1 1 III 1 i li c i No. 5. Zesënzeventigste Jaargang. 1874. 1 FEBRUARI. GEMEENTERAAD. Süülcfcclijfesrftc Berichten. van spoorwegen door «le ver- eenigde bankiers. Iluitsclilaiul Bflrankryit. Ciroot-lBritianje en Ierland. A Al T Zitting van 21 Januarij 1874. No. 2. Voorzitter de Burgemeester A. Madeline Pont. Tegenwoordig 13 leden. 2 vacaturen. De Voorzitter opent de vergadering, waarna 1. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Zijn medegedeeld de sedert die vergadering ingekomen stukken. 2. Brief van Gedeputeerde Staten ten geleide van bet goedgekeurde suppletoire kohier der plaatselijke directe be lasting dienst 1878. 3. Verslag van den stads-muziekmeester omtrent den toe stand der stads-muziekschool in het 4'. kwartaal 1873. 22 leerlingen ontvingen les, waarvan 4 gratis, en wel 11 op de viool, 1 op de violoncel! 8 op de fluit, 2 op de clarinet, 1 op de cornet a pistons, 2 op de althoorn, 1 op de bariton hoorn en 1 op de saxhoorn in B. In het le. kwartaal 1874 zal eene uitvoering gegeven worden. 4. Brief van den heers Mr. C. R. H. van I.elijveld, hou dende berigtdat hij aanneemt de op hem uitgebragte be noeming tot Regent van het Burgerweeshuis. 5. Brief van den heer WJBakkerhoudende berigt, dat hij aanneemt de benoeming 'tot Commissaris der Stads-Apo- theek. v Nos. 2 tot en met 5 voor kennisgeving aangenomen. 6. Verzoek va?1 den heer Gr. A. de Langeaangeslagen op het suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1873 voor 78,165om teruggave of afschrijving var een bedrag van f 45,73s als abusief aangeslagen, omdat, daar gelaten de vraag, of hij zijn besehrijvingsbillet met be trekking tot zijn belastbaar inkomen niet te hoog- heeft ingevuldhij niet heeft vermeld, dat hij in 's Rijks directe belasting voor personeel en huurwaarde is aangeslagenin welk geval zijn aanslag slechts f 32,43 zou hebben bedragen. Gesteld in handen van Burg. en Weth. om berigt en raad. Zijn in behandeling genomen de volgende ter lezing ge legen hebbende stukken. Van Burgemeester en W ethouders. 7. Brief, waarbij, naar aanleiding van het door Gedepu teerde Staten te kennen gegeven gevoelen, dat de jaarwedde van den heer Stucki na de opheffing der stads-teekenschool op grond van art. 19 der wet op het lager onderwijs wel degelijk doqr hen had moeten zijn goedgekeurd, daar hp thans alleen onderwijs geeft aan scholen voor lager onderwijs, een besluit ter vaststelling wordt aangeboden om die goedkeuring alsnog te verkrijgen. Aangenomen. 8. Rapport op het verzoek van de,n hulponderwijzer dei- openbare armenschool W'. Schut, vroeger .hoofdonderwijzer deï school aan den Omval, om verhooging zijner jaarwedde. De conclusie strekt, om afwijzend te beschikken op grond dat bij de opheffing van voornoemde school aan den Omval hij als hulponderwijzer naar de armenschool is geplaatst op zijn verzoek, op f 3G0,jaarwedde, aan welke wedde werd toegevoegd eene jaarlijksche toelage van/140,en bovendien eene van 100,voor gemis van vrije woning, tot zoolang hij in een anderen met zijne vroegere betrekking meer even redigen stand kon worden teruggebragt en alzoo de toelage geheel of ten deele zou kunnen missendat hij door dat be sluit in denzelfden toestand verbleef, ook ten aanzien van het pensioenfondsdat door de onlangs plaats gehad heb bende regeling van de'jaarwedden der onderwijzers de gele genheid is geopend gewordenom te voldoen aan dat zoo even vermelde besluit, daar hij benoemd is tot 2™ hulpon derwijzer aan de armenschool op 500,jaarwedde, waar door de toelage van 140,vervallen is; dat er geene enkele reden bestaat tot inwilliging van zijn verzoekdaar hij steeds genoten heeft en nog geniet eene belooning van f 600,'s jaars en alzoo nog 50,meer dan de 1". hulp onderwijzer aan die school, die slechts /550 's jaars geniet. Aangenomen. 9. Voorstel om a. te benoemen een ambtenaar, belast met het toezigtop de invordering der gemeentebelastingen, in plaats van J. Per hoeve, daar die betrekking moeijelijk opgeheven kan worden, waartoe wordt voorgedragen op 300,jaarwedde, de oud-commies P. van Wijngaarden, die, benoemd wordende, eervol zal worden ontslagen als marktmeester der graan- en zaadmarkt. b. dien ambtenaar te voorzien van eene instructie, overeenko mende met die, voor J. Verhoevevastgesteld. In verband daarmede en nu door het overlijden van den marktmeester J. F. Ukena en van den opzigter over de zaad dragers M. C. Ritter twee vacaturen onder het op die markt werkzame personeel bestaan, eene reorganisatie van dat per soneel te doen plaats hebben en onder intrekking van het raadsbesluit van 24 April 1851 tot regeling van het aantal en de jaarwedden van de beambten verbonden aan de graan- en zaadmarkt en waarbij is bepaald, dat door die beambten eene toelage van 1 cent per hectoliter zal worden genoten voor. ieder hectoliter, dat boven 60000 hectoliters wordt aan gevoerd, te bepalen, dat voortaan werkzaam zullen zijn 1 marktmeester, tevens opzigter over de zakkendragers op eene jaarwedde vanf 200, 1 eerste meter, den marktmeester bij ontstentenis zullende vervangen, op eene jaarwedde van 140, 2 meters ieder op eene jaarwedde van 130,— 3«storters nun u u 105, 8 dragers te zamen 110, en dat die jaarweddenwelke verhoogd zijn met zoodanig bedrag als door ieder over de laatste lOjaren gemiddeld, an genoemde toelage is genotengeacht zullen worden te zijn ingegaan 1 Januarij 1874. Verder het reglement op de graan- en zaadmarkt te wij zigen, door dat in plaats van twee maar één marktmeester werkzaam zal zijn. Dit voorstel wordt ondersteund door de commissie van financiën welke herinnert, hoe na de afschaffing der accijn-' sen geen toezigt werd uitgeoefend op de invordering der andere gemeente-belastingen welke geheven werden; dat daarin weder voorzien werd bij raadsbesluit van 22 Mei 1867, toen een voorstel om een ambtenaar te benoemen die daarop toezigt zou uitoefenen aangenomen werd en daartoe ge lijktijdig benoemd werd de oud-commies J. Verhoeve, die op die wijze verzekerd werd van een jaarlijksch inkomen van. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Gentsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bankiers en spoorwegen Geen wonder dat er reeds gewezen is op de afschrikwekkende kracht, die in dezen tijd van de samenkoppeling dezer woorden moet uitgaan. Wie zal tegenwoordig het nemen van aandeelen in ondernemingen tot aanleg van spoorwegen durven aanbevelenen wie zal zich toevertrouwen aan de leiding van Bankiers? Toch kun nen wij het een noch het ander ontberen. Het is niet anders, wij hebben behoefte aan meer spoorwegen enom er het geld voor bijeen te krijgen, aan bankiers. Tot geruststelling is dan ook reeds opgemerkt, dat bij voorbeeld de Holland- sche en de Rijnspoorweg iets anders zijn dan sommige Ame- rikaansche spoorwegen en dat niet alle bankiers Jan Jansen heeten. 't Is noodig ons dit te herinneren, als wij gaan spreken over de bekende vereening van Nederlandsche ban kiers (18 firma's), die aanvrage heeft gedaan om concessie voor den aanleg van eenige spoorwegen, en die gelijk wij gezien hebben, bereid zijn ook de Noord-Hollandsch-Eriesche lijn in hun plan op te nemen. Er is financiëel gesproken, tweeërlei manier van een spoor weg te bouwen: met hard geld en met gagier. Is inderdaad het vereischte kapitaal geheel bijeengebracht, dan is de re kening zeer eenvoudig. Wat de aanleg van spoorwegen ge middeld in ons land kost, heeft de ondervinding geleerd. Wat zij in verschillende streken gemiddeld opbrengen, is evenzeer bekend. Alles geschiedt hier in ons eigen land, onder onze oogen. Vergissing kan dus vermedenen teleur stelling voorkomt n worden. Doch er is een andere manier van bouwen dan met hard geld. Als het kapitaal, voor den aanleg benoodigd, niet bijeen is gebracht, maar slechts voor een deel voorhandenis, en men toch het werk wil tot stand brengen, dan wordt er een aannemer gezocht die zich injmassa van aan deelen laat betalen, dan moet er op aandeelen worden geleend, dan moet er tot eiken prijs geld gezocht worden, en men begrijpt tot welk een reusachtig bedrag de kosten van aan leg op deze manier kunnen stijgen. Eerst in de allerlaatste plaats ,zal er in dit geval van de opbrengst iets overschie ten voor de houders der oorspronkelijke aandeelen. Nu is het plan der Nederlandsche bankiers ongetwijfeld om met hard geld, en niet met papier te bouwen. Op dit punt kun nen Regeering en Vertegenwoordiging zich volkomen zeker heid verschaffen en de noodige voorzorgen nemen. Wij ne- jnen dus aan, dat de aanleg dezer spoorwegen zal geschieden de exploitatie van den Centraal-spoorweg en noodzakelijke uitbreiding van het daar aanwezig materiëel, zouden volgens de begroofing moeten kosten 26 miljoen gulden, en daartoe zou alzoo een ondersteuning uit de staatskas noodig zijn van 7 millioen en achthonderdduizend gulden in tien jaren te betalen. Zou de Vertegenwoordiging aarzelen, bij vol doende bewijzen van solide kapitaalvorming en afkeer van speculatiedaartoe haar toestemming te geven? Laat ons hopen dat geen nieuwe teleurstelling ons wacht en dat deze onderneming, waarin later ook de Noord-Hol- landsch-Priesche spoorweg werd opgenomen moge gelukken. Voor Regeering en Staten-Generaal moet het een waar genoegen zijndit grootsche plan door Nederlanders ge vormd voor het tot stand brengen van nuttige werken op Nederlandschen bodemte steunen en zoo mogelijk te ver wezenlijken. Naast het hoofddoel, de voorziening in de behoefte aan spoorwegenkan deze onderneming nog een ander niet minder wenschelijk gevolg hebben. Nu het ver trouwen op de spoorwegen in de Nieuwe wereld is verloren, en het gebleken isdat ook zij die als voorlichters onder het publiek optraden dwaallichten waren én andere op zettelijke of bewustedwaallichten volgdennu is er be hoefte aan ondernemingen op eigen grond, onder eigen oogen, die in het openbaar in het licht der zonhaar kapitalen bijeenbrengen en haar werken aanbesteden, die laten arbeiden tegen betaling van werkelijk aanwezig gelden geen winst beoogen door speculatie, maar door het stichten van goede rentegerende werkenvoortdurende vaste waarborgen voor het kapitaal. Goed was het daarom dat de heer Moens in de Tweede Kamer de woorden in herinnering brachtvóór twee jaren door Thorbecke als Minister hem toegevoegd: De afgevaardigde herinnere zichdat de Minister altijd nog meer gestreefd heeft naar opbeuring van den onderne mingsgeest van particulierendes noods door ondersteuning met publieke geldelijke hulp dan naar aanleg met staatsgeld van groote publieke werken. De kracht die wij aldus wekken, is honderd maal grooter dan het nutdat de grootste pu blieke werkendie ook de despoot in staat is te schenken kunnen stichten. Men zal mij in dat opzicht, is de tijd tot handelen gekomenop do oude plaats in de oude ge zindheid vinden." De tijd tot handelen schijnt thans gekomen. Moge de »oude gezindheid" van Thorbecke de gezindheid zjjn van de meerderheid der tegenwoordige Staten-Generaal. W. v. d. K. De Nordd. Allg. Zeitung weerspreekt het, vooral door en- dscke dagbladenverspreid geruchtals zou de fransche geering bij hare jongste maatregelen aan pressie van buiten ibben toegegeven. Het blad verzekertdat de duitsche geering geen verlangen naar die maatregelen heeft te mnen gegeven, en dat de fransche zich alleen door het woel harer waardigheid en de belangen des lands heeft ten leiden. Pruisen. De Keizer heeft den 17 een zeer welwillend hrijven gezonden aan den oud-catholieken bisschop Reinkens, r dankbetuiging voor zijnen gelukwensch bij het begin des ars. De Germania verzekertdat Z. M. de, naar oude :woont,e schriftelijktot hem gerichte gelukwenschen der .tholieke bisschoppen niet beantwoord heeft. Den 19 is op het slot Corveybij Munster, waar hij bliothecaris van den hertog v. Ratibor was, in bijna 76jarigen iderdom overleden dr. Rojfman v. Fallerslebendie zich jogst verdienstelijk heeft gemaakt door de opsporing en ikendmaking van oud-nederlandsche liederen en geschriften. Bij de herstemming zijn tot, leden van den Rijksdag ge- >zen te Solingen de heer Kloppet (fortschrittspartij) met >25 st. tegen 6063 op den heer v. SchorlemerAlst (ultra- ontaan), te Elberfeld de sociaal-democraat Hasselmann met 1947 st. tegen 12566 op den n&tionaal-liberalen candidaat fader, te Berlijn de heer Schxli (Delitzsch) met 9285 st., genover 6042 op den sociaal-democratischen candidaat Ha- nelever, te Mainz de geestelijke Moufang met 9251 st. of 10 meer dan de liberale candidaat, te Kiel prof. Hdnel ortschrittspartij) met 11812 st. tegen 9537 op den schoen aker Hartmaan (sociaal-democraat). Te Solingen en te Iberfeld schijnen de ultramoutanen en sociaal-democraten kander wederkeerig gesteund te hebben. De kapelaan Majunke, hoofdredacteur der Germania, is egens majesteitsschennis en beleediging van den Rijks-kan lier, veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf en 200 th. boete, e eisch was 3 jaren, 500 thalers en verlies van het pas ver- orven mandaat voor den Rijksdag. De regeering heeft, bij het Huis der Afgevaardigden een etsontwerp ingediend ter verklaring en aanvulling der wet in 11 Mei 1873 over de aanstelling en opleiding van gees- lijken. In het eerste artikel wordt nader verklaard in welke evallen het opdragen van eenig geestelijk ambt in strijd met inoemde wet is; in het tweede uitbreiding gegeven aan de ïvallen, waarin het aannemen van zoodanig ambt strafbaar in het derde artikel wordt de opper-president eener pro- ncie gemachtigd om in zekere gevallen het vermogen en 3 inkomsten van eenig opengevallen geestelijk ambt met sslag te beleggen en daartoe een commissaris te benoemen, ie tevens tot aan de wettige benoeming van een nieuwen jestelijke die inkomsten beheert. De regeering wil door ?ze wet 1°. zorg dragen, dat het domkapittel kan worden 3dwongen tot de erkenning der vacature, en derhalve tot 3t laten varen van alle officieel verkeer met den ontslagen sschop, alsmede tot de benoeming van een vicaris of van :n nieuwen bisschop2°. vaststellen, welke medewerking ;n Staat bij het instellen van een voorloopig beheer der isdommen vergund moet worden3». de mogelijkheid niet uiten rekening la! en, dat de nieuwe voorschriften niet vol gende zijn om den tegenstand der domkapittels tegen de et te buigenen daarom den Staat vergunnen het beheer van het bisdom te stellen in handen van een in het bijzonder daarvoor te benoemen commissaris. Den 23 is de wet tot invoering van het burgerlijk huwelijk bij hoofdelijke stemming met 284 tegen 95 st. aangenomen. In 1873 hebben de directe belastingen nagenoeg 23£ mil joen boven de raming opgebracht en zijn de indirecte belas tingen en accijnsen er 3,655,000 fr. beneden gebleven, hoewel zij 178 j miljoen meer dan in 1872 hebben opgeleverd. De nieuwe belastingen rendeerden 798,000 fr. boven de raming, maar de oude bleven er 4,453,000 fr. beneden. De minister van onderwijs en schoone kunsten heeft eene commissie voor de wetenschappelijke en letterkundige reizen en zendingen ingesteld. De americaausche gezant heeft den 19, uit naam der in de Unie gevestigde franscheneene op de munt te Phila delphia geslagen gouden medalje den heer Thiers aangeboden, ter erkenning zijner aan het vaderland bewezen diensten. Den 21 zijn te Parijs, in de boetkapel der rue d'Anjou, lijkdiensten gevierd voor de rust van Bodewijk XVI, w'elke door de prinsen en prinsessen van Orleans, Koningin Isabella en het meerendeel der ministers en der Afgevaardigden van de rechterzijde zijn bijgewoond. Door aanzienlijke vrouwen werd eene inzameling gehouden voor den bouw der Kerk van het H. Hart. De rondventing en rondbrenging van V Opinion Nationale is verboden, wegens beschouwingen en berichten, die de open bare meening kunnen verontrusten, en wegens eene logen- achtige voorstelling van de buitenlandsche staatkunde der regeering. La Liberlé heeft eene waarschuwing ontvangen ter zake eener beschouwing over „de verhouding tot Duitsch- land," die, gelijk het communiqué zegt, vol dwalingen en val- sche opgaven was. De spaansche ambassadeur Abarzuza te Parijs heeft, ten gevolge der jongste gebeurtenissen in zijn vaderland, zijne betrekking definitief nedergelegd. De minister van biun. zaken heeft de prefecten gelast om in de gemeenten, welke geene hoofdplaatsen van departementen, arrondissementen en kantons zijn, onmiddelijk overtegaan tot het vernieuwen der besturen. Hij geeft de hoop te kennen, dat de maires en hunne adjuncten in de meeste gevallen be houden zullen kunnen worden, en beveelt de prefecten aan om bij hunne keuzen niet aan stelselmatige uitsluiting wegens politieke redenen toe te geven, maar om enkel na te gaan, of de gevoelens en gezindheden der bekwaam geachte per sonen „alle waarborgen opleveren, die door de conservatieve beginselen en belangen, welke al de besluiten der Nat. Ver gadering ingeven, gevorderd worden." Aan de geabonneerden op l'Univers wordt gedurende de schorsing van dat blad 1'Assemblee Nationale toegezonden, „met welke de redactie van l'Univers steeds omtrent defun- damenteele vraagstukken heeft overeengestemd." Nationale Veroadering. De beide laatste artikelen der wet op de maires (zie ons vorig Nr.) luiden thans als volgt: „De maires en de adjunct-maires moeten den ouderdom van 25 jaren bereikt hebben en leden van den gemeenteraad of kiezers in de gemeente zijn.' „In alle gemeenten, alwaar de inrichting der policie niet geregeld is op den voet der wet van 24 Juli 1867 of door speciale wetten, benoemt de maire de inspecteurs, brigadiers, onderbrigadiers en agenten van policie. De benoemingen moeten door de prefecten wor den bekrachtigd. De policie-beambten kunnen door den maire geschorst, maar door den prefect alleen ontslagen worden." Eene door den heer Boyer voorgestelde en door de regeering en de commissie ondersteunde additioneele bepaling is aan genomen, volgens welke de regeering het initiatief tot eene voordracht omtrent de organieke gemeentewetgeving zal nemen, wanneer binnen 2 maanden door geen der parlementaire com- missiën zulk eene voordracht zal zijn ingediend. Onder de verworpen amendementen was er een op art. 2 van den heer Bru'netinhoudende, dat niemand tot maire zou worden be noemd, die niet schriftelijk verklaarde in God te gelooven en de godsdienst en hare dienaren te zullen beschermen. Den 21 heeft de heer Ricard de regeering geïnterpelleerd over den toestand der dagbladpers in de nog in staat van beleg verkeerende departementenalwaar voor geringe ver grijpen de dagbladen gesehorst of opgeheven werden. Hij wenschtedat de heeren de Broglie en Baragnon de begin selen in toepassing zouden brengendie zij hun leven lang op de tribune verkondigd haddendat zij n.l. alle persmis- drijven door de jury mochten laten berechten; en dat zij, de bestaande wetten te krachteloos achtendeliever een scherpe wet moesten voordragen dan willekeurig te werk gaan. De ondersecretaris Baragnon betoogde, dat de regee ring hare macht niet misbruikte en dat de genomen maat regelen in het belang der orde noodzakelijk waren geweest. Hij vertrouwde dat de Kamer, welke den 4 Dec. de voor- loopige handhaving van den staat van beleg goedgekeurd had, ten aanzien der interpellatie zou overgaan tot de orde van den dag. Op voorstel van een aantal leden der rechterzijde is daartoe ook met 377 tegen 276 st. besloten, maar niet dan nadat eene hartstochtelijke woordenwisseling was gevoerd, waartoe de heer Baragnon aanleiding had gegeven door den heer Ricard er een verwijt van te maken, dat deze de recht bank te Larocheile gesloten had, wegens het verzet van haren voorzitter tegen het decreet van het gouvernement der nati onale defensie tot afzetting van de rechterlijke beambten, die in 1851 t.ot de gemengde commissiën hadden behoord; eene woordenwisselingwelke eene uitdaging van den heer Gam- betta door den heer Haentjens heeft ten gevolge gehad; door de wederzijdsche getuigen werd echter eene schikking bewerkt. Den 22 is bij de derde lezing der regeeringsvoordraeht om trent het door de hooge policie uit te oefenen toezicht een amendement van den heer Jules Favre met 396 tegen 188 st. verworpenwaarbij bepaald werd dat ontslagen veroor deelden, behalve de aan den maire hunner woonplaats te toonen reisorder, voorzien zouden worden van een gewonen reispasten einde niet overal afgewezen te wordenwaar zy zich om arbeid aanmelden. De commissie voor de wet vreesde, dat de ontslagenen zich in dat geval van de reisorder zouden ontdoenwaartegen de heer Favre aanmerktedat thans de helft der ontslagenen, ondanks de reisorder, den maire en de policie weet te ontsnappenen dat op het niet vertoonen van de reisorder eene betrekkelijk zware straf kon worden gesteld. Door de Midland International Arbitration Union is eene motie aangenomen en vervolgens ter kennis der ministers Bright en Gladstone gebrachtwaarin aangedrongen wordt op de noodzakelijkheid om de verwikkeling met Ashantie door onderhandeling enindien mogelijk door scheidsrech terschap van een bevriend Vorst, zooals de Koning van Nederland, te doen eindigen. De bekende schatrijke en zeer weldadige barones Burdett- Coutts is den 15 te Edinburg als eere-burgeres dier stad opgenomen. De minister Gladstone heeft de Koningin aangeraden, het Parlement te ontbinden. H. M. heeft hierin toegestemd zullende de nieuwe verkiezingen onverwijld plaats hebbenen het nieuwe Parlement den 5 Maart bijeenkomen. Het oude had tot het einde van 1875 moeten duren, maar in een adres aan de kiezers te Greenwich, waarin hij zich op nieuw als hun candidaat aanbiedt, verklaart de minister, dat het kabinet, na de in Maart 1.1., ter zake van het onderwijs in Ierland, geleden nederlaag het vereischte gezag miste om groote maat regelen van wetgeving tot stand te brengen. Het ministerieele programma, dat hij ontwikkelt, steunt voornamelijk op het financiëel beheer, tegenover hetgeen alreeds op het gebied van bezuinigingschulddelging en belastingvermindering gedaan is, het uitzicht openende op de afschaffing der reeds meermalen verlaagde en thans nog 5j miljoen opbrengende inkomsten-belasting. De heer Disraëli heeft aan de kiezers van zijn district het graafschap Buckinghameen adres gerichtwaarin hij verzoekt zijn mandaat te hernieuwen, en o.a. zegt, dat hij „niet onderzoeken wil, of vrees voor onwettigverklaring zijner vertegenwoordiging van Greenwich, dan wel de begeerte om de afrekening wegens den ashantijnschen oorlog te verschuiven, den heer Gladstone tot zijnen stap heeft genoopt." „Met eene zeldzaam geëvenaarde dwaasheid of onwetendheid heeft de regeering voor ons den doortocht door de Straat van Malacca geslotenen in de plaats daarvan heeft zij den ashantijnschen oorlog, met zijne wisselvalligheden en ver wikkelende gebeurtenissen, welke de premier thans veroor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1874 | | pagina 5