No. 50. Vierenzeventig ste Jaargang. 1872. ZONDAG 15 DECEMBER. #ffictcel (Bcbccltc Het tegenwoordig Ministerie en zijn voorganger met betrekking tot de censusherziening. SSlckclijfischc Berichten. Duitschland. IScI&'ïc. Frankrijk. ALKMAARSCSE COURANT. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O,GS, franco per post0,9» O, afzonderlijke nommers 3 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. CERTIFICATEN VAN OORSPRONG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR roepen bij deze op alle personen, die in deze gemeente een tak van nijverheid uitoefenenwaarvan de voortbrengselen met certificaten van Nederlandscben oorsprong of bewerking tegen een lager regt in Nederlandsch Indie kunnen worden ingevoerdvoor zoover zij voornemens zijn om goederen ter verzending naar Ned. Indie te vervaardigen of te bewerken, omonder overlegging van een apchrift van hun patentblad zich in de maand Januarij 1873 te laten plaatsen op de daarvoor ter gemeente-secretarie gereed gemaakte lijst. Aanvragen om certificaten door personen, niet op die lijst vermeld of voor voortbrengselen blijkens die lijst door hen gewoonlijk niet vervaardigd of bewerkt wordende, moeten steeds voor den Kantonregter worden beëedigd, zoodat het wenschelijk is aan de aangifte die geheel kosteloos isde noodige uitbreiding te geven. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 Dec. 1872. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, 18 December 1872 des middags ten 12 ure. Namens den Voorzitter van den Raad, NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de R helft der maand November 1872. H. TOEPOEL, Amsterdam; J. MEINDERTS, Appinga- dam; van BRAAKEL, Haarlem; J. MENSING, Obdam F. HOLLMAN, Schagen; Mej. F. VRONE, Mej. M. VOL DER, Wieringerwaard. Elke Regeering is verantwoordelijk voor haar daden, voor haar voorstellen en ontwerpen, onverschillig welke aanleiding haar tot handelen dreef. Zoo moet ook het tegenwoordig Ministerie verantwoordelijk gesteld worden voor het door haar ingediende wetsontwerp tot herziening van den census, want het is haar voorstelzij tracht zich dan ook geenszins aan die verantwoordelijkheid te onttrekkendat zij dit on derwerp thans in behandeling brengt, komt echter althans voor een gelijk deel voor rekening van de Tweede Kamer, voor haar de vertegenwoordigster der natie. Die Kamer verlangt, en te recht, dat de Regeering nota neemt van de door haar uitgesproken wenschen en zienswijzendaaraan zoo het niet met haar overtuiging in strijd iszooveel mo gelijk gevolg geeftin overleg met haar handelt. Indien nu het Ministerie, na' de stellige verklaring van de meerderheid der Kamer, had nagelaten de censusherziening op haar pro gramma te zettenzou zij inderdaad voor dat lichaam niet veel eerbied hebben getoond. Bovendien had het Kabinet waarvan deze Regeering de opvolgster is, dit onderwerp reeds aan de orde gesteld. Nu is eenmaal bij de Grondwet als vermoeden voor de bekwaamheidde geschiktheid als kiezer, nevens de meerderjarigheidhet Nederlanderschap en het volle ge not der burgerlijke en burgerschapsrechtenaangenomen het betalen eener zekere som in de directe belastingenen wel, volgens de blijkbare bedoeling van den grondwetgever, in de directe rijksbelasting. Andere aanwijzingen of vermoe dens kent de Grondwet nietop andere zaken n|ig dus de gewone wetgever niet lettenhij mag de Grondwet niet aanvullen en wijzigen. Dat dit zoo is, kau men met recht be treuren maar zoolang de Grondwet in dit opzicht niet ver anderd wordtbehoort men zich naar haar voorschrift te regelen. In de betaling van zekere som in de directe rijks belastingen heeft men als kenmerk van zekere gegoedheid in 1818 een voldoend vermoeden meenen te vinden van een genoegzame mate van belang, onafhankelijkheid en kennis om kiezer te kunnen zijn. Die som moest echter in ver schillende gemeenten verschillend zijnzou de maatstaf der gegoedheid voor allen dezelfde wezen. Immers in een kleine plattelandsgemeente betaalt de gegoede burger niet de helft van de som die een ander van gelijken maatschappelijken stand in een groote stad aan directe rijksbelasting betaalt. Hoe volkrijker en welvarender alzoo de gemeentehoe hooger er voor allenkleinen en grooten, deze belasting is en hoe hooger in vergelijking met andere gemeenten de som behoort te zijn waarvan de betaling voor de toelating als kiezer gevorderd wordt. Tot nog toe verschilt zij dan ook van 112, dat te Amsterdam geëischt wordt om kiezer te kunnen zijn, tot f 20, op welk bedrag de census in ruim 500 gemeen ten is bepaald. Reeds sedert geruimen tijd had de overtuiging veld gewonnen, dat dit verschil te groot was, en dat de census in de groote steden verlaagd moest worden. Yrij algemeen heeft men ingestemd met de slotsom van de inlichtingen, door den Minister Thorbecke in de maand April van dit jaar aan de Tweede Kamer verstrekt„Trekt men de berichten uit de genoemde gemeentengroepeerende en onderling verge lijkendebijeen, dan schijnt daarin wel grond om eene aan merkelijke verlaging van haren tegenwoordigen census in overweging te nemenzonder nog te vervallen in die klasse van belastingschuldigen wier patentplichtigheid geen wezen lijken titel noch waarborg geeft." Is die slotsom juist, 'en die juisheid wordt niet betwist, dan is daarmee de vraag reeds beantwoordwaarom en waartoe censusherziening? Want dan wordt zij door de ei- schen van recht en billijkheid gevorderd. Alle Nederlanders moeten zooveel mogelijk ook in dit opzicht gelijk staan. Dezelfde klasse van burgers die hier kiezers zijnmoeten het ook elders wezen. Is het op de eene of andere wijze gebleken en tot de kennis van Regeering en Vertegenwoor diging gekomen dat er in dit opzicht ongelijkheid bestaat, dan is er ook een voldoende reden aanwezig om den eensus te herzien, opdat die ongelijkheid worde opgeheven. Daartoe is geen aandrang noodig van hen die aanspraak op het kies recht zouden kannen maken en zich verongelijkt zouden kunnen gevoelen. De wetenschap alleen dat de ongelijkheid bestaathet openlijk erkennen van dit feit in de tusschen Regeering en Vertegenwoordiging gewisselde stukken legt beiden de verplichting op om haar weg te nemenen dat kan alleen geschieden door uitbreiding van hét kiezersper soneel. Aan het ontnemen van het kiesrecht aan personen die het reeds bezitten en hebben uitgeoefendkan niet ge dacht worden. En waar men eenmaal begint de onge lijkheid op te heffendaar kan men ook den maatregel niet bepalen tot enkele groote gemeenten en halverwege blijven stilstaandaar moet het een algemeen» maatregel worden. Op dat standpunt had zich ook Thorbecke geplaatst. Hij nam tot uitgangspunt de gemeentenwaar de census zoo laag is gesteld als de Grondwet toelaat. In de andere ge meenten behoort dus aan de ingezetenen die tot dezelfde klasse gerekend kunnen worden als deze f 20 betalende kiezerseveneens het kiesrecht gegeven te worden. «De toestand van hen" schreef Thorbecke «die thansom kiezer voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten te zijnniet meer dan f 20 behoeven te betalen, kan een maat staf wezen voor hetgeen de gesteldheid in de overige plaatsen verdraagt. Hoe hoog zijn dan elders diegenen aangeslagen, die met de 20 betalende kiezers op gelijken trap van maat schappelijke. materiëele en intellectuëele zelfstandigheid geacht mogen worden te staan?" En verder: «Waar dus de census zoo hoog isdat hij een laag of klasse der burgerijeven bekwaam als die elders 20 betalen, uitsluit, daar moet hij dalen." Te Apeldoornte Winterswijk te Zwartsluis te Roermond en te Boxmeer b.v. zijn alle meerderjarige Nederlanders die in het vole genot hunner burgerlijke en burgerschapsrechten zijn en 20 in de directe rijksbelasting betalenals kiezers ingeschreven. Hoeveel betalen nu de personen die op denzelfden trap van maatschappelijke zelf standigheid staande menschen dus van dezelfde klasse te Amsterdamte Utrechtte Arnhem te Hoorn en te Alk maar Op dat bedrag behoort dan de census in die ver schillende steden gesteld te worden. Dat zal te Amsterdam het meestete Hoorn en te Alkmaar het minste zijn. Heeft het tegenwoordig Ministerie een anderen maatstaf aangenomen of een anderen weg ingeslagen Men beweert het. Dit Ministeriezegt men gebruikt dezelfde woorden als Thorbeckemaar inderdaad verschilt haar stelsel hemel breed van het zijne. «Aan Thorbecke" leest men in de N. Rott. Cl. is de census bijzaak, bekwaamheid hoofdzaak. De bestaande minimum-census dient hem als uitgangs punt tot een geheel vrij onderzoek naar de plaatselijke ge steldheid der burgerij die thans van het kiesrecht is uitge sloten. Niet de verlaging als verlaging beoogt hij. Deze toch is het zich noemend «beginsel" van hen, die, om welke reden dan ook, op het element van bekwaamheid met gering schatting neerzien. (Zijn er zoo Dan alleen acht hij ver laging plicht, wanneer de hoogte van den census een beletsel is voor groepen burgerstot kiezen geschikt. Dan alleen maar dan ook onmiddellijk, wijke het beletsel en dale de census. Is die voorstelling juist? Ja en neen. Bekwaamheid was bij Thorbecke hoofdzaak; ongetwijfeld, maar het kenmerk daar van vond ook hij in de som die in de directe belasting wordt betaald. Hij nam aan, dat de kiezers die thans niet meer dan 20 betalen, genoegzaam bekwaam zijn. Naar die bekwaamheid deed hij geen onderzoek. Om de ongelijkheid weg te nemen, nam hij de bekwaamheid der f 20 betalende kiezers een voudig tot maatstaf om er de bekwaamheid der anderen mee te meten. Of die maatstaf juist isof de bekwaamheid der 20 betalenden voldoende iswerd niet opzettelijk onder zocht. De ondervinding schijnt aangetoond te hebbendat aan deze kiezers in den regel de noodige bekwaamheid niet kan worden betwist. De vraag is nu maar: hoeveel betalen in andere gemeenten de ingezetenen, die geacht kunnen wor den met deze liezers op gelijken trap van maatschappelijke, materiëele en intellectueele zelfstandigheid te staan Waar de census toch zoo hoog isdat hij een laag of klasse van burgerseveh bekwaam als die elders f 20 betalenvan de kiesbevoegdheid uitsluitdaar moet hij dalen. De taak van den hervormer zou dus volgens Thorbecke bestaan in het aanwijzen van die klassen van burgersdie geacht kunnen worden althans even bekwaam te zijn als de kiezers die niet meer dan f 20 betalen. En hoe zou hij dat doen Door inderdaad een onderzoek in te stellen naar hun bekwaam heidnaar hun intellectueele, materiëele en maatschappelijke zelfstandigheid Zou er b. v. gevraagd worden een omschrij ving of liever een schatting van deze hoedanigheden bij de f 20 betalende kiezers te Boxmeerte Roermond, te Zwart sluis teWinterswijk en te Apeldoorn? En zou vervolgens gevraagd worden: hoeveel betalen te Amsterdam, te Utrecht, te Alkmaar en te Hoorn de ingezetenen die deze hoedanig heden in dezelfde mate bezitten P Zoo iets is uit de woor den van Thorbecke niet op te maken. Van een rechtstreeksch onderzoek naar bekwaamheid naar maatschappelijke mate riëele en intellectueele zelfstandigheid kon toch wel geen sprake zijndaarop wordt ook niet gedoeld. Ook hier zou men zich tot vermoedens moeten bepalenen die moéten vindenals steedsin den uiterlijken staat. De aangehaalde woorden van Thorbecke geven grond om aan te nemen, dat de onderlinge vergelijking op deze wijze zou plaats hebben: de f 20 betalende kiezers te Boxmeer leven op zoodanigen voetbelmoren tot deze maatschappelijke klassebewonen huizen van zooveel huurwaardehoeveel betaalt te Amster dam enz. de klasse van burgers die in die opzichten met hen gelijk staan Ons tegenwoordig Ministerie redeneert op dezelfde wijze, en wijst voor de onderlinge vergelijking tusschen de verschil lende gemeenten op de onzuivere huurwaarde der gebouwde eigendommen. Is dat verkeerd Gegoedheidzichtbaar in den uiterlijken staat die gevoerd wordtmoet nu eenmaal als vermoeden van bekwaamheid dienen. Bij de beoordeeïing dier gegoedheid ziet men gewoonlijk allereerst naar het huis dat bewoond wordt. Wil men nu onderlinge vergelijkingen maken tusschen de verschillende stedenwat ligt dan meer voor de handdan te letten op het verschil in huurwaarde van dezelfde soort van gebouwen 'J Verschil van beginsel, van uitgangspunt, van maatstaf bij de beoordeeling en van gemeene maat bij de onderlinge ver gelijking schijnt er tusschen dezen Minister en zijn voorganger niet te bestaan. De Memorie van Toelichting bij het wets ontwerp gevoegd is zeker zeer kort. De eigenlijke toelichting zal gevonden moeten worden in de laatstelijk medegedeelde stukken. Alleen zij die daarvan inzage bekomenkunnen over de nieuwe tabel, of juister over het nieuwe artikel in de kieswet dat de bestaande, tabel moet vervangen, een oor deel vellen. W. v. d. K. Pruisen. Het Heerenhuis is den 5 weder bijeengekomen en heeft de kreitswet niet naar eene commissie verzonden, maar besloten haar onmiddelijk in eene plenaire zitting te behan- ielen. In de tweede zitting hebben de woordvoerders der feudale partij de regeering scherp aangevallen en haar on dankbaarheid jegens het Huis verweten. Graaf Munster, de aanvoerder der zoogenaamde nieuwe fractieheeft daarente gen de verklaring afgelegd, dat hij en zijne vrienden het ontwerp ongeamendeerd ter aanneming aanbevolen. De mi nister van binnenl. zaken heeft de noodzakelijkheid doen uitkomen om de onveranderde aanneming van bet ontwerp door de benoeming van een aantal nieuwe leden t6 verze keren. Het wasz.i., niet meer dan eene phrase, wanneer de rechterzijde de aanneming van het ontwerp als het begin eener omwenteling kenschetste. De groote meerderheid der bevolking was voor de wet gestemd en deze wet zelve was niet, gelijk hare tegenstanders beweerden de nekslag voor het conservatismemaar het eerste nieuw leven wekkende begin van binnenlandsche hervorming. In de derde zitting is een door de feudale partij op art. 8 voorgesteld amendement door den minister onaannemelijk verklaard en met 114 tegen 87 st. verworpen, en heeft de oppositie daarop al hare amen dementen ingetrokken en verklaard niet langer aan de dis- cussiën deel te zullen nemen, welke verklaring met levendige bijvalsbetuigingen werd begroet. Den 9 is de wet bij eind stemming met 116 tegen 91 st. aangenomen, nadat de mi nister van binn. zaken haar nogmaals krachtig verdedigd had, als zijnde liberaal zonder dat door haar eenig conservatief beginsel wordt aangetast. De heer v. Frankenberg-Ludwigsdorf, het oudste lid van het Huis, had zich schriftelijk tot den Koning gewend met het verzoek om het verderfelijke ontwerp geen wet te doen worden, maar Z. M. had hem in een 8 bladzijden langen brief geantwoord, dat hij van de noodzakelijkheid van de aanneming der wet overtuigd bleef, en daartoe de medewer king van den heer v. Frankenberg en diens vrienden inriep, onder opmerkingdat eveneensmaar ten onrechtevan de door de ministers Stem en Ilardenlerg voorgestelde hervor mingen de ondergang van het grondbezit en het verderf van den Staat voorspeld was. Op het eatholieke gedeelte der begraafplaats van het gar nizoen te Berlijn is, tot aandenkenMer aldaar bezweken 63 fransche krijgsgevangenen een groot steenen kruis geplaatst en dezer dagen in tegenwoordigheid van den franschen am bassadeur en van de gezamenlijke te Berlijn aanwezige fran schen ingewijd. De directie der Pruisische Bank heeft eene lijst opgesteld der firma sdie een al te groot aandeel aan de oprichting der in den laatsten tijd als paddestoelen uit den grond ge schoten vennootschappen genomen hebbenen zal geene wissels disconteerenwaarop de naam van eene der op die lijst staande firma's voorkomt. De minister van oorlog, genl. v. Roon, heeft een langdurig verlof bekomen. De Kreuz-Zeitung beweert, dat hij zijn ontslag genomen beeft. Wegens het houden van eene godsdienstoefening, waarin de catholiejie Kerk in de provincie Posen opgedragen is aan de bescherming van het allersiisseste Herz Jesu,» zijn in de geheele provincie Posen de aan den Staat behoorende catho- ieke kerkgebouwen gesloten. Wegens aflezing van den laat sten herderlijken brief van den bisschop Ledochowski, waarin tot verzet tegen de regeering werd aangespoordzijn reeds onderscheidene geestelijken en leeraars in verhoor genomen. Elzas-Lotharingen. Volgens de Provincial Correspondenz zijn de dienstplichtigen overal in vrooiijken optocht, dikwijls met muziek en duitsche vlaggen, opgekomen. Voor de com- missiën zijn 7454 dienstplichtigen verschenen, van welke 3392 dadelijk goedgekeurd, doch 553 daarvan wegens huiselijke omstandigheden voorloopig vrijgesteld zijn. Ook heeft zich een groot aantal vrijwilligers, vooral voor drie- en vierjarige dienstaangemeld. Den 5 heeft de Kamer van Afgevaardigden het budjet der middelen voor 1873, ten bedrage van 205J miljoen en alzoo 17 miljoen meer dan dat der loopende dienst met nagenoeg alg. st. aangenomen. De minister van financiën heeft bij de Kamer eene wets- voordracht ingediend om het restant der 3 p.c. schuldten bedrage van 5* miljoen, reeds nu aftelossen, waartoe de staat der schatkist de gelegenheid aanbiedt. De door eatholieke kapitalisten te Brussel opgerichte en tot dus ver een onbeperkt vertrouwen genietende Banque de 1' Union te Brussel üeeft aanvraag gedaan om hare betalingen te schorsen. Men verzekert) dat de operatiën van eene der succursalen aanleiding tot deze ongelegenheid hebben gegeven. Van regeeringswege is aan de dagbladen medegedeelddat men wil pogen de zaken gaande te houden en dat men het reeds zeker kan achtendat de schuldeischers niets te kort zullen komen zullen komen. Op verzoek van het hoofdbe stuur der Bank zijn eenige bestuurders der antwerpsehe suc cursale voorloopig in heclit.enis genomen. De aandeelen zijn van 650 tot 450 fr. gedaald. Bij de begrafenis van den gentsriien hoogleeraar Allard hebben de rector en de professoren der universiteit de be graafplaats verlaten toen de student iCrayon, uit naam zijner mede-studenten in de rechten, die de solidaristische richting zijn toegedaan eene rede wilde uitspreken. 280 Studenten hebben tegen deze handelwijze geprotesteerd, met verklaring, dat zij zich zoolang van het betoonen van alle eerbewijzen en van blijken van burgerlijke beleefdheid jegens hunnedo centen zullen onthouden, totdat zij genoegdoening wegens de hun aangedane openbare beleediging zullen hebben erlangd. De minister van oorlog, genl. Gmllaumeis op zijn verzoek ontslagen. De minister van buit. zaken heeft, als waarnemend minis ter van oorlogin de Kamer medegedeelddat het contin gent op 12000 man bepaald zal blijvendat de regeering besloten heeft de militiewet van 1870 in de hoofdzaak, en derhalve ook in de plaatsvervanging, te behouden, en de van 1868 dagteekenende leger-organisatieals voldoende, te handhaven. De genl. Guillaume was afgetreden omdat hij de afschaffing der plaatsvervanging noodig achtte en met deze meening in het Kabinet alleen stond. De voor officieus doorgaande Correspondance Universelle verzekert ten stelligste dat uit Chislehurst aan de hoofden der imperialistische partij last is gezonden om de tot dusver door hen in acht genomen onzijdige houding jegens de re geering te laten varen en met de uiterste rechterzijde in ver- Dond te treden. Op aandrang der clerikale partij is een policie-commissaris te Nantes naar aanleiding der ongeregeldheden bij de terug komst der processie van Lourdesuit zijne betrekking ont slagen. De gemeenteraad heeft hem een pensioen van 1000 fr. toegelegd. Den 3 is op de parijsche begraafplaats Montmartre, ter eere van den op 3 Dec. 1851 bij de verdediging van recht en wet gevallen Volksvertegenwoordiger Alph. Baudin, een gedenkteeken ingewijdbekostigd uit de zooveel geruehts gemaakt hebbende inschrijvingen uit den laatsten tijd yan het Keizerrijk. Uit het geheele Rijk ontvangt men berichten van hoogen waterstand, doorbraken en overstroomingen der rivieren. Te Nantes staat het geheele lage gedeelte der stad onderwater, te Parijs zijn verscheidene bruggen onder het water bedol ven te Noyers (Beneden-Alpen) hebben ten gevolge der aanhoudende regens verzakkingen van groote uitgestrektheden grond plaats gehadwaardoor verscheidene gehuchten ver woest zijn. Op de westelijke kusten hebben sedert het be gin van November dagelijks schipbreuken plaats. Aan ^de Afgevaardigden is rondgedeeld het eerste deel (bijna 700 blz. druks) der parlementaire enquête ter zake der handelingen van het Gouvernement der Nationale Defensie. Een te Nieuw-York gevestigd comité* van fransehe dames heeft ruim 200000 fr. ter bevrijding van den franscben grond ingezamelden bij de toezending daarvan aan den heer Thiers, hem voorgesteld om, nu de gelden tot kwijting der oorlogsschuld door de groote leening verkregen wordenbe doeld bedrag voor de uitgeweken elzassers en lotharingers te bestemmen. De President heeft zich met dit voorstel veree- nigd en de gift ter beschikking gesteld der door graaf d Haussonville gepresideerde Maiatschappij tot bescherming der uitgewekenen. Le Siècle zegtdat de heer Thiers een adres ontvangen beeft van een aantal voorname londensche handelaren, waarin de hoop wordt uitgedrukt, dat diens gouvernement, in 't welk de onderteekenareu een hechten steun zien voor de belangen der beide natiën, bevestigd moge worden. De adres-beweging, niet alleen van gemeenteraden en an dere corporation maar ook van particulieren, is na de inter pellatie- Prax-Paris nog aanmerkelijk toegenomen. Le Siècle raadt, als eenig middel om uit den tegenwoordigen toestand te geraken, een algemeen petitionnement, de ontbinding der Nat. Vergadering vragende, aan. De conservatieve organen zijn over dezen raad heftig vertoornd, noemen zoodanig pe titionnement onwettig, en de aansporing daartoe gelijkstaande met de handelwijze van een buitenlandschen vijand en straf baar met deportatie. De zucht tot toenaderingden 5 in de afdeelingen der Nat. Vergadering geblekenheeft de regeeriug bewogen tot aanvul ling van het kabinetalvorens een volledig votum van vertrou wen in den President en diens staatkunde was uitgebracht, en wel door benoemingen die de conservatieve meerderheid welge vallig moeten zijn. Het Journal Officiel van den 8 kondigde de volgende aan tot minister yan binn. zaken als opvolger van den heer Lefraucde minister van financiën Goulard, tot minister van financiën de prefect der Seine Leon Sag, tot minister van openbare werken de heer de Fourtou, tot pre fect der Seine de heer Calmononder-secretaris van staat bij het departement van binn. zaken. De verwijdering van de zen republikein uit het ministerie mag eene belangrijke con cessie aan de couservatieven genoemd worden. De heer de Fourtou behoort tot de gematigdste fractie van het linker centrum de heer Sag alleen is een zuiver voorstander der conservatieve republiektevens is hij een verklaard voor stander van den vrijen handel. Ook het orgaan van het Presidentschap le Bien Public doet uitkomen dat de benoemingen bovenal een karakter van bevrediging hebbenzonder dat zij eene verandering in de staatkunde der regeering aanduiden, dewijl de verkozenen, tot welke partijen ook behoorende, het gouvernement oprech- telijk ondersteund hebben. De gematigde organen der behoudende partij zijn door de kabinetswijziging alleszins bevredigd, de organen der uiterste rechterzijde echter niet. L'Univers drijft er zelfs den spot mede.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1872 | | pagina 1