.\u. 26. Vijfenzeventigste Jaargang 1873. Z O IVO A G 2» J U I. ©ffictccl (Qcbccltc Wnar gaan wij heen crtclijf»3ctic ficnrittcn. SHiilsrlitand SSelgie. Frankrijk. A L k M A A it S C H E C A V I. Deze Courant, wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal ft,6a, franco per post O, Hit, afzonderlijke nommers .i Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Ad vertent,iën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter openbare kennis dat de milicien-verlofgangers der ligting 18fi9 van het korps pontonniers in werkelijke dienst zijn opgeroepen tegen 1 J ulij a.s. en de milicien-verlofgangers der vesting-artillerie, ligting 1870. tegen 16 Julij a.s.. wor dende de reeds gehuwden van de ligting 1869 ditmaal buiten oproeping gesteld. De verlofgangers van deze gemeente die behooren tot de 6 en 14» komp. van het le regiment vesting-artillerie moeten zich op 16 Julij a.s. bij hun korps te Amsterdam aanmelden, vóór des i amiddags ten 4 ure; zij, die behooren tot de 3» en 4' komp. van dat regiment bij hun korps te Helder, vóór des namiddags ten 4 urezij die behooren tot de 11* komp. van dat regimentaan de provinciale griffie, in de St. Jan straat te Haarlem, des na middags ten een ure. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 26 Jutij 1873. A. MACLAINE PONT. l)e liberale partij is de eenige die bij de laatste verkiezingen in het aantal harer vertegenwoordigers heeft verloren. Telt men den heer Voorthuyzen onder de liberalen, dan is het aantal Kamerleden van deze richting met vier verminderd. Van der MaesenVoorthuyzen Jolles en van der Linden werden niet herkozen. De conservatieven hebben één lid gewonnen, de ultramontanen één, de antirevolutionairen twee. De meerderheid der liberalen in de Tweede Kamer is daardoor aanmerkelijk verminderdzij bestaat nog maar uit één of twee stemmen. De toestand van het Ministerie en van elk ander liberaal Kabinet zou wel eens spoedig on houdbaar kunnen blijken. Dat de liberalen in dat geval niet zouden aarzelen hun ontslag te verzoeken als raadslie den der Kroon lijdt geen twijfel. Maar wie zal de aftre ding van het liberaal Kabinet noodzakelijk maken De meerderheid in de Tweede Kamer waarschijnlijk niet. Of zou de toestand van een Ministerie van andere richting ze kerder zijn dan dat van het liberale Wanneer de liberalen den raad en het voorbeeld volgden van de fractie (geen partij), die het sterkst bun aftreding begeerten zich tot taak stelden het regeeren onmogelijk te makenzou de dag der optreding van elk ander Ministerie ook de dag van zijn val zijn. Maar er bestaat geen grond voor de vrees, dat de liberalen zulk een slechten raad zouden volgen, wanneer zij eenmaal tot de erkenning waren gekomendat het beter was de leiding der zaken tijdelijk aan andere handen toe te veri rouwen. De liberale partij mag zich zeer zeker niet aan de regeeringstaak onttrekken hoe moeilijk en ondankbaar die onder de tegenwoordige omstandigheden ook zijn moge, maar evenmin zal zij de teugels van het bewind een uur langer willen behouden dan de eischen van het parlementaire stelsel gedoogen. Haar ontslag behoeft haar niet tot schade te zijn, kan haar tot voordeel strekken. Welk Ministerie echter de Kroon moge ter zijde staan, veel belangrijks zal er in de eerste jaren op staatkundig gebied wel niet tot stand komen. Onmiskenbaar zijn wij in een tijdperk van overgang, en tenzij de tijdsomstandigheden spoediger tot een ontknooping leiden dan onder den gewo nen gang van zaken verwacht, kan worden, zullen er nog enkele jaren moeten voorbijgaan, eer de nieuwe partijvor ming. die zich openbaart, haar werking zal hebben verricht, en de politieke verhoudingen tot, meerdere vastheid zullen zijn gekomen. Wat in dit opzicht de uitslag der verkiezin gen leert, is van meer belang dan het verlies var. een en kele stem. Dat de heer van der Maesen plaats heeft moeten maken voor den heer Kerens, was slechts het noodzakelijk gevoto van de oorlogsverklaring der ultramontaansche partij aan de liberale politiek. De heer Alberdingk Thym heeft iiet inde feestelijke bijeenkomst te Amsterdam op 21 Juni 1871 met, ronde woorden gezegddat er onder de Katholieken een a.gemeene omkeering (revirement) der opiniën omtrent de leer der vrijheid als grondslag der samenleving en der staats wetten heeft plaats gehad. Yroeger schier algemeen toege juicht, ook door de „beroemdste en geliefdste" zonen der Kerk, wordt zij thans volgens dien spreker in Nederland door geen Katholiek van naam meer verdedigd. In de eerste jaren alzoototdat men zich misschien weer in een ander revirement der opiniën kan verblijden, zullen Noord-Braband en Limburg ons geen liberale afgevaardigden meer zenden Is de tyd van aftreding gekomendan behoeft de inderdaad liberale Katholiek zich van een herkiezing geen illusion te maken. Trouw aan zijn beginselen, kan hij onmogelijk de afgevaardigde zijn eeuer bevolking waarvan de groote meer derheid de vanen volgt hunner heftigste bestrijders. Dat is een onvermijdelijk verlies voor het liberale element in de Tweede Kamer. Onvermijdelijkmaarzooals wij zagen volkomen verklaarbaar. De Tijd geeft in zijn nummer van' "fan' van dit feit een andere verklaring. „De liberale partij lezen wij daar -„is aan het dalen gegaan van den dag afdat zij de rechtvaardigheid uit het oog ver liezende het den Katholieken eerst onmogelijk maakte met haar zamen te werken en toen hen tot bestrijding dwong." Deze verklaring staat vlak tegenover de oplossing die de rede van den heer Alberdingk Thym aan de hand geeft. De li beralen zijn echter dezelfde gebleven. Hun beginselen zijn die van 48 en 53. Waarheid is het dat, toen de Katholieke Kerk nog in menig opzicht de onderdruktealthans de min bevoorrechte en achtergestelde Kerk wasdie beginselen die de vrijheid als grondslag van samenleving en wetgeving aannamen door de groote meerderheid der Katholieken wer- oen toegejuicht. Nu de vrijheid is verworven, hebben die beginselen hun dienst, gedaan, en wordt de onderwerping van het staatsgezag en de staatswetten aan de uitspraken van het kerkelijk gezag geëischt. Nog in 1864 ondersteunde de dijd de liberale candidaten. Toch bestond toen de tegen woordige steen des aanstoots, de schoolwet van 1857, reeds zeven jaar. „De Kerk schreef destijds de Tijd„vraagt, niet aan de gouvernementen dat de staat de vrijdenkerij met geweld te keer ga. Dat hij deze ketterij gelijk'al de overige dulde zoo hij verkiest, Maar zij eischt met volkomen recht, dat, de staat zich onzijdig boude." Die dagen zijn voorbij Syllabus en Encycliek en het manifest der Nederlandseiie bisschoppen tegen de gemengde school volgden elkander op; de groote omkeering in de opiniën der Katholieken is geko men en zij hebben opgehouden de liberalen te steunenzij bestrijden lien met alle kracht. De liberaie partij heeft hare beginselen liever gehad dan deze bondgenootenendit verlies is reeds haar winst gewordenen waarborgt haar eenmaal de zegepraal. Niet minder dan de kerkelijke partij onder de Katli dieken heeft de kerkelijke partij onder de Protestanten veldgewon nen. Niet alleen iieeft, zij in drie districten de vroegere af gevaardigden verdrongenmaar het is duidelijk geworden dat zij bestemd is om de conservatieve party volkomen te over vleugelen. Waar zij inderdaad ernstige grieven heeft tegen de conservatieve candidaten omdat zij niet bereid zijn mede te werken tot voldoening aan hare grieven tegen de openbare schoolwaar zij daarom met eigen candidaten op- tieedt en die met klem verdedigtdaar zal in den regel ai- leen de hulp der Katholieken de candidaten der conservatie ven kunnen redden. Worden zij aan hun lot overgelaten, dan vallen zij als dezer dagen te Leiden. Tot nog toe kunnen de ultramontaansche afgevaardigden het best met de conservatieven samenwerken. Op de meeste punten zijn zij met, hen eenstemmig. Ten opzichte van de schoolwet zijn hun eischen vooreerst gematigder dan die dei- antirevolutionairen. Deze partij laat nooit terstond haar gehee- len eisch hooren. Een wetsverandering als eenmaal door den heer Heemskerk werd voorgesteld komt reeds aan vele hun ner grieven te gemoet. De vraag is echterof de meeste conservatieven even bereidvaardig zullen bevonden worden als de heer Heemskerken als het tegendeel mocht blijken, of de ultramontanen met, hun eischen niet krachtiger zullen optredenen het bondgenootschap duurzaam zal zijn. Maar wat zullen de .antirevolutionairen in de Kamer doen? Op belangrijke punten b.v. ten opzichte dtr koloniale politiek, staan de leden dezer partij lijnrecht tegenover elkander. Ei- genlijk hebben zy slechts een bepaald mandaatherziening van art. 194 der Grondwet,, dat den Staat verplicht tot het geven van voldoend openbaar lager onderwijs overal in het Rijk. Voor zoover dit, onderwerp niet ter sprake komt, kmnen deze Kamerleden in verschillenden zin stemmen. Zul len zij zich in die gevallen bij de conservatieven aansluiten? Het hoofdorgaan hunner richting, de Standaard, acht blijk- baar niets minder wenschelijk dan een conservatief Ministerie, en zoekt te recht kracht en toekomst in zelfstandigheid. Een' versmelting onder de conservatievenbehalve alleen ten aanzien van het onderwijszou de partij al spoedig in on beduidendheid doen wegzinken en de bij de verkiezingen betoonde veerkracht tot, een ijdel vertoon maken. Wil deze partij zich doen opmerken en' laten geldendan dient zij zich door een kenmerkende gedragslijn te onderscheiden en een kern te vormen op versterking waarvan bij volgende ver kiezingen kan worden aangedrongen. Dat de onderwijskwestie door de liberalen niet tot voorwend sel is gebruikt, maar inderdaad door alle partijen, behalve misschien door de conservatieven, scherp in het oog werd gehouden, bewijst, indien bewijs noodig is, wat de Tijd in het reeds vermelde nummer daaromtrent zegt«Wat de verkie zingen van dit jaar bijzonder merkwaardig maakt"luidt «het daar ris, dat zij het getal laden in de Kamer, die veen afkeer hebben van godsdienstloos onderwijs, belangrijk //hebben vermeerderd. In dezen afkeer ligt de hoofdreden -/van de nederlaag der liberalen. De thans gekozen tegen standers der schoolwet beoogen niet allen hetzelfde, en het «is gansch niet zeker, dat zij het eens zullen worden over //den weg, maar het verschijnsel is er niet te minder betee- «kemsvol om. Het blijkt meer en meer, dat de school, inge- «rigt volgens de Nut-van-'t algemeensche formule; godsdienst //boven geloofsverdeeldheid, de meerderheid der bevolking een «doorn in het oog is." Het eigenlijke verschilpunt, dat zich krachtig ontwikkelt en alles dreigt te overheerschen, is dus geen ander dan dit; zal het onderwijs aan de Kerk worden toevertrouwd, en de onzijdige staatsschool op den achtergrond worden gedrongen? Ultramontanen en antirevolutionairen, vooral de laatsten, zul len ieder noodzaken, in deze kwestie duidelijk en beslist partij te kiezen. Zij zal leiden tot het ontstaan van twee groote partijen. Dat de liberalen schuld zouden hebben aan het op wekken van kerkelijken hartstocht, is een bewering die, in de gunstigste onderstelling, van zooveel oppervlakkigheid, ja van zooveel totale onkunde getuigt omtrent hetgeen er in geheel Europa omgaat op geestelijk gebied, dat zij geen ernstige weerlegging verdient. In alle landen heeft de moderne Staat zich te verweren tegen de hevige en met onvermoeibare, taaie volharding telkens herhaalde aanvallen van de Kerk. En van die algemeene beweging, van dat allergewichtigst ver schijnsel in de geschiedenis der menschheid zou de liberale partij in Nederland de bewerkster zijnDie reuzenstrijd zou ook maar voor een klein gedeelte door haar worden geleid 1 De stuurlieden op het nietige vaartuig zouden den storm be- heerschen, hem naar welgevallen ketenen of ontbinden 1 Welk een wereldbeschouwingNeenhet gevaar opmerken en er tegen waarschuwen, voorzorgen nemenrusteloos waken met vaste hand het roer houden, om het bedreigde scheepje zoo mogelijk te behouden, ziedaar alles wat zij vermogen, en dit geeft hun arbeids genoeg. Hier zijn andere krachten werkzaam hier is de historie bezig een blad van haar boek te beschrijven, hier ontwikkelt zich een wereldgericht. Als Mevrouw Bosboom Toussaint in haar „Huis Lauer- nesse" het vreeselijk sterbed schetst eener vreedzame, vrome vrouw en trouwe opvoedster harer kinderen, een sterf bed dat een lange worsteling was, in stede van een wee moedig en hartroerend afscheid vol liefde en teederheid, dat aanving met een stout vergrijp tegen de verordeningen der bestaande Kerkom te eindigen met een broedermoord en eeu moedervloek van den veegen monddie zoo gaarne had gezegend. dan legt zij de zwaar beproefde de vraag op de lippen„waarmede heb ik zulk een sterfbed verdiend En haar antwoord isgeen daad uit haar levennoch van iemand der haren was daarvan de schuld: „Dat komt omdat, zij stierf in 1521.Zoo moet ook het antwoord op de vraagwie verwekte ons dezen alles beheerschenden strijd op het gebied des geloofs en der belijdenis, deze worsteling tusschen Kerk en Staaf geen ander zijn dan dit: Dat komt omdat wij leven in 1873. W. v. d. K. Met Perzie is een handelstractaat gesloten, waarbij o.a. bepaald is. dat, mocht Perzie in een geschil met eene andere mogendheid gewikkeld worden. Duitschland, des verzocht, zijne goede diensten tot bijlegging bij zal dragen. Het. voorstel van Pruisen om ter voldoening aan het bij de tweede lezing der muntwet door den Rijksdag aangenomen art. 18, liet papieren geld der Staten vóór 1 Juli 76 te vervangen door Rijks-papier, in verhouding van 3 mark per hoofd der be volking. door Beieren en Saksen niet goedgekeurd zijnde, heeft de Bondsraad den 21 besloten, de uitgifte van Rijks papiergeld met, die van bankbiljetten eerst door een in een volgend zittingjaar in te dienen ontwerp te regelen, en den Rijksdag uittenoodigen. bij de derde lezing artf i 8 der munt wet in dien zin te wijzigen. Rijksdag. Het wetsontwerp betreffende de invoering der Rijks-constitutie in Elzas en Lotharingen is den 18 in derde lezing aangenomen. Het bij tweede lezing aangenomen amendement betreffende het kiesrecht der pseudo-optanten is door de regeering stilzwijgend goedgekeurd. Een voorstel van den heer Windthorst om het recht van wetgeving des Keizers in overleg met den Bondsraad wanneer de Rijksdag niet bijeen is, slechts tot 1 Jan. 1876 te verleenen werd met, 171 tegen 71 st. verworpen. Den 20 is besloten om ruw ijzer en staal, benevens oud ijzer van inkomende rechten vrijtestellen en de rechten van alle andere soorten van ijzer en ijzerwaren voorioopig te ver lagen en met 1 Jan. 1S77 te doen vervallen. Den 21 is liet perzische handelstractaat bij tweede lezing aangenomen, en heeft de Rijks-kanselier medegedeelddat de Bondsraad het door den Rijksdag aangenomen voorstel betreffende de instelling van een Rijks-departement van spoorwegen heeft goedgekeurd. '>6n z9n a'le nog overige posten der hegrooting voor 18/4 afgehandeld. In den loop der discussie heeft de mi nister Delbrcük ter zake van het kanaal ter verbinding van de oordzee met de Oostzee gezegd, dat deze zaak in den laatsten tijd niet ter tafel geweest was. Graaf Moltke heeft zich tegen den aanleg van het kanaal verklaard, dat uit een strategisch oogpunt slechts eeue twijfelachtige waarde had. Den 24 is de muntwet definitief'aangenomen, nadat de minister Delbriick den vorigen dag bij de derde lezing ver zekerd had dat de Bondsraad bet, amendement-Bamberger (intrekking voor l Jan. 1876 van alle in omloop zijnde bank biljetten en van Staatswege uitgegeven papiergeld uitgifte na dien termijn van alleen in Rijksmunt betaalbare bankbil jetten van minstens 100 mark, én latere wettelijke regeling van de vervanging van het genoemde papiergeld door Rijks^ biljetten) zou goedkeuren. Voorts is het voorstel der regee ring aangenomen om de ten vorigen jare aangenomen voor- loopige wet, op de bankbiljetten t,e verlengen tot 31 Dec. 74. Den 25 is het budjet, voor 1874 bij derde lezing aange nomen. In antwoord op eene interpellatie van een aantal leden der linkerzijdeover het berispen van ambtenaren der posterijen door hunne superieurenomdat zij zich geabon neerd hadden op liberale couranten, verklaarde de minister Delbriickdat 2 zulke gevallen ter kennis van den Rijks- kanselier gekomen waren en aan een ernstig onderzoek on- derworpen zouden worden. Prins Bismarck iieeft, daarop den Rijksdag in 's Keizers naam gesloten. Pruisen. De Protestantsche Kerkdag heeft, zijne vijfde jaarhjksche vergadering te Reichenbaeb, in Silezie, gehouden en daarin eene motie aangenomen van deze strekking dat de Evangelische Kerk in de onlangs voor Pruisen uitge vaardigde kerkelijke wetten met blijdschap het begin ziet eeuer wettige regeling der verhouding tusschen Kerk en Staat, die aan de van beide zijden bestaande willekeur een einde maakt en volkomen ruimte laat, aan de rechtmatige wTensehen der Evangelische Kerk naar zelfstandigheid. De breslauscbe kanunnik bn. v. Riehthofenwiens herroe ping zijner onderwerping aan het leerstuk der onfeilbaarheid door den bisschop van Brcslau met de groote excommuni catie is gestraft, blijft niettemin door den Staat als kanunnik erkend en dus niet alleen zijn tractement behoudenmaar ook bij voorkomende gelegenheden zijn kiesrecht uitoefenen. De bisschop van I ulda heeft, zijne bereidwilligheid te ken- uen gegeven om de vragen betreffende de seminariën te be antwoorden. Na de weigering van den bisschop van Paderboni heeft eene koninglijke commissie aldaar de seminariën en con- victen geïns|iecteerd en zich de statuien en programma's der lessen doen voorleggen. Uit, Dantzig wordt den 21 gemeld: op de poolsche vlotten op den W eichsel zijn tot, dusver 42 personen door de cholera aangetast, geworden. Van deze zijn 25 overleden en 4 hersteld Ten gevolge van de uitbreiding, die de kwaal heeft onder gaan, is eeu deide cholera-gasthuis ingericht geworden. Te Dantzig zelve is zoomin als in de nieuwe havenstad tot dus ver een enkel geval van cholera voorgekomen. De Kamer van Vertegenwoordigers heeft den 17 op de voordracht omtrent de openbare werken met, 34 tegen 32 st., tegen den zin van den minister, aangenomen een amendement van den heer de Lexhystrekkende om den post van 500000 fr. voor het in gemeenschap brengen van straat- en andere wegen met de spoorwegen op 3 miljoen te brengen.-— Door den minister werd een wetsontwerp ingediend, waarbij con cessie voor den aanleg van 3 nieuwe spoorweglijnen en van eenen zijtak wordt gevraagd. Onder de nieuwe lijnen, waar van de Staat zich de exploitatie voorbehoudtbehoort een spoorweg van Thienen naar Dieslmet verbinding aan de lijn Antwerpen—Gladbach. Den 18 is het voorstel der centrale sectie omtrent het Kanaal van Terneuzen met 58 tegen 20 st. aangenomen nadat de ministers Malou en Moncheur de aanneming op nieuw ontraden hadden. Voorts heeft men eeu voor de verbetering van de rivier de Yser gevraagd crediet van 400000 fr. verdubheid, en nog 3 nieuwe subsidièn van 250,000, 200,000 en 100,000 fr. aan het kabinet opgedrongen. Toen de heer Iseghem andermaal een nieuw credietvan 500,000 fr., voor het kanaal van Brugge naar Ostende voorstelde, heeft de regeering zich met zooveel aandrang tegen verdere mildheid verzetdat het voorstel verworpen werd. Het landbouwkundig instituut te Gembloux in Namen is clen 1/ door een 150tal zeeuwsche landlieden bezocht Den 16 is de nieuwe gemeenteraad van Lyon geïnstalleerd en met, 29 van de 36 st. tot president verkozen de heer Bouc.hu, gewezen eerste adjunct der centrale mairie. De prefect Ducros aldaar heeft bepaald, dat de zoogenaamde „burgerlijke begrafenissen" des zomers vóór 6 en des winters voor 7 uren des ochtends behooren te geschieden, en dat de op die wijze begraven wordende lijken langs den kortsten weg naar de begraafplaats moeten worden vervoerd. De prefect van Maine en Loire, bn. Legnayis tot secretaris generaal bij het dept. van binn. zaken benoemd waardoor iet onder-secretariaat van Staat bij genoemd dept., vroeger oor de heeren PascalCalmon enz. vervuldfeitelijk is opgeheven. J De betrekking van directeur voor de algerijnscke aange legenheden bij het dep1, van binn. zaken is niet opgeheven, zijnde de honoraire prefect Brosselard tot opvolger van den heer tournier benoemd. Den 16 heeft de eerste spoortrein met geëvacueerd wordend duitsch krijgsmateriëel de vesting Belfort verlaten. De duit- sebe militaire overheid heeft een aantal fransehe arbeiders tegen een hoog daggeld in dienst genomen, tot slechting der aarden en andere werkendie zij sedert het bezetten der vesting door de duitsche troepen had doen oprichten. De heer Ranc heeft zich naar Londen begeventen einde eene preventieve gevangenschap te ontgaan. Het parijsche republikeinsche orgaan VAvenir Rational is j ,ln beslag genomen, wegens het ontbreken van den gevorderden geldelijken lorgtocht. De aanvankelijk gestelde was ten gevolge van het overlijden van den geldschieter teruggegeven en het onlangs afgetreden bewind had verzuimd, op liet stellen van een nieuwen aan te dringen. en 18 is een monument onthuld ter herinnering aan 98 mobiele garden gesneuveld in de gevechten, den 30 en 3i ec. 1870 en den 4 Jan. 1871 op den weg tusschen Rouaan en Monfleur geleverd. Het gouvernement heeft beslag doen leggen op alle aan den schilder Courbet toekomende gelden en waarden die onder berusting waren van de Bank van Erankrijk, van par ticuliere parijsche Bankinstellingen en van de personen die met den verkoop zijner schilderijen belast waren; onmiddeliik daarna is Courbet voor de rechtbank gedaagd, om zich inde vergoeding der kosten van het herstel der Vendöme-kolom tp hooren veroordeelen. Nationale Vergadering. Den 17 is de overeenkomst met de Uoster-spoorwegmaatschappij met 478 tegen 130 st. aangenomen, waardoor de Staat gedurende 83 jaren met eene jaarhjksche rentebetaling van 20 miljoen fr. wérdt bezwaard. Under de nieuwe lijnen (358 mijlen, 103 miljoen fr. zullende -osten) daarbij aan de Maatschappij vergundis er eene van Longwy naar Arnaville (Meurthe), welke strekken moet, om den doorvoerhandel van Nederland en Belgie naar oostelijk I rankryk en Zwitserland te behouden en om de fabrieken in de Meurthe en de Vogeesen van belgische steenkolen te kunnen voorzien. De minister de Broglie heeft een handels verdrag met Birmame ingediend. Den 18 heeft de heer Baragnon rapport uitgebracht over iLaannaaS macl)tlSlnK tot vervolging van den heer Ranc. Deze had met kunnen besluitenin de vergadering ver\nl?r,!USaIe t6 ,e,rsch«nendewij' hij voor de krijgsraden verschenen was zonder dat men er aan gedacht had hem te arresteeren ongestoord zijn mandaat als lid van den parij- schen gemeenteraad vervuld had, door 90000 lyonsche kiezers tot Afgevaardigde verkozen en door de Vergadering als zoodanig erkend wasen hij dus zijn politiek verleden niet met zijne toestemming tot een punt, van onderzoek wilde laten maken. De commissie had met 13 tegen 2 st. besloten geene leden van bet vorige en met. 12 tegen 3 st. om geene leden van het tegenwoordige bewind in baar midden te m3?tU' 6n m6j -ld teSen 1 st- om tot liet verieenen der macht ging te adyiseeren. De rechterzijde drong oji on- middelijke discussie aan, de linkerzijde verklaarde, bij monde i w Cn i ?6r ePeredat dit niet eene versmoring van het e lat gelijk zou staan in eene zaakwaarbij het de parle mentaire onschendbaarheid gold en waarin 2 gouvernementen betrokken waren. Om beide partijen genoegen te geven, is alstoen besloten het debat niet ie verdagen, maar de zitting op te heffen. De minister Deseilligny heeft een wetsontwerp ingediend, waarbij verscheidene in 1868 voorioopig verleende concessirn van nieuwe spoorweglijnenter gezamenlijke lengte van 440 mijlen, definitief verklaard, en tevens coneessiën voor 3 geheel nieuwe lijnen, ter lengte van 206 mijlen, aangevraagd worden Den 19 is over het Tü^art-Baragnon beraadslaagd. De discussie was kalm, doordien de meerderheid zich onthield van toespelingen op de lijdelijke houding van het vorige ka binet ten aanzien van den lieer Ranc. Eenige leden dér lin kerzijde trachtten te doen uitkomen, dat de ingestelde ver volging eene staatkundige strekking had en minder tegen den heer Ranc dan togen den lieer Thiers en de republikeinen j gericht was De heer Cazot diende een door verscheidene j radicalen ondersteund contra-project in, strekkende om eene enquete m te stellen en de vorige en tegenwoordige ministers

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1873 | | pagina 1