No. S Vierenzeventigste Jaargang 1872. Z ONDAG 29 DECEMBER. (5>ffictccl CScbccltc. politiek (JDucrstcfit. SiStcfcelijfcscïic iScuicfttcn. Duitschlaiid. Itclgie. Frankrijk. A L M A A It S 0 H E C «1II B A N T. I Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco per post f O,SO afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM1. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. '8- R- NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR. Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staats blad No. 72.) Roepen bij deze op Alle mannelijke ingezetenen, die op 1 Januarij 1873 hun negentiende jaar zijn ingetreden (mitsdien alle mannelijke geboornen van 1854,) om zich, ingevolge art. 15 en 20 der voorz. wet, in het daartoe gereed gemaakte register voor de Nationale Militie te doen inschreven. De inschrijving begint op 1 Januarij 1873 en moet afge- loopen zijn den 31 dier maand, behoudens bij art. 20 der opgemelde wet omschreven. De inschrijving geschiedt in een der vertrekken van het raadhuis alhier, op alle Dingsdagen en Vrijdagen in de maand Januarijtot en met den 30 dier maanddes avonds van 5 tot 7 ure. De verpligting tot het doen der aangifte berust op den militiepligtige zeiven; bij ongesteldheid, afwezigheid of ont stentenis op zijn vader; is deze overleden, op de moeder, en, zijn beide overleden, op den voogd. Burgemeester en Wethouders voornoemd maken, tot regt. verstand van het voorgaandede ingezetenen opmerkzaam op de navolgende bij voorz. wet gemaakte bepalingen, als Voor ingezetenen wordt gehouden: 1°. hij wiens vader, of is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beide overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van 28 Julij 1850 (Staatsblad No. 44;) 2°. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste 18 maanden voor 1°. Januarij 1873 binnen Ne derland verblijf hield 3°. hijvan wiens ouders de langstlevende ingezeten was al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf houde. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, be- hoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of. waar ten aanzien der dienstpligtigheid, het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. Be inschrijving geschiedt 1'. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is deze overleden, de moeder, of, zijn beide overleden, de voogd woont; 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woont; 3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is a"htergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is in de gemeente waar hij woont 4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder lander. die, ter zake van 's lands dienst, in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Voor de Militie wordt niet ingeschreven 1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een in gezeten, die geen Nederlander is; 2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3°. de zoon van een Nederlander, die, ter zake van 's lands dienst, in 's Rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Burgemeester en Wethouders voornoemd vermanen al de ingezetenen dezer gemeentewien dit mogt aangaanzoo mogelijk in eigen persoon de aangifte te doen en daarmede niet tot het einde van Januarij te wachten, terwijl zij voorts herinneren aan de straf waarmede de nalatigen ter inschrijving bij de artikelen 183 en 188 der wet bedreigd worden. Burgemeester en W ethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 24 Dec. 1872. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. POSTER IJ EN. De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR te ALK MAAR meent in herinnering te moeten brengendatten gerieve van het publiek, de brievenbestellers gedurende hunne bestelling voorzien zijn van eenen voorraad postzegels a 5 cents, onder verplichting bij eventuëelc aanvraag daarvan aan be langhebbenden te verkoopenterwijl zij zich ook moeten belasten met bestellingen op postzegels en briefkaarten uit te voeren, zonder vooruitbetalingDe Directeur voornoemd, GOUWE. POSTER IJ E ÏL Aan belanghebbenden wordt bekend gemaakt, dat er eene ijzeren hulpbrievenbus is geplaatst aan het stationsgebouw, die op de navolgende tijdstippen zal geligt worden. 's morgens 7 uur 35 min. 's namidd. 6 uur 5 min. 8 r 30 's avonds 7 45 s 's namidd, 3 9 45 n De Directeur van het postkantoor te Alkmaar, GOUWE. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2e. helft der maand November 1872. Gt. van de VELDE, Anna Paulownapolder; M. J. MAR- TINUS Genemuiden; wed. P. HOUZENGA, Kloosterburen; E. SINNIGE, Nieuwediep; G. HEKKER, Nootdorp; J. KIEPT. Noordscharwoudemej. T. ARENDT. Rotterdam; LEVEMINA BAKER, Terschelling; A.van DALEN, Tholen. Van het hulpkantoor te Benningbroek I. POELAK, Amsterdam. POLITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van politie voor handen het navolgende gevondeneals: een zweep; een haar kam een kerkboekeen ceintuur; een zilveren pijprooder. Het jaar 1872 spoedt ten einde, maar laat de vele onop geloste vraagstukken en geschillende velerlei oorzaken van onrust en beroering aan zijn opvolger na. Daar zijn er onder die in het volgende jaar evenmin tot oplossing gebracht zullen worden enwaarschijnlijk een eeuw later onze nakomelingeneven- zeer zullen bezighouden. De vraag is, of zij voortdurend aan de orde zullen blijven, dan wel of men, na zoovele vruchtelooze pogingen, de oplossing aan den tijd, dat is aan de geleidelijke ontwikkeling onzer maatschappelijke samenlevingaan den vooruitgang op stoffelijk en geestelijk gebied zal overlaten. Onder deze groote vraagstukken staat bovenaan wat men tegenwoordig de arbeiderskwestie noemtde strijd tusschen arbeid en kapitaal, gelijk men zegt. Weeleer was men gewoon dergelijke zaken raadselen des levens te noemenwaarvan men de oplossing niet mogelijk achtte en ook geenszins ver wachtte. Die berusting in het bestaande, die onderwerping aan een maatschappelijke ordening volgens goddelijk bestel of wel aan een onverbiddellijk noodlot, even onvermijdelijk als ziekte en doodaan natuurwetten even onveranderlijk als de wetten der zwaartekracht, was ongetwijfeld even afkeu renswaardig als het koortsachtig jagen van sommigen om door ingrijpende algemeene maatregelen door groote maat schappelijke hervormingendoor wetten en besluiten des noods met geweld uit te voereneensklaps het bestaande dat is het gewrocht van eeuwente veranderen en te ver beteren aan millioenen te gelijkbij minder bezwarenden arbeid een ruimer levensgenot te schenken of althans bin nen betrekkelijk korten tijd een betere toekomst te verzekeren. Ongetwijfeldhet loon dat aan den arbeid wordt geschon ken aan den arbeid van den geest in vele gevallen evenzeer als aan den lichamelijken arbeid is betrekkelijk gering, gering in vergelijking van hetgeen hem te beurt die het on misbare kapitaal verstrekt. En toch blijft de vraag voor de meest ontwikkelden en scherpzinnigen onbeantwoord hoe kan daarin verbetering worden gebracht Zeker niet door dwangmiddelen tot beperking van het aandeel dat het kapitaal ontvangt. Men bedenke, dat elke vermeerdering van kapitaal het kapitaal zelf overvloediger en bij gevolg gemakkelijker, dat is tegen kleiner aandeel in de winsten beschikbaar maakt; want dit blijft ontegenzeggelijk waar, dat kapitaal zonder in bondgenootschap met den arbeid te treden, geen vruchten afwerpt. Heeft dus de arbeider den kapitalist noodigniet minder heeft de laatste den arbeider noodig om van zijn kapitaal vruchten te trekken. De staat vermag Uier weinig. Een maatschappelijke verhouding, die over bijna de geheele beschaafde wereld in dezelfde mate wordt aangetroffen kan door geen wet of regeeringsmaatregel worden veranderd. EuropaAmerika en een belangrijk deel van AzieAustra lië en Afrika vormen allengs meer één groote maatschappij, een gemeenschappelijke markt. De geheele beschaafde we reld vormt één onderlinge concurrentie. Wat zou een enkele staat vermogen om een verandering te weeg te brengen op een zoo uitgestrekt terrein Dat begrepen ook zij die door dwang en geweld, althans door den dwang der wet.en door den onwil van sommige klassen, de maatschappelijke betrek kingen willen beheerschen, en zij stichtten een internationale vereenigingeen bondgenootschap tusschen de werklieden van alle volkendat thans zijn hoofdzetel heeft gevestigd in Noord-Amerika. Doch ook zulk een bondgenootschap zou niet kunnen veranderen wat dikwijls in den aard der zaak ligtwat een noodwendig gevolg is van allerlei samenwer kende oorzaken waarin niemand iets kan veranderenvan den handel en het onderlinge verkeer, die niet dan tot na deel van allen belemmerd zouden kunnen worden. Overdreven zijn daarenboven gewoonlijk de voorstellingen die men zich maakt omtrent het aandeel dat het kapitaal in de winsten genieten vooral van den invloed dien de ver mindering van dat aandeel zou hebben op de verhooging der arbeidsloonenmen vergeet daarbij dat, zoo de een soms hooge winsten maakt, de ander belangrijke verliezen lijdten dat een buitengewoon voordeelig jaar niet zelden door een nadeelig jaar wordt gevolgd. Evenmin echter is de toestand zoo hopeloosdat een algemeene verhooging van arbeidsloonen een zoo belangrijke stijging der prijzen van alle mogelijke waren zou ten gevolge hebben, dat de toestand van den arbeider daardoor volstrekt niet zou verbeteren. Immers 't is niet alleen de prijs van het arbeidsloon die den prijs der producten bepaaltvooral niet der eerste levensbe hoeften. De natuur is onuitputtelijkenmeer en beter bearbeidbrengt de aarde ook meer en betere vruchten voort. Dit vooral is van het hoogste belang, dat door eiken arbeid zooveel mogelijk wordt voortgebracht, en dat de han del, die de geheele aarde tot één markt kan maken, de stoom, die de afstanden te land en te water vernietigt, alle levens behoeften waaraan hier gebrek is en die elders door den grooten overvloed bijna geen waarde hebbenoverbrengen waar zij noodig zijn en waar de hooge prijs ze boven het bereik van velen brengt. Kan de staat niet rechtstreeks verandering brengen in maat schappelijke toeslanden en verhoudingen, hij is niet zoo mach teloos waar zijn hulp wordt ingeroepen om door zijdelingsche middelen verbetering aan te brengen. De krachtige en vooral de bekwame werkman zal het loon dwingen te stijgen. Voor de gelegenheid om zich te bekwamen kan de staat zijn tus- scheukomst verleenen. Tot bevordering der volksgezondheid kan hij werkzaam zijn. Verwoesting van gezondheid, van lichamelijke en geestelijke ontwikkelingaankweeking alzoo van ongeschikte arbeiders en van geheele klassen zonder geest kracht zonder lust tot. orde en spaarzaamheidzonder zelf bedwang, zonder prikkel om haar maatschappelijken toestand te verbeteren kan hij hier en daar tegengaanbij voorbeeld door het verbieden of het beperken van den arbeid van niet- volwassenen. Zou de staat met hetzelfde reent waarmee hij voor de onmondige bevolking de nadeelige invloeden tegen gaatook niet kunnen waken tegen onthouding van het goede, tegen onthouding van onderwijs en voldoend onderwijs? Maar daarvoor is vooral de medewerking van het meer ontwikkelde en ruimer bedeelde gedeelte des volks noodig. Volksdeugden worden door geen wetten geplanten volksgebreken door geen wetten genezen. Tal van vereenigingendoor belang stelling in het lot van anderen in het leven geroepende kerkgenootschappen bovenalen niet minder het voorbeeld dat de meer ontwikkelden en beter bedeelden zeiven geven, kunnen hier een invloed uitoefenenwaartoe de staat zelf niet bü machte en daarenboven niet geroepen is. Naast deze algemeene sociale kwestiedie niet voor on middellijke oplossing vatbaar isnaast deze maatschappelijke kwaalgelijk zij eerder verdient te heetenen die alleen geleidelijk en door de werking van verschillende middelen allengs genezen kon wordenstaat een ander kwaaddat den alge- meenen vooruitgang in geheel ons werelddeel op jammerlijke wijze belemmert. Wij zijn in een toestand gekomen die net voor de volken van Europa onmogelijk schijnt te maken an ders dan op voet van oorlogofschoon zonder verstoring van den vrede, met elkander te leven. Aan de verplichting om zijn verdedigingsmiddelen uit te breiden en zijn weer baarheid te verhoogen schijnt geen enkele natie zich te kun nen onttrekken. Welk een reusachtig kapitaal wordt daardoor alleen aan vruchtdragenden arbeidaan den arbeid die -de vruchten der aarde verdubbelt en overal verkrijgbaar stelt die schier alles omwerkt tot nuttige en aangename zaken tot gebruik van den menschonthouden. Verstoring van den gewonen omzetophooping van schatten in een krijgs- kasonnatuurlijke toestand van de geldmarktgeldcrisis en haar onvermijdelijke gevolgen zijn daarvan de gewone na sleep. Wie kan de nadeelen berekenen en aantoonen, die daar door alleen worden veroorzaakt Zij zijn alleen in 't groot te verklaren en te bevroeden. Vooral hier is hetgeen men ziet betrekkelijk klein in verhouding tot wat men niet zieten is het rechtstreeksche kwaad, dat wordt gevoeld en ondervonden, gering in vergelijking van al het goede dat ver hinderd wordt. Hoe deze toestand eenmaal veranderen en verbeteren zal Wie zal het antwoord gevenp In den toestand van den armevan den werkman die niets bezit dan zijn arbeid, isal moge hij niet bevredigend zijn en al maakt hij meer dan vroeger het onderwerp uit van onderzoek en niet altijd vreedzame gedachtenwisseling, al worden hoogst verderfelijke middelen tot verbetering aanbevolen en beproefd, evenwel geen achteruitgang te bespeurende oorlogslast daarentegen wordt voor allen, drukkender, en schijnt de onver mijdelijke voorwaarde te worden waaronder voortaan de natiën kunnen leven. Let men daarenboven op de vele kwestiën die de natiën inwendig beroeren, op de blijvende spanning tusschen Duitsch- land en Prankrijkdan zal men het waarschijnlijk niet aan het glaswaardoor de zaken beschouwd worden maar aan haar werkelijke kleur toeschrijvenwanneer het tafereel, dat het jaar 1872 bij zijn scheiden ons aanbiedt, hier niet roos kleurig geschetst is. Toch willen wij daarom niet twijfelen aan een betere toekomst. Al verbergen wolken de zon voor ons oogwij weten dat zij er isenkele lichtstralen, en die ontbreken toch ook nietzijn voldoende om het ons ten overvloede te bewijzen. Wie weethoe spoedig zij helder doorbreekt en wolken en nevelen voor zich heen drijft W. v. d. K. De ministers van justitie der voornaamste duitsche Staten hebben te Berlijn eene conferentie gehouden over eene nieuwe rechterlijke organisatie voor het geheele Rijk, met het doel om op den grondslag van het daarin overeengekomene een ont werp in het pruisische dept. van j ustitie te doen samenstellen. M en verzekert, dat Beieren en Wurtemberg bezwaren hebben geopperd tegen het oprichten van een opperste hof van cas satie, 't welk de overige Staten noodig achten om de rechts eenheid te verzekeren. Pruisen. Het hof van discipline heeft de exceptie van den catholieken veldproost Namszanowskidat hij geen mi litair ambtenaar en derhalve ook niet aan de voor militaire ambtenaren geldende disciplinaire bepalingen onderworpen wasverworpen en hem veroordeeld wegens verwijdering uit zijne garnizoensplaats zonder verlof. Op een paar onder- deelen der acte van beschuldigingwaarbij het twijfelachtig was of hij geene reden tot verontschuldiging vond in zijne kwaliteit als bisschop, heeft het hof zich onbevoegd verklaard. Den 19 heeft de minister van koophandel bij het Huis der Afgevaardigden een wetsontwerp ingediend betreffende den aanleg van spoorwegenvan een tweede of derde spoor op verschillende bestaande banen en tot vermeerdering van het rollend materieel der staatsspoorwegen, een en ander ten koste van 120 miljoen th., waarvan 9 m. voor laatstge noemden post. 71 i Miljoen is bestemd tot aanleg van spoor wegen van Berlijn naar Wetzlar en van Lahnstein over Trier naar Diedenhofen, waardoor, in verband met bestaande wegen, een directe lijn ontstaan zal van Eydtkühnenaan de oos telijke grens des Rijks, tot Metz. In 1873 zullen van het geheele bedrag hoogstens 20, in 74 en 75 niet meer dan 25 miljoen worden uitgegeven. Bij de beraadslaging over de begrooting der Pruisische Bank heeft de presfdent dier instelling, namens de regeering, verklaard, dat de Bank, mits onder voldoenden waarborg, geene beleeningen heeft afge wezen, geene beperkende maatregelen heeft genomen bij het disconteeren van wissels, en ook geene wissels heeft afgewezen van Gründer-firma's. Eene lijst van verdachte Gründer-firma's bestaat niet. Geruchten met deze verklaring in strijd achtte hij door kwaadwilligen uitgestrooid. Maar wissels van zoo genaamde crediet-banken mag de Pruisische Bank niet dis conteeren dat toch zou schadelijk werken op de circulatie van het geld. Aan de zoogenaamde wisselruiterij moet paal en perk gesteld wordendaarvan wordt zeer veel gebruik gemaakt ook uit plaatsen van het buitenland, van welke voor 30 tot 50 miljoen thaler wissels in omloop zijn, die de Bank van het land zelf, waaruit zij komen, niet disconteert, De laatste staat van de Bank is zeer gunstigde in omloop zijnde bankbil jetten zijn door 58J. p.c. metaal gedekt. Yan 170 miljoen wissels in portefeuille vervallen 50 tot 90 miljoen binnen 4 •weken. Geene Bank zeide de president, rust op vastere grondslagen dan de Pruisische. Zij lijdt eer aan overvloed dan aan gebrek aan specie, en het disconto zal dan ook niet verhoogd worden. Het Huis is tot 7 Januari uit eengegaan. De Reichs-Anzeiger behelst een keizerlijken brief van 21 December, aan prins Bismarck gerichtaldus luidende ,,Op uw verzoek van 20 December wil ik u van het voor zitterschap van het ministerie bij deze ontslagen verklaren. Gij behoudt het recht van voordracht in zakenhet Rijk en de buitenlandsche politiek betreffende. Ingeval gij verhinderd zijt persoonlijk de zitting van het ministerie bij te wonen zijt gij bevoegd uw votum onder uwe verantwoordelijkheid door den president van de Rijks-kauseiarij, den heer Delbriick, te laten uitbrengen." Het voorzitterscnap Van het ministerie wordt opgedragen aan den oudsten minister (genl. v: Roon). Baden. De Groothertog heeft den 20 een besluit getee- kend betreffende den aanleg van 3 forten op den rechter Rijnoever bij Kehl, behoorende tot de reeks van gedeta cheerde forten welke om Straatsburg worden gebouwd, Elzas-Lotharingen. Een koopman te Mulhausendie in September voor de fransche nationaliteit geopteerd en zijn domicilie naar Prankrijk overgebracht had, maar in October teruggekeerd wasiswegens het al te openlijk ten toon spreiden zijner anti-duitsche gevoelensdoor de policie uit- genoodigd, binnen drie dagen de stad te verlaten. Hetzelfde lot heeft nog 2 andere personen getroffen, die zich niet ver standiger gedroegen. In de Liberale Kiezersvereeniging te Brussel had dezer dagen groot verschil van gevoelen geheerscht over het voorstel om het brusselsche comité voor den Denier des Ecoles met het be stuur der Ligue de VEnseignement samen te smeltenvoorna melijk met het doel om eene modelschool te Brussel opte- rickten't welk te grooter werd na de aanneming van een voorstel om de meerendeels progressistische kiezers uit de brusselsche voorsteden en de plattelands gedeelten van het arrondissement der hoofdstad fëgen eene aanmerkelijk ver laagde contributie in de Vereeniging op te nemen. Het gevolg daarvan is geweestdat eene groep liberalen zich afgescheiden en onder het presidium van denVertegenwoordi- ger Orts eene afzonderlijke Liberale Associatie gevormd heeft. Den 19 is de regeering in beide de Kamers geïnterpelleerd over den watersnoodinzonderheid te Gent en omstreken. In die stad stond het water op sommige plaatsen l£ el hoog en waren 20000 arbeiders zonder werk. Een paar vlaamsche Vertegenwoordigers wenschten in allerijl een kanaal boven die stadtot afwatering van de Beneden-Sehelde in de Bo- ven-Scheldete graven en vreesdendat de kanalisatie der Schelde een noodlottigen invloed op den waterstand uitoe fende. De minister van o. werken verzekerde integendeel dat de kanalisatie na hare voltooiing de stad Gent tegen eene herhaling van den tegenwoordigen nood zou behoeden. Te Brussel heeft zichonder de benaming van „speciaal disconto-kantoor," eene naamlooze vennootschap gevormd met een kapitaal van 5 miljoen, dat tot 10 miljoen kan worden opgevoerden waarvan reeds 87 aandeelen van 50000 fr. elk geplaatst zijnten doel hebbende om gedurende de schorsing der Banque de VUnion (Jacobs Frèros et Cie.) in de behoeften van de gewone cliënten dier Bank te voorzi n. De duur der maatschappij is voorloopig op 6 maanden bepaald Met, 1 Januari worden hier te lande dubbele of retour-' briefkaarten (vraag met vooruitbetaald antwoord) tegen den prijs van 10 centimes ingevoerd. De Kamer vau Vertegenwoordigers heeft den 21 de wet op het contingent met 61 tegen 20 en die op den vrijen in voer van levensmiddelen met alg. st. aangenomenen hare zitting tot 14 Jan. gesehorst. Den 11 is 200 miljoen fr. tot aanvulling van bet derde miljard gestort. Van de leening zijn reeds 2 miljarden in gekomen, zoodat de regeering thans reeds het vierde miljard geheel zou kunnen betalenware het nietdat zij van zulk eene belangrijke verplaatsing van specie eene ernstige crisis vreesde; daarom zal zij voortgaan, maandelijks 200 miljoen aftedoen. De rededen 16 door den heer Thiers in de vergadering der commissie van dertig uitgesproken, heeft den moed der door die van den minister Dufaure, van den 14, neergeslagen republikeinen weder zeer verlevendigd. Door zich weder op het terrein der presidiale boodschap te plaatsen heeft hij meenen zijde zitting van den 14 voor de rechterzijde tot eene ware en nieuwe journée des dupes gemaakt. De bladen der uiterste rechterzijde verklaren in de beide redevoeringen niets dan onvereenigbare richtingen en bedoelingen te zien. De 47 a 50 dissidenten van het linkercentrum hebben den 17 besloten ten aanzien der bestaande verdeeldheid geen be- slissenden stap te doen vóór de maandelijksche vernieuwing van het bureau op den 21 en alsdan te beproeven, den heer Ricard uit het -bestuur te verwijderenen voorts om door de heeren Eeray en Rampon aan den minister Dufaure te doen verklaren, dat zijne rede van den 14 onvoorwaardelijk goed gekeurd en het gevoelen van den heer Ricard daaromtrent niet gedeeld wordt. Den 20 is besloten om de vernieuwing van het bureau tot den 8 Januari uittestellen, waardoormen zich vleitdat de scheuring van het centrum zal worden verhoed. De heer Raoul Duval heeft het plan gehad om van den heer Mestreau voldoening met de wapenen te eischen, wegens de beschuldiging van logen en laster, die deze laatste tegen hem in de zitting der Nat. Vergadering van den 14 heeft gericht. De zaak is echter, door tusschenkomst van den pre sident Grévy en van een paar vrienden van den heer Duval, tot genoegen van beide partijen geschikt geworden. Den 17 las men voor de winkelramen van den handschoc-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1872 | | pagina 1