n
2
No. 51.
Zesenzeventigste Jaargang.
1874.
ZON DAG
20 D E C \1 B E R.
Het volgend nummer versclifinl op
itaterdag 'jfi EBeceinlter.
©fficiëel ©c&ccllc
Duiisehlaml.
Liefhebb
Dit grool
Itelgic.
Groot Ili'ittanje en
Sffllckclijfcschc Bcricïifcn.
S&tsisselshsml.
A L
AA
CO IJ
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,85, franco per post f
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
jm&i,
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat tengevolge van het invallen van den tweeden Kersdag
op Zaturdag 26 December 1874, de sewone Zaturdagsclie markt
zal gehouden worden op DONDERDAG 24 December 1874.
Burgemeester en. Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
20 November 1874. Be Secretaris,
NUHOUT van dek VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat zij bij besluit van 1 De
cember 1874 No. c L~"~ -LI— l—
cember 1861 (Gi-f«-
aanwijzing der str
tuigenvan wel
tredende, exempl
tegen betaling v;
Alkmaar,
10 December 1874
Waard- en Groetpo'der, Waard-Niei.wlaud en het dijksbestuur
op Wieringen werd daartoe een som vanƒ2250,afgestaan.
Na een eerste versradering op 7 Januari 1869 te Schagen
werd in de tweede vergadering op 9 April te Alkmaar ge
houden besloten tot een voorloopig onderzoek der in te dijken
grondenopdat men mocht weten of zij een droogmaking
verdienden. Drie dagen achtereen, 10, II en 12 Mei, werd
daartoe de W ieringermeer met de schroefboot. de Koophandel
in alle richtingen doorkruist. Op 99 plaatsenalle op een
daarvan vervaardigde kaart, aanget.eekend werden grondborin
gen gedaan de opgehoorde specie werd bewaardom later
op wetenschappelijke wijze onderzocht te kunnen worden, en
een proces-verbaal van' het geheele onderzoek den derden
dag opgemaakt en door de 22 toen nog aan boord zijnde
personen geteekendeindigde met de verklaring„dat men
meende gerustelijk te mogen vaststellen, dat 7/8 der in te
diiken nnnervlaktp .rnnlpn w.™ b-„rol,+-a,+ -„U„„
om er te komen ontbraken. De grond was pas door het water
verlatennat en koud en ongeschikt om in de eerste jaren
iets voorttebrengen. Toch werd hij terstond bewerkt en
omgeploegd waardoor hij geenszins verbeterde. "De bemaling
was onvoldoende, en zoo bleef er steeds te veel water in den
polder. Aan allerlei proefnemingenom den grond toch iets
te doen voortbrengenwerd veel geld verkwisthooge pol-
derlasten werden geëischt, tot aanleg en verbetering van vaarten
en kanalen, tot den aanleg van harde wegen en de verbetering
der bemalingde landen raakten in discredietde teleurge
stelde verarmde en geheel ontmoedigde eigenaar verkocht
ze voor een geringen prijs en eerst de tweede of derde bezitter
plukte, als eindelijk de polder niet alleen leeggemalenmaar
ook voor ontginning geschikt geworden was, de rijke vruchten.
Zoo maakte menvolgens het spreekwoord
Water tot, land
BURGEMEEÉ
brengen ter alge
dat van af hec
jaarsvan 's m
verkrijgbaar zijn
Augustus, Septer
Patenten van eld
lende personen
de Patenten dor
10 cents per stul
Alkmaar,
16 December 1874
BURGEMEEi
Gelet op de bi
en het behande
6 Maart 1872
Roepen bij de;
a. in den loop va
b. zich tusschen
1 Eebruarij 18
om zich in Janui
te doen inschrijvi
secretarie der ge
van iedere week, v
Zij herinneren
Verzuim dier
gevolge heeft.
Alkmaar,
18 Dec. 1874.
HELENA HI
ter gemeente-sec
De correspond
per stoomschip
uiterlijk ten 5 u.
Lijst van briev
verzonden gedun
F. Schutz, P.
Zageui, Amsterd;
sterdam; A. W.
Mos, Haarlem; I
Van de H
Broek op Lang
Hoogwoud: P.
Schermerhorn
Rijksdag. Den 1 Dec. is de geheele begrooting der Rijks
kanselarij, met het daarin uitgetrokken bedrag voor de nieuwe
afdeeling „justitie", welke door den heer IVindthorst, als in
breuk makende op de rechten der verschillende Staten, be
streden en door den heer Lasker verdedigd werd, goedgekeurd.
Den 8 is het voorste) van den heer Baumgarten c. s.
om een artikel in de Rijks-constitutie op te nemen, vol
gens hetwelk in eiken Bondsstaat eene gekozen olks-
vertegenwoordiging moet zijn het zoogenaamde Mec-
klenburgsehe constitutie-voorstel aangenomen, na ver
werping van een tegenvoorstel der sociaal-democratische
Afgevaardigden Hasselmann en Reimer om overal Volksverte
genwoordigingen met rechtstreeksche verkiezingen in te voeren.
Het conservatieve centrum en de sociaal-democraten stemden
er tegen. De commissie voor de elzas-lotkaringer begroo
ting en leening werden gekozen en daarin niet minder dan
4 Afgevaardigden uit het Rijksland. De strafvervolging
tegen de sociaal-democratischgezinde Afgevaardigden Reimer
en Hasenclever is gedurende deze zitting geschorst.
Den 4 heeft de beiersehe ultramontaansche Afgevaardigde
Jörg gevraagdhoe het stond met de door de constitutie
ingestelde diplomatieke commissie van den Bondsraad, welke,
onder von-rii+jng van Beieren, geroepen is om toezicht op
de leiding der buitenlandsche aangelegenheden uit te oefenen.
Hij had de medewerking van die commissie bij verscheidene
gelegenheden gemist, o. a. bij de spaansche erkenningskwestie,
ongeveer ter zelfder tijd, dat een „waanzinnige' den aanslag
te Kissingen pleegde. Die medewerking zou den Rijkskan
selier het fiasco bespaard hebben door de weigering van
Ruslandom de regeering te Madrid te erkennen, geleden.
Prins Bismarck antwoordde, dat de duitsche regeeringen vol
komen op de hoogte gehouden worden van de leiding der
buitenlandsche zakendat elk der leden de bijeenroeping der
commissie kan voorstellen, en dat, zoo dit in den laatsten
tijd niet geschied ismen het zeker onnoodig oordeelde.
Met Rusland was men in de beste verstandhouding gebleven,
zonder dat het niet erkennen der spaansche regeering^ daar
aan eenige afbreuk had gedaan. Duitschland eerbiedigdein
dit geval de meening van Rusland dat trouwens weinig ot
niets met Spanje had uittestaan. De moord van kapt. Schmidt
had hem de middelen doen overwegenom de duitsche on
derdanen in den vreemde niet minder veilig te doen zijn dan
engelsche, fransche en americaansche, en het geschikste oor
deelde hij het geven van zedelijken steun aan de eenige ele
menten die in Spanje het staatsgezag vertegenwoordigen.
W&t den „waanzinnige" betrof, het centrum wilde met dien
moordenaar niet te maken hebbenmaar deze klemde zich
er aan vast en had zelf aan Bismarck verklaard dat hij op
hem geschoten had om zich te wreken over de uitvaardiging
der Meiwetten en de bcleediging zijner fractiede centrums
partij van den Rijksdag. Up deze woorden ontstond een
hevig tumult, dat eerst ophield toen de heer W indthorst de
tribune beklom. Deze verweet prins Bismarck, dat hij van
het balcon zijner woning te Kissingen het sein tot een al-
gemeenen aanval tegen het centrum gegeven haden ver
klaarde zijn diepen afschuw voor daden als die van Kullmann.
Bismarck ontkende dat sein gegeven te hebbenmaar hield
vol, dat de opruiende taal der ultramontaansche dagbladpers
Met deze woi
Adriaansz. Leegh
lemmermeer te bo„y*,„„ no nmtvcu um uien „grooien
waterwolf" te temmen. Woensdag 13 April 1870 werd te
Alkmaar een vergadering gehouden van een zeventigtal mannen,
diemet het oog op een ander groot werk van gelijken aard
op een andere indijking en droogmakinghun landgenooten
met dezelfde woorden zouden willen toespreken, Hier goidt
het de Wieringermeerhet gedeelte van de Zuiderzee langs
de noord-oostelijke kust van Noord-Holland, dat ingesloten
wordt wanneer de westelijke punt van het eiland Wieringen
door een dijk wordt verbonden met den daar tegenover lig-
genden Anna Paulownapolder, en van de zuidoostelijke punt
van hetzelfde eiland een dijk wordt gelegd tot even bewesten
de stad Medemblik. Zie hier wat aanleiding gaf tot die
vergadering.
Tien personendoor niemand daartoe benoemd of aange
wezen vereenigden zich uit, eigen beweging tot een commissie
tot onderzoek naar de mogelijkheid eener indijking van de IVie
ringermeer, en vroegen van de daaraan grenzende waterschappen
niets anders dan eenige gelden ter hunner beschikking te
stellen tot bestrijding van de kosten. Door de besturen van
.Westfriesland, WieringerwaardAnna Pauwlownapolder
daden als die van Kullmann uitlokt. De heer Lasker pro
testeerde tegen de pogingen van dr. IVindthorst om de re
geering verdacht te maken, en noemde zulke pogingen een
duitsch Volksvertegenwoordiger onwaardig. Lasker werd tot
de orde geroepen, maar daverend toegejuicht.
De te Berlijn aanwezige Afgevaardigden van Elzas-Lo-
tharingen deden weten, dat zij, met het oog op den toestand
van het Rijkslandgeen deel konden nemen aan de werk
zaamheden der commissie voor de begrooting van dat land.
Van den Rijkskanselier werd een schrijven medegedeeld, in
houdendedat de op de Rijksbegrooting uitgetrokken som
voor een gezantscbapspost bij den H. Stoel, overeenkomstig
een besluik van den Bondsraad, werd ingetrokken.
Den 5 betuigde de heer IVindthorst zijn leedwezen over
dit besluit. Prins Bismarck antwoordde daarop, dat dc Rijks-
regeering geenszins weigert den Paus als het hoofd der ca-
tholieke Kerk te erkennen dit sluit echter niet in, dat een
gezant bij het Vaticaan aangesteld behoort te zijn. Indien
er aanleiding mocht komen om diplomatieke betrekkingen
met de Curie aan te knoopen dan had de Rijksregeering
daartoe een diplomaat te Rome. Op dit oogenblik bestond
daartoe echter geene reden, dewijl de anderhalf jaar geleden
opgewekte verwachtingen niet vervuld waren geworden. Zoo
lang liet hoofd der catholieke Kerk zijn tegenwoordig stand
punt bleef innemen en de geestelijkheid bleef aanzetten om
de wetten van den Staat, waarin zij gevestigd is, niet te
gehoorzamen, zoolang scheen een diplomatiek verkeer tusschen
Duitschland en den Paus overbodig te zijn. De regeering
had rlen strijd niet uitgelokt, hij was reeds vóór 1870 aange
vangen en door den oorlog met Frankrijk slechts aangewakkerd.
Dat Rome hooptedat Frankrijk zou overwinnenwas bekend.
Reeds in 1868 (8 Oct.) had msgr. Miglia toenmaals nuntius
te Munchengezegd „de catholieke Kerk komt alleen in
America, Belgie en Engeland tot haar recht; elders kan ons
niets helpen dan de revoluties [Ook de bisschop van Regens
burg zeide op 22 April 1869 te Schwandorf: „ons kan alleen
een oorlog of eene revolutie helpen"]. Toen het centrum
deze mededeeling in twijfel trokverklaarde de vroegere
wurtembergscne president-minister v. V arnbilhler, dat msgr.
Miglia de bewuste uitdrukking had gebruikt in een gesprek
met den wurtembergschen gezant te Munchen, die daarvan
terstond aan zijnen minister had kennis gegeven. Msgr. Miglia
was sedert door de Curie niet gedesavoueerd, maar tot nun-
cius te Parijs bevorderd.
Den 7 is de begrooting der posterijen, der telegrafie en
der munt goedgekeurd.
Pruisen. Het bestuur der Vereeniging voor lijkenverbran
ding te Berlijn heeft een ontkennend antwoord ontvangen op
hare tot de regeering gerichte vraag, of het verbranden van lij
ken geoorloofd is. Het bestuur wildaar zoodanige ver
branding te Breslau zonder verzet van justitie of policie
heeft plaats gehad, het thans bij de eerste gelegenheid de
beste op eene rechterlijke beslissing der vraag laten aankomen.
De Kuryer Poznanski deelt met blijkbare voldoening mede,
dat reeds verscheidene geestelijken in het bisdom Posen, ten
gevolge van hare bemoeiingen, alle schriftelijk verkeer met
den regeerings-commissaris v. Massenbachdie met het be
heer der kerkelijke goederen belast is, hebben afgebroken.
Bn. v. Nordenflycht is als opperpresident van Silezie op
pensioen gesteldwegens zijne niet genoeg veerkrachtige
houding tegenover de ultramontaansche partij inzonderheid
wat betreft de toepasssing der kerkelijke wetten van Mei
1873 en '74. Hij is "vervangen doorgraaf Arnim-Boyt zenburg.
Wurtemberg. Te Stuttgart is den 2, den jaardag der
overwinning van Villiers-Champagny, in tegenwoordigheid
des Konings en van alle leden van het kon. Huis, met groot
militair praalvertoon het vaandel ingewijd van het 8». bataljon
fuseliers van het 13». legercorps; tevens werden het IJzeren
Kruis en andere onderscheidingsteekenen verleend aan de vaan
dels der troepen, die aan den duitsch-fransehen oorlog hebben
deelgenomen.
Bij de Kamer der Vertegenwoordigers is door 2 leden,
de heeren Lièvre en de Boets een wetsontwerp ingediend,
volgens hetwelk de bloedverwanten die verder zijn dan de
zesde graadniet meer als erfgenamen worden beschouwd.
De kapitein Laliure heeft in een werk, getiteld „Plichten
van den Staf in tijden van oorlog en vrede" gewezen op de
gebreken van den toestand en de organisatie van het leger,
en o. a. beweerd, dat de maatregelen, in 1870 ter handha
ving der neutraliteit genomen, niet voldoende waren. De
schrijver heeft van den minister van oorlog eene berisping
ontvangen, wegens het uitgeven van zijn werk zonder ver
gunning en wegens den toon van sommige bladzijden.
Den 30 Nov. is, nabij Ouessant, gezonken de stoomboot
la Plata, op reis naar Zuid-America, met een telegraafkabel
aan boord. 41 Officieren en manschappen der equipage, en
de electrische staf, bestaande uit 16 personen, zijn verdron
ken. 15 Man hebben zich in de sloep begeven en zijn 24
uren later door de stoomboot Gareloch opgenomen en aan
boord gebracht van de Antenor, die hier te lande is aangeko
men en de tijding heeft medegebracht.
Den 2 zijn in de troonzaal van het gebouw der engelsche
vrijmetselarij te Londen, onder luide toejuichingen de prins
v. IVales tot grootmeester en graaf Carnarvon tot pro-groot
meester uitgeroepen.
Dr. Kenealy, de advocaat van Arthur Orton in het Tich-
borne-procesdie reeds door de orde van advocaten van
Gray's Inn van zijn lidmaatschap was ontzet, is den 2 door
die orde onwaardig verklaard om lid der balie te blijven,
op grond der verregaande lasteringen tegen de rechtersde
jury en de vervolging in dat geding, openbaar gemaakt in
het blad the Englishmanwaarvan hij redacteur is.
De Koningin heeft den 3, op het kasteel van "Windsor,
ten gehoore ontvangen de heeren d'Agiout er graaf Serru-
rier, dieals vertegenwoordigers eener commissiehaar 4
lijvige prachtig gebonden boekdeelen kwamen aanbieden
inhoudende adressen van fransche stedentot dankbetuiging
aan de engelsche natie voor de dienstenaan de zieken en
gewonden gedurende den oorlog van 18701871 bewezen.
De heer Fletcher, rector van S. Martins-college te Oxford,
had den thans in Engeland vertoevenden bisschop van Natal,
dr. Colenso, die in 1863 door den bisschop van Kaapstad
wegens ketterij veroordeeld is, uitgenoodigd, voor hem eene
predikbeurt te vervullen. De bisschop van Oxford zulks
verboden hebbendeheeft de heer Fletcher de preekwelke
dr. Colenso zou gehouden hebben, van zijnen kansel voorge
lezen. De bisschop van Lincoln heeft thans de aartsdekenen
van zijne diocees verzocht hem bij te staan, ten einde de aan
zijne zorg toevertrouwde gemeenten te behoeden voor de
dwaalleer van dr. Colenso.
In de kerken van het r. c. bisdom van Salford is den 6
aangenomen. Voorts werd aangenomen een voorstel van den
Afgevaardigde Proschom als algemeenen leeftijd voor de
meerderjarigheid in het geheele Rijk den 21en geboortedag
vast te stellen.
Den 11 is, bij de tweede lezing der legerbegrooling, de ver
houding van het saksiscbe legercorps tot het duitsche leger
ter spraak gekomen. De tegenzin der meerderheid tegen het
het voortbestaan eener afzonderlijke saksiscbe leger-admini-
stratie gaf zich eerst lucht in het schrappen der voorgestelde
verhooging van de bezoldiging des saksischen ministers van
oorlog met 1500 mark. Daarna kwam het voorstel der com
missie van den Rijksdag te berdeom de begrooting der
pruisische en saksische legercorpsen samen te smelten. Prins
Bismarck ontried de aanneming van dit voorstel; de bestaande
regeling rust op eene overeenkomst tusschen de Koningen van
Pruisen en Saksen, en de Keizer kon niet herroepen wat hij
irv,„i00[([ had ha te komen. De saksers
a soldaten dapper te strijden
landel en uniform. Hij oor-
;rouwen of ontevredenheid in
voorstel daarom liever inge-
rnet 141 tegen 139 st. aan-
L \JL\u JJOCUl"
toegerust ten strijde willen komen en dat, men daarna genoeg
vertrouwen in onze plannen zal stellenom ons te onder
steunen in het tot stand brengen dier groote onderneming."
De onderdeden van het verslag die over de bemaling en
de verkaveling van den nieuwen polder handelenverdienen
vooral de aandacht van het publiek. Hier inzonderheid wor
den de misslagen aangewezen bij vroegere bedijkingen begaan,
de oorzaken Van zooveel misrekening en teleurstelling. Hier
spreekt de ervaring haar wijze lessen. Wat toch was bij
vroegere droogmakingen het geval?
Men begonom de menschen niet van de deelneming af
te schrikkenmet een tamelijk lage raming der kostendie
bij de uitvoering tegenviel. De polder werd ingedijkt en
leeggemalen en het land verkocht. De kooper had nu voor
weinig geld vrij wat land van voldoende, soms zelfs van zeer
roede" kwaliteitmaar de vaarten en bruikbare wegen
(1) Inmiddels weer
land teruggekeerd.
(2) Thans te Amsterdam.
als Hoofd-ingenieur in Noord-Hol
ster gelde weldra ook van de Wieringermeer:
De zon. verwonderd, zag de klei nog brak van baren
En droogde ze af en schonk ze een groenen staatsiekeurs,
Yol bloemen geborduurd, vol loovrenooft en aren.
W. v. d. K.
Be Post heeft vernomen, dat de Keizer na de zitting van
den Rijksdag van den 1L een eigenhandig schrijven aan prins
Bismarck gericht heeft, waarin hij hem voor den ijver dank
zegt, met welken hij zich voor eenige bedreigde posten van
de begrooting voor oorlogde verhoogde soldij der garde
regimenten betreffendein de bres gesteld heeft.
De kanonneerbooten Nautilus en Albatros gaan de spaansche
wateren verlatende eerste vertrekt naar West-lndiede
laatste keert naar Kiel terug.
Rijksdag. Den 9 is bet zoogenaamde mecklenburgsche
constitutie-voorstel met groote meerderheid bij derde lezing
inden dat de oommissiein
wetsontwerpen gesteld zijn
sluiten dezer zitting van den
;ende zal voortzettenen dat
vrijen overtocht op de duitsche
'2400 mark zullen genieten.
:dacteur der Germania, den 11
sn einde de hem wegens een
Lgenisstraf van 1 jaar te on-
den 12 een door leden van
el ingediendstrekkende om
te noodigen, ten spoedigste
vraagof dergelijke arrestatie
gedurende de zittingperiode
elen, waardoor voor bet ver-
Dorkomen. Dit voorstel werd
Is den volgenden dag is ge-
n, als wanneer dr. Friedberg
iedat de gevangenneming
j besluit van het Kammerge-
ister van justitie niet tusschen
erking van verscheidene leden
n Rijksdag nog geen tijd is
nemen, daar de heer Majunke
ammergericht nog in hooger
leraadslagingen verdaagd.
het berlijnscbe stadtgericht
zaak van graaf Arnim. De
reheel met belangstellenden
en verslaggevers van dag-
ïserveerd. In de voorgele
erd hem te laste gelegd
it net hotel der duitsche
verduisterdniet slechts
ir trouw, maar om er ten
;t zijnen plicht als ambte-
i. door diplomatieke onthul-
',ntde weener Presse en de
De voorzitter deelde mede
welke handelen over de door
inflict met de catholieke gees-
sn staatkundige gedragslijn
hebben. De berlijnsche ad-
egdlieid der rechtbank, maar
p grond dat graaf Arnim bij
e bevoegdheid niet betwijfeld
eef graaf Arnim zijne schuld
ijne gedurende de instructie
;erde hij dat hij door zijne
disciplinaire macht van het
ambassadeurs, ontheven was.
geheimraad Köxig en de heer
ale bureau in het dept. van
jen.
den ambassadeur v. Hohenlohe
;n en de daarover gevoerde
;mede een aantal der ver-
enige nog den 3 door graaf
ndere beseheidenreeds om
r mededeeling aan derden
eigendom aangemerkt en
een als vijand des Rijks
sische grenzen gedeponeerd,
kwam een schrijven voor
n^.nim. van 21 Jan. 1874, waarin
laatstgenoemde eene duchtige berisping wordt toegediend
over zijn gemis aan begrip der duitsche staatkunde, gebleken
door zijne herhaalde vraag om instruction aangaande het
streven der fransche regeering naar het herstel der gezant
schappen aan de duitsehe hoven. De posensche advocaat
Vockhorn verklaardedat dit schrijven alles samenvat wat
den beschuldigde recht geeft te beweren, dat deze en derge
lijke stukken zijn persoonlijk eigendom behooren te blijven
en niet in een officieel archief plaats moeten vinden.
Na langdurige gedachtenwisseling tusschen den verdedigd
en het O. M., besloot liet hof geene voorlezing te laten doen
van de door den beschuldigde achtergehouden stukken. Als
getuigen werden gehoord graaf Wesdehlen, raad van legatie,
en de heer Uammerdórfer, beambte bij de kanselarij der am
bassade te Parijs.
Den 11 beeft graaf Arnim met betrekking tot de 3». groep
documenten (de spoorloos verdwenene) te kennen gegeven
dat hij de verblijfplaats van de ontbrekende rescripten, op
slechts enkele na. heeft aangewezen, doch dat hij omtrent
de verblijfplaats der nu bedoelde rapporten niet in staat is
eenige opheldering te geven. Toorts verklaarde hij, dat hij