No. 11. Vierënzeventigste Jaargang 1872, Z O N 1) G 17 MAART. Politick ©octrstcht. )1k S£lckclijkscl« ficrtchtctt ■)iii(srhland frankrijk. Groot IBi'ittanje en Ierland. OosicnrlJk-Hongai'iie. A L k M A A It S (1 11 C tl A A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,65, franco per post 1 O,HO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. //Eens burgemeester altijd burgemeester" schijnt een oud Hollandsch spreekwoord, afkomstig uit den tijd toen de vroed schappen der steden de Koningen waren van het republikein- sche Holland, den tijd toen het bekende vrouwtje te Broek in Waterland de opmerkingdat zij toch van een Czaar van Rusland niet eischen kon zijn schoenen uit te trekken voor hij den drempel harer woning overschreedbeantwoordde met de alles afdoende woordenal was hij de burgemeester van Amsterdamzijn schoenen zal hij uittrekkenden tijd toen een octrooi van de Staten van Holland tot het hou den van een loterij wel gold binnen de geheele provincie maar soms jaren moest wachten op de //bevestiging" van de Vroedschap van Amsterdam, om ook binnen diejstad het ge- wenschte gevolg te kunnen hebben. Als het spreekwoord er niet was, zou het zeker thans niet ontstaan; want, van den vroe- geren glans van het ambt is weinig meer dan een flauwe schemering overgebleven en zelfs gewezen burgemeesters van Amsterdam wandelen tegenwoordig rond als gewone sterve lingen, zonder navonkeling van majesteit. Auders is hetmet den vorstenrang. De Kroon schijnt, in de oogen der volken een glans na te latenook om het hoofd dat baar reeds lang heeft verlorenzelfs om het hoofd van hem die er nooit een gedragen heeft, maar wiens grootvader of overgrootvader eens zoo gelukkig was. Onverklaarbaar' is dit niet. De lotgevallen van sommige vorstengeslachten zijn nauw verbonden met die van hetvo waarover zij geheerscht hebben of nog heerschen. Ook de sterkste tegenstander van het stelsel dat, eenmaal door Lo dewijk XIV zoo kort en krachtig werd uitgedrukt in de woordenVétat c'est mot, kan het feit niet loochenen, dat, er een tijd is geweest toen die woorden den bestaanden toe stand vrij juist, omschreven. En wat de overgroote meer derheid onder onze eigen tijdgenooten van de geschiedenis weet, wat is het anders dan de geschiedenis der vorsten wan neer zij geboren werden en stierven, boe en wanneer zij aan de regeering kwamen, welke oorlogen zij voerden, welke veldslagen zij wonnen of verloren, welke vredestrac- taten zij sloten hoe de regeering uit bet eene stamhuis in bet andere overging etc.? Wanneer er van zekeren vorst wordt vermeld dat hij zeer vredelievend waswordt er niet zelden bijgevoegd, dat er daarom onder zijn regeering //niet veel bijzonders" gebeurde; wat op den jeugdigen lezer ongeveer den nadruk maakt,dat ook die vorst //met veel bijzonders" was, een goede sukkel misschien, maar toch een onbeduidend mensch. En al worden nu ook de namen van groote veldheeren en vlootvoogden niet vergeten, al worden in 't voorbijgaan zelfs de namen van groote mannen op an der "ebied genoemd, de vorst blijft toch altijd de zou waarom zich Cal die planeten met haar wachters bewegen, liet middel punt in den kringwant, dat alles gebeurde onder zijn geering, en wordt op de eene of andere manier aan zijn naam vastgeknoopt of met zijn persoon in verband gebracht Toch schijnt de afstamming van den troon met voldoende om de telgen van een vorstenhuis tot belangrijke personen te maken, wanneer zij niet te gelijk een stelsel vertegenwoor- digen. een staatkundige richting verpersoonlijken. .Dat de Graaf van Chambord voor de legitimisten de eigenlijke Koning van ErankrijkHendrik. Y is, steunt ontegenzeg gelijk minder op zijn afstamming van Lodewijk XIV dan op zijn politieke en godsdienstige beginselen. Hij vertegen woordigt, het oude Eransche Koningschap bij de gratie Gods, den oppermaebtigen Monarch, wiens macht slechts beperking vindt in sommige bepaaldedoor hem zeiven verleende ot erkende rechten des volks, of liever voorrechten, P r 1 t" 1 e g i n, zoovele uitzonderingen op zijn vorstelijk gezag dat overigens regel blijft. Hij vertegenwoordigt daarenboven, zoo niet de staatskerk, dan toch de begunstigde, alleen - kende kerk, die met den staat in innig verband er menwerking blijft,, waaraan een deel van de staatszorg geheel kan worden overgelaten, die daarom door staat niet, alleen wordt, beschermd maar te gelijk als voog des erkenden van hare zijde weder den staat haar mach tigen steun verleent. De Prinsen van Orleans daarentegen vertegenwoordigen het constitutioneel Koningschap Louis Philippe hem door het volk zelf opgedragen der een staatsregeling door het volk vastgesteld en door den Koning bezworen. Zoo kan dan ook een verzoening der beide takken van het Huis van Bourbon nooit welgemeend en oprecht zijn, nooit tot een practisch gevolg leiden, tenzij één van beide zijn beginselen zijn politiek stelsel en daar mede zijn reden van bestaan prijs geeft. Volkomen verklaar baar is het daarom dat de Eransche legitimisten blijven ontkennen, dat de Graaf van Chambord onlangs tijdens zijn verblijf te Breda den Graaf van Parijs den wettigen erfge naam zijner aanspraken op den Eransehen troon zou genoemd hebben. De Graaf van Parijs zeggen zij stamt met rechtstreeks af van Lodewijk XIV, maar van diens broe der; hij kan dus eerst in aanmerking komen na de reclit- streeksche afstammelingen des groot en Konings de Bou r bons van SpanjeNapels en Parma thans nog vijftien in getal, waarvan de eerste die den Graaf van Chambord in zijn rechten zou moeten opvolgen niemand anders is dan de pretendent van de Spaansche kroon don Carlos, altijd wanner hij geen Koning van Spanje wordt, want de ver- eeniging van beide kroonen op één hoofd zou in strijd zijn met het vredestractaat van Utrecht. En nu moge het denk beeld belachelijk schijnen, deze in Erankrijk onbekende, vergeten personen te doen optreden als pretendenten van den troon, dat belachelijke valt weg, wanneer men m aanmerking neemt dat de persoon hier niets anders is dan de drager van een politek stelselde banierdrager van een richting. De Graaf van Parijs kan alleen dan de opvolger van den Graaf van Chambord wordenwanneer hij de witte vlag aanneemt; dan wordt hij de eandidaat der legitimisten, maar op hetzelfde oogenblik verlaat hem zijn eigen party, waarvan één der andere Prinsen van Orleans, Nemours, Joinviile of Aumale, of één hunner zoons Jiet hoofd wordt, t Zijn uier niet twee personen die elkander moeten verstaan, maar twee beginselen die vcreenigd moeten worden, en die vereeniging is onmogelijk. Evenzoo blijft Napoleon altijd de begeerde persoon van allen die aan bet Keizerrijk met zijn uiterlijken glans, zijn rijke bezoldigingen, zijn verkwistende pracht en milde belooningen om goede redenen gehecht, of door zijn glans verblind zijn. Wat schaadt hetdat de gewezen Keizer ook de man van Sedan is? Kan iemand altijd voorspoedig zijn? Heeft niet Napoleon I zijn Waterloo gehad? En is wel de thans ge bannen Keizer schuldig aan de nederlaag Hebben niet zijn generaals hem bedrogen Heeft men hem niet misleid door te verzekeren dat Frankrijk tot den oorlog gereed was? Ja. heeft men lierp niet zijns ondanks tot den oorlog gedwongen? Arme Keizer! Wat was Frankrijk groot en rijk en machtig onder zijn bestuur Evenals na Waterloo liet Keizerrijk zich hersteld beeft, zal bet ook na Sedan herrijzen, wraak nemen over al onze vernederingen, onze verliezen herstellen, en door nieuwe zegepralen en veroveringen ons al het nadeel met rente op rente vergoeden. „Wraak over Waterloo" was de kreet waaronder het tweede Keizerrijk verreesen eindelijk Erankrijks schande uitwischte. Men had 35 jaren tijd gehad om dit te doen raaar noch Bourbonnoch Orleans noch de Republiek had het kunnen doen, noch zelfs durven be proeven, Dat, kunnen zij ook thans niet, dat durven zij niet, dat durft en kan alleen het Keizerrijken onder den kreet „wraak over Sedan" zal het op nieuw verrijzen. Zoo strijden niet zoozeer de pretendenten buiten Frank rijk om den Eransehen troonmaar veel meer de verschillende partijen in Erankrijk om de overwinning. Ondertusschen kan de Republiek gehaudhaafd blijven niet, omdat zij zelve sterk is door haar aanhangers, maar, zegt Thiers omdat, zij ons het minst verdeelt. Toch kan er eigenlijk van een handha ving der Republiek geen sprake zijnwant, de Republiek bestaat nog niet als erkende regeeringsvorm van Frankrijk. Zij is niets anders dan een voorloopige toestandde eenig mogelijke na den val van het Keizerrijk, omdat geen der pretendenten zich machtig genoeg gevoelde om den troon te bezetten. De troon moest dus vooreerst ledig blijven staan, en hoe kon dit anders dan door de Republiek aan te nemen //Frankrijk i s een republiek," beteekent dus voor het oogenblik niets anders dan de Eransche troon is onbezet,er bestaat vacature, en er is nog geen benoeming gedaan. Zoolang men het over den te benoemen persoon niet eens isduurt die toestand voort, en dat kan zeer lang zijn. Intusschen kan deze voorloopige toestand ook de blijvende worden, wan neer men ziet,, dat hij al even goed is als een andere, en de monarchale partijen blijven twisten, zonder dat eene van haar belangrijke voordeelen behaalt. Daar tegenover staat, dat de taak waartoe de Republiek is geroepen hoogst moeilijk en voor Erankrijk pijnlijk en drukkend is. Begaat zij een groote fout of verliest. Frankrijk het geduld, dan draagt, zij de schuld en zal men het liever eens met een ander be- W. v. d. K. proeven. vóór gestemdnadat de vroegere president-minister graaf Man- teujfel daartoe het voorbeeld had gegeven. Van verschillende zyden verzekert men, dat bij de onlangs te Posen gedane huiszoekingen de bewijzen zijn gevonden dat de Paus reeds eenigen tijd geledeu den aartsbisschop van Posen en Gnesengraaf Ledochowskitot primaat van Polen beeft benoemd. Zulks zou eene erkenning insluiten der staat kundige eenheid van het onder drie mogendheden verdeelde oude Polen. Tijdens het Keurkoningschap in dat Rijk voerde de primaat bij ontstentenis van een Vorst het wereldlijk gezag. De door den Keizer begenadigde fransche krijgsgevangenen, die in de oostelijke provinciën geïnterneerd waren, zijn huis waarts gereisd. Van de amnestie zijn alleen zij uitgesloten die zich deze door slecht gedrag onwaardig hadden betoond. Onder de adressen van instemmingdoor prins Bismarck gedurende de debatten over de wet op het schooltoezicht ontvangenis er een van 47 leden der badensche 2". Kamer, waarvan verscheidene tevens lid van den duitschen Rijksdag Bij keiz. besluit van den 5 is de oprichting te Kiel gelast van eene academie ter opleiding van marine-officieren. Te BerlijnLeipzigDresden en op verscheidene andere plaatsen in Noord-Duitschland zijn den 6 schokken van aard beving waargenomen. Pruisen. Bij de verdediging in het Heerenhuis van het wetsontwerp op het schooltoezichtheeft de minister F alk doen uitkomendat de regeering tlians reeds volgens eene beslissing van liet hoog gerechtshofhet recht bezit om schoolopzieners te ontslaanmaar dat dit recht niet voor alle provinciën hetzelfde is en de regeering alzoo liever de kwestie door eene wet, tot oplossing wil bren gen. Als voorbeeld van de noodzakelijkheid om sommige, geestelijken het toezicht over de scholen te ontnemen, voerde hij aan, dat een pastoor in de Rijnprovincie zijne gemeen teleden aangespoord had om zich bij het plegen van hout dieverijen niet te laten betrappenhet stelen van bout op zich zelf keurde hij niet af, daar immers de Staat het bosch, waarin de diefstallen gepleegd werden en dat, indertijd aan een klooster had toebehoord, gestolen had. De regeering had van den bisschop niet kunnen verkrijgendat deze pas toor verplaatst werd, Maar moesten de scholen niet aan den invloed van dergelijke geestelijken onttrokken worden Prins Bismarck deelde, om te bewijzen hoe weinig gewicht moest worden gehecht aan de tegen het ontwerp ingekomen adressen mededat uit de bij den kanunnik v. Kozmian te Posen gevonden brieven van een bisschop en van een lid der catholieke centrumsfraetie gebleken washoe het zenden van adressen op bevel geschiedt en hoe die adressen naar goedvinden kunnen besteld of afgezegd worden. Zoo was in den brief van den bisschop aanbevolen'om niet langer adressen ten gunste van 's Pausen wereldlijke macht aan den Rijksdag, maar met geregelde tusschenpoozen aan de duitsche Vorsten te zendeuopdat deze, mochten eenmaal de catho lieke mogendheden ten gunste van den Paus tusschenbeide komen, liet niet zouden wagen zich daartegen te verzetten. Den 8 is het, ontwerp in zijn geheel met 125 tegen 76 st aangenomen, nadat al de artikelen waren goedgekeurd zooals zij in het Huis van Afgevaardigden waren vastgesteld, en het eerste artikel van het door de commissie van het Heerenhuis geamendeerde ontwerp met 126 tegen 75 st. ver worpen was. ,-tii Men herinnert zich zoo talrijke opkomst der leden niet. Een der ultra-conservatieve sprekers tegen het ontwerp de heer Senfft o. Pilsachtoonde dan ook zijn wrevel over „de vele heeren, die bij volstrekt niet kende en die gekomen waren om teven de oude arbeidzame leden van bet Huis te stemmen." Van de 16 poolsche leden waren 11 aanwezig, die alle tegen gestemd hadden. Vele gematigd-conservatievendie aanvankelijk bij de tegenstanders geschaard hadden zich hebben zyn. Beieren. De officieren keuren het af, dat bij de nieuwe leger-organisatie de pruisische rangnamen zijn ingevoerd. Ter wille eener wenschelijke gelijkvormigheid achten zij de zuid- duit.sche namen beter, en noemen b.v. „ober"- en „unter"- lieutenant beter duitsch dan het pruisische „premier"- en „seconde"-lieutenant. Baden. De 2e Kamer heeft, met instemming der regeering, een wetsvoorstel aangenomenwaarbij aan de leden van gods dienstige orden en broederschappen het in het openbaar lee- renen aan leden van godsdienstige ordenwelke zonder goedkeuring van den Staat zijn ingevoerd ook het houden van missiën en het uitoefenen der zielverzorging verboden wordt. Elzas-Lotharingen. De vrijmetselaars-loge te Mulhausen heeft van de cjuitsche overheid aanzegging bekomendat de vrijmetselaren in den ElzaS hunne betrekkingen met het Groot- Oosten van Frankrijk moeten af breken. De loge heeft hier tegen bij den prefect te Colmar geprotesteerdop grond dat de vrijmetselarij een universeel genootschap is, 't welk zich noch met politiek noch met godsdienst inlaaten dat tot dus ver door verschillende gouvernementen den eed van trouw, indertijd door leden aan het Groot-Oosten van Erank rijk afgelegd, geëertiedigd is. Een der leden van den Algemeenen Raad van de Eure de heer Lambert, heeft in het Journal de Rouen geprotesteerd tegen de door de meeste leden van dien Raad in het proces van den heer Janvier de Lamolte gehuldigde beginselen omtrent de overschrijvingen en de fictieve mandaten. De prefect der Seine heeft bij de discussie in den parijschen gemeen teraad over eene met opzicht tot, de stedelijke comptabiliteit gepleegde onregelmatigheid, verklaard, dat deswege ëen streng onderzoek zal worden ingeste'd en dat hij elke onregelma tigheid, door zijne onderlioorigeu op het stuk der overschrij vingen gepleegdgestreng zou straffen. Voor het geding tegen de parijsche opstandelingen zyn weder 3 nieuwe krijgsradende 24", 25s en 26e in functie gesteld. De commissie tot reorganisatie van het Legioen van Eer heeft als beginsel aangenomendat de benoemingen zullen worden gedaan door een Hoogen Raaduit leden van ver schillende militaire burgerlijke rechterlijke en wetenschap pelijke lichamen samengesteld, aan welken de ministers hunne voordrachten zouden moeten aanbieden. Het maximum der ridders zou bij uitsterving moeten worden teruggebracht op 25060, voor 1 burgers en voor militairen. De prins en prinses v. Wales zijn op hunne reis naar Nizza den 10 te Parijs aangekomen. Den 11 heeft de prins den heer Thiers een bezoek gebracht en de zitting der Nat. Vergadering bijgewoond. Te Besanfon zijn maatregelen van voorzorg genomen ten gevolge van verschijnselen van woelingenop de grenzen aangestookt door de fransche uitgewekenen in Zwitserland. Joseph Lemettredie in December door het hof van assises in Pas de Calaiswegens bet plegen van minstens 5 moorden 18 diefstallen en 3 brandstichtingen ter dood veroordeeld is, heeft den 5 in het stadje Marquise zijn vonnis ondergaan. Hoewel het 's morgeus'te 6 uren voltrokken werd, waren 10- a 12000 toeschouwers tegenwoordig. Het hoofd-comité „voor de vaderlandsche inschrijving der fransche vrouwen" heeft met eenparige stemmen besloten om, ofschoon de regeering verklaard heeftzich van alle recht- streeksche inmenging in die nationale beweging te moeten onthoudende aangevangen taak met meer kracht dan ooit voorttezetten. De 10 dagbladen, vervolgd wegens beleediging der com missie van gratie, zijn alle vrijgesproken. Nationale VergaderI&g. De commissie voor de wet van den minister Lefranc tot het bestraffen van aanrandingen der drukpers heeft art. 2, bepalende dat geschorste of opge heven dagbladen in geene andere gemeente zullen mogen ver schijnen, doen wegvallen en ook geschrapt de bepaling, dat de strafwet van 1848 op „alle geschriften zal worden toe gepast ten doel hebbende om eene omverwerping van liet bestaande gouvernement uittelokken." Met deze en andere wijzigingen wilde men doen uitkomen dat men het tegen woordige gouvernement niet meer bescherming wil toezeggen dan elk ander, 't welk de Kamer zou meenen te moeten instellen. De heer Thiers is den 8 in de vergadering der commissie verschenen om op het herstel van art. 2 aante dringendaar anders de regeering tegen hare aanvallers ongewapend bleef. In de wijziging van art. 1 zou hij rustenmits daarin weder verwezen werd naar de wetten en besluiten der Vergaderingwaarbij het tegenwoordige gou vernement is geconstitueerd. Hij verlangde nietdat de Vergadering de republiek eene schrede zou naderenmaar alleen, dat zij geene schrede achterwaarts zou doen. Later zijn dè commissie en het gouvernement het eens geworden zoodanigdat geene verandering zou worden gebracht in de redactie der commissiemaar de rapporteur Grivart in zijn verslag recht zou doen wedervaren aan de tegenwoor dige regeering. Den 7 heeft de Vergadering zich vereenigd met de conclusie der commissie tot afwijzing van het voorstel van den parijschen radicalen Afgevaardigde Jean Brunetstrekkende tot het oprichten van een ,7ej#s-tempel binnen Parijs, ten bewijze dat het door ongeloof gevallen Frankrijk zich weder aan de dienst van den Heiland der wereld wilde wijden. Het wetsontwerp tegen de Internationale is den 6 en 7 verdedigd door den heer Depeyreden 7 bestreden door de socialistische Afgevaardigden Corbon en Langlois. Den 8 heeft de heer Beltauld een door hem ingediend tegen-ontwerp toe gelicht. Van verschillende zijden werd op het sluiten der algemeene discussiën aangedrongen. De rapporteur Sacaze kondigde daarop de indiening aan van een tegenontwerp der heeren Grévy en Marcel Barthewaarvan de commissie nog geene kennis had kunnen nemen. De Kamer heeft toen be sloten de discussie uittestellen. Den 9 heeft de heer Guiraud de regeering geïnterpelleerd over het ontslag van den heer Pouyer-Quertier, zonder even wel diens naam te noemen of van zijne te Rouaan afgelegde verklaringen te reppen. Veeleer viel bij bet gouvernement hevig aan en inzonderheid den heer Thiersdie de partijen verder dan ooit van elkander verwijderd en republiek zoowel als monarchie onmogelijk zou gemaakt hebben. De afgetreden minister nam bet woord niet om de interpellatie te beant woorden, maar om zich zeiven te verdedigen. Hij verklaarde dat zijne woorden slecht waren weergegeven; hij had de gefingeerde mandaten nadrukkelijk veroordeeld en zijn ontslag genomen omdat hij het oneens was met zijne ambtgenooten, die er bij bleven volharden de 213.000 fr. te vorderen, waarvan hij als lid van den Alg. Raad der Eure, indertijd de rekening had zien goedkeuren. Spr. herinnerdedat hij bij zijn optreden de schatkist ledig gevondenmaar sedert het crediet des lands hersteld en voor 6 miljards aan de pruisische vergoeding van oorlogskosten en aan eigene oor logskosten betaald bad. De heer Casimir Périer zette de verkeerdheden van het flnanciëele stelsel van den heer Pouyer- Quertier uiteen, herinnerde de feiten welke de vervolging van Janvier de Ia Motte noodzakelijk hadden gemaakt, en nam er acte van dat diens flnanciëele practijken ook door den heer Quertier veroordeeld werden. De minister Dufaure ver klaarde dat de regeering het ontslag van den heer Quertier betreurdemaar niet mocht doen geloovendat zij eene practijk goedkeurdewelke eene omkeering van alle flnan ciëele voorschriften wezen zou. Den 11 is, na eene omstuimige discussie, op voorste] van den genl. Changarnier en met instemming der commissie, en onder levendig verzet der linkerzijdeovergegaan tot de orde van den dag omtrent het voorstel-Ducrot om, wegens beleediging der commissie van gratie aangedaaneene gerech telijke vervolging intestellen tegen den Afgevaardigde Rouvier, en eene gisping uittespreken vap den Afgevaardigde PLefranc. Bedoelde Afgevaardigden protesteerden te vergeefs tegen deze als „amnestie der verachting" aangemerkte motie, en gaven den voorkeur aan de conclusie der commissie. De wet tot het verleenen van een pensioen aan de weduwen der genls. Lecomte en Thomas werd bij derde lezing aangenomen. In eene den 6 te Londen gehouden vergadering van de fransche Trans-atlantisehe Telegraafkabel-maatschappij is machtiging verieend tot het leggen van een nieuwen kabelen, ter verkrijging der daartoe vereischte fondsentot het uit geven van 20000 nieuwe aandeelen van 20, en van schuld brieven tot een bedrag van hoogstens 500,000. Men rekent, dat het Tichborne-proces den verweerders 100000 gekost heeft. Het fortuin waarom het te doen was, afkomstig van den waarschijnlijk in 1854, bij het ver gaan der Bella niet ver van de z.americaansche kustom gekomen Rocher Tichborne, en thans door den minderjarigen zoon van zijn in 1866 overleden broeder Alfred bezeten, is eebter reusachtig groot. De ei'scher, Thomas Castro, was in Australië in kennis geraakt met 2 bedienden der familie, door de moeder van Roger uitgezonden om hem zoo mogelijk optesporen. Hij gaf voor, de van de schipbreuk geredde zoon te zijn, kwam in 1S66 in Engeland, werd door de moeder als haar zoon beschouwd en zettena haar overlijden het proces op touwdat met zijne ontmaskering en gevangen neming geëindigd is. De prins en prinses v. Wales hebben den 9 de reis naar het vasteland aanvaard. Lagerhuis. Den 7 is de lager-onderwijs-wet voor Schot land voor de tweede maal gelezennadat eene motie van den heer Auberon Herbertinhoudende dat de schoolbelasting noch rechtstreeks noch zijdelings voor godsdienst-onderwijs mag worden besteed, met 238 tegen 6 st. verworpen was. Den 9 heeft de secretaris-generaal van buit. zaken, in ant woord op eene interpellatiegezegd.dat een 60- a 70tal christenen uit dorpen in de nabijheid van Nagasaki opge licht en naar verschillende plaatsen vervoerd zijn, zonder echter wreedheden te ondergaan. De japansche regeering had haar leedwezen over het gebeurde te kennen gegeven en het instellen eener enquête toegezegd. Den 11 is het amendement van den heer Holms op de be grooting van oorlogstrekkende tot vermindering van het leger met 20000 man, met 234 tegen 63, en een van den heer Muntztot vermindering met 1.0000 man, met 216 tegen 67 st. verworpen. Oostenrijk. Het bestuur der oud-catholieke gemeente te Weenen heeft een manifest uitgevaardigd, tot protest tegen de circulaire van den minister van eeredienst, en doet daarm uitko men dat niet de oud-catholieken den oorlog aan het recht en de constitutie verklaard hebbenniet voor verwerpelijk houden wat de wettige overheden bevelen en niet streven om den Staat aan de Kerk te onderwerpen. Het Huis der Afgevaardigden heeft de begrooting voor 1872 aangenomen. Inkomsten cn uitgaven zijn op 353J miljoen geraamd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1872 | | pagina 1