J rll
No. 81.
Zesenzeventigste Jaargang.
1874.
Z O N I) A (i
2 A U G U S T U S.
#fftciccl 03cbccltc
Herijk van MatenGewieiten en
Wees werktuigen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis der belanghebbenden
KLWEREH BES GEBSUWEH,
AANGIFTE VAN VERHUIZINGEN.
Een
open
briel.
'€Elckclijli0cïïi; i3cvicItcti
S&aïksclilmid.
IS<*lgic.
i<Vaiikr|§k.
A L k
A
C
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prjjs per kwartaal f O,CS, franco per post f 0,*>0.
afzonderlijke nommers S Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COSTElt ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eérstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
1°. dat de gemeenten Alkmaar. Akersloot, BergenHeer-
hugowaardHeiloo, Koedijk Limmen Oterleek Oudorp
St. Pancras en Schoort voor den herijk der maten ge
wigten en weegwerktuiuen zijn zamengevoegd
2°. dat die herijk welke kosteloos geschiedtzal plaats heb
ben IN HET LOCAAL DER BURGERAVOND
SCHOOL, hoek Doelenstraat en gedempte Nieuwesloot,
te ALKMAAR, van 27 July tot en met 20 Augustus
a.s., op alle werkdagenen wel de vier eerste werkdagen
der week voer de ingezetenen van Alkmaar, van des
voormiddags 10 tot des namiddags 4 ure;
des f rij dag s en Zaturdags voor de -ingezeten der ove
rige gemeentenvan des voormiddags 9 tot des namid
dags 1 ure. terwijl voor de gewigtenbestemd tot het
wegen van goud zilver, geneesmiddelen enz., de herijk
zal plaats hebben des Vrijdags namiddags van 2 tot 4 uur;
3°. dat bij gelegenheid van den herijk ALLE weegwerktui
gen (balansenbasculesunsters, briefwegers enz.) moe
ten worden gestempeld ten einde daardoor vrijstelling
van den ijk tot 1880 te behouden.
De belanghebbenden worden dringend verzocht om niet tot de
laatste voor den herijk bepaalde dagen te wachten met de aan
bieding hunner matengewigten enz., ten einde den geregelder,
loop van den herijk te bevorderen.
Burgemeester en W ethouders voornoemd.
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
18 Julij 1874. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR;
Gelet op art. 40 der algemeene politieverordeningzooals
het is gewijzigd bij raadsbesluit van 11 October 1871 (Ge
meenteblad No. 95);
Brengen ter algemeene kennis
Dat bet met ingang van hedentot nadere aankondiging
verboden is bondenanders dan behoorlek gemuilbandop
den openbaren weg te laten loopen.
Burgemeester en Ik ethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
20 Juli 1874. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren bij vernieuwing de ingezetenen aan art. 1 der
verordening van 27 Augustus 1862 No. 6 (Gemeenteblad
No. 5 van 1862) luidende:
"Alle gebouwen worden onmiddellijk boven den hoofd
ingang gemerkt met de in zwarte olieverf op eenen lichten
"grond geschilderde letter van de wijk en het ordenummer
van het perceel, ter grootte van drie duim (centimeter).
"De eigenaar van ieder gebouw is verpiigt. dit merk te
»allen tijde in voldoenden staat te onderhouden,"
en dat overtreding van die bepaling wordt gestraft met, eene
geldboete van een gulden vijftig cents.
Voorts brengen zij in herinnering hunne verpligting tot
aangifte ter gemeente-secretarie van VERHUIZING binnen
de gemeentevoorgeschreven bij art. 2 tot en met 5 der
bovenaangehaalde verordening.
Die aangifte moet geschieden
Voor een geheel gezin inwonende dienst- en werkboden
daaronder begrependoor het hoofd van dut gezin.
Voor afzonderlijk levende personen, door hen zeiven.
Voor de geheele bevolking van gestichten of andere in-
rigtingen waar personen onder eenig bestuur te zamen wonen,
door de bestuurders dier inrigtingen.
Overtreding dier bepalingen wordt gestraft met eene geld
boete van drie tot tien gulden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
29 1874. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
POSTERIJEN.
Het stoomschip uJAkAu van de Nederlandsche-Ameri-
caansche Stoomvaart-Maatschappij zal vertrekken 4 Augustus;
de daarmede te verzenden Correspondentie moet uiterlijk
des avonds 5 u., 30 min. van dien dag aan het postkantoor
bezorgd zijn. De Directeur van het Postkantoor te Alkmaar,
GOUWE.
LATIJNSCHE SCHOOL TE ALKMAAR.
Ouders of voogden, die hunne zonen of pupillen, met den
aanvang van den nieuwen scliool-cursus op Maandag den
7 September 1874 (het uitsluitend eenige tijdstip van toelating')
verlangen te doen volgenworden uitgenoodigdnaam en
ouderdom dezer jongelieden uiterlijk vóór den 10 Augustus
1874, aan den ondergeteekenden op te geven. Aan hen, die
noch een bewijs van vroegere toelating tot eenige Nederland-
sclie Latijnscbe School of Gymnasium, noch een getuigschrift
kunnen overleggen, dat zij ten MINSTE het onderwijs op de
laagste klasse eener openbare Hoogere Burgerschool met vol
doend gevolg genoten hebben, zal de dag van het Examen,
ter toelating vercisobt (Art. 5, Gemeenteblad van Alkmaar,
1868, No. 57), tijdig worden medegedeeld.
De Hector der hatijnsche School,
Dr. J. J. de GELDER.
Een ultramontaan kan geen minister zijn van de Neder-
landsche Kroon. Tegen elk ministerie dat een lid der ultra
montaansehe partij in zich opneemt of uitramontaanscken invloed
in het staatsbestuur toelaatis bestrijding plicht. Deze stel
lingen zijn in de laatste dagen door verschillende liberale
bladen ook door de Alkmaarsche Courant, verkondigd en met
nadruk volgehouden tegen elk die haar bestreed. Dr. W. J. E.
Nuyens beeft in liet mede te Alkmaar uitkomende blad
de Biew.ee Noord-Hollander een open brief geschreven, waarin
hij zich voor de ultramontanen van Nederland in de bres
stelt, en zijn lezers verzekert, dat deze onze landgenoot.cn
niet. zoo zwart zijn als men hen gemaakt heeft. Wat verstaat
men onder een ultramontaan vraagt de heer Nuyens in de
eerste plaatsen hij antwoordt„ik ben een ultramontaan
wanneer men dien naam geeft aan een Katholiek, die de uit
spraken van het Vaticaansch Concilie in zijn geheelzonder
voorbehoud aanneemtaan een Katholiek die ir. zijn geweten
noch de dwalingen van verte dene, noch van tegenwoordige tijden
als waarheid wil erkennen."
Deze bepalirfg van bet woord „ultramontaan" kan hier, in
dezen strijd, onmogelijk worden aangenomen. Er wordt hier
een zuiver politieke kwestie behandeld en daarbij mag bet
alleen de vraag zijn, boe zich zekere partij op politiek terrein
doet kennenwelke beginselen zij verkondigt ten opzichte
van de plichten van den staat, zijn inrichting en werkkring
en de taak die hij heeft te vervullen en het werk dat hij aan
andere instellingen en aan den burger zeiven moet overlaten)
welke haar inzichten zijn omtrent de bestaande staatsinstel
lingen en de richting waarin regeering en Wetgevende Macht
hekooren werkzaam tc zijn. Welke godsdienstige overtuigingen
de leden dier partij zijn toegedaan of zij zich te recht, of
ten onrechte verplicht achten tot de door hen gevolgde po
litiek op grond van eenig voor ben onbetwistbaar gezag,
dat alles is ongetwijfeld voor hen zeiven van het grootste
belangmaar daarmede hebben anderen niets te maken. Der
gelijke conscientievragen behóoren buiten bet politiek debat
gehouden te worden. Deze definitie, die Dr. Nuyens van
de ultramontanen geeft, is daarom voor hun staatkundige
tegenstanders onaannemelijk en onbruikbaar. Als zij spreken
van de „ultramontanen," bedoelen zij eene staatkundige partij.
Maar Dr. Nuyens geeft nog een andere definitie. „Wil
men echter," schrijft hij„onder de ultramontanen" zooals
het Handelsblad dit. doet, een zeker soort van menschen ver
slaan die haast „staatsgevaarlijk" zijn, die men niet kan
vertrouwen die onze staatsinstellingen willen omverwerpen
die onbekwame lieden in ambten en betrekkingen willen ge
plaatst zien enkel omdat zij Katholiek zijn; die de dynastie
zoeken in minachting te brengendie het volk onwetend
willen houden en onder „priesterdwang" brengen wil men
„de ultramontanen" onder zulk soort van lieden verstaan'
dan protesteer ik daartegen, naar de maat mijner vermogens.
Ik ontken, dat „de ultramontanen" van Nederland lieden
zijn, zooals zij hen voorstellen, welke de kerkelijke harts
tochten .tot een hefboom willen maken om politieke resul
taten te verkrijgen."
Zulke lieden bedoelt het Handelsblad met het woord „ultra
montanen," zegt. Dr. Nuyens. Is dat juist, niet alleen ten
opzichte van het Handelsblad maar van de verschillende libe
rale organen Niemand kan voor een ander instaanmaar
behoudens eenige wijziging, verduidelijking en nadere om
schrijving zal wel kunnen worden aangenomen, dat inderdaad
de liberale partij onder „ultramontanen" personen verstaat
zooals Dr. Nuyens ze ons daar heelt geschetst. Zij is daar
enboven overtuigd, en hierin staat zij lij nreckt tegenover den
beer Nuyens, dat, die voorstelling juist is. Bedriegen zij
zich misschien
„Haast staatsgevaarlijk'' zijn de ultramontanen in het oog
der liberalen. Ongetwijfeld, haast staatsgevaarlijk, en als zij
de macht in handen kregen, meer dan haast staatsgevaarlijk.
Of is het dan niet waar, dat de ultrainontaansche partij dag
aan dag met groote verbittering tegen de grondslagen van
den modernen staat, en alzoo ook tegen die van den Neder-
landschen staat, tegen zijn geheele inrichting oorlog voert
Die geheele staatsinrichting is opgetrokken op een vloek
waardig fundament, zegt zij, opgetrokken op de verderfelijke
en goddelooze beginselen der revolutie, en voert liet mensch-
dom door een poel van ellende ten ondergang. En nn mag
toch aan ieders nuchter gezond verstand de vraag gericht,
worden zijn zulke lieden niet gevaarlijk voor den staat? of
lieverzouden ze niet gevaarlijk zijn voor den staatals zij
op het bestuur van den staat eenigen invloed verkregen
De ultramontanen zijn overtuigd dat de tegenwoordige in
richting van staat en maatschappij niet slechts gebrekkig
niet slechts onvolkomen, niet slechts verre beneden hun ideaal,
maar ten eenen male verkeerd iseen uitvloeisel van aller-
verderfelijkste begrippeneen samenstel van raenschelijken
hoogmoed en onverstandwaaruit geen volksgelukgeen
stoffelijke welvaart, geen gezonde, zedelijke en verstandelijke
ontwikkeling kan voortkomen. Als dat hun overtuiging is,
dan moeten zij het een heiligen plicht, achten, zoodra zij daartoe
in de gelegenheid zijndien treurigen toestand door een
beteren te vervangen. De liberalen, ofschoon niet zoo dwaas
van de tegenwoordige staatsinrichting als een volmaakten
toestand voor te stellen, zijn evenwel overtuigd dat, de be
ginselen waarvan men in onze staatsregeling is uitgegaan de
juiste zijn, dat de grondslag waarop gebouwd is voor ons
volk de beste is en dat op dien grondslag moet worden
voortgebouwd. Het kan dus niet anders, of ultramontaansehe
invloed op den gang van 's lands zaken moet in hun oog
een gevaar zijn voor den staat. Thans tracht nren heil ge
rust t.e stellen met aljerlei vredelievende en gemoedelijke
toesprakendie hierop neerkomenoch de ultramontanen
meenen het zoo erg niet, gij moet hun woorden zoo ernstig
niet opvatten; nu ja, in beginsel, in het afgetrokkens zijn zij
het met. de heginselen onzer Grondwet niet eens, maar zij
denken er niet aan, hun beginselen in praktijk te brengen.
Maar wat hebben wij dan toch in 's hemels naam van zulk
een partij te denken? Roept zij daarom iedereen in de wa
pens tegen het liberalisme als tegen een pest der maatschappij?
Wordt ooit een afgetrokken begrip, dat men, nota bene,
niet in toepassing denkt te brengen, up zulk een wijze, in
zoo heftige taal en met zooveel hartstochtelijkheid verdedigd?
Neen, een partij die zoo spreekt, is het niet om de juistheid
of onjuistheid van een theorie te doen, maar om de zaak.
En daarom achten wij die partij haast staatsgevaarlijk en
zeer zeker gevaarlijkals zij invloed krijgt op het staatsbe
stuur. Daarom kunnen wij haar niet vertrouwen; en als wij
haar beurtelings liet oorlogslied en het vredelied hooren zin
gen meenen wij haar nog minder te mocen vertrouwen.
Wij willen wel geloovendat velen van de partij gezond
verstand genoeg hebben om er vooreerst niet aan te denken
onze staatsinstellingen „omver te werpen." Zij begrijpen
dat dit eene onmogelijkheid is; maar wij kunnen toch niet
aannemendat zij met ijver en ingenomenheid zullen arbei
den aan de steeds hechtere bevestiging en
voorspoedige ontwikkeling van onze staatsinstel
lingen. Het is toch waarlijk niet van hen te vergendat
zij liet, werk dat zij in beginsel en strekking veroordeelen
nog helpen versterken en voltooien. Zulk een zelfverlooche
ning zou bovenmenschelijk zijnen daarom mag hun ook
geen plaats in den ministerraad-worden aangeboden.
De eischen van sommige ultramontaansehe organen, ten
opzichte van het aandeel hunner partij in de openbare ambten
en bedieningen, evenals de grieven wegens hun taal ten
aanzien van de voorvaderen van ons Vorstenhuis, juist als
grondleggers van onzen staat zooals die zich in den loop
der tijden gelukkig heeft, ontwikkeld, kunnen hier buiten
aanmerking blijven. Het hoofdpunt is voldoende. Wat om
trent „priesterdwang" beweerd wordt blij ve buiten het terrein
der politieke discussie.
Dr. Nuyens wil verzoening en eendracht in deze moeilijke
tijden. Niets liever dan dat. Maar als hij wil, dat wij de
ultramontaansehe partij niet langer zullen wantrouwen en niet
meer „haast staatsgevaarlijk" zullen achtendan trachte hij
haar af te brengen van haar onverpoosde, heftige bestrijding
van de grondslagen onzer staatsinriéh ing en hen te verzoe
nen met onze Grondwet en haar beginselen. Wie weet wat
zijn invloed vermag 1 Zoo zou allengs het, vertrouwen terug
komen. W. v. d. K.
De Aordd. Allq. Zeitungover de vermoording van kapi
tein Schmidt sprekende zegt.dat de Rijksregeerin-gin
liet belang van het opgewekte nationaal gevoel en van de
geheele europeesche beschavingmiddelen vinden zal om
aan de carlistisehe benden te doen begrijpen, dat de terecht
stelling van een gevangen duitscher niet ongestraft blijft.
Het, blijkt,, dat Schmidt eerst van al zijne papieren is beroofd
gewordendie hem als berichtgever van duitsche couranten
konden legitimeeren, en toen ter dood veroordeeld op grond
van het eenige in zijne handen achtergelaten papier, waarin
de maarschalk Concha hem verlof gaf om overal in het spaan-
sche leger rond t.e gaan. Als eeiiig middel om zijn leven te
redden werd hem door 3 priesters nog voorgehouden dat
hij tot de eatholieke Kerk moest overgaanen toen hij dit
middel aangreep eu als „bekeerde" (Schmidt was r. catlioliek)
weder voor den krijgsraad kwam werd hem door zijne
rechters gezegd: „Nu kunt, gij getroost d'en dood tegengaan."
Genoemd blad spreekt over de ondersteuning, die de car-
listen van de zijde van Frankrijk ondervinden en brengt in
herinnering, dat Frankrijk in 1870 wegens de niet voor
handen maar slechts vermeende inmenging van Pruisen in
spaansche aaugelegenheden oorlog begon. De Norddeut-
sche berichtdat er een eskaderbstemd om op de noord
kust van Spanje le kruisenin gereedheid wordt gebracht
en dat dit smaldeel in de eerste dagen van Augustus naar
zijne bestemming zal vertrekken.
Pruisen. De Provincial Correspondenz bericht,, dat op de
verklaringen van de engelsche regeeringvolgens welke zij
aan de brusselsche conferentie geen deel wil nemenindien
aldaar over den oorlog ter zee gehandeld zal worden, de
russische regeering geantwoord heeften dat in dat ant
woord gepoogd wordt, de bezwaren der britsche staatslieden
op te heffen en de deelneming van Engeland te "erkrijgen.
De sluiting der eatholieke vereenigingen te Berlijn is het
gevolg van een besluit, van den ministerraad, die gehouden
is na den moordaanslag op prins Bismarck; daarin is tevens
besloten om voortaan scherper toezicht, te houden op de
ultramontaansehe dagbladpers.
Yan de 35 dames uit den westfaalsehen adel, vervolgd
wegens een door haar aan den bisschop van Munster gericht
adres't welk smaadredenen tegen de rechterlijke macht
inhied, zijn 4 vrijgesproken, 18 buiten vervolging gesteld
omdat zij te jong waren of het adres onderteekend hadden
zonder den inhoud t.e kennen, en de overigen veroordeeld,
de gravin Droste-1' isschenng v. Nesselrode-Reichenstein iot
200 tb. of 6 weken, de 12 andere tot 100 th. boete of drie
weken gevangenisstraf.
Aan verscheidene geestelijken in Posen is, op grond der
kerkelijke wetten, het verblijf in sommige districten ontzegd;
die zich verzetten worden met den sterken arm over de gren
zen gebracht.
De wijbisschop van Posen Janiszewski is den 27 in hech
tenis genomen en naar Kozmin vervoerd, tot het ondergaan
der hem opgelegde gevangenisstraf van 15 maanden.
De minister van justitie heeft de leden van het O. M.
aangeschreven om streng het oog te houden op de dagblad
pers, vooral op „den verderfelijken invloed van die couranten,
welke het zich ten taak stellen om kerkdijk-staatkundige
vraagstukken van den tegenwoordigen tijd te behandelen op
eene wijzedie de gemoederen in opstand brengt en den
openbare vrede in het land daardoor in gevaar zou kunnen
brengen.
In de provincie Saksen is reeds 4 malen van de aanstel
ling van een geestelijke kennisgeving gedaan aan den opper-
president v. Patowzoodat. aldaar de Mei-wettenwat de
aanstelling van geestelijken betreft, worden nageleefd.
De kanunnik Korytkowslci, plaatsvervanger van den aarts
bisschop Ledochowski in bet. bisdom Gnesen, die brieven ont
ving met den hem niet toekomenden titel van „apostolisch
of pauselijk delegaat." en als zoodanig bisschoppelijke function
uitoefende in strijd met de wet, heeft zich over Berlijn naar
Munster begeven, waar hij zich denkt te vestigen. Hij had
daarmede gewacht totdat de met zijne verwijdering belaste
ambtenaar der policie de hand op zijn schouder gelegd had
om tot zijne wegvoering over te gaan.
Beieren Ouder de brieven, telegrammen en adressen van
gelukwensching, door prins Bismarck ontvangen, bevond zich
een brief uit Hannover van den volgenden inhoud: Ons ge
meentebestuur en onze schiet-vereenïging hebben u een adres
gezonden, ter gelukwensching, dat de kogel u niet getroffen
heeft. Opdat gij echter niet gelooven moogt, dat dit het in
waarheid algemeen heerschende gevoelen is, zeg ik uDui
zenden wensohen, dat de kogel beter getroffen bad, voor de
vele misdrijven, die gij begaan hebt." Onderteekend door:
„Een uit veler naam en sociaal-democraat". Onder de 132
ontvangen adressen van gelukwensching waren er 24 uit de
Rijnprovincie, 18 uit Saksen, 10 uit"Westfalen en 20 uit
Silezie dat zijn de provinciën welke het grootste gedeelte
der eatholieke bevolking van Pruisen bevatten.
Wurtemberg. Mrgr. Hefelebisschop van Rottenburg,
heelt de benoeming van een ultramontaanschgezind geestelijke,
dr. Schwarz, tot deken van het kapittel Eiiwangen niet be
krachtigd en eene nieuwe verkiezing uitgeschreven.
Te Dolhainbij Verviers, is door den pastoor van den
kansel een manifest van den bisschop van Luik voorgelezen,
waarin geprotesteerd wordt tegen de begrafenis van wijlen
den verviersclien Afgevaardigde David op het kerkhot te
Dolhain, omdat die begrafenis zuiver burgerlijk was geweest.
De dochter van den overledenedie de godsdienstoefening
bijwoondeviel in flauwte en moest de kerk uitgedragen
worden. Na den afloop der dienst had een heftig tooneel
plaats tussehen den zoon van den overledene en den pastoor.
De kroonprinses van Italië is den 22 te Spa aangekomen.
De Koning van Saksen is den 25 te Ostende aangekomen
en aldaar door Koning Leopold opgewacht. Den 26 heeft
hij een uitstap naar Blankenberghe gedaanom een bezoek
aan den aldaar verblijf houdenden prins en prinses van Hessen
te brengen. Vervolgens heeft hij te Brussel een ter zijner
eer gegeven diner bijgewoond.
Het internationale congres is den 27 te Brussel bijeenge
komen en door den belgischen minister van buit. zaken ge
opend. Op zijn voorstel is baron Jomini, eerste gedelegeerde
van Rusland met, alg. st. t,ot voorzitter verkozen. De ge
delegeerden hebben besloten om de beraadslagingen geheim
te houden. Den 29 zijn de volmachten onderzocht en is
eene commissie benoemd om een rapport over het ontwerp
van reglementatie uit te brengen.
De 6 leden tellende Gedeputeerde Staten van West-Vlaan
deren diewegens een geschil met den gouverneur der
provincie, den heer V ramhoutwien zij onregelmatige en
onwettige handelingen van comptabelen aard te las!e leggen,
hun ontslag hadden genomen en het mandaat niet weder
wilden aanvaarden indien hunne herkiezing niet de beieeke-
nis eener volledige goedkeuring van hun gedrag had zijn
den 27 met 40 a 42 van de 46 a 48 uitgebrachte st. her
kozenwelke uitslag met levendig gejuich door de Verga
dering is begroet. De 6 Gedeputeerden zijn eatholieke»
de lieer Vramhout is een liberaal.
[In ons vorig No. stonddat de nieuwe ministeï Bodet
90 jaren oud is, -men leze 60 jaren]
De commissie uit den parijschen gemeenleraad voor den
aanleg eener nieuwe, groote begraafplaats heeft een supple
mentair verslag uitgebracht, dat zij het ontwerp eener enkele
groote begraafplaats heeft laten varen, en zich met dat, om
trent het stichten "an 2 begraafplaatsen te Méry-sur-Oise en
tussehen de dorpen Massy en Vissous vereenigd heeft. De
eerste zou 82de andere 50 bunders groot zijnterwijl de
eerste tot 600, de tweede tot 500 bunders zou kunnen wor
den uitgebreid. Voor de onteigening der aanvankelijk benoo-
digde 132 bunders zou 4,300,000 fr. noodigzijn. Ér zouden
4 parijsche spoorwegstations voor het lijkenvervoer worden
aangelegd.
De nieuwe spaansche diplomatieke agentde heer Vega
de Armijoheeft den minister Decazes eene nota van zijn
gouvernement overhandigd, waarin de grieven van Spanje
tegen Frankrijk worden opgeso dwat betreft de bescher
ming en oogluiking, die ten opzichte van de carlisten in
de fransche grensgewesten plaats heeft. De parijsche repu-
blikeinsehe bladen dringennaar aanleiding hiervanaan
op het afzetten van den prefect der Opper-Pyreneeën den
heer Nadaillac, op bet, gevangennemen van alle carlisten die
het fransche grondgebied betreden en op het uitvaardigen
van de strengste bevelen tegen elke rechtstreeksche of zij -
delingsche begunstiging van den opstand.
Het birmanische gezantschap heeft zich, na eenige voorname
steden van het zuiden des Rijks bezocht te hebben, den 18
naar Italië begeven.
Vorst Milan van Servie is den 19 incognito te Versailles
aangekomen en heeft aldaar den President een bezoek gebracht.
Den volgenden dag is hij naar de badplaats Eaux Bonnes
vertrokken.
In eene den 20 gehouden bijeenkomst van de radicale
linkerzijde der Kamer heeft de beer Gamletta eene uitvoe
rige rede uitgesprokenom zijne staatkundige vrienden
QninetLouis BlancPeyrat en andere radicale tegenstan
ders van het voorstel-Périer ten gunste daarvan te stemmen,
getgeem hem schijnt gelukt te zijn.
Van 1 tot 22 Juli hadden te Parijs niet minder dan 141
zelfmoorden plaats
Eenige Afgevaardigden der groep-Target hebben zich naai
den maarschalk Mac Mahon begevenom zijne zienswijze
over het voorstel-Pc'ricr te vragen. De maarschalk antwoordde,
dat de wet van 20 Nov. hem niet tot het gezag geroepen
had om de monarchie of het keizerrijk te grondvesten en
het was dan ook meermalen geblekendat hij de pogingen
tot eene restauratie niet aanmoedigde. Maar de door de con-