No. 3. Zesenzeventigste Jaargang. 1874. Inschrijving voor de ttrandweer, ZONDAG 18 JANUARI. &fficiëcl (Qcbccltc ter gemeentesecretarie, op DINGS DAG, WOENS DAG en DON DERDAG van iedere week in de maand Januarij 1874, des morgeus van 12 tot 2 ure en s avonds van 6 tot 7 ure, van alle manspersonen van 20 tot 60 jaren oud en te Alkmaar wonende, zonder eenige uitzondering. Inschrijving voor de Nationale Militie De Regeering in de Eerste Kamer. itclgie. ckcïijfischc öcrichtcn Diiilschland. I'VankHJk. ALK A A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,05, franco per post f afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. NATIONALE MILITIE. KENNISGEVING. BURGEMEESTERenWETHOUDERS van ALKMAAR; Gezien art. 26 der wet op de Nationale Militie van 19 Au gustus 1861 (Staatsblad u°. 72). Brengen ter kennis van belanghebbenden: Dat het register der in het jaar 1873 alhier voor de Na tionale Militie ingeschreven personen, benevens de alphabeti- sche naamlijstter inzage zullen liggen ter secretarie dezer gemeentevan af lieden tot en met den 25 dezer maand van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 urebinnen welken tijd tegen vermelde registers bezwaren kunnen inge leverd worden bij den Heer Commissaris des Konings in deze Provincie. Alsmede: Dat ten aanzien van het inleveren dezer bezwaren, bij art. 99 der gemelde wet zijn gemaakt de volgende bepalinsren "De bezwaren worden bij Gedeputeerde Staten ingediend "door middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd "verzoekschrift op ongezegeld papier, onderteekend door hem "die ze inbrengt. Deze brengt het verzoekschrift in tegen "bewijs van ontvang bij den Burgemeester zijner woonplaats, "die het terstond aan Gedeputeerde Staten opzendt." Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 13 Jan. 1874. l)e Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. KENNISGEVING. Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente, dat het kohier voor de grondbelasting over het loo- pende jaar op den 13 Januarij 1874, door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland executoir verklaardop heden aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaar, het hoofd van het Bestuur voorn., den 16 c/tfa. 1874. A. MACLAINE PONT. op DINGSDAG en VRIJDAG, namiddags van 5 tot 7 ure, ter gemeente-secretarie. DIRKJE GROENEWOUD en GEERTRUIDA WEIJ- MER worden verzocht zich ter gemeente-secretarie, afdeeling Bevolkingaantemelden. Ter gemeente-secretarie is tegen betaling van 5 cents ver krijgbaar het gémeenteblad n°. 130, houdende de verordeningen op de recognitiën voor het gebruik van gemeente-eigendommen. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR, op Woensdag, 21 Januarij 1874, des middagsten 12 ure. Aamens den Voorzitter van den Raad, NUHOUT van der VEEN. Zij, die genegen zijn het aan de gemeente beboorende Erf aan de Doelenstraat, tot 1 Januarij in buur geweest bij den timmerman J. MBurlcunk, tc huren, kunnen zich daartoe aanmelden ter gemeente-secretarie. POLITIE. Ter terugbekoming aan bet commissariaat van policie voor banden het navolgende gevondene, als: een zakje, inhoudende eenige goederen; een handwagen; een nachtjakeene muts; een kraag; een. loterijbriefje; drie paar mofjes; een gouden oorbelletje. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden geduren de de 2«. helft der maand December 1873. H. NIJS, M. TEEGEIj, Amsterdam; W. BIENTJES BeverwijkK. BALTUSCastricum J. KUIJS, Egmond- binnenE. en S. GIJSELINCK, Gent; H. VINK, Goid- schalkoordA. T. BEAUSER Sr., (2 stuks) Groningen- J. BOON, den Helder; G. WELLE, Leiden; J. de JONG^ W estevletter. Briefkaarten; H. T. J. NEIDHOEER, Amsterdam; VELTMANLeiden. gen over de algemeene beschouwingen" ten opzichte van een begrooting voor een reeds aangevangen dienstjaar, dat spre ken en stemmen over de verschillende hoofdstukkeu eener staatsdienst, die na 31 December van het vorige jaar onbe leefd genoeg is geweest om niet te wachten op dé vereisckte goedkeuring van de heeren maar zoo vrij is geweest van alvast maar te beginnen liet kan wel niet anders of dat alles moet ons voorkomen als mosterd na den maaltijd. Geen wonder dan ook dat de klacht over de treurige noodzakelijk heid van deze manier van handelen niet ontbreekt, en dat de eerste stem die zich bij de algemeene beraadslagingen deed booren geen ander doel had dan te doen uitkomen, dat de Eerste Kamer zelve er geen schuld aan heeft. Deze bewering vond natuurlijk in de Eerste Kamer geen tegen spraak en ook de Regeering sprak haar niet tegen, maar wilde alleen doen uitkomen dat bet haar ernst was geweest met van bare zijde een afdoening der begrooting voor het begin van het dienstjaar mogelijk te maken al had zij zioh ook later minder gehaast, toen de Kamer, daartoe geen kans ziende, was uiteengegaan. Zoo „betreurde" men eenstemmig wat, alweer zonder tegenspraak te ontmoeten, door een lid fout was genoemd, blijkbaar voornemens daarin te be- De gewoonte want bet dreigt allengs een gewoonte te worden van de staatsbegrooting in behandeling te nemen in de eerste dagen van bet jaar, waarvoor zij moet dienen geeft aan de Eerste Kamer gelegenheid om nóg in bet nieuwe jaar eenige opmerkingen te maken over het vcrige, van haar gezindheid omtrent de Regeering te doen blijken, oordeel vellingen te doen booren over hetgeen door bet Ministerie werd gedaan en niet gedaan in 't kort om baar rekening af te sluiten met de voor alles aansprakelijke mannen die aan het bewind zijn. Toch draagt deze arbeid der Eerste Kamer de kenteekenen der lusteloosheid waarmee hij wordt verricht. En daarvoor bestaat alle reden. Die "beraadslagin- rusten als in een onvermijdelijk kwaad. De fout ligt dan ook ongetwijfeld in „de langgerekte diseussiën der Tweede Kamer, zooals het Handelsbladzegt. Evenwel voe°"t bet er de vraag bijwaarom de Eerste" Kamer baar onderzoek in de afdeelingen over de verschillende hoofdstukken der begrooting, naar gelang zij van de Tweede Kamer bij haar inkomenniet terstond begint maar altijd daarmee wacht totdat de wet op de middelen haar is toegezonden. Werd elk hoofdstuk zoo spoedig mogelijk behandeld en afgedaan, en de wet op de middelen voor het laatst bewaard, dan zou alles voor 31 December kunnen worden afgedaan. Het is zeer wel mogelijk zeker zou men verder zijn gevorderd dan thansmaar als dan eens de wet op de middelen niet tot stand kwam? Zou het dan toeh maar niet beter zijn, als er gevaar bestaat dat het een of het ander achterwege blijft, dat de verschillende hoofdstukken der begrooting"van dé uitgaven bij den aanvang van het dienstjaar ontbreken, dan dat de wet wordt gemist die de middelen aanwijst tot dekking van die uitgaven, dat is in hoofdzaak de belastingen die daartoe de noodige gelden verschaffen In elk geval zal waarschijnlijk de Eerste Kamer weinig lust gevoelen om haar wijze van werken te veranderen ter tegemoetkoming aan een bezwaar, waaraan hare zuster de Tweede algemeen erkend wordt de hoofdschuldige te zijn. Maar er was in de Eerste Kamer meer te zeggen. De lieer Hartsen verklaardedat er in de parlementaire geschie denis der laatste jaren geen tijdperk bestaat zoo weinig vruchtbaar op bet gebied der wetgeving en organiseerende maatregelen als het afgeloopen jaar. Vergelijkingen maken is een moeielijk en tijdroovend werk. Of liet jaar 1873 be paaldelijk liet onvruchtbaarste geweest is, blijve daarom een betwistbaar puntmaar dat liet, zeer stellig tot de onvrucht bare jaren gerekend moet worden werd tot nog toe door niemand erkend. Wat de Regeering trachtte tot stand te brengen tot betere regeling onzer rechtsbedeelingtot uit breiding van het kiesrecht en tot beslissing van'een hoogst belangrijke vraag voor de samenstelling onzer strijdkrachten, vond sterke bestrijding of bepaalde afkeuring, en kwam niet tot stand. Is liet de schuld vau de Regeering of van de Kamer? is herhaaldelijk gevraagd. De verstandhouding tussehen die beidenwier gemeen overleg onze Wetgevende Macht vormt, liet veel te wenschen over. Aan wie de schuld was alweer de vraagdie in verschillenden zin werd beantwoord. Dat zulke vragen gedaan worden, ligt in den aard der zaak en dat het bij de beantwoording aan ver wijten, en gegronde verwijten, zoowel aan de eene als aan de andere partij niet ontbreektevenzeer. Nuttigbetrek kelijk nuttig moge dat onderzoek naar den schuldige zijn veei praktisch gevolg kan liet niet hebben. Aangenomen immers dat bet bewijs was geleverddat de tekortkomingen der Regeering grooter waren dan die Staten-Generaal, staat daar een beter, een kundiger, een ijveriger, een moediger Ministerie gereed een ernstiger Ministerie, zou de beer Hartsen zeggen gereed om bet tegenwoordige te vervangen? De leden der Kamers want de Tweede komt bier wel m de eerste plaats in aanmerking mogen zich die vraag wel ernstig voorleggen, eer zij zoo bij her haling bun klachtenboek opslaan. Zoo b ij herhaling op die woorden valle de nadruk; want wie zal hun het recht betwisten de grieven die zij in gemoede meenen te hebben te berde te brengen? Moet niet tot grooter ijver, tot krach tiger doortasten worden aangespoord, indien daaraan be hoefte blijkt En toeb wie stelt zich in ernst van zulke vermaningen en opmerkingen eenige vruchten voor? Een schoolj ongenswedij "er is toch niet te wachten van raadslieden der Kroon. In den vorm van verwijten en beschuldigingen zal ai dat vermanen en aansporen moeilijk iets anders kunnen te weeg brengen dan ontstemming, verbittering, ongeduld, moedeloosheidprikkelbaarheid etc. Een en ander voor een vruchtdragenden arbeid al even ongunstige eigenschappen. Eigen daden, eigen ernstige werkzaamheden, eigen voorbeeld, in één woord zal wel altijd voor anderen de beste aansporing blijven. Gebrek aan ernst niet „aan zedelijken ernstmaar wel gebrek aan dien ernst, die noodig is om de zaken ten goede ie leiden," was het verwijt dat de heer Hartsen tot de Re geering richtte. Te recht noemde de minister van Justitie dit een zwaar en grievend verwijt. De bedoeling van het Kamerlid schijnt geweest te zijn, niet dat de Regeering voor de leus en zonder den wil om iets tot stand te brengen de eene of andere kwestie voorop stelde en dus als 't ware een spel dreet met de Vertegenwoordiging, 'maar dat zij haar werk te gemakkelijk opnamniet al hare krachten inspande om belangrijke zaken tot een goed einde te brengen. En ongetwijfeld had de Minister van Justitie al weder gelijk toen bij opmerktedat zulk een Regeering geen oogenblik langer op baar plaats mag blijvenen het vertrouwen des Konings onwaardig is. Men mag klagenzeide bijover gebrek aan talentover onvoldoende krachtenmaar ieder moet arbeiden met de hem toevertrouwde talenten, en is voor het gebruik van die talenten verantwoordelijk. Hoe was ge bleken dat de Regeering in gebreke was gebleven al hare krachten en talenten aan te wenden tot de vervulling harer taak? De minister schreef liet, mislukken van pogingen om be langrijke onderwerpen op nieuw te regelen toe aan het groote verschil van meening over onderscheidene, punten, aan het ontbreken van een algemeene overtuiging omtrent gewichtige vraagstukken. En zoo is het inderdaad. Die algemeene overtuiging ontbreekt, en zoo lang zij niet bestaat, kan geen wet tpt stand komen. Zoo lang ook behooren zij bij wie een vaste overtuiging aanwezig is, niet bij de Regeering aan te dringen op wettelijke regeling overeenkomstig die overtuiging, maar zich integendeel op alle mogelijke wijzen te beijveren om hun overtuiging bij de natie, bij de kiezers eif daardoor ook bij de leden der Staten-Generaal tot een algemeenetot die der groote meerderheid te maken. Tot nog toemerkte de Minister te recht op erkent men vrij algemeen dat, onze instellingen voor verbetering vatbaar zijn, maar als het aankomt op de keuze van het geneesmiddel, dan komt het verschil van meening aan den dag. Is dan het overleg tussehen de Regeering en de Vertegenwoordiging zonder eenige vrucht gebleven Heeft het ons niets geleerd? Zeer zeker, antwoordde de Minister, al was het alleen dit dat algemeene organisatiën op eens niet uitvoerbaar zijn, en dat de weg van partiëele verbeteringen moet worden ingeslagen. Inderdaad mag worden aangenomen, dat de ondervinding van de laatste jaren ons dien weg zeer bepaaldelijk heeft aangewezen als den eenigen waarlangs men het gewenschte doel bereikt. En nu moge men gaan redetwisten over het meer of minder verkieslijke van algemeene herzieningen, nieuwe organisatiën, krachtige hervormingen men moge zelfs daar van de wenschelijkheid boven de partieele wijzigingen de verbe'eringen bij gedeelten zonneklaar bewijzen, het doet niet ter zake; dat is de kwestie niet. De natie verlangt van haar Regeering en Wetgevende Macht geen betoogen en verhan delingen, hoe juist en belangrijk overigens ook, maar maat regelen en wetsbepalingen, geen algemeene beschouwingen dan die tot daden leiden. De Wetgevende Macht moet tot stand brengen wat zij, onder de omstandigheden en in den tijd waardoor zij even als elke andere menschelijke macht wordt beheerscht, in staat is tot stand te brengen, niets meer maar ook niet minder. Was ook een algemeene herziening, een geheel nieuwe en volledige regeling van een of ander onderwerp van wetgeving verkieslijk, zij behoort er van af té zien, zoodra de bezwaren daartegen overwegend zijn be vonden; maar ondanks baar overtuiging van het op zich zelf verkieslijke van hervorming en algeheeie organisatie, is zij niettemin verplicht het mindere dat binnen haar bereik ligt, tot stand te brengen. De regeering behoort daartoe de ver eisckte voorstellen te doen of af te treden. Niets minder dan dwaasheid is het, niets te willen doen, omdat men niet alles vermagniet gedeeltelijk te willen verbeterenomdat men het geheel niet kan verbeteren zooals men verlangt. De behoeften van het maatschappelijk leven eisehen vervulling, zoodra mogelijk, op elk punt waarop in de behoeften kan worded voorzien. Het leven staat niet stil en kan niet wachten, evenmin als de eerste Januari van het jaar 1874 heeft gewacht op vaststelling van de begrooting voor dat jaar bij de wet. Niet al te logisch, niet al tc stelselmatig, niet al te consequent daarom, maar tot stand gebracht wat men vermag, voortge gaan zoover de weg begaanbaar is hiervan wat meer, daarvan wat minder, hier tot aan het doel, daar slechts hal verwege 1 De Regeering heeft gekozen en haar keuze aan de Ver tegenwoordiging medegedeeld. Neen, zeide de Minister van Justitie, niet alle vruchten van het gemeen overleg zijn verloren, al ware het maar dat er uit gebleken is, dat alge heeie organisatiën op eens niet doenlijk zijn; dan heeft dit reeds tot resultaatdat de weg van partiëele verbeteringen moet worden ingeslagen. Het Ministerie heeft voor dat be sluit recht op onzen dank, en zich zelf mag het met die keuze gelukwensehen. Op den weg der gedeeltelijke verbe teringen valt veel te doen, op allerlei gebied. Dien weg inslaande, zal de Regeering veel tot stand kunnen brengen, en elke maatregelelke wetsbepaling zal zich openbaren in de praktijk, zal onmiddelijk vruchten dragen voor het leven. Berouw zal zij niet gevoelen over het overlaten van nieuwe egelingen en hervormingenjaan gelukkiger tijden, want dank baar zal het werk zijn, dat zij, bet bestaande verbeterende, aanvullende, wijzigende, zal kunnen verrichten. Reiken Re geering en Vertegenwoordiging elkander op dien weg de hand, de natie zal er wel bij varen. VVy. d. K. tember uitgevaardigde verordening betreffende de organisatie der luthersche Kerk zijn in de meeste steden ten voordeele der vrijzinnige partij uitgevallen. De bisschop van Breslau is den 9 wederom wegens on wettige aanstelling van geestelijken veroordeeld, ditmaal tot eene boete van 800 th. of 6 maanden gevangenisstraf. De Köln. Zeitung heeft den 9, daags vódr de verkiezingen voor den Rijksdag, de vertaling openbaar gemaakt van een pauselijk decreet van 28 Mei 1873, waarbij, in afwijking dei- vroegere constitutiën, vooral van Paulus IV, vergund wordt bij het leven van den Paus schikkingen te beramen tot eene spoedige verkiezing van zjjnen opvolger (het spreken over de persoon van den toekomstigen Paus blijft verboden) en om indien de verkiezing te Rome niet veilig kan geschieden baar in het Vorstendom Monaco, in eene fransche stad of op bet eiland Malta te doen plaats hebben. Het keulsche blad werpt de vraag op, of na deze wijziging nog de oud-catho- lieke, dan wel eene nieuwe roomsche Kerk aanwezig is. De Germania zegt uit Rome vernomen te hebben, dat de Köln.-Zeitung de echte bul betreffende de eerstvolgende ver kiezing van een Paus niet beeft medegedeeldmaar een on echt stukvervaardigd door iemand, die door liet pruisiscbe gezantschap te Rome voor 10000 fr. was omgekocht om een afschrift van bet echte document te verschaffen. De Aordd. Zeitung verzekert, dat de Köln. Zeitung het echte stuk heeft medegedeeld. De regeering heeft ;an haar volle recht gebruik gemaakt van de lijst van 5 eandidaten voor den openstaanden bisse hopszete 1 van Euldadoor het domkapittel ingediend 3 te schrappen. De prins en de prinses v. Wales en prins Arthur zijn, op op hunne reis naar Petersburg, den 11 te Berlijn aangeko men en aan bet paleis van den kroonprins afgestapt. Bij kon. besluit zijn de wedden der le. en 2«. luitenants en die der officieren van administratie der 4f. klasse verhoogd en vastgesteld respectievelijk op 2400, 2100 en 1800 fr. De vicaris-generaal van Luik, msgr. Warblings, beeft eene gerechtelijke vervolging ingesteld tegen le Progrès de Veniers, welk blad scherpe beschuldigingen tegen hem had ingebracht ter zake van eene beweerde slinksche bemaohtigin? eener erfenis. Den 10 is uit naam der stad Brussel, in de nieuwe beurs- zaal, een door 800 personen bijgewoond banket aangeboden aan den burgemeester, den heer Anspach. De bekende schrijvers FeiligrathGeibel en B'ófer hebben bit circulaire de aandacht der dnitsche letterkundigen geves tigd op het nadrukken en ongevraagd vertalen van duitscke werken in Nederland, en ben uitgenoodigd om bij den Rijks dag aan te dringen op het tot stand komen van een trac'taat met dat Rijk tot wering van den nadruk. De verkiezingen voor den Rijksdag zijn in alle Staten behalve in Elzas-Lotharingengebonden. Van de 382 zijn er 360 bekend, behoudens 36 herstemmingen. De 324 ver- kozenen zijn 173 liberalen, 47 conservatieven, 94 clerikalen, sociaal-demoeraten en 4 particularisten. De oud-eonser- vatieve fractie is van 50 tot 20 leden verminderd, het cie- rikale centrum heett 20 leden gewonnen. Al de woordvoer ders der verschillende partijen zijn herkozen. Beieren heeft 27 clerikalen en 21 liberalen, Baden 12 nationaal-liberalen en 2 clerikalen, Wurtemberg voor J, Saksen voor natio naal-liberalen verkozen. Pruisen. De eerste verkiezingen op grond der in Sep- De minister van justitie heeft eene commissie van 12 leden benoemd tot het ontwerpen eener reorganisatie van de ge rechtshoven en rechtbanken waardoor eene behoorlijke ver houding zal worden gebracht tussehen het rechterlijke perso neel van elke jurisdictie en den omvang en het gewicht der daarin te verrichten werkzaamheden. De maarschalk-President, heeft, op voorstel van den minister de Broglie, afgezet den maire van Angers, die op zijne nieuw jaars-receptie aanmerking heeft gemaakt op het regeerings- besluit tot vervanging van den provisor van het College. De rechtbank te Carcassonne heeft den maire van Cinestas en 2 andere wegeps het houden van ongeoorloofde vergade ringen tot eene gevangenisstraf van 3 maanden veroordeeld. Prins Napoleon is den 7 te Parijs aangekomen. De President-maarschalk heeft den 8, in de kapel van het paleis van A ersailles, met veel plechtstatigheid aan de nieuw benoemde kardinalenmsgrs. ChigiGuibert en Régnier, de uit Rome overgebrachte baretten uitgereikt. De geestelijk- beid van Versaillesde ministers en een aanta! aanzienlijke genoodigden waren daarbij tegenwoordig. De nieuwe kerk vorsten die in gala-rijtuigen van den President naar het paleis waren overgebracht, hebben na den afloop der plech tigheid een officieel bezoek gebracht aan den President, die vervolgens ter hunner eere een luisterrijk dejeuner gaf. Een der krijgsraden te Versailles heett den 8 zes gewezen frane-tireurs uit het dept. der Marne, die indertijd een in duitsche soldij stnanden franschen spion gevonnisd en ge fusilleerd hebben, ofschoon de wapenstilstand reeds was in gegaan, vrijgesproken, welke uitspraak door bet publiek le vendig is toegejuicht. Ten gevolge der stemming in de Nat. Vergadering op den 8 hebben de ministers hun ontslag aangeboden. De President- maarschalk weigerde het aantenemen in het vertrouwen dat de Kamer het bij verrassing gevallen besluit weder zou ver nietigen. Het rechter centrum is dadelijk bedacht geweest op eene bemiddeling en heeft zijn bureau naar de ministers de Broglie en Becazes afgevaardigd met het bericht, dat het een votum van vertrouwen zou voorstellen. De ministers hebben, ten gevolge der den 12 door de Nat. Vergadering aangenomen motie en^op verzoek van den Pre sident, hunne aanvraag om ontslag ingetrokken. Bij liet College de Eranee zijn 2 nieuwe leerstoelen inge steld, een voor de geschiedenis der moderne wijsbegeerte en een voor de assyrisohe pliilologie en arckaeologie. De hertog de Broglie heeft den 13 aan de commissie voor de constitutioneele wetten de zienswijze der regeering om trent de hoofdbepalingen der nieuwe kieswet doen kennen. Hij beeft zich voor 25jarigen ouderdom, driejarige inwoning in de gemeente en voldoende zedelijke, verstandelijke en stof felijke waarborgen als vereisehten voor de uitoefening van bet kiesrecht verklaard. Koloniën. De Numanciamet omstreeks 2500 vluchte lingen uit Carthagena aan boord, waaronder Contreras, Galvez, de juuta en andere hoofdpersonen, is'den 13 in de algerijn- sehe wateren bij Oran voor anker gekomen. De opvarenden hebben zich te Mers-el-Kcbir ontscheept en aan de fransche overheden aldaar overgegeven. Het transportschip Ardeche is van Algiers derwaarts vertrokken, 1en einde de opstande lingen op te nemen. De spaansche fregatten Carmen en Vit- toriaonder bevel van Chicarro zijn den 14 te Oran aan gekomen. De bevelhebber heeft met den spaanschen consul

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1874 | | pagina 1