rsi No. 19. Vier enz even tig si e Jaargang. 1872. ZONDAG 12 m e i. In tie crisis. ©Wcfcclijfcschc Berichten. Riiitschlanri ReBgie. Frankrijk. A L k M A tl A A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,Ca, franco per post t O,HO, afzonderlijke nommers S Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTEU ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Aan de belanghebbende Miliciens wordt kennis gegeven dat de PASPOORTEN der ligting van 1867, ter gemeente secretarie kunnen worden afgehaald. DE H.H. VEEHOUDERS EN WEIDERS worden uitgenoodigd ter bijwoning eener vergadering, welke op e. k. Woensdag 15 Mei, des voormiddags ten elf ure, zal gehouden worden in het lokaal Harmonie van den heer Ver vloei alhier ten einde te bespreken de maatregelendie kunnen leiden om door het aanbieden van premiën als ander zins den aanvoer van vette koeijen ter veemarkt alhier te bevorderen, tot welk einde de gemeenteraad f 500,be schikbaar heeft gesteld. He Kamer van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar, Alkmaar, T. L. KOORN. Vice-President. 10 Mei 1872. J. P. KRAAKMAN, Secretaris. Voor iemand die, wat de hoofdpunten betreftingenomen was met het wetsontwerp van den Minister Blussé tot invoe ring eener algemeene belasting op de inkomsten ter vervanging van het recht van patent en van de accijnsen op het ge lacht en de zeepis de verwerping dier wet op zich zelf een teleurstelling. Hij betreurt het dat de meerderheid der Tweede Kamer haar niet heeft gesteundhij geeft de hoop op belastinghervorming in de eerste jaren geheel verloren want hij is het geheel eens met de woorden waarmee de Minister de algemeene beraadslaging sloot: "Wat ik nog niet verkregen achteen meerderheid voor een bepaald plan." Maar de gevolgen van het verwerpen der wet. zijn van nog ernstiger aard. Niet alleen de Minister van Financiën, maar het geheele Ministerie heeft zijn ontslag gevraagd. vraag achterwege: is het u daarmee, wel ernst'' In't bijzonder was dit, met. de voorgestelde inkomstenbelasting het geval. Ve len onder de liberalen schenen moeilijk te kunnen gelooven, dat de Mini'ter een ernstig gemeende poging tot hervorming van ons belastingstelsel bedoeldeen dat, de indiening van zijn wetsontwerp niet alleen voor de leus was geschied. Men stelde zich den Minister van Financi n gewoonlijk voor als zoekende naar een geschikte gelegenheid om dit wetsontwerp niet in beraadslaging te brengen of hef, in te trekken. Waarom Zijn houding bij de behandeling in de secties en m de openbare zitting geeft daarvan geen blijk. Het hoofd van het Kabinet had de verbetering onzer weerbaar- lieid in verband gebracht met de belastinghervorming. Men kan over dit „eminente hoofd" verschillend denkenmeer of min sterk unit, hem ingenomen zijn zijn houding tegen over andere liberale Ministeries goed- of afkeuren; maar heeft, hij ooit, reden gegeven tot, het vermoedendat het. hem geen ernst was met gewichtige maatregelen die door een Ministeriewaarvan hij lid waswerden voorgesteld De belastinghervorming stond op het ministerieel program ma. Was het te denken dat men na de verwerping van dit ontwerp, na de verwerping van het, amendement van den heer Tak, na de verwerping van de motie van den heer van Akerlaken om dit amendement naar de afdeelingen te zep- den ten einde ten nauwkeurig onderzoek te doen naar de verdiensten en bezwaren van beiderlei stelsel, het Engelsche en het Pruisischeen het voor en tegen van het een en het ander te wikken en te wegen, was het, te denken, kon men ver wachten. dat het Ministerie nou eens zou trachten een ander plan te maken? Maar de belastinghervorming stond niet op zich zelve. "In een staat van ontwikkeling zei de heer Idzeupa, en de Minister hem na is geen inkrimping van uitgaven denkbaar." Om van openbare werken en onderwijs rua ir niet te spreken heeft de Minister gewezen Op de nood zakelijke verhooging van de jaarwedden der ambtenaren en op de verdediging, met de belastinghervorming en in verband men. De Mi- Denkt iemand, Dat behoefde niet,wordt door liberale tegenstanders van de inkomstenbelasting, of althans van dit wetsontwerp, op- j daarmee in bet. ministerieel programma opgenomen, gemerkt. Zelfs beweert men, dat de heer Blussé niet, be- nister had inderdaad wel recht om te vragen: "Denk hoefde af te treden, verklaringen van hun stem een politieke beteekenis zou worden gegeven hoefde hij misschien niet af te treden; hij had kunnen [kiezen voor dit, of dat stelsel, voor het eene of het andere aanblijven; maar de vraag is, of een Minister, wanneer hij j plan. zal ieder, die in ernst verbetering van onze verdedig- slechts kan aanblijven, wanneer hij niot bepaald op parle-baarheid begeert,, niet maar eens een kleine wijziging, een mentaire manier wordt weggejaagd, ook verplicht is aan [verandering, omdat er nu eenmaal zooveel over gepraat te blijven. Dat de heer Blussé den vernederenden raad wordtmaar een wezenlijkedoeltreffende verbetering, niet heeft opgevolgd blijf als administrateur aan uw depar- zonder nadere toelichting wel begrijpen dat, daarvoor meer tement werkzaamnu gij voor belastinghervormer onbekwaam s geld zal noodig zijn dan er thans voor besteed wordt. En zijl bevonden, pleit voor zijn karakter, dat men gelukkig nu moge het inderdaad geen regel zijn, maatregelen te nemen tot nog toe niet verplicht is ten algemeenen nutte prijs te geven. Over het algemeen neemt men het, dezen Minister dan ook niet bepaald kwalijk dat hij wil aftreden. Met de overige Ministers schijnt dat bij sommigen wel eenigermate het geval te zijn. Behoefde het geheel Ministerie af te treden Met de beantwoording dezer vraag houdt men zich tegenwoordig bezig. De een antwoordt: ongetwijfeld; de ander geenzins. Groot praktisch nut heeft deze strijd zeker niet. Blijft een Ministerie aan het, bewind waarvan men beweert dat, het, volgens parlementair gebruik of constitutioneel gewoonterecht behoorde af te treden, dan kan het zijn nut hebben, aan die verplichting te herinneren. Hier echter heeft het Ministerie zijn ontslag gevraagd en behoeft het alzoo niet tot heengaan aangespoord te worden. En als men nu vraagt: was het tot aftreden verplicht dan ligt in die vraag min of meer deze zinmocht het wel aftreden heeft het door af te treden 's lands belang niet opgeofferd aan persoonlijke gevoeligheid De Nieuwe Rolterdamsche Courant acht het daarom ook noodig het betoog te leveren, dat aan het Ministerie het recht niet kan worden betwist om zich aan de verantwoordelijkheid der Regeering te onttrekken. Mag dan in den regel een Minister niet aftreden wanneer hij verkiest? zal men vragen. En het antwoord is: neen. Als die Minister een staatsman iseen zeker stelsel is toe gedaan en dat in praktjjk wensoht te zien gebrachtals hij daartoe aan het bewind is gekomen en door de Vertegenwoor diging gesteund wordt, dan is hij zedelijk verplicht op zijn post te blijven en zijn taak ten einde te brengen. Dat is hij aan zijn eigen partijaan de bondgenooten die hem hun medewerking schenken tot bereiking van het gemeenschap pelijk doel, aan de zaak zelve die hij voorstaat, verschuldigd. Die zich eenmaal in den politiekeu kamp heeft gemengd mag het vaandelwaaraan hij trouw gezworen heeftniet verlatenzich niet eigendunkelijk aan den, strijd onttrekken. Doet hij hethij zal niet langer voor een staatsman kunnen doorgaanhij zal tevens uit de politieke kampplaats moeten verdwijnen, en zich moeten tevreden stellen met het overigens niet onbenijdbaar lot van den vergeten burger. Moet dit ook de straf zijn van de Ministers die met hun ambtgenoot van Financiën hun ontslag hebben gevraagd of althans van hen die voor het nemen van het besluit tot aftreding hebben gestemd Hebben zij lichtvaardig hun post verlaten en met 's lands belang gespeeld door eensklaps de ministeriëele zetels ledig te laten Zal de liberale partij het hun moeten wijten als die zetels misschien door tegen standers bezet worden? Op die vragen schijnt, geen be vestigend antwoord gegeven te moeten worden. Erkend moet worden, dat het Ministerie niet volgens parlementair gebruik verplicht was af te tredenmaar aan den anderen kant zal men het er bezwaarlijk hard over kunnen vallen, dat het niet langer aan de regeering wenscht te blijven. Bijzondere medewerking heeft dit Ministerie van zijn eigen partij niet ondervonden. Of het die verdiendewordt hier geheel in het midden gelaten. Wij hebben met feiten te doenmet hetgeen geschiedde en niet geschiedde, niet met de vraag of dat te recht of ten onrechte was. Verbetering onzer na- Onmogelijk met het oog op^ de samenstelling der ^staten, tionale verdediging met daarmee in verband staande belas tinghervorming was het programma waarmee het Ministerie optrad. Weinig heeft het nog op wetgevend gebied geleverd. En als er van dat programma gesproken werd, bleef zelden de tot verhooging van 's rijks inkomsten, voor er is beslist dat er meer zal worden uitgegevenniemand zal het onverstan dig achten, wanneer een ministerieel programma bekend is. wanneer lot, uitvoering daarvan bepaalde wetsontwerpen zijn ingedienddat, een Minister het een met, het, ander in ver band brengt. 't, Zou inderdaad hoogst moeilijk zijn dat verband uit het oog te verliezen. Terecht heeft, de Minister opgemerkt,dat het, zijn schuld niet isdat, dit, wetsontwerp vóór de andere in behandeling is gekomenmaar dat de Kamer het, zelve zoo bepaald had. Inderdaad zon. het beter geweest, zijn indien de Verte genwoordiging eerst de ontwerpen tot, verbetering van 's lands verdediging had behandeld. Mocht,, wat overigens hoogst onzeker ishet onderling overleg op dit, gebied tot. eenige uitkomst hebben geleiddan had men gewetenwat men daarvoor als buitengewone en als gewone jaarlijksche uitgaven had te besteden en dat zou bij de behandeling der belas tingzaken zeker niet ongewenscht, zijn geweest. Nu dit ech ter niet is geschied, kan toch het, verband tusschen beide zaken bezwaarlijk geloochend worden, en heeft het verdedigingsplan, toch niet met veel toejuiching ontvangen, door de verwer ping der inkomstenbelasting bij voorraad een gevoeligen knak gekregeu. Het, derde belangrijke wetsontwerp, de nieuwe rechterlijke organisatie was reeds door de meerderheid veroor deeldroept men ons ioe. Maar als dat zoo is, waarom zou het Ministerie dan nog aanblijven? Om de administratie,het gewone dagelijksche beheer voort, te zetten Och ja, dat had het kunnen doen. Maar niemand zal toch beweren, dat een regeering verplicht is zich tot die ondergeschikte rol te laten verwijzen. Als in de Verteg. nwoordiging de meerderheid de richting van het, Ministerie is toegedaan en politieke geestverwanten medewerken tot besluiten waaraan men deze beteekenis zou moeten gevengij zijt niet in staat om iets tot stand te brengen, doe afstand van die illusie en vergenoeg u met, de betrekking van administrateur, die wij u met ver trouwen overlaten dan zal men toch aan het Mnislerie liet recht niet betwisten om voor die eer te bedanken. Maar gij laat den minder gunstigen gezondheidstoestand van den Minister Thorbecke buiten rekeningzal men op merken die heeft wel degelijk meegewerkt tot, de aftreding van het, geheele Ministerie. Niet onwaarschijnlijken als bijkomende reden zal dit motief wel niet ongegrond of on gepast, genoemd kunnen worden. Onder zulke omstandighe den heeft men behoefte aan veel medewerking en goeden wil. De heer Kappeijne is naar huis gegaan met, het, bewust zijn: ook heden heb ik mijn plicht gedaan. Waarom zouden wij van de overige léden, hoe zij ook gesproken en gestemd mogen hebben, niet, hetzelfde gelooven? Van eigen plichtsbetrachting pleegt, men niet, moeilijk overt uigd te worden. Men heeft gehan deld gelijk men begreep te moeten handelen, zonder zich uit vrees voor de mogelijke gevolgen te laten afschrikken; men heeft, den rechten weg bewandeld, zonder op ot om te zien. Goed, maar laat men nu ook niet de Ministers aansprakelijk stellen voor de gevolgen, als zij meenen hun plicht te doen met af te treden. Doch wat nu Een conservatief Ministerie te verwachten, dat de crisis niet, spoedig zal geëindigd zijn; maar elk ander dan een liberaal Ministerie is vooreerst on bestaanbaar, niet, levensvatbaar. W. v. D. K. Generaal. Die samenstelling laat, niets anders toe dan een ander liberaal Ministerie. Misschien zullen sommige leden van het aftredend Kabinet geen bezwaar maken om in een volgend Ministerie zitting te nemen. Er is alle reden om Te KeulenMetz en Straatsburg zijn stations van post duiven opgericht en een centra al-station in den zoölogischen tuin te Berlijn. De aanleiding daartoe is, behalve het in den jongsten oorlog gebleken nut, een geschenk van postduiven door Bismarck uit Vlaanderen ontvangen. De zucht om naar America te emigreeren is in de noor delijke en noordoostelijke streken dermate toegenomen dat men in sommige plaatsen voor ontvolking vreest,en reeds vele grondeigenaren gebrek aan goede werkkrachten voor den landbouw bespeuren. De Pommersche Landbouw-Ver- eeniging te Stettin heeft besloten den Rijks-kanselier bij adres te verzoekendoor de consuls in de americaansche havens te doen onderzoekenhoe vele bruikbare en flinke arbeiders zich daar ophouden die tegen vrijen overtocht naar Europa zouden willen terugkeeren. Rijksdag. Den 1 Mei zijn 2 voorstellenhet, een tot verlaging, liet ander tot afschaffing der zoutbelastingin handen der budjet-commissie gesteld. De minister Helbrück en de Rijkskanselier verklaardendat de regeeringen de verlaging als een halven maatregel beschouwdenen dat, de iheele opheffing wenschelijk was zoodra een voldoend aequi- valent kon gevonden wordendat echter niet mocht bestaan in eene verhooging van de bijdragen der Staten. De commissie voor het onderzoek van het ontwerp van een algemeen duitsch militair strafwetboek heeft, nog geen middenweg kunnen vinden tusschen de meeningen der ju risten en der militairen. De voorgedragen straffen worden te zwaar en het bovendien onbillijk geacht, dat op de misdrij ven der manschappen zwaarder straffen zijn gesteld dan op die der officieren. Den 6 zijn de postverdragen met Frankrijk en Spanje bij eerste en tweede lezing goedgekeurd. Pruisen. Op het voorbeeld der timmermansbazen, hebben de metselaarsbazen te Berlijn, toen hunne werklieden te hooge eischen steldenhunne werkplaatsen gesloten De niet aldaar tehuis behoorende gezellen hebben op bevel van het 'werklieden-comité de stad moeten verlaten. Het geschil loopt eigenlijk niet over het, loonwant zoowel de metselaars- als de timmermansbazen hebben er in toegestemd om voor 10 uren arbeid een dagloon van f 2,20 a 2,65 te gevenmaar de woordvoerders der gezellen eischen een zelfde loon van 2,50, zoowel voor bekwame en ijverige, als voor minder bekwame en treuzelende gezellen. In eene bijeenkomst van deputat.iën uit, het, dagelijksch bestuur en den gemeenteraad van Brussel is beraadslaagd over de bij de Kamer ingediende voordracht tot, regeling der politie aldaar, en is men tot het besluit gekomen, dat daarbij inbreuk wordt gemaakt cp de gemeentelijke vrijheden. in de den 29 April door de commissie voor de tarieven met den minister van financiën gehouden conferentie is gebleken, dat de regeering tegen eene op het bedrag der door handel en nijverheid gesloten transactiën te leggen belasting gestemd is eu besloten heeftde belast ing op de grondstoffen in discussie te brengen. Te Parijs isna MarseilleLyon en eenige andere steden bezichtigd te hebbenaangekomen een gezelschap van 25 aanzienlijke japaneezenwaaronder verscheidene vrouwen die enkel naar Europa zijn gekomen om aan hunne weetgie righeid te voldoen. Ten einde de aandacht minder op zich te vestigen hebben zij het. europeesche gewaad aangenomen. De 6® krijgsraad van Versailles heeft den 29 liet vonnis van den 4™ in revisie bevestigd, waarbij Blanquiter zake van den aanslag op 31 Oct.. 1870 tegen het parijsche raadhuis en de toenmalige regeeriug, tot deportatie in eene vesting is veroordeeld. Op 27 Mei 1871, bij het, bezetten der gevangenis la Roquette door de troepen van Versailles, ontvloden eenige nog gespaarde gijzelaars der Commune en vele gedetineerden dat, gebouw. Eenige jeugdige gedetineerden en een 4 tal gijzelaarsde abten Surat en Béconrt. de zend, ling Houllion en de policie- beamhte Chaulieu, werden door de gefedereerden aangehouden en door deze de knapen half gedwongen, de gijzelaars omte- brengenhetgeenvooral or.der aanvoering en persoonlijke medewerkiug van eene zoetelaarster, Marie Guyardplaats had. Deswege zijn veroordeeldwegens medeplichtigheid aan moord, Marie Guyard ter dood. Charlon, oud 17 jaren, tot. levenslangen dwangarbeid en Fillemotte, oud 15 jaren, tot, 20ja- rige opsluiting; wegens het dragen van wapenen bij eene oproe rige beweging, medeplichtigheid aan het, opwerpen van barricaden en aan töeëigening van waarden der slachtoffers, de werkster M. Cailleux en de 17jarige knaap Hel tot deportatie in eene vesting. Feltesse tot lOjarigen dwangarbeid de lfijarige knaap Jalabert tot 15, de l7jarige Mahon en de löjarige Vintran tot 2 jaren opsluiting. De heer Berthaiild, voorzitter der vereeniging van het lin ker-centrum, heeft die betrekking nedergelegd, en is vervangen door den genl Chanzy. De vice-adml. Jaures en de heer üesseilligny zijn vice-presidenten geworden. Graaf d'IIarcourt, ambassadeur bij den H. Stoel, is benoemd tot ambassadeur te Londen, in de plaats van den hertog de Broglic die verzocht had op non-activiteit gesteld te worden; tot opvolger van graaf d'Harcourl te Rome is benoemd graaf de Bourgoinggezant te 's Gravenhage. De minister van financiën moet in de budjet-commissie verklaard hebbendat de door graaf v. Arnim uit Berlijn medegebrachte instructiën hem in staat stelden, om aanteknoo- pen onderhandelingen over de ontruiming van het fransch gebied na de betaling der laatste 3 miljards ook vóór den 1 Mei '74, tot een goed einde te brengen. De ultramontaansche organen verkondigen onbewimpeld dat de zegepraal van don Carlos in Spanje moet leiden tot herstel van het legitieme Koningschap in Frankrijken ook strekken zal tot redding van andere natiën. Door de heeren Schoelcher, Louis Blanc en ruim 40 andere radicale Afgevaardigden, die in Sept. '71 een voorstel tot het uitvaardigen eener amnestie wegens den parijschen op stand en in Januari 1.1. een voorstel tot afschaffing der dood straf hebben ingediendis thans een schriftelijk verzoek tot den heer Thiers gericht om, zoo lang ten aanzien dier voor stellen geene beslissing genomen isde uitvoering van alle in de genoemde rechtszaak uitgesproken vonnissen te doen schorsen. De heer Thiers heeft zich in deze zaak onbevoegd verklaard en de adressanten naar de Nat. Vergadering ver wezen. Bij zijn antwoord was een schrijven van de com missie van gratie gevoegd waarin deze zich insgelijks in competent verklaarde. Te Parijs heeft zich een studenten-comité gevormdmet het doel om een petitionnement te organiseeren tegen het zoogenaamde „leeken" onderwijs. VUnivers maakte eene opgave openbaar omtrent het peti tionnement der catholieken ten voordeele van de vrijheid van het lager onderwijsnaar welke het aantal adhsesiën reeds tot nagenoeg 420,000 geklommen is. La République Francaisehet blad van den heer Gamhetta. deelt; een daaraan door de czechische studenten te Praag gezonden telegram mede waarin geprotesteerd wordt tegen de vertegenwoordiging der hoogeschool bij de opening van die te Straatsburgen verklaarddat het, hart van het, Sla vische volk in Boheme overal en altijd met Frankrijk is [Oostenrijk was te Straatsburg officieel vertegenwoordigd door eene deputatie van 3 hoogleeraren uit Weenen, 1 uit Praag en 1 uit Graz]. Le Bien Publichet orgaan van den heer Thiersis zeer verbolgen over het besluit der Kamer omtrent de benoeming der leden van den Staatsraad. Het beschouwt dit als een blijk van wantrouwen in den President en vraagtof deze aan de meerderheid werkelijk denzelfden argwaan inboezemt als Lodetcijk Napoleon in 1848. Op aandrang der commissie voor het voorstel-Bamberger, 't welk het openbaar maken der processen-verbaal van den Raad der capitulation verlangt, is de regeering daarmede begonnen; de commandant van het fort Licht,enstein wordt geprezen maar het. gedrag der commandanten van Marsal en Vitry-le- Franpais sterk afgekeurden tevenswat laatstgenoemde plaats betreftverklaarddat de onvaderlandsche gezindheid der burgerlijke autoriteiten hare ontijdige overgaaf heeft in de hand gewerkt. De minister van oorlog heeft genoemde commissie medegedeeld, dat de maarschalk Bazaine voor een krijgsraad zal verschijnen niet als gedaagdemaar, op zijn aan den heer Thiers te kennen gegeven verlangen, vrijwillig, ten einde zich van de tegen hem ingebrachte beschuldigingen te zuiveren. Le Frangais heeft op de sommatie van V Universtot het betuigen barer onderwerping aan den Syllabus enz., geant woord dat het beantwoorden dezer gewetensvragen nood wendig zou moeten leiden tot het, hervatten der polemiek waaraan de Paus juist een einde heeft willen maken; dat het doen dier vragen reeds eene kennelijke overtreding is van het aan VCnwers gegeven gebod der liefde, en dat zij aan haren plicht jegens de Kerk te kort zou komen door aan onbevoegden rekenschap omtrent geloof en gewetensovertuiging afteleggen. La Gazette de France verklaart een zuiver staatkundig orgaan te zijnwaarvan de nu en dan opgenomen dogmatische arti kelen door geestelijken worden geschrevendat zij staande het, concilie de meeningen van voor- en tegenstanders getrouw medegedeeld en zich na de afkondiging der definitie daaraan onderworpen heeften dat zij wat, de houding der Kamer ten aanzien der catholieke adressen betrof, steeds aan de zijde vau msgr. üupanloupden kardinaal Antonelli en den Paus zeiven, wiens denkwijze haar bekend was, gestaan heeft. Op verzoek van den heer Thiers hebben de schilders en beeldhouwers hunne werkendie het aandenken aan de gru welen en geweldenarijen van den jongsten oorlog verlevendi gen van de weldra te Parijs te openen tentoonstelling van schoone kunsten teruggenomen. Den 5 is een eerste transport van 250 parijsche veroor deelden waartoe al de gewezen leden der Commune en en kele publicisten, zooals Henri Rochefortbehooren, aan boord van het, fregat Danaé naar Nieuw-Caledonie vertrok ken. Alleen Régère is achtergeblevenomdat men dezer dagen in de voering zijner kleederen 180000 fr. in schatkist- bons gevonden heeft, waarvan de herkomst nog moet worden uitgemaakt. Nationale Vergadering. Den 1 Mei is het debat voort gezet over art. 3 der voordracht omtrent den Raad van State en gehandeld over het amendement, der heeren Burdoux en Berthauldom de leden en rekestmecsters te doen benqemen door het hoofd van het uitvoerend bewind op voordracht van den ministerraad. De rapporteur Batbie en eenige woord voerders der rechterzijde bestreden dit amendement nadruk kelijk, voorgevende, dat, er een waarborg voor overeenstemming van dien Raad met de Kamer moest bestaan. De minister Dufaure verdedigde met klem het, beginsel der benoeming door het, gouvernement, waaraan zij steeds, behalve in 184-8, is toevertrouwd geweest. In 1848 bevond de Kamer zich tegenover een machtiger uitvoerend bewind dan het tegen woordige tegenover een mededinger, waarvoor zij op hare hoede moest zijn. Nooit is het gezag zwakker tegenover de Vertegenwoordiging .geweest dan nude Kamer heet zich gedurig Souverein en het gouvernement beijvert zieh dit te herhalen. Door de benoeming tot zich te trekken stelt de Vergadering de leden van den Raad even hoog als den ge- lijkerwijs' door haar benoemden President der Republiek. Verschil van zienswijze tusschen den President en de door hem te benoemen en te bedanken leden kon gemakkelijk uit den weg worden geruimd, maar niet een verschil tusschen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1872 | | pagina 1