No. S
Vierenzeventigste Jaargang
1872.
Z ONDAG
29 DECEMBER.
(5>ffictccl CScbccltc.
politiek (JDucrstcfit.
SiStcfcelijfcscïic iScuicfttcn.
Duitschlaiid.
Itclgie.
Frankrijk.
A L
M A A It S 0 H E C «1II B A N T.
I
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco per post f O,SO
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM1. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
'8-
R-
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR.
Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staats
blad No. 72.)
Roepen bij deze op
Alle mannelijke ingezetenen, die op 1 Januarij 1873 hun
negentiende jaar zijn ingetreden (mitsdien alle mannelijke
geboornen van 1854,) om zich, ingevolge art. 15 en 20 der
voorz. wet, in het daartoe gereed gemaakte register voor de
Nationale Militie te doen inschreven.
De inschrijving begint op 1 Januarij 1873 en moet afge-
loopen zijn den 31 dier maand, behoudens bij art. 20 der
opgemelde wet omschreven.
De inschrijving geschiedt in een der vertrekken van het
raadhuis alhier, op alle Dingsdagen en Vrijdagen in de maand
Januarijtot en met den 30 dier maanddes avonds van
5 tot 7 ure.
De verpligting tot het doen der aangifte berust op den
militiepligtige zeiven; bij ongesteldheid, afwezigheid of ont
stentenis op zijn vader; is deze overleden, op de moeder,
en, zijn beide overleden, op den voogd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd maken, tot regt.
verstand van het voorgaandede ingezetenen opmerkzaam
op de navolgende bij voorz. wet gemaakte bepalingen, als
Voor ingezetenen wordt gehouden:
1°. hij wiens vader, of is deze overleden, wiens moeder, of,
zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van 28 Julij 1850 (Staatsblad No. 44;)
2°. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de
laatste 18 maanden voor 1°. Januarij 1873 binnen Ne
derland verblijf hield
3°. hijvan wiens ouders de langstlevende ingezeten was
al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk
verblijf houde.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, be-
hoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan de
verpligte krijgsdienst is onderworpen, of. waar ten aanzien
der dienstpligtigheid, het beginsel van wederkeerigheid
is aangenomen.
Be inschrijving geschiedt
1'. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of
is deze overleden, de moeder, of, zijn beide overleden, de
voogd woont;
2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente
waar hij woont;
3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door
dezen is a"htergelaten, of wiens voogd buiten 's lands
gevestigd is in de gemeente waar hij woont
4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder
lander. die, ter zake van 's lands dienst, in een vreemd
land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd
het laatst in Nederland gewoond heeft.
Voor de Militie wordt niet ingeschreven
1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in
gezeten, die geen Nederlander is;
2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon
van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten
3°. de zoon van een Nederlander, die, ter zake van 's lands
dienst, in 's Rijks overzeesche bezittingen of koloniën
woont.
Burgemeester en Wethouders voornoemd vermanen al de
ingezetenen dezer gemeentewien dit mogt aangaanzoo
mogelijk in eigen persoon de aangifte te doen en daarmede
niet tot het einde van Januarij te wachten, terwijl zij voorts
herinneren aan de straf waarmede de nalatigen ter inschrijving
bij de artikelen 183 en 188 der wet bedreigd worden.
Burgemeester en W ethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Dec. 1872. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
POSTER IJ EN.
De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR te ALK
MAAR meent in herinnering te moeten brengendatten
gerieve van het publiek, de brievenbestellers gedurende hunne
bestelling voorzien zijn van eenen voorraad postzegels a 5 cents,
onder verplichting bij eventuëelc aanvraag daarvan aan be
langhebbenden te verkoopenterwijl zij zich ook moeten
belasten met bestellingen op postzegels en briefkaarten uit
te voeren, zonder vooruitbetalingDe Directeur voornoemd,
GOUWE.
POSTER IJ E ÏL
Aan belanghebbenden wordt bekend gemaakt, dat er eene
ijzeren hulpbrievenbus is geplaatst aan het stationsgebouw,
die op de navolgende tijdstippen zal geligt worden.
's morgens 7 uur 35 min. 's namidd. 6 uur 5 min.
8 r 30 's avonds 7 45 s
's namidd, 3 9 45 n
De Directeur van het postkantoor te Alkmaar,
GOUWE.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2e. helft der maand November 1872.
Gt. van de VELDE, Anna Paulownapolder; M. J. MAR-
TINUS Genemuiden; wed. P. HOUZENGA, Kloosterburen;
E. SINNIGE, Nieuwediep; G. HEKKER, Nootdorp; J.
KIEPT. Noordscharwoudemej. T. ARENDT. Rotterdam;
LEVEMINA BAKER, Terschelling; A.van DALEN, Tholen.
Van het hulpkantoor te Benningbroek
I. POELAK, Amsterdam.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor
handen het navolgende gevondeneals: een zweep; een haar
kam een kerkboekeen ceintuur; een zilveren pijprooder.
Het jaar 1872 spoedt ten einde, maar laat de vele onop
geloste vraagstukken en geschillende velerlei oorzaken van
onrust en beroering aan zijn opvolger na. Daar zijn er onder
die in het volgende jaar evenmin tot oplossing gebracht zullen
worden enwaarschijnlijk een eeuw later onze nakomelingeneven-
zeer zullen bezighouden. De vraag is, of zij voortdurend aan de
orde zullen blijven, dan wel of men, na zoovele vruchtelooze
pogingen, de oplossing aan den tijd, dat is aan de geleidelijke
ontwikkeling onzer maatschappelijke samenlevingaan den
vooruitgang op stoffelijk en geestelijk gebied zal overlaten.
Onder deze groote vraagstukken staat bovenaan wat men
tegenwoordig de arbeiderskwestie noemtde strijd tusschen
arbeid en kapitaal, gelijk men zegt. Weeleer was men gewoon
dergelijke zaken raadselen des levens te noemenwaarvan
men de oplossing niet mogelijk achtte en ook geenszins ver
wachtte. Die berusting in het bestaande, die onderwerping
aan een maatschappelijke ordening volgens goddelijk bestel
of wel aan een onverbiddellijk noodlot, even onvermijdelijk als
ziekte en doodaan natuurwetten even onveranderlijk als
de wetten der zwaartekracht, was ongetwijfeld even afkeu
renswaardig als het koortsachtig jagen van sommigen om
door ingrijpende algemeene maatregelen door groote maat
schappelijke hervormingendoor wetten en besluiten des
noods met geweld uit te voereneensklaps het bestaande
dat is het gewrocht van eeuwente veranderen en te ver
beteren aan millioenen te gelijkbij minder bezwarenden
arbeid een ruimer levensgenot te schenken of althans bin
nen betrekkelijk korten tijd een betere toekomst te verzekeren.
Ongetwijfeldhet loon dat aan den arbeid wordt geschon
ken aan den arbeid van den geest in vele gevallen evenzeer
als aan den lichamelijken arbeid is betrekkelijk gering,
gering in vergelijking van hetgeen hem te beurt die het on
misbare kapitaal verstrekt. En toch blijft de vraag voor de
meest ontwikkelden en scherpzinnigen onbeantwoord hoe
kan daarin verbetering worden gebracht Zeker niet door
dwangmiddelen tot beperking van het aandeel dat het kapitaal
ontvangt. Men bedenke, dat elke vermeerdering van kapitaal
het kapitaal zelf overvloediger en bij gevolg gemakkelijker,
dat is tegen kleiner aandeel in de winsten beschikbaar maakt;
want dit blijft ontegenzeggelijk waar, dat kapitaal zonder in
bondgenootschap met den arbeid te treden, geen vruchten
afwerpt. Heeft dus de arbeider den kapitalist noodigniet
minder heeft de laatste den arbeider noodig om van zijn
kapitaal vruchten te trekken. De staat vermag Uier weinig.
Een maatschappelijke verhouding, die over bijna de geheele
beschaafde wereld in dezelfde mate wordt aangetroffen kan
door geen wet of regeeringsmaatregel worden veranderd.
EuropaAmerika en een belangrijk deel van AzieAustra
lië en Afrika vormen allengs meer één groote maatschappij,
een gemeenschappelijke markt. De geheele beschaafde we
reld vormt één onderlinge concurrentie. Wat zou een enkele
staat vermogen om een verandering te weeg te brengen op
een zoo uitgestrekt terrein Dat begrepen ook zij die door
dwang en geweld, althans door den dwang der wet.en door
den onwil van sommige klassen, de maatschappelijke betrek
kingen willen beheerschen, en zij stichtten een internationale
vereenigingeen bondgenootschap tusschen de werklieden
van alle volkendat thans zijn hoofdzetel heeft gevestigd in
Noord-Amerika. Doch ook zulk een bondgenootschap zou
niet kunnen veranderen wat dikwijls in den aard der zaak
ligtwat een noodwendig gevolg is van allerlei samenwer
kende oorzaken waarin niemand iets kan veranderenvan
den handel en het onderlinge verkeer, die niet dan tot na
deel van allen belemmerd zouden kunnen worden.
Overdreven zijn daarenboven gewoonlijk de voorstellingen
die men zich maakt omtrent het aandeel dat het kapitaal in
de winsten genieten vooral van den invloed dien de ver
mindering van dat aandeel zou hebben op de verhooging
der arbeidsloonenmen vergeet daarbij dat, zoo de een
soms hooge winsten maakt, de ander belangrijke verliezen
lijdten dat een buitengewoon voordeelig jaar niet zelden
door een nadeelig jaar wordt gevolgd. Evenmin echter is
de toestand zoo hopeloosdat een algemeene verhooging van
arbeidsloonen een zoo belangrijke stijging der prijzen van
alle mogelijke waren zou ten gevolge hebben, dat de toestand
van den arbeider daardoor volstrekt niet zou verbeteren.
Immers 't is niet alleen de prijs van het arbeidsloon die den
prijs der producten bepaaltvooral niet der eerste levensbe
hoeften. De natuur is onuitputtelijkenmeer en beter
bearbeidbrengt de aarde ook meer en betere vruchten
voort. Dit vooral is van het hoogste belang, dat door eiken
arbeid zooveel mogelijk wordt voortgebracht, en dat de han
del, die de geheele aarde tot één markt kan maken, de stoom,
die de afstanden te land en te water vernietigt, alle levens
behoeften waaraan hier gebrek is en die elders door den
grooten overvloed bijna geen waarde hebbenoverbrengen
waar zij noodig zijn en waar de hooge prijs ze boven het
bereik van velen brengt.
Kan de staat niet rechtstreeks verandering brengen in maat
schappelijke toeslanden en verhoudingen, hij is niet zoo mach
teloos waar zijn hulp wordt ingeroepen om door zijdelingsche
middelen verbetering aan te brengen. De krachtige en vooral
de bekwame werkman zal het loon dwingen te stijgen. Voor
de gelegenheid om zich te bekwamen kan de staat zijn tus-
scheukomst verleenen. Tot bevordering der volksgezondheid
kan hij werkzaam zijn. Verwoesting van gezondheid, van
lichamelijke en geestelijke ontwikkelingaankweeking alzoo
van ongeschikte arbeiders en van geheele klassen zonder geest
kracht zonder lust tot. orde en spaarzaamheidzonder zelf
bedwang, zonder prikkel om haar maatschappelijken toestand
te verbeteren kan hij hier en daar tegengaanbij voorbeeld
door het verbieden of het beperken van den arbeid van niet-
volwassenen. Zou de staat met hetzelfde reent waarmee hij
voor de onmondige bevolking de nadeelige invloeden tegen
gaatook niet kunnen waken tegen onthouding van het goede,
tegen onthouding van onderwijs en voldoend onderwijs? Maar
daarvoor is vooral de medewerking van het meer ontwikkelde
en ruimer bedeelde gedeelte des volks noodig. Volksdeugden
worden door geen wetten geplanten volksgebreken door
geen wetten genezen. Tal van vereenigingendoor belang
stelling in het lot van anderen in het leven geroepende
kerkgenootschappen bovenalen niet minder het voorbeeld
dat de meer ontwikkelden en beter bedeelden zeiven geven,
kunnen hier een invloed uitoefenenwaartoe de staat zelf
niet bü machte en daarenboven niet geroepen is.
Naast deze algemeene sociale kwestiedie niet voor on
middellijke oplossing vatbaar isnaast deze maatschappelijke
kwaalgelijk zij eerder verdient te heetenen die alleen
geleidelijk en door de werking van verschillende middelen allengs
genezen kon wordenstaat een ander kwaaddat den alge-
meenen vooruitgang in geheel ons werelddeel op jammerlijke
wijze belemmert. Wij zijn in een toestand gekomen die net
voor de volken van Europa onmogelijk schijnt te maken an
ders dan op voet van oorlogofschoon zonder verstoring
van den vrede, met elkander te leven. Aan de verplichting
om zijn verdedigingsmiddelen uit te breiden en zijn weer
baarheid te verhoogen schijnt geen enkele natie zich te kun
nen onttrekken. Welk een reusachtig kapitaal wordt daardoor
alleen aan vruchtdragenden arbeidaan den arbeid die -de
vruchten der aarde verdubbelt en overal verkrijgbaar stelt
die schier alles omwerkt tot nuttige en aangename zaken
tot gebruik van den menschonthouden. Verstoring van
den gewonen omzetophooping van schatten in een krijgs-
kasonnatuurlijke toestand van de geldmarktgeldcrisis
en haar onvermijdelijke gevolgen zijn daarvan de gewone na
sleep. Wie kan de nadeelen berekenen en aantoonen, die daar
door alleen worden veroorzaakt Zij zijn alleen in 't
groot te verklaren en te bevroeden. Vooral hier is hetgeen
men ziet betrekkelijk klein in verhouding tot wat men niet
zieten is het rechtstreeksche kwaad, dat wordt gevoeld en
ondervonden, gering in vergelijking van al het goede dat ver
hinderd wordt. Hoe deze toestand eenmaal veranderen en
verbeteren zal Wie zal het antwoord gevenp In den
toestand van den armevan den werkman die niets bezit
dan zijn arbeid, isal moge hij niet bevredigend zijn en al
maakt hij meer dan vroeger het onderwerp uit van onderzoek
en niet altijd vreedzame gedachtenwisseling, al worden hoogst
verderfelijke middelen tot verbetering aanbevolen en beproefd,
evenwel geen achteruitgang te bespeurende oorlogslast
daarentegen wordt voor allen, drukkender, en schijnt de onver
mijdelijke voorwaarde te worden waaronder voortaan de natiën
kunnen leven.
Let men daarenboven op de vele kwestiën die de natiën
inwendig beroeren, op de blijvende spanning tusschen Duitsch-
land en Prankrijkdan zal men het waarschijnlijk niet aan
het glaswaardoor de zaken beschouwd worden maar aan
haar werkelijke kleur toeschrijvenwanneer het tafereel, dat
het jaar 1872 bij zijn scheiden ons aanbiedt, hier niet roos
kleurig geschetst is. Toch willen wij daarom niet twijfelen
aan een betere toekomst. Al verbergen wolken de zon voor
ons oogwij weten dat zij er isenkele lichtstralen, en die
ontbreken toch ook nietzijn voldoende om het ons ten
overvloede te bewijzen. Wie weethoe spoedig zij helder
doorbreekt en wolken en nevelen voor zich heen drijft
W. v. d. K.
De ministers van justitie der voornaamste duitsche Staten
hebben te Berlijn eene conferentie gehouden over eene nieuwe
rechterlijke organisatie voor het geheele Rijk, met het doel
om op den grondslag van het daarin overeengekomene een ont
werp in het pruisische dept. van j ustitie te doen samenstellen.
M en verzekert, dat Beieren en Wurtemberg bezwaren hebben
geopperd tegen het oprichten van een opperste hof van cas
satie, 't welk de overige Staten noodig achten om de rechts
eenheid te verzekeren.
Pruisen. Het hof van discipline heeft de exceptie van
den catholieken veldproost Namszanowskidat hij geen mi
litair ambtenaar en derhalve ook niet aan de voor militaire
ambtenaren geldende disciplinaire bepalingen onderworpen
wasverworpen en hem veroordeeld wegens verwijdering
uit zijne garnizoensplaats zonder verlof. Op een paar onder-
deelen der acte van beschuldigingwaarbij het twijfelachtig
was of hij geene reden tot verontschuldiging vond in zijne
kwaliteit als bisschop, heeft het hof zich onbevoegd verklaard.
Den 19 heeft de minister van koophandel bij het Huis
der Afgevaardigden een wetsontwerp ingediend betreffende
den aanleg van spoorwegenvan een tweede of derde spoor
op verschillende bestaande banen en tot vermeerdering van
het rollend materieel der staatsspoorwegen, een en ander
ten koste van 120 miljoen th., waarvan 9 m. voor laatstge
noemden post. 71 i Miljoen is bestemd tot aanleg van spoor
wegen van Berlijn naar Wetzlar en van Lahnstein over Trier
naar Diedenhofen, waardoor, in verband met bestaande wegen,
een directe lijn ontstaan zal van Eydtkühnenaan de oos
telijke grens des Rijks, tot Metz. In 1873 zullen van het
geheele bedrag hoogstens 20, in 74 en 75 niet meer dan
25 miljoen worden uitgegeven. Bij de beraadslaging over
de begrooting der Pruisische Bank heeft de presfdent dier
instelling, namens de regeering, verklaard, dat de Bank, mits
onder voldoenden waarborg, geene beleeningen heeft afge
wezen, geene beperkende maatregelen heeft genomen bij het
disconteeren van wissels, en ook geene wissels heeft afgewezen
van Gründer-firma's. Eene lijst van verdachte Gründer-firma's
bestaat niet. Geruchten met deze verklaring in strijd achtte
hij door kwaadwilligen uitgestrooid. Maar wissels van zoo
genaamde crediet-banken mag de Pruisische Bank niet dis
conteeren dat toch zou schadelijk werken op de circulatie
van het geld. Aan de zoogenaamde wisselruiterij moet paal
en perk gesteld wordendaarvan wordt zeer veel gebruik
gemaakt ook uit plaatsen van het buitenland, van welke voor 30
tot 50 miljoen thaler wissels in omloop zijn, die de Bank van het
land zelf, waaruit zij komen, niet disconteert, De laatste staat
van de Bank is zeer gunstigde in omloop zijnde bankbil
jetten zijn door 58J. p.c. metaal gedekt. Yan 170 miljoen
wissels in portefeuille vervallen 50 tot 90 miljoen binnen 4
•weken. Geene Bank zeide de president, rust op vastere
grondslagen dan de Pruisische. Zij lijdt eer aan overvloed
dan aan gebrek aan specie, en het disconto zal dan ook
niet verhoogd worden. Het Huis is tot 7 Januari uit
eengegaan.
De Reichs-Anzeiger behelst een keizerlijken brief van
21 December, aan prins Bismarck gerichtaldus luidende
,,Op uw verzoek van 20 December wil ik u van het voor
zitterschap van het ministerie bij deze ontslagen verklaren. Gij
behoudt het recht van voordracht in zakenhet Rijk en de
buitenlandsche politiek betreffende. Ingeval gij verhinderd
zijt persoonlijk de zitting van het ministerie bij te wonen
zijt gij bevoegd uw votum onder uwe verantwoordelijkheid
door den president van de Rijks-kauseiarij, den heer Delbriick,
te laten uitbrengen." Het voorzitterscnap Van het ministerie
wordt opgedragen aan den oudsten minister (genl. v: Roon).
Baden. De Groothertog heeft den 20 een besluit getee-
kend betreffende den aanleg van 3 forten op den rechter
Rijnoever bij Kehl, behoorende tot de reeks van gedeta
cheerde forten welke om Straatsburg worden gebouwd,
Elzas-Lotharingen. Een koopman te Mulhausendie
in September voor de fransche nationaliteit geopteerd en zijn
domicilie naar Prankrijk overgebracht had, maar in October
teruggekeerd wasiswegens het al te openlijk ten toon
spreiden zijner anti-duitsche gevoelensdoor de policie uit-
genoodigd, binnen drie dagen de stad te verlaten. Hetzelfde
lot heeft nog 2 andere personen getroffen, die zich niet ver
standiger gedroegen.
In de Liberale Kiezersvereeniging te Brussel had dezer dagen
groot verschil van gevoelen geheerscht over het voorstel om het
brusselsche comité voor den Denier des Ecoles met het be
stuur der Ligue de VEnseignement samen te smeltenvoorna
melijk met het doel om eene modelschool te Brussel opte-
rickten't welk te grooter werd na de aanneming van een
voorstel om de meerendeels progressistische kiezers uit de
brusselsche voorsteden en de plattelands gedeelten van het
arrondissement der hoofdstad fëgen eene aanmerkelijk ver
laagde contributie in de Vereeniging op te nemen. Het
gevolg daarvan is geweestdat eene groep liberalen zich
afgescheiden en onder het presidium van denVertegenwoordi-
ger Orts eene afzonderlijke Liberale Associatie gevormd heeft.
Den 19 is de regeering in beide de Kamers geïnterpelleerd
over den watersnoodinzonderheid te Gent en omstreken.
In die stad stond het water op sommige plaatsen l£ el hoog
en waren 20000 arbeiders zonder werk. Een paar vlaamsche
Vertegenwoordigers wenschten in allerijl een kanaal boven
die stadtot afwatering van de Beneden-Sehelde in de Bo-
ven-Scheldete graven en vreesdendat de kanalisatie der
Schelde een noodlottigen invloed op den waterstand uitoe
fende. De minister van o. werken verzekerde integendeel
dat de kanalisatie na hare voltooiing de stad Gent tegen
eene herhaling van den tegenwoordigen nood zou behoeden.
Te Brussel heeft zichonder de benaming van „speciaal
disconto-kantoor," eene naamlooze vennootschap gevormd met
een kapitaal van 5 miljoen, dat tot 10 miljoen kan worden
opgevoerden waarvan reeds 87 aandeelen van 50000 fr.
elk geplaatst zijnten doel hebbende om gedurende de
schorsing der Banque de VUnion (Jacobs Frèros et Cie.) in
de behoeften van de gewone cliënten dier Bank te voorzi n.
De duur der maatschappij is voorloopig op 6 maanden bepaald
Met, 1 Januari worden hier te lande dubbele of retour-'
briefkaarten (vraag met vooruitbetaald antwoord) tegen den
prijs van 10 centimes ingevoerd.
De Kamer vau Vertegenwoordigers heeft den 21 de wet
op het contingent met 61 tegen 20 en die op den vrijen in
voer van levensmiddelen met alg. st. aangenomenen hare
zitting tot 14 Jan. gesehorst.
Den 11 is 200 miljoen fr. tot aanvulling van bet derde
miljard gestort. Van de leening zijn reeds 2 miljarden in
gekomen, zoodat de regeering thans reeds het vierde miljard
geheel zou kunnen betalenware het nietdat zij van zulk
eene belangrijke verplaatsing van specie eene ernstige crisis
vreesde; daarom zal zij voortgaan, maandelijks 200 miljoen
aftedoen.
De rededen 16 door den heer Thiers in de vergadering
der commissie van dertig uitgesproken, heeft den moed der
door die van den minister Dufaure, van den 14, neergeslagen
republikeinen weder zeer verlevendigd. Door zich weder op
het terrein der presidiale boodschap te plaatsen heeft hij
meenen zijde zitting van den 14 voor de rechterzijde tot
eene ware en nieuwe journée des dupes gemaakt. De bladen
der uiterste rechterzijde verklaren in de beide redevoeringen
niets dan onvereenigbare richtingen en bedoelingen te zien.
De 47 a 50 dissidenten van het linkercentrum hebben den
17 besloten ten aanzien der bestaande verdeeldheid geen be-
slissenden stap te doen vóór de maandelijksche vernieuwing
van het bureau op den 21 en alsdan te beproeven, den heer
Ricard uit het -bestuur te verwijderenen voorts om door
de heeren Eeray en Rampon aan den minister Dufaure te doen
verklaren, dat zijne rede van den 14 onvoorwaardelijk goed
gekeurd en het gevoelen van den heer Ricard daaromtrent
niet gedeeld wordt. Den 20 is besloten om de vernieuwing
van het bureau tot den 8 Januari uittestellen, waardoormen
zich vleitdat de scheuring van het centrum zal worden
verhoed.
De heer Raoul Duval heeft het plan gehad om van den
heer Mestreau voldoening met de wapenen te eischen, wegens
de beschuldiging van logen en laster, die deze laatste tegen
hem in de zitting der Nat. Vergadering van den 14 heeft
gericht. De zaak is echter, door tusschenkomst van den pre
sident Grévy en van een paar vrienden van den heer Duval,
tot genoegen van beide partijen geschikt geworden.
Den 17 las men voor de winkelramen van den handschoc-