2 "VS No. 19 Zesenzeventigste Jaargang. 874. ZONDAG 10 M E I. #fficiccl ©ebccltc SCHUTTERIJ. Een zilveren Krooningsleest. £i£itc&clijkschc öcricfUcn Helmie. Frankr)jk. A L K A A It S C Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f ®,G&, franco per post afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algeraeene kennis, dat, ter herinnering aan het Kroonin^feest van Z. SI. den Koning. op 12 Mei e.k. van de openbare gemeentegebouwen zal worden gevlagd; dat de vlaggen des avonds van dien dag zullen worden ingehaald, om op 19 en 20 Mei e.k. op nieuw te worden uitgestoken op welke dagen de feestviering alhier zal plaats hebben. Zij noodigen de ingezetenen uit, ten aanzien van het uit steken van vlaggen op gelijke wijze te willen handelen. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLA1NE PONT. 5 Mei 1874.. Be Secretaris, NUHOUT van der YEEN. INSCHRIJVING. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR. Gezien de wettelijke bepalingen omtrent de Schutterijen, Roepen bij deze ten einde zich in de daartoe gereed gemaakte registers te doen inschrijvenop Alle manspersonen ingezetenen dezer gemeenteop 1°. Ja- nuarij 1874 hun 25,tó jaar ingetreden, en alzoo de gebore nen van het jaar 1849, alsmede ben, die, ofschoon in andere gemeenten ingeschrevensedert de laatste inschrijving bin nen deze gemeente zijn komen wonenen op 1 Januarij 11. hun 34»e jaar nog niet hebben voleindigd, en alzoo de ge borenen van de jaren 1848 tot en inet 1840, de vreemdelin gen van denzelfden ouderdom die sedert de laatste inschrij ving in de termen gevallen zijn, om als ingezetenen te wor den beschouwdbenevens de gepasporteerde militairen die zich tot dus verre niet voor de Schutterij hebhen laten inschrijven. Zij maken tevens de ingezetenen bekend Dat de inschrijving zal beginnen 15 Mei aanstaande, en geheel moet zijn afgeloopen 1 Junij daaraanvolgende, wordende in een der vertrekken op het Raadhuis alhier voor de in schrijving gevaceerdop üingsdag en Donderdag van iedere weekvan des voormiddags 11 tot des namiddags 2 ure Dat een iegelijk, zonder onderscheid, of hij mogt vermee- nen al of niet onder de bij de Wet vrijgestelden of uitge- slotenen te behooren, verpligt is zich voor de Schutterij te doen inschrijven. Dat zij, die in meer dan eene gemeente hun verblijf houden of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd, tot de in schrijving verpligt zijn binnen die gemeente, waar eene dienst doende Schutterij aanwezig is, en bijaldien in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende, of alleen rustende Schutterij bestaat, zich te doen inschrijven in de gemeente, alwaar zij voor de personele belasting zijn aangeslagen, en de ambte naren in die gemeente, alwaar zij ambtshalve verpligt zijn hun verblijf te honden. En dat eindelijk zij die bevonden worden zich niet vóór 1 Junij te hebben doen inschrijven, door het Plaatselijk bestuur worden ingeschreven en in eene geldboete verwezen, terwijl zij daarenboven zonder loting bij de Schutterij worden ingelijfdindien het blijktdat er tijdens de verzuimde in- sohrijving geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling ten hunnen aanzien bestonden. Burgemeester en W ethouders vermanen tevens ieder inge- ten dezer gemeente, dien het aangaat, zich ten behoorlijken tijde tot de inschrijving aantemelden, ten einde de straf, wegens nalatigheid vastgesteld te voorkomen. Burgemeester en 11'ethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 8 Mei 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. KENNISGEVING. Aan belanghebbenden wordt berigtdat de baden in het mannen- en vrouwengasthuis met 18 Mei aanstaande, alle dagen, behalve Zondag, geopend zijn van 's morgens 7 iot 's avonds 7 uur. De miliciens der ligting 1869 kunnen hun paspoort ter secretarie afhalen. Het jaarlijksch verslag van den toestand der gemeente Alk maar over 1873 is tegen betaling van 1,verkrijgbaar gesteld ter secretarie dezer gemeente. De milicien verlofgangers J. B. GEUSEBROEK en PIETER EILES de JONG worden opgeroepen, zich ten spoedigste ter gemeente-secretarie te Alkmaar aantemelden. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 1". helft der maand April 1874. H. Wesselaar, C Willems, W. Beek, Amsterdam; W. Ep- penga, Meppel. Van de Hulpkantoren: Broek op Langedijk: A. Rietveld, Olst. Rustenburg: K. Heinis, Purmerend. St. Pancras: T. Hanzen, Alkmaar. Schoorldam: G. van Neueland, Amsterdam. Briefkaart. G. Dom, Edam. P O L ITIE. Ter terugbekoming aan het commissariaat van polioie voor handen het navolgende gevondene, als: een schaap, een lam. een sleutel, een mand. 0 1) BAST De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. De feest week staat voor de deur. Geheel Nederland zal vlaggen, illumineeren en optochten houden, en om zooveel moge lijk alles te kunnen bijwonen althans iets te kunnen genieten van hetgeen de hoofdstad en de residentie tp zien en te hooren zullen gevenzal bet feest in verschillende gemeenten op verschillende dagen worden gevierd. Het is dan ook geen gewoon feestwaartoe men zich opmaakt. Een vijf-en-twin tigjarige regeering valt niet velen vorsten ten deel en de regeering van Koning Willem III, is een regeering geweest van onafgebroken vredeimmers voor het rijk in Europa van onmiskenbaren vooruitgang en toenemende welvaart. De twaalfde Mei is aangewezen ais de officiëele feestdag, waarop het Nederlandscbe volkvertegenwoordigd door zijn Stateu- Generaalden Koning zal begroeten op dezelfde plek waar voor 25 jaren tusschen beide het plechtig verbond werd gesloten. «De Kroon der Nederlanden is en blijft opgedragen" bepaalde de Grondwet van 1815, en die'bepaling is onver anderd gebleven «aan Zijne Majestéit Willem Erederik Prins van Oranje-Nassau om door Hem en Zijne wettige nakomelingen erfelijk te worden bezeten." Bij het overlijden van den Koning gaat alzoo de Kroon onmiddelijk over op zijn door de Grondwet aangewezen opvolger, die aanstonds de regeering aanvaart. Maar de Grondwet beeft nog iets meer verlangd. Zij wil beëediging en inhuldiging van den nieuwen Koning. Die inhuldiging is echter nietgelijk in de middeleeuwen, een contract tusschen Vorst en Volk, dat bepaald noodig is om den Vorst tot, een wettig Souverein te maken bet is een plechtige verbintenis van den Koning tot handhaving der Grondwettot verdediging van het grondgebied en de onafhankelijkheid des Rijks, tot bescher ming van de algemeene en bijzondere vrijheid en de rechten zijner onderdanen, tot bevordering der algemeene en bijzondere welvaart«zooals een goed Koning schuldig is te doen." Van de zijde des volks is zij een uitdrukkelijke erkenning van de wettigheid van 's Konings regeering en een verbin tenis tot handhaving Zijner onschendbaarheid en der rechten van de Kroonmet de belofte van alles te zullen doen wat troede en getrouwe Staten-Generaal schuldig zijn te doen. De Grondwet van 1814 bepaalde dat de Souvereine Vorst zou worden beëedigd en ingehuldigd «in de stad Amsterdam, als de hoofdstad." Dien titel had deze grootste en belangrijkste stad ontvangen van Koning Lodewijk. De Republiek der Vereenitrde Provinciën had natuurlijk geen hoofdstad. Toen Noord-Nederland en Belgie in 18J 5 tot een Koningrijk werden vereenigdmocht Amsterdam den titel van hoofd stad niet behoudeu, en in 840 en 48 heeft men hem er niet weer bijgevoegd, ofschoon de grondwettige bepaling dat de in huldiging daar moet geschieden ongetwijfeld voldoenden grond geeft om Amsterdam de hoofdstad te blijven noemen, al staat die naam niet meer uitdrukkelijk in de Grondwet vermeld. De Grondwet van 1815 bepaalde, dat de plechtigheid in tijden van vrede zou plaats hebben beurtelings te Amsterdam en in eene der steden van de zuidelijke provinciën, ter keuze des Koningsen wel «in eene openbare en vereenigde zitting der beide Kamers van de Staten-Ueneraalwelke te dien einde onder den blooten Hemel gehouden wordt." In 1840 is de bepaling van het houden der vergadering «onder den blooten Hemel" weggelatenen de inhuldiging van den te- genwoordigen Koning heeft evenals die van zijn beide voor gangers plaats gehad in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Het was voor ons land een uiterst merkwaardige en gewichtige tijd toen Koning Willem III daar den 12d™ Mei 1849 door de Staten-Generaal werd gehuldigd en in de toespraak die hij bij die gelegenheid tot de Volksvertegenwoordiging hield werd het gewicht van dat oogenblik gevoeld en uitgedrukt. Thansua 25 jarenzal menigeen die woorden gaarne nog eens herlezen. De Koning sprak aldus: «Mijne Heeren, Leden der Staten-Generaal! «Door mijne geboorte en de Grondwet, na het afsterven van mijnen onvergetehjken Vader tot den Koninklijken Troon der Nederlanden geroepen, heb Ik onmiddelijk de regering aanvaard, en dit plechtig aan inijne beminde onderdanen be kend gemaakt. Thans is het oogenblik daar, dat Ik voor bet oog van den Almaptige, die het lot. van Koningen en Volken in Zijne band heeft, mij onder inroeping van Zijnen Heiligen Naam, aan mijn edel, trouw en ordelievend Volk ga verbinden. «Hoog is de betrekking, waarin Ik geplaatst ben; zwaar zijn de pligten, die op mij rusten. Ook den Koningen kleven mensclielfjke zwakheden aan, en daarom behoeven zij instel lingen en zelfstandige voorlichting, opdat de Kroon een brandpunt blijve, dat weldadigen gloed verspreidt. Dit Volk dat een der eersten is geweest om uit de duisternisbet geweld en de verdrukking der middeneeuwen; orde en vrij heid, en waarborgen voor het behoud van beide te voorschijn te roepen, heeft ook thans weer naar de behoefte des tijds, zijne instellingen herzien en bevestigd. Koning en Volk, Oranje en Nederland, hebben met kalmte dit gewigtig werk volbragt, en de onberekenbare voorregten van rust en vrede zijn het deel van den dierbaren Nederlandschen grond gebleven. «Indien wij het oog slaan op de beroeringen, die een groot deel van Europa teisteren, op de vernietiging der bronnen van bestaan en welvaart, die zulke treffende lessen geven, laat ons dan Gode dankbaar zijn, die het dierbaar Vaderland beeft behoed, en sluiten wij ons naauwer en naauwer aanéén, opdat wij Zijnen zegen waardig blijven. «Laten wij ons dagelijks afvragen, of wij onze pligten als Nederlanders jegens net Vaderland, Ik als Koning, Gij, mijne Heeren! als vertegenwoordigers des Volks, allen hebben ver vuld, en de Regter die in ons binnenste is, die niemand verloochenen kan, zal ons den weg wijzen tot handhaving der eer, tot bevordering van het belang des Lands. «Onze rustige houding in deze bewogene tijden, beeft ons niet slechts behoed voor groote rampen, zij heeft ook het aanzien des Rijks vermeerderdwant zij beeft de bewonde ring van alle beschaafde Volken tot zich getrokken. «Ik verbind mij aan een Volk, grooter door deugden, dan door het bezit van een uitgebreid grondgebiedkrachtiger door eensgezindheid dan door zielental. Het is een grootsohe roeping: Koning van zulk een Volk t.e zijn!" Toen de Koning deze woorden sprak, lag daar voor hem een prachtexemplaar van die slechts ruim een half jaar te voren herziene Grondwet, waarvan zijn Koninklijke Vader, toen hij daarvan op plechtige wijze zijn algeheele goedkeuring en koninklijke sanctie verleende, getuigde: «Het grootste !werk van wetgevijig dat een Vorst in zijn overleg met zijn Volk kan tot stand brengen, is de herziening, wijziging en verandering der Grondwet waarop het staatsgebouw rust." Op dien nieuwen grondslag is onder de regeering van Wil lem III hét staatsgebouw opgetrokken, en al ging die bouw trager dan vóór 25 jaren werd verwacht, al bleef veel on voltooid, ja onbegonnen, van hetgeen men toen binnen weinige jaren hoopte tot stand te brengen, al mislukte menige poging tot volledige en afdoende regeling, toch is het werk in hoofd zaak geslaagd, en wel zonder die geweldige beroeringen, die schokken en omwentelingen, waardoor in andere staten zoo dikwijls de orde wordt verstoordde vrijheid wordt belem merd en de welvaart geschaad, en daarenboven de nieuwe orde van zaken voor velen een steen des aanstoots blijft. Geen bloed, geen geweld, geeu onrecht bezoedelt den grond slag van ons staatsgebouw, geen wrok knaagt aan zijn fun damenten, en zij die ook er aanvankelijk minder mee inge nomen, of zelfs bet nieuwe werk vijandig gezind waren, blijken niet onverzoenlijk. Het optrekken van ons staatsgebouw op den nieuwen grondslag was het belangrijke en veelzijdige werk van het thans voltooide 25jarig tijdvak der regeering van Willem III. In menig moeilijk oogenblik gaf ouze Koning daarbij blijken van echt constitutioneelen zin. Waar hij daarenboven gele genheid vond om zijn liefde te toonen voor zijn volk, daar bleef de Koning nooit achter. In ontwikkeling en vooruit gang op geestelijk en stoffelijk gebied mag ons vaderland onder de eerste landen van Europa worden gesteld. De laatste jaren kenmerken zich daarenboven door nieuwe krachts inspanning tot uitbreiding onzer spoorwegen, 1ot. het aan leggen van nieuwe havens en dokken en het scheppen eener geregelde stoomvaart over den oceaan. Van deze onderne mingen zullen eerst de volgende jaren de voltooiing en de vruchten zien. In Indiö is een belangrijke oorlog, zoo al niet in hoofdzaak geëindigd, dan toch zoo geleid dat ons standpunt aldaar is gehandhaafd en wij ons onze plaats waardig hebben getoond. In tal van nationale gedenkdagen hebben eindelijk Koning en Volk gelegenheid gehad om den histo rische» baud van drie eeuwen die beide vereenigt, door de (herdenking van zijn edelen en roemrijken oorsprong te ver sterken en als op nieuw te bezegelen, en te Brielle, op het oogenblik, gelijk bij zich uitdrukte, «dat de nazaten van den grooten Zwijger en de nakomelingen van het Geuzenvolk" zich vereenigd zagennoodigde de Koning allen uit een eeretitel te zoeken in éénen naam, die ons allen verbindt, in dien van Nederlander. De band tusschen Vorst en Volk, nergens zeker hechter dan in Nederland, nergens van betere grondstof en beproef der weefsel, is een van de groote voorrechten onzer natie. De liefde des volks voor zijn Koning met het Huis van Oranje zal zich in de volgende dagen alom openbaren. Beide zullen zieh als door een nieuw verbond jegens elkander verbinden. Er is stoffe in overvloed voor dankbare feestvreugde en mogen Koning en Volk weder van elkander gaan met de woorden in het hart, voor 25 jaren door den Koning in de Nieuwe Kerk gesproken«Laten wij ons dagelijks afvragen, of wij onze plichten als Nederlanders jegens het Vaderland allen hebben vervuld." W. v. D. K. I)e Bondsraad heeft zijne goedkeuring gehecht aan de door den Rijksdag vastgestelde drukperswetten. Pruisen. De fortsckritts-partij in den Landdag beeft besloten om vereenigd 'te blijven en de scheuring, die onder hare leden in den Rijksdag heeft plaats gevondenin den Landdag als niet bestaande te betchouwen. De Keizer van Rusland is den 3 met de grootvorsten Con- stantijn en Alexis te Berlijn aangekomen, en aldaar door den Keizer, de prinsen en den Groothertog van Saksen-Weimar aan de station ontvangen. De cZaar en zijne zonen hebben zich dadelijk naar het paleis begeven om de Keizerin te be groeten en vervolgens bunnen intrek in het hotel der russi- sche ambassade genomen. Iets later zijn de grootvorst Wla- dimir met prinses Marie van Mecklenöurg-Scbwerin en hare stiefmoeder, de Groothertogin uit Schwerin te Berlijn aan gekomen. 's Namiddags had de verloving plaats gevolgd door een familiediner van 27 couverts. Den 4 heeft Keizer Alexander eene parade ter zijner eere bijgewoond en een be zoek gebragt aan prins Bismarck, die vooraf een langdurig onderhoud met prins Gortschakojf heeft gehad. Den 5 is Z. M. naar Stuttgart vertrokkenorr< det huwelijk zijner, door den Koning en de Koningin van Wurtemberg als dochter aangenomennicht, de grootvorstin F era, met prins Eugenius van W urtemberg bij te wonen. Huis der Afgevaardigden. Den 30 heeft de regeering een wetsvoorstel ingediend waarbij 60,000 tb. worden toege staan voor de aanmoediging der paardenteelt [Bij de behandeling van het hndjet had het Huis den jaarlijks be willigden post voor het ondersteunen van wedrennen geschrapt] De tentoonstelling der schilderijen-verzameling van den heer Suermondt, ten voordeele van 2 liefdadige inrichtingen te Brussel, heeft ua aftrek van alle onkosten 9 00 fr. opge bracht. l)e burgemeester heeft den heer S. namens die in richtingen 2 gedenkpenningen aangeboden, en eene dier in richtingen, de Kon. Maatschappij van Weldadigheid, heeft eene plaats m het brusselsche blindeninstituut bescbikb.ar gesteld voor een blinde van hollandsche afkomst, beurtelings te begeven door de nederlandsche legatie en de Nederl. Maat schappij van Liefdadigheid te Brussel. Den 19 is in de brusselsche wijk O. L. V. ter Sneeuw andermaal eene meeting gehouden om tegen de verbouwing daarvan te protesteeren. Het gemeentebestuur heeft met de Compagnie Immobilière eene overeenkomst aangegaan om in die wijk zelve kleine woningen te bouwen, die door de hand- I werkslieden betrokken zullen kunnen worden, naarmate de thans door hen bewoonde peroeelen gesloopt moeten worden. Hierdoor zal de voorname grief, gedwongen verhuizing op groote schaal naar andere wijken, worden weggenomen. Den 28 is in het Huis der Afgevaardigden de lang ver traagde beraadslaging begonnen over het budjet van openbare werken, dat sedert de indiening van 66| tot. bijna 85 miljoen is opgevoerd. De minister Malou, door de oppositie-organen op een aanval van den heer Frere tegen het staatkundig en flnanciëel beheer der regeering voorbereid, verklaarde, dat de dienst voor 1874, in plaats van een gevreesd tekort van 7 mil joen, waarschijnlijk een batig saldo zou opleveren, en dat het budjet voor 1875 met een overschot van omstreeks 3 mil joen zou sluiten. Dat de middelen zonder verbooging van belastingen meer opbrachten was een bewijs der toenemende welvaart, en was de schuldenlast verzwaard, dit was geen uitvloeisel van volksrampenmaar almede een gevolg van welvaart. De lieer Frere vroeg den minister rekenschap van zijne 2 electorale redevoeringen, in 1870 en 72 te S. Nicolaas gehouden, waarin hij de liberale regeeringspartij beschuldigd had, Belgie van zijue catholieke traditiën te willen berooven, en de noodzakelijkheid betoogd had van bet invoeren van doortastende bezuinigingen, van de afschaffing van belastingen en van de verlichting der militaire verplichtingen. Niets van dit alles was sedert geschied en alles, waartegen bij te velde was getrokken, was door het catholieke kabinet in stand gehouden. Den 29 legde spreker de regeering ook verregaand wanbeheer te last. De begrootingen der liberale kabinetten, van 1840 af, hadden meer dan 73 milj. aan batige saldo's opgeleverd, die door de clerikale ministeriën niet alleen ver bruikt, maar door een tekort van 57 m. vervangen waren. De hoop op een overschot in 1874 of 75 was hersenschimmig, want de te ondernemen groote werken, vooral die te Ant werpen, zouden veel meer verslinden dan er voor uitgetrok ken was. De heer Frere is in de volgende zittingen uitvoerig beant woord door de ministers Malou en Beernaert en den heer Jacobs. De eerste en de laatste deden uitkomendat eene regeering de door een vorig kabinet in het leven geroepen wetten en maatregelen niet eensklaps kan veranderen, zonder alles op losse schroeven te stellen, en de tweede, die, voor dat hij minister werd tot den raad van administratie van het liberale brusselsche blad VEtoile Beige behoorde en bet daarom bard tegen de liberalen te verantwoorden heeft, verdedigde zich inzonderheid wat het beheer der spoorwegen betreft. Den 30. 's avonds, is uit den sneltrein van Brussel naar Ath met veel behendigheid ontvreemd eene aan de Nationale Bank behoorende som van 50000 fr. (500 bankbiljetten van 100 fr.), die in de in den dienstwagen staande ijzeren kist was geborgen. De Alg. Raad van het dept. der Monden van de Rhone is den 25 in de afdeelingen vergaderd geweest, om mededee- ling te ontvangen van een schrijven van den minister van binu. zaken, waarin verslag werd gedaan van bet ten aanzien van dien Raad in de Permanente Commissie verhandelde. Ten gevolge dezer mededeeling hebben de leden besloten, bij bun den 16 genomen besluit te volharden om hunne openbare bijeenkomsten te schorsen. Zij zouden alleen den arbeid in de com missiën tot den 28, den sluitingsdag, voortzetten. Tusschen den voorzitter van den Raad de heer Labadié, en den hertog de Broglie zijn brieven gewisseld over bet bij de opening der zitting voorgevallene. De minister stelt den prefect de Tracy in het gelijken verklaart dat de oorzaak der verdeeldheid enkel moet gezocht worden in de openings rede van den heer Lubadié, die de handelingen der regeering en het beginsel der door de Nat. Vergadering aangenomen kleine wet veroordeeld had. Den 26 is te Cherbourg eene proefneming gedaan met een grooten torpedo, die eene lading van 1000 kilo's kruit kon bevatten; het oude raderstoomschip le Requin stond de 2 ach tereenvolgende ontploffingen door, zonder meer dan eene averij te beloopen. De Afgevaardigde Germainvan het linker centrumdie tevens voorzitter van den Alg. Raad van het dept] der Ain isheeft in eene door hem gepresideerde bijeenkomst van maires van bet arrondissement Trevoux eene rede uitgespro ken waarin hij o.a. nagingonder welke voorwaarden het aan den maarschalk Mac Mahon opgedragen gezaggelijk hij het uitdrukte, tot eene levende werkelijkheid kon worden gemaakt. Uitgaande van de stellingdat ieder Hoofd van den Staathoe ook betiteldde meerderheid der natie moet vertegenwoordigen en daaraan verantwoordelijk is, betoogde hij, dat de tegenwoordige Kamer de natie niet vertegenwoor digt en noodigde hij vervolgens den Presidentop dien gronduit om, met voorbijgang van de tegenwoordige par lementaire meerderheid zieh in rechtstreeksche gemeenschap en overeenstemming met de meerderheid der natie zelve te stellen. Het Journal de Paris keurt het in den heer Ger main zeer af, dat hij den President aanspoort om zijne zaak afteseheiden van de Vergadering, die hem verkozen heeft, en hem aanzet om zijne constitutioneele verplichtingen te schenden. Graaf v. Arnim heeft den 29 zijne brieven van terugroeping als duitsch gezant aan den President der republiek overkan- digd en onmiddellijk daarop Parijs verlaten. Van de 10D consistoriën of ringvergaderingen der herv. Kerk hebhen 45 of 47 geweigerd, zich aan de door de Synode aangeno men ..geloofsverklaring," tot welker invoering bij ministeriëele beschikking van 24 Maart machtiging is verleend, te onder werpen. Den 19 en 26 hebben de driejaarlijksche verkiezingen voor de kerkeraden volgens liet nieuwe reglement plaats gehad. Te Parijs zijn de 2572 stemgerechtigden, wegens niet.-toe- treding tot de verlangde verklaring, tot op 1557 verminderd. De overigen hebben zich doen inschrijven in het door den predikant Coquerel in de kapel der liberalen opengesteld re gister, en afzonderlijk gestemd, zoodat er thans 2 kerkeraden gekozen zijn. De verkiezingen, in strijd met de synodale

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1874 | | pagina 1