No. 11.
Vierënzeventigste Jaargang
1872,
Z O N 1) G
17 MAART.
Politick ©octrstcht.
)1k
S£lckclijkscl« ficrtchtctt
■)iii(srhland
frankrijk.
Groot IBi'ittanje en Ierland.
OosicnrlJk-Hongai'iie.
A L k M A A It S (1 11 C tl
A A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,65, franco per post 1 O,HO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
//Eens burgemeester altijd burgemeester" schijnt een oud
Hollandsch spreekwoord, afkomstig uit den tijd toen de vroed
schappen der steden de Koningen waren van het republikein-
sche Holland, den tijd toen het bekende vrouwtje te Broek
in Waterland de opmerkingdat zij toch van een Czaar van
Rusland niet eischen kon zijn schoenen uit te trekken voor
hij den drempel harer woning overschreedbeantwoordde
met de alles afdoende woordenal was hij de burgemeester
van Amsterdamzijn schoenen zal hij uittrekkenden
tijd toen een octrooi van de Staten van Holland tot het hou
den van een loterij wel gold binnen de geheele provincie
maar soms jaren moest wachten op de //bevestiging" van de
Vroedschap van Amsterdam, om ook binnen diejstad het ge-
wenschte gevolg te kunnen hebben. Als het spreekwoord er niet
was, zou het zeker thans niet ontstaan; want, van den vroe-
geren glans van het ambt is weinig meer dan een flauwe
schemering overgebleven en zelfs gewezen burgemeesters van
Amsterdam wandelen tegenwoordig rond als gewone sterve
lingen, zonder navonkeling van majesteit. Auders is hetmet
den vorstenrang. De Kroon schijnt, in de oogen der volken
een glans na te latenook om het hoofd dat baar reeds lang
heeft verlorenzelfs om het hoofd van hem die er nooit een
gedragen heeft, maar wiens grootvader of overgrootvader
eens zoo gelukkig was.
Onverklaarbaar' is dit niet. De lotgevallen van sommige
vorstengeslachten zijn nauw verbonden met die van hetvo
waarover zij geheerscht hebben of nog heerschen. Ook de
sterkste tegenstander van het stelsel dat, eenmaal door Lo
dewijk XIV zoo kort en krachtig werd uitgedrukt in de
woordenVétat c'est mot, kan het feit niet loochenen, dat, er
een tijd is geweest toen die woorden den bestaanden toe
stand vrij juist, omschreven. En wat de overgroote meer
derheid onder onze eigen tijdgenooten van de geschiedenis weet,
wat is het anders dan de geschiedenis der vorsten wan
neer zij geboren werden en stierven, boe en wanneer zij
aan de regeering kwamen, welke oorlogen zij voerden,
welke veldslagen zij wonnen of verloren, welke vredestrac-
taten zij sloten hoe de regeering uit bet eene stamhuis in
bet andere overging etc.? Wanneer er van zekeren vorst
wordt vermeld dat hij zeer vredelievend waswordt er niet
zelden bijgevoegd, dat er daarom onder zijn regeering
//niet veel bijzonders" gebeurde; wat op den jeugdigen lezer
ongeveer den nadruk maakt,dat ook die vorst //met veel
bijzonders" was, een goede sukkel misschien, maar toch een
onbeduidend mensch. En al worden nu ook de namen van
groote veldheeren en vlootvoogden niet vergeten, al worden
in 't voorbijgaan zelfs de namen van groote mannen op an
der "ebied genoemd, de vorst blijft toch altijd de zou waarom
zich Cal die planeten met haar wachters bewegen, liet middel
punt in den kringwant, dat alles gebeurde onder zijn
geering, en wordt op de eene of andere manier aan zijn naam
vastgeknoopt of met zijn persoon in verband gebracht
Toch schijnt de afstamming van den troon met voldoende
om de telgen van een vorstenhuis tot belangrijke personen
te maken, wanneer zij niet te gelijk een stelsel vertegenwoor-
digen. een staatkundige richting verpersoonlijken. .Dat de
Graaf van Chambord voor de legitimisten de eigenlijke
Koning van ErankrijkHendrik. Y is, steunt ontegenzeg
gelijk minder op zijn afstamming van Lodewijk XIV dan
op zijn politieke en godsdienstige beginselen. Hij vertegen
woordigt, het oude Eransche Koningschap bij de gratie Gods,
den oppermaebtigen Monarch, wiens macht slechts beperking
vindt in sommige bepaaldedoor hem zeiven verleende ot
erkende rechten des volks, of liever voorrechten, P r 1 t"
1 e g i n, zoovele uitzonderingen op zijn vorstelijk gezag dat
overigens regel blijft. Hij vertegenwoordigt daarenboven, zoo
niet de staatskerk, dan toch de begunstigde, alleen -
kende kerk, die met den staat in innig verband er
menwerking blijft,, waaraan een deel van de staatszorg
geheel kan worden overgelaten, die daarom door
staat niet, alleen wordt, beschermd maar te gelijk als voog
des erkenden van hare zijde weder den staat haar mach
tigen steun verleent. De Prinsen van Orleans daarentegen
vertegenwoordigen het constitutioneel Koningschap
Louis Philippe hem door het volk zelf opgedragen
der een staatsregeling door het volk vastgesteld en door den
Koning bezworen. Zoo kan dan ook een verzoening der
beide takken van het Huis van Bourbon nooit welgemeend
en oprecht zijn, nooit tot een practisch gevolg leiden, tenzij
één van beide zijn beginselen zijn politiek stelsel en daar
mede zijn reden van bestaan prijs geeft. Volkomen verklaar
baar is het daarom dat de Eransche legitimisten blijven
ontkennen, dat de Graaf van Chambord onlangs tijdens zijn
verblijf te Breda den Graaf van Parijs den wettigen erfge
naam zijner aanspraken op den Eransehen troon zou genoemd
hebben. De Graaf van Parijs zeggen zij stamt met
rechtstreeks af van Lodewijk XIV, maar van diens broe
der; hij kan dus eerst in aanmerking komen na de reclit-
streeksche afstammelingen des groot en Konings de Bou r
bons van SpanjeNapels en Parma thans nog vijftien in
getal, waarvan de eerste die den Graaf van Chambord in
zijn rechten zou moeten opvolgen niemand anders is dan
de pretendent van de Spaansche kroon don Carlos, altijd
wanner hij geen Koning van Spanje wordt, want de ver-
eeniging van beide kroonen op één hoofd zou in strijd zijn
met het vredestractaat van Utrecht. En nu moge het denk
beeld belachelijk schijnen, deze in Erankrijk onbekende,
vergeten personen te doen optreden als pretendenten van den
troon, dat belachelijke valt weg, wanneer men m aanmerking
neemt dat de persoon hier niets anders is dan de drager
van een politek stelselde banierdrager van een richting.
De Graaf van Parijs kan alleen dan de opvolger van den
Graaf van Chambord wordenwanneer hij de witte vlag
aanneemt; dan wordt hij de eandidaat der legitimisten, maar
op hetzelfde oogenblik verlaat hem zijn eigen party, waarvan
één der andere Prinsen van Orleans, Nemours, Joinviile of
Aumale, of één hunner zoons Jiet hoofd wordt, t Zijn uier
niet twee personen die elkander moeten verstaan, maar twee
beginselen die vcreenigd moeten worden, en die vereeniging
is onmogelijk.
Evenzoo blijft Napoleon altijd de begeerde persoon van
allen die aan bet Keizerrijk met zijn uiterlijken glans, zijn rijke
bezoldigingen, zijn verkwistende pracht en milde belooningen
om goede redenen gehecht, of door zijn glans verblind zijn.
Wat schaadt hetdat de gewezen Keizer ook de man van
Sedan is? Kan iemand altijd voorspoedig zijn? Heeft niet
Napoleon I zijn Waterloo gehad? En is wel de thans ge
bannen Keizer schuldig aan de nederlaag Hebben niet zijn
generaals hem bedrogen Heeft men hem niet misleid door
te verzekeren dat Frankrijk tot den oorlog gereed was? Ja.
heeft men lierp niet zijns ondanks tot den oorlog gedwongen?
Arme Keizer! Wat was Frankrijk groot en rijk en machtig
onder zijn bestuur Evenals na Waterloo liet Keizerrijk zich
hersteld beeft, zal bet ook na Sedan herrijzen, wraak nemen
over al onze vernederingen, onze verliezen herstellen, en door
nieuwe zegepralen en veroveringen ons al het nadeel met
rente op rente vergoeden. „Wraak over Waterloo" was de
kreet waaronder het tweede Keizerrijk verreesen eindelijk
Erankrijks schande uitwischte. Men had 35 jaren tijd gehad
om dit te doen raaar noch Bourbonnoch Orleans noch de
Republiek had het kunnen doen, noch zelfs durven be
proeven, Dat, kunnen zij ook thans niet, dat durven zij niet,
dat durft en kan alleen het Keizerrijken onder den kreet
„wraak over Sedan" zal het op nieuw verrijzen.
Zoo strijden niet zoozeer de pretendenten buiten Frank
rijk om den Eransehen troonmaar veel meer de verschillende
partijen in Erankrijk om de overwinning. Ondertusschen kan
de Republiek gehaudhaafd blijven niet, omdat zij zelve sterk
is door haar aanhangers, maar, zegt Thiers omdat, zij ons
het minst verdeelt. Toch kan er eigenlijk van een handha
ving der Republiek geen sprake zijnwant, de Republiek
bestaat nog niet als erkende regeeringsvorm van Frankrijk.
Zij is niets anders dan een voorloopige toestandde eenig
mogelijke na den val van het Keizerrijk, omdat geen der
pretendenten zich machtig genoeg gevoelde om den troon
te bezetten. De troon moest dus vooreerst ledig blijven staan, en
hoe kon dit anders dan door de Republiek aan te nemen
//Frankrijk i s een republiek," beteekent dus voor het oogenblik
niets anders dan de Eransche troon is onbezet,er bestaat
vacature, en er is nog geen benoeming gedaan. Zoolang
men het over den te benoemen persoon niet eens isduurt
die toestand voort, en dat kan zeer lang zijn. Intusschen
kan deze voorloopige toestand ook de blijvende worden, wan
neer men ziet,, dat hij al even goed is als een andere, en de
monarchale partijen blijven twisten, zonder dat eene van haar
belangrijke voordeelen behaalt. Daar tegenover staat, dat de
taak waartoe de Republiek is geroepen hoogst moeilijk en
voor Erankrijk pijnlijk en drukkend is. Begaat zij een groote
fout of verliest. Frankrijk het geduld, dan draagt, zij de
schuld en zal men het liever eens met een ander be-
W. v. d. K.
proeven.
vóór gestemdnadat de vroegere president-minister graaf Man-
teujfel daartoe het voorbeeld had gegeven.
Van verschillende zyden verzekert men, dat bij de onlangs
te Posen gedane huiszoekingen de bewijzen zijn gevonden
dat de Paus reeds eenigen tijd geledeu den aartsbisschop van
Posen en Gnesengraaf Ledochowskitot primaat van Polen
beeft benoemd. Zulks zou eene erkenning insluiten der staat
kundige eenheid van het onder drie mogendheden verdeelde
oude Polen. Tijdens het Keurkoningschap in dat Rijk voerde
de primaat bij ontstentenis van een Vorst het wereldlijk gezag.
De door den Keizer begenadigde fransche krijgsgevangenen,
die in de oostelijke provinciën geïnterneerd waren, zijn huis
waarts gereisd. Van de amnestie zijn alleen zij uitgesloten
die zich deze door slecht gedrag onwaardig hadden betoond.
Onder de adressen van instemmingdoor prins Bismarck
gedurende de debatten over de wet op het schooltoezicht
ontvangenis er een van 47 leden der badensche 2". Kamer,
waarvan verscheidene tevens lid van den duitschen Rijksdag
Bij keiz. besluit van den 5 is de oprichting te Kiel gelast
van eene academie ter opleiding van marine-officieren.
Te BerlijnLeipzigDresden en op verscheidene andere
plaatsen in Noord-Duitschland zijn den 6 schokken van aard
beving waargenomen.
Pruisen. Bij de verdediging in het Heerenhuis van
het wetsontwerp op het schooltoezichtheeft de minister
F alk doen uitkomendat de regeering tlians reeds
volgens eene beslissing van liet hoog gerechtshofhet
recht bezit om schoolopzieners te ontslaanmaar dat dit
recht niet voor alle provinciën hetzelfde is en de regeering
alzoo liever de kwestie door eene wet, tot oplossing wil bren
gen. Als voorbeeld van de noodzakelijkheid om sommige,
geestelijken het toezicht over de scholen te ontnemen, voerde
hij aan, dat een pastoor in de Rijnprovincie zijne gemeen
teleden aangespoord had om zich bij het plegen van hout
dieverijen niet te laten betrappenhet stelen van bout op
zich zelf keurde hij niet af, daar immers de Staat het bosch,
waarin de diefstallen gepleegd werden en dat, indertijd aan
een klooster had toebehoord, gestolen had. De regeering
had van den bisschop niet kunnen verkrijgendat deze pas
toor verplaatst werd, Maar moesten de scholen niet aan den
invloed van dergelijke geestelijken onttrokken worden
Prins Bismarck deelde, om te bewijzen hoe weinig gewicht
moest worden gehecht aan de tegen het ontwerp ingekomen
adressen mededat uit de bij den kanunnik v. Kozmian te
Posen gevonden brieven van een bisschop en van een lid
der catholieke centrumsfraetie gebleken washoe het zenden
van adressen op bevel geschiedt en hoe die adressen naar
goedvinden kunnen besteld of afgezegd worden. Zoo was
in den brief van den bisschop aanbevolen'om niet langer
adressen ten gunste van 's Pausen wereldlijke macht aan den
Rijksdag, maar met geregelde tusschenpoozen aan de duitsche
Vorsten te zendeuopdat deze, mochten eenmaal de catho
lieke mogendheden ten gunste van den Paus tusschenbeide
komen, liet niet zouden wagen zich daartegen te verzetten.
Den 8 is het, ontwerp in zijn geheel met 125 tegen 76
st aangenomen, nadat al de artikelen waren goedgekeurd
zooals zij in het Huis van Afgevaardigden waren vastgesteld,
en het eerste artikel van het door de commissie van het
Heerenhuis geamendeerde ontwerp met 126 tegen 75 st. ver
worpen was. ,-tii
Men herinnert zich zoo talrijke opkomst der leden niet.
Een der ultra-conservatieve sprekers tegen het ontwerp de
heer Senfft o. Pilsachtoonde dan ook zijn wrevel over „de
vele heeren, die bij volstrekt niet kende en die gekomen waren
om teven de oude arbeidzame leden van bet Huis te stemmen."
Van de 16 poolsche leden waren 11 aanwezig, die alle tegen
gestemd hadden. Vele gematigd-conservatievendie
aanvankelijk bij de tegenstanders geschaard hadden
zich
hebben
zyn.
Beieren. De officieren keuren het af, dat bij de nieuwe
leger-organisatie de pruisische rangnamen zijn ingevoerd. Ter
wille eener wenschelijke gelijkvormigheid achten zij de zuid-
duit.sche namen beter, en noemen b.v. „ober"- en „unter"-
lieutenant beter duitsch dan het pruisische „premier"- en
„seconde"-lieutenant.
Baden. De 2e Kamer heeft, met instemming der regeering,
een wetsvoorstel aangenomenwaarbij aan de leden van gods
dienstige orden en broederschappen het in het openbaar lee-
renen aan leden van godsdienstige ordenwelke zonder
goedkeuring van den Staat zijn ingevoerd ook het houden
van missiën en het uitoefenen der zielverzorging verboden
wordt.
Elzas-Lotharingen. De vrijmetselaars-loge te Mulhausen
heeft van de cjuitsche overheid aanzegging bekomendat de
vrijmetselaren in den ElzaS hunne betrekkingen met het Groot-
Oosten van Frankrijk moeten af breken. De loge heeft hier
tegen bij den prefect te Colmar geprotesteerdop grond
dat de vrijmetselarij een universeel genootschap is, 't welk
zich noch met politiek noch met godsdienst inlaaten dat
tot dus ver door verschillende gouvernementen den eed van
trouw, indertijd door leden aan het Groot-Oosten van Erank
rijk afgelegd, geëertiedigd is.
Een der leden van den Algemeenen Raad van de Eure
de heer Lambert, heeft in het Journal de Rouen geprotesteerd
tegen de door de meeste leden van dien Raad in het proces
van den heer Janvier de Lamolte gehuldigde beginselen omtrent
de overschrijvingen en de fictieve mandaten. De prefect
der Seine heeft bij de discussie in den parijschen gemeen
teraad over eene met opzicht tot, de stedelijke comptabiliteit
gepleegde onregelmatigheid, verklaard, dat deswege ëen streng
onderzoek zal worden ingeste'd en dat hij elke onregelma
tigheid, door zijne onderlioorigeu op het stuk der overschrij
vingen gepleegdgestreng zou straffen.
Voor het geding tegen de parijsche opstandelingen zyn
weder 3 nieuwe krijgsradende 24", 25s en 26e in functie
gesteld.
De commissie tot reorganisatie van het Legioen van Eer
heeft als beginsel aangenomendat de benoemingen zullen
worden gedaan door een Hoogen Raaduit leden van ver
schillende militaire burgerlijke rechterlijke en wetenschap
pelijke lichamen samengesteld, aan welken de ministers hunne
voordrachten zouden moeten aanbieden. Het maximum der
ridders zou bij uitsterving moeten worden teruggebracht op
25060, voor 1 burgers en voor militairen.
De prins en prinses v. Wales zijn op hunne reis naar
Nizza den 10 te Parijs aangekomen. Den 11 heeft de prins
den heer Thiers een bezoek gebracht en de zitting der Nat.
Vergadering bijgewoond.
Te Besanfon zijn maatregelen van voorzorg genomen ten
gevolge van verschijnselen van woelingenop de grenzen
aangestookt door de fransche uitgewekenen in Zwitserland.
Joseph Lemettredie in December door het hof van assises
in Pas de Calaiswegens bet plegen van minstens 5 moorden
18 diefstallen en 3 brandstichtingen ter dood veroordeeld is,
heeft den 5 in het stadje Marquise zijn vonnis ondergaan.
Hoewel het 's morgeus'te 6 uren voltrokken werd, waren
10- a 12000 toeschouwers tegenwoordig.
Het hoofd-comité „voor de vaderlandsche inschrijving der
fransche vrouwen" heeft met eenparige stemmen besloten om,
ofschoon de regeering verklaard heeftzich van alle recht-
streeksche inmenging in die nationale beweging te moeten
onthoudende aangevangen taak met meer kracht dan ooit
voorttezetten.
De 10 dagbladen, vervolgd wegens beleediging der com
missie van gratie, zijn alle vrijgesproken.
Nationale VergaderI&g. De commissie voor de wet
van den minister Lefranc tot het bestraffen van aanrandingen
der drukpers heeft art. 2, bepalende dat geschorste of opge
heven dagbladen in geene andere gemeente zullen mogen ver
schijnen, doen wegvallen en ook geschrapt de bepaling, dat
de strafwet van 1848 op „alle geschriften zal worden toe
gepast ten doel hebbende om eene omverwerping van liet
bestaande gouvernement uittelokken." Met deze en andere
wijzigingen wilde men doen uitkomen dat men het tegen
woordige gouvernement niet meer bescherming wil toezeggen
dan elk ander, 't welk de Kamer zou meenen te moeten
instellen. De heer Thiers is den 8 in de vergadering der
commissie verschenen om op het herstel van art. 2 aante
dringendaar anders de regeering tegen hare aanvallers
ongewapend bleef. In de wijziging van art. 1 zou hij
rustenmits daarin weder verwezen werd naar de wetten en
besluiten der Vergaderingwaarbij het tegenwoordige gou
vernement is geconstitueerd. Hij verlangde nietdat de
Vergadering de republiek eene schrede zou naderenmaar
alleen, dat zij geene schrede achterwaarts zou doen. Later
zijn dè commissie en het gouvernement het eens geworden
zoodanigdat geene verandering zou worden gebracht in
de redactie der commissiemaar de rapporteur Grivart in
zijn verslag recht zou doen wedervaren aan de tegenwoor
dige regeering.
Den 7 heeft de Vergadering zich vereenigd met de conclusie
der commissie tot afwijzing van het voorstel van den parijschen
radicalen Afgevaardigde Jean Brunetstrekkende tot het
oprichten van een ,7ej#s-tempel binnen Parijs, ten bewijze
dat het door ongeloof gevallen Frankrijk zich weder aan de
dienst van den Heiland der wereld wilde wijden.
Het wetsontwerp tegen de Internationale is den 6 en 7
verdedigd door den heer Depeyreden 7 bestreden door de
socialistische Afgevaardigden Corbon en Langlois. Den 8 heeft
de heer Beltauld een door hem ingediend tegen-ontwerp toe
gelicht. Van verschillende zijden werd op het sluiten der
algemeene discussiën aangedrongen. De rapporteur Sacaze
kondigde daarop de indiening aan van een tegenontwerp der
heeren Grévy en Marcel Barthewaarvan de commissie nog
geene kennis had kunnen nemen. De Kamer heeft toen be
sloten de discussie uittestellen.
Den 9 heeft de heer Guiraud de regeering geïnterpelleerd
over het ontslag van den heer Pouyer-Quertier, zonder even
wel diens naam te noemen of van zijne te Rouaan afgelegde
verklaringen te reppen. Veeleer viel bij bet gouvernement
hevig aan en inzonderheid den heer Thiersdie de partijen
verder dan ooit van elkander verwijderd en republiek zoowel
als monarchie onmogelijk zou gemaakt hebben. De afgetreden
minister nam bet woord niet om de interpellatie te beant
woorden, maar om zich zeiven te verdedigen. Hij verklaarde
dat zijne woorden slecht waren weergegeven; hij had de
gefingeerde mandaten nadrukkelijk veroordeeld en zijn ontslag
genomen omdat hij het oneens was met zijne ambtgenooten,
die er bij bleven volharden de 213.000 fr. te vorderen,
waarvan hij als lid van den Alg. Raad der Eure, indertijd
de rekening had zien goedkeuren. Spr. herinnerdedat hij
bij zijn optreden de schatkist ledig gevondenmaar sedert
het crediet des lands hersteld en voor 6 miljards aan de
pruisische vergoeding van oorlogskosten en aan eigene oor
logskosten betaald bad. De heer Casimir Périer zette de
verkeerdheden van het flnanciëele stelsel van den heer Pouyer-
Quertier uiteen, herinnerde de feiten welke de vervolging van
Janvier de Ia Motte noodzakelijk hadden gemaakt, en nam
er acte van dat diens flnanciëele practijken ook door den
heer Quertier veroordeeld werden. De minister Dufaure ver
klaarde dat de regeering het ontslag van den heer Quertier
betreurdemaar niet mocht doen geloovendat zij eene
practijk goedkeurdewelke eene omkeering van alle flnan
ciëele voorschriften wezen zou.
Den 11 is, na eene omstuimige discussie, op voorste] van
den genl. Changarnier en met instemming der commissie, en
onder levendig verzet der linkerzijdeovergegaan tot de
orde van den dag omtrent het voorstel-Ducrot om, wegens
beleediging der commissie van gratie aangedaaneene gerech
telijke vervolging intestellen tegen den Afgevaardigde Rouvier,
en eene gisping uittespreken vap den Afgevaardigde PLefranc.
Bedoelde Afgevaardigden protesteerden te vergeefs tegen deze
als „amnestie der verachting" aangemerkte motie, en gaven
den voorkeur aan de conclusie der commissie. De wet tot
het verleenen van een pensioen aan de weduwen der genls.
Lecomte en Thomas werd bij derde lezing aangenomen.
In eene den 6 te Londen gehouden vergadering van de
fransche Trans-atlantisehe Telegraafkabel-maatschappij is
machtiging verieend tot het leggen van een nieuwen kabelen,
ter verkrijging der daartoe vereischte fondsentot het uit
geven van 20000 nieuwe aandeelen van 20, en van schuld
brieven tot een bedrag van hoogstens 500,000.
Men rekent, dat het Tichborne-proces den verweerders
100000 gekost heeft. Het fortuin waarom het te doen
was, afkomstig van den waarschijnlijk in 1854, bij het ver
gaan der Bella niet ver van de z.americaansche kustom
gekomen Rocher Tichborne, en thans door den minderjarigen
zoon van zijn in 1866 overleden broeder Alfred bezeten,
is eebter reusachtig groot. De ei'scher, Thomas Castro, was
in Australië in kennis geraakt met 2 bedienden der familie,
door de moeder van Roger uitgezonden om hem zoo mogelijk
optesporen. Hij gaf voor, de van de schipbreuk geredde zoon
te zijn, kwam in 1S66 in Engeland, werd door de moeder
als haar zoon beschouwd en zettena haar overlijden het
proces op touwdat met zijne ontmaskering en gevangen
neming geëindigd is.
De prins en prinses v. Wales hebben den 9 de reis naar
het vasteland aanvaard.
Lagerhuis. Den 7 is de lager-onderwijs-wet voor Schot
land voor de tweede maal gelezennadat eene motie van den
heer Auberon Herbertinhoudende dat de schoolbelasting
noch rechtstreeks noch zijdelings voor godsdienst-onderwijs
mag worden besteed, met 238 tegen 6 st. verworpen was.
Den 9 heeft de secretaris-generaal van buit. zaken, in ant
woord op eene interpellatiegezegd.dat een 60- a 70tal
christenen uit dorpen in de nabijheid van Nagasaki opge
licht en naar verschillende plaatsen vervoerd zijn, zonder
echter wreedheden te ondergaan. De japansche regeering
had haar leedwezen over het gebeurde te kennen gegeven
en het instellen eener enquête toegezegd.
Den 11 is het amendement van den heer Holms op de be
grooting van oorlogstrekkende tot vermindering van het
leger met 20000 man, met 234 tegen 63, en een van den
heer Muntztot vermindering met 1.0000 man, met 216
tegen 67 st. verworpen.
Oostenrijk. Het bestuur der oud-catholieke gemeente te
Weenen heeft een manifest uitgevaardigd, tot protest tegen de
circulaire van den minister van eeredienst, en doet daarm uitko
men dat niet de oud-catholieken den oorlog aan het recht
en de constitutie verklaard hebbenniet voor verwerpelijk
houden wat de wettige overheden bevelen en niet streven
om den Staat aan de Kerk te onderwerpen.
Het Huis der Afgevaardigden heeft de begrooting voor
1872 aangenomen. Inkomsten cn uitgaven zijn op 353J
miljoen geraamd.