J rll No. 81. Zesenzeventigste Jaargang. 1874. Z O N I) A (i 2 A U G U S T U S. #fftciccl 03cbccltc Herijk van MatenGewieiten en Wees werktuigen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis der belanghebbenden KLWEREH BES GEBSUWEH, AANGIFTE VAN VERHUIZINGEN. Een open briel. '€Elckclijli0cïïi; i3cvicItcti S&aïksclilmid. IS<*lgic. i<Vaiikr|§k. A L k A C Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prjjs per kwartaal f O,CS, franco per post f 0,*>0. afzonderlijke nommers S Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COSTElt ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eérstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. 1°. dat de gemeenten Alkmaar. Akersloot, BergenHeer- hugowaardHeiloo, Koedijk Limmen Oterleek Oudorp St. Pancras en Schoort voor den herijk der maten ge wigten en weegwerktuiuen zijn zamengevoegd 2°. dat die herijk welke kosteloos geschiedtzal plaats heb ben IN HET LOCAAL DER BURGERAVOND SCHOOL, hoek Doelenstraat en gedempte Nieuwesloot, te ALKMAAR, van 27 July tot en met 20 Augustus a.s., op alle werkdagenen wel de vier eerste werkdagen der week voer de ingezetenen van Alkmaar, van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 ure; des f rij dag s en Zaturdags voor de -ingezeten der ove rige gemeentenvan des voormiddags 9 tot des namid dags 1 ure. terwijl voor de gewigtenbestemd tot het wegen van goud zilver, geneesmiddelen enz., de herijk zal plaats hebben des Vrijdags namiddags van 2 tot 4 uur; 3°. dat bij gelegenheid van den herijk ALLE weegwerktui gen (balansenbasculesunsters, briefwegers enz.) moe ten worden gestempeld ten einde daardoor vrijstelling van den ijk tot 1880 te behouden. De belanghebbenden worden dringend verzocht om niet tot de laatste voor den herijk bepaalde dagen te wachten met de aan bieding hunner matengewigten enz., ten einde den geregelder, loop van den herijk te bevorderen. Burgemeester en W ethouders voornoemd. Alkmaar. A. MACLAINE PONT. 18 Julij 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR; Gelet op art. 40 der algemeene politieverordeningzooals het is gewijzigd bij raadsbesluit van 11 October 1871 (Ge meenteblad No. 95); Brengen ter algemeene kennis Dat bet met ingang van hedentot nadere aankondiging verboden is bondenanders dan behoorlek gemuilbandop den openbaren weg te laten loopen. Burgemeester en Ik ethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 20 Juli 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren bij vernieuwing de ingezetenen aan art. 1 der verordening van 27 Augustus 1862 No. 6 (Gemeenteblad No. 5 van 1862) luidende: "Alle gebouwen worden onmiddellijk boven den hoofd ingang gemerkt met de in zwarte olieverf op eenen lichten "grond geschilderde letter van de wijk en het ordenummer van het perceel, ter grootte van drie duim (centimeter). "De eigenaar van ieder gebouw is verpiigt. dit merk te »allen tijde in voldoenden staat te onderhouden," en dat overtreding van die bepaling wordt gestraft met, eene geldboete van een gulden vijftig cents. Voorts brengen zij in herinnering hunne verpligting tot aangifte ter gemeente-secretarie van VERHUIZING binnen de gemeentevoorgeschreven bij art. 2 tot en met 5 der bovenaangehaalde verordening. Die aangifte moet geschieden Voor een geheel gezin inwonende dienst- en werkboden daaronder begrependoor het hoofd van dut gezin. Voor afzonderlijk levende personen, door hen zeiven. Voor de geheele bevolking van gestichten of andere in- rigtingen waar personen onder eenig bestuur te zamen wonen, door de bestuurders dier inrigtingen. Overtreding dier bepalingen wordt gestraft met eene geld boete van drie tot tien gulden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 29 1874. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. POSTERIJEN. Het stoomschip uJAkAu van de Nederlandsche-Ameri- caansche Stoomvaart-Maatschappij zal vertrekken 4 Augustus; de daarmede te verzenden Correspondentie moet uiterlijk des avonds 5 u., 30 min. van dien dag aan het postkantoor bezorgd zijn. De Directeur van het Postkantoor te Alkmaar, GOUWE. LATIJNSCHE SCHOOL TE ALKMAAR. Ouders of voogden, die hunne zonen of pupillen, met den aanvang van den nieuwen scliool-cursus op Maandag den 7 September 1874 (het uitsluitend eenige tijdstip van toelating') verlangen te doen volgenworden uitgenoodigdnaam en ouderdom dezer jongelieden uiterlijk vóór den 10 Augustus 1874, aan den ondergeteekenden op te geven. Aan hen, die noch een bewijs van vroegere toelating tot eenige Nederland- sclie Latijnscbe School of Gymnasium, noch een getuigschrift kunnen overleggen, dat zij ten MINSTE het onderwijs op de laagste klasse eener openbare Hoogere Burgerschool met vol doend gevolg genoten hebben, zal de dag van het Examen, ter toelating vercisobt (Art. 5, Gemeenteblad van Alkmaar, 1868, No. 57), tijdig worden medegedeeld. De Hector der hatijnsche School, Dr. J. J. de GELDER. Een ultramontaan kan geen minister zijn van de Neder- landsche Kroon. Tegen elk ministerie dat een lid der ultra montaansehe partij in zich opneemt of uitramontaanscken invloed in het staatsbestuur toelaatis bestrijding plicht. Deze stel lingen zijn in de laatste dagen door verschillende liberale bladen ook door de Alkmaarsche Courant, verkondigd en met nadruk volgehouden tegen elk die haar bestreed. Dr. W. J. E. Nuyens beeft in liet mede te Alkmaar uitkomende blad de Biew.ee Noord-Hollander een open brief geschreven, waarin hij zich voor de ultramontanen van Nederland in de bres stelt, en zijn lezers verzekert, dat deze onze landgenoot.cn niet. zoo zwart zijn als men hen gemaakt heeft. Wat verstaat men onder een ultramontaan vraagt de heer Nuyens in de eerste plaatsen hij antwoordt„ik ben een ultramontaan wanneer men dien naam geeft aan een Katholiek, die de uit spraken van het Vaticaansch Concilie in zijn geheelzonder voorbehoud aanneemtaan een Katholiek die ir. zijn geweten noch de dwalingen van verte dene, noch van tegenwoordige tijden als waarheid wil erkennen." Deze bepalirfg van bet woord „ultramontaan" kan hier, in dezen strijd, onmogelijk worden aangenomen. Er wordt hier een zuiver politieke kwestie behandeld en daarbij mag bet alleen de vraag zijn, boe zich zekere partij op politiek terrein doet kennenwelke beginselen zij verkondigt ten opzichte van de plichten van den staat, zijn inrichting en werkkring en de taak die hij heeft te vervullen en het werk dat hij aan andere instellingen en aan den burger zeiven moet overlaten) welke haar inzichten zijn omtrent de bestaande staatsinstel lingen en de richting waarin regeering en Wetgevende Macht hekooren werkzaam tc zijn. Welke godsdienstige overtuigingen de leden dier partij zijn toegedaan of zij zich te recht, of ten onrechte verplicht achten tot de door hen gevolgde po litiek op grond van eenig voor ben onbetwistbaar gezag, dat alles is ongetwijfeld voor hen zeiven van het grootste belangmaar daarmede hebben anderen niets te maken. Der gelijke conscientievragen behóoren buiten bet politiek debat gehouden te worden. Deze definitie, die Dr. Nuyens van de ultramontanen geeft, is daarom voor hun staatkundige tegenstanders onaannemelijk en onbruikbaar. Als zij spreken van de „ultramontanen," bedoelen zij eene staatkundige partij. Maar Dr. Nuyens geeft nog een andere definitie. „Wil men echter," schrijft hij„onder de ultramontanen" zooals het Handelsblad dit. doet, een zeker soort van menschen ver slaan die haast „staatsgevaarlijk" zijn, die men niet kan vertrouwen die onze staatsinstellingen willen omverwerpen die onbekwame lieden in ambten en betrekkingen willen ge plaatst zien enkel omdat zij Katholiek zijn; die de dynastie zoeken in minachting te brengendie het volk onwetend willen houden en onder „priesterdwang" brengen wil men „de ultramontanen" onder zulk soort van lieden verstaan' dan protesteer ik daartegen, naar de maat mijner vermogens. Ik ontken, dat „de ultramontanen" van Nederland lieden zijn, zooals zij hen voorstellen, welke de kerkelijke harts tochten .tot een hefboom willen maken om politieke resul taten te verkrijgen." Zulke lieden bedoelt het Handelsblad met het woord „ultra montanen," zegt. Dr. Nuyens. Is dat juist, niet alleen ten opzichte van het Handelsblad maar van de verschillende libe rale organen Niemand kan voor een ander instaanmaar behoudens eenige wijziging, verduidelijking en nadere om schrijving zal wel kunnen worden aangenomen, dat inderdaad de liberale partij onder „ultramontanen" personen verstaat zooals Dr. Nuyens ze ons daar heelt geschetst. Zij is daar enboven overtuigd, en hierin staat zij lij nreckt tegenover den beer Nuyens, dat, die voorstelling juist is. Bedriegen zij zich misschien „Haast staatsgevaarlijk'' zijn de ultramontanen in het oog der liberalen. Ongetwijfeld, haast staatsgevaarlijk, en als zij de macht in handen kregen, meer dan haast staatsgevaarlijk. Of is het dan niet waar, dat de ultrainontaansche partij dag aan dag met groote verbittering tegen de grondslagen van den modernen staat, en alzoo ook tegen die van den Neder- landschen staat, tegen zijn geheele inrichting oorlog voert Die geheele staatsinrichting is opgetrokken op een vloek waardig fundament, zegt zij, opgetrokken op de verderfelijke en goddelooze beginselen der revolutie, en voert liet mensch- dom door een poel van ellende ten ondergang. En nn mag toch aan ieders nuchter gezond verstand de vraag gericht, worden zijn zulke lieden niet gevaarlijk voor den staat? of lieverzouden ze niet gevaarlijk zijn voor den staatals zij op het bestuur van den staat eenigen invloed verkregen De ultramontanen zijn overtuigd dat de tegenwoordige in richting van staat en maatschappij niet slechts gebrekkig niet slechts onvolkomen, niet slechts verre beneden hun ideaal, maar ten eenen male verkeerd iseen uitvloeisel van aller- verderfelijkste begrippeneen samenstel van raenschelijken hoogmoed en onverstandwaaruit geen volksgelukgeen stoffelijke welvaart, geen gezonde, zedelijke en verstandelijke ontwikkeling kan voortkomen. Als dat hun overtuiging is, dan moeten zij het een heiligen plicht, achten, zoodra zij daartoe in de gelegenheid zijndien treurigen toestand door een beteren te vervangen. De liberalen, ofschoon niet zoo dwaas van de tegenwoordige staatsinrichting als een volmaakten toestand voor te stellen, zijn evenwel overtuigd dat, de be ginselen waarvan men in onze staatsregeling is uitgegaan de juiste zijn, dat de grondslag waarop gebouwd is voor ons volk de beste is en dat op dien grondslag moet worden voortgebouwd. Het kan dus niet anders, of ultramontaansehe invloed op den gang van 's lands zaken moet in hun oog een gevaar zijn voor den staat. Thans tracht nren heil ge rust t.e stellen met aljerlei vredelievende en gemoedelijke toesprakendie hierop neerkomenoch de ultramontanen meenen het zoo erg niet, gij moet hun woorden zoo ernstig niet opvatten; nu ja, in beginsel, in het afgetrokkens zijn zij het met. de heginselen onzer Grondwet niet eens, maar zij denken er niet aan, hun beginselen in praktijk te brengen. Maar wat hebben wij dan toch in 's hemels naam van zulk een partij te denken? Roept zij daarom iedereen in de wa pens tegen het liberalisme als tegen een pest der maatschappij? Wordt ooit een afgetrokken begrip, dat men, nota bene, niet in toepassing denkt te brengen, up zulk een wijze, in zoo heftige taal en met zooveel hartstochtelijkheid verdedigd? Neen, een partij die zoo spreekt, is het niet om de juistheid of onjuistheid van een theorie te doen, maar om de zaak. En daarom achten wij die partij haast staatsgevaarlijk en zeer zeker gevaarlijkals zij invloed krijgt op het staatsbe stuur. Daarom kunnen wij haar niet vertrouwen; en als wij haar beurtelings liet oorlogslied en het vredelied hooren zin gen meenen wij haar nog minder te mocen vertrouwen. Wij willen wel geloovendat velen van de partij gezond verstand genoeg hebben om er vooreerst niet aan te denken onze staatsinstellingen „omver te werpen." Zij begrijpen dat dit eene onmogelijkheid is; maar wij kunnen toch niet aannemendat zij met ijver en ingenomenheid zullen arbei den aan de steeds hechtere bevestiging en voorspoedige ontwikkeling van onze staatsinstel lingen. Het is toch waarlijk niet van hen te vergendat zij liet, werk dat zij in beginsel en strekking veroordeelen nog helpen versterken en voltooien. Zulk een zelfverlooche ning zou bovenmenschelijk zijnen daarom mag hun ook geen plaats in den ministerraad-worden aangeboden. De eischen van sommige ultramontaansehe organen, ten opzichte van het aandeel hunner partij in de openbare ambten en bedieningen, evenals de grieven wegens hun taal ten aanzien van de voorvaderen van ons Vorstenhuis, juist als grondleggers van onzen staat zooals die zich in den loop der tijden gelukkig heeft, ontwikkeld, kunnen hier buiten aanmerking blijven. Het hoofdpunt is voldoende. Wat om trent „priesterdwang" beweerd wordt blij ve buiten het terrein der politieke discussie. Dr. Nuyens wil verzoening en eendracht in deze moeilijke tijden. Niets liever dan dat. Maar als hij wil, dat wij de ultramontaansehe partij niet langer zullen wantrouwen en niet meer „haast staatsgevaarlijk" zullen achtendan trachte hij haar af te brengen van haar onverpoosde, heftige bestrijding van de grondslagen onzer staatsinriéh ing en hen te verzoe nen met onze Grondwet en haar beginselen. Wie weet wat zijn invloed vermag 1 Zoo zou allengs het, vertrouwen terug komen. W. v. d. K. De Aordd. Allq. Zeitungover de vermoording van kapi tein Schmidt sprekende zegt.dat de Rijksregeerin-gin liet belang van het opgewekte nationaal gevoel en van de geheele europeesche beschavingmiddelen vinden zal om aan de carlistisehe benden te doen begrijpen, dat de terecht stelling van een gevangen duitscher niet ongestraft blijft. Het, blijkt,, dat Schmidt eerst van al zijne papieren is beroofd gewordendie hem als berichtgever van duitsche couranten konden legitimeeren, en toen ter dood veroordeeld op grond van het eenige in zijne handen achtergelaten papier, waarin de maarschalk Concha hem verlof gaf om overal in het spaan- sche leger rond t.e gaan. Als eeiiig middel om zijn leven te redden werd hem door 3 priesters nog voorgehouden dat hij tot de eatholieke Kerk moest overgaanen toen hij dit middel aangreep eu als „bekeerde" (Schmidt was r. catlioliek) weder voor den krijgsraad kwam werd hem door zijne rechters gezegd: „Nu kunt, gij getroost d'en dood tegengaan." Genoemd blad spreekt over de ondersteuning, die de car- listen van de zijde van Frankrijk ondervinden en brengt in herinnering, dat Frankrijk in 1870 wegens de niet voor handen maar slechts vermeende inmenging van Pruisen in spaansche aaugelegenheden oorlog begon. De Norddeut- sche berichtdat er een eskaderbstemd om op de noord kust van Spanje le kruisenin gereedheid wordt gebracht en dat dit smaldeel in de eerste dagen van Augustus naar zijne bestemming zal vertrekken. Pruisen. De Provincial Correspondenz bericht,, dat op de verklaringen van de engelsche regeeringvolgens welke zij aan de brusselsche conferentie geen deel wil nemenindien aldaar over den oorlog ter zee gehandeld zal worden, de russische regeering geantwoord heeften dat in dat ant woord gepoogd wordt, de bezwaren der britsche staatslieden op te heffen en de deelneming van Engeland te "erkrijgen. De sluiting der eatholieke vereenigingen te Berlijn is het gevolg van een besluit, van den ministerraad, die gehouden is na den moordaanslag op prins Bismarck; daarin is tevens besloten om voortaan scherper toezicht, te houden op de ultramontaansehe dagbladpers. Yan de 35 dames uit den westfaalsehen adel, vervolgd wegens een door haar aan den bisschop van Munster gericht adres't welk smaadredenen tegen de rechterlijke macht inhied, zijn 4 vrijgesproken, 18 buiten vervolging gesteld omdat zij te jong waren of het adres onderteekend hadden zonder den inhoud t.e kennen, en de overigen veroordeeld, de gravin Droste-1' isschenng v. Nesselrode-Reichenstein iot 200 tb. of 6 weken, de 12 andere tot 100 th. boete of drie weken gevangenisstraf. Aan verscheidene geestelijken in Posen is, op grond der kerkelijke wetten, het verblijf in sommige districten ontzegd; die zich verzetten worden met den sterken arm over de gren zen gebracht. De wijbisschop van Posen Janiszewski is den 27 in hech tenis genomen en naar Kozmin vervoerd, tot het ondergaan der hem opgelegde gevangenisstraf van 15 maanden. De minister van justitie heeft de leden van het O. M. aangeschreven om streng het oog te houden op de dagblad pers, vooral op „den verderfelijken invloed van die couranten, welke het zich ten taak stellen om kerkdijk-staatkundige vraagstukken van den tegenwoordigen tijd te behandelen op eene wijzedie de gemoederen in opstand brengt en den openbare vrede in het land daardoor in gevaar zou kunnen brengen. In de provincie Saksen is reeds 4 malen van de aanstel ling van een geestelijke kennisgeving gedaan aan den opper- president v. Patowzoodat. aldaar de Mei-wettenwat de aanstelling van geestelijken betreft, worden nageleefd. De kanunnik Korytkowslci, plaatsvervanger van den aarts bisschop Ledochowski in bet. bisdom Gnesen, die brieven ont ving met den hem niet toekomenden titel van „apostolisch of pauselijk delegaat." en als zoodanig bisschoppelijke function uitoefende in strijd met de wet, heeft zich over Berlijn naar Munster begeven, waar hij zich denkt te vestigen. Hij had daarmede gewacht totdat de met zijne verwijdering belaste ambtenaar der policie de hand op zijn schouder gelegd had om tot zijne wegvoering over te gaan. Beieren Ouder de brieven, telegrammen en adressen van gelukwensching, door prins Bismarck ontvangen, bevond zich een brief uit Hannover van den volgenden inhoud: Ons ge meentebestuur en onze schiet-vereenïging hebben u een adres gezonden, ter gelukwensching, dat de kogel u niet getroffen heeft. Opdat gij echter niet gelooven moogt, dat dit het in waarheid algemeen heerschende gevoelen is, zeg ik uDui zenden wensohen, dat de kogel beter getroffen bad, voor de vele misdrijven, die gij begaan hebt." Onderteekend door: „Een uit veler naam en sociaal-democraat". Onder de 132 ontvangen adressen van gelukwensching waren er 24 uit de Rijnprovincie, 18 uit Saksen, 10 uit"Westfalen en 20 uit Silezie dat zijn de provinciën welke het grootste gedeelte der eatholieke bevolking van Pruisen bevatten. Wurtemberg. Mrgr. Hefelebisschop van Rottenburg, heelt de benoeming van een ultramontaanschgezind geestelijke, dr. Schwarz, tot deken van het kapittel Eiiwangen niet be krachtigd en eene nieuwe verkiezing uitgeschreven. Te Dolhainbij Verviers, is door den pastoor van den kansel een manifest van den bisschop van Luik voorgelezen, waarin geprotesteerd wordt tegen de begrafenis van wijlen den verviersclien Afgevaardigde David op het kerkhot te Dolhain, omdat die begrafenis zuiver burgerlijk was geweest. De dochter van den overledenedie de godsdienstoefening bijwoondeviel in flauwte en moest de kerk uitgedragen worden. Na den afloop der dienst had een heftig tooneel plaats tussehen den zoon van den overledene en den pastoor. De kroonprinses van Italië is den 22 te Spa aangekomen. De Koning van Saksen is den 25 te Ostende aangekomen en aldaar door Koning Leopold opgewacht. Den 26 heeft hij een uitstap naar Blankenberghe gedaanom een bezoek aan den aldaar verblijf houdenden prins en prinses van Hessen te brengen. Vervolgens heeft hij te Brussel een ter zijner eer gegeven diner bijgewoond. Het internationale congres is den 27 te Brussel bijeenge komen en door den belgischen minister van buit. zaken ge opend. Op zijn voorstel is baron Jomini, eerste gedelegeerde van Rusland met, alg. st. t,ot voorzitter verkozen. De ge delegeerden hebben besloten om de beraadslagingen geheim te houden. Den 29 zijn de volmachten onderzocht en is eene commissie benoemd om een rapport over het ontwerp van reglementatie uit te brengen. De 6 leden tellende Gedeputeerde Staten van West-Vlaan deren diewegens een geschil met den gouverneur der provincie, den heer V ramhoutwien zij onregelmatige en onwettige handelingen van comptabelen aard te las!e leggen, hun ontslag hadden genomen en het mandaat niet weder wilden aanvaarden indien hunne herkiezing niet de beieeke- nis eener volledige goedkeuring van hun gedrag had zijn den 27 met 40 a 42 van de 46 a 48 uitgebrachte st. her kozenwelke uitslag met levendig gejuich door de Verga dering is begroet. De 6 Gedeputeerden zijn eatholieke» de lieer Vramhout is een liberaal. [In ons vorig No. stonddat de nieuwe ministeï Bodet 90 jaren oud is, -men leze 60 jaren] De commissie uit den parijschen gemeenleraad voor den aanleg eener nieuwe, groote begraafplaats heeft een supple mentair verslag uitgebracht, dat zij het ontwerp eener enkele groote begraafplaats heeft laten varen, en zich met dat, om trent het stichten "an 2 begraafplaatsen te Méry-sur-Oise en tussehen de dorpen Massy en Vissous vereenigd heeft. De eerste zou 82de andere 50 bunders groot zijnterwijl de eerste tot 600, de tweede tot 500 bunders zou kunnen wor den uitgebreid. Voor de onteigening der aanvankelijk benoo- digde 132 bunders zou 4,300,000 fr. noodigzijn. Ér zouden 4 parijsche spoorwegstations voor het lijkenvervoer worden aangelegd. De nieuwe spaansche diplomatieke agentde heer Vega de Armijoheeft den minister Decazes eene nota van zijn gouvernement overhandigd, waarin de grieven van Spanje tegen Frankrijk worden opgeso dwat betreft de bescher ming en oogluiking, die ten opzichte van de carlisten in de fransche grensgewesten plaats heeft. De parijsche repu- blikeinsehe bladen dringennaar aanleiding hiervanaan op het afzetten van den prefect der Opper-Pyreneeën den heer Nadaillac, op bet, gevangennemen van alle carlisten die het fransche grondgebied betreden en op het uitvaardigen van de strengste bevelen tegen elke rechtstreeksche of zij - delingsche begunstiging van den opstand. Het birmanische gezantschap heeft zich, na eenige voorname steden van het zuiden des Rijks bezocht te hebben, den 18 naar Italië begeven. Vorst Milan van Servie is den 19 incognito te Versailles aangekomen en heeft aldaar den President een bezoek gebracht. Den volgenden dag is hij naar de badplaats Eaux Bonnes vertrokken. In eene den 20 gehouden bijeenkomst van de radicale linkerzijde der Kamer heeft de beer Gamletta eene uitvoe rige rede uitgesprokenom zijne staatkundige vrienden QninetLouis BlancPeyrat en andere radicale tegenstan ders van het voorstel-Périer ten gunste daarvan te stemmen, getgeem hem schijnt gelukt te zijn. Van 1 tot 22 Juli hadden te Parijs niet minder dan 141 zelfmoorden plaats Eenige Afgevaardigden der groep-Target hebben zich naai den maarschalk Mac Mahon begevenom zijne zienswijze over het voorstel-Pc'ricr te vragen. De maarschalk antwoordde, dat de wet van 20 Nov. hem niet tot het gezag geroepen had om de monarchie of het keizerrijk te grondvesten en het was dan ook meermalen geblekendat hij de pogingen tot eene restauratie niet aanmoedigde. Maar de door de con-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1874 | | pagina 1