No. 10.
Vijfenzeventigste
Jaargang.
1873.
ZONDAG
9 MAART.
&R i a X
#ffictccl (Scbccltc
-
Spraakverwarring.
£Ocfcclijfi0cltc fictricülctt.
Ituitscliiaiid
IKelgie.
I'ra uk rijk.
Cwi'oot Krittanjc en Ierland.
A L k M A A
COG COURANT.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prigs per kwartaal f O, C5. franco per post f O.SO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de Militieraad in dit district, zijne eerste zitting,
bestemd tot het onderzoeken der redenen van vrijstelling van
1 o t e 1 i n g e n dezer gemeente zal houden ten raadhuize
der gemeente Hoorn op Donderdag1 3 Maart e.k., des
voormiddags ten 11 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
18 Feb. 1873. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BRANDWEER.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat de loting van de ingeschrevenen van dit jaar voor de
brandweer in het openbaar door hen zal worden gehouden
op Dingsdag 18 Maart e.k., 's namiddags ten een uur, ten
adhuize der gemeente.
Burgemeester en Ik ethouders voornoemd
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
7 Maart 1873. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, 12 Maart 1873, des middags
ten 12 ure Namens den Voorzitter van den Raad,
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2«. helft der maand Januari 1873.
M. KNIESSE, HULSZE. Amsterdam; Jb. VRE DENBU RG,
Broek op Langedijk; D. KROM. Egmondermeer; Vrouw A N-
SLIJN, Haarlem; G. TILLEMAN, Haarlemmermeer; Ds.
BLAAUWBOER. St. Maartensbrug; ROZENDAAL, Niea-
wediep; van der STOK, Nispe; T. SCHOEEEL, Noorddijk;
B. REIN DERS, Oterleek, H. van der MEER (niet vermeld).
Van het Hulpkantoor te Benningbroek:
Jb. REDIKER, Ursem.
Van het Hulpkantoor te Spanbroek:
K. van der MEER, Warmenhuizen.
De groote onheilensedert den tijd van den Babelschen
torenbouw door spraakverwarring over het menschdom ge
bracht leggen ongetwijfeld aan ieder, die van dat groote
kwaad oolT maar een enkele kiem meent te bespeurende
verplichting op om er tegen te waarschuwen. Het verslag
der Commissie van Rapporteurs over het wetsontwerp tot
wijziging van de Kieswet zal den aandachtigen lezer over
tuigen dat er voor zulk een waarschuwing voldoende aan
leiding bestaat. Ongetwijfeld hadden velen gehoopt in dat
Verslag de brug te zullen vindenwaarover Regeering en
Vertegenwoordiging tot elkander zouden kunnen komen,
een maatstaf door de meerderheid voor het herzieningswerk
van den census in overweging gegeven. Van het schriftelijk
en mondeling nader overleg tusschen den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en de Commissie van Rapporteurs had
men een ernstige poging mogen verwachten om voor Re
geering en Vertegenwoordiging een gemeenschappelijk uit
gangspunt te vindenéén punt althans waaromtrent een
stemmigheid werd aangetroffen en waarvan verdere bespre
king en nader onderzoek konden uitgaanéén punt voor
't minst waar men vasten grond onder de voeten zou ge
voelen en dat tot basis zou kunnen dienen van verder on
derling overleg. Die hoop wordt door het Verslag volko
men teleurgesteld.
Wat is het karakter der censusverlaging die de Regeering
zich voorstelten wat stelt de Kamer, hare meerderheid
althans daar tegenover Over deze vragen behoorde al
thans het Verslag voldoend licht te verspreiden.
Laat ons zien, wat er van is.
Van de bedoelingen der Regeering sprekende, gewaagt
het verslag van een „algemeene" censusverlagingeen her
ziening die een „algemeen" karakter zou hebben. Waarom
zulke onbepaalde uitdrukkingen? Zijn zij juist? Dit mag
betwijfeld worden. Hoe kort en onvoldoende de Memorie
van Toelichting ook moge zijn zij drukt het standpunt der
Regeering duidelijk genoeg uit. „De Regeering" lezen
wij daar „mag nooit uit het oog verliezendat zij het
geheel overzien moet, en bevoegdheid tot aandeel in de
publieke zaak zoo min mogelijk afhankelijk mag maken van
de woonplaats, wier ligging, wat de plaatselijke gesteldheid
betreft, toevallig min of meer scherp geteekend wordt tegen
over andere gemeenten. Ook uit dien hoofde beveelt zich
een normaal cijfer (ƒ20) aan, steeds behoudens de uitzonde
ringen op den regel. Die uitzonderingenten bedrage van
21f 32 50 omvatten drie groepen van gemeenten
waarop naar bet oordeel der Regeering de minimum-census
niet kan worden toegepast. De maatstaf dezer groepeering
meent zij gevonden te hebben in de plaatselijke gesteldheid
dier gemeentenopgevat in den zin van de nog onlangs
door bevoegde hand geschreven toelichtingdat de grond
wetgever regeling van den census gebiedtin de gedachte
dat zoo in eene plaats de betaling eener lage belastingsom
reeds het vermoeden van geschiktheid wettigtdeze in
andere plaatsen eerst bij een hoogeren aanslag mag onder
steld worden. Moreele gelijkheid moet benaderd worden
door ongelijkheid van den census, zonder dat deze laatste of
al te minutieus verdeeldof geheel veronachtzaamd worde."
Bij deze toelichting plaatst de Regeering zich alzoo op bet
standpunt, reeds door Thorbecke aanbevolen in zijn „Opgaven
omtrent den census" van 23 April 1872. De zoo even aan
gehaalde woorden uit de Memorie van Toelichting zijn bijna
geheel aan die „opgaven" ontleend. In zijn antwoord op de
vragennaar aanleiding van het Yerslag door de Commissie
van Rapporteurs gesteld, gedagteekend 13 Eebruari 1.1., ver
wijst de tegenwoordige Minister op nieuw naar de bekende
nola van zijn voorganger, en neem! er nog deze woorden
uit over: „Waar dus de census zoo hoog is, dat hij eene
laag of klasse der burgerijeven bekwaam als die elders
f 2U betalen, van de kiesbevoegdheid uitsluit, daar moet hij
dalen." Laat ons er nog het volgende uit overschrijven, en
het standpunt waarop de Regeering zich plaatst (of zij, daar
van uitgaande, tot haar tegenwoordig voorstel gerechtigd is,
is een andere vraag) moet voor ieder duidelijk zijn„Het
minimum waartoe men volgens de Grondwet afdalen kan
is f 20; een minimum, dat de Kieswet van 1850 voor het
grootste deel des lands vaststelt. De toestand dns van ben,
die thansom kiezer voor de Tweede Kamer en de Pro
vinciale Staten te zijnniet meer dan f 20 behoeven te
betalenkan een maatstaf wezen voor hetgeen de gesteld
heid in de overige plaatsen verdraagt. Hoe hoog zijn dan
elders diegenen aangeslagen, die met de kiezers, f 20 beta
lende op gelijken trap van maatschappelijkemateriëele en
intellectueele zelfstandigheid geacht mogen worden te staan?"
Het stelsel der Regeering is alzoo liet, moet zoo min mo
gelijk van de woonplaats van den Nederlander afhangen, of
hij als staatsburger bevoegd zat zijn deel te nemen aan de
verkiezing van leden van de Tweede Kamer onzer Volksvertegen
woordiging. Of dezelfde persoon woont te Amsterdam of te
Boxmeer, het moet op zijn bevoegdheid, zoo mogelijk, geen
invloed hebben. Dezelfde klasse van personen moet overal
in ons land, zoowel in Noord-Holland als in Noord-Braband,
kiezer zijn. In de eene plaats betaalt echter dezelfde klasse
van personen een hooger bedrag in de directe belastingen
dan in de andere plaats. Om bij deze ongelijkheid gelijkheid
te verkrijgen voor de kiesbevoegdheid, heeft onze Grondwet
voorgeschreven dat bij de bepaling van het bedrag in de
directe belasting, dat voor het toekennen dier bevoegdheid
gevorderd wordt, op de plaatselijke gesteldheid zou worden
gelet. Voorts wijst, de Regeering er, op ofschoon zeer in 't voor-
Dijgaan en zonder hare meenin£ duidelijk uit te drukken, dat
evenzeer bij de bepaling van de jaarlijksche onzuivere huur
waarde in de verschillende gemeenten, volgens art. 3 der wet
van 29 Maart 1833 (Staatsblad n°. 4). op de plaatselijke om
standigheden moet gelet worden. Die huurwaarde, de eerste
grondslag van de belasting op het personeel, zou dus ook hier
kunnen dienen tot, maatstaf van de plaatselijke gesteldheid.
Gelijkmakingder bestaande onevenredigheid
verklaart de Regeering te beoogen, en daarbij meent zij zich
dan ook niet tot een vijftigtal steden te moeten bepalen, maar
overal, waar die onevenredigheid nog bestaat, haar te moeten
wegnemen.
Dit stelsel is duidelijken levert een geschikt voorwerp
voor debat, voor bestrijding en verdediging. Men had mogen
verwachtendat, liet onderzoek in de afdeelingen vooral dit
stelsel en de onderscheidene vragen waartoe het aanleiding
geeft, zou gegolden hebbenom te eindigen met de groote
vraagwat heeft het ingestelde onderzoek nu omtrent de
plaatselijke gesteldheid der 600 gemeenten waar meer dan
het minimum van den census voor de kiesbevoegdheid ge
vorderd wordtgeleerd, en is dat onderzoek voldoende
Wat is echter geschied? Omtrent de strekking van het ont
werp der Regeering wordt in het Verslag gezegd: "Bij het
voorgedragen wetsontwerp wordt een geheel nieuw beginsel
gevestigd. De tabel van 1850 bepaalt den censusin over
eenstemming met de Grondwetnaar mate der plaatselijke
gesteldheidop verschillende cijfers voor de onderscheidene
gemeenten of districtencijfers, die zich tusschen het grond
wettig minimum en maximum van f 20 en 160 bewegen.
Hier wordt in de 4dt alinea van art. 2 vooropgesteld, dat de
census in bet, gansche land 20 is, en daarop volgen dan de
uitzonderingende namen van 43 gemeentenwaar de cen
sus hooger stijgt. Wanneer de laatste alinea van art. 2 weg
vieldan bleef slechts eene bepaling over die ,naar het ge
voelen der overgroote meerderheid strijdig is met de Grond
wet, en die tevens indruischt tegen geest en letter der tegen
woordige kieswet, welker grondslagen men bij hare herziening
toch moest wenschen te behouden."
Wanneer de laatste alinea van art. 2 wegviel Maar
die valt niet weg. Waartoe dient dan de opmerking, dat
men in dat gevalin een geval dat zich niet voordoetin
strijd zou geraken met de Grondwet? Doch waarop steunt
de beweringdat bij dit ontwerp een geheel nieuw begin
sel wordt gevestigd Die bewering is zeer bepaaldelijk
ongegrond. Immers de Regeering verklaart uitdrukkelijk
wij blijven op de plaatselijke gesteldheid lettenmaar ver
langen alleen de thans bestaande onbillijkheden weg te nemen
en de onevenredigheid gelijk te maken. Wij beweren, dat
in bijna alle gemeenten de plaatselijke gesteldheid niet vor
dert een hoogeren census aan te nemen dan van f 29
die thans reeds in 512 gemeenten bestaat, en dat in de
overige 43 gemeenten de census aanmerkelijk verminderd
moet wordenomdat daar thans een klasse der burgerij van
de kiesbevoegdheid is uitgesloten die even bekwaam is als
zij die elders 20 betalen. Of die bewering omtrent de
plaatselijke gesteldheid juist is, is zeker zeer betwistbaar,
en de Kamer is ongetwijfeld in haar rechtals zij een on
derzoek eischtwaaruit de gegrondheid of ongegrondheid dier
bewering zou kunnen blijkenmaar er kan toch niet gezegd
wordendat de Regeering een „geheel nieuw beginsel"
vestigt. Ziedaar een spraakverwarringeen onbegrijpelijkheid
van de ergste soortdie het onderling overleg op jammer
lijke wijze belemmert, zoo niet geheel onmogelijk maakt.
Maar zij komt op een andere plaats in liet verslag nog ster
ker aan den dag.
Nadat is opgemerkt wat //zeer enkele leden" zouden wil
len en welke denkbeelden waren ontwikkeld »door hen die
in mindere of meerdere mate voor algemeene censusverlaging
gestemd zijn," wordt als het gevoelen van sommigen dezer
jaatsten ook het volgende vermeld: /Eindelijk waren er leden,
volgens wie men uitgaande van het feit. dat de census thans
in 512 gemeenten 20 is, zich eenvoudig de vraag moest
stellen, hoeveel in de 600 overige gemeenten de census moet
dalen'om gelijksoortige kiezers te verkrijgen. Hierbij
wordt dus van het denkbeeld uitgegaandat het kiezersper
soneel in de 512 gemeenten van de provincie Limburg
Noord-Brabant, GelderlandOverijssel en Drenthe zoo goed
is samengestelddat het als eene norma kan worden aange
nomen waarnaar men het, overige personeel moet afmeten."
En daarmee is dit punt afgehandeld! Men schijnt zelfs niet
te vermoeden, dat deze leden het stelsel van den Minister
verkondigden. Er wordt geen woord over gezegdgeen
woord aangevoerd om het te bestrijden, om te betoogen dat
het niet aangaat, het gehalte der minimum-kiezers tot maat
staf te nemen.
Waar aldus het stelsel van eene der partijen wordt mis
kend bestaat zeker niet veel kans op een vruchtbaar on
derling overleg. Die onvruchtbaarheid der gedaehtenwisseling
heeft zich dan ook tot het einde toe geopenbaard.
W. v. d. K.
De verliezen van het duitsche leger in den oorlog tegen
Frankrijk hebben aan dooden, gekwetsten en vermisten be
dragen 127,897 man. Vermist zijn er 4009, op het slagveld
gebleven 17,527, aan hunne wonden bezweken 10,710, aan
ziekten 12253, verongelukt 316 en door zelfmoord omgekomen
30 manterwijl 83,007 van hunne wonden of ziekten her
steld zijn.
De Reichs-Anzeiger behelst een keizerlijk besluit van 24
Febr., waarbij al. 2 van art. 28 der Rijks-constitutie wordt
opgeheveninhoudendedat bij beraadslaging over aange
legenheden die niet liet geheele Rijk betreffenalleen die
leden medestemmendie in die Staten gekozen zijnwelke
bij de aangelegenheid belang hebben.
In de op 2 Maart te Keulen gehouden vergadering van
het centrale comité der oud-catholieken voor Noord-Duitsch-
land't welk reeds ongeveer 100 gemeenten en vereenigingen
teltis gehandeld over de aanstelling van 2 bisschoppen
een voor Noord- en een voor Zuid-Duitschland. Voor de
bezoldiging van eerstgenoemde werd een voldoend bedrag
ingeschreven. Te Boppard zal met Paschen de eerste gods
dienstoefening gehouden wordende westfaalsche adel begint
thans de oud-catholieke beweging te ondersteunen.
Pruisen. Prins Friedrich Carl heeft het grootste gedeelte
der hem na den jongsten oorlog verleende dotatie besteed
tot het instellen van fondsen ten behoeve van de regimenten,
welke in 1864, 66, 70 en 71 onder zijn opperbevel gestreden
hebben.
De kamerheer graaf Schajfgotsch mag niet meer ten Hove
verschijnen, dewijl uit een op 's Keizers last door den opper
kamerheer gedaan onderzoek is gebleken, dat hij, door geld
zendingen aan hoofden der ultramontaansche partij in Posen,
aan de beweging in die provincie voedsel gaf.
Het, Huis der Afgevaardigden heeft den 24, bij de beraad
slaging over het budjet van onderwijs en eeredienst, een van
de linkerzijde uitgegaan voorstel om den voor den opperker-
keraad uitgetrokken post te schrappenmet eene overgroote
meerderheid verworpenop het verlangen van den minister,
om die vergadering den tijd te laten voor eene organisatie
der-Evangelische Kerk, noodig tot het erlangen der zelfstan
digheid welke de constitutie haar waarborgt.
Het ontwerp tot wijziging van art. 15 en 18 der constitutie
is den 27 voor de tweede maal gelezen en den 1 Maart bij
eindstemming met 228 tegen 108 st. aangenomen.
De Koning heeft weder van kracht verklaard het voor
schrift van 1S38, volgens hetwelk voor het verleenen of
weigeren eener spoorweg-concessie een besluit van het geheele
ministerie noodig is; sedert 1850 was dat in onbruik geraakt.
Saksen. Het bestuur der duitsche boekdrukkers-vereeni-
ging heeft het door de patroons te Leipzig aangenomen
standpunt in de zaak der strike voor billijk verklaard, en in
eene den 26 gehouden bijeenkomst der Leipziger plaatselijke
vereeniging is met algemeene stemmen besloten, de patroons
te ondersteunen, en is bepaald, dat alle tot het zoogenaamde
verbond behoorende werklieden den 8 Maart zullen worden
ontslagen, indien de werkstaking, in weerwil der uitspraak
van het genoemde bestuur, voortduurt. Het bovengenoemde
bestuur heeft uit alle deelen van Duitschland verklaringen
van instemming met zijn genomen besluit ontvangen en tevens
de toezegging, dat de knechts, die leden van het S?rife-ver-
bond zijn, den 8 Maart uit de dienst ontslagen zullen worden.
De keulsche firma's hebben geheel Rijnland uitgenoodigd, zich
bij dezen maatregel aan te sluiten.
Baden. Den 28 is de eerste oud-catholieke godsdienst
oefening te Constanz in de aan den Staat behoorende hos
pitaal-kerk gehouden. De pastoor had geweigerd om met
de oud-catholieken in overleg te treden omtrent de regeling
der godsdienstoefeningen, alsmede, toen de regeering bepaald
had, dat de oud-catholieken op zon- en feestdagen des voor-
en des namiddags gebruik van de kerk zouden mogen maken,
om schriftelijk te verklaren, dat hij zich daaraan zou houden;
de regeering heeft daarop de kerk in bezit genomen, om haar,
totdat de pastoor zich onderwerpt, alleen door de oud-catho
lieken te doen gebruiken.
Hanse-steden. Den 15 is te Hamburg de sedert 1619
in gebruik zijnde rekening naar marc-banco opgehouden en
ingevoerd die naar de Rijks-markgelijk thaler, verdeeld
in 100 penningen. Te Bremenwaar een en ander reeds
sedert geruimen tijd geschied is heeft deze verandering aan
verlies en vermunt iug gekost 283,406 Rijksmark of 94,469 th.
Het gemeentebestuur van Antwerpen heeft, tegen de aan
staan ie opening van den nieuwgebouwden nederlandschcn
schouwburg, een drievoudigen wedstrijd uitgeschreven voor
vlaamsche dramatische letterkunde. Voor drama en comedie
zijn prijzen van 1000, 300 en 200, voor het blijspel van 400,
300, 200 en 100 fr. uitgeloofd. Inzending vóór 1°. Juli.
De gewezen beambte bij de succursale der Nat, Bank te
Bergen Léandre Dehautwegens verduistering van 475.000
fr. ten laste van den agent dier Bank, in Juli veroordeeld
tot 2 jaren gevangenisstraf en tot teruggaaf der ontvreemde
som heeftin hooger beroep gekomen tha is van het brus-
selsehe hof van appèl eene vermeerdering van 3 jaren gevan
genisstraf, en bij de oplegging van genoemde terugbetaling
ook die eener boete van 300 fr. en van der gerechtskosten
verkregen.
De rechten op de belgische goederen in Frankrijk zijn bij
het nieuwe handelsverdrag deels gebleven zooals zij waren
deels met een compenseerend recht bezwaard, deels verhoogd.
rEspérance du Peuple van Nantes maakt eene correspon
dentie openbaar tusschen den bisschop van Orleans en den graaf
v. Chamoord. Eerstgenoemde had hem den 25 Januari aan
gespoord om in het belang des lands het tot stand komen
eener fusie door inschikkelijkheid in de hand te werken
waarop laatstgenoemde den 8 Febr. geantwoord heeft, dat zijn
plicht medebrengt, het hem toevertrouwde erfelijk beginsel
in zijne volle integriteit te handhaven, zonder welk beginsel
hij tot niets en waarmede hij tot alles in staat is. Frankrijk
zou het Hoofd van het Huis van Bourbon zonder de vlag van
Algiers evenmin herkennenals het den bisschop van Orle
ans zou herkend hebbenindien deze in de Academie tus
schen twijfelaars en godloochenaars had plaats genomen. De
graaf wil noch opofferingen doennoch voorschriften ont
vangen. Hij verwacht weinig van de bekwaamheid der men-
schen en veel van de rechtvaardigheid Gods. Wordt de be
proeving hem te bitter, dan blikt hij naar het Vaticaan, welks
bewoner zijn geweten tot gids en voorbeeld is.
Op voordracht van den minister van marine en koloniën
heeft de heer Thiers eene nieuwe organisatie van het bin-
nenlandsch beheer m Cochin-Ckina goedgekeurd, op het be
ginsel rustende dat da. inspecteursdie tot nog toe "bijna
uitsluitend officieren der fransche station waren, voortaan
burgerlijke personen moeten zijn.
Blijkens het voorloopig reglement voor de zoogenaamde
eenjarige vrijwilligers, zullen deze in de kazernen moeten
gehuisvest zijn, in de menage moeten deelen en geene buiten
model-kleeding mogen dragen.
De veiligheidspolicie te Parijs heeft zich van eene bende
van 14, meerendeels jonge dieven en boosdoeners, waaronder
3 jonge vrouwen van 16 18 jaren, meester gemaakt,
die ongeveer 80 diefstallen en rooverijen en verscheidene
moorden of manslagen gepleegd hebben. De aanvoerder
was een 14jarige knaapBaston Gelignier, die op al de
leden der bendewaarvan sommige den ouderdom van 27
jaren bereikt hadden, een onbegrensd overwicht uitoefende.
Bij zijne arrestatie was het hem bijna gelukt, een policie-
agent met een onder zijne kleederen verborgen dolk te ver
moorden.
De bekende Erin Lucas, die, 3 jaren geleden, wegens
verkoop nan nagebootste brieven van beroemde personen aan
den heer Chaslestot 2 jaren gevangenisstraf veroordeeld
werd, heeft na zijn ontslag den Sljarigen abt en kanunnik
Tochon voor 2500 fr. afgezetals leening op eene beweerde
pretentie van 10000 fr., hem voor 200 fr. boeken ontstolen
en zijn horologie ontroggeld om het te beleenen. De gees
telijke meendedat zijn oude vriend tot inkeer gekomen
was en trachtte hem uit meewarigheid van dienst te zijn
maar ten laatste bracht hij den bedrieger voor den rechter,
die aan Erin Lucas eene nieuwe gevangenisstraf van 3 jaren
oplegde.
Te Parijs is een aanvang gemaakt met de herziening der
groote kaart van Frankrijk van den generalen staf.
Den 25 is te Parijs in zijn 93'. levensjaar overleden de
genl. graaf P. Ph. de Ségur, lid der Fansche Academie, schrij
ver van de „Geschiedenis van Napoleon en het groote leger
gedurende 1812" en andere historische werken.
Het hof van assises te Melun heeft een 20jarigen boeren
zoon, Sevin geheeten, ter dood veroordeeld, wegens het ple
gen van een aanslag tegen het leven van zijnen vader, met
het doel om, als eenige zoon eener weduwe, vrijstelling van
de conscriptie te verwerven. Terwijl zijn vader op het veld
arbeidde, loste hij op hem een geweerschot en maakte
hem, naar hij meendemet kolfslagen verder af. De vader
j echter in onmacht en is van zijne wonden hersteld; hij
wilde de zaak geheim houden, maar de moordenaar heeft,
door wroegi ig gedreven en in de veronderstelling dat zijn
vader dood was, zijne wandaad dadelijk aangegeven.
Er zijn korvetten naar de kusten van Spanje gezonden om
eventuëel tot wijkplaats te dienen voor in dat Rijk vertoe
vende of gevestigde franschen.
Het parijsche hof van cassatie heelt in een geschil tusschen
2 burgers van Rijssel, over de, vóór de wet van 12 Aug. 70,
waarbij de banknoten der Fransche Bank een gedwongen
koers is gegevenin goud of in zilver bedongen betaling
der huur van een huisbeslist, dat de huurder met de vol
doening in genoemd bankpapier kan volstaan.
In den nacht van 2728 is de groote suikerraffinaderij
in de parijsche voorstad la Villette, waaraan 850 werklieden
en 40 geëmployeerden verbonden waren, en welke, ondanks
het destijds bestaande bezwaar* om zich grondstof aan te
schaffen, gedurende het geheele beleg der stad door de duit-
schers heeft doorgewerkt, eene prooi der vlammen geworden.
De schade wordt op 5 miljoen begroot.
De scheidsrechterlijke uitspraak van den President der
fransche republiek is ingeroepen in liet met Portugal be
staande geschil, over het in 1816 door dat Rijk afgestane
zuidelijk gedeelte der Delagoabaai, alwaar Engeland in het
belang der uitroeiing van den slavenhandel vasten voet wil
houden.
Het te Londen gevestigde carlistische comité heeft eene
inschrijving voor de zaak van don Carlos geopend.
De houders van turksche obligation van 1858 hebben de
door de turksche regeering op 14 Febr. gedane voorstellen
aangenomen,