2 No. 20. Zesënzeventigste Jaargang. 1874. I 'MBj ZODAG 17 \1 E I. ielil (Officieel CSc&ecltc Inschrijving voor de Schutterij op Dingsdag ea Dondsrdav, van 11 tot 2 uur, tor gemeente-secretarie. POSTER IJ E N. Nederland en Oranje. ISlckclijkachc ficcicfttcn naitwiiiand. 4ni*uot Itrittanjc en Ierland. Turkse. <(».<>i(enrijk-gEuiig;ar!je. E MH Kt V Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f franco per post./ O, afzonderlijke nommers S Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON. &RJAZ3 De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bjj inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. k '•.■/'ww lavwjv «gras NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR breiigt ter algemeene kennis dat bij kabinetsrescript van 10 April 1871 n°. 20, de Mi nister van Oorlog door den Koning is gemagtigd dit jaar tot de werkelijke dienst op te roepen verschillende verlofgan gers der ligtingen 1870, 1871 en 1872; dat naar aanleiding van 's Konings besluit zijn opgeroepen, voor zoover deze gemeente betreftde verlofgangers van het regiment grenadiers en jagers, ligting 1870, om zich op Woensdag 20 Mei ek„ 's namiddags ten een ure aantemel- den aan de Provinciale griffie te Haarlem, ten einde in wer kelijke dienst overtegaan De Burgemeester van Alkmaar, Alkmaar, 11 Mei 1871. J. G. A. VERHOEEE, H'eth. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat ten gevolge van het af steken van een vuurwerk aan het Noord-Hollandscli Kanaal tegenover de Kanaalkade. op Woensdag 20 Mei 1871, des avonds te 9J. ureop dien dag geene uitgespannen rijtuigen, wagens of uitstallingen op de Kanaalkade mogen worden geplaatst; dat geene vaartuigen in het afgesneden Kanaalvak mogen liggen en dat alle passage met rijtuigen langs de Kanaalkade verboden is tnsschen 8 en 11 uur des avonds. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 15 Mei 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. De aandacht van belanghebbenden wordt gevestigd op de gelegenheid tot verzending der correspondentie voor Ned. Oost-Indië, door middel van het stoomschip BORNEO. De daarmede te verzenden brieven enz. moeten den 17 Mei a.s.. uiterlijk te 3 uren 's namiddags, ter post bezorgd zijn. De Directeur van het Postkantoor te Alkmaar, GOUWE. POLITIE. Ter terugbekommg aan het commissariaat van policie voor, handen het navolgende gevondene, alseen parapluieeen zakboekjeeen bosje sleutels. Het nationale feest dat door ons in de vorige week is gevierd en op sommige plaatsen nog gevierd zal worden heeft onze aandacht te vee! bezig gehouden en is ook inder daad te merkwaardig om er nog niet eens bij stil te staan. Het is niet waarschijnlijk, dat in eenig land ter wereld de deelneming aan een soortgelijk feest, aan Vaderland en Vort 1 gewijd, aigemeener en oprechter is dan in Nederland. Het is in de volle beteekenis des woords een volksfeest geweest, zonder officiëele kleur, zonder offieiëele plooi, zonder officieële plechtigheid en officiëele koelheid. Geen vlioog bevel" heeft het ons voorgeschreven of er ons toe opgewekt. Uit eigen aandrift heeft de natie het plan opgeval, en met geestdrift, op onbekrompen wijze, uit de volheid des harten heeft zij het uitgevoerd. Alleen voor zooveel de handhaving der orde gebiedend eischte, heelt de overheid er de hand in gehad; regeling en uitvoering waren in handen van zelfstandige feestoommissiën, en toen de gemeenteraden uit de algemeene kassen gelden bestemden tot gedeeltelijke bestrjjding van de kosten, waren zij zeker niet anders dan de uitvoerders van den meest eenstemmigen wensch der burgerij. Dat is het wat een dergelijk feest waarde en beteekenis geeft, en de nationale feesten in Nederland onderscheidt van die in me- nigen anderen staat. Een intocht als die van onzen Koning in de hoofdstad, van alle zijden omstuwd door het volk, langzaam voortrij dende met en onder de menigte, is evenmin een alledaagscti verschijnsel. Toen vóór 25 jaren Alexander Dumas er te Amsterdam getuige van washeeft hetzoo beweerde men. hem geërgerd aldus een Koning overgeleverd te zien aan het gemeen (d'avoir vu un roi livré a la canaille). Zou dit voor hem ongewone schouwspel hem niets anders hebben gezegd? Heeft hij er niet de innige gehechtheid van liet Nederlandsche volk aan het Huis van Oranje ingezien? Die gehechtheid heeft zich ook thans weder zoo krachtig, zoo algemeen geopenbaard, dat wij er onwillekeurig toe genoopt worden ons rekenschap af te vragen van haar aard en haar oorsprong. Gelukkig behoeven wij met het antwoord niet verlegen te zijn. De begaafde vrouw die bet //Gedenkschrift" samenstelde «van de inhuldiging des Konings Willem III binnen de hoofdstad des rijks, 12 Mei 1849" (1) heeft het toen reeds zoo goed gegeven, dat het ook thans niet beter kan worden uitgedrukt dan met i are woorden. "Die liefde van het Nederlandsche Volk"schreef zij "is eene onvergankelijke erfenis, die de eerste Oranje aan geheel zijn geslacht heeft nagelaten, en die niet vermindert met het getal dergenen die er in hebben gedeeld, maar veel eer is vermeerderd met bet aantal der rest hebbenden, velen waarvan zich dan ook een nieuw en gruoter recht daarop hebben verworven door eigene daadmaar noodig was het hun niet. Zelfs zij. die niet, de mate van Hollands volks geluk hebben vermeerderdnoch de eere vau 't Vaderland hebben verhoogd, zijn, toch de deelgenoten geweest van (1) Mevrouw Bosboom-Toussaint. 's volks liefde - waarom Is dat dan zulk een veile sla- vengeest, die der Nederlandsche burgers, dat zij den voet kussen die hen vertrapt, dat zij de hand zegenen, die hun de verpligte zorgen onthoudt....? Neen, zeker niet! Niet, dus ontaard zijn ze ooit, sreweest, zullen ze ooit worden, de vaderen en de zonen dier vrije en fiere Nederlanders, die wei tachtig jaren konden strijden tegen tirannendwaug en meesters zonder trouween die niet moede werden van dien kampmaar die niet willen strijden tegen het heilig gevoel der dankbaarheid, dat God heeft ingeplant iu hunne harten, en wier geheugen even sterk is in volharding, als hun geduld." Nog eens, gelukkic het, volk dat van zijn gehecht neid aan het regeerend Sta huis eeu redelijken grondslag kan aanwijzen, een grondslag die /nderz ,ek velen san en ook voor het, koele verstand blijft, bestaan; dat, voor r.ie gehechtheid geen steun behoeft, te zoeken in de eene of andere onder -om ,-uge oin- sfaudigheden zeer betwistbare leer omtrent verschuldigde gelioorzaa <ihe;d aan de-gestelde mac ten, in zeker dogma van verplichte dienstbaarheid der volken aan hunne vorsten of in een zoogenaamd goddelijk recht der Koningen als de gewijde herder der na'iën. Misschien is dit nooit, zoo een voudig eu helder uiteengezet a's door Generaal Knoopen daarom moge zijn echt, Nederlandsche taal bier nog eens worden herhaald. „Wij hebben in de laatste tijden" s.'hreef hij reeds voor jaren „veel gelezen en gehoord over hei regt, van souvereiniteit,dat. liet, Iluis van Oranje over ons land zou toekomen. Wij hebben dat regt hooren verklaren, wijzigen uitbreideninkrimpen verdedigen of ontkennen al naarmate van de verschillende inzigt.en der redenaars of schrijvers, die daarover handelden. Wij moeten ronduit erkennendat alle die dikwijls met geleerdheid en welspre kendheid gevoerde twisten ons vrij overbodig zijn voorge komen dat bij ons het behandelde punt nooit twijfelachtig is geweestdat bij ons, even als bij de overgroote meerder heid onzer .andgënootenhet denkbeeld geen ingang kan vindendat, de opperma ht, over een geheel volk ooit, het eigendom zoude kunnen wezen van een enkel menscb of van een enkel ceslacht en dat wij integendeel nog eenvoudig genoeg zijn om te geloovendat een volk zijne regeer ders kiest,zooals dit, het mèestè met, zijn welzijn overeen komt, daarbij den stelregel in acht nemendedie reeds de stelregel was onzer vaderen, in hunnen kamp tegen Philips II, //dat, het volk niet om den vorst, maar de vorst om het volk geschapen is." (Plakaat der algemeene Staten van '26 Julij 1.581.) Wat, men ons verkondigt van het goddelijk regt der vorsten dat begrijpen wij niet. Maar wat wij wèl begrijpen, is, dat een stamhuis zulke groot,e, uitstekende, langdurige diensten aan een volk kan bewijzen, dat her daardoor dit, volk met, den sterken band der dankbaarheid aan zich verbindt, zoodat, het, als het, ware, niet anders dan natuurlijk en regtmatig wordt, de Hoofden van dat. volk zooveel mogelijk uii, dat stamhuis te kiezen. Ziedaar, naar ons inzien, wat bij ons den hecht,sten grondslag uitmaakt, waarop het huis van Oranje zijne aanspraken op de oppermagt kan vestigen. Die aanspraken moeten zich nooit, gronden op een iu nevelen en duisternis gehuld goddelijk regt, altijd stuitend voor een volk als het onze, dat gezond verstand heeft, gevoel van eigenwaarde en afkeer van kneehte- hjke onderwerpingmaar die aanspraken moeten gegrond zijn op de vele diensten, die het huis va i Oranje den lande heeft, bewezen, op den luister, dien de groote daden der leden van dat lmis op ons hebben doen afstralen, op de eeuwenlange verbinding van Neêrlands geschiedenis met die derüranje's, van Neêrlands welzijn en roem met het welzijn en den roem van dien vorstenstam." Van dien grondslag, van dien aard der wederzijdsche ge hechtheid helder bewust te ziju is in het, belang van Volk en Koning beide. V\ as ijverige, zelfopofferende plichtsbe trachting was algebeele toewijding aan liet voor allen hoog ste belang aan het Vaderland er c.e grondslag van dan kan zij ook alleen door gelijke plichtsbetrachting en toewij ding behouden blijven en versterkt worden. Dat de Koning zich daarvan bewust isis bij verschillende gelegenheden duidelijk gebleken. Op I April 1872 bij het. feest van de eerstelingen der vrijheid te Brielle, toen ons volk uit zijnen mond de gedenkwaardige woorden vernam „Nooit kan O- ranje genoeg voor Nederland doen." Op 12 Mei 1874, bij de plechtige viering van zijn vijf-en-t,wintigiarige regeering, toen hij zijn „hartelijk woordaan de natie aldus besloot //Spannen wij, elk in zijn kring, onze krachten in om de belangen van liet, vaderland, dat ons dierbaar is, te bevor deren, om het op de plaats, die het onder de beschaafde volken inneemt,, met, eere te handhaven." Aan de natie kan het helder inzicht omtrent den grondslag der gehechtheid tussoilen Nederland en Oranje leeren, dat de Koning niet anders kan worden gediend dan door liet. vaderland te die nen, en dat de trouw en de eerbied jegens den Vorst, die duurzaam en betrouwbaar blijken en daarom ook onder het. opkomend geslacht behooren te worden aangekweektvan het gehalte zijn zooals voor 25 jaren de schrijfster van het „Gedenkschrift van de inhuldiging' ze ons schetste: „Trouw! hier verstaan in den zuiveren, hollandscheneerlijken zin; eerbied zich uitende, niet door de verfijning en de verdub beling van hoofsche étiquette, die tot, lage dien tbaarheid voert, en waarvan de onbeduidendheid het, gezond verstand doet, walgen, terwijl zij iedere ware en vrije uitdrukking van het, hart en liet gevoelweg bant of opsluit, in de borst maar die eerbieddie zich uitdrukt door deu Vorst geene waarheid te weigeren, geene waarschuwing te onthouden, die hein nut, kunnen zijndie trouw die te allen tijde hare rust, haar zelfbelanghaar leven veil heeft in zijne dienstmaar die nevens dat alles ook den moed heeft om zoo noodig te mishagenveel liever dan te bedriegen die trouw die niet zal vreezen, zelfs den Vorst in 't aanzigt te wederstaanin 't belang van eenp goede zaakmaar die buiten zijne omringing, onder zijne vijanden nog zijne feilen zal verbergen voor de menigteen over zijne mensckelijke zwakheid nog den dekkenden slnijer zal werpen der hoog achting." W. v. d. K. Graaf v. Halzfeld is tot gezant te Madrid benoemd, in plaats van de bn. v. Canitz, ciie naar's Gravenliage is verplaatst. Pruisen. De regeering heeft, met die van China een con tract gesloten, waarbij aan laatstgenoemde verkocht worden alle zundnadel-geweren, die door de invoering van het Mau ser-geweer buiten gebruik worden gesteld. IJuis der Afgevaardigden. Het bureau van het Huis heeft beslotende eenige weken geleden in den Rijksdag ingevoerde wijze van stemmen (de engelsche) ook voor het Huis aan te nemen. Den 2 Mei is het ontwerp eener wet voor de evangelische gemeenten en synoden voor de 6 oostelijke provinciën in tweede lezing aangenomen. De polen en de centrumsfractie hebben zich, omdat de wet geene oatholieke belangen be treft van stemmingen onthouden. Den 7 is de t weede lezing (de artikelsgewijze behandeling) van de wet op het beheer der vacante bisdommen afgeloopen. Alleen art. 1 3,betreffende het. inhouden van het salaris van leden van het domkapitteL is met eene groote meerderheid verworpen. Art. 6 handelende over het benoemen van een commissaris voor het, beheer der bisdommen, welker kapittels weigeren een plaatsvervanger van den afgezet,ten bisschop t.e benoemen is den 5 met, 266 tegen 92 st. aangenomen. De minister van eeredienst deelde dien dag mede, dat de pauselijke curie bereid zou zijn geweest om tegenover Zwitserland toegeeflijk t,e zijn, indien Pruisen daardoor alleen was blijven staan in zijn strijd tegen het ultramontanisme. De Paus had geen tweeden brief geschreven aan den Keizer, maar wel brieven gericht aan andere Vorsten. Deu 8 is het wetsontwerp tot aanvulling der wet op de opleiding en aanstelling van geestelijken in tweede lezing aangenomen, met, een door den minister van eeredienst goed gekeurd amendement van den heer Wèhrenpfennig, waarbij, op den voet der iu den Rijksdag aangenomen bisschopswet, aan de eollatoren of aan de gemeenten zeiven het recht wordt toegekend om een geestelijke te benoemen, wanneer de bis schop in gebreke blijft, om in de wettige vervulling van open gevallen plaatsen te voorzien. Den 9 zijn zoowel dit ontwerp als dat, betreffende het be heer der vacante bisdommen voor de derde maal gelezen, liet eerste zonder hoofdelijke stemming, het laatste met 275 tegen 95 st., nadat het op nieuw door leden der oentrumspartij en der poolscln fractie bestreden was, met name door den heer If indt horst, die 1e vergeefs voorstelde omhei terug te zenden naar de commissieopdat deze rapport zou uitbrengen over de vraag, welke wijzigingen der constitutie aan de aanneming dienden vooraf t,e gaan. Wurtemberg. Het huwelijk van prins Eugen met de grootvorstin f era van Rusland is den 9 te Stuttgart, in tegenwoordigheid van den Czaar en de overige vorstelijke gastenvoltrokken. De clerikale bladen zijn er zeer verstoord over, dat liet gemeentebestuur van Luik 8' zusters van S. Charles verwij- d rd heeft, uit, eene weezeninrichting, waaraan zij jaren lang hare zorgen gewijd hadden. Ten gevulge der in September gelaste enquête naar de openbaarmaking van het, vertrouwelijke rapport, van den ge wezen antwerpsehen policie-commissaris Cornet, waarin den tegenwoordigen antwerpschen schepen v. d. Taelen bet aan heffen van revolutionaire kreten tijdens het verblijf van den graaf v. Cham bord in Aug. 1870 te last werd geiegd, is de policie-commissaris Gerson, die de bouwstof voor het, rapport- Cornet geleverd had, door het gemeentebestuur van Antwerpen ontslagen. Gerson, die tot de clerikale partij behoort, noemt, bij schrijven aan de dagbladen* zijn ontslag „eene daad. van lage wraakoefening van het geuzenbewind," en houdt zijne beschuldiging van den heer v. d. T. vol. Volgens de liberale organen is het ontslag het gevolg van doorgaande dronken schap geweest. Het Senaatslid Solvyns heeft, nabij Tronchiennes, waar zijn buitenverblijf ligt, een prachtig gesticht voor ouden van da gen doen oprichten, waarvan het bestuur aan zusters van liefdadigheid zal worden toevertrouwd. .De stad Luik heeft eene leening van 15 miljoen fr. geslo ten met het bankiershuis Er'eira Oppenheim te Brussel. De civiele rechtbank te Luik heeft het Journal de Liege veroordeeld tot liet, betalen eener schadeloosstelling van 1000 h\ aan den vic.;.ris-gencraal arblings, aan wien het, in den vorm van een gelukwenscli met eene onlangs bekomen erfenis, sluwe onderkruiping van andere erfgenamen te last had gelegd. De eiseh van den geestelijke had 30,000 fr. bedragend Uit de wijk van O. L. V. ter Sneeuw te Brussel is eene door ongeveer 10 0 hooiden van gezinnen geteekende petitie aan den Kening, de beide Wetgevende Kamers en de Gedep. Staten van Brabant gericht, waarin met aandrang, zoo niet de verwerping, dan althans liet uitstellen van het plan tot verbouwing dier wijk verlangd wordt. Te Luik is, door leden van onderscheidene genootschappen en door studenten, in 12 groepen verdeeld en van wagens gevolgd, aan de huizen der ingezetenen eene inzameling van boeken voor de volksbibliotheken gehouden, waardoor 15000 a ]60u0 boekdeelen en bovendien een geldelijk bedrag van 4000 fr. zijn verkregen. De minister Malou heeft in het Huis der Afgevaardigden aangekondigd, dat hij tegen 1875, uit liet, geraamde over schot van 3p miljoen eene verhooging van de wedden der Rijks-beambten zal voorstellen, van 10 p e. voor tractementen van 2000 fr. en minder, en van 5 p.e. voor de tractementen daarboven. Bij de voortzetting der beraadslaging naar aanleiding van het budjet, van openbare werken, heelt de heer Bara de catlio- liek'e partij en de regeering, vooral de ministers Malou en Beernaert, heftig aangevallen, en eene sterk gekleurde schets gegeven van de inmenging der geestelijkheid in de verkie zingen. De heer Beernaert verdedigde zich daarop nogmaals tegen de aanklacht van staatkundige afvalligheid en legde aan de liberalen den toeleg ten laste om de staatssuprematie in te voeren. De heer Dumortier betoogde dat de liberalen de magistratuur verbasterd hadden, en las de hem door den Paus gezonden breve voor, t,en blijke dat, de catholieken ondanks hun geloof aan de pauselijke onfeilbaarheid en aan den Syllabusgoede staatsburgersvrienden en getrouwe opvolgers der belgische constitutie kunnen zijn. Den 7 heeft de minister Malou het financiëele gedeelte der rede van den heer Frère breedvoerig beantwoord. Zijn bestrijder had bij zijne becijferingen het gewone budjet met de buitengewone diensten ondereen gewardde schatkist bevond zich in een alleszins gunstigen en bevredigenden toestanden het bewind zou aan zijne eventuëele opvolgers geen derde van het passief nalaten, 't welk de doctrinaire regeering aan hare opvolgster heeft vermaakt. De beurs bad de regeering reeds gerechtvaardigdwant de belgische fond sen stegen in weerwil der klachten van den heer Frère en der doctrinaire pers over verval der financiëntekorten en ledige kassen. De 3 engelsche vaartuigen Spray, Barry en Hebron eischen voor het bergen der in zee aan haar lot overgelaten Amérigue van de transehe Transatlantische Maatschappij niet minder dan 85000. Het sehip is den 2 van Plymouth naar Ha vre gesleept, nadat, cautie voor de kosten was gesteld. Hoogerhuis. Den 4 Heeft lord Russell de regeering ge- interpelleerd over den staatkundigen toestand van Europa en de overlegging verzocht der stukkenwelke op het be houd van deu vrede betrekking hebben en met de regeeringen van OostenrijkRusland en frankrijk zijr, gewisseld. De bij het franschc leger bestaande zucht naar wraak noopte hem te vragen, of de regeering op liet behoud ran den vrede rekende, of dat, zij kenteekeuen van een naderenden storm bespeurde. - Volgens alle mededeelingen, welke hij uit alle deelen van Europa ontvangen had, was er, zeide lord Derby, op dit oogenblik geene enkele ernstige reden tot oorlog in de naaste toekomst. In geval van oorlogsgevaar zou Engeland al liet mogelijke doen, ten einde den vrede t,e bewaren; zijne be langen nopen Engeland daartoe. In den tegenwoordigen tijd wordt elk internationaal tractaat, onbruikbaar, maar de door Engeland in den laat,sten tijd gesloten traetaten zal het be schouwen als zijne eer en goede trouw bindende. Den 7 zijn door den lord-kanselier ingediend en vervolgens voor de eerste maal gelezen 2 supplementaire wetten nopens de rechterlijke organisatie, bepalende, dat het ten vorigen jare ingestelde opperste hof van appèl in 2 klassen zal gesplitst worden en dat de rechters der eerste klasse een Rijks hof van appel zullen vormen, dat kennis zal nemen van de appellen uit Ierland en Schotland, die reeds te Dublin en te Edin- burg in liooger beroep zijn geweesten over die engelsche gedingenwaarover de rechters der tweede klasse van ge voelen verschild hebben. Lagerhuis. Den 4 vroeg de heer Kinnaird welke stappen gedaan waren om de verplichtingen na te komen, welke En geland bij het tractaat van 1819 tegenover Atcliin op zich genomen had. De heer Disraëli antwoorddedat het, uit aanmerking van art. 1 van het in 1871 met Nederland ge sloten tractaatzedelijk onmogelijk was om in Atckin tus- schenbeide te treden. De discussie over de motie van den heer Hamburg, waarbij het, in het belang van handel en beschaving, niet wenscbelijk wordt verklaard, dat Engeland zich onttrekt aan het beheer der zaken op de Goudkust, werd tot 3) Juli verdaagd, als wanneer men verwachten mag, dat Engelands ver: ouding tot West-Africa geregeld zal zijn. Sir JVilfrid Lawson wilde, dat men zich los zon maken van verwikkelende verplichtin gen tegenover de inlanders. „Handel" bet.eekeude rum en buskruit, en „beschaving" de verdelging der inlanders. De vice-minister van buit. zaken van het vorige kabinet ver dedigde het gedrag van dat kabinet, en verzekerde dat het, ook zonder de overdracht van Elmina, tot, een oorlog zou zijn gekomen met den Koning van Ashantie, wiens rechten geenszins geschonden waren. Den 6 is de discussie over een voorstel van den heer Mun- della, tot verbetering der wet regelende den arbeid in fabrie ken (wat de kinderen in de spinnerijen betreft) uitgesteld, nadat de minister van binn. zaken verklaard had, dat bij de regeering een wetsontwerp in bewerking was, waarbij de werktijd voor vrouwen en jonge personen op 56 en voor halve werkers (kinderen boven de 10 jaren, die onderwijs genoten hebben) op 36J. uren 's weeks wordt bepaald. De anti-hassounisten hebben de nota van den grootvizier in haar geheel aangenomen. De liassounisten hebben ver klaard, dat -zij ter zake van het reglement betreffende de verkiezing hunner zuiver geestelijke hoofden eenige opmer kingen aan den grootvizier wenschten voor te leggen. De grootvizier heeft, daarop geantwoord, dat hij, indien de lias sounisten de nota niet in haar geheel aannamende kerken en goederen der gemeente aan de knpellianisten zou doen overdragen. De hongaarscke Delegatie heeft reeds enkele posten der gemeenschappelijke begrooting van oorlog, voor den aankoop van nieuwe geweren, de verhooging der prijzen van levens middelen en fourage, enz. belangrijk verminderd en wil ver dere bezuiniging verkrijgen door feitelijke invoering van 2-in plaats van 3jarigeu diensttijd, hetgeen gelijk staat met eene vermindering der legersterkte op voet van vrede met 60000 man. Graaf Andrassy is naar Pesth vertrokkenom door zijnen invloed zijnen ambtgenoot, van oorlog te hulp te komen. Den 9 heeft graaf Andrassy, bij de behandeling van het budjet van buit. zaken in de financiëele commissie der oos- tenrijksclie Delegatie, in antwoord op eene interpellatie be-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1874 | | pagina 1