No. 3.
Zesenzeventigste
Jaargang.
1874.
Inschrijving voor de ttrandweer,
ZONDAG
18 JANUARI.
&fficiëcl (Qcbccltc
ter gemeentesecretarie, op DINGS DAG, WOENS
DAG en DON DERDAG van iedere week in de maand
Januarij 1874, des morgeus van 12 tot 2 ure en
s avonds van 6 tot 7 ure, van alle manspersonen
van 20 tot 60 jaren oud en te Alkmaar wonende,
zonder eenige uitzondering.
Inschrijving voor de Nationale Militie
De Regeering in de Eerste Kamer.
itclgie.
ckcïijfischc öcrichtcn
Diiilschland.
I'VankHJk.
ALK A A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,05, franco per post f
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
NATIONALE MILITIE.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTERenWETHOUDERS van ALKMAAR;
Gezien art. 26 der wet op de Nationale Militie van 19 Au
gustus 1861 (Staatsblad u°. 72).
Brengen ter kennis van belanghebbenden:
Dat het register der in het jaar 1873 alhier voor de Na
tionale Militie ingeschreven personen, benevens de alphabeti-
sche naamlijstter inzage zullen liggen ter secretarie dezer
gemeentevan af lieden tot en met den 25 dezer maand
van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 urebinnen
welken tijd tegen vermelde registers bezwaren kunnen inge
leverd worden bij den Heer Commissaris des Konings in
deze Provincie. Alsmede:
Dat ten aanzien van het inleveren dezer bezwaren, bij art.
99 der gemelde wet zijn gemaakt de volgende bepalinsren
"De bezwaren worden bij Gedeputeerde Staten ingediend
"door middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd
"verzoekschrift op ongezegeld papier, onderteekend door hem
"die ze inbrengt. Deze brengt het verzoekschrift in tegen
"bewijs van ontvang bij den Burgemeester zijner woonplaats,
"die het terstond aan Gedeputeerde Staten opzendt."
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
13 Jan. 1874. l)e Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
KENNISGEVING.
Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het kohier voor de grondbelasting over het loo-
pende jaar op den 13 Januarij 1874, door den Heer Provincialen
Inspecteur der directe belastingen in Noordholland executoir
verklaardop heden aan den Heer Ontvanger der Rijks
directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn
overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente voorkomen.
Alkmaar, het hoofd van het Bestuur voorn.,
den 16 c/tfa. 1874. A. MACLAINE PONT.
op DINGSDAG en VRIJDAG, namiddags van 5 tot 7 ure,
ter gemeente-secretarie.
DIRKJE GROENEWOUD en GEERTRUIDA WEIJ-
MER worden verzocht zich ter gemeente-secretarie, afdeeling
Bevolkingaantemelden.
Ter gemeente-secretarie is tegen betaling van 5 cents ver
krijgbaar het gémeenteblad n°. 130, houdende de verordeningen
op de recognitiën voor het gebruik van gemeente-eigendommen.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag, 21 Januarij 1874, des middagsten
12 ure. Aamens den Voorzitter van den Raad,
NUHOUT van der VEEN.
Zij, die genegen zijn het aan de gemeente beboorende Erf
aan de Doelenstraat, tot 1 Januarij in buur geweest bij den
timmerman J. MBurlcunk, tc huren, kunnen zich daartoe
aanmelden ter gemeente-secretarie.
POLITIE.
Ter terugbekoming aan bet commissariaat van policie voor
banden het navolgende gevondene, als: een zakje, inhoudende
eenige goederen; een handwagen; een nachtjakeene muts; een
kraag; een. loterijbriefje; drie paar mofjes; een gouden oorbelletje.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden geduren de de 2«. helft der maand December 1873.
H. NIJS, M. TEEGEIj, Amsterdam; W. BIENTJES
BeverwijkK. BALTUSCastricum J. KUIJS, Egmond-
binnenE. en S. GIJSELINCK, Gent; H. VINK, Goid-
schalkoordA. T. BEAUSER Sr., (2 stuks) Groningen-
J. BOON, den Helder; G. WELLE, Leiden; J. de JONG^
W estevletter.
Briefkaarten; H. T. J. NEIDHOEER, Amsterdam;
VELTMANLeiden.
gen over de algemeene beschouwingen" ten opzichte van een
begrooting voor een reeds aangevangen dienstjaar, dat spre
ken en stemmen over de verschillende hoofdstukkeu eener
staatsdienst, die na 31 December van het vorige jaar onbe
leefd genoeg is geweest om niet te wachten op dé vereisckte
goedkeuring van de heeren maar zoo vrij is geweest van
alvast maar te beginnen liet kan wel niet anders of dat
alles moet ons voorkomen als mosterd na den maaltijd. Geen
wonder dan ook dat de klacht over de treurige noodzakelijk
heid van deze manier van handelen niet ontbreekt, en dat
de eerste stem die zich bij de algemeene beraadslagingen
deed booren geen ander doel had dan te doen uitkomen,
dat de Eerste Kamer zelve er geen schuld aan heeft. Deze
bewering vond natuurlijk in de Eerste Kamer geen tegen
spraak en ook de Regeering sprak haar niet tegen, maar
wilde alleen doen uitkomen dat bet haar ernst was geweest
met van bare zijde een afdoening der begrooting voor het
begin van het dienstjaar mogelijk te maken al had zij zioh
ook later minder gehaast, toen de Kamer, daartoe geen kans
ziende, was uiteengegaan. Zoo „betreurde" men eenstemmig
wat, alweer zonder tegenspraak te ontmoeten, door een lid
fout was genoemd, blijkbaar voornemens daarin te be-
De gewoonte want bet dreigt allengs een gewoonte te
worden van de staatsbegrooting in behandeling te nemen
in de eerste dagen van bet jaar, waarvoor zij moet dienen
geeft aan de Eerste Kamer gelegenheid om nóg in bet nieuwe
jaar eenige opmerkingen te maken over het vcrige, van haar
gezindheid omtrent de Regeering te doen blijken, oordeel
vellingen te doen booren over hetgeen door bet Ministerie
werd gedaan en niet gedaan in 't kort om baar rekening
af te sluiten met de voor alles aansprakelijke mannen die
aan het bewind zijn. Toch draagt deze arbeid der Eerste
Kamer de kenteekenen der lusteloosheid waarmee hij wordt
verricht. En daarvoor bestaat alle reden. Die "beraadslagin-
rusten als in een onvermijdelijk kwaad. De fout ligt dan
ook ongetwijfeld in „de langgerekte diseussiën der Tweede
Kamer, zooals het Handelsbladzegt. Evenwel voe°"t bet
er de vraag bijwaarom de Eerste" Kamer baar onderzoek
in de afdeelingen over de verschillende hoofdstukken der
begrooting, naar gelang zij van de Tweede Kamer bij haar
inkomenniet terstond begint maar altijd daarmee wacht
totdat de wet op de middelen haar is toegezonden. Werd
elk hoofdstuk zoo spoedig mogelijk behandeld en afgedaan,
en de wet op de middelen voor het laatst bewaard, dan zou
alles voor 31 December kunnen worden afgedaan. Het is
zeer wel mogelijk zeker zou men verder zijn gevorderd dan
thansmaar als dan eens de wet op de middelen niet tot
stand kwam? Zou het dan toeh maar niet beter zijn, als
er gevaar bestaat dat het een of het ander achterwege blijft,
dat de verschillende hoofdstukken der begrooting"van dé
uitgaven bij den aanvang van het dienstjaar ontbreken,
dan dat de wet wordt gemist die de middelen aanwijst tot
dekking van die uitgaven, dat is in hoofdzaak de belastingen
die daartoe de noodige gelden verschaffen In elk geval
zal waarschijnlijk de Eerste Kamer weinig lust gevoelen
om haar wijze van werken te veranderen ter tegemoetkoming
aan een bezwaar, waaraan hare zuster de Tweede algemeen
erkend wordt de hoofdschuldige te zijn.
Maar er was in de Eerste Kamer meer te zeggen. De
lieer Hartsen verklaardedat er in de parlementaire geschie
denis der laatste jaren geen tijdperk bestaat zoo weinig
vruchtbaar op bet gebied der wetgeving en organiseerende
maatregelen als het afgeloopen jaar. Vergelijkingen maken
is een moeielijk en tijdroovend werk. Of liet jaar 1873 be
paaldelijk liet onvruchtbaarste geweest is, blijve daarom een
betwistbaar puntmaar dat liet, zeer stellig tot de onvrucht
bare jaren gerekend moet worden werd tot nog toe door
niemand erkend. Wat de Regeering trachtte tot stand te
brengen tot betere regeling onzer rechtsbedeelingtot uit
breiding van het kiesrecht en tot beslissing van'een hoogst
belangrijke vraag voor de samenstelling onzer strijdkrachten,
vond sterke bestrijding of bepaalde afkeuring, en kwam
niet tot stand. Is liet de schuld vau de Regeering of van
de Kamer? is herhaaldelijk gevraagd. De verstandhouding
tussehen die beidenwier gemeen overleg onze Wetgevende
Macht vormt, liet veel te wenschen over. Aan wie de
schuld was alweer de vraagdie in verschillenden zin werd
beantwoord. Dat zulke vragen gedaan worden, ligt in den
aard der zaak en dat het bij de beantwoording aan ver
wijten, en gegronde verwijten, zoowel aan de eene als aan
de andere partij niet ontbreektevenzeer. Nuttigbetrek
kelijk nuttig moge dat onderzoek naar den schuldige zijn
veei praktisch gevolg kan liet niet hebben. Aangenomen
immers dat bet bewijs was geleverddat de tekortkomingen
der Regeering grooter waren dan die Staten-Generaal, staat
daar een beter, een kundiger, een ijveriger, een moediger
Ministerie gereed een ernstiger Ministerie, zou de
beer Hartsen zeggen gereed om bet tegenwoordige te
vervangen? De leden der Kamers want de Tweede
komt bier wel m de eerste plaats in aanmerking mogen
zich die vraag wel ernstig voorleggen, eer zij zoo bij her
haling bun klachtenboek opslaan. Zoo b ij herhaling
op die woorden valle de nadruk; want wie zal hun het recht
betwisten de grieven die zij in gemoede meenen te hebben
te berde te brengen? Moet niet tot grooter ijver, tot krach
tiger doortasten worden aangespoord, indien daaraan be
hoefte blijkt En toeb wie stelt zich in ernst van zulke
vermaningen en opmerkingen eenige vruchten voor? Een
schoolj ongenswedij "er is toch niet te wachten van raadslieden
der Kroon. In den vorm van verwijten en beschuldigingen
zal ai dat vermanen en aansporen moeilijk iets anders kunnen
te weeg brengen dan ontstemming, verbittering, ongeduld,
moedeloosheidprikkelbaarheid etc. Een en ander voor een
vruchtdragenden arbeid al even ongunstige eigenschappen.
Eigen daden, eigen ernstige werkzaamheden, eigen voorbeeld,
in één woord zal wel altijd voor anderen de beste aansporing
blijven.
Gebrek aan ernst niet „aan zedelijken ernstmaar wel
gebrek aan dien ernst, die noodig is om de zaken ten goede
ie leiden," was het verwijt dat de heer Hartsen tot de Re
geering richtte. Te recht noemde de minister van Justitie
dit een zwaar en grievend verwijt. De bedoeling van het
Kamerlid schijnt geweest te zijn, niet dat de Regeering voor
de leus en zonder den wil om iets tot stand te brengen de
eene of andere kwestie voorop stelde en dus als 't ware een
spel dreet met de Vertegenwoordiging, 'maar dat zij haar
werk te gemakkelijk opnamniet al hare krachten inspande
om belangrijke zaken tot een goed einde te brengen. En
ongetwijfeld had de Minister van Justitie al weder gelijk
toen bij opmerktedat zulk een Regeering geen oogenblik
langer op baar plaats mag blijvenen het vertrouwen des
Konings onwaardig is. Men mag klagenzeide bijover
gebrek aan talentover onvoldoende krachtenmaar ieder
moet arbeiden met de hem toevertrouwde talenten, en is voor
het gebruik van die talenten verantwoordelijk. Hoe was ge
bleken dat de Regeering in gebreke was gebleven al hare
krachten en talenten aan te wenden tot de vervulling harer taak?
De minister schreef liet, mislukken van pogingen om be
langrijke onderwerpen op nieuw te regelen toe aan het groote
verschil van meening over onderscheidene, punten, aan het
ontbreken van een algemeene overtuiging omtrent gewichtige
vraagstukken. En zoo is het inderdaad. Die algemeene
overtuiging ontbreekt, en zoo lang zij niet bestaat, kan geen
wet tpt stand komen. Zoo lang ook behooren zij bij wie
een vaste overtuiging aanwezig is, niet bij de Regeering
aan te dringen op wettelijke regeling overeenkomstig die
overtuiging, maar zich integendeel op alle mogelijke wijzen
te beijveren om hun overtuiging bij de natie, bij de kiezers
eif daardoor ook bij de leden der Staten-Generaal tot een
algemeenetot die der groote meerderheid te maken. Tot
nog toemerkte de Minister te recht op erkent men vrij
algemeen dat, onze instellingen voor verbetering vatbaar zijn,
maar als het aankomt op de keuze van het geneesmiddel, dan
komt het verschil van meening aan den dag. Is dan het
overleg tussehen de Regeering en de Vertegenwoordiging
zonder eenige vrucht gebleven Heeft het ons niets geleerd?
Zeer zeker, antwoordde de Minister, al was het alleen dit
dat algemeene organisatiën op eens niet uitvoerbaar zijn, en
dat de weg van partiëele verbeteringen moet worden ingeslagen.
Inderdaad mag worden aangenomen, dat de ondervinding
van de laatste jaren ons dien weg zeer bepaaldelijk heeft
aangewezen als den eenigen waarlangs men het gewenschte
doel bereikt. En nu moge men gaan redetwisten over het
meer of minder verkieslijke van algemeene herzieningen, nieuwe
organisatiën, krachtige hervormingen men moge zelfs daar
van de wenschelijkheid boven de partieele wijzigingen de
verbe'eringen bij gedeelten zonneklaar bewijzen, het doet niet
ter zake; dat is de kwestie niet. De natie verlangt van haar
Regeering en Wetgevende Macht geen betoogen en verhan
delingen, hoe juist en belangrijk overigens ook, maar maat
regelen en wetsbepalingen, geen algemeene beschouwingen
dan die tot daden leiden. De Wetgevende Macht moet tot
stand brengen wat zij, onder de omstandigheden en in den
tijd waardoor zij even als elke andere menschelijke macht
wordt beheerscht, in staat is tot stand te brengen, niets meer
maar ook niet minder. Was ook een algemeene herziening,
een geheel nieuwe en volledige regeling van een of ander
onderwerp van wetgeving verkieslijk, zij behoort er van af
té zien, zoodra de bezwaren daartegen overwegend zijn be
vonden; maar ondanks baar overtuiging van het op zich zelf
verkieslijke van hervorming en algeheeie organisatie, is zij
niettemin verplicht het mindere dat binnen haar bereik ligt,
tot stand te brengen. De regeering behoort daartoe de ver
eisckte voorstellen te doen of af te treden. Niets minder
dan dwaasheid is het, niets te willen doen, omdat men niet
alles vermagniet gedeeltelijk te willen verbeterenomdat
men het geheel niet kan verbeteren zooals men verlangt.
De behoeften van het maatschappelijk leven eisehen vervulling,
zoodra mogelijk, op elk punt waarop in de behoeften kan worded
voorzien. Het leven staat niet stil en kan niet wachten, evenmin
als de eerste Januari van het jaar 1874 heeft gewacht op
vaststelling van de begrooting voor dat jaar bij de wet. Niet
al te logisch, niet al tc stelselmatig, niet al te consequent
daarom, maar tot stand gebracht wat men vermag, voortge
gaan zoover de weg begaanbaar is hiervan wat meer,
daarvan wat minder, hier tot aan het doel, daar slechts hal
verwege 1
De Regeering heeft gekozen en haar keuze aan de Ver
tegenwoordiging medegedeeld. Neen, zeide de Minister van
Justitie, niet alle vruchten van het gemeen overleg zijn
verloren, al ware het maar dat er uit gebleken is, dat alge
heeie organisatiën op eens niet doenlijk zijn; dan heeft dit
reeds tot resultaatdat de weg van partiëele verbeteringen
moet worden ingeslagen. Het Ministerie heeft voor dat be
sluit recht op onzen dank, en zich zelf mag het met die
keuze gelukwensehen. Op den weg der gedeeltelijke verbe
teringen valt veel te doen, op allerlei gebied. Dien weg
inslaande, zal de Regeering veel tot stand kunnen brengen,
en elke maatregelelke wetsbepaling zal zich openbaren in
de praktijk, zal onmiddelijk vruchten dragen voor het leven.
Berouw zal zij niet gevoelen over het overlaten van nieuwe
egelingen en hervormingenjaan gelukkiger tijden, want dank
baar zal het werk zijn, dat zij, bet bestaande verbeterende,
aanvullende, wijzigende, zal kunnen verrichten. Reiken Re
geering en Vertegenwoordiging elkander op dien weg de hand,
de natie zal er wel bij varen. VVy. d. K.
tember uitgevaardigde verordening betreffende de organisatie
der luthersche Kerk zijn in de meeste steden ten voordeele
der vrijzinnige partij uitgevallen.
De bisschop van Breslau is den 9 wederom wegens on
wettige aanstelling van geestelijken veroordeeld, ditmaal tot
eene boete van 800 th. of 6 maanden gevangenisstraf.
De Köln. Zeitung heeft den 9, daags vódr de verkiezingen
voor den Rijksdag, de vertaling openbaar gemaakt van een
pauselijk decreet van 28 Mei 1873, waarbij, in afwijking dei-
vroegere constitutiën, vooral van Paulus IV, vergund wordt
bij het leven van den Paus schikkingen te beramen tot eene
spoedige verkiezing van zjjnen opvolger (het spreken over de
persoon van den toekomstigen Paus blijft verboden) en om
indien de verkiezing te Rome niet veilig kan geschieden
baar in het Vorstendom Monaco, in eene fransche stad of op
bet eiland Malta te doen plaats hebben. Het keulsche blad
werpt de vraag op, of na deze wijziging nog de oud-catho-
lieke, dan wel eene nieuwe roomsche Kerk aanwezig is.
De Germania zegt uit Rome vernomen te hebben, dat de
Köln.-Zeitung de echte bul betreffende de eerstvolgende ver
kiezing van een Paus niet beeft medegedeeldmaar een on
echt stukvervaardigd door iemand, die door liet pruisiscbe
gezantschap te Rome voor 10000 fr. was omgekocht om een
afschrift van bet echte document te verschaffen. De Aordd.
Zeitung verzekert, dat de Köln. Zeitung het echte stuk heeft
medegedeeld.
De regeering heeft ;an haar volle recht gebruik gemaakt
van de lijst van 5 eandidaten voor den openstaanden
bisse hopszete 1 van Euldadoor het domkapittel ingediend
3 te schrappen.
De prins en de prinses v. Wales en prins Arthur zijn, op
op hunne reis naar Petersburg, den 11 te Berlijn aangeko
men en aan bet paleis van den kroonprins afgestapt.
Bij kon. besluit zijn de wedden der le. en 2«. luitenants
en die der officieren van administratie der 4f. klasse verhoogd
en vastgesteld respectievelijk op 2400, 2100 en 1800 fr.
De vicaris-generaal van Luik, msgr. Warblings, beeft eene
gerechtelijke vervolging ingesteld tegen le Progrès de Veniers,
welk blad scherpe beschuldigingen tegen hem had ingebracht
ter zake van eene beweerde slinksche bemaohtigin? eener
erfenis.
Den 10 is uit naam der stad Brussel, in de nieuwe beurs-
zaal, een door 800 personen bijgewoond banket aangeboden
aan den burgemeester, den heer Anspach.
De bekende schrijvers FeiligrathGeibel en B'ófer hebben
bit circulaire de aandacht der dnitsche letterkundigen geves
tigd op het nadrukken en ongevraagd vertalen van duitscke
werken in Nederland, en ben uitgenoodigd om bij den Rijks
dag aan te dringen op het tot stand komen van een trac'taat
met dat Rijk tot wering van den nadruk.
De verkiezingen voor den Rijksdag zijn in alle Staten
behalve in Elzas-Lotharingengebonden. Van de 382 zijn
er 360 bekend, behoudens 36 herstemmingen. De 324 ver-
kozenen zijn 173 liberalen, 47 conservatieven, 94 clerikalen,
sociaal-demoeraten en 4 particularisten. De oud-eonser-
vatieve fractie is van 50 tot 20 leden verminderd, het cie-
rikale centrum heett 20 leden gewonnen. Al de woordvoer
ders der verschillende partijen zijn herkozen. Beieren heeft
27 clerikalen en 21 liberalen, Baden 12 nationaal-liberalen
en 2 clerikalen, Wurtemberg voor J, Saksen voor natio
naal-liberalen verkozen.
Pruisen. De eerste verkiezingen op grond der in Sep-
De minister van justitie heeft eene commissie van 12 leden
benoemd tot het ontwerpen eener reorganisatie van de ge
rechtshoven en rechtbanken waardoor eene behoorlijke ver
houding zal worden gebracht tussehen het rechterlijke perso
neel van elke jurisdictie en den omvang en het gewicht der
daarin te verrichten werkzaamheden.
De maarschalk-President, heeft, op voorstel van den minister
de Broglie, afgezet den maire van Angers, die op zijne nieuw
jaars-receptie aanmerking heeft gemaakt op het regeerings-
besluit tot vervanging van den provisor van het College.
De rechtbank te Carcassonne heeft den maire van Cinestas
en 2 andere wegeps het houden van ongeoorloofde vergade
ringen tot eene gevangenisstraf van 3 maanden veroordeeld.
Prins Napoleon is den 7 te Parijs aangekomen.
De President-maarschalk heeft den 8, in de kapel van het
paleis van A ersailles, met veel plechtstatigheid aan de nieuw
benoemde kardinalenmsgrs. ChigiGuibert en Régnier, de
uit Rome overgebrachte baretten uitgereikt. De geestelijk-
beid van Versaillesde ministers en een aanta! aanzienlijke
genoodigden waren daarbij tegenwoordig. De nieuwe kerk
vorsten die in gala-rijtuigen van den President naar het
paleis waren overgebracht, hebben na den afloop der plech
tigheid een officieel bezoek gebracht aan den President, die
vervolgens ter hunner eere een luisterrijk dejeuner gaf.
Een der krijgsraden te Versailles heett den 8 zes gewezen
frane-tireurs uit het dept. der Marne, die indertijd een in
duitsche soldij stnanden franschen spion gevonnisd en ge
fusilleerd hebben, ofschoon de wapenstilstand reeds was in
gegaan, vrijgesproken, welke uitspraak door bet publiek le
vendig is toegejuicht.
Ten gevolge der stemming in de Nat. Vergadering op den 8
hebben de ministers hun ontslag aangeboden. De President-
maarschalk weigerde het aantenemen in het vertrouwen dat
de Kamer het bij verrassing gevallen besluit weder zou ver
nietigen. Het rechter centrum is dadelijk bedacht geweest
op eene bemiddeling en heeft zijn bureau naar de ministers
de Broglie en Becazes afgevaardigd met het bericht, dat het
een votum van vertrouwen zou voorstellen.
De ministers hebben, ten gevolge der den 12 door de Nat.
Vergadering aangenomen motie en^op verzoek van den Pre
sident, hunne aanvraag om ontslag ingetrokken.
Bij liet College de Eranee zijn 2 nieuwe leerstoelen inge
steld, een voor de geschiedenis der moderne wijsbegeerte en
een voor de assyrisohe pliilologie en arckaeologie.
De hertog de Broglie heeft den 13 aan de commissie voor
de constitutioneele wetten de zienswijze der regeering om
trent de hoofdbepalingen der nieuwe kieswet doen kennen.
Hij beeft zich voor 25jarigen ouderdom, driejarige inwoning
in de gemeente en voldoende zedelijke, verstandelijke en stof
felijke waarborgen als vereisehten voor de uitoefening van bet
kiesrecht verklaard.
Koloniën. De Numanciamet omstreeks 2500 vluchte
lingen uit Carthagena aan boord, waaronder Contreras, Galvez,
de juuta en andere hoofdpersonen, is'den 13 in de algerijn-
sehe wateren bij Oran voor anker gekomen. De opvarenden
hebben zich te Mers-el-Kcbir ontscheept en aan de fransche
overheden aldaar overgegeven. Het transportschip Ardeche
is van Algiers derwaarts vertrokken, 1en einde de opstande
lingen op te nemen. De spaansche fregatten Carmen en Vit-
toriaonder bevel van Chicarro zijn den 14 te Oran aan
gekomen. De bevelhebber heeft met den spaanschen consul