1874.
No. 1.
Zesenzeventigste
Jaargang.
1874.
Insclirjjving voor de Brandweer,
e;a
ZONDAG
JANUARI.
©fftctcel (Ocbccltc
zonder ecuigc uitzondering.
flickclijfisclic ficrirfilet)
S)uitschland.
ISelgie.
Frankrijk.
AL
M
0 I! 11 A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O, GS, franco per post f O,*»®.
afzonderlijke nommers S Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON.
SCHUTTER IJ.
Ter Secretarie zijn ter afhaling gereed de paspoorten van
bendie tot ontslag geregtigd zijn.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
voldoende aan den inhoud der circulaire van Heeren Gede
puteerde Staten der provincie Noordholland, van 11 Julij
1814 No. 73 (Prov. blad No. 61).
Brengen mits deze ter kennis van de ingezetenen hunner
gemeente de bepalingen der wet van I Maart 1815 (Staats
blad No. 2), luidende als volgt:
1. Dat op Zondagen en op zoodanige godsdienstige feest
dagen, als door de kerkgenootschappen van de Christelijke
godsdienst dezer landen algemeen bekend en gevierd worden,
niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verrigt
worden, welke de godsdienst zouden kunnen storen, maar dat
in het algemeen geen openbare arbeid zal mogen plaats hebben,
dan ingeval van noodzakelijkheid, als wanneer de plaatselijke
regeering daartoe schriftelijke toestemming zal geven.
2. Dat op deze dagenmet uitzondering van geringe eet
waren, geene koopwaren hoegenaamd op markten, straten of
openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht,
en dat kooplieden en winkeliers hunne waren niet zullen
mogen uitstallennoch met open deuren verkoopen.
3. Dat gedurende den tijd, voor de openbare godsdienst
oefening bestemd, de deuren der herbergen en andere plaat
sen alwaar drank verkocht wordt, voor zooverre dezelve binnen
den besloten kring der gemeente liggen, zullen gesloten zijn
geenerhande spelen, hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen
plaats hebben.
4. Dat geene openbare vermakelijkheden, zoo als schouw
burgen, publieke danspartijen, concerten en harddraverijen op
de Zon- en algemeene feestdagen zullen gedoogd worden
zullende het aan de plaatselijke besturen worden vrijgelaten,
hieromtrent eene uitzondering toe te staanmits 'niet dan
na het volkomen eindigen van alle godsdienstoefeningen.
5. Dat de plaatselijke polieie zal zorg dragen, ten einde
»*.e hinderlijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der
gebouwen tot de openbare eeredienst bestemd en in het al
gemeen alles, wat dezelve zouden kunnen hinderlijk zijn, te
voorkomen of te doen ophouden.
6. Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit besluit,
naar gelang van personen en omstandigheden zullen gestraft
worden met eene boete van niet hooger dan vijf en twintig
gulden, of met eene gevangenis van niet langer dan drie
dagen voor de overtreders, die buiten staat mogten zijn deze
boete te betalen.
7. Dat bij eene tweede overtreding de boete of straf zal
verdubbeld worden en al de te koop gelegde of uitgestalde
goederen verbeurd verklaard en de herbergen of andere pu
blieke plaatsen voor ééne maand gesloten.
En dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede
niet overeenkomende provinciale of plaatselijke reglementen
en inrigtingen zullen gehouden worden voor vervallen.
Burgemeester en lf ethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
2 Jan. 1874. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BU RGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
verzoeken de ingezetenen hunne rekeningen ten laste der
g-emeente over 1873 ten spoedigste inteleveren bij den ge
"meente-architect.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
4 Jan. 1874. De Secretaris
NUHOUT van des VEEN.
Aan de OPENBARE BURGERSCHOOL te ALKMAAR
wordt voor het gewoon lager ouderwijs, gevraagd: een derde
HULPONDERWIJZER, op eene jaarwedde van f 500.
Sollicitanten worden verzocht hunne stukken vrachtvrij
intezenden aan het Gemeentebestuur, vóór 15 Januarij 1874.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, 7 Januarij 1874, des middags ten
12 ure. A aniens den Voorzitter van den Raad,
NUHOUT van der VEEN.
ter gemeentesecretarie, op DINGS DAG, WOENS-
DAG en DONDERDAG van iedere week in de maand
Januarij 1874, des morgens van 12 tot 2 ure en
s avonds van 6 tot 7 ure, van alle manspersonen
van 20 tot 60 jaren oud en te Alkmaar wonende,
Daar staat het, het nieuwe jaartal, voor het eerst,.
Wien heugt het met, als ware bet gisteren geschied,
dat hij voor de eerste maal 1873 schreef? Zoo gaan
ze voorbijde jaren, en wij, bet levende menschenge-
slachtruet de jaren. Vol hoop en goeden moed en met
iet beste vertrouwen op den goeden uitslag van al onze
ondernemingen aanvaarden wij onze taak in bet algemeen
maatschappelijk leven. Wij slaan de band aan den arbeid
en als wij nu meenen nog nauwelijks de voorbereidende maal-
egelen ten einde gebracht, of op zijn hoogst met het eigen
lijke werk een begin gemaakt te hebben, daar bespeuren wii
eensklapsda,t reeds een groot deel van den dag, die ons
voor onze taak is toegestaan, is voorbij gegaan, en dat, eer
der dan wij verwachten, de nacht zal komen waarin niemand
werken kan, en wij roepen met Poot uit:
Tot 's rntddagsbij gelijkenis
Heb ik geslapen op den akker;
Nu word ik met beschaamheid wakker,
En zie dat het zoo laat al is.
Nu kunnen ongetwijfeld beschouwingen van dezen aard
eiken dag worden gehouden; maar_er is een algemeen aan
genomen tijrl voor het afsluiten der rekeningen en het op
maken van de balans, en liet einde van een jaarkring noopt
ons sterker dan eenig ander tijdstip tot de vraag: waar gaan
wij heen gaan wij den goeden weg gaan wij vooruit
By die vragenzoo algemeen gesteldwijkt de menseh
die voorbij gaatop oen achtergrond om plaats te maken
voor de menschlieid die blijft.
Er zijn er, en hun getal is niet geringdie beweren dat
er van vooruitgang geen sprake kan zijnimmers dat wij
op een v erkeerden weg zijn en terug moeten tot op het punt
waar wij den goeden weg hebben verlaten, om van daar op nieuw
onzen tocht te vervolgen. Elke schrede nu op een verkeer
den weg, waarvan terugkeer noodzakelijk is, is een stap
achterwaarts. Als de mannendie aldus den vooruitgan"-
loochenen ons wijzen op al het gebrekkige en verkeerde dat
onzen tijd aankleeit, dan hebben zij rijke en ruime stof voor
liet schetsen van een allerongunstigst tafereel. Armoede is
ook thans het onverbiddelijk lot van duizendenharde on
verpoosde arbeid arbeid niet zeldendie de krachten
sloopt en de gezondheid knaktis thans even als vroeger
voor duizenden het eeuige middel om een leven te rekken
waarin de vreugde bij uren, de smart bij dagen wordt ge
teld. In den moeilijken strijd voor het stoffelijk bestaan
kan door nog eens duizenden niet gedacht worden aan de
ontwikkeling der hoogere vermogens, Hun geest een
menscbelijke geest, nogtlians is tot den zeer beperkten
kring hunner dagelijksche omgeving gedoemd en hun oo°-
is met in staat een enkelen blik daar buiten te werpen in
de werkplaats des Oneindigen in de natuur en de geschiede
nis der menschkeid. Oorlogen worden er gevoerd bij dui
zendtallen worden de slachtoffers geteld, en vreeselijk is de
verwoesting van wat met inspanning van krachten in jaren
van orde lS tot stand gebracht. Ziekten komen van verre
tot ons, en teekenen haar noodlottigen tocht over de aarde
m een lange rij van stervenden, en de hongersnood spookt
met zijn ontvleesde kaken rond onder de volken van het oos
ten, onder de vlag der westersche beschaving!
Zeker, het tafereel is somber genoeg en toch bewijst
het mets, mets ten nadeele van onzen tijd in vergel iikin
van vroegere diensten. Niet dit wordt ontkend, dat de te
genwoordige toestand van menschen en volken verre van
volmaakt, zelfs van bevredigend is, de vraag is: is hij slech
ter dan vroegere toestanden? En hier schiet het bewijs te
kort. Onze tijd kent armoede, bittere armoede, maar waar
zijn thans de streken waar de bevolking omkomt van ge-
u6 iiarde e,n onverpoosde arbeid is voor de meesten nog
altijd onvermijdelijk maar is daar geen ernstig streven om
dien arbeid met langer een slavenarbeid te doen zijn, om hem
te verkorten en te verzachten F Tal van gemakken en ge
noegens des levens vallen onder het bereik eeuer groote
scharedie vroeger het deel van enkelen waren. Op aller
lei wijze wordt beproefd de onwetenheid te verdrijven en
aan de groote menigtedie worstelt om de nooddruft des
lichaamseenig voedsel te geven voor de ziel. Zeker, het
kan met geloochend worden, dat die pogingen tot nog toe
dikwijls geheel zijn mislukten onder de gunstigste omstan
digheden nog zeer gebrekkige en onvoldoende uitkomsten
hebben gehad. En waarom zou men het niet erkennen?
Verlichting- verademing te schenken aan de armoede en
gebrek lijdende of letterlijk om haar bestaan worstelende
menschkeid is geen lichte taakheronderzoek alleen naar de
middelen waardoor, naar den weg waarop dat doel te be
reiken zou zijuvordert de aandacht cu de belangstelling
van meer dan één menschengeslackt. Zoeken en tasten is
het tot dusverre gebleven, en waar men blijkbaar op den
goeden weg is, daar is die weg versperd of belemmerd door
hindernissen die onoverkomelijk schijnen s e h ij n e n
maar daarom nog niet bewezen inderdaad onoverkomelijk te
z ij nal weet men thans de middelen nog niet aan te wij
zen om ze te overwinnen. De besmetting plant zich ook
thans nog voort van stad tot stad en van bet eene land in
bet andere; maar, al is men niet in staat haar te keeren
zijn dan de pogingen ook vruchteloos geweest om haar ge
weld te breidelen? Of sterven nog geheele steden vooreen
deel uit aan de pest Oorlogen woeden als vroeger, maar
ouder ernstig protest, en steeds dringender wordt de vraa<*
aan de orde gesteld: wat is er te doen om ze te voorko"
men En waar de slagvelden rooken van het bloed daar
waait de genius der menschheid rond onder de schaduw van
bet Roode Kruis, als eene andere Rachel hare kinderen
zoekende.
Gemakkelijk is het met dit deels vruchteloos, deels onvol
doend zoeken naar verbetering van levenslotnaar verzach
ting van lijden en voorkoming van ellende te spottener
ongeloovig de schouders over op te halen of medelijdend te
grimlachen. Zegt eens, hoogwijze en zeer verstandige man
nen die dit alles dwaasheid achthoe lang is men reeds
met deze zaken bezig Sedert hoe lang denkt men er over,
onderzoekt men en beproeft men hier of daar iets met zwakke
krachten Sedert eeuwen misschien of wel sedert weinige
j japen? En jaren wat zijn ze waar het zulke vraagstukken
geldt Uren en oogenblikken, niets anders. En reeds wilt
gij den staf breken over dat begin van onderzoekover die
eerste wankelende schreden op een geheel nieuwen weg over
dien eersten strijd om een schemering van licht in den zwar
ten nacht Inderdaad, zulk eeu voorbarigheid werd tot nog
toe geen kenmerk van rijpe wijsheid of helder verstand geacht.
Dat, liet bewustheid van de groote krankheden onzer tegen
woordige toestanden is ontw-aakt, en met den dag helderder
wordt,dat alleen is reeds eeu groot voordeeleen teeken
des tijdswaarop wij roem mogen dragen. Het geweten der
menscliheid heeft gesproken en spreekt dagelijks luideren
dat geeft hoop op een betere toekomst. Die stem laat zich
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
f met smorenmen zal eiken dag strenger eischen doen. Zij
zal ons geen rust latenzoo wij niet ijverig zoeken naar de
I micideten om de kwalen onzer maatschappij te bestrijden, en,
waar wij ze gevonden hebbenze niet met al ons vermogen
m praktijk brengen. "Wel trachten wij dien eischdie ons
ij st°ort m ons rustig genotaf te wijzen met een groramig
"ben ik mijns broeders hoeder?" Wel betoogen wij dat bet
aan onzen goeden ^wil niet hapertmaar dat de "broeder"
zelf met "gehoed wil wordenmaar ook die uitvluchten
j baten ons niet. Als de „broeder" niet begrijpt wat goed
i voor hein is, dan moet, hij bet leeren, wordt ons geantwoord,
en is hij daartoe te oud geworden, welnu, leert het dan zijne
kinderen. Mogelijk zullen zijn kleinkinderen of achterklein
kinderen er iets van beginnen te begrijpen. Zulk een werk
is met de taak van één geslacht; maar laat ons alvast he-
gunnen. Zoo wij onzen plicht doen, kunnen wij de voort
zetting van het werk veilig overlaten aan die na ons komen
Maar de vroegere geslachten waren zedelijker en gods-
dienstiger, wordt beweerden daarom ook meer tevreden
met het hun toebedeelde lotmet den stand waarin de
Schepper hen had geplaatst. Zou het waar zijn Wat de
zedelijkheid betreftis er stellig geen grond om vori°-e
eeuwen boven de tegenwoordige te stellen. Maar dan het
meer of minder godsdienstige van het tegenwoordige ge
slacht Ziedaar een vraag waaromtrent de meeningen schrik
barend moeten uiteenloopen, omdat men het al dadelijk vol-
stiekt niet eens is over de vraag, waarin het ware godsdienstige
eigenlijk bestaat. Bij dit groot verschil van gevoelen kunnen
wij wel niet anders dan het bekende "uit de vruchten kent
men den boom" in toepassing brengen, en dan blijft er van
die hooggeroemde tevredenheid met het lot al bitter weinig
over. Dat men naar lotsverbetering streeft, is zeker op zich
zelf niet te veroordeelen; aizoo evenmin het openlijk bespre
ken van de middelen die daartoe kunnen leiden. Integendeel
mag men zich er over verheugen dat dit o p e n 1 ij k geschiedt
en dat men niet in het duister mokt en samenspant. Dat
somtijds verkeerde middelen worden beproefd, is te betreuren,
meestal in de eerste plaats om hen die ze beproeven en er
zeiven de slachtoffers van zijn; maar waar die middelen op
zich zelf mets misdadigs of ongeoorloofds bevattenheeft
men nog geen recht om een veroordeeling uit te spreken
over hen die ze meenen te moeten aangrijpen. Dit mag gelden
van die werkstakingen, die zonder voldoende reden"en dus
ook zonder gegrond vooruitzicht op welslagen worden on
dernomen. Maar wat vorige eeuwen betreft, heeft men er
dan nooit van gehoord, hoe in ons eigen vaderland, zell's in
de hoofdstad, het gemeen soms dagen achtereen plunderend
en vernielend door de straten trok meester van de stad
omdat de schutterij weigerde haar plicht te doen Men leze
de vreeselijke gebeurtenissen van zulke dagen nog eens over,
voor men de tevredenheid en ingetogenheid van vroegere ge
slachten te zeer verheft.
Er is vooruitgangzeggen wij met volle overtuigingen
het is ons goed die overtuiging te kunnen uitspreken, omdat
zij ons moed en volharding schenkt bij de uiterst moeilijke
taak, die hier te vervullen is. Daarom ook alleen is het
van belang, op dien vooruitgang te wijzen. Niet om te be
toogen dat wij reden hebben om tevreden te zijn en te roemen
op hetgeen is tot stand gebracht. Dit is inderdaad van
luttele beteekems en om tot een beteren toestand te komen
is aller helangstelling, aller samenwerking noodig.
W. v. d. K.
De nieuwe beurs te Brussel is den 27 zeer feestelijk inge
wijd. Het aantal personen, die het met een liefdadi" doel
gegeven mwijdingsbal bijwoonden, bedroeg 4000. De Koninn-,
de Koninginde graaf en de gravin v.Vlaanderen hebbe"n
een paar uren in de feestzaal vertoefd. Het feest is meteen
souper beslotenwaaraan een aantal der aanwezigen hebben
deelgenomen. De nieuwe beurs, tevens bestemd tot gelegen
heid voor bet geven van groote feesten en het houden van
openbare plechtigheden, is een uit- en inwendig prachtig ge
bouw van 80 ellen lang en 40 ellen breed. De Koning
heelt den bouwmeester Léon Suys tot officier der Leopolds
orde benoemd. Den 29 is in de nieuwe beurszaal door het
muziekcorps van het 4e. legioen der brusselsche burgerwacht
ondersteund door eenige verdienstelijke zangers en zangeres
sen een groot concert, ten voordeele der armengegeven,
hetwelk weder door den Koning en de Koningin is bijgewoond'
Het bleek bij deze gelegenheiddat de zaal ten volle aan
de eiseken der acoustiek beantwoordt. Men berekent dat er
na aftrek der kosten, 75000 fr. voor de armen van Brussel
zullen overschietenwaaronder echter eene inschrijving
te hunnen behoeve van 55000 fr. begrepen is. Voor het
bal van den 29 beliepen de entreegelden 51,820 fr.
De Reichs-Anzeiger heeft de wet afgekondigdwaarbij de
bevoeguheiu der Rijkswetgeving wordt uitgebreid tot het ge
bied van het geheele burgerlijk recht. Voorts beeft bet offi-
cieele blad het keiz. besluit ter uitschrijving der eerste ver
kiezingen voor den Rijksdag in den Elzas en Lotharingen
op 1 Februari opgenomen, alsmede de bekendmaking, dat de
leden van den Rijksdag gedurende en 8 dagen voor en na
de zittingen kosteloos gebruik kunnen maken van alle duit-
sche spoorwegen.
Ten gevolge van de jongste stormen hebben de eilanden
op de kusten van Oostfriesland, Mecklenburg en Holstein
weder veel schade geleden. Op sommige plaatsen is zooveel
van de duinen afgeslagen dat spoedige hulp noodig schijnt
om de eilanden bewoonbaar te houden.
Pruisen. De aartsbisschop Ledochowski is den 23 door
de rechtbank te Posen wederom tot 9900 tb. boete veroor
deeld, wegens 11 onrechtmatige aanstellingen van geestelijken.
De minister van eeredienst beeft bepaald, dat de bezoldi-
van den Vorst-bisschop van Breslau, ten bedrage van
12000 tb., wegens bet onbezet laten van eene vacante pas
toorsplaats zal worden ingehouden, totdat die vacature over
eenkomstig de kerkwetten van 11 Mei 1S73 zal zijn aangevuld
De Nationale Bank heeft eene premie van 10000 fr uit
geloofd voor liet aanbrengen of vatten der vervaardigers van
de in omloop gebrachte valsclie banknoten van 100 fr.
Den 22 13 in het Muzeüm voor Schilderkunst te Brussel
in tegenwoordigheid van den Koning en de Koningin, de door
de neder.andsche legatie en de Nederlandsche Maatschappij
ran Liefdadigheid te Brussel, ten behoeve van 2 weldadige
instellingen, ondernomen tentoonstelling geopend bestaande
uit 363 kunstwerken behoorende tot de verzameling van den
beer Suermondt, uit Akendie zich thans metterwoon te
Brusse heeft gevestigd. De Koning heeft aan de commissie
voor de tentoonstelling eene bijdrage van 1000 fr. doen
toekomen.
De regeering beeft van den hertog v. Arenlerq, voor de
„antieke verzameling van het brusselsche muzeüm, een 40tal
voortreffelijke schilderijen van meesters der 14'. en 15'. eeuw
aangekocht, welke niet in de galerij van het Hotel-Aren-
berg geplaatst en zelden gezien waren.
De abt Roverié de Cabriéres, titulair kanunnik en hono
rair vicaris-generaal van Nïmes, mede-arbeider van het blad
l Umvers, is tot bisschop van Montpellier benoemd, in plaats
van msgr. Lecourtier, die onlangs op zijn verzoek ontslagen is.
Bazaine heeft den 2o s avonds Trianon verlaten en is den
volgenden avond op bet eiland S. Marguérite, tegenover
Cannes, aangekomen, om in de citadel aldaar zijne gevan
genschap te ondergaan. Op de inschepingsplaats te Antibes
was, niettegenstaande het late avonduur, eene talrijke menigte
verzameld, waarvan enkele personen aan den gevangene vij
andige kreten deden hooren. Mevrouw Bazaine beeft te
Antibes eene villa gebuurd.
Het portret van den veroordeelden maarschalk is uit de
.zaal der maarschalken in het paleis van Versailles wegge
nomen. Men verzekert dat het, met afwijking van bet gebruik
met verbrand, maar, met een zwart laken bedekt, in het ar
chief van bet muzeüm bewaard zal worden.
Den 23 heeft de Vereeniging der Vrienden van den Vrede
m het Grand-Hotel te Parijs een banket aangeboden aan
bet bntsche Parlementslid Henry Richard, den ijveraar voor
de invoering van een internationaal scheidsgerecht
Het in Mei opgeheven parijsebe radicale blad le Corsaire
o]i de meenmg zijner rechtsgeleerde vrienden afgaande dat
de militaire overheid een blad slechts voor hoogstens 6
maanden mag schorsenis den 22 zonder toestemming of
voorkennis der militaire overheid weder in het licht versche
nen, maar terstond in beslag genomen.
l'rangots Victor Hugo, de tweede zoon en het eenig over
gebleven kind van Victor Hugo, is den 26 te Parijs, in 45j a-
ngen ouderdom, overleden. Hij was niet alleen staatkundig
schrijver (tijdens bet beleg van Parijs gaf hij met zijnen
broeder Charles i/le Rappelin het licht), maar ook een zeer
verdienstelijk letterkundigeen laat eene volledige fransclie
vertaling der werken van Shakespeare na. Zijne burgerlijke
begrafenis bad den 28 plaatsen werd bijgewoond door
zijnen vader, vele voorname radicalen en ongeveer 15000
personen. De heer Louis Blanc voerde het woord bij het graf
Verscheidene bisschoppen hebben sedert de verschijning
der jongste pauselijke Encyelica mandementen uitgevaardigd"
waarin een zeer vijandige toon tegen sommige buitenlandsche
gouvernementen, inzonderheid tegen dat van Duitschland
wordt aangeslagen. Zulks wordt door verscheidene conser-
vatieve organen afgekeurdinzonderheid de heftige uitval
tegen de duitsche regeering van den bisschop van N lines
msgr. Plantier.
Naar verzekerd wordt heeft de minister van onderwijs en
eeredienst, bij een in gematigden toon gestelde circulaire, de
bisschoppen op de moeilijkheden gewezen, waarin de regeering
zou kunnen gewikkeld worden door scherpe oordeelvellino-en
van de geestelijkheid over buitenlandscbe mogendhedenen
een beroep gedaan op hunne vaderlandsliefde, ten eindezoo-
danige^ verwikkelingen te voorkomen. Ook meldt mendat
de, duitsche gezant, in een gesprek met deu minister vau
buit. zaken, zijne bedenkingen omtrent de mandementen der
bisschoppen van Nïmes en Angers beeft doen kennen, en dat
de minister hem toen de door zijnen ambtgenoot reeds uit
gevaardigde circulaire beeft voorgelezen.
De parijsche vereeniging, die ten vorigeu jare de in de
hoofdstad gevestigde behoeftige uitgeweken elzassers en
lotbaringers een Kersfeest bereidde, beeft dit op den eersten
Kersdag herhaald in de zaal van bet Elysée-Montmartre. 1170
Gezinnen, een aantal van 2150 kinderen vertegenwoordigende,
waren tot bijwoning van het, door de muziek der republi
kein -cbe garde opgeluisterde, feest genoodigd, en voor ieder
kind werd eene waarde van 10 fr. aan kleederen, speelgoed,
boeken en lekkernijen uitgereikt.
Den 2/ beeft in eene fabriek van slaghoedjes voor kinder
geweren, in de parijsche voorstad S. Antoine eene ont
ploffing plaats gehadten gevolge waarvan 5 vrouwelijke
werklieden omgekomen en 5 of 6 andere zwaar gewond zijn.
Eene dezer laatsten is sedert bezweken.
Nationale ergadering. De dezer dagen aangenomen
begrooting der Vergadering beloopt 8,654,000 fr.
Het linkercentrum heeft een nieuwen voorzitter verkozen
in de plaals van den lieer Leon Say, en wel den heer Léon
de Malleville, die meer genegen is tot nauwer aanhaling van
den band tusschen dat centrum en de linkerzijde.
Den 23 heeft de lieer Soubeyran bet vraagstuk van den
muntstandaard ter spraak gebracht en verlangd de instruc
tion te vernemen, welke de regeering aan hare gedelegeerden
bij de muntconfcrenlie dacht te geven. Hij meende, dat
1' rank rijk zich van de banden der Latijnscbe Unie los maken,
en in geen gei al bet vraagstuk vau den standaard aanroeren
moestdaar bij van eene demonetisatie van bet zilver ern
stige gevaren voor Erankrijk vreesde. De minister Magr.e