No. 44. Vïerënzeveritigste Jaargang. 1872. Z O N D A G 3 NOVEMBER. #fftcicel ©cbccltc Spoorwegen. Jugczonben Stukken. ^(ab0-jjlicuu»6r. A A L K M A A II S 0 II E C 0 A T. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,GS, franco per post/ 0,S0, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen, naar aanleiding van art. 11 van het reglement be treffende de Kamers van Koophandel en Eabriekenvastge steld bij K.K. besluit van 9 November 1851 (Staatsblad No. 149) ter kennis van de belanghebbenden dat op Donderdag 7 November 1872, des morgens van 10 tot 1 ureten raadhuize der gemeente de verkiezing zal plaats hebben van drie leden voor de Kamer van Koophandel en Eabrieken alhier, in vervanging van de heeren H. J. Conijn, G. J. van Leeuwen en J. Vermeer, die als zoodanig met uit. December e.k., moeten aftredenterwijl de vasi gestelde lijst van kiesgeregtigden van af heden ter gemeente-secretarie, van des morgens 9 tot 2 ureter inzage voor de belanghebbenden is nedergelegd. Burgemeester en W ethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 1 October 1872. l)e Secretaris, NUHOUT van der VEEN. De navolgende personen worden opgeroepen zieh aan te melden ter gemeente-secretarie te Alkmaar, afdeeling bur gerlijke stand PETER BRANDSE CHRISTINA JANS van der HOEK, JAN van der OORD, PETRUS FLORENTIUS EIJBURG. Ter Gemeente-Secretarie liggen ter inzage de VOOR WAARDEN. waarop de Directie der Marine te Helder, op Vrijdag 15 November 1872, des voormiddags ten elf urebij inschrijving zal aanbestedenhet WASSCHEN en APPRETEREN van GOEDEREN, ten behoeve van het Marine-Hospitaal, aldaar, gedurende het jaar 1873. POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor handen het navolgende gevondene: een zilveren vingerhoed; een zilver lepeltjeeen boezelaareen gouden oorhanger; een onder stel van een goud kruisjeeen sleutel. POSTER IJ EN. De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR te ALKMAAR ziet zich verplicht, naar aanleiding van het bevinden van een' niet aangeteekenden brief, inhoudende eene geldswaarde van vier honderd guldenhet publiek weder in herinnering te brengendat van brieven of andere stukken, ter verzending in de brievenbus geworpen, volstrekt geene aanteekening wordt gehouden. In het belang dan van afzenders van brieven met gelds waardebeveelt hij ten zeerste de navolgende wijzen van verzekeren aanals Aanteekenen tegen 10 ets. vast recht Waarde verzekeren tegen 5 ets. voor elke vijftig gulden, en Overmaken van gelden door middel van postwissels - recht 5 ets. voor elke f 12,50. De Directeur voornoemd. GOUW E. MAILDIENST PER STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ „NEDERLAN D." Het vertrek van de Prins Hendrikis bepaald op 7 No vember e.k.; de daarmede te verzenden correspondentie moet uiterlijk den 6d's avonds "ten 9 u. 15 m. ter post bezorgd zijn. De Directeur van het Postkantoor te Alkmaar, GO W E. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 1". helft der maand October 1872. J. de LANGE, J. II. KRUI JEE, VERWAAIJEN SPRENGER, W. A HEERES de BOER, E. van LEEU WEN C. ZWART, Amsterdam; ANTJE HOLLANDER, Limtnen A. KAAIJ, NieuwediepG. LEER, Sappemeer. Van het hulpkantoor te Wogmm D. BOT, Noordscharwoude. Stoomen stoomenstoomen Vliegen langs de baan Die wil zitten droomen, Mag met paarden gaan. Moffen PolenRussen Zie ik in één week Zeil jij ondertussehen Heen en weer naar Snoek. Stoomen stoomenstoomen Snel door veld en bosch Over diepe stroomen Midden door de rots 1 Aangevuld de dalen 1 Bergen omgehakt 1 'k Ga een theeblad halen Van Chineesch verlakt, 't Is voor 't minst vijf en twintig jaar geleden, dat Beets ons met het prettig versje verraste, waarvan hier een paar coupletten zijn aangehaald. Toch ging het met dat stoomen in ons dierbaar vaderland niet bijster vlug. Stoombooten, ja, vervingen langza merhand de beurtschepen, trekschuiten en barges op onze rivieren en kanalen, en ook boven de Zuiderzee teekende zich aan den gezichteinder de zwarte rook uit de wijde schoorsteenpijpen in lange strepen tegen den hemel. Maar «bruggen over den oce aan" te slaan, neen, daaraan dacht men vooreerst niet, dat is het werk geworden van de beide laatste jaren. Trager nog ging het met de spoorwegen. Wel kwamen een paar lijnen tot stand, maar daarbij bleef het vooreerst, en hoeveel jaren moesten er verloopen, eer één dier lijnen tot over de grenzen werd doorgetrokkenom daar aan te sluiten aan een buiten- landschen spoorweg Wat had Nederland met spoorwegen te maken? vroeg men. Welk land ter wereld kan op zulke prachtige water wegen roemen Neen onze rivieren en kanalen dat waren de wegen van onzen handeldat onze natuurlijke middelen van gemeenschapen zouden wij nu millioenen gaan uitgeven om spoorwegen aan te leggenom misschien kostbare brug gen over onze waterwegen te slaan en ze daardoor te gelijk voor onze scheepvaart te bederven Dat nooit. En men bladerde in onze geschiedboekenen beriep zich op getuige nissen van menschendie lang dood en begraven waren, vóór de eerste locomotief snorde langs haar dubbel spoor. Men riep zelfs de getuigenissen van vreemdelingen in. Hoort toch, riep men zegevierend uit, wat een Engelsch reiziger uit de zeventiende eeuw over ons vaderland schrijft«De grond van de provincie Holland is vlak als een effen zee, en zoo water rijk, dat men zou gelooven dat, na een langen strijd tusschen land en waterwie van beiden Holland bezitten zouten laatste ieder de helft heeft bemachtigd. Want als men let op de groote rivieren en op het verbazend aantal kanalen en grachtendie niet slechts tot de groote steden maar tot bijna ieder dorp leidenmoet men erkennendat het water wel de helft van de provincie beslaat. De bevolking die in schuiten leeft komt dan ook zeker den bewoners van huizen in getal dicht nabij. En dit is één der grootste gemakken van den Hollandsehen handelen waarin geen ander land kan mee dingen omdat geen ander een zoo gelijken en zachten grond heeftwaarin men zouder moeite grachten en slootenzoo veel men wil, kan graven. De kosten van vervoer maken de waren duurhier trekt één paard zooveel goederen in één schuit voort als elders vijftig paarden op karren doen kunnen. Een nijver man reist hier zonder tijdverlies, want hij schrijft, eetslaaptterwijl hij in zijn trekschuit voortkomten de natuurlijke rijkdom van een land bestaat immers grootendeels in den werktijd der nijvere lieden." Ondanks al de zegeningen van de trekschuit en al onze prachtige waterwegen openbaarde zich de behoefte aan spoor wegwagons en ijzeren wegen steeds duidelijker, tot eindelijk de Staat besloot er in te voorzien, en op tien plaatsen te gelijk de arbeid aan het staatsspoorwegnet werd begonnen. De grootste rivieren en prachtigste kanalen werden over brugd, en bij de richting der spoorwegen werd er niet naar gevraagd, of er ook door een waterweg in de behoefte werd voorzien. Ook de Zeeuwsche stroomen konden de ijzeren baan niet keeren zelfs het Hollandsch Diep, meer een arm dan een rivier, moest een brug over zijn wateren dulden, en het «over den moerdijk" heeft opgehouden voor den Hol lander van den echten stempel de beteekenis te hebben van over de grenzen. Maar nu is 't werk dan ook weldra geëindigd; ons spoorwegnet snelt zijn voltooiing te gemoet, voor nieuwe, betere, rechtere, breedere waterwegen ten behoeve van onze beide groote koop steden wordt gezorgd, uit het Nieuwe Diep varen de schoone booten der Maatschappij Nederland door het kanaal van Suez regelrecht naar Batavia, uit Rotterdam, en weldra ook uit Vüssingen, stoomt men naar Noord-Amerika. Weldra zijn wij gereed. Gereed? Welk volk is in eenig opzicht gereedzoodat het werk voor goed kan gestaakt worden Wij althans met onze spoorwegen niet. Het gaat er mee als mét alle andere wegen. Leg een grooten harden weg aan en de zijtakken kunnen niet uitblijven. Waar spoorwegen zijnwordt het nuthet genothet gemak van den spoorweg eerst recht begrepen en gewaardeerden links en rechts wenscht men dezelfde voordeelen te genieten. Tal van ontwerpen in verschillende streken van ons land leveren daarvan het bewijs. Maar van al die ontwerpen komt be trekkelijk weinig tot stand. Particulieren deinzen voor die onderneming terug. Moet de Staat hier weer te hulp komen? J a hebben onlangs Vaderland en Handelsblad geantwoord. Ja. schijnt onze regeering te meenennu zij voorstellen aankondigt tot het bevorderen van den aanleg van werken van openbaar nut. En die aankondiging schijnt door de vertegenwoordiging gunstig te zijn ontvangen. En te recht. Spoorwegen zijn wegen, de wegen der negentiende eeuw, en welke regeering zou zich niet bekommeren om de mid delen van gemeenschap tusschen de verschillende deelen des lands! Volgt daaruit, dat ook deze spoorwegen door den Staat moeten worden gemaakt Nog niet. Als eenmaal de hoofdlijnen zijn aangelegdmag er in de eerste plaats op de hulp van provinciën en gemeenten worden gerekend tot aanvulling van het netwant dat er een net van spoorwegen vereischt wordtzal het land er de gewenschte vruchten van plukken, daarover schijnt men het thans vrij wei eens. Maar de Staat kan helpen en moet helpen, moet den aanleg be vorderen. Het voorbeeld door de beide genoemde bladen aangehaald omtrent den aanleg van een spoorweg tus schen Arnhem en Nijmegen, tot verbinding van de noorde lijke en zuidelijke provinciën aan onze oostelijke grenzen, is met juistheid gekozen. Voor de daartoe vereischte overbrug ging van Rijn en Waal behoort het Rijk te zorgen. Maar ook voor andere verbindingen kan met recht op ondersteuning van den Staat aanspraak worden gemaakt, en met. genoegen zal de Noord-Hollander hebben opgemerkt, dat ook de ont worpen Noord-Holl.-Eriescke spoorweg reeds de aandacht heeft getrokken. Op welke wijze zal de Staat zijn hulp verleenen? Die vraag dient een onderwerp van onderzoek eD gedaclitenwisseling uit te maken. Zou hierbij subsidie en deelneming van provin ciën en gemeenten, rente-garantie door den Staat niet in aan merking moeten komen? Wanneer men bedenkt, dat er op voordeelige en nadeelige lijnen te rekenen valt, kan die waar borg van rente voor den Staat geen groot bezwaar worden geacht. Wanneer de waarborg zooveel mogelijk naar vaste regelen werd verleendna onderzoek van de ontwerpen waar voor hij gevraagd wordtna toetsing der plannen aan zekere algemeene eischenzou wellicht de onpartijdigheid bij het verleenen der ondersteuning het best verzekerd worden. Toch zouden ook die algemeene regelen en vast te stellen eischen met voorzichtigheid omschreven behooren te wordenom geen beletselen te worden voor het tot stand komen van hoogst nuttige verbindingenwaarbij door bijzondere omstandighe den aan den algemeenen regel niet voldaan zou kunnen wor den. Zij mogen de regeering of de vertegenwoordiging niet beletten om daar te helpenwaar de hulp noodig en nuttig blijkten zoo blijft het nog de vraagof het niet het best zou zijn, als Minister en Kamers in elk bijzonder geval, na grondig onderzoek en voorlichting, naar bevind van za ken handelden. Laat er gezocht worden naar de beste wijze van ondersteuninggesproken en geschrevenberaadslaagd en getwist over den te volgen weg, maar moge geen verschil over den weg het bereiken van het doel verhinderen. Neder land is nog lang niet van spoorwegen vgrzadigd. Nog is de bede van Beets om met diens woorden dit opstel te eindigen gelijk het er mee begonnen is een bede van 183/ niet vervuld: «Komt! komt, heerlijke spoorwegen Daalt als een tralienet neder op onze provinciënwant «Dan eerst als de hollandsche natie, langs uwe gladde banen, dagelijks door elkander zal geschoten worden als een party weversspoelenzal er welvaart en bloei en leven en snelheid in ons dierbaar vaderland heerschen 1" W. v. d. K. Gedurende de laatste maanden werden omtrent de vooruitzichten op een Noord-llollniidscli-Fricsehe spoor wegverbindingvooral ten gevolge en naar aanleiding der pogingen, daartoe door de heeren Bloem e.s.; aan gewend, in de meeste onzer dagbladen dikwerf zoo vele en onduidelijke berichten gevonden, dat het wensohelijk schijnt de volgende inlichtingen te geven. In 1863 werd door het Comité voor genoemden spoorweg (verbinding van Leeuwarden langs Hoorn met Alkmaar en Amsterdam) een prospectus uitge geven en eene plaatselijke inschrijving geopend, doch de aanvankelijk gunstig geslaagde pogingen werden door den val der Algemeene Maatschappij van Han del en Nijverheid geheel verijdeld. Dat Comité is sedert immer werkzaam gebleven en in de toen aangenomen plannen voor den aan te leggen spoorweg isdoor de sedert vastgestelde richting van den Staats-spoorweg in Noord-Hol land alleen deze wijziging gebracht, dat de lijn te Purtnerend het Groot Noord-Hollandsch Kanaal zal overgaan, om te Zaandam aan den Staats-Spoorweg aan te komen en langs deze te A msterdam terwijl volgens het vroegere plan de lijn bezuiden Purmerend aan de oostzijde van het Noord-Hollandsch Kanaal zou zijn gebleven, en voor den overtocht van Buiksloot op Amsterdam van stoombooten zou zijn gebruik ge maakt. Het Comité hield op 3 Juni 1871 een vergadering waarin na kennisneming eener aan de leden inge diende memorie, besloten werd, dat het Comité zich op de in die memorie voorgestelde wijze tot de Regeering zou wenden, met verzoek om hernieuwing der reeds in 1864 verkregen bereidverklaring tot concessie doch vooraf een onderzoek zou instellen omtrent eene voorgestelde kapitaalsformatie. Gedurende dat on derzoek werd het bekend, dat door de heeren Bloem c.s., te Hoornaan de Regeering voorloopige concessie was gevraagd voor eene spoorwegverbinding van Amsterdam langs Purmerend en Hoorn tot Medem- blik en van Hindeloopen langs Workum, Bolsward en Sneek tot den Staats-spoorweg te Grouw, met stoouibootdienst van Medemblik tot Hindeloopen, met prioriteit tot den aanleg van een zijlijn van Hoorn naar Enkhuizen. Dat verzpek werd, even als dat om voorloopige con cessie in 1862 door het Comité ingediend, van de hand gewezendoch aan de heeren Bloem c.s. een termijn tot 31 December 1871 verleend tot voorbe reiding eenor onderneming en het opmaken van plaiis, met de verzekering, dat de Regeering binnen dien tijd aan geen ander concessie voor die of dergelijke ver binding zou verleenen. De Regeering bleef dus vol komen vrij in de goed- of afkeuring der eventueel in te dienen plannen en het al of niet verleenen der concessie. Toen op een der laatste dagen van December bij de Regeering de bedoelde plans nog niet waren inge komen, werd door het straks genoemde Comité tegen 16 Januari 1872 eene vergadering bepaald. Juist daags te voren werd aan de voornemens van de hee ren Bloem c.s. in de dagbladen publiciteit gegeven terwijl het bleek, dat door die heeren inmiddels van de Regeering verlenging van den gestelden termijn tol 1 Mei van dat jaar was verzocht en verkregen. Het Comité vermeende in dien stand der zaak op den ingeslagen weg te moeten voortgaan, en diende op den 20 Januari aan de Regeering het verzoek in om mededeelingder voorwaarden, waarop de Regeering genegen zou zijn aan het Comité concessie te verlee nen voor den aanleg en de exploitatie van een spoor weg, uitgaande van het station van den Staatsspoor weg te Leeuwarden, loopende langs Wijdum en Schar- negoutnm naar Sneek, van daar langs ijlst en Oudega, ombuigende kort langs Hindeloopen en Molkwerum, naar de haven van Stavorenvan die haven met een stoombootdienst verbonden met eene havente maken aan den vuurtoren aan de Ven, en van daar loopende door Enkbuizen langs de Streek naar Hoorn en van laatstgenoemde plaats 1°. door de gemeenten Avenhorn, Ursem en Heer Hugo waard, aansluitende aan den Staats-spoorweg te Alkmaar, 2°. door de Beemster, langs Purmerend en aldaar het (rroot Noord-IIollandsch Kanaal overstekende, door den Wijden Wörmer en over de Zaan bezui den de Kuilaansluitende aan den Staats-spoorweg te Zaandam en langs dezen naar Amsterdam. Tegen 1° Mei werd door de heeren Bloem c.s. nog maals een uitstel van zes maanden gevraagd en daar, volgens hunne mededeeling, een verzoek om subsidie in de toen aanstaande zomervergadering van de Staten der beide gewesten zou worden behandeld, besloot de Minister bun tot 1 Augustus 1872 uitstel te verleenen, terwijl inmiddels het voorloopig onderzoek der door het Lomite op 20 Januari gedane aanvraag en der daarbij overgelegde kaarten en plannen bij de Departemen ten van Algemeen Bestuur werd voortgezet. Het^ voormelde verzoek om subsidie aan de Provin ciale Staten van Friesland gaf aan Gedeputeerde Sta ten van dat gewest aanleiding om zich, zoowel tot het Comité als tot de heeren Bloem c.s., om inlich tingen te wenden. Het Comité besloot op eene^op 3 Juni gehouden vergadering, alvorens die inlichtingen te geven, po gingen in het werk te stellen om te beproeven of eene vereeniging van de heeren Bloem c.s. met het Comité mogelijk was, doch dit voorstel werd door deze van de hand gewezen. Tegen 1 Augustus werd door de heeren Bloem c.s. op nieuw een uitstel verzocht. Dat uitstel werd ge weigerd, doch tevens aan hen te kennen gegeven dat het onderzoek der door het Comité ingediende plannen nog niet was afgeloopen, en dat de Regeering dus volkomen bereid was om, indien de heeren Bloem c.s. vóór de te nemen beslissing der Regee ring hunne plannen inzonden in overweging te nemen aan welke der beide aanvragen in het algemeen be lang de voorkeur moest worden gegeven. De Minister die van de heeren Bloem c.s., naar ik vermeen, geene plans en zelfs geene juiste aan wijzing der door hen verlangde richting had ontvan gen heeft thansbij missieve van 20 October 1872, aan het meergenoemde Comité het concept gezonden der voorwaarden, waarop de Regeering bereid is de concessie voor de bovenomschreven spoorwegverbin ding aan het Comité te verleenen en, zoo ik mij niet bedrieg, van dat besluit aan de heeren Bloem c.s. mededeeling gedaan. Alkmaar, De Secretaris van het Comité voornoemd, l November 1872. COHEN STUART. De eerste volksvoorlezing van het departement der Maat- chappij tot Nut van 't Algemeen, op j.l. Dinsdag, is door een zeer talrijk publiek uit alle standen bijgewoond. De heer dr. T. C. Winkler, van Haarlemsprak over vuurspuwende bergen en heete bronnen en toonde aan dat eene bevredigende verklaring van deze natuurverschijnselen mogelijk iszonder dat men noodig heeft tot een centraalvuur in de aarde te besluiten. Betrouwbare berekeningen moesten veeleer doen aannemendat onze planeet naar het midden dichter wordt. Hij helderde zijne voordracht op door het doen werken van eene intermitteerende fontein en van een overeenkomstig de theorie van Bunsen nagebootsten gejyser; en hij eindigde haar door duidelijk te maken hoe onuitvoerlijk het graven is van een tunnel naar het middenpunt der aarde, zoodat men zich nooit door aanschouwing van den toestand aldaar zal kunnen ver gewissen. Door den heer Groenier werd vervolgens voor dragen „Wat ik in den spoorwagen zag en hoorde" van Cremer. Zoowel deze bijdrage als de verhandeling van den heer Winkler wekten in hooge mate de belangstelling op der aanwezigen, en gaven beide sprekers aanspraak op aller dank. In de Woensdag-avond gehouden vergadering van Plicht en Recht is langdurig discussie gevoerd over de vraair, ot de Yereeniging zieh zou bemoeien mot verkiezingen voor de Kamer van Koophandel. Door sommige leden word deze vraag; ontkennend beantwoord, op grond, dat de Kamer niet is eene gemeente-instelling, opgericht in haar belang, maar een adviseerend lichaam, bestemd om het Rijk, de pro vincie en de gemeente gevraagde en ongevraagde inlichtingen te verschaffendat zij wel over een gemeentebelang' kan adviseeren, maar dat zulks een gering onderdeel van haren werk kring isen dat elk dergelijk belang reeds kan besproken worden door de Vereenigingwelke zich geen resultaat kan voorstellen van hare bemoeiing met eene verkiezing van per sonen die geroepen zijn om hun advies te geven over niet vooraf te voorziene zaken, eene verkiezing waarbij het niet te doen is om eenige richting te doen zegevierendat de verkiezing is opgedragen aan bevoegden, wieu men het werk niet uit de handen mag nemen, en dat de Vereeniging vele leden teltdie geen handelaars zijn en daarom niet over de Kamer van Koophandel en hare samenstelling kunnen oor- deelendat menop dien weg voortgaandeook de verkie zingen voor Prov. Staten en Tweede Kamer als gemengde gemeente-aangelegenheden beschouwen en dus van Plicht en Recht eene kie^vereeniging maken zou. Door andere leden werd daartegen aangevoerd, dat de vestiging der Kamer inhare verkiezing door ingezetenen en harezij het niet uitsluitendebemoeiing met belangen der gemeente wel aan leiding gaven om de verkiezing harer leden ter harte te nemente meer omdat tot nu toe zich geen collegie voor die verkiezingen geïnteresseerd heeft en de verkozen perso nen als uit de lucht vallen; dat het, tot het verschaffen der

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1872 | | pagina 1