i
No. 52,
Vijfenzeventigste
Jaargang.
1873
28 DECEMBER.
gemeenteraad.
/ex
&!2HckcItjfischc iScciciticn
Ihiilscliland.
SSclgio.
Frankrijk.
co
A ft
Zitting van 17 December 1873. No. 18.
Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont.
Tegenwoordig 1L leden. Afwezig volgens kennisgeving
de heeren erschuir en Stuartwegens uitstediglieid eerst
genoemde ten gevolge van de zitting van de le Kamer der
Staten Generaal.
De Voorzitter opent de vergadering waarna
1. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
Zijn medegedeeld de sedert die vergadering ingekomen
stukken.
2. Voorstel van de commissie voor de verordening en tegen
welker overtreding straf is bedreigd tot vaststelling eener
politieverordening op herbergen en logement,en. De liootd-
bepalingeu dezer verordening zijn de volgende: liet hou
den eener tapperij is verboden zonder voorafgaande schrifte
lijke kennisgeving aan den Commissaris van politie. Houders
der bestaande tapperijen doen die kennisgeving binnen 14
dagen na de afkondiging dezer verordening. De tapperijen
worden des nachts met het slaan der klok van 12 uren ge
sloten en niet weder geopend om gelagmakende personen
te ontvangen voor den volgenden dag met zonsopgang. De
personen die zich op het tijdstip der sluiting in de herberg
bevindenmoeten zich verwijderen. Bij bijzondere gelegen
heden kan de Burgemeester van die bepalingen atwijkmg
verleenen. De tapper waarschuwt de politie, zoo men wei
gert te vertrekken. Ieder, die zich m de tapperij bevindt
inoetingeval de orde verstoord wordtzich op de eerste
aanzegging der politie van daar verwijderen. Verpleegden
in de°wees- en armhuizen en als zoodanig aan hunne klee
ding of anderzins kenbaar mogen niet in eene tapperij worden
toegelaten: evenmin kinderen beneden 16 jaren, tenzij ver
gezeld van hen onder wier gezag zij staan, en blijkbaar be-
sckonkenen aan de verpleegden mag ook geen drank worden
verkocht. Onder tapperijen worden begrepen alle koihj hui
zen herbergen drankwinkels kroegen in één woord alle
openbare plaatsenwaar men gelagen zet. De herbergiers
logement- en slaapsteehouders leveren telken morgen voor 9
ure aan den Commissaris van politie in eene nachtlijst over
eenkomstig het register, dat door hen ingevolge art. 475
No. 2 van het Wetb. van Strafr. moet worden gehouden.
Op de overtredingen worden verschillende straffen voorge
dragen. Ter lezing voor de leden gelegd.
3. Voorstel van Burg. en Weth. tot opheffing der Stads
Bank van Leening en om ter uitvoering van dat besluit te be
palen dat nd 1 Julij ISHgeene panden hij de Bank var, Lee
ning te Alkmaar meer zullen worden beleend, dat onmiddelijk
met de liquidatie der bank een aanvang moet worden ge
maakt en dat alle zaken vereffend zijn vóór 1 Januarij 1875.
Wanneer dat voorstel wordt aangenomen, dan zouden Burg.
en Weth. gemagtigd moeten worden om in overleg met
Commissarissen de voor de liquidatie vereischte voorschriften
en maatregelen vasttestellentot het, verleenen van welke
magtiging mede het voorstel wordt gedaan, In een uitvoerig
schrijven zetten Burg. en Weth. de gronden voor dat voor
stel uiteen. Na eerst opgemerkt te hebben wat elders reeds
geschied istoonen zij aandat het tijdstip voor de ophef
fing zeer gunstig is. Uit overgelegde staten blijkt dat het
aantal beleeningen en lossingen na 1862 verminderd is en
na 1868 zelfs aanzienlijk. Het jaar 1872, bij het jaar 1862
vergeleken, geeft een getal van 9420 minder beleende en
van" 8973 minder geloste pandenterwijl de beleensom
f 23657,— en de lossingsom f 18582,— minder was. Er
wordt dus veel minder gebruik gemaakt van de Bank van
Leening dan vóór 10 jaren. Een gevolg daarvan is echter,
dat de balans met een nadeelig saldo sluit, dat uit de ge
meentekas moet worden vergoed en dat natuurlijk grooter
zal worden naar mate het gebruik maken van de bank ver
mindert. De opheffing is alzoo in het, belang der gemeente-
finaneiënen haar gemis zal veel minder gevoeld worden
nu het gebruik dat van haar gemaakt wordtzoo aanzien
lijk verminderd is, dan het geval zoude zijn in een tijd,
waarin dat gebruik zeer groot was. Verder wordt betoogd,
hoe de werking dezer instelling, waaromtrent in bijzonder
heden wordt getredenmeer ter bevordering dan ter voor
koming van armoede schijnt te strekken; hoe zij, nu jaarlijks
door de gemeente nadeelige saldo's worden betaaldop zijn
minst een indirecte onderstand wordt aan de behoeftigen uit
de burgerlijke fondsen der gemeente en hoe het eenige be.
zwaar, dat tegen de opheffing kan worden aangevoerddat
particulieren geld op goederen zullen voorschieten of goede
ren met regt van wederinkoop zullen inkoopen van be
hoeftige personen tegen zeer hooge rente in den tegenwoor-
digen tijd veel van zijne kracht heeft verloren.
Gesteld in handen van Commissarissen der Stads Bank
van Leening om berigt en raad.
4. Verzoek van den heer Mr. A. P. de Lar.ge advocaat,
om hem zooveel noodig vergunning te verleenen lot het op
breken en wegruimen van het zich op zijn perceel aan het
Ritsevoort wijk A, No. 644, bevindende riool dat gedeelte
lijk overdekt gedeelte opendwars door dat perceel van
het Ritsevoort eerst door een steeg en vervolgens door
den tuin loopt en vroeger schijnt gediend te hebben om
het stadsriool in het Ritsevoort te doen uitloozen op
de Baansloot en nu na de demping dier sloot dient
om het vuile rioolwater aflevoeren naar eene zich op
de plaats der vroegere Baansloot bevindende zinkput, of hem
medetedeelen de voorwaarden, waarop de Raad bereid zoude
zijn tot de verlegging van genoemd riool te besluiten tot
welke verlegging allezins ruimte en gelegenheid bestaan in
de naast het perceel gelegen brandsteeg, aan de gemeente
toebehoorende.
5. Verzoek van J. Basstra, steenhouwer, om vergunning
tot het gebruiken van 8 centiaren gemeentegrond voor zijne
werkplaats aan de Laat tegenover ae Kapelkerk.
6. Verzoek van 8 bewoners der gedempte Nieuwesloot
tusschen de Hoogstraat en de Krebbesteegom tussclien
die straten eene pomp te plaatsenten einde hun te ver
schaffen het hun thans ontbrekende en voor hen zoo noodige
welwater.
Nos. 4, 5 en 6 gesteld in handen van Burg. en Weth.
om berigt en raad.
7. Verzoek van C. Bitter, gedurende 13 jaren werkzaam
geweest in de Stads-Apotheek en door ouderdom zijne be
trekking niet langer kunnende waarnemen om eene gratifi
catie. Gesteld in handen der vaste commissie van financiën,
o ii berigt en raad.
8. Verzoek van den Waagmeester C. O. Bolten, om be
noemd te worden tot President-Waagmeester.
Ter lezing gelegdopdat de Raad bij eene eventuëele
benoeming daarop zooveel regard kan slaan als hij vermeenen
zal te behooren.
9 tot en met 18. 10 Verzoeken om benoemd te worden tot
Waagmeester, in plaats van den heer Ritter, overleden, te
weten van JM. Hint zenL. Kroon, H. E. ten Kleij, J.M.
Burkunk, J. Post, W. de Weerlh, P. Brouwer, E. D. Ham
burger, J. J). Tander en C. J. Woudenberg.
Gesteld in handen van Burg. en Weth., om bij het op
maken eener aanbeveling daarop zoo veel regard te slaan
als zij zullen vermeenen te behooren.
19. Rapport der commissie van financiën op het voorstel
van Burg. en Weth. om van den post voor onvoorziene uit
gaven der gemeente-begrooting voor 1873 een bedrag van
f 9900,afteschrijven en overteschrijven op den post kosten
van openbare vermakelijkheden ter voldoening der kosten van
de feestviering ter herdenking van Alkmaars Ontzet in 1573.
De commissie, in aanmerking nemende dat bij dergelijkeal-
gemeene feestvieringen de prijzen van alle benoodigdheden
arbeidsloonen enz., veel hooger worden berekend dan in
gewone tijden en dat van die omstandigheid nog meer partij
getrokken wordtwanneer, zoo als hier het geval was, alles
in korten tijd moet worden gereed gemaaktzoo zelfsdat
men verpligt is tot uitgaven zijne toestemming te verleenen
waartoe men in gewone tijden nimmer zoude overgaanacht
het ook beter in uitgaven te berustenwaartegen anders
welligt bezwaren zouden bestaannu de feestviering zoo
goed en zonder eenige stoornis is afgeloopen. Zij stelt voor
zich met het voorstel van Burg. en Weth. te vereenigen en
hen tot voldoening der uitgaven te magtigen. Aan dat ad
vies verbindt zij nog een voorstel. Heeft één gemeente
ambtenaar vele buitengewone bemoeijingen en veel drukte
van de feestviering gehad en zeer veel bijgedragen tot haren
goeden afloop, dan is het zeker de gemeente-architect, en nu
moge hem daarvoor dank zijn betuigd door Burg. en Weth.
bij de algemeene aan verschillende autoriteiten en personen
gerigte dankbetuiging na afloop der feestenwaaraan de
Raad zijne goedkeuring hechtte, zij gelooft dat dien ambte
naar wel in het bijzonder een blijk mag worden gegeven van
des llaads tevredenheid over den door hem bij die gelegen
heid betoonden buitengewonen dienstijver. Zij stelt daarom
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
i/b Ajuiauuicvcu.
9
De inschrijving geschiedt in een der vertrekken van het
raadhuis alhier, op alle Dingsdagen en Vrijdagen in de maand
Januarijdes avonds van 5 tot 7 ure.
De verpligting tot het doen der aangifte berust op den
militiepligtige zeiven bij ongesteldheidafwezigheid of ont
stentenis op zijn vader; is deze overledenop de moeder,
en, zijn beide overledenop den voogd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd maken, tot regt
verstand van het voorgaandede ingezetenen opmerkzaam
op de navolgende bij voorz. wet gemaakte bepalingen, als
Koor ingezeten wordt gehouden
1°. hij wiens vader, of is deze overledenwiens moeder, of,
zijn beide overledenwiens voogd ingezeten is volgens
de wet van 28 Julij 1850 (Staatsblad No. 44);
2°. hij, diegeen ouders of voogd hebbendegedurende de
laatste 18 maanden voor 1». Januarij 1874 binnen Ne
derland verblijf hield
3°. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was,
al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk
verblijf boude.
Koor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling
behoorende tot een Staatwaar de Nederlander niet aan de
verpligte krijgsdienst is onderworpenof, waar ten aanzien
der dienstpligtigheidhet beginsel van wederkeerigbeid is
aangenomen.
Be inschrijving geschiedt
1°. van een ongehuwde in de gemeentewaar de vader, of
is deze overledende moeder, of, zijn beide overleden
de voogd woont
ae eerste steen van het stadhuis gelegd afs van een tempel
des vredes. Gelijk Numa Pompilius de deuren van den tem
pel van Janus had gesloten en het Kapitool stichtte, zoo
besloot ook de Amsterdamsche vroedschap, na het sluiten van
den lang gewenschten vredeeen Raetspalais te bouwen, dat
de gewrochten van Griek en Romein moest overtreffen.
Maar Amsterdam, zoo zong Yondel zoo zwaer
Gekroont en uit Godts schoot bedouwt (met gout
Met zegenvoert kaer oorloghsvlagk
Tot in den ondergaenden dagh
Van 't blozende oosten, en beklimt,
Van daer de steile Noortbeer grimt,
De zuidas met kaer stoute kiel.
Zy mint den vrydom als kaer ziel
En na dien dierbevochten sobat
Zoo kroont ze 't merckvelt van de stadt
Den Vissckersdam met een gebouw
Waarvoor d' Atkener strijeken zou.
Zonen en neven van de vier burgemeesters der stad legden
den eersten steen. Aan Jacob van Kampen en Daniel Jna'"
pert werd de bouw naar bet door hen ingezonden ontwerp
opgedragen. De stadsbeeldhouwer Quedfijn zou voor het
beeld- en. lofwerk zorgen. Aan mannen als Joan Lievensz
Govert Elinck en Eerdiuand Bol werd liet schilderwerk toe
vertrouwd. Vondel leverde de bijschriften, en wist naar aan
leiding der tafereelen uit de geschiedenis v, n Rome en Israël
in den slotregel aan volk en regenten een behartigenswaardig
woord toe te voegenbij voorbeeld
Dus eert een man den Staet in 't amptkern opgeleid.
port door Maetigheit en Trou de Stadt gebout.
:kt geen man van Staet voor gaven noch gerucht.
ye Staet luickt opals 't volk de wetten eert.
Noorsehe heipalen verrees het trotsche gebouw van
ïr en Bremer steen en marmer of, zooals Von-
a „Inwijdinge van 't Stadhuis t' Amsterdam" het
tsche mastbosch neemt bet llaethuis op den rugk.
an Bentkem danst, de Wezerstroom wort, vlugh.
r marmerklip den maetzang volght van Rampen
;rtdie bezweet noch arbeit vliênnoch rampen
iraek nu en dan gesprongen voor hun scheen
dat ze zich verbouweu voor 't Gemeen,
m jaren was het werk voltooid, en op Donderdag
>55 hield de Regeering in het nieuwe stadhuis haar
:ng. De plechtigheid begon met twee predikatiën,
in de Oude, de tweede in de Nieuwe Kerk. Daarop
in optocht van het Prinsenhof naar het nieuwe
ïrblijf: de schout, met de roede van justitie voor-
■rder Burgemeesteren, Schepenen, Oud-Burgemees-
isauriers, Weesmeesteren en Raden, gevolgd door
iecretarissen. Om de menigte ook van buiten Am-
doen toestroomen tot bet feestwerd bet in ver
acht met de kermisdie in plaats van op 1 Sep-
p- 1 Augustus werd gesteld. Twee verschillende
aingen werden aan het belangrijk feit der inwijding
i in 1849 herdacht de Maatschappij tot bevordering
unst na twee eeuwen het leggen van den eersten steen.
Nederland vrij en onafhankelijk bleef, bleef ook
p, in het vredejnar, waarin die vrijheid en onaf-
id voor het eerst door allen werd erkenddoor
tad des lands gesticht, aan zijn bestemming ge-
r Koning Lodewijk die aanvankelijk den Haag en
ht tot zijn residentie had gekozendoch daarna
om in Amsterdam te gaan wonenwerd het als
ikken, en daartoe doet het tot op dit oogenblik,
ook slechts gedurende enkele dagen in bet jaar,
den regel staat het doelloos en ongebruikt. Dat
:1 het plan niettoen Koning Lodewijk bet be-
t den 9den April 1808 een commissie uit de ste-
eering van Amsterdam te Utrecht den Koning
s, zoo goed mogelijk tot paleis hervormd, ter
anbood, luidde het antwoord, «dat Z. M., ten
'oelig zijnde over den wenscli der Amsterdamsche
n Hoogstdenzelven in haar midden te ziende
bieding gaarne aannamdoeli onder volstrekt
t al de daardoor veroorzaakte onkosten ten laste
len van de Kroon; als ook dat Z. M. over het
:t langer zoude beschikken dan tot op den alge-
Ie wanneer het herstel der financiën het bouwen
uw paleis ten koste van de publieke schatkist
.enten einde dat in den Haag te vervangen
de domeinen is wedergegeven. Dat. Amsterdam
Paleis terugbekomealdus eindigde 's Konings
- en hetzelve wederom tot een stadhuis gebruike.
stad er niet een bezat overeenkomstig met den
;r residentiezou ik met den vrede een zoodanig
ben doen stichten."
hetde aanwijzing van het Amsterdamsche
paleis des Konings was slechts een voorloopige
Het is echter reeds meer en te recht, opgemerkt,
Nederland langer schijnt te duren dan wat als
regeling of tijdelijke maatregel is tot stand ge-
iet het Hoogheemraadschap van den Hondsbos-
nen tot Petten tot op het jaar onzes Heeren 1873
jreenkomstig de Provisioneele Ordonnatie van
1 V van het jaar 1555 Zoo staan nog altijd
isdie bij het aanschouwen van buurmanspee-
:t van Alphen's Jantje redeneeren: «Aan een
rol geladenmist men vijf zes pruimtjes niet
:r sterk tegen de verzoeking dan gezegde Jantje,
gehoorzaam zijn en heengaan, voor bet Provin-
tshof als crimineele misdadigers te reebten is
van een zakpistool in ons lieve vaderland straf-
ns een verklaring (declaration) van Lodewijk XV,
Versailles in het jaar 1725. Geen wonder dat
_ig gebruik van het Amsterdamsche stadhuis als
paleis door een Koning uit het geslacht der Bonapartes aan
leiding is geworden tot een blijvend gebruik door vorsten
uit ons nationaal stamhuis.
De toestand is evenwel dezedat het trotsche en schoone
stadhuis door zijn richtiDg tot paleis is verminktbedorven
en gedeeltelijk onherkenbaar gewordenen dat vele van zijn
schoonheden zijn betimmerduit haar verband gebracht en
misplaatst. Met dat al is het verknoeide stadhuis een zeer
ongeschikt paleis gewordenterwijl het tegenwoordige stad
huis weinig overeenkomt met den rang die aan de hoofdstad
onder de gemeenten des rijks toekomt. Welnu aldus luidt
het voorstel waarvan straks werd gewaagd, geeft den Koning
bij gelegenheid van zijn vijfentwintig jarig Koningschap een
voegzaam paleis in het nieuwe gedeelte van Amsterdam
nabij den Amstel of het Vondelpark, en geef het schoone
gebouw van Jacob van Kampen aan zijn oorspronkelijke be
stemming terug. Sloopt weg de beschotten en betimmeringen
en laat het ons bewonderen zooals liet uit de handen des
bouwmeesters kwam. Verbrokkel toch niet uwe krachten
en verspilt niet uwe gelden aan het bijeenbrengen van een
bazar, maar vereenigt u allen gij plaatselijke commissiën
om iets flinks en iets schoons te kunnen schenken.
Behoeft dit voorstel nog opzettelijke aanbeveling? Waar
het niet zich zelf voldoende aanbeveelt, zou elke aanprijzing
zeer zeker vruehteloos blijven. Nog slechts ééne opmerking,
Als C. van der Vijver in zijn «Geschiedkundige beschrij
ving der stad Amsterdam" tot liet tijdstip genaderd is waarop
het beroemde stadhuis tot paleis werd ingericht, vervolgt hij
aldus«Het zal onzen stadgenooten vooral gevorderden in
jarenniet bevreemdenwanneer wij met zekeren weerzin
tot de beschrijving van het Paleis overgaan. De oorzaak
waardoor Amsterdam zijn Kapitool verloor, wekt voorwaar
droevige berinneringente meer, daar men zich na 1813 in
de verwachting, dat het Paleis bij de gelukkige verandering
van zaken weder stadhuis zoude worden zag te leur gesteld.
Wij willen echter deze ontboezeming geenszins hebben aan
gemerkt als verwijt jegens de mannen, die sedert de revolutie
in 1813 aan het hoofd des stedelijken Bestuurs stonden. Veeleer
gelooven wij, dat zij evenzeer hebben gewensoht, dat Amstels
burgerij weder in het bezit van haar Kapitool mogte komen,
doch dat onoverkomelijke zwarigheden alleen dien wensch
hebben verijdeld."
Zou het eindelijk eens tijd worden om de droevige herin
nering, die dit stadhuis als paleis voortdurend bij ons moet
opwekken voor goed uit te wisschen 'Geen gunstiger en
gepaster oogenblik daartoe dan het aanstaande zilveren kroo-
ningsfeest. Thans zullen de zwarigheden wel niet onover
komelijk zijn. W. v. d. K.
Pruisen. De heer Lubienski heeft den 16 in het Huis
der Afgevaardigden de regeerjng geïnterpelleerd over een
besluit der provinciale schoolcommissie van Posen van 17 Sept.,
waarbij aan de ouders van r. o. leerlingen der hoogere scholen
verboden wordt om deze kinderen privaat godsdienstonderwijs te
laten genieten; hij vroeg wat de regeering dacht te doen om
aan dezen droevigen toestand een einde te maken. De mi
nister Palk antwoordde dat de aartsbisschop Ledochowski
geen genoegen nemende met, de bepaling, dat voor het on
derwijs de taal gebruikt wordt van de meerderheid der leer
lingen en verlangende voor het godsdienstonderwijs uitsluitend
het poolsch te bezigeneen afzonderlijke school voor dat
onderwijs bad opgericht, waarin de van regeeringswege we
gens bun verzet ontslagen onderwijzers waren aangesteld en
de leerlingen van anti-nationale denkbeelden wérden door
drongen blijkbaar aan de onder hen bestaande gisting.
Daarom had de regeering, op straf van wegzending van de
hoogere scholen, het bezoeken van die godsdienstschool, maar
geenszins het bijwonen van elk privaat godsdienstonderwijs
verboden.
Bij de tweede lezing van het ontwerp tot invoering van
het verplichte burgerlijk huwelijk, op den 18, is verworpen
art. 6, 't welk de aanstelling van geestelijken tot. ambtenaren
van den burgerlijken stand zelfs naast de anders daartoe
aangestelde ambtenaren wilde toelaten. Een amendement
van den heer Richter, om als maatregel van overgang de
aanstelling van geestelijken tot 1 Januari 1877 te veroorloven,
werd aangenomen, maar wijl het niet vooraf ingediend, noch
gedrukt rondgedeeld was, is het den volgenden dag op nieuw
in stemming gebracht en toen met eene kleine meerderheid
verworpen. Daarentegen is een voorstel aangenomen om de
regeering te vergunnen, bij ontstentenis van andere geschikte
personen, geestelijken met het houden der registers te belas
ten, alsmede een ander amendement, om bet toezicht op het
houden der registers niet aan bet openbaar ministerie, maar
aan de rechtbanken van eerste instantiebehoudens hooger
beroep op bet hof van appèloptedragen. Den 20 is de
tweede leening afgehandeld en het Huis tot 12 Januari
verdaagd.
De aartsbisschop Ledochowski, de wij-bisschop Janiszewski
en de voormalige veld-proost Namszanowskihebben de hen
door de catholieke kiezers aangeboden candidatuur voor den
Rijksdag afgeslagen.
De regeering heelt een wetsontwerp ingediend betreffende
de deelneming van staats-ambtenaren aan bet bestuur van
winstgevende ondernemingen. De goedkeuring van den mi
nister wordt daartoe vereischt, en kan niet gegeven worden
wanneer aan de betrekkingen geldelijk voordeel verbonden is.
Het Heerenbuis heeft het door de Afgevaardigden aange
nomen voorstel tot afschaffiug der dagbladzegelbelasting ver
worpen; ten vorigen jare had het Huis zelf de wenschelijk-
heid der afschaffing uitgesproken.
De bisschoppelijke eed, waarvoor bij kon. besluit van den 6
een nieuw formulier is vastgesteld, behelst thans ook de ge
lofte om de wetten van den Staat nauwgezet na te komen
en niet meer de verzekering, dat de naleving van het beloofde
te getrouwer zal geschiedenuit overtuiging dat de eed aan
den Paus en de Kerk tot niets verplichtdat met den eed
van trouw en onderdanigheid aan den Koning in strijd kan zijn.
Beieren. De commissie, onlangs benoemd om de regeering
van advies te dienen omtrent de erkenning van den oud-ca-
tholieken bisschop, heeft zich eenstemmig voor die erkenning
verklaard.
Mecklenburg. De Landdag is geslotenzonder dat de
beoogde herziening der constitutie tot stand is gekomen. De
regeering belooft de bijeenroeping van eenen buitengewonen
Landdagter verdere beraadslaging over dit onderwerp.
Hessen. De oud-catholieke bisschop Reinkens is door de
regeering erkend.
Saksische Hertogdommen. De Landdagen van Saksen-
Gotha en Saksen-Co burg, die tot dusver zich voor enkele
gevallen vereenigden, zullen voortaan ééne Vergadering uit
maken, welke beurtelings in de beide hoofdsteden bijeenkomt,
en 19 leden voor Gotlia en 11 voor Coburg tellen zal. De
rechtspleging en wetgeving zullen voortaan gemeenschappelijk
zijn en onder één beheer staanmet gelijke verdeeling der
kosten. Eene door de regeering voorgestelde verhooging der
reis- en verblijfkosten voor de Afgevaardigden van 2^ tot
4 tk. daags is door den Landdag onbaatzuchtig verworpen.
Oldenburg. Dezer dagen is het lOOjarig zelfstandig be
staan van het Groothertogdom plechtig gevierd.
De Senaat heeft den 18 de wetsvoordracht tot beperking
der zilver-aanmunting met alg. st. aangenomen.
De laatste der door de krijgsraden van Versailles wegens