No. 34.
Vijfenzeventigste
Jaargang
1873.
ZONDAG
24 AUGUSTUS.
©fficiëel ©cbccltc
Onder ons.
êSHcfcclijfcscftc Berichten.
Duitschland.
Kclgic.
Dinnciiland.
A LK
II
0 I
A
I.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prjjs per kwartaal 0,65, franco per post f O,SO
afzonderlijke nomtners 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers IIERM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengtop grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1815 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het voljaarsch schattingkohier voor de belasting
op het PersoneelNo. 2, dienst 18^4 op den 16 Augustus
1873, door den Heer Provincialen Inspecteur der directe
belastingen in NoOrdkolland executoir verklaard, op heden
aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen bin
nen deze gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente voorkomen.
AlkmaarHet Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 19 Aug. 1873. A. MACLAINE PONT.
DETACHERING VAN INGELIJFDEN BIJ DE
MILITIE TE LAND BIJ DE LANDMAGT IN NEDER-
LANDSCH OOST-INDIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR.
Gezien de circulaire van den heer Commissaris des Konings
in Noordholland van 11 Augustus 1873 No. 12.
Brengen ter openbare kennis datingevolge 's Konings
besluit van 29 Julij j.l. (Staatsblad n°. 119) de ingelijfden
bij de militie te landonder behoud hunner positie als mi
licien, met hunne toestemming, en voor zooveel mindeqarigen
betreftook met die der ouders en voogden, voor den tijd
van minstens twee jaren kunnen worden gedetacheerd bij de
landmagt in Ned. Oost-Indie;
dat die gedetacheerde miliciens in het genot treden van
de gunstige voorwaardenbij 's Konings besluit van 1 Mei
j.l. n°. 1vastgesteld omtrent het aangaan van vrijwillige
verbindtenissen voor de militaire dienst in Ned. Indiemet
dien verstande dat zijdie binnen den tijd hunner detache
ring regt verkrijgen op ontslag ,uit de militie dienstbe
houdens dat ontslag, dien tijd, voor welken zij zijn gedetacheerd
in Oost-Indie, zullen volbrengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
20 Aug. 1873. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen in herinneringdat bij raadsbesluit van J1 Aug.
1869 No. 14 is bepaald, dat de ingezetenendie zich' van
puin wenschen te ontdoendagelijksuitgezonderd Zon- en
algemeen erkende Christelijke feestdagenvan zons opgang
tot des namiddags te vier ure het puin kunnen brengen op
de plaatsen waar zulks door een bord met het woord puin-
plaats wordt aangewezendoch dat het verboden is asch
vuilnis of andere stoffen op die plaatsen te werpeningevolge
artikel 75 der algemeene politieverordening.
Zij brengen verder ter kennis der ingezetenendat bij
raadsbesluit van 20 Augustus 1873 bepaald is, dat het
puin niet verder dan twee meters ter weerszijden van de
paal, waarop het bord met het woord puinplaats is beves
tigd op de straat mag worden geworpenen noodigen hen
dringend uitdeze verschillende bepalingen optevolgen ter
voorkoming der toepassing van de straffen op de overtreding
daarvan gesteld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
21 Aug. 1873. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
Ter gemeente-secretarie ligt voor een ieder ter lezing een
voorstel van de commissie voor de verordeningen aan den
raad ingediend, tot beperking van het houden van varkens
en tot wijziging der voorschriften omtrent de inrigting der
varkenshokken.
Jongens, boven de 12 jaren oud, die de gewone dagschool
hebben verlaten en gebruik wenschen te maken van de v o o r-
bereidingschool tot de burgeravondschool, kunnen
zich daartoe in den loop dezer week tusschen 12 en 1 uur
aanmelden bij den ondergeteekende, Directeur dier school.
Het bewijs van inënting, niet ouder dan zes jaren, moet
tevens worden overgelegd. De dag van 't examen zal nader
worden bekend gemaakt.
Alkmaar, 24 Aug. 1873. A. P. ZEILMAKER.
De ondergeteekendedirecteur der burgeravondschool
maakt bekend dat hij Dinsdag, den 2 September e.k., des
avonds te 7 uren, in het gebouw der school inschrijving zal
houden van degenen, die wenschen gedurende den aanstaan
den cursus het onderwijs aan genoemde inrichting te volgen.
Alleen dezulken die een bewijs van inenting kunnen overleggen
worden ingeschreven. A. van UVEN.
In de voorrede voor den vijfden druk van zijn «Beginselen
van Staathuishoudkunde" maakt Mr. J. L. de Bruijn Kops
een vergelijking tusschen den toestand van 1850toen de
eerste uitgave het licht zag, en den tegenwoordigen. Die
vergelijking is zeer in het voordeel van den tegenwoordigen
tijd. »Yiel er toenschier bij elk onderwerpop het ach
terlijk zijn van onze wetgeving te wijzen", zegt hij - «niet
zonder een gelukkig vaderlandsck gevoel mocht ik bij elke
nieuwe bewerking van het een of ander cardinaal punt onze
aansluiting vermelden aan de algemeene vorderingen der
eeuw." Onze eerste meer algemeene kennismaking met de
staathuishoudkunde en de toepassing harer regelen op wet
geving en bestuur, op onze maatschappelijke huishouding
schetst hij aldus
Voor velen ging als een nieuwe wereld open men dweepte
eenigszins met de Economie en het scherp geteekend over
gangstijdperk waarin hare beginselen voor het eerst in een
oorspronkelijk Nederlandsch werk werden medegedeeld
bracht daar niet weinig toe bij. De weinig gekende we
tenschap werd feestelijk ingehaald. Het was immers op haar
bazuingeschal dat onlangs de aloude muren van het Engel-
sche proteetiestelsel waren gevallen Had zij niet getoond
dat de regeeringen voortaan met haar hadden te rekenen
Was het niet door zich rondom haar banier te scharen, dat
men zoo pas in F'rankrijk de sociale revolutie had kunnen
tegenhouden Ook om die reden vond zij gratie in ver
scheiden kampzoowel bij den vurig vooruitwillenden libe
raal stel b.v. de Amstel-societeit in 1847, voor wier
streven zij een welkome bondgenoot wasals ook voor
menig behoudsmanwien de Juli-revolutie een schrik op
het lijf had gejaagddien hij in jaren niet kon overkomen.
«Ziedat is nu eerst een flinke fatsoenlijke wetenschap
die ook ons in bescherming neemt tegen die gevaarlijke the-
oriëu van Louis Blanc en soortgelijke utopisten Daar is
nog wat mee aan te vangenEn zoo was de kennisma
king van weerszijden nog al genoegelijk. Maar Nederland
had ook zijneschoon geheel vreedzamerevolutie te door
leven en de fatsoenlijke wetenschap had ook daarbij een
woordje te zeggenen den vinger te leggen op meer dan
ééne wond. Op het voetspoor van Engeland hadden wij
reeds voor goed gebroken met de landbouwbescherming
met de schaalreehtende begunstiging van eigen scheeps
bouw en eigen vaart volgde spoedigdat alles ging vrij
gemakkelijk, en met een zeker welgevallen ruimden wij deze
beletselen op, die ons als wapenrusting Sauls, zwaar en heiem
merend om de leden waren gaan hangen. Dat ging goed, maar
op andere punten waren de eischen van de nieuw aangeknoopte
relatie niet zoo gemakkelijk te vervullen. Onze nijverheid
moest leeren geheel op eigen beenen te staan en alle be
scherming door tariefsknutselingen of steun op regeerings-
leverantie te ontberen. Dat ging niet zoo heel gemakkelijk,
toch is het gaandeweg volbracht, en zoowel onze tarief-wet
geving als de regeling onzer scheepvaart en visscherij -
belangen droegen telkens sprekender blijkendat het free-
trade beginsel met overtuiging, ja met geestdrift was aan
genomen. Bij de belastingen en op koloniaal gebied was
de strijd het hevigst, zelfs thans nog verre van geëindigd
en tochwat al vorderingen Onze aloude gemaalaecijns
de turf en steenkolenbelasting zijn gevallendie op het
geslacht ten deelehet beginsel der belasting op eerste le
vensbehoeften is voor goed veroordeeldhet binnenlandsch
verkeer is geheel ontheven van den last welken de gemeente-
accijnsen bij eiken stap aan den binneniandschen handelaar
oplegdende concurrentie is verruimdvrij verkeer is regel,
zelfs de tolheffing op de groote wegen ziet haar einde naderen.
«Ja, wat al veranderingen in de laatste 25 jaren! De
armenverzorging is door een rationeele wetgeving gaandeweg
tot een aaneensluitend systeem gevormdhet «dreigend
spooksel van het pauperisme" is zoo goed als verdwenen
althans tot de dimensies van een heel gewoon ordentelijk
spookje teruggebracht. Op philantkropisch gebiedtot voor
koming der armoedeis en wordt dagelijks meer in de
goede richting gedaanhulpbanken zijn verrezen en bieden
jaarlijks meerdere tonnen gouds op secure voorwaarden aan
den productieven arbeid. De banken van leening met hare
veelzijdige nadeelen zijn wel nog niet verdwenendoch
haar werkkring breidt zich althans niet uit; de invloed der
meer verlichte volksopinie toont zich in het beheer en lei
ding dier instellingenom de misbruiken zooveel mogelijk
weg te nemenen de speciale wet tot regeling van dit
onderwerp, reeds voor jaren te gemoet gezien, blijkt jaar op
jaar vooreerst zonder bezwaar nog te kunnen uitblijven.
«In de koloniën zagen wij vooreerst de slavernij opge
heven ten koste van groote geldelijke opofferingdiezoo
niet overaltoch vrij algemeen met welgevallen werd ge
bracht. Op Java de gedwongen cultures getemperd, gedeel
telijk opgehevenveel noodelooze kwelling van den inlander
afgeschaftzijn plantloon vermeerderdhet volksonderwijs
ter hand genomen, en eindelijk eenig vooruitzicht aan Eu-
ropeesehe kuituurondernemingen geopend. Onze Oost-Indische
tariefswetgevingin zeker opzicht nog vrijgeviger dan die
van het moederlandzag bij de laatste herziening het be
ginsel van bescherming van 't Nederlandsch fabriekwezen
geheel opgeheven.
«Op het gebied van het credietwezen zag men vooreerst
het lang verwachte gronderediet gevestigd door meer dan
eene goedwerkende instelling; de Nederlandsche Bank die
sedert 1852 reeds een ongekende vlucht had genomen, zag
haar werkkring in 1863 bij de vernieuwing van octrooi,
ofschoon haar monopolie tot heden ongeschonden bleef
aanzienlijk uitgebreid, en staat thans met hare voorschotten
den handel in bijna elke voorname stad ten dienste.
«Voegen wij bij een en ander nog de opheffing der woe-
kerwet.de af koopbaarstelling der tienden, de afschaffing der
octrooien voor uitvindingde erkenning van de vrijheid der
arbeiderscoalitiën, dan zullen wij spoedig tot, de overtuiging
komen dat wij het programma van arbeidsvrijheid en vrijheid
van verkeer, zoo niet ten volle, dan toch inderdaad op vrij
voldoende wijze bebben verwezenlijkt."
Ziedaar een loflied op den vooruitgang dat een zonder
lingen indruk maakt te midden der welbezette koren van
pessimisten en alarmistenwaarop wij tegenwoordig schier
dagelijks worden vergast. Hoeveel opgeruimdheid en vroolijke
moed onder al de ontevredenheid en lusteloosheid van deze
dagen Laat ons liberalen die voorrede lezendaarvoor
is er hier een belangrijk deel uit overgenomen opdat wij
ons verheffen uit de neerslachtigheid en moedeloosheid, waar
van onze woorden en daden getuigen. Laat ons eens voor
een oogenblik vergetenwat ons door onze politieke tegen
standers tot in het vervelende toe is verweten. Wij hebben
er zoolang en met zooveel nauwgezetheid naar geluisterd
wij hebben ons zeiven zoovele harde waarheden gezegd
zoovele gebreken en tekortkomingen openlijk erkend, zooveel
schuld beledendat het inderdaad tijd wordt om ons weer
eenigszins te herstellen. Lang genoeg verontschuldigingen
gestameld en op verzachtende omstandigheden gepleit! De
tijd van boete moet niet te lang duren. Wij worden al te
bescheiden. Wij hebben reeds meer dan eens erkenddat
de liberalen onwaardig zijn 's lands zaken langer te behee-
ren, dat zij moeten aftreden om zich te herstellen en nieuwe
krachten te verzamelenen dat alleen streng plichtbesef eu
droeve noodzakelijkheid hen op hun post doen blijven, omdat
er, ongelukkig genoegnog niemand is om hen af te lossen
Als wij nog langer uit eigen beweging op de bank der be
schuldigden blijven zitten, zal eindelijk iedereen ons vonnissen,
en dat vonnis zal ons,voor altijd onbekwaam verklaren om
ons met de publieke zaak te bemoeien. Wie zijn onze be
schuldigers Wie wagen het dit veroordeelend vonnis over
ons uit te spreken Laat ons eens van rollen verwisselen.
I -.at onze beschuldigers daar eens gaan zittendaar op dat
bankjeen laat ons de acte van beschuldiging eens opma
ken maar neen, wij zijn heden onder ons, en wij willen
ons met geen anderen bemoeien. Wij zouden tot eigen be
moediging de voorrede van Mr. de Bruyn Kops lezen en
overpeinzen.
Inderdaad er is in de laatste 25 jaren veelen veel ten
goede veranderd op staalkundig en staathuishoudkundig ge
bied. De schetsdie wij daarvan zoo even hebben gelezen,
behelst een aantal onwedersprekelijke feiten. De liberale
partij heeft zich vooral beijverd om de lessen der staathuis
houdkunde in toepassing te brengen, en het meeste van het
geen in dit opzicht bij ons is tot stand gebracht, is de vrucht
van haar arbeid en taaie volharding. En al zijn die vruchten
in den laatsten tijd belangrijk minder geweest, al is menige
poging tot verbetering of hervorming misluktal was vaak
teleurstelling ons deel in plaats van rechtmatige zelfvoldoe
ning dat mag voor ons geen reden zijn om te twijfelen aan
de gezondheid van ons stelsel en zijn levenwekkende en
vooruitstuwende krachtdat moet Tins aansporen tot ernstig
zelfonderzoek, ijveriger studie en bestendiger krachtsinspan
ning maar het mag ons niet brengen tot mistrouwen in ons
zeiven. Veelbijna alles van hetgeen de liberale partij zich
bij haar optreding in het bestuur tot taak steldewaarop
haar werkzaamheid vooral was gerichtis tot stand gekomen.
Andere kwesties hebben zich inmiddels voorgedaan, en eischen
nog voortdurend studie en onderzoek. Op vele punten blijkt
echter de volksovertuiging nog niet sterk genoeg, om in
praktijk te brengen wat velen van ons noodig eu wenschelijk
achten. Laat ons in die zaken geduld oefenen. Er is een
tijd van ploegen en eggen en zaaieneen tijd van stillen
wasdomwaarin het reinhouden van den akker het voor
naamste werk is, en een tijd van oogsten. Niet altijd zijn
de velden wit om te oogsten. In menig opzicht schijnt het
tegenwoordig een tijd van gisting en werking, nog niet van
bezinkingvan groeien en rijp worden, nog niet van plukken.
Mr. de Bruyn Kops wijst er op, hoe het opruimings-pro-
grammaom het zoo te noemen grootendeels is afgewerkt,
met uitzondering alleen van ons belastingwezen en de koloniale
vraagstukkenwaaromtrent men het in beginsel ongeveer
eens is en sleehts verschilt over tijd en wijze van uit
voering. «Maar behalve die quaestiën" zegt hij «staan
wij, in Nederland evenals in de meeste rijken, nog voor de
oplossing van menig vraagstuk, waaromtrent men het, ook in
beginsel, niet zoo eens is. Noemen wij b.v. de regeling van
den arbeid der fabriekskinderenof, ruimer, de zoogenaamde
sociale vraag per excellentionde arbeidersquaestie in haar
geheel of verschillende onderdeelende bevordering van
de associatie in zeer onderscheidene vormende wetge
ving op de vennootschappende arbeiders-voorschotban
ken de postkantoor-spaarbankende woningen-quaestie
het industrieel onderwijs en hoe dat het best te bevor
deren al of niet leerplicht al of niet dienstplicht - Hoe
ver moet de staatswerking op nijverhei dsgebied zich uitstrek
ken? is er een gedeelte dat zij nimmer mag bestreden? Moet
de staatsonthouding regel blijven ook op zoogenaamd philan-
trophisch gebied Ziedaar een reeks van onderwerpen en vra
gen, wel niet alle strikt economisch, doch min of meer daar
mede verwanten die zich als deelen van de meer direct-
opbouwende taak voordoen, naarmate het opruimend gedeelte,
het breken met een verkeerd verledenten einde spoedt."
Voor deze en andere kwestiën is de tijd van oplossing nog
niet aangebrokenzij moeten vooralsnog open vraagstuk
ken blijvende tijd van onderzoek en gedachtenwisseling
van proefnemingen en opmerkingen op kleine schaal is nog
niet voorbijdaar is gevoel van behoefte, maar nog geen
voldoende eenstemmigheid, geen vastheid van overtuiging
omtrent de wijze en de middelen van voorziening. Over
haasting zou hier schaden en afschrikken zou mislukking
ten gevolge kunnen hebben en ons de bereiking van het
doel voor geruimen tijd moeten doen opgeven. Maar dan
ook mogen aan Regeering en Vertegenwoordiging geen
eischen worden gesteld buiten verhouding tot den aard en
het karakter dezer tijden. Alles waar de tijd werkelijk rijp
voor iszal ontwijfelbaar tot stand komen en de mannen
zullen niet ontbreken die zich. met de taak der invoering zul
len belasten. De groote staatkundige gebeurtenissen in Italië
en Duitschland, in verband met de gelijktijdige en daarmee
samenhangende groote beweging op godsdienstig en kerkelijk
gebied, hebben door geheel Europa een machtigen indruk
gemaakten ook ons land ondervindt daarvan den invloed in
niet geringe mate. Wantrouwen en misverstand, gebrek aan
samenwerking en stremming in het politiek leven zijn daarvan
de noodzakelijke gevolgen.
De tijd van Thorbecke's eerste ministerie is de glansrijkste
periode geweest van de liberale partij in ons vaderland; maar
zulke tijdperken zijn zeldzaam. De natie was inderdaad rijp*
voor groote hervormingen; zij wenschte die met een ongeduld,
dat na jaren wachtens en meer dan ééne teleurstelling steeds
levendiger was geworden. Thorbecke zelf zegt er het volgende
van«Zeldzaam werd eene taak als die waarvoor het Ministerie
van 1849 opkwam, bij gunstiger openbare stemming aanvaard.
Na langen stilstand had zich een sterk verlangen naar voor
uitgang doen geldeneen streven, niet om hetgeen behoefte
was geworden te nemen maar te ontvangenmet een kalm,
blijmoedig vertrouwen op de uitkomsten, die men van eene
vernieuwde regeer- en volkskracht voorzag. Een meer open
zin voor het gemeene bestgevoel van nationale eendracht,
een geest van onderlinge welwillendheid hadden de bovenhand;
het besef, dat het volk meer dan een klank en geroepen was
om zich tot ééne burgerij te formeeren drong door, zoodat
alles scheen samen te loopen, om aan het Gouvernement eene
ongewone mate van dat zedelijk gezag en vermogen toe te
kennen, zonder hetwelk de officiëele macht geene wezenlijke
macht is."
Men vergelijke dien tijdgeest met den slappen, weifelen
den bedillenden en wantrouwenden geest van onze dagen,
en men zal moeten toestemmendat wie thans groote zaken
op staatkundig gebied verwacht, druiven van doornen wil
lezen. W. v. d. K.
Pruisen. Tegen 3 doopsgezinde geestelijken in Oost-
Pruisen isop grond der kerkelijke wetteneen gerechtelijk
onderzoek ingesteld, dewijl zij jongelieden, die niet wilden
weigeren hunnen dienstplicht te vervullen, uit de gemeente
gebannen en dat besluit in eene openbare godsdienstoefening
bekend gemaakt hadden.
De minister van oorlog heeft aan zjjnen ambtgenoot van
financiën kennis gegeven, dat de plaatsen Graudenz, Kosel,
Stettin, Wittenberg, Erfurt en Minden, welker vestingwerken
geheel geslecht wordenalsmede Straalsund en Colberg, die
aileen aan den zeekant versterkt blijven, nog sleehts uiterlijk
tot 1 October als vestingen zullen beschouwd worden, zoodat
de ambtenaren der belastingen na dien termijn de dienst aan
de poorten geheel voor hunne rekening moeten nemen.
In de week van 3 tot 9 Aug. zijn te Berlijn 16 personen
aan cholera en 266 aan cholerine of diarrhée overleden.
De aan den directeur van het demerieten-huis te Storch-
nest opgelegde boete van 100 th. is bij executie geïnd
door in-beslag-neming van 4 vette varkens, die op 155 th.
geschat zijn en den 28 in het openbaar verkocht zullen worden.
Beieren. In het Passauer Taghlatt, het orgaan van den
bisschop van Passau, wordt de onderdrukking der eatholieke
Kerk waarover voortdurend klachten worden aangeheven
toegeschreven aan de ultramontaansche drijvers in vereenigin-
gen en couranten, „die blijkbaar vijandig jegens het Rijk
gezind onder het masker der godsdienst oorlog voeren
met het Duitsche Rijk en met allendie zij niet tot de
hunnen rekenen."
Hamburg. De hier vergaderde vereeniging van journa
listen heeft besloten, dat advertentiën, die het gevoel van
zedelijkheid of van schaamte kwetsen, niet zullen worden op
genomen.
Saksen. Den 13 is te Leipzig de zevende duitsche pro
testanten-dag geopend, welke vergadering druk bezocht was.
Na langdurige discussie is de invoering van het verplichte
burgerlijk huwelijk voor noodzakelijk verklaard, en eene com
missie benoemd ten einde die invoering te bevorderen.
Het gemeentebestuur van Leipzig heeft bekend gemaakt
dat voortaan de 2 September (de slag van Sedan) een nati
onale feestdag zal zijn.
Elzas-Lotharingen. Bij keizerlijk besluit van den 6 is
bepaald, dat de leden der Algemeene Raden en Kreitsver-
gaderingentotdat de Rijks-constitutie zal zijn ingevoerd
den eed zoo moeten afleggen, dat in de plaats der woorden
„gehoorzaamheid aan de constitutie" de woorden komen
„gehoorzaamheid aan de wetten en trouw aan den Keizer/'
De leden der te Diedenhoven, Forbach, Saargemund, Metz,
Thaun, Colmar en Scklettstadt bijeengekomen kreitsvergade-
ringen hebben geweigerd den door de wet gevorderden eed
af te leggen. Het gevolg is geweest, dat die raden onmid-
delijk ontbonden zijn.
De muren der vestingen Pfalzburg en Sehlettstadt zijn
geheel afgebrokende daarvan afkomstige steenen worden
gebruikt bij den bouw der forten rondom Straatsburg. De
slechting der aarden wallen zal nog eenige maanden aanhouden.
Op zijne reis naar Lueern is de lieer Thiers den 16 te
Mulhausenwaar hij zich slechts een uur opgehouden heeft,
met de meeste geestdrift begroet.
De Jockey-Club heeft besloten om den graaf v. Vlaanderen
het^ eerevoorzitterschap aantebieden en om den honderdsten
verjaardag van de invoering der paardenwedloopen op het
vasteland (29 Sept. 1773 te Spa) met een grooten steeple
chase te Spa te vieren.
Den 15 is in den „Cerole Artistique et Littéraire" te Brus
sel de tentoonstelling geopend van het vermaarde schilderijen
kabinet van den heer John W. Wilson, ten behoeve van de armen
zijner geboortestad. Alle kosten, ook die van den prachtigen, met
gravures der voornaamste stukken voorzienen catalogus, wor
den door hem gedragen.
De feesten te Antwerpen zijn den 16 geopend met eene
uitdeeling van soep, vleesch en krentenbood aan 11000 per
sonen. 's Namiddags zijn de leden van het 13". Nederland
sche Taal- en Letterkundig Congres aan de spoorwegstation
ingehaald en op het raadhuis ontvangen, 's Avonds had de
eerste uitvoering, door 800 executanten, plaats van een
nieuw oratorium van den antwerpschen componist Benoit, naar
tekst van Jan v. Beers.
Vervolg der Buitenlandsche Berichten in het Bijblad.
De Koning is den 21 van zijne buitenlandsche reis in de
residentie teruggekeerd.
Benoemingen enz. De Koning heeft aan mr. J. L. de
Bruyn Kops, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
hoogleeraar aan de Polyt. School te Delft, met behoud van
den titel van hoogleeraar.