Hi No. 1. Vijfenzeventigste Jaargang. 1873. Z O S) A G 5 JANUARI. (Officieel (öcöccUe betrekkelijk liet zuiveren der booinen, hagen of struiken, van rupsennesten. "politie. ipoliticf? t^ocfsicïtt. ®2ïcfcclt jfcscftc Berichten, Duitschland. Itclgie. t L K II A A CUE O i II I A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O, G5, franco per post afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers IIERM'. COSTER ZOON. V IlffiëW AR i A V De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. BRAND W EE JR. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR; Gelet op de bepalingen van het reglement op het bekeer en het behandelen der brandblusckmiddelenvastgesteld 6 Maart- 1S72 (Gemeenteblad n°. 101); Roepen bij deze op alle manspersonen a. in den loop van het jaar 1872 20 jaar oud geworden; b. zichtusschen den ouderdom van 20 en 60 jarensedert 1 Eebruarij 1872 binnen deze gemeente gevestigd hebbende; om zich in Januarij 1873 voor de dienst van het brandwezen te doen inschrijvenwaartoe de gelegenheid zal bestaan ter secretarie der gemeente, op Maandag, Woensdag en Vrijdag van iedere week van des voormiddags 10 tot 's namiddags 2 ure. Zij herinneren verder belanghebbendendat Verzuim dier inschrijving indienslstelling zonder loting ten gevolge heeft. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 27 Dec. 1S72. De Secretaris, NUHOUT van DEK VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR voldoende aan den inhoud der circulaire van Heeren Gede puteerde Staten der provincie Noord-Holland, van 11 Julii 1841 No. 73 (Prov. blad No. 61). Brengen mits deze ter kennis van de ingezetenen hunner gemeente de bepalingen der wet van 1 Maart 1815 (Staatsbl. No. 2), luidende als volgt: 1. Dat op Zondagen en op zoodanige godsdienstige feest dagen als door de kerkgenootschappen van de Christelijke godsdienst dezer landen algemeen erkend en gevierd worden, niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verrigt wordenwelke de godsdienst zouden kunnen storenmaar dat in het algemeen geen openbare arbeid zal mogen plaats hebben dan ingeval van noodzakelijkheid als wanneer de plaatselijke regering daartoe schriftelijke toestemming zal geven. 2. Dat op deze dagen, met uitzondering van geringe eet waren geene koopwaren hoegenaamd op markten, straten of openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht, en dat kooplieden en winkeliers hunne >waren niet zullen mogen uitstallennoch met open deuren verkoopen. 3. Dat gedurende den tijd, voor de openbare godsdienst oefening bestemd de deuren der herbergen en andere plaatsen alwaar drank verkocht wordt, voor zooverre dezelve binnen den besloten kring der gemeente liggende zijn, zullen gesloten zijn, en dat ook gedurende dienzelfden tijd, geenerhande spelen, hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats hebben. 4. Dat geene openbare vermakelijkheden, zoo als schouw burgen publieke danspartijenconcerten en harddraverijen op de Zon- en algemeene feestdagen zullen gedoogd worden, zullende bet. aan de plaatselijke besturen worden vrijgelaten, hieromtrent eene uitzondering toetëstaanmits niet dan na het volkomen eindigen van alle godsdienstoefeningen. 5. Dat de plaatselijke policie zal zorg dragen, ten einde alle hinderlyke bewegingen en gerucht in de nabijheid der gehouwen tot de openbare eeredienst bestemd en in het al gemeen alles wat dezelve zouden kunnen hinderlijk zijnte voorkomen of te doen ophouden. 6. Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit besluitnaar gelang van personen en omstandigheden zul len gestraft worden met eene boete van niet hooger dan vijf en twintig guldenof met eene gevangenis "an "niet langer dan drie dagen voor de overtreders, die buiten staat mogten zijn deze boete te betalen. 7. Dat bij eene tweede overtreding de boete of straf zal verdubbeld worden en wijders al de te koop gelegde of uit gestalde goederen verbeurd verklaard en de herbergen of andere publieke plaatsen voor ééne maand gesloten. En dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede niet overeenkomende provinciale of plaatselijke reglementen en jnrigtingen zullen gehouden worden voor vervallen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 2 Jan. 1873. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van A LKMAAR herinneren de ingezetenen aan de naleving van de Wet van 26 Ventóse VIe Jaar, Burgemeester en IVethauders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 2 Jan. 1873. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR verzoeken de ingezetenen hunne rekeningen ten laste der gemeeute over 1872, ten spoedigste inteleveren bij den ge meente-architect. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 4 Jan. 1S73. De Secretaris. NUHOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbendendat de aan vragen om met 1 Eebruarij aanstaande kinderen of pupillen onderwijs te doen geven op de openbare scholen alhier kun nen geschieden bij de hoofdonderwijzers of de hoofdonder wijzeres der betrokken inrigtingen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 4 Jan. 1873. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. restraat. Alkmaar, 2 Jan. 187 3. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAlt brengen ter kennis van de belanghebbendendat gedurende de ziekte van de stads vroedvrouw mej. B. Kieft, in hare plaats met de tijdelijke bediening der wijkeu A, B en E is belast mej. de wed. J. F. Hagman woonachtig in de Vee- Burgemeesler en WHhouders voornoemd, A. MACLAINE PONT. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat het den Koningbij besluit van 16 December 1872 No. 29, heeft behaagd te bepalen, datmet wijziging in zooverre van het voorgesclirevene in art. 12 van de instructie, vastgesteld bij Z. M. besluit van 17 Januarij 1862 No. 101, de recruten beneden den ouderdom van 18 jaren (tamboers enz. daaronder begrepen) zich voor vijf jaren kunnen verbinden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar. A. MACLAINE PONT. 4 Jan. 1873. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. SCHUTTER IJ. Ter secretarie zijn ter afkaling gereed de paspoorten van lien die tot ontslag geregtigd zijn. Ter tcrugbekoming aan bet commissariaat van politie voor handen het navolgende gevondeneals: een sigarenkoker; een pakje nootmuskaat; een hondje; een sleuteltje; een li. C. kerkboekje. Ook bij den aanvang van het jaar 1873 bevindt de regee ring van Frankrijk zicli nog steeds in een voorloopigen toe stand. De troon staat leegen bij gevolg kan de regee- ringsyorm wel niet anders zijn dan republikeinsch; maar liet. besluitwaarbij die regeeringsvorm voor Frankrijk wordt aangenomenontbreekt nog altijd. Een commissie uit de Nationale Vergadering van 30 leden houdt zich thans bezig met liet ontwerpen eener regeling, waardoor de zaken gaande gehouden zouden kunnen worden zonder dat men bij elke belangrijke kwestie voor een ineenstorting der bestaande Regeering behoefde te vreezen. Daar de twee groote partijen in de Kamer, de republikeinscbe en de uiet-republikeinscbe beide weder in de noodige onderafdeelingen verdeeld, nage noeg tegen elkander opwegen, beeft de President der Repu bliek tot. nog toe den bestaanden toestand bestendigd door, met. onmiskenbaar beleid, beurtelings nu rechts en dan links steun te zoeken en steun te geven zonder ooit met eene der partijen gemeene zaak te maken. Zoo werd hij voor elke partij de onmisbareniet te vervangen man, die altijd zorgde dal de tegenpartij niet, te veel overwicht verkreeg, en nooit medewerkte om hetzij den republikeinen of den monarchalen een beslissende nederlaag- toe te brengen. Mocht men heden reden hebben om ontevreden op hem te zijnden volgenden dag was er weer overvloedige oorzaak tot dankbaarheid. Door een behendig gebruik van dezen balanceerstok hield de heer Thiers zich tot nog toe staande. Op zeer gevaarlijke oogeubiikken nam hij als uiterst hulpmiddel zijn toevlucht tot een bedreiging met zijn ontslag, en altijd werd liet middel probaat bevonden. Jüe eenige schaduwzijde van de zaak isdat bet middel wat al te dikwijls aangewend is moeten worden en daardoor zijn kracht vrij welheeft ver loren. De Kamer zou eindelijk aan kaar eigen eer verplicht, kunnen zijnzich eens niet te storen aau de bedreiging van den President, dat hij zou heengaan als men hem zijn zin niet gaf. De commissie van dertig beviijtigt zich thans met liet. uitdeuken van eenige maatregelen waardoor de grootste gevaren en hevigste botsingen zoo mogelijk voorkomen zullen kunnen worden. In de eerste plaats zal de commissie zich bezig houden met de regeling van de ministeriëele verantwoordelijkheid. Daarenboven is door Thiers vooral aangedrongen op de instel ling eener Tweede Kamer naast de Nationale "Vergadering. Die Kamer zou een conservatief karakter moeten hebben; baar bestemming zou zijnte bewaren wat verkregen is om tot, grondslag van orde en staatsregeling te dienen. Daar naast zou de bestaande Nationale Vergadering, de gekozenen des volkswaarin elke vooruitstrevende kracht zich openbaart den vooruitgang vertegenwoordigen. Die Tweede Kamer zou daarenboven en hierom vooral beval Thiers haar aan vastheid kunnen geven aan de Regeeringdie thans bij elke belangrijke botsing met de Nationale Vergadering kan in eenstorten; immers zou zij in dat geval steun kunnen vinden bij de bedoelde conservatieve Kamer. Voorts dient bet gezag van den President voor een bepaalden tijd verlengd te worden. Zijn bestaan was bij de laatstelijk daaromtrent genomen be sluiten op gelijken duur gesteld als dat der Nationale Ver gadering zoodat bij een ontbinding dier Vergadering ook de President verdween en er niets anders overbleef dan rege ringloosheid. Duidelijk is daarbij de behoefte gebleken ^aan een vice-president die hem kan vervangenvooral in het ergste geval voor den President eener Republiek zoowel als voor elk ander sterveling, het, geval van overlijden. De verhouding van den President tot de Nationale Vergadering eindelijk behoeft niet, minder nadere regeling. De vraag onder anderen, of de President bet reelit, zal behouden om, telkens wanneer bij daartoe reden meent te hebben, in de Vergadering of in de sectiën te komen en te spreken, is een kwestie die zeer de belangstelling van de meerderheid der Kamer bezi? houdt, en inderdaad niet zonder dat zij liet verdient. Het "is toclï gebleken, dat zijn persoonlijk optreden steeds een machtigen invloed uitoefenten dat hij de kunst verstaat om groote woelige en hartstochtelijke vergaderingen te leiden. Zijn woord is tot nog toe nooit, zonder uitwerking gebleven. Dit is vooral voor de monarcliaalgezinde meerderheid moeilijk te verdragenzij zou zoo gaarue meester zijn van de Kamer en den heer Thiers tot een wel hoog geëerd en achtingswaar digmaar tevens willig dienaar willen makenen zij heeft het herhaaldelijk moeten ondervindendat deze talentvolle redenaar op het beslissend oogenblik de geheele vergadering beheerseht. Aan den anderen kant is het even begrijpelijk dat de President hoogen prijs stelt op dit recht; hij gevoelt, dat vooral bij de tegenwoordige samenstelling der Nationale Vergadering zijn invloed voor een groot deel van zijn per soonlijke tussckenkomst in de algemeene vergaderingen en in de bijeenkomsten der eommissiën afhangt. Daarenboven is liet voor ieder duidelijk, dat de heer Thiers gaarne spreekt. Spreken is nu eenmaal zijn lust en te gelijk zijn trots. Het zou hem onbeschrijfelijk hard vallen, afstand te moeten doen van iets waarin hij zijn geheele leven zijn roem heeft gesteld en bijna altijd groote voldoening heeft gevonden. Te moeten zwijgen als het constitutioneele hoofd van den Staatdie zijn Ministers onder zijne machtiging hun voorstellen in de Kamer laat verdedigendie zijn Ministers ziet kampen om het vertrouwen der Kamer, en hen bedankt wanneer zij dit verloren hebben, niet te mogen verschijnen in de Vergade ring eu daar niet te mogen sprekenwanneer hij de overtui ging heeft dat hij het wetsvoorstel zou kunnen redden, ach ter de schermen te moeten blijven en niet zelf op de tribune te mogen komen om in persoon den strijd te voeren, zijn krachten niet te mogen nieten in den kamp met het woordniet zelf de eer der overwinning in te oogsten, dat denkbeeld moet voor iemand met het verleden en de gewoonten van den tegenwoordigen President der Republiek voor iemand met zijn ongeduldzijn hartstochtelijken ijver en groote prikkelbaarheid schier ondraaglijk zijn. Er is thans een middenweg voorgesteldmaar liet, blijft zeer de vraagof Thiers bereid zal gevonden worden dien te bewandelen. Er is in overweging gegevenden Pre sident de bevoegdheid toe te kennen om, zoo dikwijls hij het verlangtin de vergadering of in haar afdeelingen te verschijnen en het woord te voerenmaar tevens te bepalen dat gedurende zijne tegenwoordigheid de beraadslagingen geschorst worden. Alen gevoeltdat dit een groote be perking zijner vrijheid zou zijn. Hij zou op die wijze een op zich zelve staande redevoering kunnen houden, een mon delinge memorie van toelichting Kunnen leveren, zoo schoon, zoo uitvoerig en welsprekend als hij zelf slechts verlangen konmaar niemand zou hem antwoorden. Hij zou geen gelegenheid hebben om de bestrijders zijner woorden te ver slaan en hun bedenkingen t,e weerleggen. Als hij uitge sproken hadzou hij moeten vertrekkenen dan zouden de tegenstanders van het door hem aanbevolene vrij spel hebben. Zij zouden allengs met hun aanmerkingen voor den dag komenvan hunne zijde de gronden hunner mee- ning ontwikkelen anderen zouden daar tegen opkomen en zoo zou zich langzamerhand een nieuwe beraadslaging ont wikkelen die hij niet zou kunnen beheerschenen de in druk van zijn vroeger gehouden redevoering zou geheel door al het later gesprokene verdrongen worden. Maar zoo zou ook deze bevoegdheid van den President bijna haar geheele waardeen voor den heer Thiers in 't bijzonder bijna al haar aantrekkelijkheid verliezen. Zal hij zicli met dit scha duwbeeld van hetgeen hij thans bezit tevreden stellen En hoe zal het eindelijk met de Nationale Vergadering zelve gaan 't Dat zij geen lust heeft om zich te ontbinden en een nieuwe Kamer te doen kiezenis gebleken. Zij heeft uitgemaakt, dat zij niet alleen is gekozen om vrede te sluiten en bet land van vreemde bezetting te bevrijdenzij behoort aan Frankrijk organiek wetten te geven en alles te regelen wat regeling behoeft. Is zij dan onafzetbaar, en zijn haar leden voor hun leven benoemd Zoo iets is in strijd met alle tegenwoordige begrippen van volksvertegenwoordi ging; en zoo begrijpt dan ook de Nationale Vergadering, dat zij zich aan aftreding en herkiezing, alzoo ook aan het gevaar van niet-herkiezing, behoort te onderwerpen. Vooraf behoort echter, althans volgens de meening van den President, een nieuwe kieswet tot stand gebracht te worden, en zelfs dit werk heeft naar zijne meening geen haast. Daar tegen over staat een voorstel tot aftreding en vervanging der Ver gadering bij gedeelten, waarmee reeds in Februari een begin zou gemaakt worden. Maar al die punten zijn nog slechts meeningen en voor stellen. Onzeker is het nogwat de commissie van dertig aan de Vergadering in overweging zal geveneven onzeker, wat, die Vergadering zal'besluiten. Intussciien is het,, voor wien het nog niet duidelijk was, uit gemaakt, dat de vreeselyke oorlog, waarvan wij de naweeën nog allen gevoelen en die zicli misschien eenmaal in een nieuwen bloedigen strijd zullen openbaren, niet door Pruisen is uit gelokt, maar geheel voor rekening komt van dien voor Frank rijk zoo onvergetelijken Keizer, die thans te Cliisleburst in vrede zijn dagen eindigt. Vergeefs heeft de voormalige Bo herhaaldelijk heeft verklaard, dat het Frankrijk niet zou kun nen helpen wanneer het de candidatuur van von Hohen- zollern gebruikte om met Pruisen tot een oorlog te komen door nota op nota, depeche op depeche den Franschen Keizer heeft gewaarschuwd, door zijn gezant in persoon den Keizer heeft doen smeeken zich te onthouden van een vraagstuk waarin niemand hem zou bijstaan. Frankrijk heeft zijn on heil alleen te danken aan zijn tweeden Keizer en aan diens vaderlandlievende raadslieden enaan zich zelfomdat het zich blindelings aan den Keizer bad overgegeven. W. v. d. K. J O c - v/\jI uiuiipV/ ±j\j napartistische Minister de hertog de Gramont beproefd, de krachtige verklaring van Thiers, dat de bewering dat Pruisen den oorlog wilde en daartoe een geschikte aanleiding zocht een leugen is, te weerleggen. Hij heeft geen enkelen grond kunnen aanvoeren om die bewering te staven dan dezede waarheid wordt reeds door de openbare mèening erkend. Een praehtigp, trouwens niet, ongebruikelijke manier om het publiek te misleiden. Alen begint met allerlei onwaarheden te verspreiden en leugenachtige voorstellingen van feiten te geven; daardoor wordt de openbare meening op een dwaalspoor ge bracht; en als deze eenmaal gevestigd is, handhaaft, zij zicli met merkwaardige hardnekkigheid bij haar eerste opvatting. Komt eindelijk iemand met bewijzen daartegen op, dan roept men hem toe: spaar uw moeite; wat gij daar zegt, is al te dwaas om er op te antwoorden^ /'de waarheid" om nog eens de woorden van den hertog de Gramont te gebruiken "de waarheid wordt reeds door de openbare meening erkend; het zou nut teloos en kinderachtig wezen, te gaan betoogeu wat niemand meer betwist." Wat voorts de ex-minister omtrent de Franschgezindheid van Oostenrijk heeft verhaald, heeft nieuwe openbaarmakingen uitgelokt die duidelijk aantooneudat Oostenrijk inderdaad beloofd had Frankrijk te steunen als Pruisen ooit de Mainliuie zou trachten over te trekken, maar Pruisen. De laatste kweekelingen van het jezuieten-se- minarie aan het Laacher-meer hebben die instelling verlaten en zijn naar Nederland vertrokken. De Spenersche Zeitung schrijftonder het opschrift „de nieuwe Benedetti," het volgende„De authentieke latijnsche tekst van de jongste allocutie van den Paus licht voor ons. Wat daarvan tot dusver bekend werd, was ontleend aan de italiaansche vertaling van het jezuietenblad la Voce delta Veritden de waarlijk ongehoordein bet Vatieaan ge voerde taal was daar blijkbaar opzettelijk verzwakt. Wij geven den latijnschen tekst aan de woorden, die op Duitsch land betrekking hebben. Indien wij daarvan eene nauwkeu rige duitsche vertaling gavenstond ons zeer zeker eene vervolging van het openbaar ministerie t,e wachten; de door ons gekozen vorm sluit, naar onze meening, de animus injurandi buiten. De reeks van zware beleedigingen, welke de Kerkvorst van zijne booge standplaatsin zijne aanspraak aan de kar dinalen het Duitsche Rijk en zijn verheven hoofd in het aangezicht waagde te slingeren, met het doel om die aan de geestelijkheid en de leeken der gansche christenwereld bekend te maken, vindt hare wedergade in de moderne-geschiedenis niet. De onbeschaamdheid van Benedetti jegens den Koning is hier ver overtroffen. Het duitsche volksbewustzijn zal zich echter tegenover Rome evenmin verloochenenals het zulks tegenover Frankrijk heeft gedaan. Wat hier den Keizer wordt aangedaan is. eene grootere beleediging dan het gebeurde te Ems." De Nordd. Allgem.-Zeitung laat zich in denzelfden geest over de pauselijke redevoering uit, en noemt het cynisme waarmede over het vaderlandde staatkunde des Keizers en zijne regeering gesproken is, zoodanig, dat de strafwet eene herhaling der bijzonderheden onmogelijk maakt. Het blad acht het nu onvermijdelijk geworden om door middel der wetgeving de grenslijn tusschen Kerk en Staat te trekken, en noemt die taak der wetgeving eene levenskwestie voor het Duitsche Rijk. In Posen en Koningsbergen is aan de couranten van re- geeringswege bekend gemaaktdat zij onmiddelijk in beslag genomen zullen wordenindien zij de tegen Duitschland gerichte zinsneden der pauselijke allocutie opnemen. Het oudste der te Koningsbergen gevestigde bankiershui zen dat namelijk van E. A. Jacob, heeft zijne betalingen gestaakt. Het passief wordt door sommigen op 600,000, door anderen op 3 miljoen thaler geschat. Het onderzoek, ingesteld ten gevolge van het omkomen van verscheidene personen bij de groote taptoe te Berlijn, ge durende de bijeenkomst der Keizersheeft aangetoond dat dit onheil niet aan de policiemaar integendeel aan het weerstreven van hare verordeningen is te wijten geweest. De Nordd. Allgem. Zeitung spreekt over de onverschillig heid waarmede de pruisische dagbladpers de mededeelingen van den hertog de Gramont behandelt, en vindt de oorzaak daarvan in het vertrouwen op de vriendschappelijke verstand houding met het tegenwoordige Oostenrijk-Hongarije. De Nordd. zegt vervolgens, na eenige verontschuldigende woor den over graaf van Beust„Diens antecedenten zijn geen geheimen hij was als oostenrijksch minister gerechtigd om tegen Duitschland op te treden, indien Oostenrijks belangen dat schenen voor te schrijven. Laten wij van die bescliul- digingen van bloot historisch belang tot de orde van den dag overgaan waarop thans staat het door beide regeerin gen gekoesterde en het door beide Rijken in gelijke mate voorgeschreven verlangen om de tegenwoordige hartelijke verstandhouding duurzaam te doen worden." De bevelhebber der antwerpsclie burgerwacht heeft eene circulaire uitgevaardigd aan al de legioenen dier wa-ht in Belgie, waarin hij het denkbeeld oppert van een algemeen petitionnement, ten einde eene betere voldoening te erlangen voor den haar door het geschrift van den kolonel Brialmont (die de schutterij voor 's lands verdediging onbruikbaar acht) aangedanen hoondan de verloochening dier brochure door de regeering in de Wetgevende Kamers. Hij noodigde de verschillende chefs uit, om den 29 te Antwerpen over een ontwerp-adres te komen beraadslagen. De luit.-genl. Benard, inspecteur-generaal der belgisehe burgerwacht, heeft echter, uit naam van den minister van binn. zaken, aan de antwerp sclie officieren verboden om gevolg te geven aan het plan van een protest tegen de brochure-Brialmont, en die officieren hebben daarop besloten om de voorgenomen vergadering niet te laten doorgaan, maar een adres aan den Koning te richten. De officieren der burgerwacht van Bergen hebben onmid delijk tegen de oproeping van den antwerpschen kolonel ge protesteerd. De kolonel Brialmont heeft op het protest der luiksclie officieren tegen zijn vlugschrift geantwoord met een brief, waarin hij doet uitkomen, hoe hunne klachten over de orga nisatie wapening, uniform en oefeningen der schutterij zijn ongunstig oordeel en de behoefte aan hervorming bevestigen. Eene te Brussel met een kapitaal van 60 miljoen fr. op gerichte naamlooze „Alaatschappij voor de belgisehluxem- lurgsche spoorwegen" heeft de explotatie der lijnen van den Grand-Luxembourg overgenomen, en aan de aandeelhouder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1873 | | pagina 1