No. 34. Vijfenzeventigste Jaargang 1873. ZONDAG 24 AUGUSTUS. ©fficiëel ©cbccltc Onder ons. êSHcfcclijfcscftc Berichten. Duitschland. Kclgic. Dinnciiland. A LK II 0 I A I. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prjjs per kwartaal 0,65, franco per post f O,SO afzonderlijke nomtners 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers IIERM". COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengtop grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1815 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente, dat het voljaarsch schattingkohier voor de belasting op het PersoneelNo. 2, dienst 18^4 op den 16 Augustus 1873, door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in NoOrdkolland executoir verklaard, op heden aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen bin nen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. AlkmaarHet Hoofd van het Bestuur voorn., den 19 Aug. 1873. A. MACLAINE PONT. DETACHERING VAN INGELIJFDEN BIJ DE MILITIE TE LAND BIJ DE LANDMAGT IN NEDER- LANDSCH OOST-INDIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR. Gezien de circulaire van den heer Commissaris des Konings in Noordholland van 11 Augustus 1873 No. 12. Brengen ter openbare kennis datingevolge 's Konings besluit van 29 Julij j.l. (Staatsblad n°. 119) de ingelijfden bij de militie te landonder behoud hunner positie als mi licien, met hunne toestemming, en voor zooveel mindeqarigen betreftook met die der ouders en voogden, voor den tijd van minstens twee jaren kunnen worden gedetacheerd bij de landmagt in Ned. Oost-Indie; dat die gedetacheerde miliciens in het genot treden van de gunstige voorwaardenbij 's Konings besluit van 1 Mei j.l. n°. 1vastgesteld omtrent het aangaan van vrijwillige verbindtenissen voor de militaire dienst in Ned. Indiemet dien verstande dat zijdie binnen den tijd hunner detache ring regt verkrijgen op ontslag ,uit de militie dienstbe houdens dat ontslag, dien tijd, voor welken zij zijn gedetacheerd in Oost-Indie, zullen volbrengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 20 Aug. 1873. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen in herinneringdat bij raadsbesluit van J1 Aug. 1869 No. 14 is bepaald, dat de ingezetenendie zich' van puin wenschen te ontdoendagelijksuitgezonderd Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagenvan zons opgang tot des namiddags te vier ure het puin kunnen brengen op de plaatsen waar zulks door een bord met het woord puin- plaats wordt aangewezendoch dat het verboden is asch vuilnis of andere stoffen op die plaatsen te werpeningevolge artikel 75 der algemeene politieverordening. Zij brengen verder ter kennis der ingezetenendat bij raadsbesluit van 20 Augustus 1873 bepaald is, dat het puin niet verder dan twee meters ter weerszijden van de paal, waarop het bord met het woord puinplaats is beves tigd op de straat mag worden geworpenen noodigen hen dringend uitdeze verschillende bepalingen optevolgen ter voorkoming der toepassing van de straffen op de overtreding daarvan gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 21 Aug. 1873. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Ter gemeente-secretarie ligt voor een ieder ter lezing een voorstel van de commissie voor de verordeningen aan den raad ingediend, tot beperking van het houden van varkens en tot wijziging der voorschriften omtrent de inrigting der varkenshokken. Jongens, boven de 12 jaren oud, die de gewone dagschool hebben verlaten en gebruik wenschen te maken van de v o o r- bereidingschool tot de burgeravondschool, kunnen zich daartoe in den loop dezer week tusschen 12 en 1 uur aanmelden bij den ondergeteekende, Directeur dier school. Het bewijs van inënting, niet ouder dan zes jaren, moet tevens worden overgelegd. De dag van 't examen zal nader worden bekend gemaakt. Alkmaar, 24 Aug. 1873. A. P. ZEILMAKER. De ondergeteekendedirecteur der burgeravondschool maakt bekend dat hij Dinsdag, den 2 September e.k., des avonds te 7 uren, in het gebouw der school inschrijving zal houden van degenen, die wenschen gedurende den aanstaan den cursus het onderwijs aan genoemde inrichting te volgen. Alleen dezulken die een bewijs van inenting kunnen overleggen worden ingeschreven. A. van UVEN. In de voorrede voor den vijfden druk van zijn «Beginselen van Staathuishoudkunde" maakt Mr. J. L. de Bruijn Kops een vergelijking tusschen den toestand van 1850toen de eerste uitgave het licht zag, en den tegenwoordigen. Die vergelijking is zeer in het voordeel van den tegenwoordigen tijd. »Yiel er toenschier bij elk onderwerpop het ach terlijk zijn van onze wetgeving te wijzen", zegt hij - «niet zonder een gelukkig vaderlandsck gevoel mocht ik bij elke nieuwe bewerking van het een of ander cardinaal punt onze aansluiting vermelden aan de algemeene vorderingen der eeuw." Onze eerste meer algemeene kennismaking met de staathuishoudkunde en de toepassing harer regelen op wet geving en bestuur, op onze maatschappelijke huishouding schetst hij aldus Voor velen ging als een nieuwe wereld open men dweepte eenigszins met de Economie en het scherp geteekend over gangstijdperk waarin hare beginselen voor het eerst in een oorspronkelijk Nederlandsch werk werden medegedeeld bracht daar niet weinig toe bij. De weinig gekende we tenschap werd feestelijk ingehaald. Het was immers op haar bazuingeschal dat onlangs de aloude muren van het Engel- sche proteetiestelsel waren gevallen Had zij niet getoond dat de regeeringen voortaan met haar hadden te rekenen Was het niet door zich rondom haar banier te scharen, dat men zoo pas in F'rankrijk de sociale revolutie had kunnen tegenhouden Ook om die reden vond zij gratie in ver scheiden kampzoowel bij den vurig vooruitwillenden libe raal stel b.v. de Amstel-societeit in 1847, voor wier streven zij een welkome bondgenoot wasals ook voor menig behoudsmanwien de Juli-revolutie een schrik op het lijf had gejaagddien hij in jaren niet kon overkomen. «Ziedat is nu eerst een flinke fatsoenlijke wetenschap die ook ons in bescherming neemt tegen die gevaarlijke the- oriëu van Louis Blanc en soortgelijke utopisten Daar is nog wat mee aan te vangenEn zoo was de kennisma king van weerszijden nog al genoegelijk. Maar Nederland had ook zijneschoon geheel vreedzamerevolutie te door leven en de fatsoenlijke wetenschap had ook daarbij een woordje te zeggenen den vinger te leggen op meer dan ééne wond. Op het voetspoor van Engeland hadden wij reeds voor goed gebroken met de landbouwbescherming met de schaalreehtende begunstiging van eigen scheeps bouw en eigen vaart volgde spoedigdat alles ging vrij gemakkelijk, en met een zeker welgevallen ruimden wij deze beletselen op, die ons als wapenrusting Sauls, zwaar en heiem merend om de leden waren gaan hangen. Dat ging goed, maar op andere punten waren de eischen van de nieuw aangeknoopte relatie niet zoo gemakkelijk te vervullen. Onze nijverheid moest leeren geheel op eigen beenen te staan en alle be scherming door tariefsknutselingen of steun op regeerings- leverantie te ontberen. Dat ging niet zoo heel gemakkelijk, toch is het gaandeweg volbracht, en zoowel onze tarief-wet geving als de regeling onzer scheepvaart en visscherij - belangen droegen telkens sprekender blijkendat het free- trade beginsel met overtuiging, ja met geestdrift was aan genomen. Bij de belastingen en op koloniaal gebied was de strijd het hevigst, zelfs thans nog verre van geëindigd en tochwat al vorderingen Onze aloude gemaalaecijns de turf en steenkolenbelasting zijn gevallendie op het geslacht ten deelehet beginsel der belasting op eerste le vensbehoeften is voor goed veroordeeldhet binnenlandsch verkeer is geheel ontheven van den last welken de gemeente- accijnsen bij eiken stap aan den binneniandschen handelaar oplegdende concurrentie is verruimdvrij verkeer is regel, zelfs de tolheffing op de groote wegen ziet haar einde naderen. «Ja, wat al veranderingen in de laatste 25 jaren! De armenverzorging is door een rationeele wetgeving gaandeweg tot een aaneensluitend systeem gevormdhet «dreigend spooksel van het pauperisme" is zoo goed als verdwenen althans tot de dimensies van een heel gewoon ordentelijk spookje teruggebracht. Op philantkropisch gebiedtot voor koming der armoedeis en wordt dagelijks meer in de goede richting gedaanhulpbanken zijn verrezen en bieden jaarlijks meerdere tonnen gouds op secure voorwaarden aan den productieven arbeid. De banken van leening met hare veelzijdige nadeelen zijn wel nog niet verdwenendoch haar werkkring breidt zich althans niet uit; de invloed der meer verlichte volksopinie toont zich in het beheer en lei ding dier instellingenom de misbruiken zooveel mogelijk weg te nemenen de speciale wet tot regeling van dit onderwerp, reeds voor jaren te gemoet gezien, blijkt jaar op jaar vooreerst zonder bezwaar nog te kunnen uitblijven. «In de koloniën zagen wij vooreerst de slavernij opge heven ten koste van groote geldelijke opofferingdiezoo niet overaltoch vrij algemeen met welgevallen werd ge bracht. Op Java de gedwongen cultures getemperd, gedeel telijk opgehevenveel noodelooze kwelling van den inlander afgeschaftzijn plantloon vermeerderdhet volksonderwijs ter hand genomen, en eindelijk eenig vooruitzicht aan Eu- ropeesehe kuituurondernemingen geopend. Onze Oost-Indische tariefswetgevingin zeker opzicht nog vrijgeviger dan die van het moederlandzag bij de laatste herziening het be ginsel van bescherming van 't Nederlandsch fabriekwezen geheel opgeheven. «Op het gebied van het credietwezen zag men vooreerst het lang verwachte gronderediet gevestigd door meer dan eene goedwerkende instelling; de Nederlandsche Bank die sedert 1852 reeds een ongekende vlucht had genomen, zag haar werkkring in 1863 bij de vernieuwing van octrooi, ofschoon haar monopolie tot heden ongeschonden bleef aanzienlijk uitgebreid, en staat thans met hare voorschotten den handel in bijna elke voorname stad ten dienste. «Voegen wij bij een en ander nog de opheffing der woe- kerwet.de af koopbaarstelling der tienden, de afschaffing der octrooien voor uitvindingde erkenning van de vrijheid der arbeiderscoalitiën, dan zullen wij spoedig tot, de overtuiging komen dat wij het programma van arbeidsvrijheid en vrijheid van verkeer, zoo niet ten volle, dan toch inderdaad op vrij voldoende wijze bebben verwezenlijkt." Ziedaar een loflied op den vooruitgang dat een zonder lingen indruk maakt te midden der welbezette koren van pessimisten en alarmistenwaarop wij tegenwoordig schier dagelijks worden vergast. Hoeveel opgeruimdheid en vroolijke moed onder al de ontevredenheid en lusteloosheid van deze dagen Laat ons liberalen die voorrede lezendaarvoor is er hier een belangrijk deel uit overgenomen opdat wij ons verheffen uit de neerslachtigheid en moedeloosheid, waar van onze woorden en daden getuigen. Laat ons eens voor een oogenblik vergetenwat ons door onze politieke tegen standers tot in het vervelende toe is verweten. Wij hebben er zoolang en met zooveel nauwgezetheid naar geluisterd wij hebben ons zeiven zoovele harde waarheden gezegd zoovele gebreken en tekortkomingen openlijk erkend, zooveel schuld beledendat het inderdaad tijd wordt om ons weer eenigszins te herstellen. Lang genoeg verontschuldigingen gestameld en op verzachtende omstandigheden gepleit! De tijd van boete moet niet te lang duren. Wij worden al te bescheiden. Wij hebben reeds meer dan eens erkenddat de liberalen onwaardig zijn 's lands zaken langer te behee- ren, dat zij moeten aftreden om zich te herstellen en nieuwe krachten te verzamelenen dat alleen streng plichtbesef eu droeve noodzakelijkheid hen op hun post doen blijven, omdat er, ongelukkig genoegnog niemand is om hen af te lossen Als wij nog langer uit eigen beweging op de bank der be schuldigden blijven zitten, zal eindelijk iedereen ons vonnissen, en dat vonnis zal ons,voor altijd onbekwaam verklaren om ons met de publieke zaak te bemoeien. Wie zijn onze be schuldigers Wie wagen het dit veroordeelend vonnis over ons uit te spreken Laat ons eens van rollen verwisselen. I -.at onze beschuldigers daar eens gaan zittendaar op dat bankjeen laat ons de acte van beschuldiging eens opma ken maar neen, wij zijn heden onder ons, en wij willen ons met geen anderen bemoeien. Wij zouden tot eigen be moediging de voorrede van Mr. de Bruyn Kops lezen en overpeinzen. Inderdaad er is in de laatste 25 jaren veelen veel ten goede veranderd op staalkundig en staathuishoudkundig ge bied. De schetsdie wij daarvan zoo even hebben gelezen, behelst een aantal onwedersprekelijke feiten. De liberale partij heeft zich vooral beijverd om de lessen der staathuis houdkunde in toepassing te brengen, en het meeste van het geen in dit opzicht bij ons is tot stand gebracht, is de vrucht van haar arbeid en taaie volharding. En al zijn die vruchten in den laatsten tijd belangrijk minder geweest, al is menige poging tot verbetering of hervorming misluktal was vaak teleurstelling ons deel in plaats van rechtmatige zelfvoldoe ning dat mag voor ons geen reden zijn om te twijfelen aan de gezondheid van ons stelsel en zijn levenwekkende en vooruitstuwende krachtdat moet Tins aansporen tot ernstig zelfonderzoek, ijveriger studie en bestendiger krachtsinspan ning maar het mag ons niet brengen tot mistrouwen in ons zeiven. Veelbijna alles van hetgeen de liberale partij zich bij haar optreding in het bestuur tot taak steldewaarop haar werkzaamheid vooral was gerichtis tot stand gekomen. Andere kwesties hebben zich inmiddels voorgedaan, en eischen nog voortdurend studie en onderzoek. Op vele punten blijkt echter de volksovertuiging nog niet sterk genoeg, om in praktijk te brengen wat velen van ons noodig eu wenschelijk achten. Laat ons in die zaken geduld oefenen. Er is een tijd van ploegen en eggen en zaaieneen tijd van stillen wasdomwaarin het reinhouden van den akker het voor naamste werk is, en een tijd van oogsten. Niet altijd zijn de velden wit om te oogsten. In menig opzicht schijnt het tegenwoordig een tijd van gisting en werking, nog niet van bezinkingvan groeien en rijp worden, nog niet van plukken. Mr. de Bruyn Kops wijst er op, hoe het opruimings-pro- grammaom het zoo te noemen grootendeels is afgewerkt, met uitzondering alleen van ons belastingwezen en de koloniale vraagstukkenwaaromtrent men het in beginsel ongeveer eens is en sleehts verschilt over tijd en wijze van uit voering. «Maar behalve die quaestiën" zegt hij «staan wij, in Nederland evenals in de meeste rijken, nog voor de oplossing van menig vraagstuk, waaromtrent men het, ook in beginsel, niet zoo eens is. Noemen wij b.v. de regeling van den arbeid der fabriekskinderenof, ruimer, de zoogenaamde sociale vraag per excellentionde arbeidersquaestie in haar geheel of verschillende onderdeelende bevordering van de associatie in zeer onderscheidene vormende wetge ving op de vennootschappende arbeiders-voorschotban ken de postkantoor-spaarbankende woningen-quaestie het industrieel onderwijs en hoe dat het best te bevor deren al of niet leerplicht al of niet dienstplicht - Hoe ver moet de staatswerking op nijverhei dsgebied zich uitstrek ken? is er een gedeelte dat zij nimmer mag bestreden? Moet de staatsonthouding regel blijven ook op zoogenaamd philan- trophisch gebied Ziedaar een reeks van onderwerpen en vra gen, wel niet alle strikt economisch, doch min of meer daar mede verwanten die zich als deelen van de meer direct- opbouwende taak voordoen, naarmate het opruimend gedeelte, het breken met een verkeerd verledenten einde spoedt." Voor deze en andere kwestiën is de tijd van oplossing nog niet aangebrokenzij moeten vooralsnog open vraagstuk ken blijvende tijd van onderzoek en gedachtenwisseling van proefnemingen en opmerkingen op kleine schaal is nog niet voorbijdaar is gevoel van behoefte, maar nog geen voldoende eenstemmigheid, geen vastheid van overtuiging omtrent de wijze en de middelen van voorziening. Over haasting zou hier schaden en afschrikken zou mislukking ten gevolge kunnen hebben en ons de bereiking van het doel voor geruimen tijd moeten doen opgeven. Maar dan ook mogen aan Regeering en Vertegenwoordiging geen eischen worden gesteld buiten verhouding tot den aard en het karakter dezer tijden. Alles waar de tijd werkelijk rijp voor iszal ontwijfelbaar tot stand komen en de mannen zullen niet ontbreken die zich. met de taak der invoering zul len belasten. De groote staatkundige gebeurtenissen in Italië en Duitschland, in verband met de gelijktijdige en daarmee samenhangende groote beweging op godsdienstig en kerkelijk gebied, hebben door geheel Europa een machtigen indruk gemaakten ook ons land ondervindt daarvan den invloed in niet geringe mate. Wantrouwen en misverstand, gebrek aan samenwerking en stremming in het politiek leven zijn daarvan de noodzakelijke gevolgen. De tijd van Thorbecke's eerste ministerie is de glansrijkste periode geweest van de liberale partij in ons vaderland; maar zulke tijdperken zijn zeldzaam. De natie was inderdaad rijp* voor groote hervormingen; zij wenschte die met een ongeduld, dat na jaren wachtens en meer dan ééne teleurstelling steeds levendiger was geworden. Thorbecke zelf zegt er het volgende van«Zeldzaam werd eene taak als die waarvoor het Ministerie van 1849 opkwam, bij gunstiger openbare stemming aanvaard. Na langen stilstand had zich een sterk verlangen naar voor uitgang doen geldeneen streven, niet om hetgeen behoefte was geworden te nemen maar te ontvangenmet een kalm, blijmoedig vertrouwen op de uitkomsten, die men van eene vernieuwde regeer- en volkskracht voorzag. Een meer open zin voor het gemeene bestgevoel van nationale eendracht, een geest van onderlinge welwillendheid hadden de bovenhand; het besef, dat het volk meer dan een klank en geroepen was om zich tot ééne burgerij te formeeren drong door, zoodat alles scheen samen te loopen, om aan het Gouvernement eene ongewone mate van dat zedelijk gezag en vermogen toe te kennen, zonder hetwelk de officiëele macht geene wezenlijke macht is." Men vergelijke dien tijdgeest met den slappen, weifelen den bedillenden en wantrouwenden geest van onze dagen, en men zal moeten toestemmendat wie thans groote zaken op staatkundig gebied verwacht, druiven van doornen wil lezen. W. v. d. K. Pruisen. Tegen 3 doopsgezinde geestelijken in Oost- Pruisen isop grond der kerkelijke wetteneen gerechtelijk onderzoek ingesteld, dewijl zij jongelieden, die niet wilden weigeren hunnen dienstplicht te vervullen, uit de gemeente gebannen en dat besluit in eene openbare godsdienstoefening bekend gemaakt hadden. De minister van oorlog heeft aan zjjnen ambtgenoot van financiën kennis gegeven, dat de plaatsen Graudenz, Kosel, Stettin, Wittenberg, Erfurt en Minden, welker vestingwerken geheel geslecht wordenalsmede Straalsund en Colberg, die aileen aan den zeekant versterkt blijven, nog sleehts uiterlijk tot 1 October als vestingen zullen beschouwd worden, zoodat de ambtenaren der belastingen na dien termijn de dienst aan de poorten geheel voor hunne rekening moeten nemen. In de week van 3 tot 9 Aug. zijn te Berlijn 16 personen aan cholera en 266 aan cholerine of diarrhée overleden. De aan den directeur van het demerieten-huis te Storch- nest opgelegde boete van 100 th. is bij executie geïnd door in-beslag-neming van 4 vette varkens, die op 155 th. geschat zijn en den 28 in het openbaar verkocht zullen worden. Beieren. In het Passauer Taghlatt, het orgaan van den bisschop van Passau, wordt de onderdrukking der eatholieke Kerk waarover voortdurend klachten worden aangeheven toegeschreven aan de ultramontaansche drijvers in vereenigin- gen en couranten, „die blijkbaar vijandig jegens het Rijk gezind onder het masker der godsdienst oorlog voeren met het Duitsche Rijk en met allendie zij niet tot de hunnen rekenen." Hamburg. De hier vergaderde vereeniging van journa listen heeft besloten, dat advertentiën, die het gevoel van zedelijkheid of van schaamte kwetsen, niet zullen worden op genomen. Saksen. Den 13 is te Leipzig de zevende duitsche pro testanten-dag geopend, welke vergadering druk bezocht was. Na langdurige discussie is de invoering van het verplichte burgerlijk huwelijk voor noodzakelijk verklaard, en eene com missie benoemd ten einde die invoering te bevorderen. Het gemeentebestuur van Leipzig heeft bekend gemaakt dat voortaan de 2 September (de slag van Sedan) een nati onale feestdag zal zijn. Elzas-Lotharingen. Bij keizerlijk besluit van den 6 is bepaald, dat de leden der Algemeene Raden en Kreitsver- gaderingentotdat de Rijks-constitutie zal zijn ingevoerd den eed zoo moeten afleggen, dat in de plaats der woorden „gehoorzaamheid aan de constitutie" de woorden komen „gehoorzaamheid aan de wetten en trouw aan den Keizer/' De leden der te Diedenhoven, Forbach, Saargemund, Metz, Thaun, Colmar en Scklettstadt bijeengekomen kreitsvergade- ringen hebben geweigerd den door de wet gevorderden eed af te leggen. Het gevolg is geweest, dat die raden onmid- delijk ontbonden zijn. De muren der vestingen Pfalzburg en Sehlettstadt zijn geheel afgebrokende daarvan afkomstige steenen worden gebruikt bij den bouw der forten rondom Straatsburg. De slechting der aarden wallen zal nog eenige maanden aanhouden. Op zijne reis naar Lueern is de lieer Thiers den 16 te Mulhausenwaar hij zich slechts een uur opgehouden heeft, met de meeste geestdrift begroet. De Jockey-Club heeft besloten om den graaf v. Vlaanderen het^ eerevoorzitterschap aantebieden en om den honderdsten verjaardag van de invoering der paardenwedloopen op het vasteland (29 Sept. 1773 te Spa) met een grooten steeple chase te Spa te vieren. Den 15 is in den „Cerole Artistique et Littéraire" te Brus sel de tentoonstelling geopend van het vermaarde schilderijen kabinet van den heer John W. Wilson, ten behoeve van de armen zijner geboortestad. Alle kosten, ook die van den prachtigen, met gravures der voornaamste stukken voorzienen catalogus, wor den door hem gedragen. De feesten te Antwerpen zijn den 16 geopend met eene uitdeeling van soep, vleesch en krentenbood aan 11000 per sonen. 's Namiddags zijn de leden van het 13". Nederland sche Taal- en Letterkundig Congres aan de spoorwegstation ingehaald en op het raadhuis ontvangen, 's Avonds had de eerste uitvoering, door 800 executanten, plaats van een nieuw oratorium van den antwerpschen componist Benoit, naar tekst van Jan v. Beers. Vervolg der Buitenlandsche Berichten in het Bijblad. De Koning is den 21 van zijne buitenlandsche reis in de residentie teruggekeerd. Benoemingen enz. De Koning heeft aan mr. J. L. de Bruyn Kops, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als hoogleeraar aan de Polyt. School te Delft, met behoud van den titel van hoogleeraar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1873 | | pagina 1