t e J aar gang. No. 6. Z O N 1) A G i® FEBRUARI. #fftctccl (Bcbccltc F. Nuijens over de gebeur- 1 April 157L2. Dr. W. J tenis van ti! ckcl iifiscït c 13 c richten. Binnenland. I C Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f fi,G5, franco per post t 0,8 ft, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers IIERM". COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Hij deze Courant behoort een Bijblad. te merkwaardig om bet niet in zijn geheel over BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden: dat het door Gedeputeerde Staten van Noordholland ge wijzigd ontwerp reglement van bestuur voor den Honds- bossche en Duinen tot Petten ter secretarie dezer gemeente ter visie liggen zal van 10 Eebruarij tot 10 Maart aanstaande, terwijl bedenkingen tegen genoemd ontwerp voor den 15 Maart e.k. aan Dijkgraaf en Heemraden van dat Waterschap moeten worden gezondenten einde door dit bestuur aan Gedepu teerde Staten van Noordholland te worden overgelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 3 Feb. 1872. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. KIEZERSLIJSTEN. De VOORZITTER van den GEMEENTERAAD van Alk maar roept bij deze op al degenendie elders in de Rijks belasting zijn aangeslagen en verlangendat die aanslag ver meld worde op de kiezerslijsten dezer gemeentevoor den Gemeenteraadde Provinciale Staten en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zich ter gemeente-secretarie te vervoegen voor 15 Eebruarij 1872, met hunne aanslagbilletten in de grondbelasting, dienst 1872, en van de personele belasting en het patent, dienst 1871/72. Alkmaar, De Voorzitter voornoemd. 5 Febr. 1872. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR Gezien de verklaring van den Heer Dr. D. Hulst, d°. he denhoudende dat Martinus Windt, oud circa twee jaren, wonende alhier, aan de Nieuwstraat, is overleden aan pokken en dat de goederenmet den overledene in aanraking ge weest behooren te worden onteigend en verbrand. Gelet op art. 69, 2" lid, der wet van 28 Augustus IS51 (Staatsblad n°. 125). Besluiten van Anthony Windtvader van den overledenewonende alhier, van beroep koopman ten algemeenen nutte te ont eigenen drie dekenstwee lakens twee haverdoppen kussens met sloopen een lakensche jas en een omslagdoek. Gelasten de inbeslagneming en de onmiddellijke verbranding van voornoemde goederende plaatsing van dit besluit in de Alkmaarsche Courantenen mededeeling aan Heeren Gedepu teerde Staten dezer provincie. Burgemeester en W ethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT 8 Feb. 1872. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 1'. helft der maand Januari) 1872. J. BOSAlkmaarW. SCHOLTEN H. H. van TE1J- LINGEN, J. BORN, DIEUWE HARINGA, J. SANDERS D. W. SCHULTZE, Amsterdam; van WESSINGadres Mej. L. KAMMES, HENÜRIKA ARENÜSEN. Haarlem; J. BERGSMA Heerenveen; J. JANSEN, Horst; J. VEE- REN S. GROOT. Nieuwe Niedorp; D. GO VERS, Orthen; BERNARDUS, Rotterdam; li. J. de WIT, Ruigeuweg; J. SCHALKWIJK, UtrechtW. VERZEIJDEN, Veenimi- zenS. de JONG, Zaandam. Van de hulpkantoren BenningbroekH. J. SCHIPPER, Groningen. Heer tlugowaardA. H. KOSTER. Zaandijk. OudcarspelG. BERTHAUDT Wervershoofd. SchoorldamW. MASTENBROEK Amsterdam. SpanbroekJ. 11AVERBUSCH (Slot.) Reeds is ons gebleken, dat bet oordeel over Willem van Oranje en den geheelen aard der groote Nederlandsehe volks beweging tegen Graaf Philips III, thans door Dr. Nuijens in zijn aankondiging van het werk van Holzwarth ten beste gegevengetuigt van een ruimer blik en meer onbevaugen onderzoek. Waardeering voor personen, van bun karakter, oprechtheid en goede trouw van bun deugden ondeugden en gebreken komt echter niet in de eerste plaats in aanmer king is in tegendeel van ondergeschikt belang. Al had iemand de meeste achting voor het persoonlijk karakter en de goede bedoelingen van den Spaansehen Koning al meende hij weinig vertrouwen te moeten stellen in de zuiverheid der drijfveeren en bedoelingen van den leider der revolutie, toeb zou hij zijn onverdeelden bijval kunnen schenken aan de zaak van het Nederlandsehe volk tegen den Graaf. Wat zegt Dr. Nuijens nu van de zaak? Hij keurt het af, dat Philips den raad versmaadde van ben die hem tot zachtheid en gematigdheid vermaandenen alleen ooren had voor de partij in den raad die tot onver biddelijke gestrengheid aanspoorde. Hij acht bet een groote politieke foutdat de Koning niet zelf naar de Nederlanden ginggelijk hem zoo herhaaldelijk was verzocht en door hem niet minder herhaaldelijk was beloofd, om te onderzoe ken, te onderhandelen en te bevredigen, maar het hoofd van de partij des gewelds, den Hertog van Alva met een leger zondom te straffen en te onderwerpen. Die veldtocht kon naar zijne meening niets dan kwaad uitwerken. Over den Hertog, streng tot wreedheid toewiens bloedraad hij een schandvlek op de geschiedenis der meusch- lieid noemt, die met de uitgebreidste volmacht, des Konings naar de Nederlanden trok en daar den Koning vertegen woordigde' en over de beginselen en de politiek des Spaan sehen Konings zeiven spreekt Dr. Nuyens als volgt. Het oordeel is te nemen. //Alva was geheel en al tot in merg en gebeente Spanjaard in zeden gewoonten begrippen, vooroordeelen. liefde en haat. Bij schier alle zijne regeeringsdaden liet hij zich geleiden door zienswijzen, in Spanje gangbaar, maar daarom nog niet in do Nederlanden als van zuiver allooi aangenomen. Hierom alléén zouden wijnaar onze opinien het verzet namelijk liet, wettelijk verzet tegen Alva's regeering van den kant der Nederlanders a'.s geoorloofd en gerechtvaardigd beschouwen. Immers ofschoon liet, met de begrippen der XVI eeuw zeer wel strooktedat een Spaansoli koningdoor erfrecht, vorst, der Nederlanden kon worden; zoo strookte het volstrekt niet met de begrippen dat de Nederlandersomdat hun vorst een Spanjaard was op zijn Spaansch moesten geregeerd wor den. Ieder volk heeft zijn eigen levensvoorwaarden. Alles wat de levensvoorwaarden van een lichaam in den weg staat, mag billijkerwijze verwijderd worden. //Aanhanger van vorsten-absolutisme was Al va, hebben wij in de derde plaats gezegd. Holzwarth heeft, ook duidelijk laten uitkomenhoe zeer het streven van dien landvoogd van koning Eilips was, om een absoluut vorstengezag in de Nederlanden uit te voeren. Dit strookte volstrekt niet met de traditiëu van het Nederlandsehe volk. De rechtenpri vilegiën en vrijhedenvolgens welke het, gewoon was gere geerd te worden, waren even oud, de moesten ouder dan de rechtenkrachtens welke liet huis van Bourgondië en dat van Oostenrijk de Nederlandsehe hertogdommen en graafschappen bezaten. De huldigingwaarbij van de eene zijde de vorst als landheer werd erkend, anderzijds de oude wetten en pri vilegiën werden bezworen was de hand die landsheer en volk aan elkander verbond. De een had evenmin recht om dat pactum te verbreken als de andere. Van daar dat een wettelijkniet een revolutionair verzetallezins geoorloofd warevan daar dat, Alva's regeeringsbeleid in tegenspraak was met, de ware rechten en ware behoeften des Nederland- schen volks. De hertog van Alva was niet slechts de getrouwe hand langer, die het vorsten-absolutisme van Eilips II in de Ne derlanden zocht in te voerenhij was ook diens handlanger in zijne Caesaro-papistisclie politiek. Misschien zullen velen onzer lezers zich verwonderen nu wij, in betrekking tot Eilips II, dat woord uitspreken. En toch niets is gegronder dan dié beschuldiging tegen den Spaansehen koning. De schrijver van de Geschiedenis der Nederlandsehe Beroerten heeft' in het laatste hoofdstuk van ziju werker reeds met enkele woorden op gewezendat het te recht zoo gehate Caesaro-papisme in liet regeerings- stelsel van Philips II lag; van dien vorst, welke door som migen als een voorvechter der Katholieke Kerk word be schouwd. Het doet schrijver dezes genoegen, dat ook Holz warth omstreeks denzelfden tijddoor het bestudeeren derzelfde documenten tot hetzelfde resultaat is gekomen. Op meer dan ééne plaats van zijn geschiedwerk maakt Holzwarth zijne lezers op die strekking van de Spaansche politek op merkzaam. Wij zullen slechts eene enkele dier plaatsen onder het oog onzer lezers brengen //Wij hebbenzegt Holzwarth in ons eerste deel Eilips opvatting van zijne verhouding tot de Kerk een soort van Josephinisme genoemd. Dat hij met, de beste inzichten zich in het beheerder Kerk mengde, verandert, niets aan het wezen der zaak. Dit hing af vau zjne persoonlijke neigingen die tot vroomheid overhelden, en van zijne beschouwingswijze van de zegenrijke werking van de zending der Kerk. Keizer Joseph II en bekende ministers van onzen tijd hebben andere persoonlijke behoeften en zienswijzen gehadhunne minachting voor het kerkelijk rechtsgebied heeft, dan ook andere werkin gen zichtbaar doen worden. Dit, is evenwel maar bijzaak de beginselen zijn nagenoeg dezelfde." «Wat Holzwarth in deze woorden beweert, siaaft liij door bewijzen. Hij geeft een uitvoerig verhaal van de Synode in 1570, te Meehelen gehouden. Geheel het episcopaat dei- Nederlanden was daar vergaderd om de tucht in de zoo ge teisterde Kerk \an de Nederlanden te herstellen. Een tal van hesluiten werd genomen. De bisschoppen brachten deze ter kennisse van den hertog van Alva als plaatsvervanger des Konings. De antwoorden des hert,ogs aan liet episcopaat, de wijzigingen welke hij in de besluiten der Synode wilde ingevoerd hebben zullen de verbazing opwekken van velen, die no°- in de meening verkeerden dat Eilips 11 niet anders dan ten voordeele en tot meerderen luister van het Katho licisme werkzaam was. Iedere Caesaro-papistisclie poging berokkent grooter nadeeldan een diep eerbiedsvertoon gun- sti<* werkt. De liberalistische mipisters van Beijeren en Oos tenrijk die door de zoogenaamd liberalen worden toegejuicht en tot Verder voorwaartsschrijden worden aangespoord, magen zich herinneren, dat ook de hertog van Alva reeds beproefd heeft wat, zij thans weder bei roevenzich te mengen in cle tucht, der Kerk. De bureaucratische geest blijft toch altijd dezelfdeof hij absolutisten, of zoogenoemd liberalen bezielt: hij is en blijft despotischdoch het 1 atelijkst despotisme is liberaal despotisme, wijl het eene huichelarij te gelijkertijd is." Ziedaar het oordeel van Dr. Nuyens over de staatkunde van Konin<* Philips en zijn trouwen dienaar want trouw was hijen daarom juist zijn hier heer en dienaar één zijn trouwen dieuaar Alva. Hij wijst daarenboven nog op enkele misvattingen, en ook die woorden zijn te merkwaardig om niet overgenomen te worden. nAlva's pogingen tot het heffen van den tienden penning, o-elijk dat belastingstelsel in deu regel word genoemdont moetten den heftigsten tegenstand; ook van hen die overigens de getrouwste aanhangers des konings waren. Een der scheefste voorstellingen omtrent de geschiedenis van den opstand der Nederlanden tegen EilipsIÏ, is die, volgens welke alles wat niet, Oranje aanhing en protest.ant.scli gezind was, zich blindelings o-ehoorzaam aan het koninklijk absolutisme onderwierp. "Het ongegronde vau deze voorstelling wordt een ieder duidelijkdie nauwkeurig de geschiedenis der jareu 1568 1572 nagaat en het verhand der zaken weet te begrijpen. Voorzeker betoonde de Katholieke en koningsgezinde partij in den lande weinig geneigdheid om tegen de maatregelen der regeering in verzet te komenmaar de reden ligt voor de haud. Alles verkeerde nog in de grootste spanning; de revolutionaire beweging, de beeldenstorm hadden de grootste verontwaardiging opgewekt bij verreweg het aanzienlijkste deel der bevolking; de inval van Willem van Oranje en Lodewijk van Nassau in 1568 vond in het. land niet de minste ondersteuning; veeleer wekte zij verontwaardiging op. Geen wonder derhalve dat allen die den ouden godsdienst beminden en die koning Eilips als wettigen landheer erkenden, het zich te plicht rekenden om de régeering zoo weinig mo gelijk te bemoeielijken. Dit, belette echter niet dat Alva's bloedraad eene stille maar diepe verontwaardiging bij alle standen en rangen opwekte. In de eerste twee jaren was evenwel een ieder door schrik verlamd. Allengs begon men weder tot zich zelve en tot het bewustzijn zijner rechten te komen. Toen de hertog met zijn nieuw belastingstelsel (de tiende penning) voor den dag kwam onwaarde hij tot zijne verwondering en spijtdat de veerkracht van het Nederland sehe volk zelfs door zijn schrikbewind, wel voor een oogen- blik, maar niet geheel en al verlamd was; dat het ziek spoedig wellicht weder in alle zijne kracht zou vertoonen." En nu gaat Dr. Nuyens op 1 April e.k. met ons mee- juichen, omdat dan de dag verjaart waarop vóór 300 jaren de veerkracht van het Nederlandsehe volk zich inderdaad weer in al z ij n kracht heeft vertoond? - Niet zoo haastigniet zoo haastigdie geestkracht had zich moeten openbaren in wettel ij k geen revolutionair verzet. o Diepte der gave des onderscheidens o heilige eenvoudigheid o duiven-onschuld en kinderlijke naïviteit! Wettelijk verzet, maar daar was men reeds in 1559 mee begonnen, en evenwel niets dau wettelijk verzet tegen Alva met zijn leger en zijn bicedraad! Wettelijk verzet, terwijl er een spaansch leger in het land was onder bevel van een landvoogd die van geen overleg en bemiddeling wilde wetenhet erkende hoofd van de partij des gewelds, terwijl daar een bloedraad vonnisde zonder zich om de wet te bekreunen! Bij den hemel, het staat er: alleen wettelijk verzet. En dat belet Dr. Nuyens niet, te gelijker tijd ook het volgende te schrijven "De politiek van Eilips II kan, naar ons inzien, volstrekt geene goedkeuring wegdragen. Wij gelooven zelfs dat het volledig gelukken daarvan de Ne derlanden, na korte jaren, weder aan burgeroorlog ofregee- ringloosheid zou hebben ten prooi gegeven. Immers zijn stelsel, zoo als bet, door Alva werd vertegenwoordigd, bracht mede dat hij een absoluut gezag gepaard met een zeker caesaro- papisme in de Nederlanden wilde invoeren; de geaardheid des volks nu was met dergelijk stelsel in volstrekte tegen spraak. Derhalve zouden er onvermijdelijk weder nieuwe op standen zijn uitgebroken. Nu was Spanje te ver verwijderd, de politieke toestand van Europa van dien aard, dat het streven naar onafhankelijkheid der Nederlandsehe gewesten steeds bij naburige volken sympathie en ondersteuning zou gevonden hebben. "Iets anders was het geval geweest, zoo Eilips in 1570, na het mislukken van Oranje's en Lodewijk van Nassau's pogingen om het land in opstand te brengen; nog meer, zoo hij in 1567, nadat Margaretha van Parma den opstand van Brederode en van de geuzen te Antwerpen had onder druktterstond den weg vare ingeslagen, dien hij in 1576, na de Pacificatie van Gentvolgen wildete wetenhand having van de voorvaderlijke instellingen en privilegiën des lands met handhaving van den voorv derlijken godsdienst en het, gezag van het huis van Oostenrijk als heer der Neder landsehe gewesten. In 1570 beoogden Filips en zijn land voogd, de hertog van Alva, iets anders. Alle Nederland sehe instellingen die liet absolute vorstengezag in den weg stonden moesten weggeruimd worden. De invoering v. n eene voortdurende belasting, waardoor de regeering onaf hankelijk werd van de inwilliging der bent odigde gelden door de Staten, was de grondslag van dat politiek stelsel." Ik heb er niets bij te voegen: Ja, ja. driemaal ja, als i'hilips in 1567, en nog in 1570, gedaan had wat hij in 1576, door den nood gedwongen beloofde te doen, dan was liet een ander geval geweest. Maar wat doet dat er in 's hemels toenu Philips niet zoo deed Dr. Nuyens zegt het zelfIn 1570 beoogden Eilips enz ij n landvoogd iets anders. Alle Nederlandsehe instellingen die het absolute vorstengezag in den weg stonden moesten weggeruimd had bezeten. Eu dat gezag was verre vau absoluut te zijn." Maar nog eens, wat bewijst het, dat Philips wilde toegeventoen zijn zaak was verlorentoen bijna geheel Holland van den Spanjaard was verlost en jubelde in het genot der jonge vrijheid? Dr. Nuyens zegt immers zelf, dat de Koning in 1570 van geen toegeven wilde weten. Dat hij later, toen de opstand door Alva niet onderdrukt kon wordentoen zijn onmacht was geblekentoegevender gestemd was, bewijst juistdat de opstand het eenige mid del was om hem tot rede te brengen. Ik hoop van liet ge zond verstand van Dr.NüYENS, dat hij het ons volk niet kwalijk zal nemendat hetnadat het zich ten koste van goed en bloed had bevrijdniet vrijwillig onder de dienstbaarheid terugkeerdetoen de Koning wel zoo goed wilde zijn van zich te vreden te stellen met hetzelfde gezag dat zijn vader had gelild. Toeli een bescheiden menschdie Philips 1 Men moet de leer zijn toegedaan dat een volk nooit het recht heeft tot opstand en revolutieook al wordt liet ge trapt en vermoord, om, na een oordeel over de staatkunde van Philips geveld te hebben als Dr. Nuyens thans doet toch het verzet onrechtmatig te heeten en onwillig te blij ven om -het derde eeuwfeest der inneming van den Briel in zijn waar karakter, zonder verdraaiing en bedenkingblij moedig mee te vieren. Ieder die een ander begrip heeft van de plichten en de rechten eens volks, zal met den cordaten Katholiek Mr. G. J. A. Eaber getuigen "Het is noch dom, noch lafhartig en verraadt geen partijdriftmaar het is ver standig en plichtmatig en toont zelfstandigheid aan, te her denken de grondlegging onzer vrijheid en het begi 11 der vestiging onzer dynastie. Op liet oogenblik dat het bovenstaande is geschreven wordt aan de Alkmaarsche Courant een ander vlugschrift ge zonden Een non possnmus" in zake eene nationale feestvie ring. door Ds. H. C. Rogge overgedrukt uit Onze Tijd. Inderdaad een bekartigingswaardig woord, waarmee elk Ne derlander kan instemmen, zonder zijn overtuiging als Katho liek of Protestant, Christen of Israëliet geweld aan te doen. Het is een onwaarheidzegt de schrijver met volle recht dat aan dit feest door zijn ontwerpers een anti-katholiek ka rakter is gegeven. Dan was ongetwijfeld de Brielsche Pas toor de heer Saagsveldt geen lid geworden van de hoofd commissie. Neen, de heeren Alberdingk Thijm en Nuyens, die zich aanmatigen uit naam der N ederlandsche Katholieken openlijk het woord te voerenhebben de zaak bedcrvèn echter niet onherstelbaar en hebben de terugtreding van velen bewerkt. Zij hebben den vrede verstoordniet door zich te onthouden het feest had aan hunne medewerking geen behoefte maar door openlijk te protesteeren en ont houding te prediken. In den brief aan deu Voorzitter der Brielsche hoofdcommissie, waarin de heer Saagsveldt zijn terugtreding meldtgeeft hij tevens de reden op //omdat men aan het feest eene beteekenis begint te gevendie ge heel en al buiten uwe en mijne bedoeling ligt." Wij willen den driehonderdjarigen geboortedag der Ne derlandsehe vrijheid herdenken niets meer en niets minder niet het toen gepleegde kwaadmaar het goede dat door het kloeke feit van 1 April 1572 voor land en volk is ge sticht, het goede waartoe het den grondslag heeft gelegd en dat er uit voort is gevloeid. Wij begroeten in dat feit het morgenrood der vrijheid, niet den vollen middaggloed. De omwenteling der zestiende eenw bracht ons niet terstond wat v ij zonen der negentiendezouden wenselientoch bracht zij ons veelzooveel, zouden wij zeggen, als die eeuw, aïles wat voorafgegaan was en de tijdsomstandigheden in aanmerking genomen en rekening gehouden met de mensche- lijke hartstochten ons brengen kon een zelfstandig volks bestaan zelfregeering met een staatskerk zonder inquisitie en gewetensdwang. Zij heeft den grondslag gelegd van een betere toekomst, van onze tegenwoordige Nederlandsehe vrij heid die wij nog met geene andere willen ruilen. De instemming van Mr. E. Th. Westerwoudt met de viering van den eersten April en zijn protest tegen de be schouwing van den heer Alberdingk Thijm verlevendigen od nieuw de hoop op een algemeen nationaal feest. W. v. d. K. worden. Wat zou wettelijk verzet hier gebaat hebben? De Koning was immers onverzettelijk. Hij zou zijn stelsel in spijt, van allen en van alles hebben doen zegevierenin dien hij er de macht toe had gehad, ook iu spijs van den Paus! Dr. Nuyens herinnert ons, hoe Paus Pius Y den Koning door den Bisschop van Ascoli liet voorhouden dat hij tegen zijn onderdanen in de Nederlanden geene ge weldige maatregelen moest aanwenden maar eerder den weg an onderhandelingen ir.slaan. En wat was 's Konings ant woord? Dr. Nuyens schrijft; 'Eilips weigerde dit rond- onder voorwendsel let welonder voorwend sel dat zoo hij onderhandelde, hij moest toelaten dat het Katholiek geloof en het aanzien van den H. Stoel na deel leediets" wat hij niet zou gedoogen." Is er nog meer uoodig om het buiten twijfel te stellen, dat kloek ver zet gewapend verzetverzet in den vorm van opstand en revolutiehet eenig middel was om den Koning te beletten zijn opzet te volvoeren en het volledig gelukken zijner poli tiek te verhinderenwaarvan toch, na korte jaren, volgens de erkenning van Dr. Nuyens, burgeroorlog of regeering- loosheid het gevolg zou geweest zijn Neen, zegt Dr. Nuyens, de Koning zou ook aan wet telijk verzet, wel hebben toegegevenwant"jMen stelt het voor alsof Fhilips II steeds de handhaving van het absolute gezag als voorwaarde gesteld hebbe. Uit de ge scliiedenis blijkt echter dat hij toen de opstand door Alva niet onderdrukt kon wordenniets anders begeerde dan liet herstel van het gezag gelijk zijn vader Keizer Karel V dit Verkiezingen. Het bestuur der Prov. Eriesche Werk lieden-Vereenigingdoor dat der Democratische Vereeniging te Amsterdam uitgenoodigd om haar adres aan den Koning, ter verkrijging van het algemeene stemrecht, te ondersteunen, heeft aan de besturen der afdeelingen en vakvereenigingen kennis gegevendat liet daartoe niet gezind is, dewijl onder de lagere standen te weinig kennis en zelfstandigheid gevon den worden, om niet te vreezen, dat het algemeen stemrecht aanleiding tot omkooperij en pressie zou geven, alsook omdat de democratische partij de volksregeering wil, en de vrije friezen, niemaud de hand willen bieden tot troonsomwerping. Benoemingen enz. Jr. Mr .L.G.J. F. de Paul Duchastel is hij kon. besluit van 27 Jan., met ingang van 1 Mei eervol uit zijne betrekking als gezant te Rome ontslagen, en benoemd tot commandeur der orde van den Ned. Leeuw. De benoeming van mr. C. WOpzoomer tot hoogleeraar te Leiden is op zijn verzoek ingetrokken, met herbenoeming tot hoogleeraar te Utrecht. Eerbewijzen. De heeren S. Meihuizen en E. H. Mulder, med. candidates de eerste te Groningen, de tweede te Utrecht hebben liet, badensche kruis van verdiensten ontvangen ter zake hunner verrichtingen in de ambulance te Mannheim. Spoorwegen. Te Utrecht is voor de leenmg voor den spoorweg Utrecht-Leiden, waarvan de inschrijving den 31 Jan. gesloten is, voor slechts ongeveer f 9.5000 ingeschreven. De gemeenteraad van Zutphen heeft den 5 beslotenvoor f 250ÜÖ0 deeltenemen in den ontworpen Nederl.-Westfaalsehen Spoorweg. Het vervoer van reizigers en personen over den HoU. IJ ze-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1872 | | pagina 1