No. 23.
Vierenzeventigste Jaargang.
1872.
ZONDAG
9 JUNI.
MaandagscheVeemarktieAlkmaar.
©fficiccl CQcbccltc
Bij een open graf.
©SUckcltjfcschc Berichten.
Duitscliland.
Kelgic.
Frankrijk.
A I. K
X A
S C fl E COURANT.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post t O,SO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15
Cents j groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
DIENSTDOENDE SCHUTTERIJ.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de alphabetische naamlijst der Sehutterpligtigen voor
dit jaar. ter inzage van de belanghebbenden aan de gemeente
secretarie alhier, van 's morgeus 10 tot 2 ure is nedergelegd,
van af heden tot en met Woensdag 19 Junij e.k., terwijl de
loting en naloting zullen worden gehouden ten raadliuize
dezer gemeente op Donderdag 20 Junij aanstaandedes na
middags ten 6 ure. Burgemeester en IE ethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
lij 1872. Be Secretaris.
NUHOUT VAN DER YEEN.
KENNISGEVING.
Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat liet kohier van het Patentregt over het 4e kwar
taal der dienst 1871/72 op den 1 Junij 1872, door den
Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noord
holland executoir verklaard, op heden aan den Heer Ontvan
ger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter
invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 8 Junij 1872. A. MACLAINE PONT.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor
handen een pakje garen; een dames armbandeen geit
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le. helft der maand Mei 1872.
T. J. de BOER, Amsterdam; Z. MAAKAL, Haring-
carspel; D. PRONK, Langendijk; P. BOS, Oudorp; C. OLIE,
Storrameer.
Aan belanghebbenden wordt berigt dat op eene
vergadering, met li. H. Veehouders en Veekoopers
gehouden, een van af 3 Junij e.k. steeds toene
mende aanvoer van %'ette kocjjcil ter reeds
bloeijende wekelijksehe veemarkt alhier is toegezegd.
J.l. Maandag werden aldaar o.a. 448 vette kalveren
en 104 vette varkens aangevoerd.
Voor koopers en verkoopers zijn premiën tot een
bedrag van f 500 aangeboden.
De Kamer van Koophandel en
Fabrieken le Alkmaar
AlkmaarT. L. KOORN, Vice-President.
18 Mei 1872. J. P. KRAAKMAN, Secretaris
„Breng aan allen met wie ik zoo vele jaren aan de belangen
van het Vaderland gewerkt heb, mijne laatste groeten over,
en zeg hun dat de stervende vriend is heengegaan, erkente
lijk voor den steundien zoovelen hem in moeilijke tijden
gaven." Met deze woorden nam Mr. J. R. Thorbecke af
scheid niet als een vorst van zijn volk, maar, met bescheiden
juistheid, als een staatsdienaar van de velen die met hem
medewerkten tot vervulling der grootsche taak die hij zijn
leven lang met ijver en nauwgezetheid heeft behartigd, als een
staatsburger, tot lioogen en ruimen werkkring geroepen, van de
duizenden en tienduizenden die hem van verre en nabij
bekend en onbekend tot dien werkkring hadden geroepen
hem hadden gesteundmet en onder hem hadden gearbeid
aan de hervorming in het bestuur van den staat en in alge-
meenen zin aan de belangen des Vaderlands. Kalm en helder
van geest tot het laatste oogenblikzich van zijn toestand
volkomen bewustregelende wat nog regeling behoefdeaf
scheid nemende van zijn kinderen en dienstbodenvan zijn
landgenootenging deze eerste onzer staatslieden, deze groote
onder onze burgers van ons been. En het Nederlandsche
volk staart op dit seboone sterfbedhoort naar die woorden,
en gevoelt dat dit sterven een gebeurtenis iü, een
punt in onze geschiedeniswaarbij wij willen stilstaan en
denken.
Thorbecke beschouw het weefsel waarop onze staatkun
dige geschiedenis van de laatste 30 a 40 jaren is afgebeeld,
bij geen enkele voorstelling mist ge zijn beeld beproef bet,
het van eenig vak weg te nemenen gij ontrafelt het gan-
sche tafereel. Open het boek waarin zij beschreven isop
elke bladzijde vindt gij zijn naamwischt dien uiten het
verhaal is onleesbaar geworden. Thorbecke als student
reeds bestemd tot professormet dat oogmerk naar Duitsch-
land gezonden voor de beoefening van wijsgeerig staats
recht en geschiedenisdoch bij zijn terugkomst niet geplaatst,
als niet volkomen „vertrouwbaar" geacht weer naar Duitsch-
land teruggekeerd en daar zoowel als later te Amsterdam
vlijtig beoefenaar van geschiedenis en staatsrecht in 1825
hoogleeraar te Gendna de afscheiding van België te Leiden
tot hij in 1839 met de uitgave zijner Aanteekening op de
Grondwet eensklaps op den voorgrond tradom er te blijven
tot aan zijn dood. Hij vooral beeft de behoefte aan her
vorming die gevoeld werd, duidelijker omschreven, en aan
gewezen wat herziening, wat wijziging noodig had. Hij
heeft, aan bet voorbereidingswerk onzer grondwetsherziening
bet grootste aandeel gehadhij was de steller van het ont
werp dat daarbij ten grondslag lag. Spoedig daarnain
November 1849 als Minister opgetredenheeft hij dat aan
tal belangrijke wetten tot stand weten te brengenwaarbij
onze staatsinstellingen zijn gevestigd en geregeld. Toen heb
ben wij-een zeldzaam vruchtbaar tijdvak aan wetgevenden
arbeid gehaddoor de Kamers gesteund en met vertrouwen
bijgestaan werkte hij krachtig in vaste richting voorthet
was buiten twijfel het schoonste gedeelte van zijn staatkun
dige loopbaanofschoon het slechts drie en een balf jaar
beeft geduurd. Maar, hetzij Minister of lid der Tweede
Kamer, altijd bleef zijn invloed van schier beslissend gewicht,
altijd was zijn advies van overwegend belangaltijd was zijn
stem van beteekenis. Geen belangrijke wetaan welker be
handeling hij deel namof zij draagt de sporen van zijn
medewerking, van zijn helder inzicht, juisten blik en eriti-
scben zin. Nog tweemalen werd luj tot raadsman der Kroon
geroepen en Thorbecke is als Minister gestorven.
De Nederlander die bij dit open graf nadenkend stilstaat,
ziet een reeks van jaren voor zyn geest voorbij trekken, jaren
van beteekenisvan leven en bewegingvan heiligen strijd
en van betrekkelijke verzoening en bevrediging. Hij ziet ze
voorbijtrekken met gemengde gewaarwordingen al naar mate
hij nietof meer of minder is ingenomen met de staatkun
dige veranderingen waaraan de man die ter ruste is gegaan,
zulk een belangrijk aandeel heeft gehad. De jaren die aan
de grondwetsherziening vooraf zijn gegaan jaren van onbe
vredigende en daarom verworpen voorstellenvan groote
spanningtoen het beslissend voor en tegen moest worden uit
gesproken, dat de richting zou bepalen, waarin de Neder
landsche burgermaatschappijals staatseenheidals provincie
en gemeentein betrekking tot kerk en schooltot vereeni-
ging en individu, tot handel, scheepvaart en nijverheid, zieh
gedurende een aantal jaren zou ontwikkeleutoen een weg
moest worden gekozenwaarop in elk gevalhoe de keuze
mocht uitvallenhoogst bezwaarlijk en niet zonder groot
nadeel voor land en volkkon worden teruggekeerd. De
keuze werd gedaan overeenkomstig den wenseh van de meer
derheid der mondige staatsburgersen van hen die er van
schriktendie meenden den weg der revolutie te zijn inge
slagen aan welks einde wij de republiekde regeeringloos-
lieid of misschien de vreemde overheersehing zouden vinden,
zijn de meesten althans niet volkomen gerustgesteld en
van hun ijdele vrees genezen Zonder twijfel mag wor
den aangenomendat zeer velen van lien met den thans
bestaanden toestand zijn verzoendenernstig afgevraagd
op welk punt en in hoeverre zijzoo mogelijk terugkeer
zouden wensehenzouden inzien dat de vroegere stand
van zaken niet beter was. Het staatsgezag wordt bij
ons geëerbiedigdde orde niet gestoordvoor elke le-
levensuiting is vrijheid de voorwaarden van ontwikkeling op
velerlei gebiedvoor zoover zij van de staat afhangen zijn
meer dan in menig ander land aanwezig. Ongetwijfeld, wij heb
ben op geen volmaaktheden te roemener bestaan leemten en
gebrekenmaar toch is er reden tot tevredenheid, en welk een
groot aandeel in hetgeen is tot stand gekomen hebben wij
te danken aan de werkzaamheid de volhardingde kennis
de organiseerende krachtbet beleid van hem die thans rust,
zoolang hij leefde geen rust heeft gekenddie tot op het
ziekbed dat zijn sterfbed is geworden, tot plichtsbetrachting
werd gedreven door
De zorgdie nimmer rusten laat
Den slaaf van eenen vrijen staat.
Toen Thorbeckeals reetor magnificus der Leidsohe hoo-
gesebool bij het overdragen dier waardigheid aan zijn op
volger, in 1841 de gebruikelijke redevoering hield, sprak hij
over „Simon van Slingelaudt's toeleg om den Staat te her
vormen." Een meer bevredigend opschrift zal de schrijver
kunnen kiezen, die over Thorbecke's werkzaamheid zal han
delen. Moest de staatsmanvan wien de Leidsche professor
sprakdoor den loomen geest zijner tijdgenooten van mede
werking en steun verstokenzijn pogingen vruchteloos zien
blijven die Leidsche professor zelf, later op het gebied van
het praktische staatsleven getreden, mocht zijn „toeleg" met
den scboonsten uitslag bekroond zien. Dankbaar heeft hij
dit zelf erkend en van de ondersteuning en het vertrouwen
gewaagd, die hem in zijn schoonste tijdvak werden geschonken.
„Zeldzaam schrijft hij werd eene taak als die waarvoor
bet Ministerie van 1 November 1849 opkwam, bij gunstiger
openbare stemming aanvaard. Na langen stilstand had zich
een sterk verlangen naar vooruitgang doen geldeneen streven,
niet om hetgeen behoefte was geworden te nemenmaar te
ontvangen; met een kalm, blijmoedig vertrouwen op de uit
komsten die men van eene vernieuwde regeer- en volkskracht
voorzag." Zijn „toeleg" is gelukt, zijn plannen zijn in
hoofdzaak verwezenlijkt, en hij is heengegaan in de reeds
door de ervaring bevestigde overtuiging, dat de instellingen,
in welker stichting hij zulk een belangrijk aandeel heeft gehad,
van blijvend gehalte zijnen den weg tot geleidelijke ont
wikkeling hebben gebaand. Dat hij heen kon gaan zonder
dat zijn dood stoornis veroorzaakt,, dat hij in betrekkelijken
zin gemist kan wordenis eene lofrede op zijn arbeidzijn
werken blijven met ons en zullen van hem getuigen, zoolang
de geschiedenis van den Nederlandschen Staat zal leven.
Van den straks genoemden minder gelukkigen staatsman
heeft Thorbecke geschreven„Het hoogstewaarop alle po
gingen van Slingelandt gerigt warenen wat hij zijnen
medeburgeren ten doel steldeheeft de voortreffelijke man
in deze woorden zamengevat: een vrij volk en eene vrije re
gering." Naar hetzelfde doel streefde ook de ontslapen staats
man. En wij kunnen zijn nagedachtenis geen betere hulde
brengen dan door hem daarin na te volgen en te trachten
dat doel steeds nader te komen. Wanneer zal ons dat ge
lukken Wanneer wü zijn zucht tot onderzoek en*zijn on-
vermoeiden ijver aan zijne vaderlandsliefde paren„wanneer
wij" om des grooten mans eigen woorden te gebruiken—
„door niets dien moed om te handelen laten onderdrukken
die hetgeen wij als nuttig voor onze maatschappij leerden
kennen, voortbrengt en ontwikkelt." Thorbecke heeft zieh
bij zekere gelegenheid een voorstander verklaard van spre
ken maar van „spreken dat tot handelen leidt,." Ook dien
wenk kunnen wij ons ten nutte maken. W. v. d. K.
y
De Keizer heeft de orde pour le mérite aan Koning E iet or
Emmanuel verleend. Hij heeft in persoon den kroonprins
Humbert daarvan kennis gegdven en de duitsehe kroonprins
heeft later de decoratie aan prins Humbert overhandigd.
Den 4 is bij den Bondsraad een wetsontwerp ingediend
tot verlenging der zoogenaamde dictatuur in Elzas-Lotharingen.
Terwijl te Berlijn de vorming eener nieuwe conservatieve
fractie in den Rijksdag onder den naam van monarchisch-
nationale partij is tot stand gekomen, heeft zich, in verband
daarmede, in Zuid-Duitsehland eene vereeniging van conserva
tieven gevormddie zich nationaal-conservatieven noemen,
in onderscheiding van de conservatieve elementenwelke
eene particularistische richting zijn toegedaan.
Rijksdag. Den 29 is het bekende, op nieuw ingediende,
voorstel-Zaaier, tot uitbreiding der wetgevende bevoegdheid
van den Rijksdag tot, het geheele gebied van het burgerlijke
rechtin behandeling gekomen. De beiersche, wurtemberg-
sclie en Saksische regeeringen hebben zieh niet bepaald in
beginsel tegen de voordracht verklaardmaar meer tegen de
uitgebreide strekking en het ontijdige van het voorstel. Den
31 is het voorstel met eene groote meerderheid aangenomen;
slechts het catkolieke centrum en de uiterste rechterzijde
stemden tegen.
Den 3 Juni is het met Groot-Brittanje gesloten verdrag van
uitlevering zonder discussie bij eerste en tweede lezing goed
gekeurd. De voorstellen betreffende eene geheele of gedeelte
lijke opheffing der zoutbelastiug zijn verworpennadat de
minister Belbrück zijne vroegere verklaring herhaald had
dat de regeeringen de afschaffingniet de verlagingwen
sehen maar eerst een equivalent moeten vinden ter verze
kering der inkomsten van het Rijk. Echter is eene motie
van den Afgevaardigde v. Hoverbeck, waarin de wenseh naar
eene spoedige afschaffing werd uitgesprokenaangenomen.
Pruisen. De gouverneur van Keulen heeft den 1 den
catholieken garnizoensprediker Lünnemann in zijn ambt ge
schorst en hem den sleutel der garnizoenskerk en de kerke
lijke registers doen ontnemendewijl hij, op grond van de
bekende aanschrijving van den veldproost Namszanowski
geweigerd heeftin die kerk verder godsdienstoefening te
houden.
De in de woning van den heer Kozmian te Posen en in
het jezuieten-klooster te Sehrim in beslag genomen brieven
en papieren zijn dezer dagen teruggegeven.
De catholieke geestelijkheid van het decanaat Bergheim
in het aartsbisdom Keulen, had eenigen tijd geleden een adres
aan den Keizer en Koning gerichtwaarin zij, voor zooveel
hunne personen betreftprotesteert tegen de in den laatsten
tijd de catholieke geestelijkheid aangewreven aantijgingen
als zou zij geen vaderland erkennen en met. het buitenland
samenzweren tegen het welzijn van het duitsehe Rijk. Prins
Bismarck heeft daarop geantwoorddat de adressantenna
hunne duidelijke verklaringen niet kunnen meeneudat zij
blootgesteld zijn aan het verwijt van gebrek aan vaderlands
liefde; dat er echter eene richting op kerkelijk gebied bestaat
welke het herstel des Rijks, ten minste in den eenigen moge
lijken vorm waarin het geschied isverwerpten dat alzoo
de gewensckte vrede tusschen Kerk en Staat zooveel heter
zal behouden blijvenhoe meer de geestelijkheid met woord
en daad die richting bestrijdt.
De bekende berichtgever der Kölnische Zeitung gedurende
den oorlogdr. Hans IEachenhusen komt in dat blad op
tegen de beschuldigingen door den bisschop van Orleans in
de franscke Kamer tegen het duitsehe leger gericht. Hij
vindt het zonderling, dat juist een bisschop kwelzucht en
barbaarsckheid aan het duitsehe leger verwijtdaar de fran-
sche priesters zooveel welwillendheid der duitsehe troepen
ondervonden hebben, als maar eenigszins met de wetten van
den oorlog was overeen te brengen. Hij deelt een aan hem
geriohten brief van dankbetuiging van den bisschop van
Cbartres medeter zake der door hem bewerkte invrijheid
stelling van een franschen priester, die onder sterke verden
king van een spion te zijn naar het hoofdkwartier was over
gebracht.
Beieren. De president-minister, graaf Hegnenberg-Dux,
is den 2 overleden.
De Koning heeft den 28 het lOOjarig jubilé der Kon.
Belgische Academie bijgewoond en eene rede uitgesproken
die zeer is toegejuicht. Nederland was bij dit feest, dat ook
den volgenden dag werd voortgezetofficieel vertegenwoor
digd door de professoren Bondersv. Baumhauer, Leemans
en Vreede. 's Middags hebben de leden deelgenomen aan
eenen maaltijd van 120 couverts in de groote leeszaal der
Academie. Den volgenden dag heeft de Koning ook de tweede
feestelijke bijeenkomst bjjgewoond, en 's middags de leden en
de buitenlandsche gedelegeerden aan zijne tafel vereenigd.
De beide feestzittingen zijn opgeluisterd door voortreffelijke
muziekuitvoeringen.
Te Brussel is eene „Vlaamsohe Kiezers-vereeuiging" opge
richt, welke voor de gemeenteraadsverkiezing op 11 Juni
6 flaminganten als candidaten heeft gesteld.
De liberale kiesvereeniging te Brussel heeftversterkt door
een tiental deputatiën uit andere groote steden, den heer Barn
2 exemplaren aangeboden der medaljc welke de herinnering
moet bewaren aan zijne aanvallen op het vorige ministerie.
Aan bn. d'Anethan en de overige leden van dat kabinet is
door eene catholieke deputatie eene schilderij aangeboden
hunne gezamenlijke portrettenvoortreffelijk gephotograliëerd,
bevattende.
Den 2 is op het stadshuis te Brussel den burgemeester
Anspach eene gedenkpenning aangebodengeslagen ter er
kenning van zijn belangrijk aandeel in het ontwerpen en
voltooien der werken tot verdieping der Senne.
In eene den 18 Mei gehouden bijeenkomst van het hoofd
comité voor de „inschrijving der fransehe vrouwen" isuit
overweging dat het verlangde cijfer van 500 miljoen niet
bereikt zal worden, bepaald, dat ailen, die op voorwaardelijke
wijze giften geschonken hebbenhet hun toekomende van
15 tot 25 Juni bij het comité te Parijs kunnen doen af halen,
welke termijn voor de buitenslands gevestigde inschrijvers
met 1 en voor de zich buiten Europa bevindende met 2 maan
den verlengd wordt. Het niet afgehaalde wordt in de schat
kist gestortmet uitsluitende bestemming tot bevrijding der
nog geoccupeerde gewesten.
Volgens het oordeel van den Raad voor de capitulatie
zijn de vestingen Longwy en Péronne door hunne cominan
dantenden luit.-kol. Massaroli en den commandant Gander,
te vroeg overgegeven, maar verkeerde Rocroy bij de capitu
latie in een zeer hachelijken staat; de bevelhebber dier vesting,
de bataljons-chef Melinwordt echter gegispt omdat hij het
geschutde ammunitie en de proviand niet onbruikbaar had
gemaakteen verzuim, waaraan zich de beide andere bevel
hebbers insgelijks schuldig hebben gemaakt.
Tegen het proces-verbaal van den Raad der capitulatiën
nopens de overgaaf van Straatsburg is geprotesteerd door
den voormaligen republikeinschen prefect van Straatsburg
den heer Valentin, door den commandant der nat., garde Aug.
Saglio door den gemeenteraad en laatstelijk door den genl.
Uhrichwiens memorie aan den minister van oorlog door
VÉvénement is openbaar gemaakt. Wat de ontijdigheid der
overgaaf (27 Sept.) betreftherinnert hijdat deze reeds den
19 door den gemeenteraad gevraagd wasdat 2 bressen ge
schoten de wallen platde citadel in brand geschotenhet
garnizoen met I verminderd, vele openbare en I der bijzon
dere gebouwen verbrandmeer dan 10000 inwoners van
huisvesting beroofd, nagenoeg 1200 burgers door liet vijandelijk
vuur getroffen waren; hij oordeelt de eer meer dan bevredigd
door langer dan 2 maanden tegenstand te bieden onder een
regen van 200000 geduchte projectielen. Onhruikbaarmaking
van krijgsvoorraad is geen verplichting van het reglement;
bij de overgaaf eener citadel is zij raadzaammaar niet
wanneer men de voordeeligste voorwaarden voor eene stad
met 80000 zielen bedingen moet. De genl. erkent, dat hij
de krijgsgevangenschap zijner manschappen had moeten dee-
lenmaar troost zich het verwijt daarover, dewijl hij na
zijnen terugkeer geen vierde zou hebben verkregen van het
geen hem gelukt is te Tours voor hen te verwerven.
De Raad voor de capitulatiën is uiteengegaannadat zijn
arbeid 10 maanden geduurd had.
Henri Brissacgewezen medewerker aan le Vengeur, in
April en Mei 1871 secretaris-generaal eerst van de uitvoe
rende oommissie der parysche Commune en daarna van het
comité van algemeen welzijnen als zoodanig eene reeks van
bescheiden uitgevaardigd hebbende waardoor hij zieh mede
plichtig heefl gemaakt aan het meerendeel der misdaden van
de Communeis den 24 onder aanneming van verzachten
de omstandigheden, tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld.
Door den krijgsraad is t,er dood veroordeeld de parijsche
wijnhuishouder Bénoistdie op 23 en 24 Mei van het vorige
jaar brand heeft gesticht in de Rue de LilleRue du Bac
en Rue de Vernenil.
Het hof van cassatie heeft verworpen de voorzieningen van
den kleermaker Killers, ter dood veroordeeld wegens het dood
schieten van verscheidene vrouwen en kinderen, die niet on-
middelijk aan zijn bevel voldeden om in huis terug te keeren.
en van de petroleuses Ménand, ter dood, Machu en v. d. IE al,
tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld.
De uit 8 prachtige salonwagens bestaande keizerlijke spoor
trein die de Ooster-spoorwegmaatschappij ten dienste van
Keizer Napoleon en de leden van zijn geslacht heeft doen
vervaardigen, is aan de Maatschappij voor de turksche spoor
wegen ten gebruike van den Sultan verkocht.
De directeur van het bonapartistische orgaan la Comédie
Humainede heer Ponetis door de assises te Lyon, wegens
het beschuldigen van den radicalen procureur der republiek
Andrieux van opruiing tot het overweldigen van het j ezuieten-
gesticht aldaar en andere daden van geweld na de Septem-
ber-revolutieen van oogluiking in zijne rechterlijke betrek
king omtrent staatkundige geloofsverwanten veroordeeld tot
eene boete van 1000 fr. en tot eene schadevergoeding van
gelijk bedrag aan den beleedigde.
De rechtbank te S. Etienne heeft die stad veroordeeld om
aan de directie der congreganistische scholen eene vergoe
ding te betalen van 15600 fr„ voor de gedurende 6 maan
den geleden schade ten gevolge van de willekeurige sluiting
dier scholen na de September-omwenteling. Te Lyon, waar
soortgelijke scholen mede gesloten waren heeft de gemeen
teraad den 30nadat de maire verslag gegeven had van het
mislukken zijner pogingen te Versailles om tot eene schik
king in den geest der radicale partij te gerakenbesloten
den prefect uittenoodigen om in den bestaanden toestand
geene verandering te brengen, zoolang de Nat. Vergadering
niet omtrent de wet op het lager onderwijs heeft beslist. De
prefect heeft 2 dagen later, in overleg met de hooge regee
ring bepaalddat de gemeentescholen voortaan weder door
congreganistische en wereldlijke onderwijzersin eene nader
vasttestellen verhoudingzullen worden bestuurd.
Bij de wet van 18 Germinal jaar X is de processie op den Sa
cramentsdag verboden in alle plaatsen waar eene protestantsche
consistoriale kerk bestaat, maar schier overal was deze bepaling,
zonder verzet van de zijde der protestantenin onbruik ge
raakt. De radicale gemeenteraden van verscheidene steden
hebben haar echter aangegrepen om de processie te verbieden.
De bisschop van Lyon voorkwam het verbod door de processie
aftezeggen. Te Nantes, Besangon en in andere steden heeft
de geestelijkheid zich in het belang der orde aan het verbod