2
No. 11.
Zesenzeventigste Jaargang.
1874.
Z O NI) A G
15 MAART.
r
(Officieel (Bebccïtc
Eigen schuld
CiUckcltjfcschc ücrichtcu-
SSinneniaiid.
A
II A A
SC
c»
A Al T
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f franco per post f SiS O
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt
ter kennis van de ingezetenen, de circulaire van den heer
Commissaris des Konings in deze provinciegedagteekend
2 Maart 1871 No. 1S1/I028, 5 afd. (verz. No. 18). luidende:
//Ten einde de uitvoering der wet van 22 Julij 1878 (Staats
blad No. 116), tot herziening van de belastbare opbrengst
der gebouwde eigendommen zoo min mogelijk belemmering
ondervindeacht de minister van financiën het wenschelijk,
dat aan de ingezetenen worde herinnerd het bepaalde bij de
art. 9, 2'. lid, 10 tot 15 en 16, 1". lid, dier wet, onder me-
dedeeling dat gemelde herziening niet verordend is om meer
opbrengst uit de grondbelasting aan de schal kist te verzekeren,
maar om door eene gelijkmatige schatting over het geheele
rijkhet tegenwoordig belastingbedragwat de gebouwde
eigendommen aangaat, billijker te verdeelen.
Ik heb mitsdien de eer U uit te noodigen, de ingezetenen
uwer gemeentevoor zoover dit niet reeds geschied is, met
het bovenstaande in kennis te stellen.
l)e Commissaris des Konixgs in de provincie
A oord-Holland
{Get.) R E L L.
De in deze circulaire genoemde artikelen luiden als volgt:
Art. 9, 2e. lid. Zij (de commissie voor de herziening) is
bovendien bevoegd aan hem, die in gemeld tijdvak (1868
tot 1872) ten opzigte van een gebouw eene overeenkomst
van jaarhuur heeft gesloten, inlichting te vragen omtrent de
over elk der jaren 18681872 bedongen huurprijzen en de
bijzonderheden daartoe betrekkelijk bedoeld in art. 3 dezer
wet. Tot dat einde doet zij aan diens woning door een
gemagtigde een daartoe strekkend, door Ons vasf te stellen,
formulier van verklaring of biljet uitreiken.
Art. 3. De huurprijzen in art. 2 bedoeld, worden verhoogd
of verlaagd met de tot geldswaarde herleide lasten of baten,
die door den huurder gedragen of genoten worden doch
naar de wet, eene wettelijke verordening of het plaatselijk
gebruik ten laste of bate der verhuurders zouden komen.
Bij de berekening der belastbare opbrengst van gebouwde
eigendommen, dienende tot. fabrieken, trafieken of werkplaatsen,
wordt de waarde van daartoe behoorende vaste en losse werk
tuigen niet in aanmerking genomen.
Art. 10. Die de overeenkomst, bedoeld in het vorige artikel,
(art. 9) heeft aangegaan, is, indien ten zijnen huize een biljet,
als in het vorige artikel vermeldis uitgereiktverpligt dat
biljet naauwkeurig en volledig in te vullen en vervolgens te
onderteekenen.
Art. 11. De biljetten worden door den gemagtigde der
commissie, minstens acht dagen na de uitreiking, tegen schrif
telijk bewijs opgehaald.
Indien het biljet niet of, naar oordeel van den gemagtigde,
niet nauwkeurig of volledig is ingevuld, zal deze den persoon,
tot de invulling verpligt, daarop opmerkzaam maken en hem
daarin op diens verzoek behulpzaam zijn.
Verklaart die persoon niet te kunnen schrijven, dan geschiedt
de invulling van het biljet op zijn verzoek met vermelding
der redenen kosteloos door den gemagtigde, die de verklaring,
na voorlezingin diens naam teekentin tegenwoordigheid
en met mede-onderteekening van een derden persoon.
Art. 12. De commissie kan aan hem, die verzuimd of ge
weigerd heeft de opgaaf te doen in de twee voorgaande
artikelen bedoeldof die er eene heeft gedaan waarvan zij
de juistheid betwijfelt, door een deurwaarder der directe
belastingen kosteloos eene uitnoodiging doen beteekenen om
na verloop van minstens acht dagen binnen de gemeente
ter plaatse en op den dag en het uur, in de uitnoodiging
aangewezen, voor haar te verschijnen, ten einde de op, het
biljet gestelde vragen alsnog te beantwoorden of dienaangaande
de noodige ophelderingen te geven.
Art. 13. Indien de voor de commissie geroepene niet
verschijnt of weigert te antwoorden, wordt daarvan door de
commissie proces-verbaal opgemaakt.
Op dit proces-verbaal is art. 437 van het Wetboek van
Strafvordering van toepassing.
Art. 14. Het niet verschijnen of het weigerenin het
voorgaand artikel vermeld, wordt gestraft met eene geldboete
van minstens I en hoogstens 80tenzij redenen van
verhindering worden aangevoerd die door den regter als
wettig of aannemelijk worden erkend
Art. 15. Tot het bepalen der belastbare opbrengst, het
onderzoek der hierna genoemde bezwaren en het verrigten
van herschattingen volgens de artt. 20 en 24, hebben de
leden der commissie dagelijks, de zon- en algemeen erkende
Christelijke feestdagen uitgezonderdvan des voormiddags
8 uur tot zonsondergang toegang tot de gebouwde eigen
dommen.
Indien hun die toegang geweigerd of belet wordt, roepen
zij de tusschenkomst in van den burgemeester of van den
kantonregter, op wiens bevel de toegang, ondanks den ge
bruiker van het gebouw, verschaft wordt,.
Van die tusschenkomst en de redenen, die daartoe geleid
hebben, wordt door de leden der commissie, die het onderzoek
verrigten, binnen tweemaal 24 uren proces-verbaal opgemaakt,
dat, door den burgemeester of kantonregter mede onderteekend,
den gebruiker van het gebouw in afschrift wordt medegedeeld.
Art. 16, H lid. De commissie bepaalt de belastbare op
brengst der gebouwde eigendommen, in hare controle gelegen,
bedoeld in art. 1 dezer wetnadat die door twee of meer
barer leden zijn opgenomen. De Burgemeester voornoemd
Alkmaar, 10 Maart 1874. A. MACLAINE PONT.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR op Woensdag, 18 Maart 1874, des middags ten
12 ure, JSamens den Voorzitter van den Raad
NUHOUT van des VEEN.
BURGEMEESTER en W ETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kenuis van belanghebbendendat voortaan ten
huize van den heer G. Waijboek, kastelein aan het Luttik j
Oudorpgelegenheid zal bestaan tot het doen van aangifte
van de op de Graan- en Zaadmarkt aantevoeren hoeveelheid
Granen en Zaden en tot het betalen van het verschuldigde
zakkengeld: des Donderdags tusschen 4 en 6 uur des namiddags
en des Vrijdags van at des voormiddags 8 uur.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
10 Maart 1874. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
ALKMAAR, in ervaring gekomen, dat verscheidene
ingezetenen kosteloos geneeskundige hulp en medicij
nen uit de Stads apotheek ontvangen die daarvoor
te minder in aanmerking kunnen komen, nu hier de
gelegenheid bestaatom door eene geringe wekelijk-
sche bijdrage zich behoorlijke genees-, heel- en verlos-
Itund'ge hulp te verschaffen.
Vestigen de aandacht dier ingezetenen op het wen-
schelijkedat zij leden worden van een der alhier
beslaande Ziekcn-lieiiootsehappeiidaar maatregelen
genomen zijn om hen die in staat geacht worden
tot het betalen dier geringe wekelijksche bijdrage
niet langer van gemeentewege van geneeskundige
hulp en medicijnen te voorzien.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
11 Maart 1874 De Secretaris
NUITOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden
dat de loting der in Januarij j.l. voor de brandweer inge
schreven personen door hen in het, ojienbaar zal worden ge
houden op Donderdag 26 Maart 1874, des voormiddag ten
10 ure, ten raadhuize der gemeente Alkmaar.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
11 Maart 1874. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR.
Gezien.art. 264, der gemeentewet.
Brengen Ier algemeeue kennis:
dat het kohier der directe gemeente belasting over de
dienst van bet, loopende jaar door beu voorloopig is vastge
steld en gedurende veertien dagen na heden ter Secretarie
dezer gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd
gedurende welken tijd bij den gemeenteraad op ongezegeld
papier bezwaren kunnen worden ingediend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
11 Maart 1874. De Secretaris,
NUHOUT van dek VEEN.
K I E Z E R S L IJ S TE N.
BURGEMEESTER enWETHOU DE RS van ALKMAAR.
Gezien art,. 35, 2°. lid der wet van 4 Julij 1850 (Staats
blad No. 37) regelende het kiesregt;
Brengen bij deze ter algemeene kennisdat bij de her
ziening der lijsten, aanwijzende de personen die bevoegd zijn
tot het kiezen van leden voor de Ticeede Kamer der Staten-
Generaalde Provinciale Staten en den Gemeenteraadde
namen der navolgende personenwegens bet, verliezen van
een of meer der gevorderde vereiscliten of uithoofde van
overlijden daarop zijn geschraptals
A. WEGENS HET VERLIEZEN VAN EEN OE MEER
DER GEVORDERDE VEREISCHTEN
1°. voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de Pro
vinciale Staten.
E. M. Aghina, Dr. A. T. van Aken, J. W. van Ameron-
genH. van den Berg, P. A. de Bergh, J. H. Blom,
W. de Boer, R. N. Brouwer, P. CrokH. J. Elfring
Jhr. B A. Engelen van Pijlsweert, C. de Graaff, P. Horjus,
Mr. W. van der Kaaij .T. de Koning, D. Luijt, G. van der
Meulen, J. Morsch, A. Nuijens, A. J. M. Peeters, L. A. A.
PerrinJ. J. Poll, P. Purmer, G. Raven, H. A. N. Storm,
J. Teeling, M. Tijs, A. Veenhuijsen, J. J. G. Wahlen, J. van
Wetturn, M. A.Wigtman, D. de Winter en P. van Wijngaarden.
2°. voor den Gemeenteraad.
E. M. AghinaDr. A. T. van AkenP. A. de Bergh
P. van Berkum, C. Bierman, J. J. Bottemanne, J. Bronsveld,
P. Crok, G J. CromwelJ. van den Dam, W. D. Eeltjes,
H. J. Elfring, Jhr. B. A. Engelen van Pijlsweert, J. A. van
Geenhuijsen, C. de Graaff, M. van Gulik, J. Habicht, E. N. Halm,
P. Hartland, D. Hoekmeijer, P. Horjus, P. Jongens, Mr. W.
van der Kaai], H. E. ten Kleij, J. de Koning, W. Korlvinke,
H. H. LammersR. Manheim P. Messelaar, M. H. Nias
A. Nuijens, A. J. M. Peeters, J. Romijn, J. van - Staaten
H. Stoppelsteen, H. A. N. Storm, A. Veenhuijsen, P. Vergaaij,
J. Visser, J. J. G. Wahlen, P. H. van der Werf, D. de
Winter en J. H. Wolters.
B. WEGENS OVERLIJDEN.
A. Bergman, C. P. Bruinvis, P. H. Burgers, K. de Geus,
L. J. E. HabedanokJ. R. Keuss, P. Kokkes, C. Koster,
II. Koster. J. Netten, A. Otto, J. Pasman, P. Pater, L. Riet
berg, M. C. Ritter, G. Schouten, M. J. Verkozen, J. R. de
Vries en G. J. Wesseling.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
11 Maart 1874. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
De verlofganger der Nationale Militie PIETER EILES
de JONG, van bet le regiment infanterie, wordt verzocht
zich ter gemeente-secretarie alhier aantemelden.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbende lotelingen der
Nationale Militiedat, in den loop dezer maand ter ge
meente-secretarie aangifte kan worden gedaan om bij de zee
militie te dienen.
Burgemeester en Pk ethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
12 Maart 1874. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
KIEZERSLIJSTEN.
BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR,
brengen mits deze ter kennis van de ingezetenendat de
lijsten aanwijzende de personendie bevoegd zijn tot het
kiezen van leden van de Tweede Kamer der Stater-Generaal
van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraadzijn
opgemaakt en voorloopig vastgesteld en van heden af, ge
durende veertien dagen op de secretarie dezer gemeente, van
des voormiddags 10 tot des namiddags 2 ure (de zondagen
alleen uitgezonderd), voor een ieder ter inzage zijn gelegd
terwijl zij die zich daarop niet geplaatst vinden of vermeenen
mogten dat anderen daarop ter. onregte zijn gebragtworden
uitgenoodigd hunne bezwaren bij verzoekschriftdoor de
noodige bewijsstukken gestaafd, binnen veertien dagen na dato
dezer, aan den Gemeenteraad intedienen.
Burgemeester en Pk ethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
14 Maart 1874. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le. helft der maand Februari 1874.
Mej. A. M. SPITZ, Amsterdam; L. MARTINOE, Axel;
H. KRAP, Egmond aan Zee; van STARRENBURG,'s Gra-
venhage; CROEN de GROOT Zoon., Lutjewinkel;
G. KUPPER, Nieuwediep.
Van de Hulpkantoren:
Koogwoud: Mej. HARTOG, Leiden.
Warmenhuizen.- G. BOUWMAN, Eilandspolder.
ZuidscharwoudeG. VERHEIJEN, Amsterdam.
Ileerscht er onder de liberalen en in de liberale bladen
ontevredenheid over de houding en het gedrag van sommige
afgevaardigden hunner richting in de Kamer, over don uit
slag van den verkiezingsstrijd buiten de Kamer zijn zij in
den laatslen tijd evenzeer onvoldaan. Niet zonder reden
-/Zelfs eene krachtige meerderheid" schreef onlangs de
Arnhemsche Courant verliest aan prestige en zedelijk over-
wigtwanneer zij in plaats van hare kracht te zien toene
men, eene stationaire kracht blijft, die zich slechts op het
eens ingenomen standpunt weet te handhavenen niets ver
liest maar ook niets wint. Ongelukkig is zelfs dit het stand
punt der liberale partij in Nederland niet. De liberale partij
in Nederland gaatin de laatste tijden merkbaar achteruit
en verliest kracht. Menig distriet.waar vroeger met zeker
heid op eene meerderheid voor den liberalen kandidaat te
rekenen was, heeft thans anti-liberalen naar de Kamer ge
zonden." Laat ons deze feiten niet verbloemenmaar
ruiterlijk erkennen, want volkomen waar is hetgeen de Arnh. Ct.
verder opmerkt: In plaats vau te loochenen wat toch niet
te loochenen is doet men veel verstaudiger, naar de oorzaken
van deze gevolgen te zoeken en de redenen te leeren kennen,
waarom de liberalen achteruitgaan en verliezen en waarom
de anti-liberalen vooruitgaan en winnen."
De Arnh. Ct. geeft twee redenen op, waaraan zij hoofdzakelijk
den achteruitgang of den met aehteruilgang gelijk staanden stil
stand der liberale partij toeschrijft. In de eerste plaats staat die
partij veel meer geïsoleerd dan vroeger. Zij moet geheel op eigen
krachten steunen. Niet-liberale elementen, die vroeger met
haar meegingenwenden zich thans tegen haar. N u zij de
verliezende partij is keeren ook de onverschilligen en beslui-
teloozen zich van haar af, en hechten zich, hun beginsel-
looze natuur getrouw, aan de winnende partij. De juist
heid dezer opmerking zal moeilijk kunnen worden ontkend.
Er komt zelfs nog iets bijevenals de onverschilligen in de
politiek handelen ook de gansch niet-onverschilligen op het
punt van eigenbelang en voordeel. Die in de eerste plaats
zelf vooruit wil komen en carrière makenklampt zich in
den regel niet al te vast aan een staatkundige partijdie
immers evenzeer kan dalen als rijzen. Wint zij in aanzien
en invloedhij kan er niet tegen hebben met haar mee te
gaanmaar begint haar zon te tanenzoodat er weinig
warmte en koestering meer van haar te wachten ishij zal
omzien naar een andere bron van weldoenden gloed. Het
lag nooit in zijn bedoelingdoor eigen krachtsinspanning de
partij te steunenin tegendeelhij hoopte van haar steun
te ontvangen.
Zoo hebben zich tegen de liberalen thans de conservatie
ven, de ultramontanendie alles van hen hebben ver
kregen wat van hen te krijgen was, en de anti-revolutionai
ren vereenigd. Dat wil niet zeggen, dat deze drie het
onderling eens zijn; het tegendeel springt in 't oog; elk
strijdt het liefst om den voorrang en ten eigen bate; maar
staat het tusschen een liberaal en een niet-liberaal, dan slui
ten de drie niet-liberale partijen zich aaneen. Strijd tegen
het liberalisme is hetgeen haar het minst verdeelt. Met de
volgelingen dezer drie banierenals met den grootsten hoop,
gaan de voor de politiek onverschilligen en besluiteloozen
meeen tot hen keeren zich de politieke zonnebloemen.
Maar al moet ook dat overgelaten zijn aan eigen krachten
dat ontbreken van den toe^alligen steun van een onzuiveren
legertros als een tijdelijke oorzaak beschouwd worden van den
achteruitgang der liberale partijop den duur kan dit baai-
geen verlies zijn, maar zal zij er wel bij varen. Het is waar,
in isolement ligt kracht. Alleen een partij die aan haar
beginsel zoo getrouw is dat geen coneessiën van haar worden
verwachten zoo weinig verdacht wordt van omkoopbaarheid
dat geen vreemde partijgangers, op hoop van een deel der
vruchten van de overwinning, onder hare vanen dienst doen,
kan op den duur voldoend vertrouwen inboezemen, om haar
beginselen te zien huldigen als de beste voor regeering en
bestuur. Daarom behoeft de liberale partij zich over deze
oorzaak van haar tegenspoed niet te bekommeren. Zij zou
integendeel haar kracht, kunnen zijn, indien slechts de tweede
oorzaak die de Arnh. Ct. aangeeft niet bestond.
Aan die tweede oorzaak van tegenspoed heeft de liberale
partij zelve schuld. "Zij heeft zich zelve in de openbare meening
des lands gediscrediteerd," zegt de Arnhemsche. "Zij heeft
zich van eene groote richting gemaakt tot eene kleine partij,
klein in willen en klein in doen. Eene groote rigting toont
hare magt en haar regt om regerende partij te wezen in hare
werken. Zij moet, om te kunnen leven, eene vormende kracht
zijn, en juist in dit levensbeginsel is sedert jaren de liberale
partij te kort geschoten. Zij beeft het liberalisme behandeld
alsof het een louter dogma ware, eene abstractie, iets zuiver
bespiegelends, eene onderstelling om over te disputeren, een
onuitputtelijk onderwerp van debat,, waarover gepraat en ge
stemd, maar dat nooit in praktijk gebracht wordt,. Men beeft
het parlementair onkruid zoo welig doen opwassendat het
goede parlementaire kruid er door verstikt wordt. Dorre
bladen en doode takken kan men uit de werken onzer poli
tieke praatvergaderingen in overvloed vergaren, maar welke
zijn de vruchten welke zij ons, nadat de afgevallen onrijpe en
overrijpe er afgetrokken zijn, geleverd heeft?"
Ziedaar een oorzaak die de liberale partij zich ernstiger
mag aanttrekken. Toch is een deel van het kwaad niet uit
sluitend hare schuld al draagt zij er bijna alleen de straf
voor. Als namelijk de uitdrukking //politieke praatvergade
ringen" passend blijkt op vergaderingen die zieh in den laat-
sten t.ijd inderdaad even sterk gekenmerkt hebben door over
vloed van dorre bladen en doode takken, of misschien j uister
nog, door tal van welige waterloten, als door schaarsheid en
en schraalheid van vruchten, en wie zal het ontkennen?
dan is dat niet uitsluitend aan de liberale partij te wijten.
Overheerschende welbespraaktheid is vooral niet het bijzonder
eigendom barer zonen. Het schijnt met recht een algemeen
Nederlandscheen echt nationaal talent te zijn, waarin
de keurbenden der verschillende richtingen op het Bin
nenhof ki edelen wedijver eikander den voorrang betwis
ten en met gepaste bescheidenheid erkennen wij zelfs in dit
opzicht onze minderheid. Mochten wij slechts onze meer
derheid in doen en handelendoor overtuigencie bewijzen
gestaafddaar tegenover kunnen stellenMaarde
liberalen zijn in de laatste jaren aan de regeering geweest,
en zoo krijgen zij de schuld van het gemeenschappelijk kwaad.
Zelfs de val der muntwetdie toch wel buiten de politiek
zal staan, beet, hun werk. Dagblad, Standaard en Tijd roepen
om 't hardstziedaar waartoe de liberalen ons gebracht heb
ben 't Is hard't is onbillijkmaar het is de gewone
loop der zaken. De schipper is tegenover allen de aanspra
kelijke persoon voor alles wat er aan boord gebeurt; hij is
verantwoordelijk voor alle schade van de lading en voor de
schade die zijn schip aan andere vaartuigen veroorzaakt. De
liberalen stonden aan het roer, de slechte gang der zaken
wordt bij gevolg hun verweten. Zij moeten zich dat nadeel
getroostenofschoon hunne schuld niet grooter is dan die
der andere partijenmaar dat zij door eigen werkeloosheid
en eigen gebrek aan onderling overleg en eendrachtig samen
werken in de laatste jaren zoo arm zijn geweest aan daden
zoo arm in bet tot stand brengenin het regelen en her
vormen ter voldoening aan onmiskenbare behoeftendat is
hunne schuld. Het hing van hen af, even wakker te zijn als in
de eerste jaren na 1848; het hangt nog van hen zeiven af,
die wakkerheid te herwinnendoeh zij behooren te begrijpen,
dat zij om den bijval der natie te winnen, niet kunnen volstaan
met op het verledene te wijzen en te zeggendat hebben
wij gedaanmaar dat het noodig is te wijzen op hetgeen
ontbreekt en gebrekkig is en te zeggen dat, wil'en wij tot-
stand brengen en voltooien. W. v. d. K.
De prins en prinses v. Wied zijn den 10, na 4 maanden
in de residentie vertoefd te hebben, naar Neuwied terugge
keerd.
Staten-Generaae. 2e. Kamer. Ingediend is een wetsont
werp tot goedkeuring van eenige artikelen der overeenkomst
met het Duitsche Ryk, betreffende de wederkeerige toelating
van geneeskundigen in grensgemeenten.
Het wetsontwerp tot regeling en voltooiing van het ves-
tiugstelsel is den li aangenomen met 60 tegen 6 st. Yoor
art. 1, de omschrijving van het vestingstelsel bevattende
stemden 65 van de 68 voor art. 4, de opteheff'en vestingen en
werkan optellende, 65 van de 66 leden. De meeste liniën en
stellingen zijn zonder stemming goedgekeurddie van de Gel-
dersche vallei met 51 tegen 7, de werken aan de Westersckelde
(Neuzen en Ellewoudtsdijk) met 38 tegen 30 st. Een amen
dement van de keeren Stieltjes en de Roo v. Aidewerelt, om
ouder de liniën en stellingen ook optenemen eene stelling
aan den Beneden-IJsel, is verworpen met 30 tegen 29 st.,
een ander van dezelfden om de aanvraag der noodige gelden
zoo te regelen, dat bet vestingstelsel binnen 8 jaren voltooid
wordtis aangenomen met 38 tegen 28 st. Een amende
ment van den heer Dam op art. 4, om in plaats van „de
hoofdwal van Zutfen met de ravelijnen daarvóór en de be
dekte weg vóór die werken" te lezen „de vestingwerken van
Zutfen" werd door den minister overgenomen en met 51
tegen 15 st. goedgekeurd.
Benoemingen enz. Z. M. heeft, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend aan jr. mr. P. J. Eiout v. Souierwoudeals
lid van den Raad van State, en hem bevorderd tot comman
deur der orde van den Ned. Leeuw.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft tot hoogleeraar in
de rechtsgeleerdheid aan het Atheneum Illustre benoemd
mr. C. Pjnacker Hordijk te Utrecht.
Bij kon. besluit van 25 Eebr. is, met ingang van 8 Maart,