No. 50.
Vierenzeventig ste
Jaargang.
1872.
ZONDAG
15 DECEMBER.
#ffictcel (Bcbccltc
Het tegenwoordig Ministerie en zijn
voorganger met betrekking tot de
censusherziening.
SSlckclijfischc Berichten.
Duitschland.
IScI&'ïc.
Frankrijk.
ALKMAARSCSE COURANT.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O,GS, franco per post0,9» O,
afzonderlijke nommers 3 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
CERTIFICATEN VAN OORSPRONG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
roepen bij deze op alle personen, die in deze gemeente een
tak van nijverheid uitoefenenwaarvan de voortbrengselen
met certificaten van Nederlandscben oorsprong of bewerking
tegen een lager regt in Nederlandsch Indie kunnen worden
ingevoerdvoor zoover zij voornemens zijn om goederen ter
verzending naar Ned. Indie te vervaardigen of te bewerken,
omonder overlegging van een apchrift van hun patentblad
zich in de maand Januarij 1873 te laten plaatsen op de
daarvoor ter gemeente-secretarie gereed gemaakte lijst.
Aanvragen om certificaten door personen, niet op die lijst
vermeld of voor voortbrengselen blijkens die lijst door hen
gewoonlijk niet vervaardigd of bewerkt wordende, moeten
steeds voor den Kantonregter worden beëedigd, zoodat het
wenschelijk is aan de aangifte die geheel kosteloos isde
noodige uitbreiding te geven.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
10 Dec. 1872. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, 18 December 1872 des middags
ten 12 ure. Namens den Voorzitter van den Raad,
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de R helft der maand November 1872.
H. TOEPOEL, Amsterdam; J. MEINDERTS, Appinga-
dam; van BRAAKEL, Haarlem; J. MENSING, Obdam
F. HOLLMAN, Schagen; Mej. F. VRONE, Mej. M. VOL
DER, Wieringerwaard.
Elke Regeering is verantwoordelijk voor haar daden, voor
haar voorstellen en ontwerpen, onverschillig welke aanleiding
haar tot handelen dreef. Zoo moet ook het tegenwoordig
Ministerie verantwoordelijk gesteld worden voor het door
haar ingediende wetsontwerp tot herziening van den census,
want het is haar voorstelzij tracht zich dan ook geenszins
aan die verantwoordelijkheid te onttrekkendat zij dit on
derwerp thans in behandeling brengt, komt echter althans
voor een gelijk deel voor rekening van de Tweede Kamer,
voor haar de vertegenwoordigster der natie. Die Kamer
verlangt, en te recht, dat de Regeering nota neemt van de
door haar uitgesproken wenschen en zienswijzendaaraan
zoo het niet met haar overtuiging in strijd iszooveel mo
gelijk gevolg geeftin overleg met haar handelt. Indien nu
het Ministerie, na' de stellige verklaring van de meerderheid
der Kamer, had nagelaten de censusherziening op haar pro
gramma te zettenzou zij inderdaad voor dat lichaam niet
veel eerbied hebben getoond. Bovendien had het Kabinet
waarvan deze Regeering de opvolgster is, dit onderwerp
reeds aan de orde gesteld.
Nu is eenmaal bij de Grondwet als vermoeden voor
de bekwaamheidde geschiktheid als kiezer, nevens de
meerderjarigheidhet Nederlanderschap en het volle ge
not der burgerlijke en burgerschapsrechtenaangenomen
het betalen eener zekere som in de directe belastingenen
wel, volgens de blijkbare bedoeling van den grondwetgever,
in de directe rijksbelasting. Andere aanwijzingen of vermoe
dens kent de Grondwet nietop andere zaken n|ig dus de
gewone wetgever niet lettenhij mag de Grondwet niet
aanvullen en wijzigen. Dat dit zoo is, kau men met recht be
treuren maar zoolang de Grondwet in dit opzicht niet ver
anderd wordtbehoort men zich naar haar voorschrift te
regelen. In de betaling van zekere som in de directe rijks
belastingen heeft men als kenmerk van zekere gegoedheid
in 1818 een voldoend vermoeden meenen te vinden van een
genoegzame mate van belang, onafhankelijkheid en kennis
om kiezer te kunnen zijn. Die som moest echter in ver
schillende gemeenten verschillend zijnzou de maatstaf der
gegoedheid voor allen dezelfde wezen. Immers in een kleine
plattelandsgemeente betaalt de gegoede burger niet de helft
van de som die een ander van gelijken maatschappelijken
stand in een groote stad aan directe rijksbelasting betaalt.
Hoe volkrijker en welvarender alzoo de gemeentehoe
hooger er voor allenkleinen en grooten, deze belasting is
en hoe hooger in vergelijking met andere gemeenten de som
behoort te zijn waarvan de betaling voor de toelating als
kiezer gevorderd wordt. Tot nog toe verschilt zij dan ook van
112, dat te Amsterdam geëischt wordt om kiezer te kunnen
zijn, tot f 20, op welk bedrag de census in ruim 500 gemeen
ten is bepaald. Reeds sedert geruimen tijd had de overtuiging
veld gewonnen, dat dit verschil te groot was, en dat de census
in de groote steden verlaagd moest worden. Yrij algemeen
heeft men ingestemd met de slotsom van de inlichtingen, door
den Minister Thorbecke in de maand April van dit jaar aan
de Tweede Kamer verstrekt„Trekt men de berichten uit
de genoemde gemeentengroepeerende en onderling verge
lijkendebijeen, dan schijnt daarin wel grond om eene aan
merkelijke verlaging van haren tegenwoordigen census in
overweging te nemenzonder nog te vervallen in die klasse
van belastingschuldigen wier patentplichtigheid geen wezen
lijken titel noch waarborg geeft."
Is die slotsom juist, 'en die juisheid wordt niet betwist,
dan is daarmee de vraag reeds beantwoordwaarom en
waartoe censusherziening? Want dan wordt zij door de ei-
schen van recht en billijkheid gevorderd. Alle Nederlanders
moeten zooveel mogelijk ook in dit opzicht gelijk staan.
Dezelfde klasse van burgers die hier kiezers zijnmoeten
het ook elders wezen. Is het op de eene of andere wijze
gebleken en tot de kennis van Regeering en Vertegenwoor
diging gekomen dat er in dit opzicht ongelijkheid bestaat,
dan is er ook een voldoende reden aanwezig om den eensus
te herzien, opdat die ongelijkheid worde opgeheven. Daartoe
is geen aandrang noodig van hen die aanspraak op het kies
recht zouden kannen maken en zich verongelijkt zouden
kunnen gevoelen. De wetenschap alleen dat de ongelijkheid
bestaathet openlijk erkennen van dit feit in de tusschen
Regeering en Vertegenwoordiging gewisselde stukken legt
beiden de verplichting op om haar weg te nemenen dat
kan alleen geschieden door uitbreiding van hét kiezersper
soneel. Aan het ontnemen van het kiesrecht aan personen
die het reeds bezitten en hebben uitgeoefendkan niet ge
dacht worden. En waar men eenmaal begint de onge
lijkheid op te heffendaar kan men ook den maatregel niet
bepalen tot enkele groote gemeenten en halverwege blijven
stilstaandaar moet het een algemeen» maatregel worden.
Op dat standpunt had zich ook Thorbecke geplaatst. Hij
nam tot uitgangspunt de gemeentenwaar de census zoo
laag is gesteld als de Grondwet toelaat. In de andere ge
meenten behoort dus aan de ingezetenen die tot dezelfde
klasse gerekend kunnen worden als deze f 20 betalende
kiezerseveneens het kiesrecht gegeven te worden. «De
toestand van hen" schreef Thorbecke «die thansom
kiezer voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten te
zijnniet meer dan f 20 behoeven te betalen, kan een maat
staf wezen voor hetgeen de gesteldheid in de overige plaatsen
verdraagt. Hoe hoog zijn dan elders diegenen aangeslagen,
die met de 20 betalende kiezers op gelijken trap van maat
schappelijke. materiëele en intellectuëele zelfstandigheid geacht
mogen worden te staan?" En verder: «Waar dus de census
zoo hoog isdat hij een laag of klasse der burgerijeven
bekwaam als die elders 20 betalen, uitsluit, daar moet hij
dalen." Te Apeldoornte Winterswijk te Zwartsluis
te Roermond en te Boxmeer b.v. zijn alle meerderjarige
Nederlanders die in het vole genot hunner burgerlijke en
burgerschapsrechten zijn en 20 in de directe rijksbelasting
betalenals kiezers ingeschreven. Hoeveel betalen nu de
personen die op denzelfden trap van maatschappelijke zelf
standigheid staande menschen dus van dezelfde klasse te
Amsterdamte Utrechtte Arnhem te Hoorn en te Alk
maar Op dat bedrag behoort dan de census in die ver
schillende steden gesteld te worden. Dat zal te Amsterdam
het meestete Hoorn en te Alkmaar het minste zijn.
Heeft het tegenwoordig Ministerie een anderen maatstaf
aangenomen of een anderen weg ingeslagen Men beweert
het. Dit Ministeriezegt men gebruikt dezelfde woorden
als Thorbeckemaar inderdaad verschilt haar stelsel hemel
breed van het zijne. «Aan Thorbecke" leest men in de
N. Rott. Cl. is de census bijzaak, bekwaamheid hoofdzaak.
De bestaande minimum-census dient hem als uitgangs
punt tot een geheel vrij onderzoek naar de plaatselijke ge
steldheid der burgerij die thans van het kiesrecht is uitge
sloten. Niet de verlaging als verlaging beoogt hij. Deze
toch is het zich noemend «beginsel" van hen, die, om welke
reden dan ook, op het element van bekwaamheid met gering
schatting neerzien. (Zijn er zoo Dan alleen acht hij ver
laging plicht, wanneer de hoogte van den census een beletsel
is voor groepen burgerstot kiezen geschikt. Dan alleen
maar dan ook onmiddellijk, wijke het beletsel en dale de census.
Is die voorstelling juist? Ja en neen. Bekwaamheid was
bij Thorbecke hoofdzaak; ongetwijfeld, maar het kenmerk daar
van vond ook hij in de som die in de directe belasting wordt
betaald. Hij nam aan, dat de kiezers die thans niet meer dan
20 betalen, genoegzaam bekwaam zijn. Naar die bekwaamheid
deed hij geen onderzoek. Om de ongelijkheid weg te nemen,
nam hij de bekwaamheid der f 20 betalende kiezers een
voudig tot maatstaf om er de bekwaamheid der anderen mee
te meten. Of die maatstaf juist isof de bekwaamheid der
20 betalenden voldoende iswerd niet opzettelijk onder
zocht. De ondervinding schijnt aangetoond te hebbendat
aan deze kiezers in den regel de noodige bekwaamheid niet
kan worden betwist. De vraag is nu maar: hoeveel betalen
in andere gemeenten de ingezetenen, die geacht kunnen wor
den met deze liezers op gelijken trap van maatschappelijke,
materiëele en intellectueele zelfstandigheid te staan Waar
de census toch zoo hoog isdat hij een laag of klasse van
burgerseveh bekwaam als die elders f 20 betalenvan de
kiesbevoegdheid uitsluitdaar moet hij dalen. De taak van
den hervormer zou dus volgens Thorbecke bestaan in het
aanwijzen van die klassen van burgersdie geacht kunnen
worden althans even bekwaam te zijn als de kiezers die niet
meer dan f 20 betalen. En hoe zou hij dat doen Door
inderdaad een onderzoek in te stellen naar hun bekwaam
heidnaar hun intellectueele, materiëele en maatschappelijke
zelfstandigheid Zou er b. v. gevraagd worden een omschrij
ving of liever een schatting van deze hoedanigheden bij de
f 20 betalende kiezers te Boxmeerte Roermond, te Zwart
sluis teWinterswijk en te Apeldoorn? En zou vervolgens
gevraagd worden: hoeveel betalen te Amsterdam, te Utrecht,
te Alkmaar en te Hoorn de ingezetenen die deze hoedanig
heden in dezelfde mate bezitten P Zoo iets is uit de woor
den van Thorbecke niet op te maken. Van een rechtstreeksch
onderzoek naar bekwaamheid naar maatschappelijke mate
riëele en intellectueele zelfstandigheid kon toch wel geen
sprake zijndaarop wordt ook niet gedoeld. Ook hier zou
men zich tot vermoedens moeten bepalenen die moéten
vindenals steedsin den uiterlijken staat. De aangehaalde
woorden van Thorbecke geven grond om aan te nemen, dat
de onderlinge vergelijking op deze wijze zou plaats hebben:
de f 20 betalende kiezers te Boxmeer leven op zoodanigen
voetbelmoren tot deze maatschappelijke klassebewonen
huizen van zooveel huurwaardehoeveel betaalt te Amster
dam enz. de klasse van burgers die in die opzichten met hen
gelijk staan
Ons tegenwoordig Ministerie redeneert op dezelfde wijze,
en wijst voor de onderlinge vergelijking tusschen de verschil
lende gemeenten op de onzuivere huurwaarde der gebouwde
eigendommen. Is dat verkeerd Gegoedheidzichtbaar in
den uiterlijken staat die gevoerd wordtmoet nu eenmaal als
vermoeden van bekwaamheid dienen. Bij de beoordeeïing
dier gegoedheid ziet men gewoonlijk allereerst naar het huis
dat bewoond wordt. Wil men nu onderlinge vergelijkingen
maken tusschen de verschillende stedenwat ligt dan meer
voor de handdan te letten op het verschil in huurwaarde
van dezelfde soort van gebouwen 'J
Verschil van beginsel, van uitgangspunt, van maatstaf bij
de beoordeeling en van gemeene maat bij de onderlinge ver
gelijking schijnt er tusschen dezen Minister en zijn voorganger
niet te bestaan. De Memorie van Toelichting bij het wets
ontwerp gevoegd is zeker zeer kort. De eigenlijke toelichting
zal gevonden moeten worden in de laatstelijk medegedeelde
stukken. Alleen zij die daarvan inzage bekomenkunnen
over de nieuwe tabel, of juister over het nieuwe artikel in
de kieswet dat de bestaande, tabel moet vervangen, een oor
deel vellen. W. v. d. K.
Pruisen. Het Heerenhuis is den 5 weder bijeengekomen en
heeft de kreitswet niet naar eene commissie verzonden, maar
besloten haar onmiddelijk in eene plenaire zitting te behan-
ielen. In de tweede zitting hebben de woordvoerders der
feudale partij de regeering scherp aangevallen en haar on
dankbaarheid jegens het Huis verweten. Graaf Munster, de
aanvoerder der zoogenaamde nieuwe fractieheeft daarente
gen de verklaring afgelegd, dat hij en zijne vrienden het
ontwerp ongeamendeerd ter aanneming aanbevolen. De mi
nister van binnenl. zaken heeft de noodzakelijkheid doen
uitkomen om de onveranderde aanneming van bet ontwerp
door de benoeming van een aantal nieuwe leden t6 verze
keren. Het wasz.i., niet meer dan eene phrase, wanneer
de rechterzijde de aanneming van het ontwerp als het begin
eener omwenteling kenschetste. De groote meerderheid der
bevolking was voor de wet gestemd en deze wet zelve was
niet, gelijk hare tegenstanders beweerden de nekslag voor
het conservatismemaar het eerste nieuw leven wekkende
begin van binnenlandsche hervorming. In de derde zitting is
een door de feudale partij op art. 8 voorgesteld amendement
door den minister onaannemelijk verklaard en met 114 tegen
87 st. verworpen, en heeft de oppositie daarop al hare amen
dementen ingetrokken en verklaard niet langer aan de dis-
cussiën deel te zullen nemen, welke verklaring met levendige
bijvalsbetuigingen werd begroet. Den 9 is de wet bij eind
stemming met 116 tegen 91 st. aangenomen, nadat de mi
nister van binn. zaken haar nogmaals krachtig verdedigd had,
als zijnde liberaal zonder dat door haar eenig conservatief
beginsel wordt aangetast.
De heer v. Frankenberg-Ludwigsdorf, het oudste lid van
het Huis, had zich schriftelijk tot den Koning gewend met
het verzoek om het verderfelijke ontwerp geen wet te doen
worden, maar Z. M. had hem in een 8 bladzijden langen
brief geantwoord, dat hij van de noodzakelijkheid van de
aanneming der wet overtuigd bleef, en daartoe de medewer
king van den heer v. Frankenberg en diens vrienden inriep,
onder opmerkingdat eveneensmaar ten onrechtevan de
door de ministers Stem en Ilardenlerg voorgestelde hervor
mingen de ondergang van het grondbezit en het verderf van
den Staat voorspeld was.
Op het eatholieke gedeelte der begraafplaats van het gar
nizoen te Berlijn is, tot aandenkenMer aldaar bezweken 63
fransche krijgsgevangenen een groot steenen kruis geplaatst
en dezer dagen in tegenwoordigheid van den franschen am
bassadeur en van de gezamenlijke te Berlijn aanwezige fran
schen ingewijd.
De directie der Pruisische Bank heeft eene lijst opgesteld
der firma sdie een al te groot aandeel aan de oprichting
der in den laatsten tijd als paddestoelen uit den grond ge
schoten vennootschappen genomen hebbenen zal geene
wissels disconteerenwaarop de naam van eene der op die
lijst staande firma's voorkomt.
De minister van oorlog, genl. v. Roon, heeft een langdurig
verlof bekomen. De Kreuz-Zeitung beweert, dat hij zijn
ontslag genomen beeft.
Wegens het houden van eene godsdienstoefening, waarin
de catholiejie Kerk in de provincie Posen opgedragen is aan
de bescherming van het allersiisseste Herz Jesu,» zijn in de
geheele provincie Posen de aan den Staat behoorende catho-
ieke kerkgebouwen gesloten. Wegens aflezing van den laat
sten herderlijken brief van den bisschop Ledochowski, waarin
tot verzet tegen de regeering werd aangespoordzijn reeds
onderscheidene geestelijken en leeraars in verhoor genomen.
Elzas-Lotharingen. Volgens de Provincial Correspondenz
zijn de dienstplichtigen overal in vrooiijken optocht, dikwijls
met muziek en duitsche vlaggen, opgekomen. Voor de com-
missiën zijn 7454 dienstplichtigen verschenen, van welke 3392
dadelijk goedgekeurd, doch 553 daarvan wegens huiselijke
omstandigheden voorloopig vrijgesteld zijn. Ook heeft zich
een groot aantal vrijwilligers, vooral voor drie- en vierjarige
dienstaangemeld.
Den 5 heeft de Kamer van Afgevaardigden het budjet der
middelen voor 1873, ten bedrage van 205J miljoen en
alzoo 17 miljoen meer dan dat der loopende dienst met
nagenoeg alg. st. aangenomen.
De minister van financiën heeft bij de Kamer eene wets-
voordracht ingediend om het restant der 3 p.c. schuldten
bedrage van 5* miljoen, reeds nu aftelossen, waartoe de staat
der schatkist de gelegenheid aanbiedt.
De door eatholieke kapitalisten te Brussel opgerichte en
tot dus ver een onbeperkt vertrouwen genietende Banque de
1' Union te Brussel üeeft aanvraag gedaan om hare betalingen
te schorsen. Men verzekert) dat de operatiën van eene der
succursalen aanleiding tot deze ongelegenheid hebben gegeven.
Van regeeringswege is aan de dagbladen medegedeelddat
men wil pogen de zaken gaande te houden en dat men het
reeds zeker kan achtendat de schuldeischers niets te kort
zullen komen zullen komen. Op verzoek van het hoofdbe
stuur der Bank zijn eenige bestuurders der antwerpsehe suc
cursale voorloopig in heclit.enis genomen. De aandeelen zijn
van 650 tot 450 fr. gedaald.
Bij de begrafenis van den gentsriien hoogleeraar Allard
hebben de rector en de professoren der universiteit de be
graafplaats verlaten toen de student iCrayon, uit naam zijner
mede-studenten in de rechten, die de solidaristische richting
zijn toegedaan eene rede wilde uitspreken. 280 Studenten
hebben tegen deze handelwijze geprotesteerd, met verklaring,
dat zij zich zoolang van het betoonen van alle eerbewijzen
en van blijken van burgerlijke beleefdheid jegens hunnedo
centen zullen onthouden, totdat zij genoegdoening wegens de
hun aangedane openbare beleediging zullen hebben erlangd.
De minister van oorlog, genl. Gmllaumeis op zijn verzoek
ontslagen.
De minister van buit. zaken heeft, als waarnemend minis
ter van oorlogin de Kamer medegedeelddat het contin
gent op 12000 man bepaald zal blijvendat de regeering
besloten heeft de militiewet van 1870 in de hoofdzaak, en
derhalve ook in de plaatsvervanging, te behouden, en de
van 1868 dagteekenende leger-organisatieals voldoende, te
handhaven. De genl. Guillaume was afgetreden omdat hij de
afschaffing der plaatsvervanging noodig achtte en met deze
meening in het Kabinet alleen stond.
De voor officieus doorgaande Correspondance Universelle
verzekert ten stelligste dat uit Chislehurst aan de hoofden
der imperialistische partij last is gezonden om de tot dusver
door hen in acht genomen onzijdige houding jegens de re
geering te laten varen en met de uiterste rechterzijde in ver-
Dond te treden.
Op aandrang der clerikale partij is een policie-commissaris
te Nantes naar aanleiding der ongeregeldheden bij de terug
komst der processie van Lourdesuit zijne betrekking ont
slagen. De gemeenteraad heeft hem een pensioen van 1000
fr. toegelegd.
Den 3 is op de parijsche begraafplaats Montmartre, ter
eere van den op 3 Dec. 1851 bij de verdediging van recht
en wet gevallen Volksvertegenwoordiger Alph. Baudin, een
gedenkteeken ingewijdbekostigd uit de zooveel geruehts
gemaakt hebbende inschrijvingen uit den laatsten tijd yan
het Keizerrijk.
Uit het geheele Rijk ontvangt men berichten van hoogen
waterstand, doorbraken en overstroomingen der rivieren. Te
Nantes staat het geheele lage gedeelte der stad onderwater,
te Parijs zijn verscheidene bruggen onder het water bedol
ven te Noyers (Beneden-Alpen) hebben ten gevolge der
aanhoudende regens verzakkingen van groote uitgestrektheden
grond plaats gehadwaardoor verscheidene gehuchten ver
woest zijn. Op de westelijke kusten hebben sedert het be
gin van November dagelijks schipbreuken plaats.
Aan ^de Afgevaardigden is rondgedeeld het eerste deel
(bijna 700 blz. druks) der parlementaire enquête ter zake
der handelingen van het Gouvernement der Nationale Defensie.
Een te Nieuw-York gevestigd comité* van fransehe dames
heeft ruim 200000 fr. ter bevrijding van den franscben grond
ingezamelden bij de toezending daarvan aan den heer
Thiers, hem voorgesteld om, nu de gelden tot kwijting der
oorlogsschuld door de groote leening verkregen wordenbe
doeld bedrag voor de uitgeweken elzassers en lotharingers
te bestemmen. De President heeft zich met dit voorstel veree-
nigd en de gift ter beschikking gesteld der door graaf
d Haussonville gepresideerde Maiatschappij tot bescherming
der uitgewekenen.
Le Siècle zegtdat de heer Thiers een adres ontvangen
beeft van een aantal voorname londensche handelaren, waarin
de hoop wordt uitgedrukt, dat diens gouvernement, in
't welk de onderteekenareu een hechten steun zien voor de
belangen der beide natiën, bevestigd moge worden.
De adres-beweging, niet alleen van gemeenteraden en an
dere corporation maar ook van particulieren, is na de inter
pellatie- Prax-Paris nog aanmerkelijk toegenomen. Le Siècle
raadt, als eenig middel om uit den tegenwoordigen toestand
te geraken, een algemeen petitionnement, de ontbinding der
Nat. Vergadering vragende, aan. De conservatieve organen
zijn over dezen raad heftig vertoornd, noemen zoodanig pe
titionnement onwettig, en de aansporing daartoe gelijkstaande
met de handelwijze van een buitenlandschen vijand en straf
baar met deportatie.
De zucht tot toenaderingden 5 in de afdeelingen der Nat.
Vergadering geblekenheeft de regeeriug bewogen tot aanvul
ling van het kabinetalvorens een volledig votum van vertrou
wen in den President en diens staatkunde was uitgebracht, en
wel door benoemingen die de conservatieve meerderheid welge
vallig moeten zijn. Het Journal Officiel van den 8 kondigde de
volgende aan tot minister yan binn. zaken als opvolger van
den heer Lefraucde minister van financiën Goulard, tot
minister van financiën de prefect der Seine Leon Sag, tot
minister van openbare werken de heer de Fourtou, tot pre
fect der Seine de heer Calmononder-secretaris van staat bij
het departement van binn. zaken. De verwijdering van de
zen republikein uit het ministerie mag eene belangrijke con
cessie aan de couservatieven genoemd worden. De heer de
Fourtou behoort tot de gematigdste fractie van het linker
centrum de heer Sag alleen is een zuiver voorstander der
conservatieve republiektevens is hij een verklaard voor
stander van den vrijen handel.
Ook het orgaan van het Presidentschap le Bien Public
doet uitkomen dat de benoemingen bovenal een karakter
van bevrediging hebbenzonder dat zij eene verandering in
de staatkunde der regeering aanduiden, dewijl de verkozenen,
tot welke partijen ook behoorende, het gouvernement oprech-
telijk ondersteund hebben.
De gematigde organen der behoudende partij zijn door de
kabinetswijziging alleszins bevredigd, de organen der uiterste
rechterzijde echter niet. L'Univers drijft er zelfs den spot mede.