1873
Vijf On zeven t igste J aar ga ng
rjjBjffljjpiW;
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar
op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco
per post 0,80, afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer
15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag
namiddag 1 uurwordt voor de plaatsing in het eerstvolgend
nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger.
Zoo zien wij onzen wensch vervuld! Geliefde stadgenooten het 8ste Octoberfeest van 1873
zal in vollen luister gevierd worden!
Wij hadden gehooptwij mogten het eischendat het gansche landalthans allen in den
lande die nog een hart hebben voor deze belangrijke bladzijde onzer geschiedenisditmaal hunne
deelneming zouden toonen in onzen Yierdag en dat heel Nederland dóór de juichtoon zou
weerklinkendie nu onder ons zal opgaan: Van Alkmaar de A ictorieVan Alkmaar de Victorie!
Welnu die regtmatige verwachting is niet teleurgesteld. Bijdragen uit alle oorden des lands,
uit vorstelijke paleizen en de huizen der aanzienlijken niet slechts, maar ook uit de eenvoudige
woningen der burgers en landlieden maakten het mogelijk om met inspanning onzer eigene krach
ten den grooten jubeldag luisterrijk te vieren en een gedenkteeken op te rigten ter eere van
Alkmaars moedige verdedigers in 1573, ter eere van hare kloeke en standvaste burgerij, van
hare cordate vroedschap en dat allereerst als een Eben-IIaëzer van de hulpe Gods zal getuigen.
Uw Koning komt komt zelf den sluitsteen leggen van het fondament waarop die gedenkzuil
zal verrijzen, en nevens hem gaan tal van Nederlanders uit alle onze steden en dorpen ter
feestviering op.Reeds stroomen zij bij honderden langs uwe stratenbewonderend den gracelijken
feestdosch dien gij aan uwe woningen, aan geheel uwe stad hebt weten te geven.
Het feest zal er wel minder huisselijk om zijn, 't zal geen „onder-onsje" wezen tusschen stad
genooten zoo als voorheen maar dus hebt gij het ditmaal ook niet gewild, eens om de
honderd jaar moet het heele land meedoen en mag het overdrukke gewoel ons niet te veel zijn.
„Een opwekkend woord" vroegen de Uitgevers der oude Alkmaarsche Courant mij zonder
welke uitnoodiging ik mij zeer zeker niet verstout zou hebben heden het woord tot U te rigten.
Ik voor mij had niets meer te zeggen ik had mijne gedachten over uwe feestviering in 't vorige
jaar neêrgelegd in Krusemans Gedenkboek. IN MEMORIAM en liet het nu liefst aan anderen
over U tot feestvreugde te stemmen. Maar weigeren mogt ik niet, als echte Alkmaarsche
geen woord over te hebben voor het feestnommer, dat ging niet toch kan ik mij niet voorstellen
dat een woord tot opwekking noodig zal zijn.
Is de opgewektheid niet levendig genoeg? En spreekt zij niet uit alles die gloeijende geestdrift,
als men den voet zet op uwe straten?
Mij dunkt het is nu maar de vraag die feestvreugde te wijden.
Te wijden allereerst door dankbaarheid aan God, den Gever der Victorie, of meenen sommigen
wel ligt dat onze voorvaderen zich zelf genoeg zijn geweest in die dagen zij oordeelden
anders en zij wisten het, dat zoo God hen tegen was, niets niets vóór hen zou zijn, niets
hen had kunnen batennoch het kloek besluit hunner burgervaderennoch de moed en de/i vasteif
wil van burgers en soldaten om stand te houden op de wallen noch de mannelijke ijver der
vrouwen, noch zelf dei/ schrik, die den Spanjaard om 't harte sloeg. Zij hebben het gezegd en
wij moeten het mede getuigen: dit is de dag dien de Heer ons gaf; dit kunnen wij ook zeggen
met het oog op alle goede gaven en krachtendie zamen moesten werken om dezen feestdag van
1873 te maken tot hetgeen die zijn zal.
En daarom wijden wij dien ook door dankbaarheid jegens allen die het hunne doen om onzen
feestdag regt feestelijk te maken. Aan den Koning die als een trouwe zoon van Oranje
U evenmin gering geacht heeft, als zijn groote^ voorvader dit deed en die tot U komt om uwe
feestvreugde te deelen en eere aan te doen.
Voorts jegens allen die zorge noch moeite gespaard hebben om U een luisterrijken Vierdag
te bereiden. Uwe regeringuwe feestcommissiënhare bijstanders in andere steden en dorpen
van Nederland, aan den edelmoedigen man uit Indië die uw feest zoo mildelijlc bedacht aan uwe
Ontzetvereeniging die zich door niets heeft laten afschrikken om het 8ste Octoberfeest in eere te
helpen houden tot op dezen grooten jubeldag aan den beroemden dichter die den Koning
hulde komt brengen in uwen naamaan hen die zich vereenigd hebben om U in «choone verzen
in lieflijke toonen nog eenmaal die bange maar glorierijke dagen van September en October 1573
als te doen doorleven.
Te wijden vooral door eendragt. Eendragt maakt niet slechts magt maar ook vrolijkheid.
Onder, twist en verdeeldheid kan geen ware vreugde gesmaakt worden, de hymne der dankbaarheid
kan niet zuiver opgaan uit ontstemde gemoederen, daarom mijdt wat verdeelen wat verbitteren kan,
ook zelf hen die meenen dat er tot zoo groote feestvreugde geen oorzaak isof die van
oordeel zijndat luidruchtig feestgebaar de innerlijke feestvreugde des harten schaadt in
een vrijgevochten land als het onze dient men voor 't minst ieder volle vrijheid te laten om zich
te verheugen al of nietof wel om zijne feestvreugde uittedrukken zoo als hij dat verstaat zonder
dat men hen daarom niet een misnoegd hoofdschudden aanziet. Maar bovenal stad- en feest-
genooten wijden wij onze feestvreugde door waardigheiddoor matiging.
De geestdrift kan gloeijen zonder te verzengen de juichtoon kan klinken uit de volle borst maar
zij behoeft niet te krijschenniet te kwetsen.
De waardigheid van het feest moet opgehouden worden door allen, en onder alles niet
enkel de feestkleeding ook de feeststemming moet frisch en rein wezen. Het gansche land houdt
het oog op ons medeburgers van AlkmaarHoe schoonhoe liefelijk zal de getuigenis klin
ken als die ons met regt kan gegeven worden, dat ook van Alkmaar deze Victorie uitging:
„Zij vierden feest in hooge opgewondenheid in dankbare blijdschap met allen luister
maar toch „wel eerlijk," zoodat er orde en eendragt en matiging heerschte, ondanks de uiting,
der innigste der volste feestvreugde. A. L. G. BOSBOOM TOUSSAINT.
in.