1874. No. 1. Zesenzeventigste Jaargang. 1874. Insclirjjving voor de Brandweer, e;a ZONDAG JANUARI. ©fftctcel (Ocbccltc zonder ecuigc uitzondering. flickclijfisclic ficrirfilet) S)uitschland. ISelgie. Frankrijk. AL M 0 I! 11 A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O, GS, franco per post f O,*»®. afzonderlijke nommers S Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON. SCHUTTER IJ. Ter Secretarie zijn ter afhaling gereed de paspoorten van bendie tot ontslag geregtigd zijn. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR voldoende aan den inhoud der circulaire van Heeren Gede puteerde Staten der provincie Noordholland, van 11 Julij 1814 No. 73 (Prov. blad No. 61). Brengen mits deze ter kennis van de ingezetenen hunner gemeente de bepalingen der wet van I Maart 1815 (Staats blad No. 2), luidende als volgt: 1. Dat op Zondagen en op zoodanige godsdienstige feest dagen, als door de kerkgenootschappen van de Christelijke godsdienst dezer landen algemeen bekend en gevierd worden, niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verrigt worden, welke de godsdienst zouden kunnen storen, maar dat in het algemeen geen openbare arbeid zal mogen plaats hebben, dan ingeval van noodzakelijkheid, als wanneer de plaatselijke regeering daartoe schriftelijke toestemming zal geven. 2. Dat op deze dagenmet uitzondering van geringe eet waren, geene koopwaren hoegenaamd op markten, straten of openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht, en dat kooplieden en winkeliers hunne waren niet zullen mogen uitstallennoch met open deuren verkoopen. 3. Dat gedurende den tijd, voor de openbare godsdienst oefening bestemd, de deuren der herbergen en andere plaat sen alwaar drank verkocht wordt, voor zooverre dezelve binnen den besloten kring der gemeente liggen, zullen gesloten zijn geenerhande spelen, hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats hebben. 4. Dat geene openbare vermakelijkheden, zoo als schouw burgen, publieke danspartijen, concerten en harddraverijen op de Zon- en algemeene feestdagen zullen gedoogd worden zullende het aan de plaatselijke besturen worden vrijgelaten, hieromtrent eene uitzondering toe te staanmits 'niet dan na het volkomen eindigen van alle godsdienstoefeningen. 5. Dat de plaatselijke polieie zal zorg dragen, ten einde »*.e hinderlijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der gebouwen tot de openbare eeredienst bestemd en in het al gemeen alles, wat dezelve zouden kunnen hinderlijk zijn, te voorkomen of te doen ophouden. 6. Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit besluit, naar gelang van personen en omstandigheden zullen gestraft worden met eene boete van niet hooger dan vijf en twintig gulden, of met eene gevangenis van niet langer dan drie dagen voor de overtreders, die buiten staat mogten zijn deze boete te betalen. 7. Dat bij eene tweede overtreding de boete of straf zal verdubbeld worden en al de te koop gelegde of uitgestalde goederen verbeurd verklaard en de herbergen of andere pu blieke plaatsen voor ééne maand gesloten. En dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede niet overeenkomende provinciale of plaatselijke reglementen en inrigtingen zullen gehouden worden voor vervallen. Burgemeester en lf ethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 2 Jan. 1874. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. BU RGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR verzoeken de ingezetenen hunne rekeningen ten laste der g-emeente over 1873 ten spoedigste inteleveren bij den ge "meente-architect. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 4 Jan. 1874. De Secretaris NUHOUT van des VEEN. Aan de OPENBARE BURGERSCHOOL te ALKMAAR wordt voor het gewoon lager ouderwijs, gevraagd: een derde HULPONDERWIJZER, op eene jaarwedde van f 500. Sollicitanten worden verzocht hunne stukken vrachtvrij intezenden aan het Gemeentebestuur, vóór 15 Januarij 1874. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, 7 Januarij 1874, des middags ten 12 ure. A aniens den Voorzitter van den Raad, NUHOUT van der VEEN. ter gemeentesecretarie, op DINGS DAG, WOENS- DAG en DONDERDAG van iedere week in de maand Januarij 1874, des morgens van 12 tot 2 ure en s avonds van 6 tot 7 ure, van alle manspersonen van 20 tot 60 jaren oud en te Alkmaar wonende, Daar staat het, het nieuwe jaartal, voor het eerst,. Wien heugt het met, als ware bet gisteren geschied, dat hij voor de eerste maal 1873 schreef? Zoo gaan ze voorbijde jaren, en wij, bet levende menschenge- slachtruet de jaren. Vol hoop en goeden moed en met iet beste vertrouwen op den goeden uitslag van al onze ondernemingen aanvaarden wij onze taak in bet algemeen maatschappelijk leven. Wij slaan de band aan den arbeid en als wij nu meenen nog nauwelijks de voorbereidende maal- egelen ten einde gebracht, of op zijn hoogst met het eigen lijke werk een begin gemaakt te hebben, daar bespeuren wii eensklapsda,t reeds een groot deel van den dag, die ons voor onze taak is toegestaan, is voorbij gegaan, en dat, eer der dan wij verwachten, de nacht zal komen waarin niemand werken kan, en wij roepen met Poot uit: Tot 's rntddagsbij gelijkenis Heb ik geslapen op den akker; Nu word ik met beschaamheid wakker, En zie dat het zoo laat al is. Nu kunnen ongetwijfeld beschouwingen van dezen aard eiken dag worden gehouden; maar_er is een algemeen aan genomen tijrl voor het afsluiten der rekeningen en het op maken van de balans, en liet einde van een jaarkring noopt ons sterker dan eenig ander tijdstip tot de vraag: waar gaan wij heen gaan wij den goeden weg gaan wij vooruit By die vragenzoo algemeen gesteldwijkt de menseh die voorbij gaatop oen achtergrond om plaats te maken voor de menschlieid die blijft. Er zijn er, en hun getal is niet geringdie beweren dat er van vooruitgang geen sprake kan zijnimmers dat wij op een v erkeerden weg zijn en terug moeten tot op het punt waar wij den goeden weg hebben verlaten, om van daar op nieuw onzen tocht te vervolgen. Elke schrede nu op een verkeer den weg, waarvan terugkeer noodzakelijk is, is een stap achterwaarts. Als de mannendie aldus den vooruitgan"- loochenen ons wijzen op al het gebrekkige en verkeerde dat onzen tijd aankleeit, dan hebben zij rijke en ruime stof voor liet schetsen van een allerongunstigst tafereel. Armoede is ook thans het onverbiddelijk lot van duizendenharde on verpoosde arbeid arbeid niet zeldendie de krachten sloopt en de gezondheid knaktis thans even als vroeger voor duizenden het eeuige middel om een leven te rekken waarin de vreugde bij uren, de smart bij dagen wordt ge teld. In den moeilijken strijd voor het stoffelijk bestaan kan door nog eens duizenden niet gedacht worden aan de ontwikkeling der hoogere vermogens, Hun geest een menscbelijke geest, nogtlians is tot den zeer beperkten kring hunner dagelijksche omgeving gedoemd en hun oo°- is met in staat een enkelen blik daar buiten te werpen in de werkplaats des Oneindigen in de natuur en de geschiede nis der menschkeid. Oorlogen worden er gevoerd bij dui zendtallen worden de slachtoffers geteld, en vreeselijk is de verwoesting van wat met inspanning van krachten in jaren van orde lS tot stand gebracht. Ziekten komen van verre tot ons, en teekenen haar noodlottigen tocht over de aarde m een lange rij van stervenden, en de hongersnood spookt met zijn ontvleesde kaken rond onder de volken van het oos ten, onder de vlag der westersche beschaving! Zeker, het tafereel is somber genoeg en toch bewijst het mets, mets ten nadeele van onzen tijd in vergel iikin van vroegere diensten. Niet dit wordt ontkend, dat de te genwoordige toestand van menschen en volken verre van volmaakt, zelfs van bevredigend is, de vraag is: is hij slech ter dan vroegere toestanden? En hier schiet het bewijs te kort. Onze tijd kent armoede, bittere armoede, maar waar zijn thans de streken waar de bevolking omkomt van ge- u6 iiarde e,n onverpoosde arbeid is voor de meesten nog altijd onvermijdelijk maar is daar geen ernstig streven om dien arbeid met langer een slavenarbeid te doen zijn, om hem te verkorten en te verzachten F Tal van gemakken en ge noegens des levens vallen onder het bereik eeuer groote scharedie vroeger het deel van enkelen waren. Op aller lei wijze wordt beproefd de onwetenheid te verdrijven en aan de groote menigtedie worstelt om de nooddruft des lichaamseenig voedsel te geven voor de ziel. Zeker, het kan met geloochend worden, dat die pogingen tot nog toe dikwijls geheel zijn mislukten onder de gunstigste omstan digheden nog zeer gebrekkige en onvoldoende uitkomsten hebben gehad. En waarom zou men het niet erkennen? Verlichting- verademing te schenken aan de armoede en gebrek lijdende of letterlijk om haar bestaan worstelende menschkeid is geen lichte taakheronderzoek alleen naar de middelen waardoor, naar den weg waarop dat doel te be reiken zou zijuvordert de aandacht cu de belangstelling van meer dan één menschengeslackt. Zoeken en tasten is het tot dusverre gebleven, en waar men blijkbaar op den goeden weg is, daar is die weg versperd of belemmerd door hindernissen die onoverkomelijk schijnen s e h ij n e n maar daarom nog niet bewezen inderdaad onoverkomelijk te z ij nal weet men thans de middelen nog niet aan te wij zen om ze te overwinnen. De besmetting plant zich ook thans nog voort van stad tot stad en van bet eene land in bet andere; maar, al is men niet in staat haar te keeren zijn dan de pogingen ook vruchteloos geweest om haar ge weld te breidelen? Of sterven nog geheele steden vooreen deel uit aan de pest Oorlogen woeden als vroeger, maar ouder ernstig protest, en steeds dringender wordt de vraa<* aan de orde gesteld: wat is er te doen om ze te voorko" men En waar de slagvelden rooken van het bloed daar waait de genius der menschheid rond onder de schaduw van bet Roode Kruis, als eene andere Rachel hare kinderen zoekende. Gemakkelijk is het met dit deels vruchteloos, deels onvol doend zoeken naar verbetering van levenslotnaar verzach ting van lijden en voorkoming van ellende te spottener ongeloovig de schouders over op te halen of medelijdend te grimlachen. Zegt eens, hoogwijze en zeer verstandige man nen die dit alles dwaasheid achthoe lang is men reeds met deze zaken bezig Sedert hoe lang denkt men er over, onderzoekt men en beproeft men hier of daar iets met zwakke krachten Sedert eeuwen misschien of wel sedert weinige j japen? En jaren wat zijn ze waar het zulke vraagstukken geldt Uren en oogenblikken, niets anders. En reeds wilt gij den staf breken over dat begin van onderzoekover die eerste wankelende schreden op een geheel nieuwen weg over dien eersten strijd om een schemering van licht in den zwar ten nacht Inderdaad, zulk eeu voorbarigheid werd tot nog toe geen kenmerk van rijpe wijsheid of helder verstand geacht. Dat, liet bewustheid van de groote krankheden onzer tegen woordige toestanden is ontw-aakt, en met den dag helderder wordt,dat alleen is reeds eeu groot voordeeleen teeken des tijdswaarop wij roem mogen dragen. Het geweten der menscliheid heeft gesproken en spreekt dagelijks luideren dat geeft hoop op een betere toekomst. Die stem laat zich De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. f met smorenmen zal eiken dag strenger eischen doen. Zij zal ons geen rust latenzoo wij niet ijverig zoeken naar de I micideten om de kwalen onzer maatschappij te bestrijden, en, waar wij ze gevonden hebbenze niet met al ons vermogen m praktijk brengen. "Wel trachten wij dien eischdie ons ij st°ort m ons rustig genotaf te wijzen met een groramig "ben ik mijns broeders hoeder?" Wel betoogen wij dat bet aan onzen goeden ^wil niet hapertmaar dat de "broeder" zelf met "gehoed wil wordenmaar ook die uitvluchten j baten ons niet. Als de „broeder" niet begrijpt wat goed i voor hein is, dan moet, hij bet leeren, wordt ons geantwoord, en is hij daartoe te oud geworden, welnu, leert het dan zijne kinderen. Mogelijk zullen zijn kleinkinderen of achterklein kinderen er iets van beginnen te begrijpen. Zulk een werk is met de taak van één geslacht; maar laat ons alvast he- gunnen. Zoo wij onzen plicht doen, kunnen wij de voort zetting van het werk veilig overlaten aan die na ons komen Maar de vroegere geslachten waren zedelijker en gods- dienstiger, wordt beweerden daarom ook meer tevreden met het hun toebedeelde lotmet den stand waarin de Schepper hen had geplaatst. Zou het waar zijn Wat de zedelijkheid betreftis er stellig geen grond om vori°-e eeuwen boven de tegenwoordige te stellen. Maar dan het meer of minder godsdienstige van het tegenwoordige ge slacht Ziedaar een vraag waaromtrent de meeningen schrik barend moeten uiteenloopen, omdat men het al dadelijk vol- stiekt niet eens is over de vraag, waarin het ware godsdienstige eigenlijk bestaat. Bij dit groot verschil van gevoelen kunnen wij wel niet anders dan het bekende "uit de vruchten kent men den boom" in toepassing brengen, en dan blijft er van die hooggeroemde tevredenheid met het lot al bitter weinig over. Dat men naar lotsverbetering streeft, is zeker op zich zelf niet te veroordeelen; aizoo evenmin het openlijk bespre ken van de middelen die daartoe kunnen leiden. Integendeel mag men zich er over verheugen dat dit o p e n 1 ij k geschiedt en dat men niet in het duister mokt en samenspant. Dat somtijds verkeerde middelen worden beproefd, is te betreuren, meestal in de eerste plaats om hen die ze beproeven en er zeiven de slachtoffers van zijn; maar waar die middelen op zich zelf mets misdadigs of ongeoorloofds bevattenheeft men nog geen recht om een veroordeeling uit te spreken over hen die ze meenen te moeten aangrijpen. Dit mag gelden van die werkstakingen, die zonder voldoende reden"en dus ook zonder gegrond vooruitzicht op welslagen worden on dernomen. Maar wat vorige eeuwen betreft, heeft men er dan nooit van gehoord, hoe in ons eigen vaderland, zell's in de hoofdstad, het gemeen soms dagen achtereen plunderend en vernielend door de straten trok meester van de stad omdat de schutterij weigerde haar plicht te doen Men leze de vreeselijke gebeurtenissen van zulke dagen nog eens over, voor men de tevredenheid en ingetogenheid van vroegere ge slachten te zeer verheft. Er is vooruitgangzeggen wij met volle overtuigingen het is ons goed die overtuiging te kunnen uitspreken, omdat zij ons moed en volharding schenkt bij de uiterst moeilijke taak, die hier te vervullen is. Daarom ook alleen is het van belang, op dien vooruitgang te wijzen. Niet om te be toogen dat wij reden hebben om tevreden te zijn en te roemen op hetgeen is tot stand gebracht. Dit is inderdaad van luttele beteekems en om tot een beteren toestand te komen is aller helangstelling, aller samenwerking noodig. W. v. d. K. De nieuwe beurs te Brussel is den 27 zeer feestelijk inge wijd. Het aantal personen, die het met een liefdadi" doel gegeven mwijdingsbal bijwoonden, bedroeg 4000. De Koninn-, de Koninginde graaf en de gravin v.Vlaanderen hebbe"n een paar uren in de feestzaal vertoefd. Het feest is meteen souper beslotenwaaraan een aantal der aanwezigen hebben deelgenomen. De nieuwe beurs, tevens bestemd tot gelegen heid voor bet geven van groote feesten en het houden van openbare plechtigheden, is een uit- en inwendig prachtig ge bouw van 80 ellen lang en 40 ellen breed. De Koning heelt den bouwmeester Léon Suys tot officier der Leopolds orde benoemd. Den 29 is in de nieuwe beurszaal door het muziekcorps van het 4e. legioen der brusselsche burgerwacht ondersteund door eenige verdienstelijke zangers en zangeres sen een groot concert, ten voordeele der armengegeven, hetwelk weder door den Koning en de Koningin is bijgewoond' Het bleek bij deze gelegenheiddat de zaal ten volle aan de eiseken der acoustiek beantwoordt. Men berekent dat er na aftrek der kosten, 75000 fr. voor de armen van Brussel zullen overschietenwaaronder echter eene inschrijving te hunnen behoeve van 55000 fr. begrepen is. Voor het bal van den 29 beliepen de entreegelden 51,820 fr. De Reichs-Anzeiger heeft de wet afgekondigdwaarbij de bevoeguheiu der Rijkswetgeving wordt uitgebreid tot het ge bied van het geheele burgerlijk recht. Voorts beeft bet offi- cieele blad het keiz. besluit ter uitschrijving der eerste ver kiezingen voor den Rijksdag in den Elzas en Lotharingen op 1 Februari opgenomen, alsmede de bekendmaking, dat de leden van den Rijksdag gedurende en 8 dagen voor en na de zittingen kosteloos gebruik kunnen maken van alle duit- sche spoorwegen. Ten gevolge van de jongste stormen hebben de eilanden op de kusten van Oostfriesland, Mecklenburg en Holstein weder veel schade geleden. Op sommige plaatsen is zooveel van de duinen afgeslagen dat spoedige hulp noodig schijnt om de eilanden bewoonbaar te houden. Pruisen. De aartsbisschop Ledochowski is den 23 door de rechtbank te Posen wederom tot 9900 tb. boete veroor deeld, wegens 11 onrechtmatige aanstellingen van geestelijken. De minister van eeredienst beeft bepaald, dat de bezoldi- van den Vorst-bisschop van Breslau, ten bedrage van 12000 tb., wegens bet onbezet laten van eene vacante pas toorsplaats zal worden ingehouden, totdat die vacature over eenkomstig de kerkwetten van 11 Mei 1S73 zal zijn aangevuld De Nationale Bank heeft eene premie van 10000 fr uit geloofd voor liet aanbrengen of vatten der vervaardigers van de in omloop gebrachte valsclie banknoten van 100 fr. Den 22 13 in het Muzeüm voor Schilderkunst te Brussel in tegenwoordigheid van den Koning en de Koningin, de door de neder.andsche legatie en de Nederlandsche Maatschappij ran Liefdadigheid te Brussel, ten behoeve van 2 weldadige instellingen, ondernomen tentoonstelling geopend bestaande uit 363 kunstwerken behoorende tot de verzameling van den beer Suermondt, uit Akendie zich thans metterwoon te Brusse heeft gevestigd. De Koning heeft aan de commissie voor de tentoonstelling eene bijdrage van 1000 fr. doen toekomen. De regeering beeft van den hertog v. Arenlerq, voor de „antieke verzameling van het brusselsche muzeüm, een 40tal voortreffelijke schilderijen van meesters der 14'. en 15'. eeuw aangekocht, welke niet in de galerij van het Hotel-Aren- berg geplaatst en zelden gezien waren. De abt Roverié de Cabriéres, titulair kanunnik en hono rair vicaris-generaal van Nïmes, mede-arbeider van het blad l Umvers, is tot bisschop van Montpellier benoemd, in plaats van msgr. Lecourtier, die onlangs op zijn verzoek ontslagen is. Bazaine heeft den 2o s avonds Trianon verlaten en is den volgenden avond op bet eiland S. Marguérite, tegenover Cannes, aangekomen, om in de citadel aldaar zijne gevan genschap te ondergaan. Op de inschepingsplaats te Antibes was, niettegenstaande het late avonduur, eene talrijke menigte verzameld, waarvan enkele personen aan den gevangene vij andige kreten deden hooren. Mevrouw Bazaine beeft te Antibes eene villa gebuurd. Het portret van den veroordeelden maarschalk is uit de .zaal der maarschalken in het paleis van Versailles wegge nomen. Men verzekert dat het, met afwijking van bet gebruik met verbrand, maar, met een zwart laken bedekt, in het ar chief van bet muzeüm bewaard zal worden. Den 23 heeft de Vereeniging der Vrienden van den Vrede m het Grand-Hotel te Parijs een banket aangeboden aan bet bntsche Parlementslid Henry Richard, den ijveraar voor de invoering van een internationaal scheidsgerecht Het in Mei opgeheven parijsebe radicale blad le Corsaire o]i de meenmg zijner rechtsgeleerde vrienden afgaande dat de militaire overheid een blad slechts voor hoogstens 6 maanden mag schorsenis den 22 zonder toestemming of voorkennis der militaire overheid weder in het licht versche nen, maar terstond in beslag genomen. l'rangots Victor Hugo, de tweede zoon en het eenig over gebleven kind van Victor Hugo, is den 26 te Parijs, in 45j a- ngen ouderdom, overleden. Hij was niet alleen staatkundig schrijver (tijdens bet beleg van Parijs gaf hij met zijnen broeder Charles i/le Rappelin het licht), maar ook een zeer verdienstelijk letterkundigeen laat eene volledige fransclie vertaling der werken van Shakespeare na. Zijne burgerlijke begrafenis bad den 28 plaatsen werd bijgewoond door zijnen vader, vele voorname radicalen en ongeveer 15000 personen. De heer Louis Blanc voerde het woord bij het graf Verscheidene bisschoppen hebben sedert de verschijning der jongste pauselijke Encyelica mandementen uitgevaardigd" waarin een zeer vijandige toon tegen sommige buitenlandsche gouvernementen, inzonderheid tegen dat van Duitschland wordt aangeslagen. Zulks wordt door verscheidene conser- vatieve organen afgekeurdinzonderheid de heftige uitval tegen de duitsche regeering van den bisschop van N lines msgr. Plantier. Naar verzekerd wordt heeft de minister van onderwijs en eeredienst, bij een in gematigden toon gestelde circulaire, de bisschoppen op de moeilijkheden gewezen, waarin de regeering zou kunnen gewikkeld worden door scherpe oordeelvellino-en van de geestelijkheid over buitenlandscbe mogendhedenen een beroep gedaan op hunne vaderlandsliefde, ten eindezoo- danige^ verwikkelingen te voorkomen. Ook meldt mendat de, duitsche gezant, in een gesprek met deu minister vau buit. zaken, zijne bedenkingen omtrent de mandementen der bisschoppen van Nïmes en Angers beeft doen kennen, en dat de minister hem toen de door zijnen ambtgenoot reeds uit gevaardigde circulaire beeft voorgelezen. De parijsche vereeniging, die ten vorigeu jare de in de hoofdstad gevestigde behoeftige uitgeweken elzassers en lotbaringers een Kersfeest bereidde, beeft dit op den eersten Kersdag herhaald in de zaal van bet Elysée-Montmartre. 1170 Gezinnen, een aantal van 2150 kinderen vertegenwoordigende, waren tot bijwoning van het, door de muziek der republi kein -cbe garde opgeluisterde, feest genoodigd, en voor ieder kind werd eene waarde van 10 fr. aan kleederen, speelgoed, boeken en lekkernijen uitgereikt. Den 2/ beeft in eene fabriek van slaghoedjes voor kinder geweren, in de parijsche voorstad S. Antoine eene ont ploffing plaats gehadten gevolge waarvan 5 vrouwelijke werklieden omgekomen en 5 of 6 andere zwaar gewond zijn. Eene dezer laatsten is sedert bezweken. Nationale ergadering. De dezer dagen aangenomen begrooting der Vergadering beloopt 8,654,000 fr. Het linkercentrum heeft een nieuwen voorzitter verkozen in de plaals van den lieer Leon Say, en wel den heer Léon de Malleville, die meer genegen is tot nauwer aanhaling van den band tusschen dat centrum en de linkerzijde. Den 23 heeft de lieer Soubeyran bet vraagstuk van den muntstandaard ter spraak gebracht en verlangd de instruc tion te vernemen, welke de regeering aan hare gedelegeerden bij de muntconfcrenlie dacht te geven. Hij meende, dat 1' rank rijk zich van de banden der Latijnscbe Unie los maken, en in geen gei al bet vraagstuk vau den standaard aanroeren moestdaar bij van eene demonetisatie van bet zilver ern stige gevaren voor Erankrijk vreesde. De minister Magr.e

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1874 | | pagina 1