1 1 III 1 i li c i
No. 5.
Zesënzeventigste
Jaargang.
1874.
1 FEBRUARI.
GEMEENTERAAD.
Süülcfcclijfesrftc Berichten.
van spoorwegen door «le ver-
eenigde bankiers.
Iluitsclilaiul
Bflrankryit.
Ciroot-lBritianje en Ierland.
A Al T
Zitting van 21 Januarij 1874. No. 2.
Voorzitter de Burgemeester A. Madeline Pont.
Tegenwoordig 13 leden. 2 vacaturen.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna
1. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
Zijn medegedeeld de sedert die vergadering ingekomen
stukken.
2. Brief van Gedeputeerde Staten ten geleide van bet
goedgekeurde suppletoire kohier der plaatselijke directe be
lasting dienst 1878.
3. Verslag van den stads-muziekmeester omtrent den toe
stand der stads-muziekschool in het 4'. kwartaal 1873. 22
leerlingen ontvingen les, waarvan 4 gratis, en wel 11 op de
viool, 1 op de violoncel! 8 op de fluit, 2 op de clarinet, 1
op de cornet a pistons, 2 op de althoorn, 1 op de bariton
hoorn en 1 op de saxhoorn in B. In het le. kwartaal 1874
zal eene uitvoering gegeven worden.
4. Brief van den heers Mr. C. R. H. van I.elijveld, hou
dende berigtdat hij aanneemt de op hem uitgebragte be
noeming tot Regent van het Burgerweeshuis.
5. Brief van den heer WJBakkerhoudende berigt, dat
hij aanneemt de benoeming 'tot Commissaris der Stads-Apo-
theek.
v Nos. 2 tot en met 5 voor kennisgeving aangenomen.
6. Verzoek va?1 den heer Gr. A. de Langeaangeslagen op
het suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst
1873 voor 78,165om teruggave of afschrijving var een
bedrag van f 45,73s als abusief aangeslagen, omdat, daar
gelaten de vraag, of hij zijn besehrijvingsbillet met be
trekking tot zijn belastbaar inkomen niet te hoog- heeft
ingevuldhij niet heeft vermeld, dat hij in 's Rijks directe
belasting voor personeel en huurwaarde is aangeslagenin
welk geval zijn aanslag slechts f 32,43 zou hebben bedragen.
Gesteld in handen van Burg. en Weth. om berigt en raad.
Zijn in behandeling genomen de volgende ter lezing ge
legen hebbende stukken.
Van Burgemeester en W ethouders.
7. Brief, waarbij, naar aanleiding van het door Gedepu
teerde Staten te kennen gegeven gevoelen, dat de jaarwedde
van den heer Stucki na de opheffing der stads-teekenschool
op grond van art. 19 der wet op het lager onderwijs wel
degelijk doqr hen had moeten zijn goedgekeurd, daar hp thans
alleen onderwijs geeft aan scholen voor lager onderwijs, een
besluit ter vaststelling wordt aangeboden om die goedkeuring
alsnog te verkrijgen. Aangenomen.
8. Rapport op het verzoek van de,n hulponderwijzer dei-
openbare armenschool W'. Schut, vroeger .hoofdonderwijzer
deï school aan den Omval, om verhooging zijner jaarwedde.
De conclusie strekt, om afwijzend te beschikken op grond
dat bij de opheffing van voornoemde school aan den Omval
hij als hulponderwijzer naar de armenschool is geplaatst op
zijn verzoek, op f 3G0,jaarwedde, aan welke wedde werd
toegevoegd eene jaarlijksche toelage van/140,en bovendien
eene van 100,voor gemis van vrije woning, tot zoolang
hij in een anderen met zijne vroegere betrekking meer even
redigen stand kon worden teruggebragt en alzoo de toelage
geheel of ten deele zou kunnen missendat hij door dat be
sluit in denzelfden toestand verbleef, ook ten aanzien van
het pensioenfondsdat door de onlangs plaats gehad heb
bende regeling van de'jaarwedden der onderwijzers de gele
genheid is geopend gewordenom te voldoen aan dat zoo
even vermelde besluit, daar hij benoemd is tot 2™ hulpon
derwijzer aan de armenschool op 500,jaarwedde, waar
door de toelage van 140,vervallen is; dat er geene
enkele reden bestaat tot inwilliging van zijn verzoekdaar
hij steeds genoten heeft en nog geniet eene belooning van
f 600,'s jaars en alzoo nog 50,meer dan de 1". hulp
onderwijzer aan die school, die slechts /550 's jaars geniet.
Aangenomen.
9. Voorstel om
a. te benoemen een ambtenaar, belast met het toezigtop de
invordering der gemeentebelastingen, in plaats van J. Per
hoeve, daar die betrekking moeijelijk opgeheven kan worden,
waartoe wordt voorgedragen op 300,jaarwedde, de
oud-commies P. van Wijngaarden, die, benoemd wordende,
eervol zal worden ontslagen als marktmeester der graan-
en zaadmarkt.
b. dien ambtenaar te voorzien van eene instructie, overeenko
mende met die, voor J. Verhoevevastgesteld.
In verband daarmede en nu door het overlijden van den
marktmeester J. F. Ukena en van den opzigter over de zaad
dragers M. C. Ritter twee vacaturen onder het op die markt
werkzame personeel bestaan, eene reorganisatie van dat per
soneel te doen plaats hebben en onder intrekking van het
raadsbesluit van 24 April 1851 tot regeling van het aantal
en de jaarwedden van de beambten verbonden aan de graan-
en zaadmarkt en waarbij is bepaald, dat door die beambten
eene toelage van 1 cent per hectoliter zal worden genoten
voor. ieder hectoliter, dat boven 60000 hectoliters wordt aan
gevoerd, te bepalen, dat voortaan werkzaam zullen zijn
1 marktmeester, tevens opzigter over de zakkendragers op
eene jaarwedde vanf 200,
1 eerste meter, den marktmeester bij ontstentenis
zullende vervangen, op eene jaarwedde van 140,
2 meters ieder op eene jaarwedde van 130,—
3«storters nun u u 105,
8 dragers te zamen 110,
en dat die jaarweddenwelke verhoogd zijn met zoodanig
bedrag als door ieder over de laatste lOjaren gemiddeld, an
genoemde toelage is genotengeacht zullen worden te zijn
ingegaan 1 Januarij 1874.
Verder het reglement op de graan- en zaadmarkt te wij
zigen, door dat in plaats van twee maar één marktmeester
werkzaam zal zijn.
Dit voorstel wordt ondersteund door de commissie van
financiën welke herinnert, hoe na de afschaffing der accijn-'
sen geen toezigt werd uitgeoefend op de invordering der
andere gemeente-belastingen welke geheven werden; dat daarin
weder voorzien werd bij raadsbesluit van 22 Mei 1867, toen
een voorstel om een ambtenaar te benoemen die daarop
toezigt zou uitoefenen aangenomen werd en daartoe ge
lijktijdig benoemd werd de oud-commies J. Verhoeve, die
op die wijze verzekerd werd van een jaarlijksch inkomen van.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Gentsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bankiers en spoorwegen Geen wonder dat er reeds
gewezen is op de afschrikwekkende kracht, die in dezen tijd
van de samenkoppeling dezer woorden moet uitgaan. Wie
zal tegenwoordig het nemen van aandeelen in ondernemingen
tot aanleg van spoorwegen durven aanbevelenen wie zal
zich toevertrouwen aan de leiding van Bankiers? Toch kun
nen wij het een noch het ander ontberen. Het is niet anders,
wij hebben behoefte aan meer spoorwegen enom er het
geld voor bijeen te krijgen, aan bankiers. Tot geruststelling
is dan ook reeds opgemerkt, dat bij voorbeeld de Holland-
sche en de Rijnspoorweg iets anders zijn dan sommige Ame-
rikaansche spoorwegen en dat niet alle bankiers Jan Jansen
heeten. 't Is noodig ons dit te herinneren, als wij gaan
spreken over de bekende vereening van Nederlandsche ban
kiers (18 firma's), die aanvrage heeft gedaan om concessie
voor den aanleg van eenige spoorwegen, en die gelijk wij
gezien hebben, bereid zijn ook de Noord-Hollandsch-Eriesche
lijn in hun plan op te nemen.
Er is financiëel gesproken, tweeërlei manier van een spoor
weg te bouwen: met hard geld en met gagier. Is inderdaad
het vereischte kapitaal geheel bijeengebracht, dan is de re
kening zeer eenvoudig. Wat de aanleg van spoorwegen ge
middeld in ons land kost, heeft de ondervinding geleerd.
Wat zij in verschillende streken gemiddeld opbrengen, is
evenzeer bekend. Alles geschiedt hier in ons eigen land,
onder onze oogen. Vergissing kan dus vermedenen teleur
stelling voorkomt n worden. Doch er is een andere manier
van bouwen dan met hard geld. Als het kapitaal, voor den
aanleg benoodigd, niet bijeen is gebracht, maar slechts voor een
deel voorhandenis, en men toch het werk wil tot stand brengen,
dan wordt er een aannemer gezocht die zich injmassa van aan
deelen laat betalen, dan moet er op aandeelen worden geleend,
dan moet er tot eiken prijs geld gezocht worden, en men
begrijpt tot welk een reusachtig bedrag de kosten van aan
leg op deze manier kunnen stijgen. Eerst in de allerlaatste
plaats ,zal er in dit geval van de opbrengst iets overschie
ten voor de houders der oorspronkelijke aandeelen. Nu is
het plan der Nederlandsche bankiers ongetwijfeld om met
hard geld, en niet met papier te bouwen. Op dit punt kun
nen Regeering en Vertegenwoordiging zich volkomen zeker
heid verschaffen en de noodige voorzorgen nemen. Wij ne-
jnen dus aan, dat de aanleg dezer spoorwegen zal geschieden
de exploitatie van den Centraal-spoorweg en noodzakelijke
uitbreiding van het daar aanwezig materiëel, zouden volgens
de begroofing moeten kosten 26 miljoen gulden, en daartoe
zou alzoo een ondersteuning uit de staatskas noodig zijn
van 7 millioen en achthonderdduizend gulden in tien jaren
te betalen. Zou de Vertegenwoordiging aarzelen, bij vol
doende bewijzen van solide kapitaalvorming en afkeer van
speculatiedaartoe haar toestemming te geven?
Laat ons hopen dat geen nieuwe teleurstelling ons wacht
en dat deze onderneming, waarin later ook de Noord-Hol-
landsch-Priesche spoorweg werd opgenomen moge gelukken.
Voor Regeering en Staten-Generaal moet het een waar
genoegen zijndit grootsche plan door Nederlanders ge
vormd voor het tot stand brengen van nuttige werken op
Nederlandschen bodemte steunen en zoo mogelijk te ver
wezenlijken. Naast het hoofddoel, de voorziening in de
behoefte aan spoorwegenkan deze onderneming nog een
ander niet minder wenschelijk gevolg hebben. Nu het ver
trouwen op de spoorwegen in de Nieuwe wereld is verloren,
en het gebleken isdat ook zij die als voorlichters onder
het publiek optraden dwaallichten waren én andere op
zettelijke of bewustedwaallichten volgdennu is er be
hoefte aan ondernemingen op eigen grond, onder eigen oogen,
die in het openbaar in het licht der zonhaar kapitalen
bijeenbrengen en haar werken aanbesteden, die laten arbeiden
tegen betaling van werkelijk aanwezig gelden geen winst
beoogen door speculatie, maar door het stichten van goede
rentegerende werkenvoortdurende vaste waarborgen voor
het kapitaal. Goed was het daarom dat de heer Moens in
de Tweede Kamer de woorden in herinnering brachtvóór
twee jaren door Thorbecke als Minister hem toegevoegd:
De afgevaardigde herinnere zichdat de Minister altijd
nog meer gestreefd heeft naar opbeuring van den onderne
mingsgeest van particulierendes noods door ondersteuning
met publieke geldelijke hulp dan naar aanleg met staatsgeld
van groote publieke werken. De kracht die wij aldus wekken,
is honderd maal grooter dan het nutdat de grootste pu
blieke werkendie ook de despoot in staat is te schenken
kunnen stichten. Men zal mij in dat opzicht, is de tijd
tot handelen gekomenop do oude plaats in de oude ge
zindheid vinden."
De tijd tot handelen schijnt thans gekomen. Moge de
»oude gezindheid" van Thorbecke de gezindheid zjjn van de
meerderheid der tegenwoordige Staten-Generaal.
W. v. d. K.
De Nordd. Allg. Zeitung weerspreekt het, vooral door en-
dscke dagbladenverspreid geruchtals zou de fransche
geering bij hare jongste maatregelen aan pressie van buiten
ibben toegegeven. Het blad verzekertdat de duitsche
geering geen verlangen naar die maatregelen heeft te
mnen gegeven, en dat de fransche zich alleen door het
woel harer waardigheid en de belangen des lands heeft
ten leiden.
Pruisen. De Keizer heeft den 17 een zeer welwillend
hrijven gezonden aan den oud-catholieken bisschop Reinkens,
r dankbetuiging voor zijnen gelukwensch bij het begin des
ars. De Germania verzekertdat Z. M. de, naar oude
:woont,e schriftelijktot hem gerichte gelukwenschen der
.tholieke bisschoppen niet beantwoord heeft.
Den 19 is op het slot Corveybij Munster, waar hij
bliothecaris van den hertog v. Ratibor was, in bijna 76jarigen
iderdom overleden dr. Rojfman v. Fallerslebendie zich
jogst verdienstelijk heeft gemaakt door de opsporing en
ikendmaking van oud-nederlandsche liederen en geschriften.
Bij de herstemming zijn tot, leden van den Rijksdag ge-
>zen te Solingen de heer Kloppet (fortschrittspartij) met
>25 st. tegen 6063 op den heer v. SchorlemerAlst (ultra-
ontaan), te Elberfeld de sociaal-democraat Hasselmann met
1947 st. tegen 12566 op den n&tionaal-liberalen candidaat
fader, te Berlijn de heer Schxli (Delitzsch) met 9285 st.,
genover 6042 op den sociaal-democratischen candidaat Ha-
nelever, te Mainz de geestelijke Moufang met 9251 st. of
10 meer dan de liberale candidaat, te Kiel prof. Hdnel
ortschrittspartij) met 11812 st. tegen 9537 op den schoen
aker Hartmaan (sociaal-democraat). Te Solingen en te
Iberfeld schijnen de ultramoutanen en sociaal-democraten
kander wederkeerig gesteund te hebben.
De kapelaan Majunke, hoofdredacteur der Germania, is
egens majesteitsschennis en beleediging van den Rijks-kan
lier, veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf en 200 th. boete,
e eisch was 3 jaren, 500 thalers en verlies van het pas ver-
orven mandaat voor den Rijksdag.
De regeering heeft, bij het Huis der Afgevaardigden een
etsontwerp ingediend ter verklaring en aanvulling der wet
in 11 Mei 1873 over de aanstelling en opleiding van gees-
lijken. In het eerste artikel wordt nader verklaard in welke
evallen het opdragen van eenig geestelijk ambt in strijd met
inoemde wet is; in het tweede uitbreiding gegeven aan de
ïvallen, waarin het aannemen van zoodanig ambt strafbaar
in het derde artikel wordt de opper-president eener pro-
ncie gemachtigd om in zekere gevallen het vermogen en
3 inkomsten van eenig opengevallen geestelijk ambt met
sslag te beleggen en daartoe een commissaris te benoemen,
ie tevens tot aan de wettige benoeming van een nieuwen
jestelijke die inkomsten beheert. De regeering wil door
?ze wet 1°. zorg dragen, dat het domkapittel kan worden
3dwongen tot de erkenning der vacature, en derhalve tot
3t laten varen van alle officieel verkeer met den ontslagen
sschop, alsmede tot de benoeming van een vicaris of van
:n nieuwen bisschop2°. vaststellen, welke medewerking
;n Staat bij het instellen van een voorloopig beheer der
isdommen vergund moet worden3». de mogelijkheid niet
uiten rekening la! en, dat de nieuwe voorschriften niet vol
gende zijn om den tegenstand der domkapittels tegen de
et te buigenen daarom den Staat vergunnen het beheer
van het bisdom te stellen in handen van een in het bijzonder
daarvoor te benoemen commissaris.
Den 23 is de wet tot invoering van het burgerlijk huwelijk
bij hoofdelijke stemming met 284 tegen 95 st. aangenomen.
In 1873 hebben de directe belastingen nagenoeg 23£ mil
joen boven de raming opgebracht en zijn de indirecte belas
tingen en accijnsen er 3,655,000 fr. beneden gebleven, hoewel
zij 178 j miljoen meer dan in 1872 hebben opgeleverd. De
nieuwe belastingen rendeerden 798,000 fr. boven de raming,
maar de oude bleven er 4,453,000 fr. beneden.
De minister van onderwijs en schoone kunsten heeft eene
commissie voor de wetenschappelijke en letterkundige reizen
en zendingen ingesteld.
De americaausche gezant heeft den 19, uit naam der in
de Unie gevestigde franscheneene op de munt te Phila
delphia geslagen gouden medalje den heer Thiers aangeboden,
ter erkenning zijner aan het vaderland bewezen diensten.
Den 21 zijn te Parijs, in de boetkapel der rue d'Anjou,
lijkdiensten gevierd voor de rust van Bodewijk XVI, w'elke
door de prinsen en prinsessen van Orleans, Koningin Isabella
en het meerendeel der ministers en der Afgevaardigden van
de rechterzijde zijn bijgewoond. Door aanzienlijke vrouwen
werd eene inzameling gehouden voor den bouw der Kerk
van het H. Hart.
De rondventing en rondbrenging van V Opinion Nationale
is verboden, wegens beschouwingen en berichten, die de open
bare meening kunnen verontrusten, en wegens eene logen-
achtige voorstelling van de buitenlandsche staatkunde der
regeering. La Liberlé heeft eene waarschuwing ontvangen
ter zake eener beschouwing over „de verhouding tot Duitsch-
land," die, gelijk het communiqué zegt, vol dwalingen en val-
sche opgaven was.
De spaansche ambassadeur Abarzuza te Parijs heeft, ten
gevolge der jongste gebeurtenissen in zijn vaderland, zijne
betrekking definitief nedergelegd.
De minister van biun. zaken heeft de prefecten gelast om
in de gemeenten, welke geene hoofdplaatsen van departementen,
arrondissementen en kantons zijn, onmiddelijk overtegaan tot
het vernieuwen der besturen. Hij geeft de hoop te kennen,
dat de maires en hunne adjuncten in de meeste gevallen be
houden zullen kunnen worden, en beveelt de prefecten aan
om bij hunne keuzen niet aan stelselmatige uitsluiting wegens
politieke redenen toe te geven, maar om enkel na te gaan,
of de gevoelens en gezindheden der bekwaam geachte per
sonen „alle waarborgen opleveren, die door de conservatieve
beginselen en belangen, welke al de besluiten der Nat. Ver
gadering ingeven, gevorderd worden."
Aan de geabonneerden op l'Univers wordt gedurende de
schorsing van dat blad 1'Assemblee Nationale toegezonden,
„met welke de redactie van l'Univers steeds omtrent defun-
damenteele vraagstukken heeft overeengestemd."
Nationale Veroadering. De beide laatste artikelen der
wet op de maires (zie ons vorig Nr.) luiden thans als volgt:
„De maires en de adjunct-maires moeten den ouderdom van
25 jaren bereikt hebben en leden van den gemeenteraad of
kiezers in de gemeente zijn.' „In alle gemeenten, alwaar
de inrichting der policie niet geregeld is op den voet der
wet van 24 Juli 1867 of door speciale wetten, benoemt de
maire de inspecteurs, brigadiers, onderbrigadiers en agenten
van policie. De benoemingen moeten door de prefecten wor
den bekrachtigd. De policie-beambten kunnen door den maire
geschorst, maar door den prefect alleen ontslagen worden."
Eene door den heer Boyer voorgestelde en door de regeering
en de commissie ondersteunde additioneele bepaling is aan
genomen, volgens welke de regeering het initiatief tot eene
voordracht omtrent de organieke gemeentewetgeving zal nemen,
wanneer binnen 2 maanden door geen der parlementaire com-
missiën zulk eene voordracht zal zijn ingediend. Onder de
verworpen amendementen was er een op art. 2 van den heer
Bru'netinhoudende, dat niemand tot maire zou worden be
noemd, die niet schriftelijk verklaarde in God te gelooven
en de godsdienst en hare dienaren te zullen beschermen.
Den 21 heeft de heer Ricard de regeering geïnterpelleerd
over den toestand der dagbladpers in de nog in staat van
beleg verkeerende departementenalwaar voor geringe ver
grijpen de dagbladen gesehorst of opgeheven werden. Hij
wenschtedat de heeren de Broglie en Baragnon de begin
selen in toepassing zouden brengendie zij hun leven lang
op de tribune verkondigd haddendat zij n.l. alle persmis-
drijven door de jury mochten laten berechten; en dat zij,
de bestaande wetten te krachteloos achtendeliever een
scherpe wet moesten voordragen dan willekeurig te werk
gaan. De ondersecretaris Baragnon betoogde, dat de regee
ring hare macht niet misbruikte en dat de genomen maat
regelen in het belang der orde noodzakelijk waren geweest.
Hij vertrouwde dat de Kamer, welke den 4 Dec. de voor-
loopige handhaving van den staat van beleg goedgekeurd had,
ten aanzien der interpellatie zou overgaan tot de orde van
den dag. Op voorstel van een aantal leden der rechterzijde
is daartoe ook met 377 tegen 276 st. besloten, maar niet
dan nadat eene hartstochtelijke woordenwisseling was gevoerd,
waartoe de heer Baragnon aanleiding had gegeven door den
heer Ricard er een verwijt van te maken, dat deze de recht
bank te Larocheile gesloten had, wegens het verzet van haren
voorzitter tegen het decreet van het gouvernement der nati
onale defensie tot afzetting van de rechterlijke beambten, die
in 1851 t.ot de gemengde commissiën hadden behoord; eene
woordenwisselingwelke eene uitdaging van den heer Gam-
betta door den heer Haentjens heeft ten gevolge gehad; door
de wederzijdsche getuigen werd echter eene schikking bewerkt.
Den 22 is bij de derde lezing der regeeringsvoordraeht om
trent het door de hooge policie uit te oefenen toezicht een
amendement van den heer Jules Favre met 396 tegen 188
st. verworpenwaarbij bepaald werd dat ontslagen veroor
deelden, behalve de aan den maire hunner woonplaats te
toonen reisorder, voorzien zouden worden van een gewonen
reispasten einde niet overal afgewezen te wordenwaar
zy zich om arbeid aanmelden. De commissie voor de wet
vreesde, dat de ontslagenen zich in dat geval van de reisorder
zouden ontdoenwaartegen de heer Favre aanmerktedat
thans de helft der ontslagenen, ondanks de reisorder, den
maire en de policie weet te ontsnappenen dat op het niet
vertoonen van de reisorder eene betrekkelijk zware straf kon
worden gesteld.
Door de Midland International Arbitration Union is eene
motie aangenomen en vervolgens ter kennis der ministers
Bright en Gladstone gebrachtwaarin aangedrongen wordt
op de noodzakelijkheid om de verwikkeling met Ashantie
door onderhandeling enindien mogelijk door scheidsrech
terschap van een bevriend Vorst, zooals de Koning van
Nederland, te doen eindigen.
De bekende schatrijke en zeer weldadige barones Burdett-
Coutts is den 15 te Edinburg als eere-burgeres dier stad
opgenomen.
De minister Gladstone heeft de Koningin aangeraden, het
Parlement te ontbinden. H. M. heeft hierin toegestemd
zullende de nieuwe verkiezingen onverwijld plaats hebbenen
het nieuwe Parlement den 5 Maart bijeenkomen. Het oude
had tot het einde van 1875 moeten duren, maar in een adres
aan de kiezers te Greenwich, waarin hij zich op nieuw als
hun candidaat aanbiedt, verklaart de minister, dat het kabinet,
na de in Maart 1.1., ter zake van het onderwijs in Ierland,
geleden nederlaag het vereischte gezag miste om groote maat
regelen van wetgeving tot stand te brengen. Het ministerieele
programma, dat hij ontwikkelt, steunt voornamelijk op het
financiëel beheer, tegenover hetgeen alreeds op het gebied
van bezuinigingschulddelging en belastingvermindering
gedaan is, het uitzicht openende op de afschaffing der reeds
meermalen verlaagde en thans nog 5j miljoen opbrengende
inkomsten-belasting.
De heer Disraëli heeft aan de kiezers van zijn district
het graafschap Buckinghameen adres gerichtwaarin hij
verzoekt zijn mandaat te hernieuwen, en o.a. zegt, dat hij
„niet onderzoeken wil, of vrees voor onwettigverklaring zijner
vertegenwoordiging van Greenwich, dan wel de begeerte om
de afrekening wegens den ashantijnschen oorlog te verschuiven,
den heer Gladstone tot zijnen stap heeft genoopt." „Met
eene zeldzaam geëvenaarde dwaasheid of onwetendheid heeft
de regeering voor ons den doortocht door de Straat van
Malacca geslotenen in de plaats daarvan heeft zij den
ashantijnschen oorlog, met zijne wisselvalligheden en ver
wikkelende gebeurtenissen, welke de premier thans veroor-