11
No. 38.
Vierenzeventig sle
Jaargang.
1872.
ZONDAG
22 SEPTEMBER.
(Officieel (öcbccltc
Twee spoorweg-plannen.
{üSlcfcclijkschc ISccichlcu
Duitschland.
llclgic.
A I;
A A
C
C il V
A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,GS, franco per postO.SO.
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON.
^4R7X^T
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
PATENTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR i
brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de Pat.en-
ten, aangevraagd in de maanden Mei, Junij en Julij j.l.,
benevens de suppletie-patenten van verschillende omliggende
gemeenten over hetzelfde tijdvak ter gemeente-secretarie I
kunnen worden afgehaald van 23 September tot en met 5 J
October aanstaande van 's morgens 9 tot 2 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
19 Sept. 1872. Fe Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR. op Woensdag, 25 September 1872, des middags
ten 12 ure. Namens den f oorzitter van den Raad,
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2». helft der maand Augustus 1872 1
Mej. WATERLOO, Gebr. BAKKER. GRÈT HAAN,
SCHOEMAN Amsterdam; Wed. TULLEMAN Mej. h!
G1JZENBERGNieuwer AmstelJ. RUITER. Noordiik'
MIENA SPIJKERMAN, Oudesluis; J. van DAM, Rus
tenburg; A. van DALEN, Tholen.
Van de hulpkantoren:
BurgervlotbrugJ. H. van WIJK, Rotterdam.
Heer HugotraardP. KAANDORP, Heilo; JHILBERS,
Wormerveer.
SchoorldamJ. de HEER, Zijpe.
't Is reeds vrij lang geleden 't was in 1804 dat in
Noord-Holland en Eriesland zich een levendige beweging
openbaarde om in het genot te komen van een betere gemeen
schap van een gemeenschap zooals men die in onzen tijd
verlangteen gemeenschap door middel van spoorwegen. De
zeegoll die het noordelijk deel van ons land in tweeën splijt,
heeft scheiding gebracht tusschen de beide provinciëndie
zooveel met elkander gemeen hebben; en al blijft het noord
oostelijk deel van Noord-Holland nog den naam van West-
Eriesland dragenvan Eriesland zelf is het ver verwijderd
daarmee heeft het geen directe verbinding. Wel was de tijd
van het van wind en stroom afhankelijk beurtschip voorbij
en stevende de stoomboot in rechte lijn en binnen een be
paalden tijd over de Zuiderzee, maar om langs den spoorweg
1 riesland te bereiken was de omweg buitensporig lang. Laat
ons spoorwegen aanleggen tot aan de elkander het meest
nabijzijnde punten der beide provinciën en die twee punten
door stoombooten verbindenzeide men en wij zullen den
kortsten weg tusschen Eriesland en Noord-Holland hebben
gevonden.
Doch niet alleen aan directe verbinding tusschen die beide
gewesten werd behoefte gevoeldhet oostelijk deel van
Noord-Holland en het zuid-westelijk gedeelte van Eriesland
bleven buiten het staatsspoorwegnetzonder gemeensehap
met de groote lijnen die de b langrijkste plaatsen van ons
land onderling zouden verbinden. In die behoefte moest
daarenbovenmoest misschien allereerst worden voorzien.
Enkhuizen, Hoorni'urraerend hadden geen spoorwegver
binding met de westelijke streek van Noord-Holland, noch met
Amsterdam, Sneek, IJlst, Stavoren hadden geen spoorweg
naar Leeuwarden Groningen Heerenveen etc.
Levendig was de beweging tot toejuiching en ondersteu
ning van dit plan. De Staten der beide provinciën en de
besturen der bij den aanleg belanghebbende gemeenten be
loofden finaneiëele hulpen talrijke plaatselijke commissiën
belastten zich met de aanbeveling van de onderneming en
de opwekking van anderen tot haar ondersteuning. En toch
er is ook thans, in 1872 geeu spa in den grond gestoken
tot aanleg van een enkele mijl spoorwegen het vooruitzicht
op de zoo zeer gewensckte verbinding is niet helderder dan
voor acht jaren. Niet ieder zal dit laatste toegeven. Som
migen zullen opmerken, dat wel het oude plan van 1864 wei
nig kans van slagen heeltmaar dat er een nieuw plan van
een Noord-Hollandsch-Erieschen spoorweg is ontworpen,
waarvoor nieuwe menschen met nieuwen ijver en nieuwe
krachten zich beijverendie niet alleen van provinciën en
gemeenten dezelfde toezeggingen hebben ontvangen als het
oude Comitémaar die daarenboven ondernemers hebben
gevonden m het Engelsche huis Hutton Vignolles en Co.,
volkomen in staat en onder niet te bezwarende voorwaarden
genegen om de uitvoering van het werk op zich te nemen.
Over de mate van zekerheid die de gevoerde onderhandelin
gen met dit Londensche huis aanbiedenwordt, verschillend
gedacht. Tot inlichting van hen die daaromtrent iets wen
sehen te wetenkan niets beter dienen dan wat daarover
is gezegd in de „Toespraak" door den Voorzitter van het
nieuwe Comité gehouden in een vergadering van burge
meesters^ en belangstellenden te Hoorn en te Sneek waaraan
een officiëele beteekenis mag worden toegekend. Immers in de
modellen van „voorwaardelijke inschrijving" voor de gemeente
besturen wordt uitdrukkelijk vermeld, dat de deelneming in
aandeelen of subsidie geschiedt, „onder voorbehoud gelijk dit
is medegedeeld in de vergadering van Burgemeesters en
Belangstellenden met het Comité van den Noord-Hollandscfc-
Erieschen spoorweg, d». 20 Jan. en 7 E'ebr. 1872 te Hoorn
en te Sneek, en vervat in de rede van den Voorzitter van ge
noemd Comité." Ook in de „lijst van voorwaardelijke deel
neming" voor particulieren bestemd verbindt men zich niet
anders dan „op de voorwaardenbekend gemaakt in de ver
gaderingen te Hoorn den 20 Jan. en te Sneek den 7 Eebr.
1872." Wat in de toen gehouden toespraak van den Voor
zitter van het Comité gezegd isgeldt dus als officiëele
toelichting, en maakt zelfs de uitdrukkelijke voorwaarde uit
van elke verbintenis tot deelneming of ondersteuning. In
die toespraak leest men onder anderen
//Bepaalde opneming der ontworpen lijn heeft nog niet
plaats gehad. Zoodanige opneming kost zeer veel geld en
onze Engelsche vrienden, die dat voor hunne rekening zullen
doen gaan daartoe niet over, vóórdat zij zekerheid hebben
dat de zaak doorgaat, en dat is hun niet kwalijk te nemen,
maar, in elk geval, hebben zij ons opgegevendat volgens
de globale door hen gemaakte raming, de lijn met alle toe-
behooren hoogstens zal moeten kosten eene som van
vijftien millioen gulden.
//Als bijdrage voor het geheel wordt door hen gevorderd,
dat in onze gewestenzooals ik de eer had U in het begin
mijner rede mede te deeleuwordt bijeengebragt eene som
van f 1,000,000 als subsidie en eene' som van f 2,400,000
in aandeelen.
«Van dit bedrag moet 20 pCt., zegge deel, bij het
sluiten van een natuurlijk nader vast te stellen contract
worden gestort bij een daartoe aan t.e wijzen bankiershuis
te Amsterdamterwijl de verdere stortingen in termijnenen
volgens nader te maken bepalingen zullen geschieden, ter
wijl na het passeeren van het contract en de storting der
genoemde 2Ü pet,, door de Engelsche ondernemers onmiddelijk
alles zal worden ondernomenwat r.oodig isom tot spoe-
digen aanvang en voltooijing der ontworpen lijn te kunnen
overgaan.
//Dit, evenwel, wij wensehen U daarop bepaald te wijzen
zijn voorloopige gegevens en alles wat de finantiëele aan
gelegenheid dezer zaak aangaat, kan en moet nader op juiste
grondslagen worden gevest, en de vestiging dier voorwaarden
zal volgens de meening van het Comité, niet bepaaldelijk
kunnen geschieden dan ook met Uwe medewerking.
"Wij wensehen daarom. Mijne Heerendat gij^'bijdragen
vraagt, hetzij in subsidie of inschrijving, tot eik bedrag,
(omdat splitsing van aandeelenop welk bedrag die ook
bepaald mogen worden, door ons zal worden voorbehouden),
voor de door ons op tcuw gezette onderneming.
//Wij voegen hieraan toe, dat de inschrijvingen door U
te verkrijgen zullen beschouwd worden als van zeer voor-
waardelijken aard te zijn dat ze voor die streken, die bij
het belangrijk veranderen van rigting tengevolge van nood
zakelijkheid zich minder gebaat zouden vinden, in dat geval
voor wijziging of iutrekking vatbaar zullen zijn, en dat ze
met eer een verbmdtenis zullen daarstellen, dan nadat een vol
doend en veilig contract met de Engelsche ondernemers is
gesloteneen contract dat alle zekerheid voor de uitvoerin0*
en voltooijing van het geprojecteerde werk aanbiedt en \er-
zekert.
"De vaststelling van zoodanig definitief contract, wensehen
wij met te doen plaats hebben dan na zeer rijp beraad en
overweging niet alleen van de zaak zelvemaar ook van de
belaugen van hen, wier belangstelling hen er toe mogt, hebben
gebragt, om door geldelijke deelneming deze zaak te bevor
deren en reeds nu geven wij U de belofte en verzekering
dat zoodanig contract alleen zal worden gesloten onder Uwe
medewerking, hetzij dat de goedkeuring daarvan zal worden
opgedragen aan eene algemeene vergaderingals deze
of wel aan door U nader daarvoor aan te wijzen gemagti"-
den, die het Comité daartoe zullen ter zijde staan.
//Uit het nu medegedeelde zal U blijken, en gij kunt
dit dus zeggen aan hen wier ondersteuning gij vraagt
dat de inschrijvingen, hoewel verbindend tegenover het Comité
van zeer voorloopigen aard zijn. en dat de gestanddoening
daaraan alleen zal worden gevorderd, als de zaak tot voldoende
zekerheid van voortzetting en uitvoering zal gekomen zijn
O ""'«""Hg uni feCl\.UUieil
Deze woorden zullen wel geen toelichting behoeven.
Hoe schitterend de finaneiëele vooruitzichten van het nieuwe
Comité evenwel ook mogen zijn. het staat niet alleen, het heeft
een concurrent, een concurrent die een bondgenoot, had kunnen
zijn zoo het Comité niet had geweigerd de toegestoken hand
aan te nemen. Die concurrent is het oude Comité, dat van
1864, dat niet opgehouden heeft naar de middelen te zoeken
om zijn plan ten uitvoer te brengenschoon tot nog toe
zonder goeden uitslag. Bescheidener concurrent trouwens
dan dit Comité van 1864 is moeilijk denkbaar. Maandenlang
was het een zwijgende, zich zeiven verloochenende concurrent
wiens bestaan men zou vergeten hebben en een oproeping
van buiten was noodig om hem weer te doen spreken. Er
was anders aanleiding genoeg om iets te zeggen. Immers
liet, nieuwe Comité had zich beijverd aan het publiek inlich
tingen te verschaffen omtrent den stand der zaken, die even
zoovele vergissingen bleken te zijn. Of wat zal men zeggen
van mededeehngen als de volgende, in Februari vanditjaar
in sommige couranten openbaar gemaakt?
//De leden van het comité zijn houders van de prioriteits
toezegging. De kracht van znlk een prioriteit schijnt mede
met door allen begrepen te worden en daarom laten wij tot
beter verstand den inhoud van de missivewaarin die prio
riteit door ZEx. den minister van Staat en van binnenl. zaken
gegeven is woordelijk volgen
(Slot missive 12 Juni 1S71.)
Mocht het comité een termijn verlangen om de
zaak verder voor te bereiden, en om mij meer uitgewerkte
plans te onderwerpendan ben ik gaarne bereid dien toe
te staan en de beslissing over andere aanvragen indien
die mochten gedaan worden, tot na afloop van dien termijn
aan te honden.
De minister van Staat en van Binnen-
landsche zaken,
(get.) Thorbecke."
(Missive 23 Juni 1871.)
"Tot voorbereiding cener onderneming en het opmaken
van meer uitgewerkte plans voor den aanleg van den Noord-
tlollandsch-Friescken Spoorweg sta ik u gaarne een termijn
toe, gevraagd bij uw schrijven van 20 Juni jl. tot 1 Jan. 1872.
De minister v n Staat en van Binnen-
landsche zaken
(get.) Thorbecke."
(Missive I Jan 1872.)
"De termijn tot voorbereiding eener onderneming en
het opmaken van meer uitgewerkte plans voor den aanleg
van den Noord-Hollandsch-Erieschen Spoorweg wordt, op
uw verzoek, verlengd tot 1 Mei 1872.
De minister van Staat en van Binnen-
landsche zaken,
(get.) Thorbecke."
Hiermede meenen wij voldoende aangetoond te hebben dat
die prioriteit(in hoilandschen term 't vóórwoord) van de
regeering iets meer geldt dan enkelen schijnen te meenen
dat het als «uitsluitend regt tot uitvoering" dezelfde kracht
bezit als de concessie zelve."
Uit de antwoorden van den Minister ontvangen en door
het Comité zelf, althans gedeeltelijk, meegedeeld, blijkt in-
tusschen voor ieder vrij duidelijkdat er van „prioriteit,"
van „voorwoord," van „uitsluitend recht tot uitvoering" geen
sprake wasdat het Comité alleen uitstel ontving tot het
indienen van „meer uitgewerkte plans," ongetwijfeld omdat de
ïngeuicude plans te onbepaald waren om er eenig oordeel op te
kunnen vestigenen dat de Minister in dien tusschentijd aan
geen ander Comité, ook niet aan dat van 1861*, concessie
zou verleenen. De Minister was beleefd genoeg herhaaldelijk
uitstel te verleenen, om het Comité in staat te stellen met
andere aanvragen te concurreeren en daartoe de noodige
voorbereidende werkzaamheden te doen en plannen te ont
werpen. En dat was hoog noodig; want, gelijk wij uit de
„Toespraak vernomen hebbeneen bepaalde opneming van
de ontworpen lijn had geen plaats gehadopmetingen en
p ojecten bestonden niet, er was niets in kaart gebracht, een
eenigszins nauwkeurige berekening van kosten was niet ge
naakt. Dat alles toch kost veel geld, en de „Engelsche
vrienden waren wel bereid het voor hunne rekening te doen,
doch alleen als het zeker was dat de zaak doorging als er
een vijfde deel was gestort van de twee millioen en vier
honderdduizend gulden aan aandeelen alzoo bijna vijf tonnen
goads en daarbij een nader contract was vastgesteld' Dat was
zeker een zeer vreemde manier van handelen concessie vragen
vóór men zijn plannen in orde heeftvoorwaardelijk deelnemen
en ondersteunen, vaststellen van een nader contract voor men in
he, bezit is van plannen, opmetingen en berekeningen, storten
van vijf ton en daarna met ijver aan het opmeten, kaarten maken
en berekenen van kosten. Geen woDder dat de regeering op
dien voet niet over een concessie kon onderhandelen, en^dat
de Staten van Friesland en van Noord-Holland, zoowel als de
gemeenteraad van Amsterdam, de plannen van het Comité te
orbepaald achtten om daaraan zekerheid van ondersteuning
te kunnen geven. Het schijnt dat het Comité van 1872 dan
ook onlangs een anderen weg is ingeslagen, en gelden heeft
beschikbaar gesteld om opmetingen te doen, uitgewerkte plans
en berekeningen van kosten te maken. Daardoor zal haar
d&n, wat het finaneiëele betreft, voor beoordeeling vat
>aar worden.
Intusschen heeft ook het Comité van 1864 van zich doen
hooren, en heeft de heer Linse, civiel ingenieur, daarin aan
leiding gevonden om uit het oogpunt van de richting der
beide voorgestelde lijnen, een vergelijking te maken tusschen
de beide plannen. Hij deed dit in het weekblad „De Op
merker," en zijn belangrijk opstel is ook als afzonderlijke
brochure verkrijgbaar gesteld. Het doel dezer artikelen is
daarop de aandacht te vestigen, en allen, die belangstellen
in deze voor Noord-Holland en Eriesland zoo belangrijke
zaakop te wekken zich dit geschrift aan te schaffen en het
te lezen met al de aandacht die het verdient. W. v. d. K.
Wordt vervolgd.)
De heer v. Thilesecretaris-generaal van het departement
van buit. zaken, heeft, wegens familieredenenverzocht op
pensioen gesteld te worden.
De Spenersche Zeitung behelst een brief van dankbetuiging
van prins Bismarck aan den heer Kimaird, ten aanzien "van
het adres der engelsche notabelen. Prins Bismarck meent,
dat het adres zeer wel de moeilijkheid van den aan de duitsehê
regeering tegen haren wil en verwachting opgedrongen strijd
doet uitkomen. Hij is het ook met het adres eens omtrent
het beginsel, dat in een welingerichten staat ieder persoon
en ieder kerkgenootschap die maat van vrijheid genieten moet,
welke met de vrijheid der overige en met de' veiligheid en
onafhankelijkheid van het land overeen te brengen zijn Hij
houdt zich overtuigd, dat God het Duitsche Rijk ook te^en
zulke vijanden zal beschermen die Zijn Heiligen Naam ge
bruiken als een voorwendsel voor hunne vijandschap tegen
den inwendigen vrede van het Rijk.
Pruisen. Ter gelegenheid van het te Marienburg gevierde
eeuwfeest der hereeniging van West-Pruisen met het Koning
rijk, hebben den 12 de vertegenwoordigers dier provincie
hunne hulde gebracht aan den Keizer. Op de toespraak van
den opper-presidentwaarin deze namens de provincie de
gelofte van onverbreekbare trouw en onbegrensde verknocht
heid vernieuwde, antwoorde Z.M., dat hij die hulde aannam
m de volle overtuiging, dat ook degenen, die de waarde
der hereeniging nog met beseften, dit spoedig zouden doen.
Den 13 heeft de Keizer de eersten steen gelegd van het
monumentt welk voor het kasteel te Marienburg ter eere
van Fxedenk den Groote zal worden opgericht.
In de verzameling van schilderijen in het Muzeiim te Berlijn
zijn in de voorgaande week door eene baldadige hand 5 schil
derijen door messteken beschadigdwaaronder 2 zeer kost
bare stukkenAndromeda van Ruitens en de Maria Magda-
lena van Gerard Dou. Het vreemdste is, dat deze baldadigheden
niet op denzelfden dag zijn uitgevoerd en dat menhoewel
de eerste beschadigingen waren opgemerkt en het toezicht
dientengevolge verscherpt wasniet heeft kunnen ontdekken
wie de dader geweest is.
De gemeenteraad van Berlijn heeft den 12 met alg. st. aan
het gemeentebestuur opgedragen om ten spoedigste de noo
dige stappen te doentot een nauwkeurig onderzoek naar de
oorzaken van het ongeluk, 't welk den 7 bij de groote
taptoe in de Lustgarten is voorgevallenen door velen aan
de ruwe handelwijze der policie geweten wordt.
De jongste zonen van den Keizer van Rusland, de groot
vorsten Sergius en Paul, zijn door den Keizer tot 2«°. luite
nant benoemd, de eerste bij het regiment curassiers „Keizer
Nicolaas I van Rusland,' de laatste bij het regt. lanciers
„Keizer van Rusland."
Nadat men sedert geruimen tijd niets meer betreffende
het verdwenen en vermoedelijk gestolen kind van den heer
Boeker bij Stettin gehoord had, wordt den 11 Sept. uit
Stettm gemeld„De rechter van instructie alhier ontving
gisteren van den duitschen gezant te Weenen de telegrafische
mededeeungdat door de overheden in het district Nyifra
Zsainbokrethin Hongarije aan eene rondzwervende bende
zigeuners een klein ruim 4 jaren oud meisje ontnomen was,
volkomen met de beschrijving der verdwenen Anna
Bockler overeenkwam. Yan dezelfde dagteekening wordt uit
Greteld geschrevendat in den omtrek van die stad eene
bende zigeuners is aangehoudendie een vreemd meisje van
4 of 5 jaren met zich voerde't welk op tot haar gerichte
vragen antwoordde „dat het zeer ver van hier te huis be
hoort. De zigeuners waren voorloopig in hechtenis genomen.
De bisschop van Mainzmsgr. von Ketteler, heeft eene
brochure geschreven over „de Rijkswet van 4 Juli 1872,"
de zoogenaamde jezuietenwet; van die brochure is thans reeds
eene tweede oplaag verschenen. Het geschrift vermaant tot
eene voortdurende en standvastige agitatie voor de rechten
der Kerk.
De rechter in eerste instantie te Berlijn heeft een werk-
mandie een zijner kameraden aangevallen en vrij ernstige
kwetsuren toegebracht had, tot niet meer dan 14 dagen ge
vangenisstraf veroordeeld, overwegende dat de aangevallene
zijnen aanvaller voor een jezuiet had uitgemaakt, eAdat deze
benaming in de tegenwoordige tijdsomstandigheden geschikt
moes, worden geacht om de gevoeligheid van den aanvaller
optewekken.
Beieren, De vermaarde wijsgeer Ludwig Feuerbach is
den 13 September na eene langdurige ziekte, in den ouder
dom van 68 jaren, in zijne niet ver van Neurenberg gelegen
woning overleden.
Tot dusver was de orde der jezuieten in Beieren alleen
te Regensburgen dan nog maar oogluikendtoegelaten.
De aldaar gevestigde jezuieten hebben nu bevel gekregen
om de stad en den Boven-Palts hinnen 3 dagen te verlaten;
den 16 dezer moest aan dit bevel voldaan zijn. Slechts één
pater, die te Regensburg te huis behoort, mag in die stad
blijven wonen. Een ander lid der orde echter, een graaf
von k ugger-Glóttberoept zich op de aan zijne familie ver
leende standesherrlicherechten waaronder ook het recht
behoort om in Duitschland verblijf te houden waar men wil
Hoewel men getracht heeft den graaf te beduidendat de
jezuietenwet geene uitzonderingen toelaat, moet bij verklaard
hebben alleen voor geweld te zullen wijken.
De Bairische Courier zegt van goederhand vernomen te
hebben, dat de heer v. Gasser den 17 aan den Koning heeft
medegedeeld, op welke personen hij voor het samenstellen
van een nieuw ministerie het oog heeft gevestigd en met wie
hij, indien Z.M. het goedkeurt, definitieve onderhandelingen
zou kunnen aanknoopen.
Hessen-Darmstadt. Er is een nieuw ministerie benoemd
dat met in particularislischen geest is samengesteld. De ge
heimraad Hojfmaan is benoemd tot minister van buit. zaken
en tot president-minister; de heer v. Starck tot minister van
bmn. zaken; de heer FempJJ tot minister van justitie. In
het ministerie van financiën is geene verandering gekomen.
De minister Lindelof en de staatsraad Frank Rodenstein zijn
op pensioen gesteld.
Elzas-Lotharingen. De onlangs door de jezuieten te
Straatsburg ontruimde woning werd nog verscheidene dagen
na hun vertrek met bloemen en kransen versierdtoen den
9 ook fransche vlaggetjes aangebracht waren, heeft de policie
den 10 de geheele versiering verwijderd.
Bij de verkiezingen tot aanvulling van den gemeenteraad
te Metz zijn al de democratisck-fransckgezinde candidaten
van den Cercle Littéraire et du Commerce verkozeneene in
verzoenenden geest door de mairie opgestelde lijst heeft de
volkomen nederlaag geleden.
De bekende schrijver Edmond About is den 14 op zijn
landhuis te Zabern't welk reeds 's nachts door infanterie
omsingeld was. gevangen genomen en tusschen 4 gensdarmes
naar Straatsburg gebracht.
Ten gevolge eener plotselinge overstrooming in eene steen
kolenmijn bij Herstal zijn 25 der 35 op dat oogenblik daar
aanwezige werklieden omgekomen.
Ged. Staten van Antwerpen hebben de in liberalen zin
uitgevallen verkiezingen voor den gemeenteraad te Mechelen
goedgekeurdhoewel onder verklaring, dat van feiten van
pressiebedreigingen en omkooping gebleken was, doch niet
talrijk genoeg om de verkiezingen nietig te maken. De ge
meenteraad van Mechelen heeft tegen dit besluit geprotesteerd
en verzekerd, dat de eenige der door Gedeputeerden gehoorde
getuigedie zijne toen afgelegde verklaring in het openbaar
leeft durven herhalen wegens laster door de rechtbank ver
oordeeld is. De liberale bladen beweren, dat de pressie enz.
waarvan de Gedeputeerden spreken, van de zijde der clerikale
partij aangewend is. Ged. Staten zijn ten aanzien van het
protest eenvoudig tot de orde van den dag overgegaan.
De feesten te Gent hebben den 15 een aanvang genomen
met de ontvangst der buitenlandsehe schutterswaarvan
ruim 1000 uit Engeland waren overgekomen. De burge
meester heeft hen in het raadhuis verwelkomd en achtereen
volgens de engelsche, nederlandsche enzwitsersche schutters
toegesproken. De geheele stad was in feestgewaad en overal
zag men de belgische kleuren en wapenschilden met die der