iSHtlaxigc en Ëcrlnmi.
BliitiEaml.
Turkije.
Oosteiirffk- iSwïignrijc.
Italic.
Spanje.
verlichting, van kristal, glas, aardewerk en porcelein5 p.c.
van geweven goederen.
De gemeenteraad van Nancy heeft met eenparige stemmen
besloten, den heer Thiers met aandrang uittenoodigen, gevolg
te geven aan zijne vroeger aan den maire gedane toezegging,
om de stad te bezoeken, zoodra de vreemde krijgsmacht het
land ontruimd en Nancy een fransch garnizoen bekomen zou
hebben. In eene volgende raadzitting heeft een der leden
voorgesteld, ook den maarschalk Mac Mahon in de uitnoo-
diging te begrijpen, maar na langdurige discussie is besloten,
dat daarvoor geene termen bestonden, dewijl de oorspronkelijke
noodiging van den heer Thiers tot een vroeger tijdperk be
hoorde. De raad heeft echter tevens verklaard, dat hier aan
geenerlei daad van oppositie, noch aan eene staatkundige
manifestatie gedacht moest worden, en dat hij voor den per
soon van den President den meesten eerbied koesterde. De
heer Ihiers heeft intusschen voor de uitnoodiging bedankt
om alle aanleiding tot spanning te vermijden.
De Schach is den 8 met zijn gevolg, in 9 door cavallerie
geëscorteerde rijtuigen gezeten, naar Versailles gereden. Hij
droeg een eenvoudig zwart costuum en het grootkruis van
het Legioen van Eer. Het eerste bezoek legde hij af bij
den voorzitter der Nat. Vergadering, bij wien de verdere
leden van het bureau der Kamer tegenwoordig waren het
tweede bij den maarschalk Mac Mahondie hem de ministers
en verscheidene officieren van zijnen staf voorstelde. Na met
den President het park van het kasteel rondgereden te hebben,
nam hij in de Spiegel-gaanderij deel aan een gala-diner van
150 personen, dat gevolgd werd door eene fête de nuit, waartoe
eene prachtige verlichting van de Neptunus-kom en een groot
vuurwerk, eindigende in een bouquet van 5000 vuurpijlen
behoorde. Het voorlaatste nummer van het vuurwerk be
stond in een kolossalen leeuw, omgeven van eene schitterende
zon de 2 perzische zinnebeelden. Tegen 11 keerde de
Schach naar Parijs terug.
Den 9 heeft hij het corps diplomatique ten gehoore ont
vangen, waarbij eene oostersche pracht ten toon gespreid en
het oostersche ceremonieel gevolgd is; en vervolgens een be
zoek gebracht aan het Hotel der Invalieden, waar hij alles
nauwkeurig bezichtigd en zich een geruime poos bij de graf
tombe van Napoleon I opgehouden heeft. De Schach arbeidt
dagelijks met zijnen grootvizier, en dicteert zijne opmerkingen
aan een zijner secretarissen, met het doel om na zijne tehuis
komst een reisverhaal samen te stellen en door het regeerings
blad van Teheran wereldkundig te doen maken.
Den J0 is op de vlakte van Longekampsin het Bosch
van Boulogne, ter eere van den Schach eene wapenschouwing
gehouden over het leger van Parijs en Versailleswaarbij
80000 man van 's middags 3 tot 7 uren onder de wapenen
waren. De maarschalk-President en de Schachbeide door
een schitterenden staf gevolgdhebben de gelederen langs
geredenwaarna de Schach en zijn gevolg plaats namen
in eene prachtige tribunenaast die der leden van de Nat.
Vergaderingen de maarschalk met zijnen staf daar
tegenover. Het defileeren had met de meeste orde plaats
zonder dat door de krijgslieden eenige kreten zijn aangeheven.
De hertog v. Aumale bevond zich als oudste divisie-generaal
bij den staf van Mac Mahon. De Schach heeft den voor
zitter der Nat. Vergadering zijne verwondering over de
voortreffelijke houding der troepen betuigden na zijne
terugkomst te Parijs den maarschalk-President door
zijner voornaamste beambten zijne gelukwenschen daarmede,
alsmede het grootkruis der perzische orde in diamanten doen
aanbieden. Gelijke onderscheiding is ook aan de heeren de
Broglie en Buffet verleend.
Den 11 heeft de Schaeh het paleis van het Luxembourg
de hoofdkerk Notre-Dame en de Mijn- of Ingenieursschool,
en het Diorama in de Champs-Elysées bezochtwaarin een
tafereeel van het bombardement van Parij^ is tentoongesteld,
bezocht. In de sacristie der hoofdkerk heeft hij met veel
belangstelling de bebloede gewaden der 3 achtervolgens op
gewelddadige wijze omgekomen aartsbisschoppen van Parijs
bezichtigd, 's Namiddags heeft hij in het Palais-Bourbon een
tegenbezoek van den President-maarschalk en van den hertog
de Broglieen bezoeken van verscheidene deputaliëno.a.
van den israëlietischen kerkeraad van Parijsontvangenen
's avonds eene voorstelling in het Cirque van de Champs-Ely
sées bijgewoond. Nog later heeft hijdoor den minister
van onderwijs en schoone kunsten geleid, de antieke zalen
en de beeldengalerijen van de Louvre, die electrisch verlicht
waren, bezocht. Den 12 heeft hij op de vlakte van Longckamps
de ter zijner eere door de Maatschappij tot veredeling van
het paardenras gehouden wedrennen bijgewoond. Het feest,
door de stad Parijs aangebodenis door hevige windvlagen
en regenbuien ten deele mislukt. De draperiën der 3, voor
deu Schach en de verdere hooge genoocligdenop het Tro-
cadero opgerichte reusachtige tenten hebben veel geleden
en de illuminatiehoewel in sommige opzichten prachtig
heeft niet het effect opgeleverd dat er van verwacht was.
De verlichting van eenige hoofdgebouwen met bengaalsch
en electrisch licht is echter volkomen geslaagd. De toortsen
en giorno-lantaarnswaarmede de monster-taptoe van onge
veer 5000 tamboershoornblazers en muzikanten begeleid
werdzijn meerendeels uitgewaaid. Een eigenlijk gezegd
vuurwerk is niet afgestoken, maar er zijn gestadig vuurpijlen
opgegaan en op vele punten cascades ontstoken, en ten slotte
is een bouquet van verscheidene duizenden vuurpijlen opgelaten.
De graaf v. Parijs is gedurende dit feest door Mac Mahon
voorgesteld aan den Schach, die het verlangen had te kennen
gegeven om hem te ontmoeten.
Den 13 heeft hij de schilderijzalen van de Louvre be
zichtigd en 's avondsafgehaald door den maarschalk Mac
Mahon (die 's middags zijne residentie van Versailles naar
het Elysée had verplaatst), eene gala-voorstelling in de Opera
bijgewoondbestaande uit de derde acte van la Juive en
voorts uit eene keur van balletten waaraan hij boven dra
matische voortbrengselen of zangspelen de voorkeur gaf.
Den 11 heeft de Schach de generaals en verdere hoofd
officieren van het leger van Parijs en Versailles, op zijn ver
langen, bij zich ontvangen en hen vele inlichtingen gevraagd
omtrent de inrichting van den generalen staf, van de gens-
darmerie, van de pompiers enz. Voorts heeft hij den Jardin
des Plantes, het Muzeiim van Natuurlijke Historie en de fa
briek der Gobelins en 's avonds het Palais-Royal bezocht, in
welk laatste hij in verschillende winkels aankoopen heeft ge
daan. Sommige zijner hovelingen deden in den Acclimata-
tie-tuin aankoopen van dieren en planten, bestemd voor de
stichting eener gelijksoortige inrichting te Teheran.
De duitsche militaire overheden en de prefecten in de nog
bezette departementen hebben de bevolking vermaand om
gedurende de weinige dagen, welke de occupatie nog duurt,
hare kalmte te bewaren en alle botsingen te vermijden.
De lyonsche prefect Ducros is naar Versailles ontboden
en heeft aldaar een onderhoud met den minister Beulé gehad.
Dien ten gevolge heeft hij de raadsleden gemachtigd om ter
zitting te komen op vertoon van hun convocatie-biljet. In
de eerst gehouden vergadering is eene credietaanvraag van
100000 fr. ingediend, ter bestrijding der kosten van ontvangst
van den Schach vau Perzie.
In een brief van den president der departementale com
missie aan den president van den Algemeenen Raad der
Rhöne wordt de bijeeuroeping van dien Raad, als dringend
noodzakelijkgevraagd.
De lyonsche bladen la France Républicaine en le Progrès
zijn het een opgeheven, het ander voor den tijd van 2 maan
den geschorstop last van den genl. Bourbakiwegens
artikelen welke daarin den 7 zijn opgenomen geweest.
Nationale Vergadering. Den 7 is. op voorstel van graaf de
Vouhet, besloten om ter gelegenheid van het verblijf van den
Schach tot den 11 uiteentegaan. Het crediet voor de kosten van
ontvangst van dien Vorst is met alg. st. aangenomen. Een voor
stel van den heer Villain, om de wapenschouwing op den 10 en
corps en voorzien van de officiëele insigniën bijtewonen, en
wel, om niet door het publiek verdrongen te worden, in eene
afzonderlijke tribune, is, na een langdurig debat en na 2 twij
felachtige stemmingen met zitten en opstaan, met 317 tegen
249 st. aangenomen. De aanvraag van den heer Lanty,
om de regeering te interpelleeren over het voortduren van
den staat van beleg in een aantal departementen werd dooi
de rechterzijde begroet met het geroep„over 3 maanden
Na de vacantie De minister Beulé liet het aan de wijsheid
der Vergadering over om te beslissen, of het niet wenschelijk
was om die interpellatie tot na de terugkomst der Kamer
uittestellen. De voorsteller wenschte haar daarentegen op
den 14 bepaald te zien. Zulks werd echter verworpen en
de tijd van behandeling op 15 Nov. bepaald. Tot de tweede
lezing van de wetsvoordracht omtrent de legerorganisatie
werd zonder discussie besloten.
De minister Magne heeft den 9 aan de budj et-commissie
de volgende mededeelingen gedaan: hij en zijne ambtgeuqoteu
hadden op de door het vorige bewind in Maart ingediende
project-begrootingen 40j miljoenwaarop 23 m. op die van
■oorlogweten te bezuinigen. Het eindcijfer der uilgaven
zou evenwel slechts eene geringe vermindering ondergaan
omdat hij 33J. wilde besteden voor het voldoen van den waar
borg van interest aan de spoorwegen, welk bedrag het vorige
gouvernement door eene leening had willen verkrijgen, 4 mil
joen ter bestrijding der na Maart aan de departementen en aan
Parijs toegekende schadevergoeding, en 968,000 fr. voor eene
transactie met het zoogenaamde Deposito-fondsten gevolge
waarvan het zich weder zou kunnen belasten met de uitbetaling
der staatspensioenenwelke over de loopende dienst, bij uit
zondering rechtstreeks door de schatkist geschiedt. De
regeering trekt de belasting op de grondstoffen, welke 93 m.
moest opbrengen, in en ziet af van de door de vorige regeering,
ten bedrage van 39j m., voorgestelde heffing van opcenten
op de grond- en andere voorname directe belastingen, üaat-
voor stelt zij voorverhooging der registratierechten met 20,
eene belasting op de geweven goederen van 60, op verschil
lende andere artikelen van 32 op de dagbladen van 10, op
de assignatiën van 10 en op de brievenposten) van 1TV miljoen.
Den 11 heeft de voorzitter, na de lezing der notulen,
eenige woorden gewijd aan het militaire schouwspel van den
vorigen dag, waarbij hij de organisatie en de houding van
het leger roemde en daarvoor „in de eerste plaats" hulde
bracht aan den maarschalk-Yoorzitter der republiek. Deze
toespraak werd herhaaldelijk toegejuicht, maar den volgenden
dag heeft de hertog de Choiseul-Praslin zich er over beklaagd,
dat de heer Buffet in zijne lofspraaak den heer Thiers geheel
over het hoofd gezien en dus slechts uit naam eener enkele
partij gesproken had. De heer Baragnon verklaarde hierop,
dat de bewondering der Kamer voor het leger eenparig was
geweest, en dat de heer Thiers te veel vaderlandsliefde bezat
om te willen, dat zijn naam tot een fakkel van tweedracht
gebezigd werd.
Den 11 is nog beraadslaagd over de tweede lezing van
het door de vorige regeering ingediende wetsontwerp tot
invoering der rechtspraak door gezworenen in de koloniën.
De conservatieve meerderheid vreest, dat de crimineele recht
spraak daardoor in handen der kleurlingen zal geraken en in
denzelfden radicalen geest zal uitgeoefend wordendien de
vertegenwoordiging der koloniën in de Nat. Vergadering ken
merkt. De voorstanders der wet noemen dit overdrijving en
beweren, dat de voordracht voldoende waarborgen tegen de
gevreesde gevaren aanbiedt. Op voorstel van den minister
van marine en koloniën is besloten de verdere beraadslaging
te verschuiven, totdat door eene intestellen enquête meer licht
over deze kwestie zal zijn opgegaan. Door den minister
van handel en landbouw werd een wetsontwerp ingediend
tot intrekking der belasting op de grondstoffen, welke, vol
gens zijne verklaring, in plaits van 93 miljoen, weinig meer
dan 2 miljoen zou opbrengen. Omtrent de middelen, waar
door de regeering de intetrekken belasting wenscht te ver
vangen' {zie hier boven), heerschte eenstemmigheid tusschea
haar, den Raad van State en den Hoogen Raad van Handel.
Door de, intrekking zouden de laatstelijk met Engeland en
Belgie gesloten, maar nog niet geratificeerde handelsverdra
gen vervallen. Er zouden met die Rijken onderhandelingen
worden aangeknoopt om de vroeger bestaan hebbende ver
dragen tot 1876 van kracht te doen verklaren.
DeD 12 zijn de koloniale Afgevaardigden Bloncourt en Mahy,
bij het voorlezen van de notulen der vorige zitting, in he-
vigen twist geraakt met den heer de K erdrel, die gezegd had,
dat eene partij in het moederland tweedracht en muiterij in
de koloniën aanstookte, terwijl zich uit het zittingsverslag
liet afleiden, dat hij van eene in de koloniën zeiven bestaande
oproerpartij had gesproken. Bij dien twist zinspeelde de heer
de Rerdrel op de door den heer Oambetia te Grenoble ge
bezigde uitdrukking „maatschappelijke sferen" waarop laatst
genoemde, onder het reeds hevig tumult, het woord nam.
De heer Benoist d'Azy, die het voorzitterschap waarnam (de
heer Buffet was den Schach gaan bedanken voor het hem
vereerde grootkruis der perzische orde), trachtte te vergeefs
stilte te erlangen en schorste ten laatste de zitting. Na de
hervatting nam den heer Gambetta weder het woord, om zijne
uitdrukking, waarvan men volgens hem geheel teu onregte
„eene roode vlag trachtte te maken", toe te lichten. Hij
verwierp de tegen zijne partij gerichte aanklacht, dat zij tot
burgeroorlog aanzette, beschuldigde de Kamer van den toeleg
om het algemeene stemrecht opteheffen, en voorspelde aan de
tegenpartij een gelijk lot op dien weg als harer voorgangster,
de Wetg. Vergadering. Deze taal verwekte een nieuwen en
geducht en storm. De minister Ernoul, den heer Gambetta
beantwoordende, heeft geconstateerd, dat het tegenwoordige
gouvernement zijn ontstaannietzooals zijne tegenstanders
beweerdenaan een coup d'Etatmaar aan de stemming
eener wettige meerderheid te danken heeft gehad.
Den 14 heeft de voorzitter Buffet gezegd, dat hij meende
de tolk van allen te zijn, toen hij hulde bracht aan het leger.
Indien hij de verdiensten in het licht had willen stellen van
de hervormers van het leger, dan zou hij naast den heer Thiers
den maarschalk niet vergeten hebben die sedert 5 weken
aan het hoofd van het bewindmaar sedert 2 jaren aan het
hoofd van het leger staatnoch de Vergaderingnoch de
generaals. Maar waarschijnlijk zou hij geaarzeld hebben om
deu heer Thiers recht te doen wedervarenindien hij zicli
te binnen brachtdat hij op 24 Meieene hulde aan den
aftredenden President willende brengendaarvan door het
afkeurend geroep der linkerzijdevan den heer de Choiseul
niet het minst, weerhouden was, terwijl die zelfde heer hem
nu ondankbaarheid verwijt. Na de levendige toejuichingen
der Vergadering, heeft de heer de Choiseul geantwoord, dat
zijne verwondering op 24 Mei over het spreken van den heer
Buffet over den heer Thiers even natuurlijk wasals zijne
verbazing en smart op j.l. vrijdag over het stilzwijgen over
dien staatsman. Overigens verklaarde hij en zijne vrienden
van de linkerzijde den maarschalk Mac Mahon zeer genegen
te zijndewijl deze zich boven de kuiperijen der partijen
plaatst De heer Bertauld stelde voor om de ministers te verbie
den door hen uitgesproken redevoeringen zonder machtiging der
Kamer te doen aanplakken; de urgentie, door de uiterste
rechterzijde met kracht bestredenwerd niet verleend. Zij
werd wel toegestaan voor een voorstel van den heer Paris
om den 27 de zitting te schorsen en het tijdstip van her
vatting door de te benoemen Permanente Commissie te doen
bepalen. De minister Ernoul diende daarop eene voordracht
inten doel hebbende om aan de Permanente Commissie
de bevoegdheid toe te kennen tot het verleenen van mach
tiging tot vervolging van hen die zich aan hoon en belee-
diging jegens de Nat. Vergadering schuldig maken. Al de
fractiën der linkerzijde kwamen met heftigheid tegen dit
voorstel en het verleenen van urgentie daarvoor opzoodat
men den minister geen tijd liet zijne korte toelichting voor
telezenen deze de vrijheid van het spreekgestoelte in zijnen
persoon op de verregaandste wijze geschonden verklaarde.
De heeren de PressenséEmm. AragoVillain en Gambetta
bestreden met kracht liet voornemen om een prerogatief der
geheele Vergadering op eene commissie over le brengen, en
de grot heden der rechterzijde, die vooral den heer de Pressensé
hevig aanviel en het voorstel aanmerkte als een middel om
gedurende het reces den ontbiudingskruistoebt. der radicalen
tegen te gaan. De urgentie is ten laatste met eene groote
meerderheid toegestaan. De voorzitter deelde mede, dat door
een SOtal leden (meerendeels van de uiterste linkerzijde)
eene aanvraag was ingediend om de regeering over hare
binnenlandsche staatkunde te interpelleeren. Het voorlezen
van den naam van Jules Favre deed aan de rechterzijde een
luid gemor opgaan, waarover de linkerzijde zich heftig be
klaagde. De minister de Broglie verklaarde zich bereid, de
interpellatie tegen den 21 aan te nemen.
Prins Alfred, hertog v. Edinburgh, de 29jarige, tweede
zoon der Koningin, is den 9 naar het vasteland vertrokken
en den 11 te Jugenheira, het lustslot van den Groothertog
van Hessen, verlootd met de 20jarige, eenige dochter van den
Keizer van Rusland.
De prins v. IVales en de russische troonopvolger hebben
den ll te Woolwich eene wapenschouwing gehouden over
de aldaar in garnizoen liggende artillerie, en daarna de ge
schutgieterijen, constructiewinkels en tuighuizen bezichtigd.
De Schach van Perzie heeft aan de Evangelische Allian
tie aan de te Londen en te Bombay gevestigde parsi's en
aan sir Mozes Montetioredie hem ten behoeve hunner ge-
loofsgenooten in Perzie adressen toegezonden haddendoen
antwoordendat in zijn Rijk reeds algemeene godsdienst
vrijheid bestaaten dat hij met groote zorg en nauwlettend
heid op den weg van rechtvaardigheid tegenover allen zal
blijven voortgaan
Lagerhuis. Den 15 heeft de minister Gladstone mede
gedeeld dat de regeering voor dit jaar afziet van haar
voorstel om de appeilen uit Schotland en Ierland ook te
brengen voor het in te stellen opperste hof van appèl. Als
reden daarvoor haalde hij de woorden van de Times aan
dat het beter was de aanneming van eene onvolkomen wet te
verzekeren, dan de kans te loopen van eene volkómen wet te
zien verwerpen.
KoLONiëN. Van de Goudkust zijn ernstige tijdingen ont
vangen. Den 11 of 12 Juni is een troep ashantijnen openlijk in
de straten van Elmina verschenen en door de inwoners van
alles voorzien wat hij verlangde. De gouverneur, vreezeude
dat de vrij groote en goedgebouwde stad eene schuilplaats
zou worden voor eene tegen het kasteel optrekkende macht,
heeft daarop gedreigddat hij haar zou verwoestenindien
niet binnen één uur alle daarin aanwezige vijandelijke wapens
uitgeleverd werden; maar aan alle goedgezinden, die den eed van
trouw wilden afleggen, bood hij eene schuilplaats in het kasteel
aan. De stad is vervolgens door de engelsche troepen en zeelieden
in brand gestoken en door de booten der oorlogschepen be
schoten. Den 4 en 6 zijn te Donquah, een dorp, 15 mijlen
van Cape Coast, hevige gevechten geleverd tusschen de
ashantijnen en fantijnen, met het gevolg, dat de laatste met
groot verlies uit hunne stellingen en naar Cape Coast Castle
op de vlucht gedreven werden. Die stad, waarin meer dan
30000 menschen eene toevlucht gezocht hebben, was door
fantijnen overstroomd. Er heerschte groote ellendedoor
gebrek aan voedsel en drinkwater, en het groot aantal zieken,
zoodat er 140 poklijders in het burgerhospitaal lagen. 2 Stoom-
bootendie leeftocht zouden aanvoeren hebben schipbreuk
geleden. De Barracouta is den 8 ter reede gekomen met
den kolonel Festing en detachementen marine-artillerie en
infanterie. Deh 13 zijn 3'00 in het kreupelhout verborgen
geweest zijnde ashantijnen tegen het fort van Elmina op
gerukt maar door de met de Barracouta aangebrachte ma
riniers en die der ter reede geposteerde oorlogsvaartuigen
en door hoessa's met een verlies van 300 dooden en vele
gekwetsten teruggeslagen. Van de engelsehen sneuvelde 1
marinier en werden 7 man gekwetst. Rondom Cape Coast
Castle waren 50000 ashantijnen samengetrokkendie een
aanval beraamden.
De Khan van Khiva is in het russische leger gekomen en
heeft verklaard, dat hij een vazal was van den Keizer. Hij
is daarop door den genl. Ka/iffmam in zijne waardigheid
hersteld, en heeft den 24 Juni een manifest uitgevaardigd,
waarin hij uit dankbaarheid de slavernij in zijn gebied voor
eeuwig afgeschaft. Voor den duur van het verblijf der russen
zijn buitengewone administratieve ambtenaren in Khiva aan
gesteld. De genl. Kauffmann heeft naar Perzie getelegrafeerd,
opdat aldaar toebereidselen zouden gemaakt worden voor de
ontvangst der uit Perzie afkomstige slaven, die naar hun va
derland wenschen terug te keeren.
De regeering heeft aan de grieven van den nationalen
raad en de bevolking van Candia recht laten wedervaren
door den gouverneur naar Brussa te verplaatsen en een ander
staatsbeambte in zijne plaats te benoemen.
Het dagblad Bassiret is wegens het mededeelen van valsche
nieuwstijdingen (het had het vertrek eener turksche flotille
naar Sumatra aangekondigd) geschorst.
Oostenrijk. De Keizer heeft den directeur-generaal der
wereldtentoonstelling, bn. v. Schwarztot grootkruis der
Erans-Josef-orde benoemd.
Het door verscheidene Weener bladen gemelde en door
buit.enlandsche couranten overgenomen bericht, als zou de
directie der Weener tentoonstelling geldgebrek hebben, wordt
in Augburgsche Allgemeine Zeitung tegengesprokenonder
verzekering, dat genoemde directie van de 1e harer beschik
king gestelde 17 miljoen gulden nog 4 miljoen over Reeft.
Een officier der reserve teWeenen, de jonge baron Heine,
iswegens feitelijk verzet tegen en beleediging van een
schildwacht, veroordeeld tot 15 maanden zware kerkerstraf,
100 gulden boete en verlies van zijnen adel.
De ministeriëele crisis, ontstaan door het op 25 Juni door
de Kamer van Afgevaardigden genomen besluit om de be
handeling der door het kabinet-Lanza-Sella voorgestelde
finuneiiele weiten tot November te verdagen, is den 10 Juli
geëindigd. Het nieuwe bewind bestaat uit de heeren Minghelti
voorzitter en financiën, Cantelh binn. zaken, Figliatd justitie,
Spaveata openbare werkenFinali landbouw en koophandel,
kapt, ter zee (bevorderd tot s. b. n.) Saint-Bon marine
benevens de ledeu van het vorige ministerie Visconti- Venosta,
Ricoiti en Scialoja voor buit. zaken, oorlog en onderwijs Ming-
hetti was reeds voorzitter van het ministerie van 186264, dat
door een volksoploop te Turijnter zake van de overbren
ging der regeering naar Elorence, omvergeworpen werd; Cantelli
is een voortreffelijk administrateur en behoort in Modena te huis,
Spaventa, eem voormalig napolitaansch balling, was secretaris
generaal van het pasgenoemde ministerie, Vigliar.i heeft zich
in zijne langdurige rechterlijke loopbaan in Piemont als een
uitstekend rechtsgeleerde doen kennen. Het ministerie zal
in de eerste plaats zijne aandacht wijden aan den financiëelen
toestand, zoowel in verband met de budjetten van oorlog en
openbare werken, als met het oog op den gedwongen koers
van het papieren geld. De zitting der Kamer en van den
Senaat is verdaagd.
De heer Berdtez de Tugovoorzitter der finaneiëele com
missie, heeft in de Cortes betoogd, dat de natie met een
jaarlijksch inkomen van 19(10 miljoen realen en met eeue schuld,
die een dergelijk bedrag aan rente draagt, onmogelijk aan
hare verplichtingen kan voldoen, en er dus. naar de meening
van hem en vele Afgevaardigden, niets anders overschoot dan
de tegenwoordige schuld als tegen haar nominaal bedrag aflos
baar te beschouwen, daarvoor jaarlijks 600 a 710 miljoen realen
uittetrekken en inmiddels geene rente te betalen. De minister
van financiën arvajal is hiertegen terstond nadrukkelijk op
gekomen en heeft, onder luide toejuiching, namens de regeering
verklaard, dat Spanje's financiën, ofschoon in moeilijke, ech
ter niet in wanhopige omstandigheden verkeeren, omdat de
Staat de middelen bezit om op waardige en ridderlijke wijze
zijne verplichtingen na te komen. Waren de orde maar her
steld en het vertrouwen herleefd, dan zou de schatkist, zon
der de natie te zware lasten opteleggen, aan al hare verplich
tingen kunnen voldoen.
Men verzekertdat de ministerraad de finaneiëele plannen
van den minister Carvajal heeft goedgekeurdwelke bestaan
in het sluiten eener leening van twee miljard realenge
waarborgd door de uitgifte van hypothecaire schuldbrieven
ten bedrage van één miljard rialendoor de opbrengst der
nieuwe belastingen ten bedrage van 700 miljoen realen en
voor het overige door het oorlogsmateriëel en de mijnen van
Riotinto.
De Gaceta van den 9 behelsde eene circulaire van de re
geering aan de natie, waarin gezegd werd, dat eene uiter
ste poging werd voorbereid om aan den burgeroorlog een
einde te maken. De regecring deed een heroep op alle
Spanjaarden en verklaardedat zij de soldaten onder de
wapenen zou houden totdat de binnenlandsche vrede geheel
hersteld zou zijnen dat zijindien noodigde reserve
onder de wapenen roepen zou.
De heeren Castelar en Salmeron hebben met de aanvoerders
der intransigentes onderhandeld. De generaal Bouvilas
heeft zijn ontslag genomen. De heer Ardanaz, voormalig
minister, is overleden.
Eene 3000 man sterke kolonne carlisten onder Saballs
heeft bij Repoll eene 1000 man sterke kolonne regeerings-
troepen onder Cabrinetty overrompeld. Cabrinetty is gesneuveld
en het grootste gedeelte zijner kolonne is gevangen genomen.
De kolonne Vega en een detachement van het garnizoen
van Vich hebben de carlisten, die zich van Sanquirde hadden
meester gemaakt, aangevallen en met, den bajonet-verdreven.
De republikeinen staken er de fabriek in brand, mishandelden
de vrouwen, plunderden de stad en namen zooveel zij slechts
dragen konden mede, een en ander onder voorwendsel dat
de bevolking carlistisch gezind was.
Te Alcoy hebben 3000 werklieden den arbeid gestaakt.
De internationalisten aldaar hebben den 11 het stadshuis
waarin eenige civiele garden en vrijwilligers de wijk genomen
hadden, belegerd, den alcade gefusilleerd, een lütal huizen
verbrand en gedreigd de gijzelaars te fusilleeren, indien de
troepen hen aantastten. Eene sterke troepenmacht, onder den
genl. Ripoll, is derwaarts gezonden, en de Cortes hebben een
votum van vertrouwen in de regeering uitgebracht, met aan
beveling oin de bewerkers der ongeregeldheden zonder genade
te straffen. Den 14 is de genl. Vilarde de oproerige stad
binnengerukt en de militie aldaar door hem ontwapendde
voornaamste hoofden van den opstand zijn ontkomen.
De internationalistenaangevoerd door zekeren Galvez
hebben zich ook meester gemaakt van Carthagena en aldaar
een comité van algemeen welzijn ingesteld. De troepen heb
ben geen deel aan den opstand willen nemen en de stad
verlaten. Genl. Contreras heeft het bevql over de opstande
lingen op zich genomen. Er is eene voldoende krijgsmacht
tegen hen afgezonden, maar de minister van oorlog Aie mede
naar Carthagena vertrokken washeeft niet verder kunnen
komen dan tot Palma.
Te Barcelona is eene manifestatie tegen de carlisten op touw
gezet. De burgerlijke gouverneur gaf aan de deelnemers te
kennen, dat men niet door dergelijke rustverstoring de car
listen ten onder kan brengen, maar door hen op het slagveld
te bestrijden. De internationalisten hebben echter den 14
de fabrieken en werkplaatsen doen sluiten en de werklieden
bijeengeroepen tot. eene groote op het plein van Catalonie te
houden manifestatie. Aldaar hebben verschillende personen
het woord gevoerd waarbij zij de werklieden opruiden om
het voorbeeld, door Alcoy gegeven, te volgen en in kerken
en gemeentehuizen brand te stichten. De meeste daar aan
wezige werklieden hebben hen echter uitgefloten, en de ge
wapende macht heeft hun het noodige ontzag weten inte-
boezeinen.
Het detachement van Puenta Ren ia heeft- zich aan de car
listen overgegeven en de wapenen en 2 kanonnen in de han
den van laatstgenoemden overgeleverd. De carlisten hebben
in Cuenya 40 vrijwilligers gefusilleerd. Nog wordt gemeld
dat zij Berga "ermeesterd en het garnizoen van 500 man
krijgsgevangen gemaakt hebbenen dat Tristany met zijne
legermacht in Arragon den Ebro is overgetrokken.
De Cortes hebben in eene geheime zitting besloten, onver
wijld de federale constitutie te behandelenaan de regeering
vergunnendehierbij niet tegenwoordig te zijnopdat deze
zich gansch aan het handhaven der openbare orde zou kunnen
wijden. Den 15 heeft de heer Pi y Margall in de vergade-
riug erkend eene bijeenkomst gehad te hebben met Afgevaar
digden der linkerzijde, en verklaard, dat zijne geestverwanten
de formatie van een ministerie uit liet centrum van de linker
zijde wenschten. De ministers van binn. zaken, justitie en
financiën hebben hun ontslag gevraagd om de formatie van
een homogeen kabinet gemakkelijker te maken. De meerder
heid der Cortes wil een krachtig ministerie met den heer
Salmeron als president.
In den nacht van 15—16 Juli is don Carlos op spaansck
gebied teruggekomen. Te Hugurnamundy heeft hij de vrij
willigers van Lizzaraga verzameld. In eene proclamatie
zegt hij„Gehoorgevende aan de roepstem van het zielto
gende Spanje kom ik strijden voor mijn vaderland en mijnen