3ugc20»bcn Stukken.
&taï>9-2Jlic?.nus.
betering der woningen voor de arbeidende klasse, het bouwen
van 141 arbeiderswoningen in den Noorderpolder aldaar,
minste insckr. J. Rutgers, te Aarlanderveen, voor/198,763.
Het in orde brengen en bepuinen van 1242 ellen van
den TV esterweg te Heyloo, is den 17 aangenomen door J. Ol
denburg te Bergen, voor 1875.
Het recht tot het ophalen van aschbeer en vuilnis te
Zaandam is. op zeer bezwarende voorwaarden, gepacht door
de heeren K. Raar. l)z. en D. Kaan Jz., te Wieringerwaard,
en J. Spaans Jz., te Barsingerhorn, voor f 500 's jaars ge
durende 7 jaren enindien zij de pacht dan nog 7 jaren
wenschen ie verlengen, voor 1000 's jaars.
Bouwwerken. Onder de buitengewone uitgaven der ge
meente-begrooting van Rotterdam voor 1874 zijn begrepen:
f 700,000 voor de werken op Bijenoord, 600.000 voor de
brug over de Maas, 105,000 voor de waterleiding,/100,000
voor nieuwe straten en 90000 voor nieuwe schoolgebouwen.
De gemeenteraad van Leiden heeft het voorstel tot kos-
teloozen afstand van het klokkenhuis der Hooglandsche kerk
aan de herv. gemeente goedgekeurd.
Policie. De gemeenteraad van Amsterdam heeft den 18
besloten, de policie met 50 man te vermeerderen. Ben amen
dement om haar met 100 man te vermeerderen werd ver
worpen. De voordracht tot het aanleggen van eene tele-
graafgeleiding ten behoeve der brandweer is aangenomen.
Rechtszaken. De rechtbank te Middelburg heeft een
predikant en zijne echtgenoot, beschuldigd van in hunne wo
ning den president-kerkvoogd geslagen te hebben, zonder dat
daardoor ziekte of beletsel om te werken is ontstaanver
oordeeld respectievelijk tot boeten van 50 en 30, met
subsidiaire gevangenisstraf van 7 en 5 dagende veroordeel
den zijn van dit vonnis in hooger beroep gekomen.
Staats-lotekij. Trekking der 5e. klasse, '6'. week, No,
1814 f 100,000, No. 2489, 2886 2000, No. 2768 en 16172
f 1500, No. 3526, 6079, 8771. 9945, 11608, 12182, 12890,
13211 14748, 15816, 16297, 17207. 1802019238 en
19560 1000.
PER TELEGRAAF, 's Gravenhage 28 September.
In de zitting van de 2" Kamer der Staten-Generaal bleek
uit de financiëele rede bij de aanbieding der begrooting
dat alle vermoedelijke tekorten van vroegere diensten nage
noeg verdwenen zijnzoodat geen schatkist-biljetten behoef
den uitgegeven te wordenen in 1872 het groote doel is
bereikt der dekking van de gewone uitgaven door gewone
inkomsten. De begrooting voor 1874 bedraagt in uitgave
circa 100, in ontvang circa 94 miljoen; onder de uitgaven
zijn 6 miljoen buitengewone voor spoorwegenzoodat
de gewone begrooting met een overschot van 4 ton
sluit; ultimo Augustus waren 33 miljoen in kas, ook na de
aflossing der 10 miljoen aan de Handelmaatschappij. Vo"or
Marine zijn 13 ton meer uitgetrokken; in 't geheel wordt
voor 1874 ruim 3 miljoen meer aangevraagd. De hermum
ting der muntspeciën zal veel kosten veroorzaken; de munt
biljetten zullen vernieuwd worden.
Bij de jongste verkiezing voor een lid van den Ge
meenteraad verkregen de beide eandidaten, de Heeren
Mr. C. R. H. van Lelyveld en C. Bosmaneen gelijk
getal stemmen. Het stembureau verklaarde den Heer
Mr. van Lelyveld, den oudste in jaren, benoemd, en
reikte ZEd. geloofsbrieven uit. Drie der uitgebragte
stemmen waren alvorens van onwaarde verklaard.
Twee daarvan, omdat de billetten met tl. Bosman
waren ingevuld. De Heer Mr. van Lelyveld beeft zijne
geloofsbrieven ingediend. De commissie benoemd tot
onderzoek dier geloofsbrieven beeft door haar rapport
den Raad in de noodzakelijkheid gebragt om de vragen
te beslissen, die uit deze feiten voortvloeijen. Die
vragen zijn zeer belangrijk; zelden of nooit deden zij
zich zoo zuiver en scherp begrensd voor, en hoe de
beslissing van den Raad uitvalle, zij zal in elk geval
een gewichtig precedent en eene belangrijke bijdrage
tot onze administratieve jurisprudentie vormen.
De beslissing berust aanvankelijk alleen bij den
Gemeenteraad. Men zie dan ook in deze poging om
de beginselen aan te wijzen, die op den voorgrond
bebooren te staan bij de beoordeeling van dit vraag
stuk geene ongepaste bemoeizucht met zaken tot
welker afdoening de Raad geroepen is, noch een ijdel
trachten om op de te verwachten beslissing vooruit
te loopenevenmin de hoop om daarop invloed uit
te oefenen. Het doel van dit artikel kan geen ander
zijn, dan eene kleine bijdrage te leveren tot de waar
deering der zeer veelzijdige vraag.
Het vraagstuk is veelzijdig:
a. Heeft het stembureau teregt de beide billetten met den
naam (J. Kosninu ingevuld van onwaarde verklaard?
b. Zoo neenen moeten die stemmen nog aan den Heer
C. Bosman worden toegekend, zal deze dan zitting nemen
in den Raad, en op welke wijze zal aan hem de ge
loofsbrief worden uitgereikt
c. Indien de ivettelijke geloofsbrief niet meer kan worden
uitgereikt, is het dan geoorloofd, met het oog op de
bepalingen der gemeentewet, een geloofsbrief in anderen
vorm dan het gewone afschrift van het proces-verbaal
der stemming uittereikenof moet er eene nieuwe ver
kiezing worden uitgeschreven
d. Kannu geen kiezer heeft geprotesteerd tegen de be
slissing van het stembureau, waarbij de beide besprokene
stemmen van onwaarde verklaard zijn. de Raad alsnog
uit eigene weteuschap die vraag opwerpenen eindelijk
met de vorige vraag te zamenhangend
e. is de Raad bevoegd en geroepen kennis ie nemen van
het gebeurde met die beide billetten, hu uit den ingezonden
geloofsbrief alleen blijkt, dat die billetten van onwaarde
verklaard zijn, niet waarom zij dat zijn?
Men kan deze vragen gemakkelijk vermeerderen.
Maar zij zijn de voornaamstenhare beantwoording
brengt die van alle anderen, die zouden kunnen wor
den gesteldmede.
Neemt men ieder dier vragen afzonderlijk, dan
schijnt de beantwoording te naauwernood mogelijk.
Zoowel voor de ontkenning als voor de toestemming
pleiten vele redenen.
Het is even juist en logisch te zeggen bij eene
herstemming beperkt de wet de keuze tusschen twee
personen, dus zijn alle stemmen op een derde persoon
(en de Heer G. Bosman is een bestaande, derde per
soon), nietig en van onwaarde, als men op dezelfde
prsemisse kan laten volger dus moeten die stemmen
worden toegekend aan den Heer C. Bosman, evenals
alle billetten met verkeerde voorletters, met andere
spelfouten en vergissingendie de keuze van den
kiezer uit de beide eandidaten in herstemming met vol
doende duidelijkheid aanwijzen.
Het is even juist te redeneren: in het proces
verbaal der herstemming staat niet vermeld, waarom
drie billetten van onwaarde zijn verklaarddus weet
de Raad dat nietals men zeggen magtoch weet
de Raad het wel, want al zijne leden weten het, en
wanneer er aan getwijfeld wordt, is niets gemakke
lijker dan de billetten na te zien.
Men kan even goed zeggen als de Heer Bosman
door die twee stemmen de meerderheid verkregen
heeft, moet die Heer nu nog zitting kunnen nemen;
als men mag aanvoeren maar hem kan nooit meer
een geloofsbrief worden gegeven, omdat het stem
bureau ontbonden is, dat alleen een afschrift van het
proces-verbaal der stemming, de onmisbare geloofs
brief, kan uitreiken.
Op deze wijzeelke vraag op zich zelf beschouw ende,
zal men nimmer tot een einde komen. Aan weers
zijde zijn goede argumenten. Die argumenten weer
leggen echter elkander niet. Zij staan tegenover,
niet naast elkaar. Zoo kan de strijd eeuwig duren.
Van zijn standpunt beeft ieder der argumenteerende
strijders gelijk. De vraag is nu maar, welk standpunt
is het ware. Hierin ligt de oplossing. Staan eens
de beginselen vastdan verklaren deze alle voorko
mende moeijelijkheden.
Nu is het duidelijk, dat zij, die de bier voorgestelde
vragen in verschillenden zin beantwoorden, ook uit
gaan van verschillende beginselen. Dezen stellen zich
op het standpunt van het strenge regtanderen op
het terrein der billijkheid. Juist de vraag, of deze
en dergelijke verkiezings-quaestiën zijn stricti juris ot
wel ex aequo et bono moeten worden beoordeeldot
de Raad uitspraak moet doen als eene jury, een col
lege van goede mannen naar billijkheidof als een
regter, die gebonden is aan de letter der wet en be
paalde bewijsmiddelen moet worden beantwoord om
bij het bespreken van deze verkiezing het algemeen
terrein, van de „ik zeg toch 'sde „ik meen wel s en
de „ik voor mij vind V' te verlatenen vaste grond
onder de voeten te krijgen.
Nu komt het ons onbetwistbaar voor, dat geen
ligchaam, geen ambtenaar belast met de beoordeeling
van bescheiden of verschillen betreffende verkiezingen
zieh schrap mag zetten achter de eischen en de for
maliteiten van het strenge regt.
Waarom toch is het te doen? Om eene uitspraak
te verkrijgen van de meerderheid der kiezers. Ieder
kiezer heeft regt om zijne stem medegeteld te zien,
regt, dat men de uitoefening van zijne bevoegdheid
niet verbinde aan bezwarende vormen of aan den aard
van zijn regt vreemde eischen, dat hij zonder fouten
schrijft, en derg. Mits zijne bedoeling te raden
zijmoet zijne uitspraak gelden. De meerderheid mau
geen minderheid wordenomdat enkele stemmers der
meerderheid niet lang genoeg op school hebben ge
gaan. Want men wil door de stembus weten wieu
de kiezers als vertegenwoordiger wenschen niet qt
de kiezers duidelijk netjes en zonder fouten schrij
ven. Inderdaad wordt dan ook in den regel bij alle
verkiezingen zoo gehandeld. Ook is dit uitdrukkelijk
voorgeschreven. Alle commentatoren zijn het daar
over eens: de Cormenin zegt: bet onderzoek der
geloofsbrieven is niet „eene jurisprudentie van streng
regt, maar van billijkheid; zij hecht zich minder aan
de letter, dan aan den geest, en zij beschouwt de
naleving der vormen minder dan de goede trouw der
kiesverrigting en den gebleken wil van de meerder
heid. Het gezag, dat uitspraak doet over geloofs
brieven, spreekt regt als eene jtuyalleenlijk naar
gronden van billijkheid en goede trouw." Het hoogste
administratief gezag ten onzent heeti die opvatting
dan ook altijd gehuldigd, o.a. bij Koninklijk besluit
van 26 Sept. 1856 n°. 66, idem 26 Sept. 1859 n°. 34,
idem 20 Dec 1861 n°. 50, idem 5 April 1857 n°. 30
en meer anderen, te vinden bij Mr. Boissevain Ge
meentewet 2de druk, ad art. 31.
Waarschijnlijk is het, dat het stembureau de be
doelde billetten als van onwaarde ter zijde leggende,
zich heeft geplaatst op het standpunt van het strenge
regt. Het zal hebben geredeneerd: G. Bosman is een be
paald aangewezen persoon. De stem op die bepaalde
persoon uitgebragt is van onwaarde, omdat G. Bosman
niet voorkomt op de lijst der personen, tot welke
de herstemming is beperkt. Van uit dit standpunt
is die redenering onbetwistbaar.
Moet men echter vragen naar de bedoeling van de
beide kiezerswier onattentie dit gebeele verschil in
het leven riep, dan zal vrij zeker de uitspraak in
tegenovergestelden zin van die van het stembureau
uitvallen. Men moet wel aannemen, dat die beide
kiezers voor den candidaat in herstemming, den Heer
C. Bosman hebben willen stemmentenzij men vol
houden wil, dat zij zich eene laffe onpassende grap,
ot eene kinderachtige demonstratie hebben durven
veroorlovenen daarvan mag men zonder eenig bewijs
en zonder waarschijnlijkheid niemand verdenken, aan
wien de wet het zoo belangrijke kiesregt schonk.
Zeker, het is denkbaar, dat die beide kiezers aardig
of demonstreerend hebben willen zijn maar het is
hoogst onwaarschijnlijk. Hunne vermoedelijke bedoe
ling is zeker niet geweest, hunne stem weg te werpen.
Een kiezer, die beide eandidaten niet wil, en dat wil
toonen, werpt een blanco-billet in de bus. Zeer dui
delijk zijn de gronden voor deze laatste meening uit
eengezet in het reeds vroeger aangehaalde K. B. van
26 Sept. 1856 n°. 66. [Het goldt daar een gelijk geval
als waarmede de Alkmaarsche Gemeenteraad zich
heeft bezig te houden. Daarbij werden stemmen uit
gebragt op A. Wassenbergh toegekend aan den in de
herstemming begrepen candidaat A. Wassenbergh Az.,
hoewel een ander persoon in dezelfde gemeente
bedoeld kon zijn met A. Wassenbergh (zonder Az
Hangt alzoo de beslissing van de vraagwie is
verkozen af van die anderegeldt hier streng regt
of billijkheid f dan zijn daarmede tevens alle andere
in den aanvang gestelde vragen tot hare oplossing
genaderd.
Immers als het te doen is om regt te laten ge
schieden d. i. om de vermoedelijke wil van de kie
zers op te volgen dan is het al zeer onverschillig,
boe en op welke wijze de Raad kennis erlangt van
het voorgevallene. Dan is niet alleen de Raad be
voegd de zaak aan de orde te stellenmaar ieder
aadslid verpligl zijne wetenschap, vanwaar hij die ook
ontleend hebbete gebruiken ten einde de wil van
de kiezers te doen zegevieren.
Dan is het zeker geheel onverschillig wat het pro
cesverbaal van de stemming inhoudtdan toch zal
niemand beweren, dat het stembureau, dat de benoe
ming tot raadslid proclameert, maar niet constitueert
zulks doet de Raad, besluitende tot toelating der
nieuw verkozen leden), bevoegd is een verschil aan
den Raad te onttrekken door daarover in het ver
baal der stemming te zwijgen.
Dan toch zal men niet meer mogen beweren dat
de toelating van den dus by Raadsbesluit erkende
vertegenwoordiger niet mogelijk is omdat hem de
wettelijke geloofsbrief ontbreektdat men door
het uitschrijven eener nieuwe verkiezingeen
soort van Godsoordeel moet provoceeren. Inte
gendeel dan zal bet duidelijk zijn dat waar de ge
meentewet zegt „afschrift van het procesverbaal der
stemming strekt den benoemde tot geloofsbrief, en niet:
dit afschrift is de eenig mogelijke geloofsbriefzij elke
andere vorm van geloofsbrief toelaat, die een gevolg
zal zijn eener wettig genomene decisie. Wat ook die
beide kiezers gewild en bedoeld hebbenzeker niet
eene nieuwe verkiezing; dit gevolg hunner stem kon
den zij niet voorzien; en alleen naar den vermoedehjken
wil der kiezers heeft, is onze meening juist, de Raad
te vragen. Het raadsbesluit, waarbij de stemmen van
onwaarde (dan ten onregte als zoodanig door het
stembureau ter zijde gelegd), aan den candidaat C. Bos
man worpen toegekend, zal hem tevens moeten strek
ken tot geloofsbrief.
Het behoeft niet te worden gezegddat met deze
opmerkingen het vraagstuk niet is uitgeputnoch
dat deze beschouwingen eenige aanspraak maken om
iets anders te zijn, dan eene poging om een onder
werp in het openbaar te bespreken, dat sints gerui-
men tijd onuitputtelijke stof verschaft aan bijzondere
gesprekken van" personenwier eenmaal opgevatte
meening en gevestigde overtuiging geenzins eerbied
voor het uit te spreken oordeel van den Raad uitsluit.
Mr. A. P. de L.
A EKnA ARSCHE JONGENS
Met genoegen zie ik, dat liet aanstaande of eigenlijk reeds
aangevangen feest U niet koel laat. De groote gebeurtenis,
waarvan de herdenking gevierd wordt, is voor alle nedenan-
ders dan ook zoo gelukkig in de gevolgen geweest, dat gij U
waarlijk wel verheugen moogt. Maar openbaart dan ook
uwe feestelijke stemming op ordel ,ke en gepaste wijze. Laat
uwe vaderlandsclie liederen luide weerklinken en doet het zoo,
dat uw gezang anderen goed doet aan het hart en niet als
woest straatgetier afkeuring verdient. Pleegt geene balda
digheden door hen te beleedigen, die om deze of gene reden
mochten goedvinden de vaderlandsche of stads-kleuren niet
te dragenof door bij rustige burgers de schellen stuk te
trekken. De jongens van 1573 deden beter dingen; toont
dat de alkmaarsche jongens van drie eeuwen later zich zoo
knap weten te verblijden, als gene wisten te strijden. Kwam
de nood aan den manik weetgij bezit een wakkeren
aard en gij zoudt. U niet minder kloek toonen dan voormaals.
't Is thans evenwel geen krijg maar vrede, en meer dan vrede:
feest. Daarbij passen geene wapens. En toch heb is 's avonds
al meermalen pistoolschoten hooren knallen. Dat deugt niet,
dat is gevaarlijk, daar zijn zeer droevige voorbeelden van
bekend. Onthoudt U dus van vuurwapenen, die slechts in
de handen van krijgvoerenden bebooren, en zorgt, dat ons
feest bij niemand treurige herinneringen zal achterlaten. Zorgt
dat de vreemdelingendie in menigte onze feesten zullen
bijwonen, met achting mogen gewagen van de prettige en
toch zoo knappe alkmaarsche jongens, dat ook vanU getuigd
kan worden „van Alkmaar de Victorie
Een oude jongen.
Toen ik Vrijdag-avond deze regelen bij den heer Coster
had gebracht, vernam ik terugkeerende, dat de woning van
een burger, waarvoor geene aanstalten tot illuminatie waren
gemaaktoverlast en schade had geleden. Mij dunktdat
kunt gij alkmaarsche jongens! niet gedaan hebben; anderen
moeten zich tusschen uwe rijen gedrongen en den moedwil
bedreven hebben. Maar gij hebt het aangezien, misschien
we! toegejuicht. Is dat zoo en ik zou dit zeer betreu
ren (jan kan de policie het vertrouwen, dat zij in U stelde,
U niet langer gunnen. Daaromtracht dat geschokt ver
trouwen te herwinnen door voorbeeldige orde, en ontwijk hen,
die U tot baldadigheid ophitsen of er in voorgaan. Beu ik
wel ingelicht, dan wilde bedoelde burger zijn huis afzonder
lijk en veel prachtiger dan de buren illumineerende lust
kan hem nu wel vergaan zijn. Maar al wilde hij in het ge
heel niets doendan was hij in zijn recht en het voegt U
niet iemands recht te krenken. Gij hebt vrijheid U te ver
heugen, een ander moet haar ook bebben om het niet te doen.
Wij vieren immers een feest der vrijheid, en mag men dan
iemands vrijheid verkorten
Dijk, Torenburg, Achterweg, Dirk-Duivelsweg, He erenstraat
Dijk, Peperstraat, Houttilstraat, Groote Waagph tin, Kleine
Waagpleiu, Houttilstraat, Boterstraat, Laat. Keetgr acht, Oude
Gracht N.z.. Ritsevoort, Voorhout, Ritsevoort, Voorstraat,
Laat, Vlaanderhof, Breestraat, Schoutestraat, Laat, Koorstraat,
Langestraat, Hoogstraat, LangeNieuwesloot, Kort ;c Nieuwe
sloot, Ramen.
Ter gedachtenisviering van den geweldigen strijd, vóór
'drie eeuwen op Alkinaars wallen geleverd, wat 'en den 18
van alle openbare en de meeste bijzondere gebouw rcn de vlag
gen uitgestoken. Van de gelegenheid om het s childerstuk
van Hilcerdink te bezichtigenwerd door eene overgroote
menigte van alle standen gebruik gemaakterken telijk gewis
voor de wijze waarop het stadshuis voor haar opengesteld
en zonder eenig toezicht aan hare hoede toevert rouwd was.
s Avonds gaf de rederijkerskamer Bilderdijk een e goed ge
slaagde opvoering van Hofdijks Alclcmaers Beleg.» De groote
zaal van den heer Pervloet kon de aanzienlijke schare van
toeschouwers, waaronder eene zeer feestelijke stemming
heersehteschier niet bevatten. De leden der kr nner oogst
ten op haar werk veel bijval in inzonderheid i )m van an
deren niet te sprekenhij, die de zoo moeilij jke rol van
Pieter Huser vervulde -en daarin het prachtig en aangrijpend
verhaal deed van den drievondigen storm. C )ok de ver
vaardiger van het nieuwe decoratief voor het viji 'de tafereel,
Th. de Jong, mocht talrijke blijken van goedket iring erlan
gen. Een bal besloot den avond, die ook buite a het feest-
locasl bijzonder levendig was geweest.
- Door Ik. kerhoeoe, die zich daartoe gekle ed te water
begaf, werden den 13, met behulp van een paar op den kant
staande personen uit de gracht achter het gas thuis gered
een kinddat er in gevallen, en de moeder, di- s het nage
sprongen was.
Door het stedelijk muziekcorps zullen Zoni lag 21 Sep
tember, in den Stadsliout, des namiddags ten 1) ui -en, worden
uitgevoerd de stukken vermeld in het programma v an 14 dezer.
Tijdens 's Konings verblijf alhier zal de et irewaeht aan
het stadshuis betrokken worden door de leden d er weerbaar
heid, in vereeniging met die der schutterij.
Van de» bestorming onzer stad op 18 Sept ember 1573
geeft de americaansch» geschiedschrijver Motie y in zijne
„Opkomst van de Nederlandscke Republiek," de volgende
beschrijving
Weldra was het hagchelijk oogenblik des gev -aars voor de
belegerde stad ophanden. Dagelijks hadden c ;r buiten de
wallen schermutselingen plaats gehad zonder besli ssend gevolg.
Eindelijk op den 18 September, na de stad omtrent twaali
uren lang zonder ophouden beschoten te hebben gaf Don
Erederik ten drie ure in den namiddag bevel tc it den aanval.
Ondanks de ondervinding die hij bij Haarlem li ad opgedaan
bield hij zich verzekerd. Alkmaar stormenderhand te zullen
innemen. Gelijkelijk werden de Friesche poort_ en de Roode
Toren aangegrepen. Twee keurbenden, versch u it Lombardije
gekomen rukten aan de spits der bestormers voort en deden
de lucht van hunne daverende kreten vaneenscheurenin
het vertrouwendat hier eene gemakkelijke overwinning te
behalen viel. Zij werden door eene oogenschijnlijk verplet
terende overmagt van geregelde troepen ondei.-steund. Maar
nooitzelfs in de jongste geschiedenis van Haarlem niet
werd een aanval door onvertsaagder borsten gekeerd. Alle
man bevond zieh op de wallen. De bestormems werden inet
grof geschutmusket- en pistoolvnur begroet. Kokend
water, pek en oliegesmolten lood en ongebluschte kalk
werden allerwege op hen uitgegoten. Honderden brandende
pekkransen werden behendig den soldaten oift den hals ge
slingerd die vruchteloos worstelden om zich van die doo-
delijke halskragen te ontslaan terwijl de bestormers zoo
ras het iemand hunner gelukte voet te zetten op de bres
met zwaard en dolk van aangezigt tot aangezigt besprongen
werden door de burgersdie hen hals over kop in de gracht
naar beneden slingerden.
Drie malen werd de aanval met steeds toenemende woede
vernieuwden driemaal met onwankelbare kloekmoedigheid
afgeslagen. De storm duurde vier uren achtereen. Gedurende
al dien tijd verliet niet één der verdedigers zijnen post, tot
dat hij dood of gekwetst nederviel. De vrouwen en kinderen
liepen zonder zich door de kogelsdie allerwege rondvlo
gen of door het strijdgedrang op de wallen te laten afschrik
ken bestendig af en aanvan de tuighuizen naar de bol
werken om vadersechtgenootenbroedersvan kruid en
lood te voorzien. Zoo was elk levend wezen in de stad
dat de voeten reppen kon, in een krijgsman herschapen.
Eindelijk kwam de duisternis het tooneel omhullen. De
aftogt werd geblazen, en de Spanjaarden trokken geheel en
al geslagen van de wallen terugmet achterlating van ten
minste duizend dooden in de loopgraventerwijl slechts
dertien burgers en vier-en-twintig man der bezitting er hun
leven bij inschoten. Zoo was Alkmaar nog voor eene kleine
poos geredzoo had een aanzienlijk en weltoegerust leger
eene beduidende nederlaag ondergaan van eene handvol
mannen die voor haardsteden en altaren streden. De vaandrig
Solisdie de bres voor een oorenblik beklommen had en
er wonderdadig het leven af bragtnadat men hem van de
borstweringen geworpen hadverhaaldedat hij „heimet
noch harnas" gezien had, toen hij van hoven op de stad
neerblikteniets dan eenige eenvoudige lieden meest als
visschers gekleed. Toch hadden die eenvoudige visscbers
Alva's geoefende, in den oorlog vergrijsde krijgers geslagen.
Het departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
te Nieuwe Niedorp, uit welke gemeente eene bijdrage van
129,50 voor het alhier opterichten monument is overge
maakt, heeft besloten, ter viering van het ontzet van Alkmaar,
te doen opvoeren het tooneelspei Strijd en Zegepraalvan
P. Beets, en alsdan aan alle behoeftigen vrijen toegang te
verleen en.
In de roomsch-catholieke kerk te Hoogwoud is den 9
een door den heer L. lJpma alhier vervaardigd orgel inge
wijd, waarvan met veel lof gewaagd wordt.
Het prov. gerechtshof van Noordholland heeft tot eene cel
lulaire gevangenisstraf van 45 dagen en eene boete van/50 r er-
oordeeld P. Deugd alhier, wegens valschheid in een onder-
handsch geschrift, door zieh, tegen eene belooning van/2,50,
voortedoeu als voogd over zijnen minderjarigen broeder, die,
voor den commissionair S. A. Stern te Zaandam, als plaats
vervanger bij de nationale militie in dienst zou treden. Die
commissionair is vrijgesproken, op grond dat het wettig be
wijs zijner schuld niet geleverd was.
Tot hoofdingeland van den Hondsbossche en Duinen
tot Petten is verkozen de heer m*. D. E. van Leeuwen alhier.
Voor het opterichten monument is van een particulier
te Arnhem ontvangen eene gift van 75.
Voor den op 8 October te houden historischen en al-
legorischen optocht is de volgende route bepaald: Ramen,
Korte Nieuwesloot, Koningsweg, Paardenmarkt, Paternoster
straat, Groote Kerksplein, Langestraat, Kraanbuurt, Verdron-
kenoord Z.z., Bierkade, Luttik-Oudorp N.z., Zijdam, Voordam,
BURGERLIJKE STAND.
ONDERTROUWD.
18 Sept. Jacobus Regs, wedr. van Sara Wilhelmina Reuter,
te Helder, en Jacoba Catharina Gecrtruida Wijdemon
te Alkmaar. Jacob Min wedr. van Elizabeth Tin,
en Anna Maria Out.
GETROUWD.
14 Sept, Gerardus van der Burch en Adriana van Heerden.
GEBOREN.
13 Sept. Jacobina Bregetta EleonoraD. van Pieter Roelof
Boogh en Eleonora Schrijver.
14 Elisabeth, D. van Jan Nierop en Maria Koopman.
Margaretha Hendrica CorneliaD. van Matthias
Albertus Wigtman en Cornelia Catharina Scheffer.
Jacob CoenraadZ. van Jacobus Johannes Pesser en
Hendrica van den Brink.
17 Trijntje, D. van Leendert de Jong en Trijntje
Dijkman. Johannes, l. van Jan Hopman en Betje
Dekker.
18 Wilheim Petrus, Z. van Pieter Groenland en Elisa
beth Gecrtruida Keiser. Willem Marinm Leonardus,
l. van Willem Marinus Bakker en Catharina Mar
garetha Hollmann.
OVERLEDEN.
13 Sept. Harmen Z. van Jan Esselman en Geertruida Smidt,
ruim 4 m.
14 n Johannes, Z. van Erederik Sempel en Meintje Wil
brink, 15 w.
16 FlorisZ. van Jan Akkerman en Geertje Bierste
ker, 2 j. en 9 m.
18 Willem, Z. van Jan Akkerman en Geertje Bierste
ker, 15 w. Mozes Jozef Perkozen, 82 j. Hen-
dricus Senyers27 j. wonende te Bergeijk.