HP Ju No. 39. Vijf enz eventigste Jaargang. 1873. ZONDAG 28 S E P T E Al B E 1{. r, -»?Sfc #fficiccl (Scbecltc. Het bouwen van eene school en on derwijzerswoning te Krommeniedijk, gemeente Krommenie. Programma van de Feestviering' op 8 Oc tober 1873, ter herinnering' aan Alkmaars Ontzet in 1573, door 'L. M. den Koning goedgekeurd. Europeesche verhoudingen. A I K M A A ANT. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f »,65, franco per post f O,SO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Sneven franco aan de Uitgevers IlERMv COSTER ZOON. IA De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag uamiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. PROVINCIE NOORDHOLLAND. AANBESTEDING. Op Donderdag den 16 October 1873, des namiddags te half drie uren, zal, onder nadere goedkeuring, aan bet locaal van het Provinciaal bestuur te Haarlemnamens en voor rekening van het bestuur der hierna te noemen gemeente worden overgegaan tot de aanbesteding van; he aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving ingevolge art. 12 van het bestek. Het bestek en de teekening zijntegen betaling van Een gulden, te verkrijgen aan het locaal van bet Provinciaal Be stuur voornoemdaan het bureau voor buitenlandsche pas poorten, gevestigd in het raadhuis te Amsterdamen aan de gemeente-secretarie van Krommenie. Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de biljetten van inschrijving des middags te twaalf uren vóór den dag der be steding in de bus moeten gestoken zijnzoo als art. 63 434 der algemeene voorschriften bepaalt. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den burgemeester der gemeente Krommenie en bij den ontwerper van bet bestek, den heer F.J.Krieger, provincialen opzichter van den water staat, te Alkmaar. De aanwijzing in loco zal geschieden op Maandag vóór de besteding. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennishet Ten acht ure 's morgens opening der feestviering, aan gekondigd door vijf kanonschoten, door één van Z. M. oor logschepen daartoe door Z. E. den Minister van Marine beschikbaar gesteld. Van acht tot negen ure bespeling van het carillon. Te h a 1 f elf ure opening der feestzaal op het Doelen plein met het muzijkkorps van de Marine te Nieuwediep. Eene commissie uit de feestcommissie ontvangt in de feest zaal de hooge ambtenaren, de keeren Commissarissen van orde en ben, die bijzonder aandeel hebben aan de plegtigheid van den dag. Afwisseling van muzijkstukken door bovenge meld muziekkorps. De Schutterij, de Weerbaarheid, de Eerewacht «Handboog- schutterij St. Sebastiaan" de geregtigden tot het dragen van het Zilveren en Metalen Kruis staan op bet stationsplein ge schaard. Te twaalf ure aankomst van Z. M. den Koning, aan gekondigd door een Koninklijk saluut uit bet geschut. Eanfare van het muzijkkorps der dienstdoende schutterij. Z. M. de Koning wordt aan het station ontvangen door den Gemeenteraad en de Feestcommissie. Daarna vertrek van Z. M. den Koning met gereedstaande rijtuigen van het stationsgebouw naar het feestlokaal. De trein zal van het stationsgebouw in de volgende orde afrijden a. Een kommando kavallerie tot opening van den trein; b. De muzijk van de Alkmaarscbe Schutterij. c. Eene kompagnie van de Alkmaarsche Schutterij. d. Zijne Majesteit de Koning, begeleid door Hoogstdeszelfs eerewacht, gaande links en regts van Z. M. koets. e. Hunne Koninglijke Hoogheden de Prinsen. /.Volgkoetsen van Hooge Ambtenaren, de leden van den Gemeenteraad van Alkmaar en de Officieren van Zijner- Majesteits Huis. g. Het korps van de weerbaarheid. h. De geregtigden tot het dragen van het Zilveren en Me talen kruis. i. Eene compagnie schutterij. k. Eene kommando kavallerie tot sluiting van den trein. De trein zal rijden als volgt: Van bet Station langs den Stationsweg, Bergerweg, Choor- straat, Oudevest zuidzijde, Hofstraat, Langestraat, Hoogstraat, Gedempte Nieuwesloot naar bet feestlokaal. Half een ure. De aankomst van Z. M. den Koning en hunne Koninklijke Hoogheden de Prinsen met gevolg in bet feestlokaal wordt aangekondigd door eene fanfare van bet muzijkkorps der Marine. Ontvangst van Z. M. den Koning door de voltallige Feestcommissie in de feestzaal. Onmiddelijk, nadat Z. M. de Koning beeft plaats genomen, wordt door een mannenkoor een zang aangeheven, begeleid door koperen blaasinstrumenten, zijnde Holland's Glorie," woorden van Dr. Qroenewegen, muziek van Richard Hol. Aanbieding van de feestbanier, door Alkmaars jufferschap vervaardigd, aan de feestcommissie, bij monde van jonk- vrouwe Cornelia Mathilda van Foreest. Na de aanbieding van de feestbanier zang van hetzelfde mannenkoor, Vlaggeliedwoorden van Heije, muziek van V erhulst. Daarna vertrekt Z. M. de Koning van bet feestlokaal naar bet Stadhuis, ten einde aldaar op de groote trap door de ingezetenen te worden begroet en te bezigtigen eenige eigen handige brieven van Prins Willem 1, voor en na bet beleg der stad door de Spanjaarden, aan de Regering van de stad geschreven, benevens den brief in den polsstok van den stads timmerman Maarten Pieterszoon van der Mei) verborgen ge weest en den giftbrief van den Prins van Oranje, waarbij liet regt van de waag aan de Alkmaarders is geschonken, waarvan afschriften aan Zijne Majesteit den Koning zullen worden aangeboden. Te half twee ure opening van de feesttribunes op het feestterrein met muzijk vanM'e Schutterij. Eene commissie uit de Feestcommissie ontvangt op bet feestterrein de Hooge Ambtenaren, de Heeren Commissaris sen van orde en ben, die bijzonder aandeel hebben in de plegtigheid van den dag. Afwisseling van muzijkstukken door bovengenoemd mu zijkkorps. Twee ure. Aankomst van Z. M. den Koning op bet feestterrein, aangekondigd door fanfare. Ontvangst van Z. M. den Koning door de voltallige feest commissie; onmiddelijk nadat. Zijne Majesteit heeft plaats genomen, muzijk. Dr. N. Heets houdt de feestrede, waarna Zijne Majesteit door den President der feestcommissie wordt verzocht den sluitsteen te leggen voor het te stichten monument «Alcmaria ictrix." Volkskoor Wilhelmus van Aassouwen," begeleid door muzijk. Dr. N. Beets neemt andermaal liet. woord. De Voorzitter der feestcommissie verklaart de plegtigheid gesloten. Muzijk. Volkskoor. «Wien Neêrland's bloed." Een Saluut van 21 kanonschoten verkondigt het einde der plegtigheid. Ieder wordt uit.genoodigd het eerste couplet van Pt Wil helmus en de twee eerste coupletten van IVien Neêrland's bloed" mede te zingen. Drie ure keert Zijne Majesteit de Koning naar het Stadhuis terug, ten einde in de gelegenheid te zijn den his- torischengeeostumeerden en aïlegorischen optogt te zien passeren. Vier ure. Déjeuner dinatoir, aan Zijne Majesteit den Koning in een der lokalen van bet. Stadhuis door het Ge meentebestuur aangebodenmet muzijkuitvoering gedurende het déjeuner. Zeven ure. V olkseoncert op het Hof. Bezigtiging door Zijne Majesteit, den Koning met gereed staande rijtuigen van de algemeene illuminatie. Ac h t ure. Groot vuurwerk aan Zijne Majesteit den Koning door het Gemeentebestuur aangeboden, met begelei ding van muzijk, aan de Kanaalkade bij bet. Groot Noord- Hollandsch Kanaal. Aldus opgemaakt door het Gemeentebestuur van Alkmaar, in overleg met de algemeene feestcom missie, den 21'" September 1873. (get.) de üieuEonteinVekschuir, (get.) A.Maclaine Pont, Voorzitter. Burgemeester J. J. de Gelder, (get.) Nuhout van der Veen, Secretaris. Secretaris. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 25 Sept. 1873. he Secretaris NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij in over leg met den pachter van het ophalen van de asch, het vuil nis en den privaat-mest hebben bepaald: dat Dingsdag 7 October 1873 zal worden opgehaald het privaat-vuil, dat op Woensdag 8 October 1873 zou moeten worden opgehaald; dat op Woensdag 8 October 1873 geen asch, vuilnis, enz. zal worden opgehaalddat op Donderdag 9 October 1873 de personen, die zich van asch, vuilnis of privaat-vuil willen ontdoen, zooveel mogelijk door den pachter zullen worden geholpen, wanneer zij daartoe bij hem aanvrage doendat Vrijdag 10 October 1873 zoo bij dag als bij naebt de gewone dienst zal worden hervat. Burgemeester en W ethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 24 Sept. 1873. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij besloten hebben bij gelegenheid der groote veemarkt op Maandag 3 November 1873, de gewone Maandagsche markt voor vette Kalveren, Schapen en Varkens te houden op de Gedempte Nieuwesloot nabii de Kanaalkade. Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd, 24 Sept. 1873. A. MACLAINE PONT. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat aan 's Rijks munt te Utrecht een gedenkpenning wordt geslagen ter berinnering aan de her denking van bet 3' Eeuwfeest van Alkmaars Ontzet in 1573 en aan bet bezoek door Z. M. den Koning bij die gelegen heid aan de gemeente Alkmaar gebragt, van welken penning exemplaren ter secretarie der gemeente Alkmaar op schrifte lijke aanvrage verkrijgbaar zijn Tegen betaling van 10,— voor een zilveren en van f 3,voor een bronzen penning. Burgemeester en W"(houders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 24 Sept. 1873. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. POSTER IJ EN. De correspondentie voor Ned. O. I., te verzenden per stoomschip CELEBES, moet den 30 September a.s., uiterlijk te 8 uren 's morgenster post bezorgd zijn. De Directeur van het Postkantoor te Alkmaar, GOUWE. POLITIE. Ter terughekommg aan liet commissariaat van politie voor banden het navolgende gevondenealseen bokjezeven I jonge hanen; een hondenhalsbandeen biervat; een kindersokje. Wanneer men de onderlinge verhoudingen tusschen vor sten en volken vergelijkt met die tusschen bijzondere per sonen is er zeker niets dat ons meer verbaastdan de snelle overgangen van hevige vijandschap tot innige bond genootschap enalthans naar het uiterlijke te oordeelen hartelijke vriendschap. In 1866 voert Pruisen, in bondge nootschap met Italië, een korten doch hevigen oorlog tegen Oostenrijk en bijna geheel het overig Duitsebland. Vier jaren later trekt gansch Duitsebland, dat Oostenrijk buiten gesloten beeft, onder aanvoering van Pruisen tegen Frank rijk te velde, en roept te Versailles den Koning van Pruisen tot Duitseh Keizer uit. De nieuwe Duitsciie Keizer en zijn Oostenrijkscke collega bezoeken elkander en wisselen beleefdheden en de volken verklaren zich voor goede ver standhouding en bondgenootschap. Jaren lang was de Oos- tenrijksche invloed in Italië alles overheerschend bloedver wanten van het Oostenrijksehe Keizershuis worden van hun ne tronen verjaagd. Lombardije en Venetië worden achter eenvolgens aan Oostenrijk ontrukt, de ijzeren kroon der oude Lombardische Koningen wordt aan het jonge Italië overgegevenen thans is Victor Emmanuelop reis naar zijn ouden bondgenoot te Berlijnde gevierde gast van Keizer Frans Jozef. Dit alles getuigt van berusting in de groote omkeeringen die hebben plaats gehad en waarop men niet tracht terug te komen. De Oostenrijksch-Hongaarsche Monarchie beeft haar staatsregeling zoodanig gewijzigd, dat er van een terug treden in een of anderen Duitsehen Bond geen sprake meer kan zijn. Niemand gelooft daarenboven aan een herleving van het Duitschland van vóór 1866, en allengs begint men reeds te vergetendat Hanover, Keur-Hessen en Nassau zelf standige staten zijn geweest. Zelfs het mishandelde Dene marken schijnt zicli met, Pruisen te verzoenen. Oostenrijk dat van zijn Dultscke landen niets heeft verlorenkan eeen belang hebben om ooit met bet aangrenzende Duitschland op vijandigen voet te geraken. Evenmin kan Oostenrijk het zijn belang oordeelendat de goede verstandhouding met Italië wordt verstoord. Nu'bet noord-oostelijk Italië eenmaal beeft verlorenkan het die landen met een vijandige bevolking die bron van ontevredenheid en onrust en innerlijke verzwak king niet terugbegeeren. Duitschland en Italië, eeuwen lang verbrokkeld en verdeeld en door vreemden invloed be- heerschthebben eindelijk de staatkundige eenheid verworven, die Frankrijk en Spanje en in zekere mate zelfs Oostenrijk reeds zoo lang hebben bezeten. De regeling en volkomen bevestiging van dien nieuwen toestand gaan noodzakelijker wijze met groote moeilijkheden gepaard. Italië beeft, behalve met belangrijke financiëele bezwaren, te kampen met de geheel buitengewone omstandigheid, dat het Hoofd der Katholieke Kerk eeuwen lang als wereldlijk vorst gebied heeft gevoerd over zijn tegenwoordige hoofdstad en (Ten niet onaanzienlijk deel van het omliggende land, en van die heerschappij niet alleen geen afstand heeft gedaan, maar voortdurend krachtig blijft protesteeren tegen de vereeniging van den voormaligen Kerkelijken Staat met het Koninkrijk Italië. Toch wordt bet uitzicht op herstel van den vroegeren toestand steeds gerin ger. RuslandEngeland noch Pruisen kunnen eenige roeping gevoelen om daartoe mede te werken. Oostenrijk-Hongarije heeft blijkbaar voor goed van alle inmenging in de Italiaan- sche zaken afgezienen komt steeds meer met Italië op den voet van goede en vriendschappelijke nabuurschap. Spanje blijft, boe de loop der zaken daar ook moge zijn, in de naaste toekomst onmachtig om eenigen invloed naar buiten te doen gelden. De tegenwoordige Regeering spant al baar krachten inom zoowel met don Carlos als met de opstandelingen aan de oostkust tot een einde te ko men. Lang kan het thans niet meer duren, of de strijd j zal op krachtiger wijze worden voortgezet, en de uitslag moet voor de eene of de andere partij beslissend zijn. Dat de opstandelingen bet hoofd zullen moeten buigenlijdt geen twijfel. Don Carlos daarentegen is een tegenstander van meer gewicht, en zijn krijgsmacht is aanzienlijk toegenomen; toeh zijn, bij den zwakken tegenstand dien bij tot nu toe onder vond zijn vorderingen te onbeduidendom te kunnen ver wachten dat in den beslissenden strijd, dien de Regeering te Madrid thans voorbereidt, de zegepraal aan zijne zijde zal zijn. Maar al verwon bij al deed hij zijn zegevierenden in tocht in de hoofdstad, toch zouden er, ook bij den gunstig- sten keer der zeer ongunstige omstandigheden waarin dit land bijna in alie opzichten verkeert,, jaren moeten verloopen, eer Spanje zich zou kunnen opmaken'tot een buitenlandsehen oorlog. Maar Frankrijk Wat zal er van Frankrijk worden? Eén van de drie pretendenten naar de Kroon heeft zich teruggetrokken, en de graaf van Ckambordzegt menzou door de Nationale Vergadering op den troon geplaatst kunnen worden. Zonder constitutie Jawordt beweerd in elk geval zonder con stitutie. De erfgenaam der Bourbons kan alleen als Konin" bij de gratie Gods in den ruimsten zin des woords de rel geering aanvaarden, Hij kan en mag en wil zijn beginselen niet verloochenen; met die beginselen staat of valt bij.'Een maal op den troon, zal hij waarschijnlijk niet ongenegen be vonden worden om een constitutie te verleenen. "inderdaad, zoo past bet den vertegenwoordiger der legitimiteit. Uit dé volheid zijner onbeperkte macht kan bij als \rije gunst aan zijn volk eenige vrijheden en privilegiën verleenendie het evenzeer later weer zou kunnen verbeuren. Maar zal Frank rijk zal zelfs de tegenwoordige Nationale Vergadering daar mee genoegen nemen,|J Wel zijn bij een deel des volks onder den indruk der jongste groote rampen en vernederin gen de gemoederen tot een staat van overspanning gekomen die mogelijk kan maken wat voor weinige jaren een onmo-' gelijkheid scheen, wel toont de meerderheid der Nationale Vergadering groote neiging tot de vestiging van een sterk zelfstandig gezag en tot krachtige beperking van den volks invloed, maar de eisck van den erfgenaam der Bourbons schijnt zelfs onder de tegenwoordige omstandighedenbij de kunstmatige opwinding der bevolking, die daarenboven weldra moet verflauwen, al te sterk. Voor zulk eeu totale orakeering schijnt Frankrijk schijnen zijn te Versailles ver gaderde voogden terug te deinzen. Tot zulk een uitersten maatregel zal de meerderheid wel eensgezind tegen Thiers maar daarom nog niet eenstemming voor Hendrik V, ver- moedelijk niet besluiten. Liever zal zij zich vergenoegen met hetgeen zij thans heeft verworvenmet de streng con- servatieve republiek onder presidentschap van Mac-Makon, en in navolging van Thiersop haar standpuntzich bepalen tot wat haar het minst verdeelt. Maar onderstellen wij voor een oogenblik, dat Hendrik V Koning werd van Frankrijk, hoe zou liet zijn wapenen kunnen doen gelden tot omverwerping van den tegenwoordigen toe stand buiten zijn reeds gekrompen grondgebied? Zijn onaf gebroken oorlogskreet, zijn tergend wraakgesckreeuw houdt niet alleen I ruisen, maar geheel Duitschland onder de wa penen en op de wacht. Kan bet met mogelijkheid verwachten, dat een deel \an de vereenigde macht, waardoor het in 1870 werd verpletterd, zijne zijde zal kiezen? Tegenover een oor logzuchtig 1 rankrijk moet Duitschland vereenigd blijven en is Italië zijn onafscheidelijke bondgenoot. Dat bet tegen die macht onvermogend is om zelfs iets te wagen is duidelijk Ln daartegenover blijft het alleen staan. Er bestaat geeii vooruitzicht op een enkelen bondgenoot. Geen mogendheid zai haar belang zoozeer vergetenof verkeert in zulk een wanhopigen toestand, dat zij zich zal wagen in zulk een avontuurlijke onderneming. Alleen de speler die alles heeft verloren en, door zijn hartstocht beheerscht, alle bezin ning mist, die geen kansen meer berekent, is tot zulk hoog spel in staat. Men betreurt hetdat door Frankrijks ontzettende nederlaag zeker evenwicht van macht in weste lijk Europa is verbroken; maar aan wien de schuld dan aan den man van den tweeden December en zijn willige volge lingen^ die een oorlog doordreven, waardoor door de nederlaag van eéne der partijen dat evenwicht in elk geval moest ver broken worden, en het overwicht aan Frankrijk of aan Prui sen moest blijven En hoe zal Frankrijk ooit een reclitmati- gen invloed in Europa terugkrijgen Zeker niet langs den weg waarop het zich tot nu toe beweegt. Daarop zal het geen metgezel vinden, maar alleen en daardoor maehteloos lijven. Alleen een staatkunde die, zoo al geen verzoening althans berusting in de noodlottige uitkomst van den laatsten oorlog op haar banier schrijft, die in vrede verademing zoekt, zou daartoe kunnen leiden. Zij zou vertrouwen en toenade ring van de onzijdige mogendheden uitlokken, en het zou den vernederden staat niet lang aan welwillendheid ontbreken. Irankrijks grieven, Frankrijks vertoogen en wenschen zouden gehoord en overwogen kunnen worden. De kalme rede zou allengs pleiten voor de inwilliging van billijke aanspraken en wie zou kunnen voorspellen, welk herstel en welke genoeg doening, onder later wellicht gewijzigde omstandigheden en geweken wrokvoor dit land waren weggelegdBij den steeds hervatten kreet om weerwraak is zoo iets natuurlijk ónmogelijk, en blijft Frankrijk met al zijn verbittering alleen. W. v. d. K. Alcmaria Victrix. Het Beleg en Ontzet van Alkmaar. Historisch tafereel uit 1573, door W. J. Hofdijk. Alkmaar en Amster dam Herm. Coster Ij" Zoon en Jan Leendertz, Gelukkig mogen wij het noemen, dat onder de geschriften over Alkmaars beleg, waarmede wij den laatsten tijd zijn overstroomd gewordenenkele voor komen, die een meer dan vluchtig bestaan verdienen, die in later tijd niet tot de ongelezen curiosa maar tot de veel belangrijker boekwerken, die met belang stelling gelezen en geraadpleegd worden, zullen be boeren. Hofdijks Alcmaria Victrix staat hierbij zeker bovenaan. Maar waartoe, hooren wij ons vra gen, eene nieuwe bewerking van der stede beleg, hebben van Foreest en Vissers aanteekenaar, die' de bange dagen doorleefd hebben en van alles getuige zyn geweest, niet genoteerd wat te noteeren viel, en heeft Boomkamp wat zij en enkele anderen mededeelden niet tot één verbaal omgewerkt? Wij kunnen hierop antwoorden: wie zich in het gewoel van een veldslag bevindt zal een slechte verslaggever van het gevecht zijnomdat Jiij maar eeu gedeelte van het groote geheel ziet; zoo ookwie zich in het benarde Alk maar bevonden niet wist wat er buiten omginc, kon maar zeer onvolkomen geschiedschrijver der belegerin» zijn. Bovendiende tijdgenoot moge door eigen aan schouwing der gebeurtenissen veel voor hebben op latere historieschrijvers, voor die latere staan vaak bronnen open die voor den eersten gesloten waren en die latere zijn doorgaans in staat onpartijdiger, onbevangener, juister te oordeelen. Toen Nanning van Foreest zijn Kort Verhaal" der belegering schreef, had nog geen Groen v. Prinsterer de „Archieven" van het Huis van Oranje-Nassau, geen Gachatd de „Cor respondentie" van Philips LI en Alvageen de Gelder de „Brieven en andere bescheiden" aangaande Alk maars beleg uitgegeven. Hem waren de brieven niet bekend die Mendoqaeen der spaansche officieren naar Spanje zond, evenmin als zooveel meer, dat aan de huidige schrijvers ten dienste staat en een nieuw licht over vele personen en voorvallen heeft doen opgaan. Men vrage dus nietof Hofdijk ons meer en beter over het beleg weet te verhalen dan zijne voorgangers, en boudeer zich van overtuigd, dat hij een vlijtig en uitstekend gebruik heeft gemaakt van al datgeeu van de rekeningen der stads-thesauriers niet te vergeten wat hem in staat kon stellen een werk te leverendat al wat vroeger over het beleg geschreven is verre achter zich laat. Wij althans

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1873 | | pagina 1