HP
Ju
No. 39.
Vijf enz eventigste
Jaargang.
1873.
ZONDAG
28 S E P T E Al B E 1{.
r, -»?Sfc
#fficiccl (Scbecltc.
Het bouwen van eene school en on
derwijzerswoning te Krommeniedijk,
gemeente Krommenie.
Programma van de Feestviering' op 8 Oc
tober 1873, ter herinnering' aan Alkmaars
Ontzet in 1573, door 'L. M. den Koning
goedgekeurd.
Europeesche verhoudingen.
A I K M A A
ANT.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f »,65, franco per post f O,SO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Sneven franco aan de Uitgevers IlERMv COSTER ZOON.
IA
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag uamiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
PROVINCIE NOORDHOLLAND.
AANBESTEDING.
Op Donderdag den 16 October 1873, des namiddags te
half drie uren, zal, onder nadere goedkeuring, aan bet locaal
van het Provinciaal bestuur te Haarlemnamens en voor
rekening van het bestuur der hierna te noemen gemeente
worden overgegaan tot de aanbesteding van;
he aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving
ingevolge art. 12 van het bestek.
Het bestek en de teekening zijntegen betaling van Een
gulden, te verkrijgen aan het locaal van bet Provinciaal Be
stuur voornoemdaan het bureau voor buitenlandsche pas
poorten, gevestigd in het raadhuis te Amsterdamen aan de
gemeente-secretarie van Krommenie.
Gegadigden worden er aan herinnerd, dat de biljetten van
inschrijving des middags te twaalf uren vóór den dag der be
steding in de bus moeten gestoken zijnzoo als art. 63 434
der algemeene voorschriften bepaalt.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij den burgemeester
der gemeente Krommenie en bij den ontwerper van bet bestek,
den heer F.J.Krieger, provincialen opzichter van den water
staat, te Alkmaar.
De aanwijzing in loco zal geschieden op Maandag vóór de
besteding.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennishet
Ten acht ure 's morgens opening der feestviering, aan
gekondigd door vijf kanonschoten, door één van Z. M. oor
logschepen daartoe door Z. E. den Minister van Marine
beschikbaar gesteld.
Van acht tot negen ure bespeling van het carillon.
Te h a 1 f elf ure opening der feestzaal op het Doelen
plein met het muzijkkorps van de Marine te Nieuwediep.
Eene commissie uit de feestcommissie ontvangt in de feest
zaal de hooge ambtenaren, de keeren Commissarissen van
orde en ben, die bijzonder aandeel hebben aan de plegtigheid
van den dag. Afwisseling van muzijkstukken door bovenge
meld muziekkorps.
De Schutterij, de Weerbaarheid, de Eerewacht «Handboog-
schutterij St. Sebastiaan" de geregtigden tot het dragen van
het Zilveren en Metalen Kruis staan op bet stationsplein ge
schaard.
Te twaalf ure aankomst van Z. M. den Koning, aan
gekondigd door een Koninklijk saluut uit bet geschut.
Eanfare van het muzijkkorps der dienstdoende schutterij.
Z. M. de Koning wordt aan het station ontvangen door den
Gemeenteraad en de Feestcommissie.
Daarna vertrek van Z. M. den Koning met gereedstaande
rijtuigen van het stationsgebouw naar het feestlokaal.
De trein zal van het stationsgebouw in de volgende orde
afrijden
a. Een kommando kavallerie tot opening van den trein;
b. De muzijk van de Alkmaarscbe Schutterij.
c. Eene kompagnie van de Alkmaarsche Schutterij.
d. Zijne Majesteit de Koning, begeleid door Hoogstdeszelfs
eerewacht, gaande links en regts van Z. M. koets.
e. Hunne Koninglijke Hoogheden de Prinsen.
/.Volgkoetsen van Hooge Ambtenaren, de leden van den
Gemeenteraad van Alkmaar en de Officieren van Zijner-
Majesteits Huis.
g. Het korps van de weerbaarheid.
h. De geregtigden tot het dragen van het Zilveren en Me
talen kruis.
i. Eene compagnie schutterij.
k. Eene kommando kavallerie tot sluiting van den trein.
De trein zal rijden als volgt:
Van bet Station langs den Stationsweg, Bergerweg, Choor-
straat, Oudevest zuidzijde, Hofstraat, Langestraat, Hoogstraat,
Gedempte Nieuwesloot naar bet feestlokaal.
Half een ure. De aankomst van Z. M. den Koning
en hunne Koninklijke Hoogheden de Prinsen met gevolg in
bet feestlokaal wordt aangekondigd door eene fanfare van bet
muzijkkorps der Marine. Ontvangst van Z. M. den Koning
door de voltallige Feestcommissie in de feestzaal.
Onmiddelijk, nadat Z. M. de Koning beeft plaats genomen,
wordt door een mannenkoor een zang aangeheven, begeleid
door koperen blaasinstrumenten, zijnde Holland's Glorie,"
woorden van Dr. Qroenewegen, muziek van Richard Hol.
Aanbieding van de feestbanier, door Alkmaars jufferschap
vervaardigd, aan de feestcommissie, bij monde van jonk-
vrouwe Cornelia Mathilda van Foreest.
Na de aanbieding van de feestbanier zang van hetzelfde
mannenkoor, Vlaggeliedwoorden van Heije, muziek van
V erhulst.
Daarna vertrekt Z. M. de Koning van bet feestlokaal naar
bet Stadhuis, ten einde aldaar op de groote trap door de
ingezetenen te worden begroet en te bezigtigen eenige eigen
handige brieven van Prins Willem 1, voor en na bet beleg
der stad door de Spanjaarden, aan de Regering van de stad
geschreven, benevens den brief in den polsstok van den stads
timmerman Maarten Pieterszoon van der Mei) verborgen ge
weest en den giftbrief van den Prins van Oranje, waarbij
liet regt van de waag aan de Alkmaarders is geschonken,
waarvan afschriften aan Zijne Majesteit den Koning zullen
worden aangeboden.
Te half twee ure opening van de feesttribunes op
het feestterrein met muzijk vanM'e Schutterij.
Eene commissie uit de Feestcommissie ontvangt op bet
feestterrein de Hooge Ambtenaren, de Heeren Commissaris
sen van orde en ben, die bijzonder aandeel hebben in de
plegtigheid van den dag.
Afwisseling van muzijkstukken door bovengenoemd mu
zijkkorps.
Twee ure. Aankomst van Z. M. den Koning op bet
feestterrein, aangekondigd door fanfare.
Ontvangst van Z. M. den Koning door de voltallige feest
commissie; onmiddelijk nadat. Zijne Majesteit heeft plaats
genomen, muzijk.
Dr. N. Heets houdt de feestrede, waarna Zijne Majesteit
door den President der feestcommissie wordt verzocht den
sluitsteen te leggen voor het te stichten monument «Alcmaria
ictrix."
Volkskoor Wilhelmus van Aassouwen," begeleid door muzijk.
Dr. N. Beets neemt andermaal liet. woord.
De Voorzitter der feestcommissie verklaart de plegtigheid
gesloten. Muzijk. Volkskoor. «Wien Neêrland's bloed."
Een Saluut van 21 kanonschoten verkondigt het einde der
plegtigheid.
Ieder wordt uit.genoodigd het eerste couplet van Pt Wil
helmus en de twee eerste coupletten van IVien Neêrland's
bloed" mede te zingen.
Drie ure keert Zijne Majesteit de Koning naar het
Stadhuis terug, ten einde in de gelegenheid te zijn den his-
torischengeeostumeerden en aïlegorischen optogt te zien
passeren.
Vier ure. Déjeuner dinatoir, aan Zijne Majesteit den
Koning in een der lokalen van bet. Stadhuis door het Ge
meentebestuur aangebodenmet muzijkuitvoering gedurende
het déjeuner.
Zeven ure. V olkseoncert op het Hof. Bezigtiging door
Zijne Majesteit, den Koning met gereed staande rijtuigen van
de algemeene illuminatie.
Ac h t ure. Groot vuurwerk aan Zijne Majesteit den
Koning door het Gemeentebestuur aangeboden, met begelei
ding van muzijk, aan de Kanaalkade bij bet. Groot Noord-
Hollandsch Kanaal.
Aldus opgemaakt door het Gemeentebestuur van
Alkmaar, in overleg met de algemeene feestcom
missie, den 21'" September 1873.
(get.) de üieuEonteinVekschuir, (get.) A.Maclaine Pont,
Voorzitter. Burgemeester
J. J. de Gelder, (get.) Nuhout van der Veen,
Secretaris. Secretaris.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
25 Sept. 1873. he Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij in over
leg met den pachter van het ophalen van de asch, het vuil
nis en den privaat-mest hebben bepaald: dat Dingsdag 7
October 1873 zal worden opgehaald het privaat-vuil, dat op
Woensdag 8 October 1873 zou moeten worden opgehaald;
dat op Woensdag 8 October 1873 geen asch, vuilnis, enz.
zal worden opgehaalddat op Donderdag 9 October 1873 de
personen, die zich van asch, vuilnis of privaat-vuil willen
ontdoen, zooveel mogelijk door den pachter zullen worden
geholpen, wanneer zij daartoe bij hem aanvrage doendat
Vrijdag 10 October 1873 zoo bij dag als bij naebt de gewone
dienst zal worden hervat.
Burgemeester en W ethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Sept. 1873. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat zij besloten hebben bij
gelegenheid der groote veemarkt op Maandag 3 November 1873,
de gewone Maandagsche markt voor vette Kalveren, Schapen
en Varkens te houden op de Gedempte Nieuwesloot nabii de
Kanaalkade.
Alkmaar, Burgemeester en Wethouders voornoemd,
24 Sept. 1873. A. MACLAINE PONT.
De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat aan 's Rijks munt te Utrecht
een gedenkpenning wordt geslagen ter berinnering aan de her
denking van bet 3' Eeuwfeest van Alkmaars Ontzet in 1573
en aan bet bezoek door Z. M. den Koning bij die gelegen
heid aan de gemeente Alkmaar gebragt, van welken penning
exemplaren ter secretarie der gemeente Alkmaar op schrifte
lijke aanvrage verkrijgbaar zijn Tegen betaling van 10,—
voor een zilveren en van f 3,voor een bronzen penning.
Burgemeester en W"(houders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 Sept. 1873. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
POSTER IJ EN.
De correspondentie voor Ned. O. I., te verzenden per
stoomschip CELEBES, moet den 30 September a.s., uiterlijk
te 8 uren 's morgenster post bezorgd zijn.
De Directeur van het Postkantoor te Alkmaar,
GOUWE.
POLITIE.
Ter terughekommg aan liet commissariaat van politie voor
banden het navolgende gevondenealseen bokjezeven
I jonge hanen; een hondenhalsbandeen biervat; een kindersokje.
Wanneer men de onderlinge verhoudingen tusschen vor
sten en volken vergelijkt met die tusschen bijzondere per
sonen is er zeker niets dat ons meer verbaastdan de
snelle overgangen van hevige vijandschap tot innige bond
genootschap enalthans naar het uiterlijke te oordeelen
hartelijke vriendschap. In 1866 voert Pruisen, in bondge
nootschap met Italië, een korten doch hevigen oorlog tegen
Oostenrijk en bijna geheel het overig Duitsebland. Vier
jaren later trekt gansch Duitsebland, dat Oostenrijk buiten
gesloten beeft, onder aanvoering van Pruisen tegen Frank
rijk te velde, en roept te Versailles den Koning van Pruisen
tot Duitseh Keizer uit. De nieuwe Duitsciie Keizer en
zijn Oostenrijkscke collega bezoeken elkander en wisselen
beleefdheden en de volken verklaren zich voor goede ver
standhouding en bondgenootschap. Jaren lang was de Oos-
tenrijksche invloed in Italië alles overheerschend bloedver
wanten van het Oostenrijksehe Keizershuis worden van hun
ne tronen verjaagd. Lombardije en Venetië worden achter
eenvolgens aan Oostenrijk ontrukt, de ijzeren kroon der
oude Lombardische Koningen wordt aan het jonge Italië
overgegevenen thans is Victor Emmanuelop reis naar
zijn ouden bondgenoot te Berlijnde gevierde gast van
Keizer Frans Jozef.
Dit alles getuigt van berusting in de groote omkeeringen
die hebben plaats gehad en waarop men niet tracht terug
te komen. De Oostenrijksch-Hongaarsche Monarchie beeft
haar staatsregeling zoodanig gewijzigd, dat er van een terug
treden in een of anderen Duitsehen Bond geen sprake meer
kan zijn. Niemand gelooft daarenboven aan een herleving van
het Duitschland van vóór 1866, en allengs begint men reeds
te vergetendat Hanover, Keur-Hessen en Nassau zelf
standige staten zijn geweest. Zelfs het mishandelde Dene
marken schijnt zicli met, Pruisen te verzoenen. Oostenrijk
dat van zijn Dultscke landen niets heeft verlorenkan eeen
belang hebben om ooit met bet aangrenzende Duitschland op
vijandigen voet te geraken. Evenmin kan Oostenrijk het zijn
belang oordeelendat de goede verstandhouding met Italië
wordt verstoord. Nu'bet noord-oostelijk Italië eenmaal beeft
verlorenkan het die landen met een vijandige bevolking
die bron van ontevredenheid en onrust en innerlijke verzwak
king niet terugbegeeren. Duitschland en Italië, eeuwen
lang verbrokkeld en verdeeld en door vreemden invloed be-
heerschthebben eindelijk de staatkundige eenheid verworven,
die Frankrijk en Spanje en in zekere mate zelfs Oostenrijk
reeds zoo lang hebben bezeten. De regeling en volkomen
bevestiging van dien nieuwen toestand gaan noodzakelijker
wijze met groote moeilijkheden gepaard. Italië beeft, behalve
met belangrijke financiëele bezwaren, te kampen met de geheel
buitengewone omstandigheid, dat het Hoofd der Katholieke
Kerk eeuwen lang als wereldlijk vorst gebied heeft gevoerd
over zijn tegenwoordige hoofdstad en (Ten niet onaanzienlijk
deel van het omliggende land, en van die heerschappij niet
alleen geen afstand heeft gedaan, maar voortdurend krachtig
blijft protesteeren tegen de vereeniging van den voormaligen
Kerkelijken Staat met het Koninkrijk Italië. Toch wordt bet
uitzicht op herstel van den vroegeren toestand steeds gerin
ger. RuslandEngeland noch Pruisen kunnen eenige roeping
gevoelen om daartoe mede te werken. Oostenrijk-Hongarije
heeft blijkbaar voor goed van alle inmenging in de Italiaan-
sche zaken afgezienen komt steeds meer met Italië op den
voet van goede en vriendschappelijke nabuurschap. Spanje
blijft, boe de loop der zaken daar ook moge zijn, in
de naaste toekomst onmachtig om eenigen invloed naar
buiten te doen gelden. De tegenwoordige Regeering spant
al baar krachten inom zoowel met don Carlos als met
de opstandelingen aan de oostkust tot een einde te ko
men. Lang kan het thans niet meer duren, of de strijd
j zal op krachtiger wijze worden voortgezet, en de uitslag moet
voor de eene of de andere partij beslissend zijn. Dat de
opstandelingen bet hoofd zullen moeten buigenlijdt geen
twijfel. Don Carlos daarentegen is een tegenstander van meer
gewicht, en zijn krijgsmacht is aanzienlijk toegenomen; toeh
zijn, bij den zwakken tegenstand dien bij tot nu toe onder
vond zijn vorderingen te onbeduidendom te kunnen ver
wachten dat in den beslissenden strijd, dien de Regeering
te Madrid thans voorbereidt, de zegepraal aan zijne zijde zal
zijn. Maar al verwon bij al deed hij zijn zegevierenden in
tocht in de hoofdstad, toch zouden er, ook bij den gunstig-
sten keer der zeer ongunstige omstandigheden waarin dit
land bijna in alie opzichten verkeert,, jaren moeten verloopen,
eer Spanje zich zou kunnen opmaken'tot een buitenlandsehen
oorlog. Maar Frankrijk
Wat zal er van Frankrijk worden? Eén van de drie
pretendenten naar de Kroon heeft zich teruggetrokken, en
de graaf van Ckambordzegt menzou door de Nationale
Vergadering op den troon geplaatst kunnen worden. Zonder
constitutie Jawordt beweerd in elk geval zonder con
stitutie. De erfgenaam der Bourbons kan alleen als Konin"
bij de gratie Gods in den ruimsten zin des woords de rel
geering aanvaarden, Hij kan en mag en wil zijn beginselen
niet verloochenen; met die beginselen staat of valt bij.'Een
maal op den troon, zal hij waarschijnlijk niet ongenegen be
vonden worden om een constitutie te verleenen. "inderdaad,
zoo past bet den vertegenwoordiger der legitimiteit. Uit dé
volheid zijner onbeperkte macht kan bij als \rije gunst aan
zijn volk eenige vrijheden en privilegiën verleenendie het
evenzeer later weer zou kunnen verbeuren. Maar zal Frank
rijk zal zelfs de tegenwoordige Nationale Vergadering daar
mee genoegen nemen,|J Wel zijn bij een deel des volks
onder den indruk der jongste groote rampen en vernederin
gen de gemoederen tot een staat van overspanning gekomen
die mogelijk kan maken wat voor weinige jaren een onmo-'
gelijkheid scheen, wel toont de meerderheid der Nationale
Vergadering groote neiging tot de vestiging van een sterk
zelfstandig gezag en tot krachtige beperking van den volks
invloed, maar de eisck van den erfgenaam der Bourbons
schijnt zelfs onder de tegenwoordige omstandighedenbij de
kunstmatige opwinding der bevolking, die daarenboven
weldra moet verflauwen, al te sterk. Voor zulk eeu totale
orakeering schijnt Frankrijk schijnen zijn te Versailles ver
gaderde voogden terug te deinzen. Tot zulk een uitersten
maatregel zal de meerderheid wel eensgezind tegen Thiers
maar daarom nog niet eenstemming voor Hendrik V, ver-
moedelijk niet besluiten. Liever zal zij zich vergenoegen
met hetgeen zij thans heeft verworvenmet de streng con-
servatieve republiek onder presidentschap van Mac-Makon, en
in navolging van Thiersop haar standpuntzich bepalen
tot wat haar het minst verdeelt.
Maar onderstellen wij voor een oogenblik, dat Hendrik V
Koning werd van Frankrijk, hoe zou liet zijn wapenen kunnen
doen gelden tot omverwerping van den tegenwoordigen toe
stand buiten zijn reeds gekrompen grondgebied? Zijn onaf
gebroken oorlogskreet, zijn tergend wraakgesckreeuw houdt
niet alleen I ruisen, maar geheel Duitschland onder de wa
penen en op de wacht. Kan bet met mogelijkheid verwachten,
dat een deel \an de vereenigde macht, waardoor het in 1870
werd verpletterd, zijne zijde zal kiezen? Tegenover een oor
logzuchtig 1 rankrijk moet Duitschland vereenigd blijven en
is Italië zijn onafscheidelijke bondgenoot. Dat bet tegen die
macht onvermogend is om zelfs iets te wagen is duidelijk
Ln daartegenover blijft het alleen staan. Er bestaat geeii
vooruitzicht op een enkelen bondgenoot. Geen mogendheid
zai haar belang zoozeer vergetenof verkeert in zulk een
wanhopigen toestand, dat zij zich zal wagen in zulk een
avontuurlijke onderneming. Alleen de speler die alles heeft
verloren en, door zijn hartstocht beheerscht, alle bezin
ning mist, die geen kansen meer berekent, is tot zulk
hoog spel in staat. Men betreurt hetdat door Frankrijks
ontzettende nederlaag zeker evenwicht van macht in weste
lijk Europa is verbroken; maar aan wien de schuld dan aan
den man van den tweeden December en zijn willige volge
lingen^ die een oorlog doordreven, waardoor door de nederlaag
van eéne der partijen dat evenwicht in elk geval moest ver
broken worden, en het overwicht aan Frankrijk of aan Prui
sen moest blijven En hoe zal Frankrijk ooit een reclitmati-
gen invloed in Europa terugkrijgen Zeker niet langs den
weg waarop het zich tot nu toe beweegt. Daarop zal het
geen metgezel vinden, maar alleen en daardoor maehteloos
lijven. Alleen een staatkunde die, zoo al geen verzoening
althans berusting in de noodlottige uitkomst van den laatsten
oorlog op haar banier schrijft, die in vrede verademing zoekt,
zou daartoe kunnen leiden. Zij zou vertrouwen en toenade
ring van de onzijdige mogendheden uitlokken, en het zou
den vernederden staat niet lang aan welwillendheid ontbreken.
Irankrijks grieven, Frankrijks vertoogen en wenschen zouden
gehoord en overwogen kunnen worden. De kalme rede zou
allengs pleiten voor de inwilliging van billijke aanspraken
en wie zou kunnen voorspellen, welk herstel en welke genoeg
doening, onder later wellicht gewijzigde omstandigheden en
geweken wrokvoor dit land waren weggelegdBij den
steeds hervatten kreet om weerwraak is zoo iets natuurlijk
ónmogelijk, en blijft Frankrijk met al zijn verbittering alleen.
W. v. d. K.
Alcmaria Victrix. Het Beleg en Ontzet
van Alkmaar. Historisch tafereel uit 1573,
door W. J. Hofdijk. Alkmaar en Amster
dam Herm. Coster Ij" Zoon en Jan Leendertz,
Gelukkig mogen wij het noemen, dat onder de
geschriften over Alkmaars beleg, waarmede wij den
laatsten tijd zijn overstroomd gewordenenkele voor
komen, die een meer dan vluchtig bestaan verdienen,
die in later tijd niet tot de ongelezen curiosa maar
tot de veel belangrijker boekwerken, die met belang
stelling gelezen en geraadpleegd worden, zullen be
boeren. Hofdijks Alcmaria Victrix staat hierbij
zeker bovenaan. Maar waartoe, hooren wij ons vra
gen, eene nieuwe bewerking van der stede beleg,
hebben van Foreest en Vissers aanteekenaar, die' de
bange dagen doorleefd hebben en van alles getuige
zyn geweest, niet genoteerd wat te noteeren viel, en
heeft Boomkamp wat zij en enkele anderen mededeelden
niet tot één verbaal omgewerkt? Wij kunnen hierop
antwoorden: wie zich in het gewoel van een veldslag
bevindt zal een slechte verslaggever van het gevecht
zijnomdat Jiij maar eeu gedeelte van het groote
geheel ziet; zoo ookwie zich in het benarde Alk
maar bevonden niet wist wat er buiten omginc, kon
maar zeer onvolkomen geschiedschrijver der belegerin»
zijn. Bovendiende tijdgenoot moge door eigen aan
schouwing der gebeurtenissen veel voor hebben op
latere historieschrijvers, voor die latere staan vaak
bronnen open die voor den eersten gesloten waren
en die latere zijn doorgaans in staat onpartijdiger,
onbevangener, juister te oordeelen. Toen Nanning van
Foreest zijn Kort Verhaal" der belegering schreef,
had nog geen Groen v. Prinsterer de „Archieven" van
het Huis van Oranje-Nassau, geen Gachatd de „Cor
respondentie" van Philips LI en Alvageen de Gelder
de „Brieven en andere bescheiden" aangaande Alk
maars beleg uitgegeven. Hem waren de brieven niet
bekend die Mendoqaeen der spaansche officieren
naar Spanje zond, evenmin als zooveel meer, dat aan
de huidige schrijvers ten dienste staat en een nieuw
licht over vele personen en voorvallen heeft doen
opgaan. Men vrage dus nietof Hofdijk ons meer
en beter over het beleg weet te verhalen dan zijne
voorgangers, en boudeer zich van overtuigd, dat hij
een vlijtig en uitstekend gebruik heeft gemaakt van
al datgeeu van de rekeningen der stads-thesauriers
niet te vergeten wat hem in staat kon stellen een
werk te leverendat al wat vroeger over het beleg
geschreven is verre achter zich laat. Wij althans