No. 6.
Vijfenzeventigste Jaargang.
1873.
ZONDAG
9 FEBRUARI.
<5>fftctccl (Bebccltc
4.
Een artikel van aanhalingen.
£2Uckclijk9chc Berichten.
Huitschland.
Belgie.
Frankrijk..
A L h 11 A A II S 0 B E COURANT.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post O,SO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de loting der in het vorige jaar in deze Gemeente voor
de Militie ingeschrevenen, zal geschieden op Dingsdag II Fe
bruari] aanstaandeten Raadhuize der Gemeente Alkmaar.
Zij worden mitsdien opgeroepenom op dien dagdes
voormiddags ten 10 ure. zich aldaar te bevinden, om te loten
en opgave te doen van de reden van vrijstellingdie zij ter
zake van de Militie vermeenen te moeten inbrengen.
Indien zij vermeenen vrijstelling te kunnen erlangen wegens
brocderdienst of op grond van te zijn eenige vettige zoon en
geene halve broeders hebben, moeten zij zich binnen drie dagen
na de loting ter Secretarie vervoegen, om de noodige opgave
te doen en bovendien op Vrijdag 28 February e.k., des na
middags ten 6 ure, in het Raadhuis te verschijnen, vergezeld
van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam
en faam staande meerderjarige ingezetenen, die het vereischte
getuigenis kunnen afleggen en het aldaar optemaken getuig
schrift onderteekenen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. MACLAINE PONT.
Be Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
Alkmaar,
20 Jan. 1873.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis:
dat op Dingsdag 11 February 1873, des middags ten 12
ure, zal worden overgegaan tot de openbare aanbesteding der
levering van 466 remontpaarden en wel door de hoofdadmini-
stratie van het
le. Regiment Hussaren te Leiden van 78 stuks
2e. en Venlo .80
3e. en Haarlem 9S
4e. Zutphen 72
e Veldartillerie Utrecht «93
«Rijdende artill. Amersfoort» 45
Een derde der te leveren paarden moet zijn van inland-
schen oorsprong.
De voorwaarden liggen o.a. ter lezing ter provinciale griffie
van Noord-Holland.
Burgemeester en Ik ethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
4 Feb. 1873. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAA R
brengen in herinneringdat ieder tegen betaling van drie
gulden per jaar, ten kantore van den gemeente-ontvanger,
in de maand Februari] vóór de loting zich kan vrijkoopen
van de dienst bij het brandwezen en tegen betaling van zes
gulden na de loting in de maand April, waardoor men echter
niet uitgesloten wordt van de verpligting om de betrekking
van brandmeester, adsistent brandmeester of kommandeur,
daartoe benoemd wordendewaar te nemen.
Burgemeester en Ik ethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
8 Feb. 1873. Be Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te
A L K M A A R maakt bekenddat van Maandag 10 tot
Zaturdag 15 Februarij 1873, van 's voormiddags 10 tot 's na
middags 2 ure, in haar gewoon lokaal op het Stadhuis ter
lezing zullen liggen
1. Statistiek van het Kcningrijk der Nederlanden, behelzende
de staten van de in-, uit- en doorgevoerde voornaamste
handelsartikelen gedurende de maand November 1872.
2. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot-
Brittanje en Ierlandgedurende de maanden September,
October en de overige maanden van 1872.
3. Verzameling van consulaire en andere berichten en versla-
en over nijverheid, handel en scheepvaart 1872, deel II 5-8.
'abellarisch overzicht der regeling van het lager onderwijs
in elke gemeente der provincie Noord-Holland.
Be Kamer van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar,
Alkmaar, F. M. AGHINA.F oor zitter.
7 Febr. 1873. J. P. KRAAKMAN, Secretaris.
MAILDIENST PER STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ
„NEDERLAN D."
De CONRABvertrekt 9 ï'ebruari e.k., de daarmede te
verzenden correspondentie moet den 8 Februari e.k. uiterlijk
,s avonds ten 9 u. aan het kantoor bezorgd zijn.
Be Birectcur van het Postkantoor te Alkmaar,
GOUWE.
«De liberale partij voelt zich gedesorganiseerd en wil daarom,
hare eigen krachten metende zorgvuldig elke buitengewone
inspanning mijden. Zij begrijpt dat het voorzichtig is hare
wonden te dekken en genezing te zoeken ij den tijd. Zij
is er dankbaar voor en waarlijk zij heeft reden tot, dank
baarheid na de groote verwikkelingen van het jongste
voorjaar nog eens aan de groene tafel een ministerie terug
te vinden, welks vrjjgevige beginselen boven alle verdenking
verheven zijn en dat grootendeels is samengesteld uit mannen,
bij wie zij een gelukkige verhouding aantreft tusschcn de
zucht om het goede te doen en het vermogen om die zucht
te bevredigen. Kan zij dat ministerie op dit oogenhlik niet
steunen door ecne krachtige openbaring van hare eigen begin
selen, met die van de regeering homogeenzij wil zich al
thans wachten voor daden, waaraan ook maar van verre eene
vyandige beteekenis zou worden gehecht. En te recht, want
na de gebeurtenissen van dezen zomer is het bijna ondenk
baar, dat in den eersten tijd eene nieuwe ministeriëele crisis
ten vierden male ten haren voordeele zoude uitvallen. Zij
heeft nu hare laatste troeven uitgespeeld, en zij weet het.
Het woord dat, Thiers toen hoofd eener kleine oppositie
aan bet, slot eener gedenkwaardige discussie, reeds jaren ge
leden, aan het overmachtig leger zijner imperialistische tegen
standers toevoegdemoge dezer dagen ook leven in de
consciëntie van elk lid onzer liberale partij: «Gij kunt geen
enkele fout meer begaan."
«Zijn intusschen de voorteekenen gunstig, dat de rust,
welke de liberale partij zich zelve heeft opgelegdgoede
vruchten zal brengen en althans iets bijdragen tot genezing
der krankte welke die partij in de laatste jaren verteert
haar grenzeloos individualisme en volslagen gemis aan tucht?
Ik weet inderdaad niet waar te zoeken op de 500 folio
bladzijden, welke de handelingen over de staatsbegrooting in
het Bijblad innemen, om die gunstige teekenen op te sporen,
en ziedaar juist wat aan de lectuur van het Bijblad trots
het vele goede dat het ook uit de jongste handelingen me
dedeelteen zoo weinig opwekkend karakter geeft. Waar
is het, bewijs, dat er langzamerhand toenadering ontstaat tus-
schen de denkbeelden der individueele leden, het bewijs, dat
men diep doordrongen is van de behoefte om vereenigd te
blijvendat men liet mindere weet op te offeren om het
meerdere te behouden Gelooft gij dat er nu, meer dan
acht of tien maanden geleden, uitzicht bestaat om door de
vereenigde krachten, der geheele liberale partij datgene tot
stand te brengen waaraan althans de dringendste behoefte
bestaat
Zoo schreef de hoogleeraar Buys in de Gids van de vorige
maand; en aan die woorden wordt men onwillekeurig herinnerd,
wanneer men het opstel over „De censusquestie" leest in het
Handelsblad van 2 en 3 Februari, voorkomende onder de
bekende „Vragen van den dag" en geteekend V, waarvan
iedereen nu met zekerheid kan weten dat zij niet Vissering
beteekent. Die herinnering is niet opwekkend. Als men
toch vraagt: wat is de strekking van dit opstel'' zal
het antwoord moeten zijn het, bevat een betoog dat, het
Ministerie moet aftreden. Wel wordt het „census-wetje"
laat, ons het kortheidshalve met dezen meer en meer gebrui-
kelijken naam noemen er in beoordeeld en veroordeeld
wel wordt de meening van den heer Buys er in bestreden
dat geen administratief onderzoek ons meer licht zou kunnen
verschaffen omtrent'de grenzen van den kringwaaraan zon
der gevaar voor den Staat de kiesbevoegdheid kan worden
toegekendmaar de eigenlijke strekking van het betoogde
slotsomwaarmee de schrijver afscheid neemt van den lezer,
schijnt toch geen andere te zijn dan deze: het Ministerie
moet aftreden. Of is het niet zoo Laat den schrijver
zelf spreken. Dit, artikel is toch een artikel van aanhalingen.
„Wij zullen over het ontwerp niets meer zeggen. Het
regeeringsvoorstelzooals het daar ligtis door de publieke
opinie reeds gedood. De vraag is maar of het Ministerie
dat niet sterk ishet verongelukken van dit ontwerp zal
kunnen overleven."
Daar hebben wij het met zoovele woorden. Het wetsont
werp is reeds dood. Waarom daarover nog veel gezegd?
De vraag is maar enz. En nu volgt het betoog van de
onvermijdelijkheid der aftreding. Het ontwerp kan niet
worden aangenomen de Regeering heeft een misgreep gedaan:
«En is de misgreepdie hier gedaan isniet, eene dier mis
grepen die geen gouvernement ongestraft kan begaan
De Regeering is veel te ver gegaan. «Kau de Regeering
die op de gis een grooten sprong vooruit deednu weder
ook op de gis, een sprong terug doen Verder: «Zulke
sprongen kan een ministerie doen dat groote innerlijke kracht
bezit en zeker is van de ondersteuning van zijne partij in het,
parlement. Maar het tegenwoordige kabinet heeft reeds van
den aanvang af veelvuldige blijken van zwakheid gegeven
het ondervond tot hiertoe te recht of ten onrechtewij
laten dit in 't midden van de zijde der meerderheid
waaruit het heet te zijn voortgekomen, slechts onverschillig
heid of bestrijding. Het wordt blijkbaar slechts geduldhet
het is niet geliefd en wordt niet met warmte ondersteund
noch verdedigd. Het, moetbij gewichtige quaestiënzooals
onlangs bij de militaire quaestie steun en redding zoeken
bij zijne politieke tegenstanders. Zulk een kabinet kan voorzeker
zulke gewaagde sprongen doen; maar het overleeft ze niet."
Ziedaar een oordeel over het tegenwoordig Ministerie, dat
een bijna woordelijken terugslag levert op hetgeen de heer
Buys een maand vroeger schreef, een bewijs te meer van het
ongelukkig verschijnsel dat, hij meende op te merken, een
aanvulling van zijn betoog. Hij schreef' «Zeker ondervond
het Kabinet bij de liberale partij geen algemeenen tegenstand,
maar talloos waren de bewijzen dat het toch aan de ware
liefde haperde, aan die lieldewaardoor wij de regeerings-
zaak tot onze eigen zaak verheffenen die zich openbaart
in de zucht om te steunen, om de bezwaren welke het gou
vernement natuurlijk op zijnen weg ontmoet, te temperen en
te verlichtenom ook daar waar men zich tot kritiek ver
plicht acht, naar de zachtste en vriendelijkste vormen om
te zien. Toets .ook aan dien eisch van het parlementaire
leven de practijken van den jongsten tijd." Ja, toets
aan dien eisch van het parlementaire leven
de praktijken van den jongsten tijd. En dan zien wij
in een liberaal bladgelukkig niet de redactiemaar
om steeds met de woorden van den heer Buys te
spreken «een der scherpzinnige en talentvolle schrijvers
aan wie de redactie van het Handelsbladmet eene in de
groote journalistiek voorbeeldelooze zelfverloochening, in hare
bijvoegsels de behandeling van de algemeene binnenlandsche
politiek pleeg over te laten", een veroordeelende kritiek van
e n wetsontwerp besluiten met het doodvonnis van het
Ministerie; de slotsom toch eindelijk is deze: «Hoe men
de zaak ook wende of keere voor het ministerie zien wij
met, den besten wilgeen uitweg." Met den besten wil
«Om de ha- delingen van de Kamer volkomen zuiver te
kunnen waardeeren moet men lid van de Kamer zijn.... of
geweest zijnhad een dezer scherpzinnige schrijvers in de
bijvoegsels van het Handelsblad tot den heer Buys gezegd.
Dat zal wel zoo zijn. Daarentegen schijnt men, om den
toestand der liberale partij en het oordeel van die partij over
de handelingen van sommige liberale Kamerleden te kunnen
begrijpen, geen lid van de Kamer te moeten zijn. Of be
staat er niet alle aanleiding voor de vraag van den heer
Buys «Zou het dan alleen in de Kamer een geheim we
zen dat de liberale partij tegenwoordig op zwakke beenen
staat Zou de liberale partij in de Kamer zich eeniger-
mate bewust zijn van den pijnlijken indrukdien het niet
medewerken van een deel dier partij tot het invoeren van
een inkomstenbelasting op de liberalen buiten de Kamer
heeft gemaakt?
In dit blad is nooit geijverd voor verlaging van den census.
Integendeel is de stelling verdedigd, dat de bevoegdheid van
een groot deel der tegenwoordige kiezers van dien aard is,
dat, indien het mogelijk was, eerder aan verhooging dan
aan verlaging van den census gedacht moest worden. Tevens
werd echter herinnerd, dat de Tweede Kamer in een voorloopig
verslag had verklaard„Intusschen was men het in zoover
eêhs, dat eene krachtige poging behoort te worden be
proefd tot het brengen van verbetering in de bepaling van
den census, en dat daarbij niet naar vermeerdering, wel naar
vermindering van den census moest worden gestreefd," en
dat die Kamer scheen in te stemmen met hetgeen Thorbecke
schreef: «De toestand van hen, die thans, om kiezer voor
de Tweede Kamer en de Provinciale Staten te zijn, niet meer
dan f 20 behoeven te betalen kan een maatstaf wezen voor
hetgeen de gesteldheid in de overige plaatsen verdraagt," en:
„Waar dus de census zoo hoog is, dat hij een laag of klasse
der burgerijeven bekwaam als die elders f 20 betalen, uit
sluit,daar moet hij dalen." Een en ander verbiedt de
Tweede Kamer er het tegenwoordig Ministerie een verwijt
van te maken, dat zij de censuskwestie aan de orde stelt en
de Vertegenwoordiging een algemeene censusverlaging
in overweging geeft.
Men verlangt van een Ministerie regeeringsbeleid. Goed.
Maar met hetzelfde recht verlangt men van een partij in de Ka
mer politiek beleid en zelfbeheersching. «Heeft men dan"
«raagt de heer Buys te recht aan de Kamer «op het gebied
der praktische politiek niet meer te letten op tijden en om-
standigteden, op de krachten waarover men beschikken kan?"
Tijden en omstandigheden. Waren ze ooit ongunstiger
voor het tot stand komen van belangrijke hervormingen
Toch durft de Kamer, nog onder de versche herinnering
van het gebeurde met het vorig Ministerie, regeling vragen
van de financicele kwestie. En hoe wordt de regeling van
den census volgens het stelsel der grondwet bemoeilijkt en
onzuiver gemaakt door het bestaan der patentbelasting
Hoeveel billijker zou de maatstaf kunnen zijn bij een inkom
stenbelasting
Krach; en waarover men beschikken kan. Waar zijn de
zeven mannen die dit Ministerie zullen vervangen Waar
zijn de bekwame, de beleidvolle, de invloedrijke staatslieden
die men wenscht te steunen en te volgende aangewe
zende erkende leiders der liberale partij? Verdient de
uitbreiding van het kiesrecht in den geest van het ontwerp
een „sprong in het duister" genoemd te wordenelk die
daarvan overtuigd is trachte dien sprong te voorkomen.
Maar welken naamo voorzichtigen onder onze staatslieden,
zoudt gij geven aan het afbreken van het tegenwoordig Mi
nisterie W. v. d. K.
Prins Bismarck heeft den 3 Febr. bij den Bondsraad een
wetsontwerp ingediend tot het belasten der handelstransactiën.
Bij den Bondsraad is een ontwerp ingekomen tot opheffing
der vestingwerken van Stettiu, Minden, Erfurt, Wittenberg,
Kosel, Graudenz, Kolberg en Straalsund (van de beide laatste
vestingen met behoud der werken aan de kust en op het
eiland Rugen), en tot uitbreiding en versterking der vestin
gen Keulen, Coblenz, Mainz, UÏm, Spandau, Kustrin, Posen,
Thorn, Koningsbergen, Swinemunde, Friedrichsort, Sonder-
burg- Duppel en van de vestingwerken aan den mond der Elbe,
van den Weser en van Wilhelmshaven. De kosten zijn geraamd
op 75 miljoen th„ waarvan 10 voor Wilhelmshaven en evenwel
voor de Elbe- en Wesermonden. Voor Keulen is niets uit
getrokken wel zullen de aanleg van gedetacheerde forten
en de uitbreiding van den vestingwal ruim 9 miljoen kosten,
maar men rekent dat de verkoop van vrijkomende gronden
dit bedrag zal dekken.
Pruisen, Den 30 heeft het Huis van Afgevaardigden de
eerste lezing ten einde gebracht van bet voorstel zijner com
missie tot wijziging van art. 15 en 18 der constitutie. De
heeren Glaser en Reichensperger spraken tegende heeren
Virchow en Röpell voor het voorstel. De heer kirchow be
val echter de aanneming van het amendement der fortschritts-
partij aan, waarbij de bevoegdheid van den Staat betreffende
de opleiding, aanstelling en het ontslag der geestelijken wordt
beperkt tot dezulkendie in dienst van den Staat zijn of
subsidie van den Staat ontvangen.
Bij de tweede lezing, op den 31, heeft de minister van
eeredienst verklaarddat de regeering de voorstellen der
commissie goedkeurde. In antwoord op de redenendie
door de aanvoerders van het (ultramontaansche) centrum
tegen het voorstel waren aangevoerd, zeide de ministerMen
ontkent dat er verzet tegen de wet bestaat. Maar hoorden
wij niet gisteren nog hier verklaren dat de bisschoppen de
nieuw voorgestelde wetten niet zouden mogen opvolgen; dat
zij zich liever in de gevangenis moesten laten werpen En
hebt gij het protest van den bisschop van Paderborn niet
gelezen De minister las dit protest voor, 't welk van het
centrum herhaaldelijk den uitroep „zeer juist 1" uitlokte. Ik
weet het, zeide de minister, dat. gij deze beschouwingen juist
viudt; hoorden wij niet, dat alle bisschoppen dergelijke pro
testen zullen indienen Men dreigt reeds met ongehoorzaam
heid tegen de wetten, nog voordat zij wet geworden zijn,
en men durft toch te gelijker tijd de bescherming der wet
inroepen. Alle ingediende amendementen zijn verworpen en
het voorstel zelf der commissie is met omstreeks 260 tegen
115 st. aangenomen.
Den 4 heeft de derde lezing plaats gehad en is het ont
werp bij de eindstemming met 245 tegen 110 st. aangenomen.
De aartsbisschop van Posen heeft, even als de bisschop van
Paderborn een afzonderlijk protest tegen de voorgedragen
wetsontwerpen bij het ministerie ingediend. De 2 genoemde
prelaten hebben van hunne domkapittels en van de overige
geestelijken te Paderborn en Posen adressen van adhmsie
ontvangen.
Saksen. De boekdrukkersbazen te Leipzig hebben het werk
opgezegd aan de zetters, die tot het werkstakings-verbond be
hoorden. Daar echter 600 niet tot dat verbond behoorende
gezellen aan het werk bleven en de staatkundige dagbladen,
de weekbladen en de spoedeischende zaken konden blijven
verschijnen, kon men de werkstaking als verijdeld aanmerken,
In de zitting der Kamer van den 29 hebben de heeren
Orts en v. Humbeeck, naar aanleiding van een daags te voren
door den heer Jacobs tegen de liberalenwegens hunne in
wendige verdeeldheid (in de brusselsche kiezersvereeniging) ge-
richten uitval, verklaard, dat de liberalen, welke verschillen hen
ook onderling verdeeldenonverzwakt en vereenigd het cle-
rikalismus het hoofd bleven bieden. De heeren Be/ré en Du-
mortier hebben aangedrongen op eene wettelijke regeling van
het vraagstuk der begraafplaatsen, maar de minister Belcour
heeft verklaard, dat de regeering tot dus ver niets kon voor
stellen.
Het openbaar ministerie is in hooger beroep gekomen van
het door de doorniksche rechtbank tegen den kanunnik Pon
ceau uitgesproken vonniswaarbij deze tot 300 fr. boete
veroordeeld wordt wegens het begraven van het lijk van msgr.
Labis in de hoofdkerk der stad.
In eene den 30 gehouden vergadering van aandeelhouders
in de Bar.que de l' Union is medegedeelddat het passief
dier instelling bedraagt 60,623,176 en het actief waarschijn
lijk 71,806,000 fr„ zoodat de voorloopig aan de schuldeischers
toegezegde uitkeering van 20 p.c. hunner vorderingen uit het
voordeelig overschot kan bestreden worden.
In een kolenmijn in Gillyin het charleroische kolendis-
trict, is den 31 een hijschbak met 12 mijnwerkers, door het
breken der kettingenvan eene hoogte van ruim 400 ellen
nedergestort; slechts 5 hunner hebben het leven er afgebracht,
hoewel 2 ernstig gewond. De 7 omgekomenen waren mee-
rendeels knapen of jonge gezellen.
De minister Malou heeft den 31 in de Kamer van Verte
genwoordigers medegedeeld, dat de Staat de lijnen der Maat
schappij Grand-Luxembourg heeft genaast, van 1 Januari af,
tegen 22 fr. rente per aandeeldat de Staat de aandeelhou
ders 550 fr. voor elk aandeel zal doen aanbiedenen dat
voor rente gedurende het aangevangen halfjaar 10 fr. per
aandeel zal betaald worden.
Den 31 is uit Antwerpen met 42500 fr. verdwenen de
22jarige kassiersbediende A. T. Riflard. De Nationale Bank,
ter wier nadeele de ontvreemding is geschied, looft 10000 fr.
uit voor het overleveren van den vluchteling in handen der
justitie.
Den 2 Febr. is te Doornik de nieuwe bisschopmsgr.
Bumontgewijd. De daarop gevolgde intrede van den bis
schop isevenmin als de illuminatie, door het weder begun
stigd. De stedelijke gebouwen zijn niet verlicht geweest.
Ook bad het anti-clerikale gemeentebestuur, ter zake der
kwestie van het begraven van den vorigen bisschop, de uit-
noodiging van het feestmaal afgewezen.
De Staatsraad onderzoekt thans de aanvraag om vergoeding
der 25 gemeenten om Parijs, die bij de nadering der pruisen,
op last van den genl. Trochu, als President van het gouver
nement der nationale defensie gedeeltelijk verwoest zijn, en
niets genoten hebben van de voorloopige tegemoetkoming
van 100 miljoen ten behoeve der door de invasie geteisterde
gewesten.
De bisschoppen van Langres en van Yannes hebben den
President Thiers hunne adhsesie kenbaar gemaakt aan het
adres van den bisschop van Versailleswaarbij Frankrijks
bescherming ten gunste der generalaten te Rome wordt in
geroepen.
De geheele parijsche dagbladpers ergert zich aan de ver
oordeeling van de ultra-conservatieve en legitimistische Ga-
zette de France, wegens hare opname eener circnlaire van
den Algemeenen Raad der Internationaledewijl het blad de
Internationale voortdurend bestreden en de circulaire opge
nomen heeftalleen om het gevaarlijke karakter van dat
genootschap in het licht te stellen.
Even als in de zuidelijke departementen zijn ook te Parijs
verscheidene personenals verdacht van schending der wet
tegen de Internationalein hechtenis genomenmaar meest
allen spoedig weder op vrije voeten gesteld.
De commandant Gaveaudie als bataljons-chef aan de
verdediging van Straatsburg deelgenomen en als gouverne-
ments-commissaris bij den vierden krijgsraad de functiën van
het openbaar ministerie in de belangrijkste rechtszaken naar
aanleiding van den opstand der Commune waargenomen heeft,
is door de ondervonden inspanning en heftige gewaarwor
dingen op ernstige wijze in zijne geestvermogens gekrenkt.
Onder de stukken, opgenomen in de thans verschenen ver-
volg-verslagen van de commissie van enquete naar de han
delingen van het September-bewind, komt voor de volgende
depeche, in Dec. 1870 door den heer Gambetta uitLyonaan
den Gedeputeerde Freycinet te Bordeaux gericht: „Maak uwe
begrooting voor Januari zoo ruim mogelijk op. Raam de
uitgaven met de grootst mogelijke onbekrompenheid. Ik schrijf
aan het gouvernement (te Parijs) om het te zeggen waar het
op staat; en leent men mij geen gehoor, dan barst ik uit.
Ga uit mijn naam met den heer Crémieux te rade. Kan het
niet anders, dan zullen wij de Bank van Frankrijk onteigenen