No. 6. Vijfenzeventigste Jaargang. 1873. ZONDAG 9 FEBRUARI. <5>fftctccl (Bebccltc 4. Een artikel van aanhalingen. £2Uckclijk9chc Berichten. Huitschland. Belgie. Frankrijk.. A L h 11 A A II S 0 B E COURANT. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post O,SO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat de loting der in het vorige jaar in deze Gemeente voor de Militie ingeschrevenen, zal geschieden op Dingsdag II Fe bruari] aanstaandeten Raadhuize der Gemeente Alkmaar. Zij worden mitsdien opgeroepenom op dien dagdes voormiddags ten 10 ure. zich aldaar te bevinden, om te loten en opgave te doen van de reden van vrijstellingdie zij ter zake van de Militie vermeenen te moeten inbrengen. Indien zij vermeenen vrijstelling te kunnen erlangen wegens brocderdienst of op grond van te zijn eenige vettige zoon en geene halve broeders hebben, moeten zij zich binnen drie dagen na de loting ter Secretarie vervoegen, om de noodige opgave te doen en bovendien op Vrijdag 28 February e.k., des na middags ten 6 ure, in het Raadhuis te verschijnen, vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die het vereischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar optemaken getuig schrift onderteekenen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. MACLAINE PONT. Be Secretaris NUHOUT van der VEEN. Alkmaar, 20 Jan. 1873. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis: dat op Dingsdag 11 February 1873, des middags ten 12 ure, zal worden overgegaan tot de openbare aanbesteding der levering van 466 remontpaarden en wel door de hoofdadmini- stratie van het le. Regiment Hussaren te Leiden van 78 stuks 2e. en Venlo .80 3e. en Haarlem 9S 4e. Zutphen 72 e Veldartillerie Utrecht «93 «Rijdende artill. Amersfoort» 45 Een derde der te leveren paarden moet zijn van inland- schen oorsprong. De voorwaarden liggen o.a. ter lezing ter provinciale griffie van Noord-Holland. Burgemeester en Ik ethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 4 Feb. 1873. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAA R brengen in herinneringdat ieder tegen betaling van drie gulden per jaar, ten kantore van den gemeente-ontvanger, in de maand Februari] vóór de loting zich kan vrijkoopen van de dienst bij het brandwezen en tegen betaling van zes gulden na de loting in de maand April, waardoor men echter niet uitgesloten wordt van de verpligting om de betrekking van brandmeester, adsistent brandmeester of kommandeur, daartoe benoemd wordendewaar te nemen. Burgemeester en Ik ethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 8 Feb. 1873. Be Secretaris NUHOUT van der VEEN. De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN te A L K M A A R maakt bekenddat van Maandag 10 tot Zaturdag 15 Februarij 1873, van 's voormiddags 10 tot 's na middags 2 ure, in haar gewoon lokaal op het Stadhuis ter lezing zullen liggen 1. Statistiek van het Kcningrijk der Nederlanden, behelzende de staten van de in-, uit- en doorgevoerde voornaamste handelsartikelen gedurende de maand November 1872. 2. Een opgaaf van den handel en de scheepvaart van Groot- Brittanje en Ierlandgedurende de maanden September, October en de overige maanden van 1872. 3. Verzameling van consulaire en andere berichten en versla- en over nijverheid, handel en scheepvaart 1872, deel II 5-8. 'abellarisch overzicht der regeling van het lager onderwijs in elke gemeente der provincie Noord-Holland. Be Kamer van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar, Alkmaar, F. M. AGHINA.F oor zitter. 7 Febr. 1873. J. P. KRAAKMAN, Secretaris. MAILDIENST PER STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ „NEDERLAN D." De CONRABvertrekt 9 ï'ebruari e.k., de daarmede te verzenden correspondentie moet den 8 Februari e.k. uiterlijk ,s avonds ten 9 u. aan het kantoor bezorgd zijn. Be Birectcur van het Postkantoor te Alkmaar, GOUWE. «De liberale partij voelt zich gedesorganiseerd en wil daarom, hare eigen krachten metende zorgvuldig elke buitengewone inspanning mijden. Zij begrijpt dat het voorzichtig is hare wonden te dekken en genezing te zoeken ij den tijd. Zij is er dankbaar voor en waarlijk zij heeft reden tot, dank baarheid na de groote verwikkelingen van het jongste voorjaar nog eens aan de groene tafel een ministerie terug te vinden, welks vrjjgevige beginselen boven alle verdenking verheven zijn en dat grootendeels is samengesteld uit mannen, bij wie zij een gelukkige verhouding aantreft tusschcn de zucht om het goede te doen en het vermogen om die zucht te bevredigen. Kan zij dat ministerie op dit oogenhlik niet steunen door ecne krachtige openbaring van hare eigen begin selen, met die van de regeering homogeenzij wil zich al thans wachten voor daden, waaraan ook maar van verre eene vyandige beteekenis zou worden gehecht. En te recht, want na de gebeurtenissen van dezen zomer is het bijna ondenk baar, dat in den eersten tijd eene nieuwe ministeriëele crisis ten vierden male ten haren voordeele zoude uitvallen. Zij heeft nu hare laatste troeven uitgespeeld, en zij weet het. Het woord dat, Thiers toen hoofd eener kleine oppositie aan bet, slot eener gedenkwaardige discussie, reeds jaren ge leden, aan het overmachtig leger zijner imperialistische tegen standers toevoegdemoge dezer dagen ook leven in de consciëntie van elk lid onzer liberale partij: «Gij kunt geen enkele fout meer begaan." «Zijn intusschen de voorteekenen gunstig, dat de rust, welke de liberale partij zich zelve heeft opgelegdgoede vruchten zal brengen en althans iets bijdragen tot genezing der krankte welke die partij in de laatste jaren verteert haar grenzeloos individualisme en volslagen gemis aan tucht? Ik weet inderdaad niet waar te zoeken op de 500 folio bladzijden, welke de handelingen over de staatsbegrooting in het Bijblad innemen, om die gunstige teekenen op te sporen, en ziedaar juist wat aan de lectuur van het Bijblad trots het vele goede dat het ook uit de jongste handelingen me dedeelteen zoo weinig opwekkend karakter geeft. Waar is het, bewijs, dat er langzamerhand toenadering ontstaat tus- schen de denkbeelden der individueele leden, het bewijs, dat men diep doordrongen is van de behoefte om vereenigd te blijvendat men liet mindere weet op te offeren om het meerdere te behouden Gelooft gij dat er nu, meer dan acht of tien maanden geleden, uitzicht bestaat om door de vereenigde krachten, der geheele liberale partij datgene tot stand te brengen waaraan althans de dringendste behoefte bestaat Zoo schreef de hoogleeraar Buys in de Gids van de vorige maand; en aan die woorden wordt men onwillekeurig herinnerd, wanneer men het opstel over „De censusquestie" leest in het Handelsblad van 2 en 3 Februari, voorkomende onder de bekende „Vragen van den dag" en geteekend V, waarvan iedereen nu met zekerheid kan weten dat zij niet Vissering beteekent. Die herinnering is niet opwekkend. Als men toch vraagt: wat is de strekking van dit opstel'' zal het antwoord moeten zijn het, bevat een betoog dat, het Ministerie moet aftreden. Wel wordt het „census-wetje" laat, ons het kortheidshalve met dezen meer en meer gebrui- kelijken naam noemen er in beoordeeld en veroordeeld wel wordt de meening van den heer Buys er in bestreden dat geen administratief onderzoek ons meer licht zou kunnen verschaffen omtrent'de grenzen van den kringwaaraan zon der gevaar voor den Staat de kiesbevoegdheid kan worden toegekendmaar de eigenlijke strekking van het betoogde slotsomwaarmee de schrijver afscheid neemt van den lezer, schijnt toch geen andere te zijn dan deze: het Ministerie moet aftreden. Of is het niet zoo Laat den schrijver zelf spreken. Dit, artikel is toch een artikel van aanhalingen. „Wij zullen over het ontwerp niets meer zeggen. Het regeeringsvoorstelzooals het daar ligtis door de publieke opinie reeds gedood. De vraag is maar of het Ministerie dat niet sterk ishet verongelukken van dit ontwerp zal kunnen overleven." Daar hebben wij het met zoovele woorden. Het wetsont werp is reeds dood. Waarom daarover nog veel gezegd? De vraag is maar enz. En nu volgt het betoog van de onvermijdelijkheid der aftreding. Het ontwerp kan niet worden aangenomen de Regeering heeft een misgreep gedaan: «En is de misgreepdie hier gedaan isniet, eene dier mis grepen die geen gouvernement ongestraft kan begaan De Regeering is veel te ver gegaan. «Kau de Regeering die op de gis een grooten sprong vooruit deednu weder ook op de gis, een sprong terug doen Verder: «Zulke sprongen kan een ministerie doen dat groote innerlijke kracht bezit en zeker is van de ondersteuning van zijne partij in het, parlement. Maar het tegenwoordige kabinet heeft reeds van den aanvang af veelvuldige blijken van zwakheid gegeven het ondervond tot hiertoe te recht of ten onrechtewij laten dit in 't midden van de zijde der meerderheid waaruit het heet te zijn voortgekomen, slechts onverschillig heid of bestrijding. Het wordt blijkbaar slechts geduldhet het is niet geliefd en wordt niet met warmte ondersteund noch verdedigd. Het, moetbij gewichtige quaestiënzooals onlangs bij de militaire quaestie steun en redding zoeken bij zijne politieke tegenstanders. Zulk een kabinet kan voorzeker zulke gewaagde sprongen doen; maar het overleeft ze niet." Ziedaar een oordeel over het tegenwoordig Ministerie, dat een bijna woordelijken terugslag levert op hetgeen de heer Buys een maand vroeger schreef, een bewijs te meer van het ongelukkig verschijnsel dat, hij meende op te merken, een aanvulling van zijn betoog. Hij schreef' «Zeker ondervond het Kabinet bij de liberale partij geen algemeenen tegenstand, maar talloos waren de bewijzen dat het toch aan de ware liefde haperde, aan die lieldewaardoor wij de regeerings- zaak tot onze eigen zaak verheffenen die zich openbaart in de zucht om te steunen, om de bezwaren welke het gou vernement natuurlijk op zijnen weg ontmoet, te temperen en te verlichtenom ook daar waar men zich tot kritiek ver plicht acht, naar de zachtste en vriendelijkste vormen om te zien. Toets .ook aan dien eisch van het parlementaire leven de practijken van den jongsten tijd." Ja, toets aan dien eisch van het parlementaire leven de praktijken van den jongsten tijd. En dan zien wij in een liberaal bladgelukkig niet de redactiemaar om steeds met de woorden van den heer Buys te spreken «een der scherpzinnige en talentvolle schrijvers aan wie de redactie van het Handelsbladmet eene in de groote journalistiek voorbeeldelooze zelfverloochening, in hare bijvoegsels de behandeling van de algemeene binnenlandsche politiek pleeg over te laten", een veroordeelende kritiek van e n wetsontwerp besluiten met het doodvonnis van het Ministerie; de slotsom toch eindelijk is deze: «Hoe men de zaak ook wende of keere voor het ministerie zien wij met, den besten wilgeen uitweg." Met den besten wil «Om de ha- delingen van de Kamer volkomen zuiver te kunnen waardeeren moet men lid van de Kamer zijn.... of geweest zijnhad een dezer scherpzinnige schrijvers in de bijvoegsels van het Handelsblad tot den heer Buys gezegd. Dat zal wel zoo zijn. Daarentegen schijnt men, om den toestand der liberale partij en het oordeel van die partij over de handelingen van sommige liberale Kamerleden te kunnen begrijpen, geen lid van de Kamer te moeten zijn. Of be staat er niet alle aanleiding voor de vraag van den heer Buys «Zou het dan alleen in de Kamer een geheim we zen dat de liberale partij tegenwoordig op zwakke beenen staat Zou de liberale partij in de Kamer zich eeniger- mate bewust zijn van den pijnlijken indrukdien het niet medewerken van een deel dier partij tot het invoeren van een inkomstenbelasting op de liberalen buiten de Kamer heeft gemaakt? In dit blad is nooit geijverd voor verlaging van den census. Integendeel is de stelling verdedigd, dat de bevoegdheid van een groot deel der tegenwoordige kiezers van dien aard is, dat, indien het mogelijk was, eerder aan verhooging dan aan verlaging van den census gedacht moest worden. Tevens werd echter herinnerd, dat de Tweede Kamer in een voorloopig verslag had verklaard„Intusschen was men het in zoover eêhs, dat eene krachtige poging behoort te worden be proefd tot het brengen van verbetering in de bepaling van den census, en dat daarbij niet naar vermeerdering, wel naar vermindering van den census moest worden gestreefd," en dat die Kamer scheen in te stemmen met hetgeen Thorbecke schreef: «De toestand van hen, die thans, om kiezer voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten te zijn, niet meer dan f 20 behoeven te betalen kan een maatstaf wezen voor hetgeen de gesteldheid in de overige plaatsen verdraagt," en: „Waar dus de census zoo hoog is, dat hij een laag of klasse der burgerijeven bekwaam als die elders f 20 betalen, uit sluit,daar moet hij dalen." Een en ander verbiedt de Tweede Kamer er het tegenwoordig Ministerie een verwijt van te maken, dat zij de censuskwestie aan de orde stelt en de Vertegenwoordiging een algemeene censusverlaging in overweging geeft. Men verlangt van een Ministerie regeeringsbeleid. Goed. Maar met hetzelfde recht verlangt men van een partij in de Ka mer politiek beleid en zelfbeheersching. «Heeft men dan" «raagt de heer Buys te recht aan de Kamer «op het gebied der praktische politiek niet meer te letten op tijden en om- standigteden, op de krachten waarover men beschikken kan?" Tijden en omstandigheden. Waren ze ooit ongunstiger voor het tot stand komen van belangrijke hervormingen Toch durft de Kamer, nog onder de versche herinnering van het gebeurde met het vorig Ministerie, regeling vragen van de financicele kwestie. En hoe wordt de regeling van den census volgens het stelsel der grondwet bemoeilijkt en onzuiver gemaakt door het bestaan der patentbelasting Hoeveel billijker zou de maatstaf kunnen zijn bij een inkom stenbelasting Krach; en waarover men beschikken kan. Waar zijn de zeven mannen die dit Ministerie zullen vervangen Waar zijn de bekwame, de beleidvolle, de invloedrijke staatslieden die men wenscht te steunen en te volgende aangewe zende erkende leiders der liberale partij? Verdient de uitbreiding van het kiesrecht in den geest van het ontwerp een „sprong in het duister" genoemd te wordenelk die daarvan overtuigd is trachte dien sprong te voorkomen. Maar welken naamo voorzichtigen onder onze staatslieden, zoudt gij geven aan het afbreken van het tegenwoordig Mi nisterie W. v. d. K. Prins Bismarck heeft den 3 Febr. bij den Bondsraad een wetsontwerp ingediend tot het belasten der handelstransactiën. Bij den Bondsraad is een ontwerp ingekomen tot opheffing der vestingwerken van Stettiu, Minden, Erfurt, Wittenberg, Kosel, Graudenz, Kolberg en Straalsund (van de beide laatste vestingen met behoud der werken aan de kust en op het eiland Rugen), en tot uitbreiding en versterking der vestin gen Keulen, Coblenz, Mainz, UÏm, Spandau, Kustrin, Posen, Thorn, Koningsbergen, Swinemunde, Friedrichsort, Sonder- burg- Duppel en van de vestingwerken aan den mond der Elbe, van den Weser en van Wilhelmshaven. De kosten zijn geraamd op 75 miljoen th„ waarvan 10 voor Wilhelmshaven en evenwel voor de Elbe- en Wesermonden. Voor Keulen is niets uit getrokken wel zullen de aanleg van gedetacheerde forten en de uitbreiding van den vestingwal ruim 9 miljoen kosten, maar men rekent dat de verkoop van vrijkomende gronden dit bedrag zal dekken. Pruisen, Den 30 heeft het Huis van Afgevaardigden de eerste lezing ten einde gebracht van bet voorstel zijner com missie tot wijziging van art. 15 en 18 der constitutie. De heeren Glaser en Reichensperger spraken tegende heeren Virchow en Röpell voor het voorstel. De heer kirchow be val echter de aanneming van het amendement der fortschritts- partij aan, waarbij de bevoegdheid van den Staat betreffende de opleiding, aanstelling en het ontslag der geestelijken wordt beperkt tot dezulkendie in dienst van den Staat zijn of subsidie van den Staat ontvangen. Bij de tweede lezing, op den 31, heeft de minister van eeredienst verklaarddat de regeering de voorstellen der commissie goedkeurde. In antwoord op de redenendie door de aanvoerders van het (ultramontaansche) centrum tegen het voorstel waren aangevoerd, zeide de ministerMen ontkent dat er verzet tegen de wet bestaat. Maar hoorden wij niet gisteren nog hier verklaren dat de bisschoppen de nieuw voorgestelde wetten niet zouden mogen opvolgen; dat zij zich liever in de gevangenis moesten laten werpen En hebt gij het protest van den bisschop van Paderborn niet gelezen De minister las dit protest voor, 't welk van het centrum herhaaldelijk den uitroep „zeer juist 1" uitlokte. Ik weet het, zeide de minister, dat. gij deze beschouwingen juist viudt; hoorden wij niet, dat alle bisschoppen dergelijke pro testen zullen indienen Men dreigt reeds met ongehoorzaam heid tegen de wetten, nog voordat zij wet geworden zijn, en men durft toch te gelijker tijd de bescherming der wet inroepen. Alle ingediende amendementen zijn verworpen en het voorstel zelf der commissie is met omstreeks 260 tegen 115 st. aangenomen. Den 4 heeft de derde lezing plaats gehad en is het ont werp bij de eindstemming met 245 tegen 110 st. aangenomen. De aartsbisschop van Posen heeft, even als de bisschop van Paderborn een afzonderlijk protest tegen de voorgedragen wetsontwerpen bij het ministerie ingediend. De 2 genoemde prelaten hebben van hunne domkapittels en van de overige geestelijken te Paderborn en Posen adressen van adhmsie ontvangen. Saksen. De boekdrukkersbazen te Leipzig hebben het werk opgezegd aan de zetters, die tot het werkstakings-verbond be hoorden. Daar echter 600 niet tot dat verbond behoorende gezellen aan het werk bleven en de staatkundige dagbladen, de weekbladen en de spoedeischende zaken konden blijven verschijnen, kon men de werkstaking als verijdeld aanmerken, In de zitting der Kamer van den 29 hebben de heeren Orts en v. Humbeeck, naar aanleiding van een daags te voren door den heer Jacobs tegen de liberalenwegens hunne in wendige verdeeldheid (in de brusselsche kiezersvereeniging) ge- richten uitval, verklaard, dat de liberalen, welke verschillen hen ook onderling verdeeldenonverzwakt en vereenigd het cle- rikalismus het hoofd bleven bieden. De heeren Be/ré en Du- mortier hebben aangedrongen op eene wettelijke regeling van het vraagstuk der begraafplaatsen, maar de minister Belcour heeft verklaard, dat de regeering tot dus ver niets kon voor stellen. Het openbaar ministerie is in hooger beroep gekomen van het door de doorniksche rechtbank tegen den kanunnik Pon ceau uitgesproken vonniswaarbij deze tot 300 fr. boete veroordeeld wordt wegens het begraven van het lijk van msgr. Labis in de hoofdkerk der stad. In eene den 30 gehouden vergadering van aandeelhouders in de Bar.que de l' Union is medegedeelddat het passief dier instelling bedraagt 60,623,176 en het actief waarschijn lijk 71,806,000 fr„ zoodat de voorloopig aan de schuldeischers toegezegde uitkeering van 20 p.c. hunner vorderingen uit het voordeelig overschot kan bestreden worden. In een kolenmijn in Gillyin het charleroische kolendis- trict, is den 31 een hijschbak met 12 mijnwerkers, door het breken der kettingenvan eene hoogte van ruim 400 ellen nedergestort; slechts 5 hunner hebben het leven er afgebracht, hoewel 2 ernstig gewond. De 7 omgekomenen waren mee- rendeels knapen of jonge gezellen. De minister Malou heeft den 31 in de Kamer van Verte genwoordigers medegedeeld, dat de Staat de lijnen der Maat schappij Grand-Luxembourg heeft genaast, van 1 Januari af, tegen 22 fr. rente per aandeeldat de Staat de aandeelhou ders 550 fr. voor elk aandeel zal doen aanbiedenen dat voor rente gedurende het aangevangen halfjaar 10 fr. per aandeel zal betaald worden. Den 31 is uit Antwerpen met 42500 fr. verdwenen de 22jarige kassiersbediende A. T. Riflard. De Nationale Bank, ter wier nadeele de ontvreemding is geschied, looft 10000 fr. uit voor het overleveren van den vluchteling in handen der justitie. Den 2 Febr. is te Doornik de nieuwe bisschopmsgr. Bumontgewijd. De daarop gevolgde intrede van den bis schop isevenmin als de illuminatie, door het weder begun stigd. De stedelijke gebouwen zijn niet verlicht geweest. Ook bad het anti-clerikale gemeentebestuur, ter zake der kwestie van het begraven van den vorigen bisschop, de uit- noodiging van het feestmaal afgewezen. De Staatsraad onderzoekt thans de aanvraag om vergoeding der 25 gemeenten om Parijs, die bij de nadering der pruisen, op last van den genl. Trochu, als President van het gouver nement der nationale defensie gedeeltelijk verwoest zijn, en niets genoten hebben van de voorloopige tegemoetkoming van 100 miljoen ten behoeve der door de invasie geteisterde gewesten. De bisschoppen van Langres en van Yannes hebben den President Thiers hunne adhsesie kenbaar gemaakt aan het adres van den bisschop van Versailleswaarbij Frankrijks bescherming ten gunste der generalaten te Rome wordt in geroepen. De geheele parijsche dagbladpers ergert zich aan de ver oordeeling van de ultra-conservatieve en legitimistische Ga- zette de France, wegens hare opname eener circnlaire van den Algemeenen Raad der Internationaledewijl het blad de Internationale voortdurend bestreden en de circulaire opge nomen heeftalleen om het gevaarlijke karakter van dat genootschap in het licht te stellen. Even als in de zuidelijke departementen zijn ook te Parijs verscheidene personenals verdacht van schending der wet tegen de Internationalein hechtenis genomenmaar meest allen spoedig weder op vrije voeten gesteld. De commandant Gaveaudie als bataljons-chef aan de verdediging van Straatsburg deelgenomen en als gouverne- ments-commissaris bij den vierden krijgsraad de functiën van het openbaar ministerie in de belangrijkste rechtszaken naar aanleiding van den opstand der Commune waargenomen heeft, is door de ondervonden inspanning en heftige gewaarwor dingen op ernstige wijze in zijne geestvermogens gekrenkt. Onder de stukken, opgenomen in de thans verschenen ver- volg-verslagen van de commissie van enquete naar de han delingen van het September-bewind, komt voor de volgende depeche, in Dec. 1870 door den heer Gambetta uitLyonaan den Gedeputeerde Freycinet te Bordeaux gericht: „Maak uwe begrooting voor Januari zoo ruim mogelijk op. Raam de uitgaven met de grootst mogelijke onbekrompenheid. Ik schrijf aan het gouvernement (te Parijs) om het te zeggen waar het op staat; en leent men mij geen gehoor, dan barst ik uit. Ga uit mijn naam met den heer Crémieux te rade. Kan het niet anders, dan zullen wij de Bank van Frankrijk onteigenen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1873 | | pagina 1