No. 38.
Zesenzeventigste Jaargang.
1874
ZON DAG
20 S E I' T EMBE R.
(Officieel OcbccUc
Het Koppel teek en.
S-Silefceltjfo0c h e Berichten.
BSelgie.
SBrii lange en lerfciml.
Doze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Pr\js per kwartaal W«S.5franco per post, f O
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers KERM*. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
De COMMISSARIS des KONINGS in Noordholland
brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de scheepvaart aan de doorvaart sluis te Buiksloot, den
21 September e.k. en eenige volgende dagenoponthoud
zal kunnen ondervinden, door het inbangen van sluisdeuren.
Haarlem, De Commissaris des Konings voornoemd
18 Sept. 1871. ROELL.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van het algemeen, dat in het Stads Mu
seum een aanvang is gemaakt met liet behoorlijk rangschikken
van de oude schilderstukken en merkwaardige oudheden der
gemeente; dat het voornemen bestaat het Museum later voor
het publiek ter bezigtiging opentestellen dat om het ge
heel tot een belangrijke verzameling te verheffenhet weu-
schelijk is dat de verspreiden stukken in eigendom behoo-
rende aan de bijzondere instellingen of aan particulieren
aan de gemeente worden afgestaan, hetzij ten geschenke,
hetzij in bruikleen.
En het is daarom, dat Burgemeester en Wethouders alle
eigenaren van schilderstukken of merkwaardige oudheden
dringend verzoeken medetewerken ter verkrijging van een
goed geheel, door de schilderstukken of oudheden in hun
bezit, hetzij ten geschenke, hetzij in bruikleen, aan het ge
meentebestuur aftestaan.
Burgemeester en If ethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
19 Sept. 1874. De Secretaris
NUHOUT van deb YEEN.
Onder dezen titel heeft de heer M. Cohen Stuart in de
Economist van JuliAugustus 1.1. een artikel geschreven, dat
inzonderheid voor Noord-Holland van belang is. In de
Eerste Kamer was een enkel woord gezegd over de wensche-
lijkheid van den aanleg van spoorwegen in Noord-Holland
en Erieslandmaar het denxbeeld oin die spoorwegen door
een geregelde stoom boot dienst over het smalste gedeelte van
de Zuiderzee met elkander te verbinden en tot ééne lijn te
maken vond er bij den één bestrijding, bij den ander volko
men onverschilligheid. Noord-Hollandsche en Eriesclie spoor
wegen achtte men hoogst wenselielijkmaar den NoordHol-
landsch-Erieschen spoorweg nam niemand in bescherming.
Het koppelteeken moest of mocht uit den naam geschrapt
worden.
Een verbinding van die beide provinciën door middel van
een spoorweg bestaat reeds, werd gezegdzij het dan ook
langs een omweg. Maar zoo bestaat er tegenwoordig ver
binding tusschen bijna alle eenigszins belangrijke steden van
Europa. Men legt nieuwe lijnen aan juist om die omwegen
weg te nemen. De verbinding tusschen Amsterdam en Leeuwar
den die de Noord-Hollandsch-Friesche spoorweg zou tot
stand brengen, zou bijna 35 percent korter zijn dan de thans
bestaandevoor Noord-Holland benoorden het IJ en Friesland
zou liet verschil tusschen den nieuwen en den ouden weg
natuurlijk nog veel belangrijker zijn. Niemand zou dan ook
de wensehelijkheid van de onmiddelijke verbinding betwisten,
wanneer er geen Zuiderzee tusschen de beide provinciën lag.
Wacht tot de Zuiderzee droog is, werd in de Eerste Kamer
gezegd. Die zeereis is voor de meesten liet groote, het on
overkomelijke bezwaar. Het schrikwekkende en o\erdrevene
van dat bezwaar weg te nemen en de voordeelen van den
rechten weg boven den ormveg aan te toonen is het doel
van den heer Stuart.
De ontstelde verbeelding had zich de rampspoedige reizi
gers langs den Noord-IIollandsch-Erieschen spoorweg reeds
voorgesteld op groote vlotten dobberende tusschen Stavoren
en Enkhuizen, misschien zoo ongeveer als de schipbreukelin
gen van de Meduza. Over die vaart op de Zuiderzee lezen
wij in de Economist het volgende:
„De booten, die thans van Amsterdam op Harlingcn varen,
zijn vrij groot maar mogen slechts een diepgang hebben van
5 voet, omdat zij, ten einde Enkhuizen (de stad, niet de
vuurtoren aan de Ven) aan te doen, bezuiden Enkhuizen, het
zoogenaamde Slijk moeten passeeren, waar slechts 6 a 7 voet
water staat. Is het water zeer laag dan kunnen zij het Slijk
niet over en ioopen veel oostelijker' langs of buiten het Enk-
huizerzand om. Langs de Friesche kust benoorden Hinde-
loopen staat in het vaarwater dier booten maar een paar voet-
meer dan op het Slijk, doch bij aflandigen wind loopt daar
het water nog sterker weg, zoodat die booten daar dan
weder veel westelijker moeten loopen.
„Het gevolg daarvan is, dat die stoombooten van eenig-
sins eigenaardige constructie moeten zijn. Die lange en groote
booten, die eigenlijk niet in maar op het water liggen, kunnen
kwalijk vastliggen en snel doorvarenwanneer zij, gelijk op
de Zuiderzee dikwerf geschiedt, met wild weêr, kooge zee
en korten golfslag te kampen hebben. Eenc zoodanige boot.
geschikt om te kunnen varen in de 6 voet water van het
Slijk, heeft, gelijk men het uitdrukt, niet veel te komman
deeren, wanneer zij op het Groot scheepsvaarwater een fermen
Noord-Wester ontmoet. De daardoor veroorzaakte mindere
snelheid en de bij aflandigen wind te maken omweg verhin
deren dikwerf de tijdige aankomst.
„Wie dus, steunende op de ervaring bij die booten opge
daan eenig bezwaar in de zeeëngte tusschen Enkhuizen en
Stavoren ziet, heeft niet geheel ongelijk, maar een nader on
derzoek bewijst dat men hier met geheel andere toestanden
te rekenen heeft.
„Vlak voor den Vuurtoren aan de Ven staat bij gewoon laag
water 24 en vlak voor Stavoren 20 voet water. De grootste
diepte in dit vaarwater is 30 en de kleinste 15 voet. De
gewone rijzing en daling van bet water bedraagt te Stavoren
5 en te Enkhuizen 4 decimeter en met springtij 1 a IJ de
cimeter meer. Bij buitengewoon laag water in het alleron
gunstigst geval, doch dat dan ook niet langer dan een uur
aanhoudt, valt liet, water voor Stavoren 67 centimeter of
circa 2 voet beneden 1 et straks opgegevene voor gewoon
Ifiag water.
„Uit die cijfers blijkt reeds, dat de schepen, die men hier
in de vaart zou kunnen brengen niet op maar in het water
zouden kunnen liggendat men hier booj-en kan gebruiken
met gelijken of groot-er diepgang dan bij het meerendeel der
Zeebootendie thans den nieuwen waterweg van Rotterdam
doorgaan, in de vaart tusschen Harlingen en Engeland of
tusschen Am terdam en Hamburg dienst doen. Men behoeft
juist geen deskundige te zijn om in te zien, dat de kloeksten
der in die vaarten gebezigde zeebooten op liet hier besproken
traject iets meer zouden te commandeeren hebben.
„Maar ik kan verder gaan. Het speciaal onderzoek op de
booten tusschen Dover en Calais ingesteld en de vergelijking
der zeekaarten met, de modellen dier booten te Londen
heeft volkomen bewezendat men zich tusschen Enkhuizen
en Stavoren van beter en grooter schepen dan daar zou
kunnen bedienenen dat er hier meer dan voldoende
diepte is om aan de stoombooten de meest mogelijke snel
heid te verzekeren."
Een ander bezwaar was de ougeregeldiieid in het vertrek
eu de aankomst der bootendie het natuurlijk gevolg zou
moeten zijn van het overladen en het verschil tusschen hoog
en laag water, van tij en stroom. Tegen dnt bezwaar wordt
het volgende aangevoerd
„Gelijk reeds werd opgemerkt, kan dat vervoer met snel
varende booten in circa 45 minuten plaats hebben. Daar er
onderweg geen oponthoud is en in bijna rechte lijn wordt
doorgevaren is er, na de overal opgedane ervaring, weinig
kans, dat. het verschil in den tijd der overvaart van noe
menswaardige beteekenis kan zijn. Tegen buitengewoon tijd
verlies door groote overladingen van goederen en vee kan
evenals men onder dergelijke omstandigheden op spoorwegen
extra vee- en goederentreinen laat loopen door het ge
bruiken van afzonderlijke booten worden gewaaktgelijk
daarop altijd bij de begrooting van het materieel is gerekend.
„Het verschil van hoog en laag water, van tij en stroom,
voor de vaart, op de Zeeuwsche stroomen van zoo overwegend
belang, kan hier van geen invloed zijn. Tusschen hoog en
laag water is hier het, verschil slechts 40 a 50 c. M. terwijl
liet te Vlissingen 3.61, te P.reskens 3.70, te Neuzen 3.92, te
Hansweert. 4.10 en te Bath 4.41 M. en dus 8 a 10 maal
meer bedraagt."
Een derde bezwaar, de vorstop het eerste gezicht van
ernstigen aardwordt aldus toegelicht en weerlegd
„Het water van de Noord-zee, dal. bij vloed door dezee
gaten van Texel en het Vlie naar binnen stroomt eu lang
zamerhand het vlak van de Zuiderzee doet reizen, om bij eb
weder door die gaten terug te loopenheeft in die anders
ondiepe binnenzee eene, vooral tusschen de Ven en Stavoren,
helangrijke geul gegraven waarvan door zeeschepen kan wor
den gebruik gemaakt en die vandaar den rianm van groot-
scheepsvaarwater bekomen heeft.
„Die geul loopt van Pampus beoosten Amsterdam in Noord-
Oostelijke richting tot bij Urk, van daar in Noord-Westelijke
richting tot tusschen Stavoren en Medem blik en verdeelt zich
dan in twee armen, waarvan de rechter zich op eenigen af
stand van de Eriesche kusf, naar het Vlie wendt, terwijl de
linker zich om de Oostpunt van Wieringen naar het zeegat
tusschen den Helder en Texel keert.
„Door het voortdurend in- en uitstroomen van het vloed
water wordt niet alleen die geul onderhouden, maar blijven,
ook bij de strengste vorst, de zeegaten van het, Vlie en den
Helder en de zeeëngte tusschen de Ven en Stavoren open,
terwijl de stille en ondiepe gedeelten van de Zuiderzee spoe
dig met ijs gevuld worden of geheel dichtvriezen. Reeds bij
matige vorst wordt, dan ook de gewone vaart op de Zui
derzee gesloten en moet de dienst der booten van Amster
dam op Harlingen worden gestaakt, maar nimmer wordt de
vaart- van het Nieuwediep naar zee belemmerd, gelijk ook
die van Harlingen naar Engeland geregeld doorgaat. De
laatste wordt soms bij zeer harde winters slechts bemoeilijkt
voor den korten afstand tusschen het groot-scheepsvaarwater
en de haven van Harlingen.
,-, Daar den linker arm van dat groot-sclieepsvaarwater langs,
doch huiten, de Oostpunt van Wieringen omlooptligt Me-
demblik binnen de lijn waarin het toevriezen van het Zui
derzeevlak geschieden kan. Hot heeft daar echter niet zóó
spoedig plaatsals in het Zuidelijk en nog veel stiller ge
deelte, beneden Hoorn en Enkhuizen. Van daar dat som
migen steunende op de verzekering aan de schipperij op de
Zuiderzee ontleend „dat, de vaart- op Enkhuizen eerder ge
sloten is dan die op Medemblik," aan laatstgenoemde
plaats als verbindingspunt in Noord-Holland de voorkeur
hebben gegeven.
„Bij behoorlijk onderzoek had men echter gemakkelijk kun
nen nagaan, dat het dichtvriezen en betrekkelijk lang gesloten
zijn van het vaarwater voor Medemblik zich niet zelden, al
is bet ook niet telken jare voordoet, en dat dit dan ook bij
de haven van Hindelopen plaats heeft, doch dat de zeeëngte
t usschen den vuurtoren aan de Ven en .Stavoren nooit dicht
vriest."
Eindelijk was men bevreesd voor het drijfijs en het gevaar
van zeerampen en aanvaringen. Deze vrees wordt op de
volgende wijze van haar blijkbare overdrijving ontdaan
„Wanneer de Zuiderzee gedeeltelijk is toegevroren gaat
uit het. Zuidelijk deel bjj eb en door den bij dooi veelal
heerschenden zuidenwind, vaak eenig drijfijs door de zeeëngte.
Dat bezwaar weegt echter bij diepgaandesterke en snelva
rende schroef booten natuurlijk veel minder dan bij lig'te
raderbooten, maar toch het kan in sommige gevallen eene kleine
vertraging geven. Het, staat, ongeveer gelijk met de op onze
Staatsspoorwegen in Noord-Holland en de Oostelijke pro
vinciën soms ondervonden bezwaren van sneeuwopstuiving.
Doch wie zal in ernst beweren dat men in ons land geene
spoorwegen mag aanleggen omdat er wel eens om de 6 a 7
jaar, bij een paar treinen eene kleine vertraging door de sneeuw
plaats heeft.
„Vorst, en ijs zullen dan ook hier niet, als op het water
gedeelte van detrouwens finantiëel toch gunstige lijn Rot
terdam- Antwerpen"tot eene schier jaarlijksche staking der
dienst aanleiding geven. Somtijds na strenge winters kan
bij een of twee der overvaarten door drijfijs uit liet zuidelijk
gedeelte van de Zuiderzee een paar uur vertraging ontstaan.
Die hoogst zeldzame vertraging zal dan in de zoogenaamde
stille weken vallen waarin de markten gesloten zijn en het
verkeer dus tot het allerlaagste cijfer gedaald is.
„Wat de veiligheid van het vaarwater betreft, is er voor
zeker moeilijk beter traject te vinden. De afstand is zóó
gering dat bij helder weer de overkant, te zien is. Bij het
gebruik van matige kustvuren en goede seinlichten op de
booten zullen de booten niet alleen voortdurend in het licht
der kusten varen, maar kunnen langs schier de geheele lijn
de noodige signalen worden gegeveneen zoogenaamd klein
licht als het vuur van Vlieland op den vuurtoren aan de Ven
geplaatst, zou ongeveer tot Sneek en een te Stavoren tot
halfweg tussohen Hoorn en Purmerend zichtbaar zijn.
„De vaart op dit gedeelte van de Zuiderzee is niet zoo
druk en heeft te zelden door daar onbekende schippers plaats
om in ernst voor onveiligheid te doen vreezen.
„Vergelijkt men wat diepte, verschil van waterstand, gevaar
voor aanvaring en afstand betreft, de zeeëngte van Dover en
Calais, waar de booten dwars door de kolossale scheepvaart
beweging moeten koers houden, met die tusschen de Ven en
Stavoren en ziet men hoe hoogst zelden in de Couranten
het bericht voorkomt, dat de Engelsche posten niet op tijd
zijn aangekomen (voor zoover dat gedeelte van het traject
betreft) dan kan men nagaan hoe verbazend luttelom niet
te zeggen hoe ten eenenmale onnoemenswaardig, de bezwaren
voor de veiligheid tusschen de Ven en Stavoren zijn zullen."
Een en ander heeft geen verdere toelichting noodig. Het
is duidelijk en berust op cijfers en feiten. Opzettelijk be
toog zal het evenmin behoeven dat liet verkeer tussohen
Noord-Holland en Eriesland heel iets anders zal worden dan
het thans iswanneer menin plaats van de lange zeereis
tussohen Amsterdam en Harlingen of de lange en vooral
dure landreis over Amer- foortHarderwijk, Zwolle er, Mep-
pel te moeten makenbinnen een uur van de Ven bij Enk
huizen naar Stavoren kan overstekenen zoowel aan de
Friesche als aan de Noord-Hollandsehe kust een geregelde
aansluiting van spoorwegen vindt. Hoe zal het marktbe
zoek in de verschillende steden van beide provinciën daar
door worden bevorderden welk een nieuwe vlucht zal de
handel in vee en landbouw-producten kunnen nemen Die
bet opstel van den lieer Stuart leesthier werden er
slechts enkele regels uit aangehaald zaltien tegen één
overtuigd wordendat de handhaving van het koppelteeken
inderdaad van groot belang isen dat het te betreuren zon
wezen, wanneer Ncord-llollandsche en Friesche spoorwegen
werden aangelegd zonder er een Noord-Hollandsch-Frieschen
spoorweg van te maken. Koppelteekens zijn op een spoor
wegkaart onmisbaar. Moge wanneer daaropnaar wij ho
pen, binnen weinige jaren beide provinciën met nieuwe lij
nen prijkenvooral het koppelteeken over de Zuiderzee tus
schen de Ven en Stavoren niet ontbreken. Nog een ander,
voor Noord-Holland niet minder belangrijk koppelteeken zou
door deze spoorweglijn lot sland komenhet koppelteeken
tusschen Hoorn en Alkmaar, tusschen oostelijk en westelijk
Noord-Holland, tusschen den oostelijken spoorweg, dien wij
te gemoet zienen den westelijkendie reeds sedert eenige
jaren in exploitatie is. Het koppelteeken te land over Scher-
merhorn is zoo oud en onvoldoende als de beruchte Sclier-
merhorner keienen het koppelteeken te water is door een
tweetal nijdige dammen in drieën gesneden. De bloei van
beide deelen van Noord-Holland boven het IJ kan door
nauwer aaneensluiting niet dan winnen. Daarenboven is
er nog iets dat er door winnen kande wederzijdsche na
dere kennismaking van de bevolking, die thans nog al iets
te wenschen overlaat cn die de grondslag kan worden van
meer vertrouwenmeer bereidwilligheid en meer samenwer
king wanneer het de wederzijdsche belangen geldtwaar-
tussckenis eenmaal de spoorweg gelegdmisschien zal
blijken niet zooveel strijd te bestaan', als sommigen thans
nog meenen. Tot verdrijving van oude beschimmelde over
blijfsels van vroegere veeten, kleingeestigen naijver en wan
gunst is een lokomotief een probaat middel.
W- v. d. K.
Pruisen. 8 Vleeschhouwers te Berlijn zijn tot liet in
zicht gekomen, dat het op den duur niet aangaat,, de vleescb-
prijzen op kunstmatige hoogte te houden, en verknopen thans
aan de vleesektial rund.vle.esch R kwaliteit voor 60 a 90
cents per kilogram, dat door de overige slagers nog op 100
a 140 c. gehouden wordt. Deze hebben wel bij den direc
teur der vleesekkal op het verbieden van de bedoelde ver
koop aangedrongen, maar een weigerend antwoord bekomen.
De nieuw benoemde proost te Xions, de heer A ubeczak
is door den deken van Jaroein in den grooten ban gedaan
namens den apostolischen delegaat. Wie deze delegaat is,
is slechts aan enkelen ingewijden hekend De heer Kv.beczak
oefent thans ongestoord zijne ambtsbediening uit,zijne gods
dienstoefeningen waarvoor hij een kerkdienaar en ook een
organist gevonden heeft, worden echter weinig bezocht, Bij
den deken Rzezniewski is eene huiszoeking gedaan om de
volmacht van den pauselijken delegaat te vindenkrachtens
welke de excommunicatie heeft, plaats gehad.
De heer v. Cerlaeh is den 11wegens een door hem ge
schreven brochure tegen het burgerlijk huwelijk bij verstek
tot 2U0 tli. boete of 6 weken gevangenisstraf veroordeeld.
Toen hij vernamdat eene vervolging tegen hem was in
gesteld had hij zijn ontslag genomen als voorzitter van het
hof van appèl te Maagdènburg.
Een koopman te Zwickau die kort na den moordaanslag
te Kissingen zich in een bierhuis dreigende en beleedigende
woorden betreffende prins Bismarclc liet ontvallenis tot 8
maanden gevangenisstraf veroordeeld.
De Keizer heelt aan prins Alexander der Nederlanden de
ridderorde van den Zwarten Adelaar verleend en hem dien
zelf ter hand gesteld.
Bisschop Martin van Paderborn heeft den 14 een van den 7
gedagteekend schrijven van den opperpresident ontvangen,
waarin hij wordt, aangemaand om binnen 10 dagen zijne bis
schoppelijke waardigheid neder te leggen, onder verklaring
dat in het tegenovergestelde geval bij het gerechtshof voor
kerkelijke aangelegenheden te Berlijn eene vordering tot ont
zetting uit zijn ambt zal worden aanbangig gemaakt.
De aangekondigde conferentie van vertegenwoordigers van
alle christelijke geloofsbelijdenissen is den 14 door dr. Bol
linger als voorzitter te Bon'n geopend. Meer dan 40 beroem
de godgeleerden uit DuitschlandDenemarken Prankrijk
RuslandEngelandGriekenland en Noord-America waren
tegenwoordig. De debatten zijn in het duitseh en iii het
engelseh gevoerd en door den bejaarden voorzitter uitste-
kenb geleid. De voorzitter en bisschop Reinkens hebben
zich beide verklaard voor de geldigheid van de bisschops-
en priesterwijding der Anglicaansche Kerk. Over gewichtige
punten van dogmatiek is overeenstemming verkregen.
De K'óln-Zeitmg meent, dat de onlangs in Sleeswijk her
haaldelijk voorgekomen uitwijzingen van deensche burgers
niet noodig waren voor de rust van den Staat, maar alleen
wenselielijk voor bet, gemak der policie.
Beieren. Het gemeentebestuur van Muncken lieeft den
7 voor de eerste maal vergaderd in het nieuwgebouwde
raadhuis. De eerste burgemeester beeft in zijne toespraak,
met, luide instemming der geheele vergaderingzijne afkeu
ring te kennen gegeven over de weigering der r. c. geeste
lijkheid, om de klokken te doen luiden bij de onthulling (op
den jaardag van Sedan) van het voor 300 in Frankrijk ge
sneuvelde beieren opgerichte gedenkteekenaan welke' plech-
tigheid door de hoogste militaire en burgerlijke autoriteiten,
de soldaten- en veteranen-vereenigingen en alle zangvereeni-
gingen uit Munchen is deel genomenterwijl de klokken
der protestanlsche kerk geluid werden.
Van policiewege zijn den 12 alle te Munchen bestaande
sociaal-democratische afdeelingen en alle vereenigingen van
werklieden voor zelfstandige vereenigingen verklaard en is
hare sluiting bevolen. Den 13 zijn bij de daar woonachtige
aanvoerders van sociaal-democraten huiszoekingen gedaan cn
hunne papieren in beslag genomen.
Hessen. De prins v. Wales is den 11 tot een bezoek
van verscheidene dagen aan prins Lodewijk v. Bessen, te Darm
stadt aangekomen en aan het jachtslot Kranichstein afgestapt.
De Keizer heeft van den J1 tot den 14, toen hij naar Han
nover ^vertrokken is, op het kasteel Eriedberg, het zomer
verblijf van den Groothertogvertoefdom in den omtrek
de oefeningen der 3 divisiën van het IR legercorps bij te
wonen.
KlzastLotharingen. Hoezeer de duitsche bevolking te
Metz, om de gevoeligheid der voormalige fransebe niet te
kwetsen, zich onthouden heeft van eene openlijke viering van
den dag van Sedan, heeft, het gemeentebestuur op den derden
verjaardag der begrafenis van den laatst.en in het hospitaal
verpleegden franschen soldaat der vroegere bezettinggeza
menlijk de godsdienstoefening in de hoofdkerk bijgewoond
en vervolgens een pracht,igen krans van immortellen op het
graf van bedoelden soldaat nedergelegd.
De bedevaart te Verviersop den 8 is gelukkig zonder
ernstige botsingen afgeloopen waartoe hebben bijgedragen de
ontwikkeling eener aanzienlijke poiioiemaohteer, mindere
toevloed van bedevaartgangers dan verwacht was (men be
groot bet, aantal op 12000), en beperking van het vertoon van
clerieale zijde. De bisschop van Luik, die de feestelijkheid
moest leidenzond per telegraaf berichtdat hij door eene
plotselinge ongesteldheid verhinderd was; de pontificale mis
is door den nuncius gecelebreerd. Toen de stoet bij de
hoofdkerk op het Franciscanerpleiu terugkwam, werd hij met
een geweldig gefluit en geschreeuw en met anti-clericale lie
deren begroet. De nuncius was bij zijne komst des ochtends
insgelijks uitgejouwd; waarschijnlijk daarom is het uitdeelen
van den zegen van het balcon der kerk achterwege gebleven.
De heer Bazaine heeft uit Luik een brief aan den uitgever
der New-York Herald geschreven ter rechtvaardiging van zijn
gedrag. Hij gispt de samenstelling, van den krijgsraad, die
uit maarschalken had moeten bestaanhij wijt zijne rampen
aan de omstandigheden en aan de regeering te Parijsdie den
oorlog na Sedan voortgezet heeft; en hij acht het zonderling
dat de krijgsraad middel gevonden heeft om hem gelijktijdig
te veroordeeien en vrij te spreken. Hij hadtijdens zijn
proces, tegen Mac-Mahon evenveel kunnen aanvoeren als
tegen hem aangevoerd is; hij prijst den heer Thiers, die,
zonder de omkeering van 24 Mei '73 het onrechtvaardig
proces voorkomen zou hebbenlaat zich ongunstig uit over
de militaire talenten van den hertog v. Aumale en vooral
over de bewerkers der September-omwentelingtegenover
welke personen hij zijnen aan den Keizer gezworen eed ge
dachtig was en het. belang des lands in liet oog hield, omdat
noch van Rusland noch van Italië eenige samenwerking te
wachten was met „mijnheer Bambetla en met de staatkun
dige straatjongens, die te Tours gevestigd waren." Debrief
is onderteekend„Maarschalk Bazaine.
De markies v. Ripon, die achtereenvolgens in verschillende
liberale ministeriën vice-minister en minister van oorlog
vice-minister en minister voor Indie en voorzitter van den
Geheimen Raad geweest isheeft onverwachts het groot
meesterschap der engelsche vrijmetselarij nedergelegd met een
schrijvenwaarin hij zegt in de onmogelijkheid te zijnhet
langer te voeren. Het grootmeesterschap is thans den prins