11 No. 38. Vierenzeventig sle Jaargang. 1872. ZONDAG 22 SEPTEMBER. (Officieel (öcbccltc Twee spoorweg-plannen. {üSlcfcclijkschc ISccichlcu Duitschland. llclgic. A I; A A C C il V A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,GS, franco per postO.SO. afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON. ^4R7X^T De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. PATENTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR i brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de Pat.en- ten, aangevraagd in de maanden Mei, Junij en Julij j.l., benevens de suppletie-patenten van verschillende omliggende gemeenten over hetzelfde tijdvak ter gemeente-secretarie I kunnen worden afgehaald van 23 September tot en met 5 J October aanstaande van 's morgens 9 tot 2 ure. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19 Sept. 1872. Fe Secretaris, NUHOUT van der VEEN. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR. op Woensdag, 25 September 1872, des middags ten 12 ure. Namens den f oorzitter van den Raad, NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2». helft der maand Augustus 1872 1 Mej. WATERLOO, Gebr. BAKKER. GRÈT HAAN, SCHOEMAN Amsterdam; Wed. TULLEMAN Mej. h! G1JZENBERGNieuwer AmstelJ. RUITER. Noordiik' MIENA SPIJKERMAN, Oudesluis; J. van DAM, Rus tenburg; A. van DALEN, Tholen. Van de hulpkantoren: BurgervlotbrugJ. H. van WIJK, Rotterdam. Heer HugotraardP. KAANDORP, Heilo; JHILBERS, Wormerveer. SchoorldamJ. de HEER, Zijpe. 't Is reeds vrij lang geleden 't was in 1804 dat in Noord-Holland en Eriesland zich een levendige beweging openbaarde om in het genot te komen van een betere gemeen schap van een gemeenschap zooals men die in onzen tijd verlangteen gemeenschap door middel van spoorwegen. De zeegoll die het noordelijk deel van ons land in tweeën splijt, heeft scheiding gebracht tusschen de beide provinciëndie zooveel met elkander gemeen hebben; en al blijft het noord oostelijk deel van Noord-Holland nog den naam van West- Eriesland dragenvan Eriesland zelf is het ver verwijderd daarmee heeft het geen directe verbinding. Wel was de tijd van het van wind en stroom afhankelijk beurtschip voorbij en stevende de stoomboot in rechte lijn en binnen een be paalden tijd over de Zuiderzee, maar om langs den spoorweg 1 riesland te bereiken was de omweg buitensporig lang. Laat ons spoorwegen aanleggen tot aan de elkander het meest nabijzijnde punten der beide provinciën en die twee punten door stoombooten verbindenzeide men en wij zullen den kortsten weg tusschen Eriesland en Noord-Holland hebben gevonden. Doch niet alleen aan directe verbinding tusschen die beide gewesten werd behoefte gevoeldhet oostelijk deel van Noord-Holland en het zuid-westelijk gedeelte van Eriesland bleven buiten het staatsspoorwegnetzonder gemeensehap met de groote lijnen die de b langrijkste plaatsen van ons land onderling zouden verbinden. In die behoefte moest daarenbovenmoest misschien allereerst worden voorzien. Enkhuizen, Hoorni'urraerend hadden geen spoorwegver binding met de westelijke streek van Noord-Holland, noch met Amsterdam, Sneek, IJlst, Stavoren hadden geen spoorweg naar Leeuwarden Groningen Heerenveen etc. Levendig was de beweging tot toejuiching en ondersteu ning van dit plan. De Staten der beide provinciën en de besturen der bij den aanleg belanghebbende gemeenten be loofden finaneiëele hulpen talrijke plaatselijke commissiën belastten zich met de aanbeveling van de onderneming en de opwekking van anderen tot haar ondersteuning. En toch er is ook thans, in 1872 geeu spa in den grond gestoken tot aanleg van een enkele mijl spoorwegen het vooruitzicht op de zoo zeer gewensckte verbinding is niet helderder dan voor acht jaren. Niet ieder zal dit laatste toegeven. Som migen zullen opmerken, dat wel het oude plan van 1864 wei nig kans van slagen heeltmaar dat er een nieuw plan van een Noord-Hollandsch-Erieschen spoorweg is ontworpen, waarvoor nieuwe menschen met nieuwen ijver en nieuwe krachten zich beijverendie niet alleen van provinciën en gemeenten dezelfde toezeggingen hebben ontvangen als het oude Comitémaar die daarenboven ondernemers hebben gevonden m het Engelsche huis Hutton Vignolles en Co., volkomen in staat en onder niet te bezwarende voorwaarden genegen om de uitvoering van het werk op zich te nemen. Over de mate van zekerheid die de gevoerde onderhandelin gen met dit Londensche huis aanbiedenwordt, verschillend gedacht. Tot inlichting van hen die daaromtrent iets wen sehen te wetenkan niets beter dienen dan wat daarover is gezegd in de „Toespraak" door den Voorzitter van het nieuwe Comité gehouden in een vergadering van burge meesters^ en belangstellenden te Hoorn en te Sneek waaraan een officiëele beteekenis mag worden toegekend. Immers in de modellen van „voorwaardelijke inschrijving" voor de gemeente besturen wordt uitdrukkelijk vermeld, dat de deelneming in aandeelen of subsidie geschiedt, „onder voorbehoud gelijk dit is medegedeeld in de vergadering van Burgemeesters en Belangstellenden met het Comité van den Noord-Hollandscfc- Erieschen spoorweg, d». 20 Jan. en 7 E'ebr. 1872 te Hoorn en te Sneek, en vervat in de rede van den Voorzitter van ge noemd Comité." Ook in de „lijst van voorwaardelijke deel neming" voor particulieren bestemd verbindt men zich niet anders dan „op de voorwaardenbekend gemaakt in de ver gaderingen te Hoorn den 20 Jan. en te Sneek den 7 Eebr. 1872." Wat in de toen gehouden toespraak van den Voor zitter van het Comité gezegd isgeldt dus als officiëele toelichting, en maakt zelfs de uitdrukkelijke voorwaarde uit van elke verbintenis tot deelneming of ondersteuning. In die toespraak leest men onder anderen //Bepaalde opneming der ontworpen lijn heeft nog niet plaats gehad. Zoodanige opneming kost zeer veel geld en onze Engelsche vrienden, die dat voor hunne rekening zullen doen gaan daartoe niet over, vóórdat zij zekerheid hebben dat de zaak doorgaat, en dat is hun niet kwalijk te nemen, maar, in elk geval, hebben zij ons opgegevendat volgens de globale door hen gemaakte raming, de lijn met alle toe- behooren hoogstens zal moeten kosten eene som van vijftien millioen gulden. //Als bijdrage voor het geheel wordt door hen gevorderd, dat in onze gewestenzooals ik de eer had U in het begin mijner rede mede te deeleuwordt bijeengebragt eene som van f 1,000,000 als subsidie en eene' som van f 2,400,000 in aandeelen. «Van dit bedrag moet 20 pCt., zegge deel, bij het sluiten van een natuurlijk nader vast te stellen contract worden gestort bij een daartoe aan t.e wijzen bankiershuis te Amsterdamterwijl de verdere stortingen in termijnenen volgens nader te maken bepalingen zullen geschieden, ter wijl na het passeeren van het contract en de storting der genoemde 2Ü pet,, door de Engelsche ondernemers onmiddelijk alles zal worden ondernomenwat r.oodig isom tot spoe- digen aanvang en voltooijing der ontworpen lijn te kunnen overgaan. //Dit, evenwel, wij wensehen U daarop bepaald te wijzen zijn voorloopige gegevens en alles wat de finantiëele aan gelegenheid dezer zaak aangaat, kan en moet nader op juiste grondslagen worden gevest, en de vestiging dier voorwaarden zal volgens de meening van het Comité, niet bepaaldelijk kunnen geschieden dan ook met Uwe medewerking. "Wij wensehen daarom. Mijne Heerendat gij^'bijdragen vraagt, hetzij in subsidie of inschrijving, tot eik bedrag, (omdat splitsing van aandeelenop welk bedrag die ook bepaald mogen worden, door ons zal worden voorbehouden), voor de door ons op tcuw gezette onderneming. //Wij voegen hieraan toe, dat de inschrijvingen door U te verkrijgen zullen beschouwd worden als van zeer voor- waardelijken aard te zijn dat ze voor die streken, die bij het belangrijk veranderen van rigting tengevolge van nood zakelijkheid zich minder gebaat zouden vinden, in dat geval voor wijziging of iutrekking vatbaar zullen zijn, en dat ze met eer een verbmdtenis zullen daarstellen, dan nadat een vol doend en veilig contract met de Engelsche ondernemers is gesloteneen contract dat alle zekerheid voor de uitvoerin0* en voltooijing van het geprojecteerde werk aanbiedt en \er- zekert. "De vaststelling van zoodanig definitief contract, wensehen wij met te doen plaats hebben dan na zeer rijp beraad en overweging niet alleen van de zaak zelvemaar ook van de belaugen van hen, wier belangstelling hen er toe mogt, hebben gebragt, om door geldelijke deelneming deze zaak te bevor deren en reeds nu geven wij U de belofte en verzekering dat zoodanig contract alleen zal worden gesloten onder Uwe medewerking, hetzij dat de goedkeuring daarvan zal worden opgedragen aan eene algemeene vergaderingals deze of wel aan door U nader daarvoor aan te wijzen gemagti"- den, die het Comité daartoe zullen ter zijde staan. //Uit het nu medegedeelde zal U blijken, en gij kunt dit dus zeggen aan hen wier ondersteuning gij vraagt dat de inschrijvingen, hoewel verbindend tegenover het Comité van zeer voorloopigen aard zijn. en dat de gestanddoening daaraan alleen zal worden gevorderd, als de zaak tot voldoende zekerheid van voortzetting en uitvoering zal gekomen zijn O ""'«""Hg uni feCl\.UUieil Deze woorden zullen wel geen toelichting behoeven. Hoe schitterend de finaneiëele vooruitzichten van het nieuwe Comité evenwel ook mogen zijn. het staat niet alleen, het heeft een concurrent, een concurrent die een bondgenoot, had kunnen zijn zoo het Comité niet had geweigerd de toegestoken hand aan te nemen. Die concurrent is het oude Comité, dat van 1864, dat niet opgehouden heeft naar de middelen te zoeken om zijn plan ten uitvoer te brengenschoon tot nog toe zonder goeden uitslag. Bescheidener concurrent trouwens dan dit Comité van 1864 is moeilijk denkbaar. Maandenlang was het een zwijgende, zich zeiven verloochenende concurrent wiens bestaan men zou vergeten hebben en een oproeping van buiten was noodig om hem weer te doen spreken. Er was anders aanleiding genoeg om iets te zeggen. Immers liet, nieuwe Comité had zich beijverd aan het publiek inlich tingen te verschaffen omtrent den stand der zaken, die even zoovele vergissingen bleken te zijn. Of wat zal men zeggen van mededeehngen als de volgende, in Februari vanditjaar in sommige couranten openbaar gemaakt? //De leden van het comité zijn houders van de prioriteits toezegging. De kracht van znlk een prioriteit schijnt mede met door allen begrepen te worden en daarom laten wij tot beter verstand den inhoud van de missivewaarin die prio riteit door ZEx. den minister van Staat en van binnenl. zaken gegeven is woordelijk volgen (Slot missive 12 Juni 1S71.) Mocht het comité een termijn verlangen om de zaak verder voor te bereiden, en om mij meer uitgewerkte plans te onderwerpendan ben ik gaarne bereid dien toe te staan en de beslissing over andere aanvragen indien die mochten gedaan worden, tot na afloop van dien termijn aan te honden. De minister van Staat en van Binnen- landsche zaken, (get.) Thorbecke." (Missive 23 Juni 1871.) "Tot voorbereiding cener onderneming en het opmaken van meer uitgewerkte plans voor den aanleg van den Noord- tlollandsch-Friescken Spoorweg sta ik u gaarne een termijn toe, gevraagd bij uw schrijven van 20 Juni jl. tot 1 Jan. 1872. De minister v n Staat en van Binnen- landsche zaken (get.) Thorbecke." (Missive I Jan 1872.) "De termijn tot voorbereiding eener onderneming en het opmaken van meer uitgewerkte plans voor den aanleg van den Noord-Hollandsch-Erieschen Spoorweg wordt, op uw verzoek, verlengd tot 1 Mei 1872. De minister van Staat en van Binnen- landsche zaken, (get.) Thorbecke." Hiermede meenen wij voldoende aangetoond te hebben dat die prioriteit(in hoilandschen term 't vóórwoord) van de regeering iets meer geldt dan enkelen schijnen te meenen dat het als «uitsluitend regt tot uitvoering" dezelfde kracht bezit als de concessie zelve." Uit de antwoorden van den Minister ontvangen en door het Comité zelf, althans gedeeltelijk, meegedeeld, blijkt in- tusschen voor ieder vrij duidelijkdat er van „prioriteit," van „voorwoord," van „uitsluitend recht tot uitvoering" geen sprake wasdat het Comité alleen uitstel ontving tot het indienen van „meer uitgewerkte plans," ongetwijfeld omdat de ïngeuicude plans te onbepaald waren om er eenig oordeel op te kunnen vestigenen dat de Minister in dien tusschentijd aan geen ander Comité, ook niet aan dat van 1861*, concessie zou verleenen. De Minister was beleefd genoeg herhaaldelijk uitstel te verleenen, om het Comité in staat te stellen met andere aanvragen te concurreeren en daartoe de noodige voorbereidende werkzaamheden te doen en plannen te ont werpen. En dat was hoog noodig; want, gelijk wij uit de „Toespraak vernomen hebbeneen bepaalde opneming van de ontworpen lijn had geen plaats gehadopmetingen en p ojecten bestonden niet, er was niets in kaart gebracht, een eenigszins nauwkeurige berekening van kosten was niet ge naakt. Dat alles toch kost veel geld, en de „Engelsche vrienden waren wel bereid het voor hunne rekening te doen, doch alleen als het zeker was dat de zaak doorging als er een vijfde deel was gestort van de twee millioen en vier honderdduizend gulden aan aandeelen alzoo bijna vijf tonnen goads en daarbij een nader contract was vastgesteld' Dat was zeker een zeer vreemde manier van handelen concessie vragen vóór men zijn plannen in orde heeftvoorwaardelijk deelnemen en ondersteunen, vaststellen van een nader contract voor men in he, bezit is van plannen, opmetingen en berekeningen, storten van vijf ton en daarna met ijver aan het opmeten, kaarten maken en berekenen van kosten. Geen woDder dat de regeering op dien voet niet over een concessie kon onderhandelen, en^dat de Staten van Friesland en van Noord-Holland, zoowel als de gemeenteraad van Amsterdam, de plannen van het Comité te orbepaald achtten om daaraan zekerheid van ondersteuning te kunnen geven. Het schijnt dat het Comité van 1872 dan ook onlangs een anderen weg is ingeslagen, en gelden heeft beschikbaar gesteld om opmetingen te doen, uitgewerkte plans en berekeningen van kosten te maken. Daardoor zal haar d&n, wat het finaneiëele betreft, voor beoordeeling vat >aar worden. Intusschen heeft ook het Comité van 1864 van zich doen hooren, en heeft de heer Linse, civiel ingenieur, daarin aan leiding gevonden om uit het oogpunt van de richting der beide voorgestelde lijnen, een vergelijking te maken tusschen de beide plannen. Hij deed dit in het weekblad „De Op merker," en zijn belangrijk opstel is ook als afzonderlijke brochure verkrijgbaar gesteld. Het doel dezer artikelen is daarop de aandacht te vestigen, en allen, die belangstellen in deze voor Noord-Holland en Eriesland zoo belangrijke zaakop te wekken zich dit geschrift aan te schaffen en het te lezen met al de aandacht die het verdient. W. v. d. K. Wordt vervolgd.) De heer v. Thilesecretaris-generaal van het departement van buit. zaken, heeft, wegens familieredenenverzocht op pensioen gesteld te worden. De Spenersche Zeitung behelst een brief van dankbetuiging van prins Bismarck aan den heer Kimaird, ten aanzien "van het adres der engelsche notabelen. Prins Bismarck meent, dat het adres zeer wel de moeilijkheid van den aan de duitsehê regeering tegen haren wil en verwachting opgedrongen strijd doet uitkomen. Hij is het ook met het adres eens omtrent het beginsel, dat in een welingerichten staat ieder persoon en ieder kerkgenootschap die maat van vrijheid genieten moet, welke met de vrijheid der overige en met de' veiligheid en onafhankelijkheid van het land overeen te brengen zijn Hij houdt zich overtuigd, dat God het Duitsche Rijk ook te^en zulke vijanden zal beschermen die Zijn Heiligen Naam ge bruiken als een voorwendsel voor hunne vijandschap tegen den inwendigen vrede van het Rijk. Pruisen. Ter gelegenheid van het te Marienburg gevierde eeuwfeest der hereeniging van West-Pruisen met het Koning rijk, hebben den 12 de vertegenwoordigers dier provincie hunne hulde gebracht aan den Keizer. Op de toespraak van den opper-presidentwaarin deze namens de provincie de gelofte van onverbreekbare trouw en onbegrensde verknocht heid vernieuwde, antwoorde Z.M., dat hij die hulde aannam m de volle overtuiging, dat ook degenen, die de waarde der hereeniging nog met beseften, dit spoedig zouden doen. Den 13 heeft de Keizer de eersten steen gelegd van het monumentt welk voor het kasteel te Marienburg ter eere van Fxedenk den Groote zal worden opgericht. In de verzameling van schilderijen in het Muzeiim te Berlijn zijn in de voorgaande week door eene baldadige hand 5 schil derijen door messteken beschadigdwaaronder 2 zeer kost bare stukkenAndromeda van Ruitens en de Maria Magda- lena van Gerard Dou. Het vreemdste is, dat deze baldadigheden niet op denzelfden dag zijn uitgevoerd en dat menhoewel de eerste beschadigingen waren opgemerkt en het toezicht dientengevolge verscherpt wasniet heeft kunnen ontdekken wie de dader geweest is. De gemeenteraad van Berlijn heeft den 12 met alg. st. aan het gemeentebestuur opgedragen om ten spoedigste de noo dige stappen te doentot een nauwkeurig onderzoek naar de oorzaken van het ongeluk, 't welk den 7 bij de groote taptoe in de Lustgarten is voorgevallenen door velen aan de ruwe handelwijze der policie geweten wordt. De jongste zonen van den Keizer van Rusland, de groot vorsten Sergius en Paul, zijn door den Keizer tot 2«°. luite nant benoemd, de eerste bij het regiment curassiers „Keizer Nicolaas I van Rusland,' de laatste bij het regt. lanciers „Keizer van Rusland." Nadat men sedert geruimen tijd niets meer betreffende het verdwenen en vermoedelijk gestolen kind van den heer Boeker bij Stettin gehoord had, wordt den 11 Sept. uit Stettm gemeld„De rechter van instructie alhier ontving gisteren van den duitschen gezant te Weenen de telegrafische mededeeungdat door de overheden in het district Nyifra Zsainbokrethin Hongarije aan eene rondzwervende bende zigeuners een klein ruim 4 jaren oud meisje ontnomen was, volkomen met de beschrijving der verdwenen Anna Bockler overeenkwam. Yan dezelfde dagteekening wordt uit Greteld geschrevendat in den omtrek van die stad eene bende zigeuners is aangehoudendie een vreemd meisje van 4 of 5 jaren met zich voerde't welk op tot haar gerichte vragen antwoordde „dat het zeer ver van hier te huis be hoort. De zigeuners waren voorloopig in hechtenis genomen. De bisschop van Mainzmsgr. von Ketteler, heeft eene brochure geschreven over „de Rijkswet van 4 Juli 1872," de zoogenaamde jezuietenwet; van die brochure is thans reeds eene tweede oplaag verschenen. Het geschrift vermaant tot eene voortdurende en standvastige agitatie voor de rechten der Kerk. De rechter in eerste instantie te Berlijn heeft een werk- mandie een zijner kameraden aangevallen en vrij ernstige kwetsuren toegebracht had, tot niet meer dan 14 dagen ge vangenisstraf veroordeeld, overwegende dat de aangevallene zijnen aanvaller voor een jezuiet had uitgemaakt, eAdat deze benaming in de tegenwoordige tijdsomstandigheden geschikt moes, worden geacht om de gevoeligheid van den aanvaller optewekken. Beieren, De vermaarde wijsgeer Ludwig Feuerbach is den 13 September na eene langdurige ziekte, in den ouder dom van 68 jaren, in zijne niet ver van Neurenberg gelegen woning overleden. Tot dusver was de orde der jezuieten in Beieren alleen te Regensburgen dan nog maar oogluikendtoegelaten. De aldaar gevestigde jezuieten hebben nu bevel gekregen om de stad en den Boven-Palts hinnen 3 dagen te verlaten; den 16 dezer moest aan dit bevel voldaan zijn. Slechts één pater, die te Regensburg te huis behoort, mag in die stad blijven wonen. Een ander lid der orde echter, een graaf von k ugger-Glóttberoept zich op de aan zijne familie ver leende standesherrlicherechten waaronder ook het recht behoort om in Duitschland verblijf te houden waar men wil Hoewel men getracht heeft den graaf te beduidendat de jezuietenwet geene uitzonderingen toelaat, moet bij verklaard hebben alleen voor geweld te zullen wijken. De Bairische Courier zegt van goederhand vernomen te hebben, dat de heer v. Gasser den 17 aan den Koning heeft medegedeeld, op welke personen hij voor het samenstellen van een nieuw ministerie het oog heeft gevestigd en met wie hij, indien Z.M. het goedkeurt, definitieve onderhandelingen zou kunnen aanknoopen. Hessen-Darmstadt. Er is een nieuw ministerie benoemd dat met in particularislischen geest is samengesteld. De ge heimraad Hojfmaan is benoemd tot minister van buit. zaken en tot president-minister; de heer v. Starck tot minister van bmn. zaken; de heer FempJJ tot minister van justitie. In het ministerie van financiën is geene verandering gekomen. De minister Lindelof en de staatsraad Frank Rodenstein zijn op pensioen gesteld. Elzas-Lotharingen. De onlangs door de jezuieten te Straatsburg ontruimde woning werd nog verscheidene dagen na hun vertrek met bloemen en kransen versierdtoen den 9 ook fransche vlaggetjes aangebracht waren, heeft de policie den 10 de geheele versiering verwijderd. Bij de verkiezingen tot aanvulling van den gemeenteraad te Metz zijn al de democratisck-fransckgezinde candidaten van den Cercle Littéraire et du Commerce verkozeneene in verzoenenden geest door de mairie opgestelde lijst heeft de volkomen nederlaag geleden. De bekende schrijver Edmond About is den 14 op zijn landhuis te Zabern't welk reeds 's nachts door infanterie omsingeld was. gevangen genomen en tusschen 4 gensdarmes naar Straatsburg gebracht. Ten gevolge eener plotselinge overstrooming in eene steen kolenmijn bij Herstal zijn 25 der 35 op dat oogenblik daar aanwezige werklieden omgekomen. Ged. Staten van Antwerpen hebben de in liberalen zin uitgevallen verkiezingen voor den gemeenteraad te Mechelen goedgekeurdhoewel onder verklaring, dat van feiten van pressiebedreigingen en omkooping gebleken was, doch niet talrijk genoeg om de verkiezingen nietig te maken. De ge meenteraad van Mechelen heeft tegen dit besluit geprotesteerd en verzekerd, dat de eenige der door Gedeputeerden gehoorde getuigedie zijne toen afgelegde verklaring in het openbaar leeft durven herhalen wegens laster door de rechtbank ver oordeeld is. De liberale bladen beweren, dat de pressie enz. waarvan de Gedeputeerden spreken, van de zijde der clerikale partij aangewend is. Ged. Staten zijn ten aanzien van het protest eenvoudig tot de orde van den dag overgegaan. De feesten te Gent hebben den 15 een aanvang genomen met de ontvangst der buitenlandsehe schutterswaarvan ruim 1000 uit Engeland waren overgekomen. De burge meester heeft hen in het raadhuis verwelkomd en achtereen volgens de engelsche, nederlandsche enzwitsersche schutters toegesproken. De geheele stad was in feestgewaad en overal zag men de belgische kleuren en wapenschilden met die der

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1872 | | pagina 1