2 No. 11. Zesenzeventigste Jaargang. 1874. Z O NI) A G 15 MAART. r (Officieel (Bebccïtc Eigen schuld CiUckcltjfcschc ücrichtcu- SSinneniaiid. A II A A SC c» A Al T Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f franco per post f SiS O afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt ter kennis van de ingezetenen, de circulaire van den heer Commissaris des Konings in deze provinciegedagteekend 2 Maart 1871 No. 1S1/I028, 5 afd. (verz. No. 18). luidende: //Ten einde de uitvoering der wet van 22 Julij 1878 (Staats blad No. 116), tot herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen zoo min mogelijk belemmering ondervindeacht de minister van financiën het wenschelijk, dat aan de ingezetenen worde herinnerd het bepaalde bij de art. 9, 2'. lid, 10 tot 15 en 16, 1". lid, dier wet, onder me- dedeeling dat gemelde herziening niet verordend is om meer opbrengst uit de grondbelasting aan de schal kist te verzekeren, maar om door eene gelijkmatige schatting over het geheele rijkhet tegenwoordig belastingbedragwat de gebouwde eigendommen aangaat, billijker te verdeelen. Ik heb mitsdien de eer U uit te noodigen, de ingezetenen uwer gemeentevoor zoover dit niet reeds geschied is, met het bovenstaande in kennis te stellen. l)e Commissaris des Konixgs in de provincie A oord-Holland {Get.) R E L L. De in deze circulaire genoemde artikelen luiden als volgt: Art. 9, 2e. lid. Zij (de commissie voor de herziening) is bovendien bevoegd aan hem, die in gemeld tijdvak (1868 tot 1872) ten opzigte van een gebouw eene overeenkomst van jaarhuur heeft gesloten, inlichting te vragen omtrent de over elk der jaren 18681872 bedongen huurprijzen en de bijzonderheden daartoe betrekkelijk bedoeld in art. 3 dezer wet. Tot dat einde doet zij aan diens woning door een gemagtigde een daartoe strekkend, door Ons vasf te stellen, formulier van verklaring of biljet uitreiken. Art. 3. De huurprijzen in art. 2 bedoeld, worden verhoogd of verlaagd met de tot geldswaarde herleide lasten of baten, die door den huurder gedragen of genoten worden doch naar de wet, eene wettelijke verordening of het plaatselijk gebruik ten laste of bate der verhuurders zouden komen. Bij de berekening der belastbare opbrengst van gebouwde eigendommen, dienende tot. fabrieken, trafieken of werkplaatsen, wordt de waarde van daartoe behoorende vaste en losse werk tuigen niet in aanmerking genomen. Art. 10. Die de overeenkomst, bedoeld in het vorige artikel, (art. 9) heeft aangegaan, is, indien ten zijnen huize een biljet, als in het vorige artikel vermeldis uitgereiktverpligt dat biljet naauwkeurig en volledig in te vullen en vervolgens te onderteekenen. Art. 11. De biljetten worden door den gemagtigde der commissie, minstens acht dagen na de uitreiking, tegen schrif telijk bewijs opgehaald. Indien het biljet niet of, naar oordeel van den gemagtigde, niet nauwkeurig of volledig is ingevuld, zal deze den persoon, tot de invulling verpligt, daarop opmerkzaam maken en hem daarin op diens verzoek behulpzaam zijn. Verklaart die persoon niet te kunnen schrijven, dan geschiedt de invulling van het biljet op zijn verzoek met vermelding der redenen kosteloos door den gemagtigde, die de verklaring, na voorlezingin diens naam teekentin tegenwoordigheid en met mede-onderteekening van een derden persoon. Art. 12. De commissie kan aan hem, die verzuimd of ge weigerd heeft de opgaaf te doen in de twee voorgaande artikelen bedoeldof die er eene heeft gedaan waarvan zij de juistheid betwijfelt, door een deurwaarder der directe belastingen kosteloos eene uitnoodiging doen beteekenen om na verloop van minstens acht dagen binnen de gemeente ter plaatse en op den dag en het uur, in de uitnoodiging aangewezen, voor haar te verschijnen, ten einde de op, het biljet gestelde vragen alsnog te beantwoorden of dienaangaande de noodige ophelderingen te geven. Art. 13. Indien de voor de commissie geroepene niet verschijnt of weigert te antwoorden, wordt daarvan door de commissie proces-verbaal opgemaakt. Op dit proces-verbaal is art. 437 van het Wetboek van Strafvordering van toepassing. Art. 14. Het niet verschijnen of het weigerenin het voorgaand artikel vermeld, wordt gestraft met eene geldboete van minstens I en hoogstens 80tenzij redenen van verhindering worden aangevoerd die door den regter als wettig of aannemelijk worden erkend Art. 15. Tot het bepalen der belastbare opbrengst, het onderzoek der hierna genoemde bezwaren en het verrigten van herschattingen volgens de artt. 20 en 24, hebben de leden der commissie dagelijks, de zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen uitgezonderdvan des voormiddags 8 uur tot zonsondergang toegang tot de gebouwde eigen dommen. Indien hun die toegang geweigerd of belet wordt, roepen zij de tusschenkomst in van den burgemeester of van den kantonregter, op wiens bevel de toegang, ondanks den ge bruiker van het gebouw, verschaft wordt,. Van die tusschenkomst en de redenen, die daartoe geleid hebben, wordt door de leden der commissie, die het onderzoek verrigten, binnen tweemaal 24 uren proces-verbaal opgemaakt, dat, door den burgemeester of kantonregter mede onderteekend, den gebruiker van het gebouw in afschrift wordt medegedeeld. Art. 16, H lid. De commissie bepaalt de belastbare op brengst der gebouwde eigendommen, in hare controle gelegen, bedoeld in art. 1 dezer wetnadat die door twee of meer barer leden zijn opgenomen. De Burgemeester voornoemd Alkmaar, 10 Maart 1874. A. MACLAINE PONT. VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK MAAR op Woensdag, 18 Maart 1874, des middags ten 12 ure, JSamens den Voorzitter van den Raad NUHOUT van des VEEN. BURGEMEESTER en W ETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kenuis van belanghebbendendat voortaan ten huize van den heer G. Waijboek, kastelein aan het Luttik j Oudorpgelegenheid zal bestaan tot het doen van aangifte van de op de Graan- en Zaadmarkt aantevoeren hoeveelheid Granen en Zaden en tot het betalen van het verschuldigde zakkengeld: des Donderdags tusschen 4 en 6 uur des namiddags en des Vrijdags van at des voormiddags 8 uur. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 Maart 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR, in ervaring gekomen, dat verscheidene ingezetenen kosteloos geneeskundige hulp en medicij nen uit de Stads apotheek ontvangen die daarvoor te minder in aanmerking kunnen komen, nu hier de gelegenheid bestaatom door eene geringe wekelijk- sche bijdrage zich behoorlijke genees-, heel- en verlos- Itund'ge hulp te verschaffen. Vestigen de aandacht dier ingezetenen op het wen- schelijkedat zij leden worden van een der alhier beslaande Ziekcn-lieiiootsehappeiidaar maatregelen genomen zijn om hen die in staat geacht worden tot het betalen dier geringe wekelijksche bijdrage niet langer van gemeentewege van geneeskundige hulp en medicijnen te voorzien. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Maart 1874 De Secretaris NUITOUT VAN DER VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden dat de loting der in Januarij j.l. voor de brandweer inge schreven personen door hen in het, ojienbaar zal worden ge houden op Donderdag 26 Maart 1874, des voormiddag ten 10 ure, ten raadhuize der gemeente Alkmaar. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Maart 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR. Gezien.art. 264, der gemeentewet. Brengen Ier algemeeue kennis: dat het kohier der directe gemeente belasting over de dienst van bet, loopende jaar door beu voorloopig is vastge steld en gedurende veertien dagen na heden ter Secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd gedurende welken tijd bij den gemeenteraad op ongezegeld papier bezwaren kunnen worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Maart 1874. De Secretaris, NUHOUT van dek VEEN. K I E Z E R S L IJ S TE N. BURGEMEESTER enWETHOU DE RS van ALKMAAR. Gezien art,. 35, 2°. lid der wet van 4 Julij 1850 (Staats blad No. 37) regelende het kiesregt; Brengen bij deze ter algemeene kennisdat bij de her ziening der lijsten, aanwijzende de personen die bevoegd zijn tot het kiezen van leden voor de Ticeede Kamer der Staten- Generaalde Provinciale Staten en den Gemeenteraadde namen der navolgende personenwegens bet, verliezen van een of meer der gevorderde vereiscliten of uithoofde van overlijden daarop zijn geschraptals A. WEGENS HET VERLIEZEN VAN EEN OE MEER DER GEVORDERDE VEREISCHTEN 1°. voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de Pro vinciale Staten. E. M. Aghina, Dr. A. T. van Aken, J. W. van Ameron- genH. van den Berg, P. A. de Bergh, J. H. Blom, W. de Boer, R. N. Brouwer, P. CrokH. J. Elfring Jhr. B A. Engelen van Pijlsweert, C. de Graaff, P. Horjus, Mr. W. van der Kaaij .T. de Koning, D. Luijt, G. van der Meulen, J. Morsch, A. Nuijens, A. J. M. Peeters, L. A. A. PerrinJ. J. Poll, P. Purmer, G. Raven, H. A. N. Storm, J. Teeling, M. Tijs, A. Veenhuijsen, J. J. G. Wahlen, J. van Wetturn, M. A.Wigtman, D. de Winter en P. van Wijngaarden. 2°. voor den Gemeenteraad. E. M. AghinaDr. A. T. van AkenP. A. de Bergh P. van Berkum, C. Bierman, J. J. Bottemanne, J. Bronsveld, P. Crok, G J. CromwelJ. van den Dam, W. D. Eeltjes, H. J. Elfring, Jhr. B. A. Engelen van Pijlsweert, J. A. van Geenhuijsen, C. de Graaff, M. van Gulik, J. Habicht, E. N. Halm, P. Hartland, D. Hoekmeijer, P. Horjus, P. Jongens, Mr. W. van der Kaai], H. E. ten Kleij, J. de Koning, W. Korlvinke, H. H. LammersR. Manheim P. Messelaar, M. H. Nias A. Nuijens, A. J. M. Peeters, J. Romijn, J. van - Staaten H. Stoppelsteen, H. A. N. Storm, A. Veenhuijsen, P. Vergaaij, J. Visser, J. J. G. Wahlen, P. H. van der Werf, D. de Winter en J. H. Wolters. B. WEGENS OVERLIJDEN. A. Bergman, C. P. Bruinvis, P. H. Burgers, K. de Geus, L. J. E. HabedanokJ. R. Keuss, P. Kokkes, C. Koster, II. Koster. J. Netten, A. Otto, J. Pasman, P. Pater, L. Riet berg, M. C. Ritter, G. Schouten, M. J. Verkozen, J. R. de Vries en G. J. Wesseling. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Maart 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. De verlofganger der Nationale Militie PIETER EILES de JONG, van bet le regiment infanterie, wordt verzocht zich ter gemeente-secretarie alhier aantemelden. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbende lotelingen der Nationale Militiedat, in den loop dezer maand ter ge meente-secretarie aangifte kan worden gedaan om bij de zee militie te dienen. Burgemeester en Pk ethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 12 Maart 1874. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. KIEZERSLIJSTEN. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR, brengen mits deze ter kennis van de ingezetenendat de lijsten aanwijzende de personendie bevoegd zijn tot het kiezen van leden van de Tweede Kamer der Stater-Generaal van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraadzijn opgemaakt en voorloopig vastgesteld en van heden af, ge durende veertien dagen op de secretarie dezer gemeente, van des voormiddags 10 tot des namiddags 2 ure (de zondagen alleen uitgezonderd), voor een ieder ter inzage zijn gelegd terwijl zij die zich daarop niet geplaatst vinden of vermeenen mogten dat anderen daarop ter. onregte zijn gebragtworden uitgenoodigd hunne bezwaren bij verzoekschriftdoor de noodige bewijsstukken gestaafd, binnen veertien dagen na dato dezer, aan den Gemeenteraad intedienen. Burgemeester en Pk ethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 14 Maart 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de le. helft der maand Februari 1874. Mej. A. M. SPITZ, Amsterdam; L. MARTINOE, Axel; H. KRAP, Egmond aan Zee; van STARRENBURG,'s Gra- venhage; CROEN de GROOT Zoon., Lutjewinkel; G. KUPPER, Nieuwediep. Van de Hulpkantoren: Koogwoud: Mej. HARTOG, Leiden. Warmenhuizen.- G. BOUWMAN, Eilandspolder. ZuidscharwoudeG. VERHEIJEN, Amsterdam. Ileerscht er onder de liberalen en in de liberale bladen ontevredenheid over de houding en het gedrag van sommige afgevaardigden hunner richting in de Kamer, over don uit slag van den verkiezingsstrijd buiten de Kamer zijn zij in den laatslen tijd evenzeer onvoldaan. Niet zonder reden -/Zelfs eene krachtige meerderheid" schreef onlangs de Arnhemsche Courant verliest aan prestige en zedelijk over- wigtwanneer zij in plaats van hare kracht te zien toene men, eene stationaire kracht blijft, die zich slechts op het eens ingenomen standpunt weet te handhavenen niets ver liest maar ook niets wint. Ongelukkig is zelfs dit het stand punt der liberale partij in Nederland niet. De liberale partij in Nederland gaatin de laatste tijden merkbaar achteruit en verliest kracht. Menig distriet.waar vroeger met zeker heid op eene meerderheid voor den liberalen kandidaat te rekenen was, heeft thans anti-liberalen naar de Kamer ge zonden." Laat ons deze feiten niet verbloemenmaar ruiterlijk erkennen, want volkomen waar is hetgeen de Arnh. Ct. verder opmerkt: In plaats vau te loochenen wat toch niet te loochenen is doet men veel verstaudiger, naar de oorzaken van deze gevolgen te zoeken en de redenen te leeren kennen, waarom de liberalen achteruitgaan en verliezen en waarom de anti-liberalen vooruitgaan en winnen." De Arnh. Ct. geeft twee redenen op, waaraan zij hoofdzakelijk den achteruitgang of den met aehteruilgang gelijk staanden stil stand der liberale partij toeschrijft. In de eerste plaats staat die partij veel meer geïsoleerd dan vroeger. Zij moet geheel op eigen krachten steunen. Niet-liberale elementen, die vroeger met haar meegingenwenden zich thans tegen haar. N u zij de verliezende partij is keeren ook de onverschilligen en beslui- teloozen zich van haar af, en hechten zich, hun beginsel- looze natuur getrouw, aan de winnende partij. De juist heid dezer opmerking zal moeilijk kunnen worden ontkend. Er komt zelfs nog iets bijevenals de onverschilligen in de politiek handelen ook de gansch niet-onverschilligen op het punt van eigenbelang en voordeel. Die in de eerste plaats zelf vooruit wil komen en carrière makenklampt zich in den regel niet al te vast aan een staatkundige partijdie immers evenzeer kan dalen als rijzen. Wint zij in aanzien en invloedhij kan er niet tegen hebben met haar mee te gaanmaar begint haar zon te tanenzoodat er weinig warmte en koestering meer van haar te wachten ishij zal omzien naar een andere bron van weldoenden gloed. Het lag nooit in zijn bedoelingdoor eigen krachtsinspanning de partij te steunenin tegendeelhij hoopte van haar steun te ontvangen. Zoo hebben zich tegen de liberalen thans de conservatie ven, de ultramontanendie alles van hen hebben ver kregen wat van hen te krijgen was, en de anti-revolutionai ren vereenigd. Dat wil niet zeggen, dat deze drie het onderling eens zijn; het tegendeel springt in 't oog; elk strijdt het liefst om den voorrang en ten eigen bate; maar staat het tusschen een liberaal en een niet-liberaal, dan slui ten de drie niet-liberale partijen zich aaneen. Strijd tegen het liberalisme is hetgeen haar het minst verdeelt. Met de volgelingen dezer drie banierenals met den grootsten hoop, gaan de voor de politiek onverschilligen en besluiteloozen meeen tot hen keeren zich de politieke zonnebloemen. Maar al moet ook dat overgelaten zijn aan eigen krachten dat ontbreken van den toe^alligen steun van een onzuiveren legertros als een tijdelijke oorzaak beschouwd worden van den achteruitgang der liberale partijop den duur kan dit baai- geen verlies zijn, maar zal zij er wel bij varen. Het is waar, in isolement ligt kracht. Alleen een partij die aan haar beginsel zoo getrouw is dat geen coneessiën van haar worden verwachten zoo weinig verdacht wordt van omkoopbaarheid dat geen vreemde partijgangers, op hoop van een deel der vruchten van de overwinning, onder hare vanen dienst doen, kan op den duur voldoend vertrouwen inboezemen, om haar beginselen te zien huldigen als de beste voor regeering en bestuur. Daarom behoeft de liberale partij zich over deze oorzaak van haar tegenspoed niet te bekommeren. Zij zou integendeel haar kracht, kunnen zijn, indien slechts de tweede oorzaak die de Arnh. Ct. aangeeft niet bestond. Aan die tweede oorzaak van tegenspoed heeft de liberale partij zelve schuld. "Zij heeft zich zelve in de openbare meening des lands gediscrediteerd," zegt de Arnhemsche. "Zij heeft zich van eene groote richting gemaakt tot eene kleine partij, klein in willen en klein in doen. Eene groote rigting toont hare magt en haar regt om regerende partij te wezen in hare werken. Zij moet, om te kunnen leven, eene vormende kracht zijn, en juist in dit levensbeginsel is sedert jaren de liberale partij te kort geschoten. Zij beeft het liberalisme behandeld alsof het een louter dogma ware, eene abstractie, iets zuiver bespiegelends, eene onderstelling om over te disputeren, een onuitputtelijk onderwerp van debat,, waarover gepraat en ge stemd, maar dat nooit in praktijk gebracht wordt,. Men beeft het parlementair onkruid zoo welig doen opwassendat het goede parlementaire kruid er door verstikt wordt. Dorre bladen en doode takken kan men uit de werken onzer poli tieke praatvergaderingen in overvloed vergaren, maar welke zijn de vruchten welke zij ons, nadat de afgevallen onrijpe en overrijpe er afgetrokken zijn, geleverd heeft?" Ziedaar een oorzaak die de liberale partij zich ernstiger mag aanttrekken. Toch is een deel van het kwaad niet uit sluitend hare schuld al draagt zij er bijna alleen de straf voor. Als namelijk de uitdrukking //politieke praatvergade ringen" passend blijkt op vergaderingen die zieh in den laat- sten t.ijd inderdaad even sterk gekenmerkt hebben door over vloed van dorre bladen en doode takken, of misschien j uister nog, door tal van welige waterloten, als door schaarsheid en en schraalheid van vruchten, en wie zal het ontkennen? dan is dat niet uitsluitend aan de liberale partij te wijten. Overheerschende welbespraaktheid is vooral niet het bijzonder eigendom barer zonen. Het schijnt met recht een algemeen Nederlandscheen echt nationaal talent te zijn, waarin de keurbenden der verschillende richtingen op het Bin nenhof ki edelen wedijver eikander den voorrang betwis ten en met gepaste bescheidenheid erkennen wij zelfs in dit opzicht onze minderheid. Mochten wij slechts onze meer derheid in doen en handelendoor overtuigencie bewijzen gestaafddaar tegenover kunnen stellenMaarde liberalen zijn in de laatste jaren aan de regeering geweest, en zoo krijgen zij de schuld van het gemeenschappelijk kwaad. Zelfs de val der muntwetdie toch wel buiten de politiek zal staan, beet, hun werk. Dagblad, Standaard en Tijd roepen om 't hardstziedaar waartoe de liberalen ons gebracht heb ben 't Is hard't is onbillijkmaar het is de gewone loop der zaken. De schipper is tegenover allen de aanspra kelijke persoon voor alles wat er aan boord gebeurt; hij is verantwoordelijk voor alle schade van de lading en voor de schade die zijn schip aan andere vaartuigen veroorzaakt. De liberalen stonden aan het roer, de slechte gang der zaken wordt bij gevolg hun verweten. Zij moeten zich dat nadeel getroostenofschoon hunne schuld niet grooter is dan die der andere partijenmaar dat zij door eigen werkeloosheid en eigen gebrek aan onderling overleg en eendrachtig samen werken in de laatste jaren zoo arm zijn geweest aan daden zoo arm in bet tot stand brengenin het regelen en her vormen ter voldoening aan onmiskenbare behoeftendat is hunne schuld. Het hing van hen af, even wakker te zijn als in de eerste jaren na 1848; het hangt nog van hen zeiven af, die wakkerheid te herwinnendoeh zij behooren te begrijpen, dat zij om den bijval der natie te winnen, niet kunnen volstaan met op het verledene te wijzen en te zeggendat hebben wij gedaanmaar dat het noodig is te wijzen op hetgeen ontbreekt en gebrekkig is en te zeggen dat, wil'en wij tot- stand brengen en voltooien. W. v. d. K. De prins en prinses v. Wied zijn den 10, na 4 maanden in de residentie vertoefd te hebben, naar Neuwied terugge keerd. Staten-Generaae. 2e. Kamer. Ingediend is een wetsont werp tot goedkeuring van eenige artikelen der overeenkomst met het Duitsche Ryk, betreffende de wederkeerige toelating van geneeskundigen in grensgemeenten. Het wetsontwerp tot regeling en voltooiing van het ves- tiugstelsel is den li aangenomen met 60 tegen 6 st. Yoor art. 1, de omschrijving van het vestingstelsel bevattende stemden 65 van de 68 voor art. 4, de opteheff'en vestingen en werkan optellende, 65 van de 66 leden. De meeste liniën en stellingen zijn zonder stemming goedgekeurddie van de Gel- dersche vallei met 51 tegen 7, de werken aan de Westersckelde (Neuzen en Ellewoudtsdijk) met 38 tegen 30 st. Een amen dement van de keeren Stieltjes en de Roo v. Aidewerelt, om ouder de liniën en stellingen ook optenemen eene stelling aan den Beneden-IJsel, is verworpen met 30 tegen 29 st., een ander van dezelfden om de aanvraag der noodige gelden zoo te regelen, dat bet vestingstelsel binnen 8 jaren voltooid wordtis aangenomen met 38 tegen 28 st. Een amende ment van den heer Dam op art. 4, om in plaats van „de hoofdwal van Zutfen met de ravelijnen daarvóór en de be dekte weg vóór die werken" te lezen „de vestingwerken van Zutfen" werd door den minister overgenomen en met 51 tegen 15 st. goedgekeurd. Benoemingen enz. Z. M. heeft, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan jr. mr. P. J. Eiout v. Souierwoudeals lid van den Raad van State, en hem bevorderd tot comman deur der orde van den Ned. Leeuw. De gemeenteraad van Amsterdam heeft tot hoogleeraar in de rechtsgeleerdheid aan het Atheneum Illustre benoemd mr. C. Pjnacker Hordijk te Utrecht. Bij kon. besluit van 25 Eebr. is, met ingang van 8 Maart,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1874 | | pagina 1