Hi
No. 1.
Vijfenzeventigste Jaargang.
1873.
Z O S) A G
5 JANUARI.
(Officieel (öcöccUe
betrekkelijk liet zuiveren der booinen, hagen of
struiken, van rupsennesten.
"politie.
ipoliticf? t^ocfsicïtt.
®2ïcfcclt jfcscftc Berichten,
Duitschland.
Itclgie.
t L K II A A
CUE O i II I A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O, G5, franco per post
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers IIERM'. COSTER ZOON.
V
IlffiëW
AR i A V
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
BRAND W EE JR.
BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR;
Gelet op de bepalingen van het reglement op het bekeer
en het behandelen der brandblusckmiddelenvastgesteld 6
Maart- 1S72 (Gemeenteblad n°. 101);
Roepen bij deze op alle manspersonen
a. in den loop van het jaar 1872 20 jaar oud geworden;
b. zichtusschen den ouderdom van 20 en 60 jarensedert
1 Eebruarij 1872 binnen deze gemeente gevestigd hebbende;
om zich in Januarij 1873 voor de dienst van het brandwezen
te doen inschrijvenwaartoe de gelegenheid zal bestaan ter
secretarie der gemeente, op Maandag, Woensdag en Vrijdag
van iedere week van des voormiddags 10 tot 's namiddags
2 ure.
Zij herinneren verder belanghebbendendat
Verzuim dier inschrijving indienslstelling zonder loting ten
gevolge heeft. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
27 Dec. 1S72. De Secretaris,
NUHOUT van DEK VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
voldoende aan den inhoud der circulaire van Heeren Gede
puteerde Staten der provincie Noord-Holland, van 11 Julii
1841 No. 73 (Prov. blad No. 61).
Brengen mits deze ter kennis van de ingezetenen hunner
gemeente de bepalingen der wet van 1 Maart 1815 (Staatsbl.
No. 2), luidende als volgt:
1. Dat op Zondagen en op zoodanige godsdienstige feest
dagen als door de kerkgenootschappen van de Christelijke
godsdienst dezer landen algemeen erkend en gevierd worden,
niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verrigt
wordenwelke de godsdienst zouden kunnen storenmaar
dat in het algemeen geen openbare arbeid zal mogen plaats
hebben dan ingeval van noodzakelijkheid als wanneer de
plaatselijke regering daartoe schriftelijke toestemming zal geven.
2. Dat op deze dagen, met uitzondering van geringe eet
waren geene koopwaren hoegenaamd op markten, straten of
openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht,
en dat kooplieden en winkeliers hunne >waren niet zullen
mogen uitstallennoch met open deuren verkoopen.
3. Dat gedurende den tijd, voor de openbare godsdienst
oefening bestemd de deuren der herbergen en andere plaatsen
alwaar drank verkocht wordt, voor zooverre dezelve binnen
den besloten kring der gemeente liggende zijn, zullen gesloten
zijn, en dat ook gedurende dienzelfden tijd, geenerhande spelen,
hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats hebben.
4. Dat geene openbare vermakelijkheden, zoo als schouw
burgen publieke danspartijenconcerten en harddraverijen
op de Zon- en algemeene feestdagen zullen gedoogd worden,
zullende bet. aan de plaatselijke besturen worden vrijgelaten,
hieromtrent eene uitzondering toetëstaanmits niet dan na
het volkomen eindigen van alle godsdienstoefeningen.
5. Dat de plaatselijke policie zal zorg dragen, ten einde
alle hinderlyke bewegingen en gerucht in de nabijheid der
gehouwen tot de openbare eeredienst bestemd en in het al
gemeen alles wat dezelve zouden kunnen hinderlijk zijnte
voorkomen of te doen ophouden.
6. Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit
besluitnaar gelang van personen en omstandigheden zul
len gestraft worden met eene boete van niet hooger dan vijf
en twintig guldenof met eene gevangenis "an "niet langer
dan drie dagen voor de overtreders, die buiten staat mogten
zijn deze boete te betalen.
7. Dat bij eene tweede overtreding de boete of straf zal
verdubbeld worden en wijders al de te koop gelegde of uit
gestalde goederen verbeurd verklaard en de herbergen of
andere publieke plaatsen voor ééne maand gesloten.
En dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede
niet overeenkomende provinciale of plaatselijke reglementen
en jnrigtingen zullen gehouden worden voor vervallen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
2 Jan. 1873. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van A LKMAAR
herinneren de ingezetenen aan de naleving van
de Wet van 26 Ventóse VIe Jaar,
Burgemeester en IVethauders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
2 Jan. 1873. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
verzoeken de ingezetenen hunne rekeningen ten laste der
gemeeute over 1872, ten spoedigste inteleveren bij den ge
meente-architect.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
4 Jan. 1S73. De Secretaris.
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbendendat de aan
vragen om met 1 Eebruarij aanstaande kinderen of pupillen
onderwijs te doen geven op de openbare scholen alhier kun
nen geschieden bij de hoofdonderwijzers of de hoofdonder
wijzeres der betrokken inrigtingen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
4 Jan. 1873. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
restraat.
Alkmaar,
2 Jan. 187 3.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAlt
brengen ter kennis van de belanghebbendendat gedurende
de ziekte van de stads vroedvrouw mej. B. Kieft, in hare
plaats met de tijdelijke bediening der wijkeu A, B en E is
belast mej. de wed. J. F. Hagman woonachtig in de Vee-
Burgemeesler en WHhouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis dat het den Koningbij besluit
van 16 December 1872 No. 29, heeft behaagd te bepalen,
datmet wijziging in zooverre van het voorgesclirevene in
art. 12 van de instructie, vastgesteld bij Z. M. besluit van
17 Januarij 1862 No. 101, de recruten beneden den ouderdom
van 18 jaren (tamboers enz. daaronder begrepen) zich voor
vijf jaren kunnen verbinden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
4 Jan. 1873. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
SCHUTTER IJ.
Ter secretarie zijn ter afkaling gereed de paspoorten van
lien die tot ontslag geregtigd zijn.
Ter tcrugbekoming aan bet commissariaat van politie voor
handen het navolgende gevondeneals: een sigarenkoker; een
pakje nootmuskaat; een hondje; een sleuteltje; een li. C. kerkboekje.
Ook bij den aanvang van het jaar 1873 bevindt de regee
ring van Frankrijk zicli nog steeds in een voorloopigen toe
stand. De troon staat leegen bij gevolg kan de regee-
ringsyorm wel niet anders zijn dan republikeinsch; maar liet.
besluitwaarbij die regeeringsvorm voor Frankrijk wordt
aangenomenontbreekt nog altijd. Een commissie uit de
Nationale Vergadering van 30 leden houdt zich thans bezig
met liet ontwerpen eener regeling, waardoor de zaken gaande
gehouden zouden kunnen worden zonder dat men bij elke
belangrijke kwestie voor een ineenstorting der bestaande
Regeering behoefde te vreezen. Daar de twee groote partijen
in de Kamer, de republikeinscbe en de uiet-republikeinscbe
beide weder in de noodige onderafdeelingen verdeeld, nage
noeg tegen elkander opwegen, beeft de President der Repu
bliek tot. nog toe den bestaanden toestand bestendigd door,
met. onmiskenbaar beleid, beurtelings nu rechts en dan links
steun te zoeken en steun te geven zonder ooit met eene
der partijen gemeene zaak te maken. Zoo werd hij voor elke
partij de onmisbareniet te vervangen man, die altijd zorgde
dal de tegenpartij niet, te veel overwicht verkreeg, en nooit
medewerkte om hetzij den republikeinen of den monarchalen
een beslissende nederlaag- toe te brengen. Mocht men heden
reden hebben om ontevreden op hem te zijnden volgenden
dag was er weer overvloedige oorzaak tot dankbaarheid.
Door een behendig gebruik van dezen balanceerstok hield
de heer Thiers zich tot nog toe staande. Op zeer gevaarlijke
oogeubiikken nam hij als uiterst hulpmiddel zijn toevlucht
tot een bedreiging met zijn ontslag, en altijd werd liet
middel probaat bevonden. Jüe eenige schaduwzijde van de
zaak isdat bet middel wat al te dikwijls aangewend is
moeten worden en daardoor zijn kracht vrij welheeft ver
loren. De Kamer zou eindelijk aan kaar eigen eer verplicht,
kunnen zijnzich eens niet te storen aau de bedreiging van
den President, dat hij zou heengaan als men hem zijn zin
niet gaf. De commissie van dertig beviijtigt zich thans met
liet. uitdeuken van eenige maatregelen waardoor de grootste
gevaren en hevigste botsingen zoo mogelijk voorkomen zullen
kunnen worden.
In de eerste plaats zal de commissie zich bezig houden
met de regeling van de ministeriëele verantwoordelijkheid.
Daarenboven is door Thiers vooral aangedrongen op de instel
ling eener Tweede Kamer naast de Nationale "Vergadering. Die
Kamer zou een conservatief karakter moeten hebben; baar
bestemming zou zijnte bewaren wat verkregen is om tot,
grondslag van orde en staatsregeling te dienen. Daar naast
zou de bestaande Nationale Vergadering, de gekozenen des
volkswaarin elke vooruitstrevende kracht zich openbaart
den vooruitgang vertegenwoordigen. Die Tweede Kamer zou
daarenboven en hierom vooral beval Thiers haar aan
vastheid kunnen geven aan de Regeeringdie thans bij elke
belangrijke botsing met de Nationale Vergadering kan in
eenstorten; immers zou zij in dat geval steun kunnen vinden
bij de bedoelde conservatieve Kamer. Voorts dient bet gezag
van den President voor een bepaalden tijd verlengd te worden.
Zijn bestaan was bij de laatstelijk daaromtrent genomen be
sluiten op gelijken duur gesteld als dat der Nationale Ver
gadering zoodat bij een ontbinding dier Vergadering ook de
President verdween en er niets anders overbleef dan rege
ringloosheid. Duidelijk is daarbij de behoefte gebleken ^aan
een vice-president die hem kan vervangenvooral in het ergste
geval voor den President eener Republiek zoowel als voor elk
ander sterveling, het, geval van overlijden. De verhouding
van den President tot de Nationale Vergadering eindelijk
behoeft niet, minder nadere regeling. De vraag onder anderen,
of de President bet reelit, zal behouden om, telkens wanneer
bij daartoe reden meent te hebben, in de Vergadering of in
de sectiën te komen en te spreken, is een kwestie die zeer
de belangstelling van de meerderheid der Kamer bezi? houdt,
en inderdaad niet zonder dat zij liet verdient. Het "is toclï
gebleken, dat zijn persoonlijk optreden steeds een machtigen
invloed uitoefenten dat hij de kunst verstaat om groote
woelige en hartstochtelijke vergaderingen te leiden. Zijn
woord is tot nog toe nooit, zonder uitwerking gebleven. Dit
is vooral voor de monarcliaalgezinde meerderheid moeilijk te
verdragenzij zou zoo gaarue meester zijn van de Kamer
en den heer Thiers tot een wel hoog geëerd en achtingswaar
digmaar tevens willig dienaar willen makenen zij heeft
het herhaaldelijk moeten ondervindendat deze talentvolle
redenaar op het beslissend oogenblik de geheele vergadering
beheerseht. Aan den anderen kant is het even begrijpelijk
dat de President hoogen prijs stelt op dit recht; hij gevoelt,
dat vooral bij de tegenwoordige samenstelling der Nationale
Vergadering zijn invloed voor een groot deel van zijn per
soonlijke tussckenkomst in de algemeene vergaderingen en in
de bijeenkomsten der eommissiën afhangt. Daarenboven is
liet voor ieder duidelijk, dat de heer Thiers gaarne spreekt.
Spreken is nu eenmaal zijn lust en te gelijk zijn trots. Het
zou hem onbeschrijfelijk hard vallen, afstand te moeten doen
van iets waarin hij zijn geheele leven zijn roem heeft gesteld
en bijna altijd groote voldoening heeft gevonden. Te moeten
zwijgen als het constitutioneele hoofd van den Staatdie
zijn Ministers onder zijne machtiging hun voorstellen in de
Kamer laat verdedigendie zijn Ministers ziet kampen om
het vertrouwen der Kamer, en hen bedankt wanneer zij dit
verloren hebben, niet te mogen verschijnen in de Vergade
ring eu daar niet te mogen sprekenwanneer hij de overtui
ging heeft dat hij het wetsvoorstel zou kunnen redden, ach
ter de schermen te moeten blijven en niet zelf op de tribune te
mogen komen om in persoon den strijd te voeren, zijn krachten
niet te mogen nieten in den kamp met het woordniet zelf
de eer der overwinning in te oogsten, dat denkbeeld
moet voor iemand met het verleden en de gewoonten van
den tegenwoordigen President der Republiek voor iemand
met zijn ongeduldzijn hartstochtelijken ijver en groote
prikkelbaarheid schier ondraaglijk zijn.
Er is thans een middenweg voorgesteldmaar liet, blijft
zeer de vraagof Thiers bereid zal gevonden worden dien
te bewandelen. Er is in overweging gegevenden Pre
sident de bevoegdheid toe te kennen om, zoo dikwijls hij
het verlangtin de vergadering of in haar afdeelingen te
verschijnen en het woord te voerenmaar tevens te bepalen
dat gedurende zijne tegenwoordigheid de beraadslagingen
geschorst worden. Alen gevoeltdat dit een groote be
perking zijner vrijheid zou zijn. Hij zou op die wijze een
op zich zelve staande redevoering kunnen houden, een mon
delinge memorie van toelichting Kunnen leveren, zoo schoon,
zoo uitvoerig en welsprekend als hij zelf slechts verlangen
konmaar niemand zou hem antwoorden. Hij zou geen
gelegenheid hebben om de bestrijders zijner woorden te ver
slaan en hun bedenkingen t,e weerleggen. Als hij uitge
sproken hadzou hij moeten vertrekkenen dan zouden
de tegenstanders van het door hem aanbevolene vrij spel
hebben. Zij zouden allengs met hun aanmerkingen voor
den dag komenvan hunne zijde de gronden hunner mee-
ning ontwikkelen anderen zouden daar tegen opkomen en
zoo zou zich langzamerhand een nieuwe beraadslaging ont
wikkelen die hij niet zou kunnen beheerschenen de in
druk van zijn vroeger gehouden redevoering zou geheel door
al het later gesprokene verdrongen worden. Maar zoo zou
ook deze bevoegdheid van den President bijna haar geheele
waardeen voor den heer Thiers in 't bijzonder bijna al
haar aantrekkelijkheid verliezen. Zal hij zicli met dit scha
duwbeeld van hetgeen hij thans bezit tevreden stellen
En hoe zal het eindelijk met de Nationale Vergadering
zelve gaan 't Dat zij geen lust heeft om zich te ontbinden
en een nieuwe Kamer te doen kiezenis gebleken. Zij
heeft uitgemaakt, dat zij niet alleen is gekozen om vrede te
sluiten en bet land van vreemde bezetting te bevrijdenzij
behoort aan Frankrijk organiek wetten te geven en alles te
regelen wat regeling behoeft. Is zij dan onafzetbaar, en zijn
haar leden voor hun leven benoemd Zoo iets is in strijd
met alle tegenwoordige begrippen van volksvertegenwoordi
ging; en zoo begrijpt dan ook de Nationale Vergadering,
dat zij zich aan aftreding en herkiezing, alzoo ook aan het
gevaar van niet-herkiezing, behoort te onderwerpen. Vooraf
behoort echter, althans volgens de meening van den President,
een nieuwe kieswet tot stand gebracht te worden, en zelfs
dit werk heeft naar zijne meening geen haast. Daar tegen
over staat een voorstel tot aftreding en vervanging der Ver
gadering bij gedeelten, waarmee reeds in Februari een begin
zou gemaakt worden.
Maar al die punten zijn nog slechts meeningen en voor
stellen. Onzeker is het nogwat de commissie van dertig
aan de Vergadering in overweging zal geveneven onzeker,
wat, die Vergadering zal'besluiten.
Intussciien is het,, voor wien het nog niet duidelijk was, uit
gemaakt, dat de vreeselyke oorlog, waarvan wij de naweeën nog
allen gevoelen en die zicli misschien eenmaal in een nieuwen
bloedigen strijd zullen openbaren, niet door Pruisen is uit
gelokt, maar geheel voor rekening komt van dien voor Frank
rijk zoo onvergetelijken Keizer, die thans te Cliisleburst in
vrede zijn dagen eindigt. Vergeefs heeft de voormalige Bo
herhaaldelijk heeft verklaard, dat het Frankrijk niet zou kun
nen helpen wanneer het de candidatuur van von Hohen-
zollern gebruikte om met Pruisen tot een oorlog te komen
door nota op nota, depeche op depeche den Franschen Keizer
heeft gewaarschuwd, door zijn gezant in persoon den Keizer
heeft doen smeeken zich te onthouden van een vraagstuk
waarin niemand hem zou bijstaan. Frankrijk heeft zijn on
heil alleen te danken aan zijn tweeden Keizer en aan diens
vaderlandlievende raadslieden enaan zich zelfomdat
het zich blindelings aan den Keizer bad overgegeven.
W. v. d. K.
J O c - v/\jI uiuiipV/ ±j\j
napartistische Minister de hertog de Gramont beproefd, de
krachtige verklaring van Thiers, dat de bewering dat Pruisen
den oorlog wilde en daartoe een geschikte aanleiding zocht
een leugen is, te weerleggen. Hij heeft geen enkelen grond
kunnen aanvoeren om die bewering te staven dan dezede
waarheid wordt reeds door de openbare mèening erkend.
Een praehtigp, trouwens niet, ongebruikelijke manier om het
publiek te misleiden. Alen begint met allerlei onwaarheden te
verspreiden en leugenachtige voorstellingen van feiten te geven;
daardoor wordt de openbare meening op een dwaalspoor ge
bracht; en als deze eenmaal gevestigd is, handhaaft, zij zicli met
merkwaardige hardnekkigheid bij haar eerste opvatting. Komt
eindelijk iemand met bewijzen daartegen op, dan roept men hem
toe: spaar uw moeite; wat gij daar zegt, is al te dwaas om er op
te antwoorden^ /'de waarheid" om nog eens de woorden
van den hertog de Gramont te gebruiken "de waarheid
wordt reeds door de openbare meening erkend; het zou nut
teloos en kinderachtig wezen, te gaan betoogeu wat niemand
meer betwist." Wat voorts de ex-minister omtrent de
Franschgezindheid van Oostenrijk heeft verhaald, heeft nieuwe
openbaarmakingen uitgelokt die duidelijk aantooneudat
Oostenrijk inderdaad beloofd had Frankrijk te steunen als
Pruisen ooit de Mainliuie zou trachten over te trekken, maar
Pruisen. De laatste kweekelingen van het jezuieten-se-
minarie aan het Laacher-meer hebben die instelling verlaten
en zijn naar Nederland vertrokken.
De Spenersche Zeitung schrijftonder het opschrift „de
nieuwe Benedetti," het volgende„De authentieke latijnsche
tekst van de jongste allocutie van den Paus licht voor ons.
Wat daarvan tot dusver bekend werd, was ontleend aan de
italiaansche vertaling van het jezuietenblad la Voce delta
Veritden de waarlijk ongehoordein bet Vatieaan ge
voerde taal was daar blijkbaar opzettelijk verzwakt. Wij
geven den latijnschen tekst aan de woorden, die op Duitsch
land betrekking hebben. Indien wij daarvan eene nauwkeu
rige duitsche vertaling gavenstond ons zeer zeker eene
vervolging van het openbaar ministerie t,e wachten; de door
ons gekozen vorm sluit, naar onze meening, de animus injurandi
buiten. De reeks van zware beleedigingen, welke de Kerkvorst
van zijne booge standplaatsin zijne aanspraak aan de kar
dinalen het Duitsche Rijk en zijn verheven hoofd in het
aangezicht waagde te slingeren, met het doel om die aan de
geestelijkheid en de leeken der gansche christenwereld bekend
te maken, vindt hare wedergade in de moderne-geschiedenis
niet. De onbeschaamdheid van Benedetti jegens den Koning
is hier ver overtroffen. Het duitsche volksbewustzijn zal zich
echter tegenover Rome evenmin verloochenenals het zulks
tegenover Frankrijk heeft gedaan. Wat hier den Keizer wordt
aangedaan is. eene grootere beleediging dan het gebeurde
te Ems."
De Nordd. Allgem.-Zeitung laat zich in denzelfden geest
over de pauselijke redevoering uit, en noemt het cynisme
waarmede over het vaderlandde staatkunde des Keizers
en zijne regeering gesproken is, zoodanig, dat de strafwet
eene herhaling der bijzonderheden onmogelijk maakt. Het
blad acht het nu onvermijdelijk geworden om door middel
der wetgeving de grenslijn tusschen Kerk en Staat te trekken,
en noemt die taak der wetgeving eene levenskwestie voor
het Duitsche Rijk.
In Posen en Koningsbergen is aan de couranten van re-
geeringswege bekend gemaaktdat zij onmiddelijk in beslag
genomen zullen wordenindien zij de tegen Duitschland
gerichte zinsneden der pauselijke allocutie opnemen.
Het oudste der te Koningsbergen gevestigde bankiershui
zen dat namelijk van E. A. Jacob, heeft zijne betalingen
gestaakt. Het passief wordt door sommigen op 600,000,
door anderen op 3 miljoen thaler geschat.
Het onderzoek, ingesteld ten gevolge van het omkomen
van verscheidene personen bij de groote taptoe te Berlijn, ge
durende de bijeenkomst der Keizersheeft aangetoond dat
dit onheil niet aan de policiemaar integendeel aan het
weerstreven van hare verordeningen is te wijten geweest.
De Nordd. Allgem. Zeitung spreekt over de onverschillig
heid waarmede de pruisische dagbladpers de mededeelingen
van den hertog de Gramont behandelt, en vindt de oorzaak
daarvan in het vertrouwen op de vriendschappelijke verstand
houding met het tegenwoordige Oostenrijk-Hongarije. De
Nordd. zegt vervolgens, na eenige verontschuldigende woor
den over graaf van Beust„Diens antecedenten zijn geen
geheimen hij was als oostenrijksch minister gerechtigd om
tegen Duitschland op te treden, indien Oostenrijks belangen
dat schenen voor te schrijven. Laten wij van die bescliul-
digingen van bloot historisch belang tot de orde van den
dag overgaan waarop thans staat het door beide regeerin
gen gekoesterde en het door beide Rijken in gelijke mate
voorgeschreven verlangen om de tegenwoordige hartelijke
verstandhouding duurzaam te doen worden."
De bevelhebber der antwerpsclie burgerwacht heeft eene
circulaire uitgevaardigd aan al de legioenen dier wa-ht in
Belgie, waarin hij het denkbeeld oppert van een algemeen
petitionnement, ten einde eene betere voldoening te erlangen
voor den haar door het geschrift van den kolonel Brialmont
(die de schutterij voor 's lands verdediging onbruikbaar acht)
aangedanen hoondan de verloochening dier brochure door
de regeering in de Wetgevende Kamers. Hij noodigde de
verschillende chefs uit, om den 29 te Antwerpen over een
ontwerp-adres te komen beraadslagen. De luit.-genl. Benard,
inspecteur-generaal der belgisehe burgerwacht, heeft echter,
uit naam van den minister van binn. zaken, aan de antwerp
sclie officieren verboden om gevolg te geven aan het plan
van een protest tegen de brochure-Brialmont, en die officieren
hebben daarop besloten om de voorgenomen vergadering niet
te laten doorgaan, maar een adres aan den Koning te richten.
De officieren der burgerwacht van Bergen hebben onmid
delijk tegen de oproeping van den antwerpschen kolonel ge
protesteerd.
De kolonel Brialmont heeft op het protest der luiksclie
officieren tegen zijn vlugschrift geantwoord met een brief,
waarin hij doet uitkomen, hoe hunne klachten over de orga
nisatie wapening, uniform en oefeningen der schutterij zijn
ongunstig oordeel en de behoefte aan hervorming bevestigen.
Eene te Brussel met een kapitaal van 60 miljoen fr. op
gerichte naamlooze „Alaatschappij voor de belgisehluxem-
lurgsche spoorwegen" heeft de explotatie der lijnen van den
Grand-Luxembourg overgenomen, en aan de aandeelhouder