No. 38. Zesenzeventigste Jaargang. 1874 ZON DAG 20 S E I' T EMBE R. (Officieel OcbccUc Het Koppel teek en. S-Silefceltjfo0c h e Berichten. BSelgie. SBrii lange en lerfciml. Doze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Pr\js per kwartaal W«S.5franco per post, f O afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers KERM*. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. De COMMISSARIS des KONINGS in Noordholland brengt ter kennis van belanghebbenden dat de scheepvaart aan de doorvaart sluis te Buiksloot, den 21 September e.k. en eenige volgende dagenoponthoud zal kunnen ondervinden, door het inbangen van sluisdeuren. Haarlem, De Commissaris des Konings voornoemd 18 Sept. 1871. ROELL. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van het algemeen, dat in het Stads Mu seum een aanvang is gemaakt met liet behoorlijk rangschikken van de oude schilderstukken en merkwaardige oudheden der gemeente; dat het voornemen bestaat het Museum later voor het publiek ter bezigtiging opentestellen dat om het ge heel tot een belangrijke verzameling te verheffenhet weu- schelijk is dat de verspreiden stukken in eigendom behoo- rende aan de bijzondere instellingen of aan particulieren aan de gemeente worden afgestaan, hetzij ten geschenke, hetzij in bruikleen. En het is daarom, dat Burgemeester en Wethouders alle eigenaren van schilderstukken of merkwaardige oudheden dringend verzoeken medetewerken ter verkrijging van een goed geheel, door de schilderstukken of oudheden in hun bezit, hetzij ten geschenke, hetzij in bruikleen, aan het ge meentebestuur aftestaan. Burgemeester en If ethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19 Sept. 1874. De Secretaris NUHOUT van deb YEEN. Onder dezen titel heeft de heer M. Cohen Stuart in de Economist van JuliAugustus 1.1. een artikel geschreven, dat inzonderheid voor Noord-Holland van belang is. In de Eerste Kamer was een enkel woord gezegd over de wensche- lijkheid van den aanleg van spoorwegen in Noord-Holland en Erieslandmaar het denxbeeld oin die spoorwegen door een geregelde stoom boot dienst over het smalste gedeelte van de Zuiderzee met elkander te verbinden en tot ééne lijn te maken vond er bij den één bestrijding, bij den ander volko men onverschilligheid. Noord-Hollandsche en Eriesclie spoor wegen achtte men hoogst wenselielijkmaar den NoordHol- landsch-Erieschen spoorweg nam niemand in bescherming. Het koppelteeken moest of mocht uit den naam geschrapt worden. Een verbinding van die beide provinciën door middel van een spoorweg bestaat reeds, werd gezegdzij het dan ook langs een omweg. Maar zoo bestaat er tegenwoordig ver binding tusschen bijna alle eenigszins belangrijke steden van Europa. Men legt nieuwe lijnen aan juist om die omwegen weg te nemen. De verbinding tusschen Amsterdam en Leeuwar den die de Noord-Hollandsch-Friesche spoorweg zou tot stand brengen, zou bijna 35 percent korter zijn dan de thans bestaandevoor Noord-Holland benoorden het IJ en Friesland zou liet verschil tusschen den nieuwen en den ouden weg natuurlijk nog veel belangrijker zijn. Niemand zou dan ook de wensehelijkheid van de onmiddelijke verbinding betwisten, wanneer er geen Zuiderzee tusschen de beide provinciën lag. Wacht tot de Zuiderzee droog is, werd in de Eerste Kamer gezegd. Die zeereis is voor de meesten liet groote, het on overkomelijke bezwaar. Het schrikwekkende en o\erdrevene van dat bezwaar weg te nemen en de voordeelen van den rechten weg boven den ormveg aan te toonen is het doel van den heer Stuart. De ontstelde verbeelding had zich de rampspoedige reizi gers langs den Noord-IIollandsch-Erieschen spoorweg reeds voorgesteld op groote vlotten dobberende tusschen Stavoren en Enkhuizen, misschien zoo ongeveer als de schipbreukelin gen van de Meduza. Over die vaart op de Zuiderzee lezen wij in de Economist het volgende: „De booten, die thans van Amsterdam op Harlingcn varen, zijn vrij groot maar mogen slechts een diepgang hebben van 5 voet, omdat zij, ten einde Enkhuizen (de stad, niet de vuurtoren aan de Ven) aan te doen, bezuiden Enkhuizen, het zoogenaamde Slijk moeten passeeren, waar slechts 6 a 7 voet water staat. Is het water zeer laag dan kunnen zij het Slijk niet over en ioopen veel oostelijker' langs of buiten het Enk- huizerzand om. Langs de Friesche kust benoorden Hinde- loopen staat in het vaarwater dier booten maar een paar voet- meer dan op het Slijk, doch bij aflandigen wind loopt daar het water nog sterker weg, zoodat die booten daar dan weder veel westelijker moeten loopen. „Het gevolg daarvan is, dat die stoombooten van eenig- sins eigenaardige constructie moeten zijn. Die lange en groote booten, die eigenlijk niet in maar op het water liggen, kunnen kwalijk vastliggen en snel doorvarenwanneer zij, gelijk op de Zuiderzee dikwerf geschiedt, met wild weêr, kooge zee en korten golfslag te kampen hebben. Eenc zoodanige boot. geschikt om te kunnen varen in de 6 voet water van het Slijk, heeft, gelijk men het uitdrukt, niet veel te komman deeren, wanneer zij op het Groot scheepsvaarwater een fermen Noord-Wester ontmoet. De daardoor veroorzaakte mindere snelheid en de bij aflandigen wind te maken omweg verhin deren dikwerf de tijdige aankomst. „Wie dus, steunende op de ervaring bij die booten opge daan eenig bezwaar in de zeeëngte tusschen Enkhuizen en Stavoren ziet, heeft niet geheel ongelijk, maar een nader on derzoek bewijst dat men hier met geheel andere toestanden te rekenen heeft. „Vlak voor den Vuurtoren aan de Ven staat bij gewoon laag water 24 en vlak voor Stavoren 20 voet water. De grootste diepte in dit vaarwater is 30 en de kleinste 15 voet. De gewone rijzing en daling van bet water bedraagt te Stavoren 5 en te Enkhuizen 4 decimeter en met springtij 1 a IJ de cimeter meer. Bij buitengewoon laag water in het alleron gunstigst geval, doch dat dan ook niet langer dan een uur aanhoudt, valt liet, water voor Stavoren 67 centimeter of circa 2 voet beneden 1 et straks opgegevene voor gewoon Ifiag water. „Uit die cijfers blijkt reeds, dat de schepen, die men hier in de vaart zou kunnen brengen niet op maar in het water zouden kunnen liggendat men hier booj-en kan gebruiken met gelijken of groot-er diepgang dan bij het meerendeel der Zeebootendie thans den nieuwen waterweg van Rotterdam doorgaan, in de vaart tusschen Harlingen en Engeland of tusschen Am terdam en Hamburg dienst doen. Men behoeft juist geen deskundige te zijn om in te zien, dat de kloeksten der in die vaarten gebezigde zeebooten op liet hier besproken traject iets meer zouden te commandeeren hebben. „Maar ik kan verder gaan. Het speciaal onderzoek op de booten tusschen Dover en Calais ingesteld en de vergelijking der zeekaarten met, de modellen dier booten te Londen heeft volkomen bewezendat men zich tusschen Enkhuizen en Stavoren van beter en grooter schepen dan daar zou kunnen bedienenen dat er hier meer dan voldoende diepte is om aan de stoombooten de meest mogelijke snel heid te verzekeren." Een ander bezwaar was de ougeregeldiieid in het vertrek eu de aankomst der bootendie het natuurlijk gevolg zou moeten zijn van het overladen en het verschil tusschen hoog en laag water, van tij en stroom. Tegen dnt bezwaar wordt het volgende aangevoerd „Gelijk reeds werd opgemerkt, kan dat vervoer met snel varende booten in circa 45 minuten plaats hebben. Daar er onderweg geen oponthoud is en in bijna rechte lijn wordt doorgevaren is er, na de overal opgedane ervaring, weinig kans, dat. het verschil in den tijd der overvaart van noe menswaardige beteekenis kan zijn. Tegen buitengewoon tijd verlies door groote overladingen van goederen en vee kan evenals men onder dergelijke omstandigheden op spoorwegen extra vee- en goederentreinen laat loopen door het ge bruiken van afzonderlijke booten worden gewaaktgelijk daarop altijd bij de begrooting van het materieel is gerekend. „Het verschil van hoog en laag water, van tij en stroom, voor de vaart, op de Zeeuwsche stroomen van zoo overwegend belang, kan hier van geen invloed zijn. Tusschen hoog en laag water is hier het, verschil slechts 40 a 50 c. M. terwijl liet te Vlissingen 3.61, te P.reskens 3.70, te Neuzen 3.92, te Hansweert. 4.10 en te Bath 4.41 M. en dus 8 a 10 maal meer bedraagt." Een derde bezwaar, de vorstop het eerste gezicht van ernstigen aardwordt aldus toegelicht en weerlegd „Het water van de Noord-zee, dal. bij vloed door dezee gaten van Texel en het Vlie naar binnen stroomt eu lang zamerhand het vlak van de Zuiderzee doet reizen, om bij eb weder door die gaten terug te loopenheeft in die anders ondiepe binnenzee eene, vooral tusschen de Ven en Stavoren, helangrijke geul gegraven waarvan door zeeschepen kan wor den gebruik gemaakt en die vandaar den rianm van groot- scheepsvaarwater bekomen heeft. „Die geul loopt van Pampus beoosten Amsterdam in Noord- Oostelijke richting tot bij Urk, van daar in Noord-Westelijke richting tot tusschen Stavoren en Medem blik en verdeelt zich dan in twee armen, waarvan de rechter zich op eenigen af stand van de Eriesche kusf, naar het Vlie wendt, terwijl de linker zich om de Oostpunt van Wieringen naar het zeegat tusschen den Helder en Texel keert. „Door het voortdurend in- en uitstroomen van het vloed water wordt niet alleen die geul onderhouden, maar blijven, ook bij de strengste vorst, de zeegaten van het, Vlie en den Helder en de zeeëngte tusschen de Ven en Stavoren open, terwijl de stille en ondiepe gedeelten van de Zuiderzee spoe dig met ijs gevuld worden of geheel dichtvriezen. Reeds bij matige vorst wordt, dan ook de gewone vaart op de Zui derzee gesloten en moet de dienst der booten van Amster dam op Harlingen worden gestaakt, maar nimmer wordt de vaart- van het Nieuwediep naar zee belemmerd, gelijk ook die van Harlingen naar Engeland geregeld doorgaat. De laatste wordt soms bij zeer harde winters slechts bemoeilijkt voor den korten afstand tusschen het groot-scheepsvaarwater en de haven van Harlingen. ,-, Daar den linker arm van dat groot-sclieepsvaarwater langs, doch huiten, de Oostpunt van Wieringen omlooptligt Me- demblik binnen de lijn waarin het toevriezen van het Zui derzeevlak geschieden kan. Hot heeft daar echter niet zóó spoedig plaatsals in het Zuidelijk en nog veel stiller ge deelte, beneden Hoorn en Enkhuizen. Van daar dat som migen steunende op de verzekering aan de schipperij op de Zuiderzee ontleend „dat, de vaart- op Enkhuizen eerder ge sloten is dan die op Medemblik," aan laatstgenoemde plaats als verbindingspunt in Noord-Holland de voorkeur hebben gegeven. „Bij behoorlijk onderzoek had men echter gemakkelijk kun nen nagaan, dat het dichtvriezen en betrekkelijk lang gesloten zijn van het vaarwater voor Medemblik zich niet zelden, al is bet ook niet telken jare voordoet, en dat dit dan ook bij de haven van Hindelopen plaats heeft, doch dat de zeeëngte t usschen den vuurtoren aan de Ven en .Stavoren nooit dicht vriest." Eindelijk was men bevreesd voor het drijfijs en het gevaar van zeerampen en aanvaringen. Deze vrees wordt op de volgende wijze van haar blijkbare overdrijving ontdaan „Wanneer de Zuiderzee gedeeltelijk is toegevroren gaat uit het. Zuidelijk deel bjj eb en door den bij dooi veelal heerschenden zuidenwind, vaak eenig drijfijs door de zeeëngte. Dat bezwaar weegt echter bij diepgaandesterke en snelva rende schroef booten natuurlijk veel minder dan bij lig'te raderbooten, maar toch het kan in sommige gevallen eene kleine vertraging geven. Het, staat, ongeveer gelijk met de op onze Staatsspoorwegen in Noord-Holland en de Oostelijke pro vinciën soms ondervonden bezwaren van sneeuwopstuiving. Doch wie zal in ernst beweren dat men in ons land geene spoorwegen mag aanleggen omdat er wel eens om de 6 a 7 jaar, bij een paar treinen eene kleine vertraging door de sneeuw plaats heeft. „Vorst, en ijs zullen dan ook hier niet, als op het water gedeelte van detrouwens finantiëel toch gunstige lijn Rot terdam- Antwerpen"tot eene schier jaarlijksche staking der dienst aanleiding geven. Somtijds na strenge winters kan bij een of twee der overvaarten door drijfijs uit liet zuidelijk gedeelte van de Zuiderzee een paar uur vertraging ontstaan. Die hoogst zeldzame vertraging zal dan in de zoogenaamde stille weken vallen waarin de markten gesloten zijn en het verkeer dus tot het allerlaagste cijfer gedaald is. „Wat de veiligheid van het vaarwater betreft, is er voor zeker moeilijk beter traject te vinden. De afstand is zóó gering dat bij helder weer de overkant, te zien is. Bij het gebruik van matige kustvuren en goede seinlichten op de booten zullen de booten niet alleen voortdurend in het licht der kusten varen, maar kunnen langs schier de geheele lijn de noodige signalen worden gegeveneen zoogenaamd klein licht als het vuur van Vlieland op den vuurtoren aan de Ven geplaatst, zou ongeveer tot Sneek en een te Stavoren tot halfweg tussohen Hoorn en Purmerend zichtbaar zijn. „De vaart op dit gedeelte van de Zuiderzee is niet zoo druk en heeft te zelden door daar onbekende schippers plaats om in ernst voor onveiligheid te doen vreezen. „Vergelijkt men wat diepte, verschil van waterstand, gevaar voor aanvaring en afstand betreft, de zeeëngte van Dover en Calais, waar de booten dwars door de kolossale scheepvaart beweging moeten koers houden, met die tusschen de Ven en Stavoren en ziet men hoe hoogst zelden in de Couranten het bericht voorkomt, dat de Engelsche posten niet op tijd zijn aangekomen (voor zoover dat gedeelte van het traject betreft) dan kan men nagaan hoe verbazend luttelom niet te zeggen hoe ten eenenmale onnoemenswaardig, de bezwaren voor de veiligheid tusschen de Ven en Stavoren zijn zullen." Een en ander heeft geen verdere toelichting noodig. Het is duidelijk en berust op cijfers en feiten. Opzettelijk be toog zal het evenmin behoeven dat liet verkeer tussohen Noord-Holland en Eriesland heel iets anders zal worden dan het thans iswanneer menin plaats van de lange zeereis tussohen Amsterdam en Harlingen of de lange en vooral dure landreis over Amer- foortHarderwijk, Zwolle er, Mep- pel te moeten makenbinnen een uur van de Ven bij Enk huizen naar Stavoren kan overstekenen zoowel aan de Friesche als aan de Noord-Hollandsehe kust een geregelde aansluiting van spoorwegen vindt. Hoe zal het marktbe zoek in de verschillende steden van beide provinciën daar door worden bevorderden welk een nieuwe vlucht zal de handel in vee en landbouw-producten kunnen nemen Die bet opstel van den lieer Stuart leesthier werden er slechts enkele regels uit aangehaald zaltien tegen één overtuigd wordendat de handhaving van het koppelteeken inderdaad van groot belang isen dat het te betreuren zon wezen, wanneer Ncord-llollandsche en Friesche spoorwegen werden aangelegd zonder er een Noord-Hollandsch-Frieschen spoorweg van te maken. Koppelteekens zijn op een spoor wegkaart onmisbaar. Moge wanneer daaropnaar wij ho pen, binnen weinige jaren beide provinciën met nieuwe lij nen prijkenvooral het koppelteeken over de Zuiderzee tus schen de Ven en Stavoren niet ontbreken. Nog een ander, voor Noord-Holland niet minder belangrijk koppelteeken zou door deze spoorweglijn lot sland komenhet koppelteeken tusschen Hoorn en Alkmaar, tusschen oostelijk en westelijk Noord-Holland, tusschen den oostelijken spoorweg, dien wij te gemoet zienen den westelijkendie reeds sedert eenige jaren in exploitatie is. Het koppelteeken te land over Scher- merhorn is zoo oud en onvoldoende als de beruchte Sclier- merhorner keienen het koppelteeken te water is door een tweetal nijdige dammen in drieën gesneden. De bloei van beide deelen van Noord-Holland boven het IJ kan door nauwer aaneensluiting niet dan winnen. Daarenboven is er nog iets dat er door winnen kande wederzijdsche na dere kennismaking van de bevolking, die thans nog al iets te wenschen overlaat cn die de grondslag kan worden van meer vertrouwenmeer bereidwilligheid en meer samenwer king wanneer het de wederzijdsche belangen geldtwaar- tussckenis eenmaal de spoorweg gelegdmisschien zal blijken niet zooveel strijd te bestaan', als sommigen thans nog meenen. Tot verdrijving van oude beschimmelde over blijfsels van vroegere veeten, kleingeestigen naijver en wan gunst is een lokomotief een probaat middel. W- v. d. K. Pruisen. 8 Vleeschhouwers te Berlijn zijn tot liet in zicht gekomen, dat het op den duur niet aangaat,, de vleescb- prijzen op kunstmatige hoogte te houden, en verknopen thans aan de vleesektial rund.vle.esch R kwaliteit voor 60 a 90 cents per kilogram, dat door de overige slagers nog op 100 a 140 c. gehouden wordt. Deze hebben wel bij den direc teur der vleesekkal op het verbieden van de bedoelde ver koop aangedrongen, maar een weigerend antwoord bekomen. De nieuw benoemde proost te Xions, de heer A ubeczak is door den deken van Jaroein in den grooten ban gedaan namens den apostolischen delegaat. Wie deze delegaat is, is slechts aan enkelen ingewijden hekend De heer Kv.beczak oefent thans ongestoord zijne ambtsbediening uit,zijne gods dienstoefeningen waarvoor hij een kerkdienaar en ook een organist gevonden heeft, worden echter weinig bezocht, Bij den deken Rzezniewski is eene huiszoeking gedaan om de volmacht van den pauselijken delegaat te vindenkrachtens welke de excommunicatie heeft, plaats gehad. De heer v. Cerlaeh is den 11wegens een door hem ge schreven brochure tegen het burgerlijk huwelijk bij verstek tot 2U0 tli. boete of 6 weken gevangenisstraf veroordeeld. Toen hij vernamdat eene vervolging tegen hem was in gesteld had hij zijn ontslag genomen als voorzitter van het hof van appèl te Maagdènburg. Een koopman te Zwickau die kort na den moordaanslag te Kissingen zich in een bierhuis dreigende en beleedigende woorden betreffende prins Bismarclc liet ontvallenis tot 8 maanden gevangenisstraf veroordeeld. De Keizer heelt aan prins Alexander der Nederlanden de ridderorde van den Zwarten Adelaar verleend en hem dien zelf ter hand gesteld. Bisschop Martin van Paderborn heeft den 14 een van den 7 gedagteekend schrijven van den opperpresident ontvangen, waarin hij wordt, aangemaand om binnen 10 dagen zijne bis schoppelijke waardigheid neder te leggen, onder verklaring dat in het tegenovergestelde geval bij het gerechtshof voor kerkelijke aangelegenheden te Berlijn eene vordering tot ont zetting uit zijn ambt zal worden aanbangig gemaakt. De aangekondigde conferentie van vertegenwoordigers van alle christelijke geloofsbelijdenissen is den 14 door dr. Bol linger als voorzitter te Bon'n geopend. Meer dan 40 beroem de godgeleerden uit DuitschlandDenemarken Prankrijk RuslandEngelandGriekenland en Noord-America waren tegenwoordig. De debatten zijn in het duitseh en iii het engelseh gevoerd en door den bejaarden voorzitter uitste- kenb geleid. De voorzitter en bisschop Reinkens hebben zich beide verklaard voor de geldigheid van de bisschops- en priesterwijding der Anglicaansche Kerk. Over gewichtige punten van dogmatiek is overeenstemming verkregen. De K'óln-Zeitmg meent, dat de onlangs in Sleeswijk her haaldelijk voorgekomen uitwijzingen van deensche burgers niet noodig waren voor de rust van den Staat, maar alleen wenselielijk voor bet, gemak der policie. Beieren. Het gemeentebestuur van Muncken lieeft den 7 voor de eerste maal vergaderd in het nieuwgebouwde raadhuis. De eerste burgemeester beeft in zijne toespraak, met, luide instemming der geheele vergaderingzijne afkeu ring te kennen gegeven over de weigering der r. c. geeste lijkheid, om de klokken te doen luiden bij de onthulling (op den jaardag van Sedan) van het voor 300 in Frankrijk ge sneuvelde beieren opgerichte gedenkteekenaan welke' plech- tigheid door de hoogste militaire en burgerlijke autoriteiten, de soldaten- en veteranen-vereenigingen en alle zangvereeni- gingen uit Munchen is deel genomenterwijl de klokken der protestanlsche kerk geluid werden. Van policiewege zijn den 12 alle te Munchen bestaande sociaal-democratische afdeelingen en alle vereenigingen van werklieden voor zelfstandige vereenigingen verklaard en is hare sluiting bevolen. Den 13 zijn bij de daar woonachtige aanvoerders van sociaal-democraten huiszoekingen gedaan cn hunne papieren in beslag genomen. Hessen. De prins v. Wales is den 11 tot een bezoek van verscheidene dagen aan prins Lodewijk v. Bessen, te Darm stadt aangekomen en aan het jachtslot Kranichstein afgestapt. De Keizer heeft van den J1 tot den 14, toen hij naar Han nover ^vertrokken is, op het kasteel Eriedberg, het zomer verblijf van den Groothertogvertoefdom in den omtrek de oefeningen der 3 divisiën van het IR legercorps bij te wonen. KlzastLotharingen. Hoezeer de duitsche bevolking te Metz, om de gevoeligheid der voormalige fransebe niet te kwetsen, zich onthouden heeft van eene openlijke viering van den dag van Sedan, heeft, het gemeentebestuur op den derden verjaardag der begrafenis van den laatst.en in het hospitaal verpleegden franschen soldaat der vroegere bezettinggeza menlijk de godsdienstoefening in de hoofdkerk bijgewoond en vervolgens een pracht,igen krans van immortellen op het graf van bedoelden soldaat nedergelegd. De bedevaart te Verviersop den 8 is gelukkig zonder ernstige botsingen afgeloopen waartoe hebben bijgedragen de ontwikkeling eener aanzienlijke poiioiemaohteer, mindere toevloed van bedevaartgangers dan verwacht was (men be groot bet, aantal op 12000), en beperking van het vertoon van clerieale zijde. De bisschop van Luik, die de feestelijkheid moest leidenzond per telegraaf berichtdat hij door eene plotselinge ongesteldheid verhinderd was; de pontificale mis is door den nuncius gecelebreerd. Toen de stoet bij de hoofdkerk op het Franciscanerpleiu terugkwam, werd hij met een geweldig gefluit en geschreeuw en met anti-clericale lie deren begroet. De nuncius was bij zijne komst des ochtends insgelijks uitgejouwd; waarschijnlijk daarom is het uitdeelen van den zegen van het balcon der kerk achterwege gebleven. De heer Bazaine heeft uit Luik een brief aan den uitgever der New-York Herald geschreven ter rechtvaardiging van zijn gedrag. Hij gispt de samenstelling, van den krijgsraad, die uit maarschalken had moeten bestaanhij wijt zijne rampen aan de omstandigheden en aan de regeering te Parijsdie den oorlog na Sedan voortgezet heeft; en hij acht het zonderling dat de krijgsraad middel gevonden heeft om hem gelijktijdig te veroordeeien en vrij te spreken. Hij hadtijdens zijn proces, tegen Mac-Mahon evenveel kunnen aanvoeren als tegen hem aangevoerd is; hij prijst den heer Thiers, die, zonder de omkeering van 24 Mei '73 het onrechtvaardig proces voorkomen zou hebbenlaat zich ongunstig uit over de militaire talenten van den hertog v. Aumale en vooral over de bewerkers der September-omwentelingtegenover welke personen hij zijnen aan den Keizer gezworen eed ge dachtig was en het. belang des lands in liet oog hield, omdat noch van Rusland noch van Italië eenige samenwerking te wachten was met „mijnheer Bambetla en met de staatkun dige straatjongens, die te Tours gevestigd waren." Debrief is onderteekend„Maarschalk Bazaine. De markies v. Ripon, die achtereenvolgens in verschillende liberale ministeriën vice-minister en minister van oorlog vice-minister en minister voor Indie en voorzitter van den Geheimen Raad geweest isheeft onverwachts het groot meesterschap der engelsche vrijmetselarij nedergelegd met een schrijvenwaarin hij zegt in de onmogelijkheid te zijnhet langer te voeren. Het grootmeesterschap is thans den prins

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1874 | | pagina 1