2 Zevenenzeventigste Jaargang. i 875. No. 6. Sfe Z O N D A G 7 FEBRUARI. san vM m dVffietëcl C5cbccltc Zwarle stippen. A L Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avoud te 7 uren. Prijs per kwartaal f ©,S<5. franco per post f afzonderlijke nommers Cents. Sneven franco aan de Uitgevers IIERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. tk-wjiawifflgiiiiw.T.aaj i mnnm umi .mies; 37C-3EHHKEE5ÜK3H5S SCHULDVORDERINGEN TEN LASTE YAN HET RIJK. De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie NOORDHOLLAND herinnert, alle autoriteiten en een ieder, die daarbij belang heeft, aan de bepalingen der wet van den 8 November 1815 (Stbl. No. 51), en aan den inhoud van art. 29 der wet van den 5 October 1841 (Stbl. No. 40), betreffende de verevening van schuldvorderingen ten laste van het Rijk, met aanmaning'om zoodanige schuldvorderingen zoo spoedig mogelijkimmers vóór ilen eersten Juli aanstaande in te dienen, aangezien aan die wetsbepalingen, zoo nu als in het vervolg, stiptelijk de hand zal worden gehouden. Haarlem, De Commissaris des Konings voornd., den 3 Februari 1875. RÜELL. "NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat, de loting der in het vorige jaar in deze Gemeente voor de Militie ingeschrevenen zal geschieden op Dingsdag, 9 Fe- ruarij aanstaandeten raadhuize der Gemeente Alkmaar. Zij worden mitsdien opgeroepen, om op dien dag, des voormiddags 10 urezich aldaar te bevindenom te loten en opgave tp doen.van de reden van vrijstelling, die zij tep zake van de Militie vermeenen te moeten inbrengen. Indien zij vermeenen vrijstelling te kannen erlangen wegens .broederdienst of op grond van te zijn e e n i g e we t- tige zoon en geen halve broeders hebben, moeten zij zich zieli binnen drie dagen na de loting ter secre tarie vervoegen, om de noodige opgave tc doen en bovendien op Vrijdag, 26 Februarij e.k., des namiddags ten fi ure, in het Raadhuis verschijnen vergezeld van twee bij den Bur gemeester bekende en ter goeder naa.u en faam staande meer derjarige ingezetenen die het vereisphte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te makon getuigschrift ondertee- kenen. Burgemeester en Ik ethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PON1. 20 Januarij 1874. De Secretaris NUHOUT van deb, TEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden de volgende circulaire van Zijne Excellentie den Minister van Binnen landsche Zaken 's Gravenhage25 Januarij 1875. Blijkens mededeeling van mijn ambtgenoot van Oorlog zal op 16 Eebruarij e.k., des middags ten 12 ure, in het open baar worden aanbesteed de levering van remonte-paarden en wel door de lloot'dadministratic van het 1". regiment hussaren te Leiden, 90 stuks. u 2». u n Venlo, 60 u 3f. e u Haarlem, 80 n u 4e. u s e Kfutphen, 110 r regiment veld-artillerie u Utrecht, 140 n u rijdende Amersfoort, 65 u Met toezending van een exemplaar der voorwaarden van aanbestedingwaarin ook thans weder de bepaling is opge nomen dat één derde van de te leveren paarden van inland- sehen oorsprong moet zijnheb ik de eer U te verzoeken dat exemplaar "aan uwe sriffie voor Let publiek Ier inzage te leggen en op de ïiaar Uw igzjen meest.geschikte wijze iloch jcosteloqs voor het Rijk openbaarheid aap de voor genot en aanbesteding te geven, opdat de vereenigingen van landbouw en de inlandsche paardenfokkers en kooplieden in de gelegenheid worden gesteldnaar de levering mede te dingen. De Minister van Binnenlandsche Kaken, voorden Minister, de Secretaris Generaal, HUB RECHT. Burgemeester en IVethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 6 Februarij 1875. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. JACOB KRIJGSMAN wordt verzocht zich ter gemeente secretarie, afdeeling bevolking, aantemelden. Sollicitanten naar de betrekking van 3«. HELPSTER bij het onderwijs in de vrouwelijke handwerken aan de openbare armenschool, waaraan eene jaarwedde van 30,verbonden is, worden verzocht, zich vóór 16 Februari 1875 ter gemeente secretarie aantemelden Heeft Pruisen ia 1866, naar aanleiding van de Luxem- burgsche kwestieeen legerafdeelimr van 36000 man aan onze grenzen samengetrokkenen was dat te wijten aan de houding die de toenmalige Minister van Buitenlaudsclie Zaken, graaf van Zuylen, aanvankelijk in die kwestie bad aangenomen, doch later gelukkig nog in tijds beeft gewijzigd f Onmogelijk antwoordt men, want van zulk een groote troe penmacht hadden wij toch iets moeten bespeuren, over Lu xemburg schreef wei Benedetti op raad van von Bismarck merkwaardige ontwerpen voor tractaten tusschen Frankrijk en Pruisen, maar de Luxemburgsehe kwestie is voor Neder land eerst in 1867 begonnen. „Zeer ten onrechte is overigens aan den oud-Minister eene aan Pruisen vijandige staatkunde toegedicht" schreef dezer dagen de genoemde oud-Minister zelf„liet onderhouden van zeer goede betrekkingen met. Duitsekland beeft steeds in zijne bedoeling gelegen." Wel heeft tijdens het uitbreken van den oorlog van 1866 eene samentrekking van Pruisische Troepen aan onze grenzen plaats gehad, maar „volgens verklaringen der Pruisische Regeering", meldt ons dezelfde oud-Minister, geschiedde dit „tot bewaking jler grenzen tegen den invoer van verdacht' vee." Zijn in 1870 werkelijk van Buitsche zijde maatregelen ge nomen tegen mogelijke handelingen onzerzijds, of beeft men in üuitsehland bij bet uitbreken van den oorlog alleen de voor deze oorlogvoerende mogendheid zeer noodzakelijke vraag over wogen o f het ook li o o d i g kon z ij n, maatregelen te nemen tegen mogelijke handelingen onzerzijds .Zie hier wat daarvan isj wordt ons geantwoordt„Niet van Duitsehe,. maar van Fransclie zijde werd bij onze Regeering aanzoek gedaan om op de reede van Texel een depot van steenkolen te mogen vestigen voor de Fransclie Oostzeevloot. Ons libe raal gouvernement van 1870 weigerde pertinent zulk een in breuk op onze neutraliteit te gedoogen, en verklaarde in geen geval dc vloot op onze kusten te zullen dulden. Des ondanks kruisten Fransclie schepen nabij onze kusten o a. voorbij Scheveningon heen en weder; en ware niet spoedig de ne derlaag van Npèissenborg gevolgd, welligt zou Frankrijk tegen onzen wil zijn voornemen hebben uitgevoerd, waarschijnlijk dan ook Delfzijl hebben bezet. Dat de Duitsehe Regeering van dit een en ander onderrichtaan de zijde van Hanover, te Kleef en in andere garnizoensplaatsen de noodige troepen gereed hield omdes gevorderd tegenover de Fransclien op Nederlandscli grondgebied te kunnen ageerenlaat zich begrijpen, Maar het gouvernement van Pruisen had daarvan noch officieelnoeb officieusnoch zelfs daadwerkelijk doen blijken. Van een Duitsehe bezetting onzer grenzen was alzoo in 1870 geen oogenblik sprake; wel van eenTransche j die door de Nederlandsohe Regeering werd voorkomen." Gij zijt. niet geheel op do hoogte, merkt een derde aan, want inderdaad is in 1870, van hof tot hof, door Pruisen het aanbod gedaan om Nederland te bezetten. Wat van dit alles nu de waarheid, de gelieele waarheid en niets dan de waarheid iswie zal het uitmaken Bij onze Regeering moet liet bekond zijn maar zij zal zich wel niet geroepen achten oiri -de 'gelieele toedracht der zaken openbaar te maken. Wat bp precies is gebeurd en niet ge beurd kan ons ook in zékere mate onverschillig zijn. Wij hebben met de toekomst te doen en niet met het verledenc, dan voor zoover het ons tot waarschuwing en leering kan strekken. Dit nu mogen wjj met volkomen zekerheid aanne men, dat Frankrijk en Pruisen beiden in 1870 hebben moeten overwegen wat er met bet oog op de ligging en den toestand van Nederland zou kunnen gebeuren. Wij moeteu niet vergetendat het vereenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1815 reeds gesticht is in het, belang van den Europeeschep vredeals een krachtige onzijdige staat die tot voormuur tegen Frankrijk zou kunnen dienen. Om dezelfde reden is later, bij de scheiding van de beide deelen van dit nieuwe rijkde onzijdigheid van België door de Europeesche mogendheden gewaarborgd. Bij een oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk mqet Duitsekland zeker zijn dat noch een Fransclie vbotnoek een Fransch leger van Nederlandsehe havens of Nederlandscli grondgebied gebruik kan maken om in liet vijandelijk land re vallen. De oorlogvoerende mogendheden zijn wel verplicht lipt grond gebied der onzijdige ïtaten te eerbiedigen; maar wie zal daarop gerust durven zijn, wanneer in het hachelijk spel der wapenen de kannen van ééne der partijen door schen ding van die onzijdigheid aanmerkelijk zonden verbeteren ja die schending noodzakelijk bleek t,e zijn om met eenige hoop op een goeden uitslag den strijd voort te zetten Wanneer het geldt- te zijn of niet te zijn pleegt men zich door bedenkingen van deze soort niet te laten terughouden. Dan wordt van den nood een deugd gemaakten men schrikt zelfs niet voor ernstiger dingen terug, zoo men slechts de macht heeft om zijn plannen te volvopren en een goede kans om uit den strijd te keeren als overwinnaarwien toch bij slot van rekening alles wel moet worden vergeven, omdat hij de macht beeft om alles t.p nemen. De kleinere staten die onzijdig wenschen te blijven, kunnen daarom ook op het voorrecht van die onzijdigheid geen aanspraak maken dan te gen behoorlijke waarborgen dat zij in staat zijn hun onzij digheid te doen eerbiedigen. Is dit, niet het geval, dan staan zij bij liet uitbreken van een oorlog altijd bloot aan het ge vaar, dat één hunner machtige oorlogvoerende buren beweert: ik ben aan uwe zijde niet veilig; gij kunt niet bfeletten dat mjjn vijand over uw grondgebied in mijn lapd_valten die bewering kan hem inderdaad verplichten op een bezetting van den ouzij- digen staat aan te dringen in bet belang van eigen veiligheid, of hem een voorwendsel aan de hand doen om zioh ontslagen te rekenen van de verplichting tot eerbiediging van liet grond gebied van den onzijdigen staat. Welke gevaren ons daarom bij den oorlog van 1870 hebben bedreigd, is betrekkelijk on verschillig, omdat zeer zeker die gévaren ons bij een volgen den oorlog kunnen bedreigen. En nu mogen wij ons ernstig afvragen of hetgeen onlangs ds KóMsake Keitmig schreef, ook al klinkt het ons onaangenaam in de ooren, niet in hoofd zaak waarheid bevat. „Voor Nederlands onafhankelijkheid" schreef dit blad „is slechts zijn eigen zwakte gevaar lijk. Mocht Nederland in een oorjog tussphen Duitschland en Frankrijk zijn onzijdigheid njet krachtig kunnen verdedi genzoodat Duitschland op de Nederlandsehe grenzen niet behoorlijk gedekt wasdan zon Duitschland in de noodza kelijkheid kunnen komen om, voor zijn eigen zekerheid de Ne derlanden te bezetten' en de Nederlanders zouden zelf de schuld dragen van dit ongeluk. Van een krachtige verdediging der neutraliteit is echter bij der. slechten staat van het leger tot dusverre geen sprake en daarom is de toestand van Neder land ondanks do goede bedoelingen van Duitschlandniet zonder gevaar," Het doet weinig ter zake, of die onvoorwaardelijke uit spraak omtrent den staat van ons leger, die zou beletten dat er van een krachtige verdediging onzer onzijdigheid zelfs maar sprake k am z ij neenigszins of zelfs zeer sterk overdreven moet geacht worden. De middelen onzer verde diging zijn onvoldoendedaarover is men bet thans vrij wel eens. Zou men het eindelijk ook hierover eens kunnen worden, dat Nederland althans in staat moet zijn om bij een mogelijken oorlog tusschen een paar groote mogendheden althans zijn eigen onzijdigheid te handhaven, zoodat geen der oorlogvoerende staten behoeft to vreezen, dat hij door zijn vijand over ons grondgebied zal worden overvallen Men begrijpe toch, dat het niet de vraag is, of wij ons op den duur zonder vreemde hulp bij voorbeeld in een oorlog teg^n Frankrijk of Duitschland kunnen staande houdenmaar of wij onze onzijdigheid behoorlijk kunnen doen eerbiedigen zoodat een oorlogvoerende' mogendheid zich tweemaal zal bedenken eer zij besluit den weg naar liet vijandige land over Nederland te kiezen, of het voorwendsel van eigen on veiligheid aan onze grenzen aangrijpt om ons land te bezetten. Tot zulk een verdediging behooren wij bereid te zijn ons zoo goed mogelijk en zoo spoedig mogelijk in staat te stellen. Als otvi volk dit eenmaal goed begrijpt, mag er nauwelijks aan getwijfeld worden of het zal genoeg vaderlandsliefde voldoende gehechtheid aan onze nationale zelfstandigheid en aan onze Nederlandsehe burgerlijke en staatkundige vrijhe den bezitten, om voor zulk een verdediging zich, des gevor derd, zelfs zware offers te getroostenmaar moge het dan ir. deze zaak slechts niet al te traag van begrip zijn. W. v. d. K. Staten-Generaal. De minister van binn. zaken heeft een geheel gewijzigd ontwerp ingediend tot voorziening tegen hondsdolheid. Als preventieve maatregel wordt voorgeschre ven, dat de honden buiten huizen of erven van een muilkorf moeten voorzien worden. Tegen het moedwillig kwellen pijnigen of mishandelen van honden of katten wordt boete van 5 tot f 25, met of zonder 5 dagen gevangenisstraf bedreigd. Rijks-veldwacht. De jaarwedden zijn met 1°. Jan. ge bracht op f 650, f 550 en f 475, voor de H, 2e. en 3'. kl., eu voor de Rijks-veldwachters belast met het toezicht op de jachten visscherij op 520 en ƒ450, voor de 2e. en 3«. kl. Militaire Zaken. Bij kon. besluit is bij elk der 8 in fanterie-regimenten de stafmuziek weder opgericht. Scheepvaart. De scheepvaart langs Heilevoetsluis is in 1S74, ten gevolge van het toenemend verkeer langs den nieu wen roti erdamscken waterweg naar zeezeer tot schade der plaatselijke welvaart, belangrijk afgenomen. Zoo bedroeg liet aantal binnenvallende schepen in 1873 nog ruim 3200 en bleef liet in 1874 beneden de 2000, en verminderde het aantal naar zee gaande schepen van ruim 1500 tot ruim 700. Te Harlingen zijn in 1874 binnengekomen 734 ^chepen metende 215,460 lonnen, tegen 616 schepen, metende 175,431 tonnen, in 1873, Nijverheid. In de fabriek van den heer G. Stout, te Tiel, wordt thans het duizendste dorschwerktuig vervaardigd. Uitvindingen. Dr. H. Beins te Groningen heeft van de duitsehe regeering de opdraekt-ontvangen om zijne vinding, bestaande in eene eenvoudige en gemakkelijke wijze om kool zuur vloeibaar te makenzoodat in eene kleine ruimte eene groote hoeveelheid arbeidsvermogen kan worden opgehoopt in-toepassing te brengen op de duitsehe marine. Tuinbouw, In bet voorjaar van 1876 zal in bet Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam eene op groote schaal aange legde internationale tentoonstelling van tuinbouw en een tuinbouwkundig congres worden gehoudenop welke ten toonstelling tevens zu'léri toegelaten worden plantaardige producten van de koloniën. De zaak wordt ondernomen door eene reeds in 1872 geconstitueerde talrijke commissie van land- en tuinbouwkundigenversterkt door gedelegeer den van de vereenigingen voor land- en tuinbouw, bloemen cultuur en van de op dat gebied verschijnende bladen en tijdschriften. Het eerste bulletin ligt aan bet bureau dezer courant voor belangstellenden ter inzage. Onderwijs. De gemeenteraad van Delft heeft besloten voortaan slechts eenmaal per jaar nieuwe leerlingen op de openbare schoien toe te laten in plaats van 3 malenen wel voornafnelijk met het oog op het verkrijgen van eene goede klasse-verdeeling. B. en W. van Amsterdam hebben den gemeenteraad voor gesteld, om, nu de oprichting van Rijkswege niet plaats heeft, van gemeentewege eene kweekschool voor de vorming van onderwijzers en onderwijzeressen te stichtenmits de regee ring daaraan een jaarlijksch subsidie verleent ten bedrage van de helft der kosten. De gemeenteraad van Roermonde heeft besloten liet ar tikel der instructie voor de onderwijzers der openbare scholen, waarbij lnm liet schrijven en leveren van artikels voor cou ranten verboden was, te wijzigen in den geest als door den minister van binn. zaken werd gewenscht. Uit do stad Groningen is een door 2300 personen getee- kend adres gericht aan den minister van binn. zakenten gunste van het voortdurend behoud der hoogoschool. Aan de leidsche hoogeschool zijn thans ingeschreven 842 leerlingen (515 in de rechten),- waarvan 88 aan de athenea, seminaria -en elders studeeren. Aan de hoogeschool to Groningen zijn 188 studenten in geschreven. Op een verzoek tot overneming der gemeentelijke hoogere burgerschool te Maastricht door het Rijk is afwijzend be schikt. De orde van hoogleeraren aan het Atheneum Ulustre te Amsterdam heeft een adres aan de 2". Kamer gezonden waarbij verzocht wordt in de wet tot regeling van bet kooger onderwijs eene bepaling te doen opnemendie aan liet Atheneum of de Universiteit van Amsterdamonder nader te bepalen voorwaardenliet recht geeftom op dezelfde wijze en met dezelfde gevolgen als de Rijks-universiteiten examina af te nemen en doctorale diploniata te verieenen. Kerkelijke zaken. Den 2 beeft, te Roermonde op luis terrijke wijze de wijding van den bisschop Claessens plaats gehad. In den uit tal van corporatiën bestaanden stoet wer den opgemerkt de burgemeestermr. Arnoldtsmet zijne medeleden der 2'. kamer, de heeren Lam.brec.hts en de Bie- berstein, de leden van den gemeenteraad, militaire en burger lijke autoriteitenleden der Prov. Staten van Limburg enz. Aanbestedingen. Den 5 té Haarlem door het prov. bestuur van Noordlioiland, bet maken van den bovenbouw eener school en onderwijzerswoning op het eiland Marken, minste inschr. C. Kriller te Scboorl, voor 15U00. Bouwwerken. De gemeenteraad van Dordrecht heeft den 26, op voorstel van B. en W., besloten tot liet stichten van !een nieuw gebouw voor ziekenverplegingwaarvan de kos ten geraamd zijn op f 172,565. Het kasteel Stoutenburg is voor afbraak uit de hand ver kocht aan de heeren Tonissen te Tiel en Koek te Lienden naar men meent voor ongeveer f 23000. Het gemeentebestuur van Noordschar.woudq beeft den 27, zeer in het belaag van den groent.enbouw en handel, besloten om de sluis, die toegang verleent uit bet Geestmerambacht tot de ringvaart, geheel te vernieuwen Thorbecke-Monujient. In het noorden des lands cir culeert een adres aan den Koning, waarin verzocht, wordt ommoet een standbeeld verrijzen voor een mandie de 'invoering der bisschoppelijke hiërarchie hier te lande mogelijk gemaakt en daardoor vele nederlanders gekrenkt heeft, eene stad in Limburg ter plaatsing ervan aan te wijzen. Doorgraving van Holland op zijn Smalst. Den 28 is een engelscke schoener, die te Velsen cement gelost had, door liet Noordzeekanaal onmiddelijk naar zee gegaan. Door de ministers van binn. zaken'en van financiën is op nieuw een schrijven gericht aan B. en W. van Amsterdam, waarbij de regeering zioh bereid verklaart, liet kanaal tus schen "Velsen en de Noordzee-sluizen en buiten die sluizen tot aan de zeehaven te verbreeden tot 35 ellen oo den bodem, terwijl verder van de zijde der regeering erkend wordt, dat de voltooiing van het kanaal eerst volledig kan worden ge acht, wanneer de kanaal-bodem 74 palmen onder den nor malen waterspiegel komt te liggenonder voorwaarde dat de raad van Amsterdam op nieuw het subsidie van 3 miljoen beschikbaar steltals het kanaal zal zijn opgeleverd over eenkomstig het in art. 2 der concessie omschreven plan. Arbeiderskwestie. Den 1 Febr. was op verschillende fabrieken te Almelo aangeplakt, dat zij die tegen afschaf fing der premie en betaling in pruisiscli geld wilden werken, zich onverwijld moesten aanmelden, en dat zij die niet ver schenen de gansehe week geen werk konden bekomen. In één der fabrieken kwamen 2 personen, in de andere niemand. Ten getale van 1000 a 1200 personen trokken de werklie den, zingende: „Hier duldt de grond geen dwinglandij, Waar vrijheid" eeuwen stond" door de stad. Bij een in de Twentsche Courant geplaatst, zeer bezadigd schrijven geven de arbeiders te kennen, niets anders te ver langen dan voor hetzelfde loon te blijven werkenmaar in hollandsch gelddewijl de verwisseling van bet pruisische geld in nederlandsch hun zoo schadelijk is. Een 20tal ingezetenen van Bonte geen fabrikanten hebben besloten om de loonen hunner arbeiders in nederland sehe mnnt te betalen. De arbeiders in de fabriek der heeren Jansen 8f Tilanus te Vriezenveen hebben, na met hunne patroons tot eene schik king gekomen te zijnhet werk hervat. Tooneel. De minister van binn. zaken heeft op bet adres van leden der sociëteit Casino te 's Hertogenboscliover de verboden opvoering van Pariser Leben, geantwoorddat, daargelaten of de beslissing van den waarn. burgemeester ten aanzien der operette juist of onjuist was, de wet geene aanleiding geeft tot de verlangde tussckenkomst der regeering. Gieten. Wijlen mej. de wed. G. MoriaMeekel beeft aan de r. o. kerk en het r. e. armbestuur te Spaarnwonde elk 500 vermaakt. Wijlen de heer 31. Schut te Arnhem heeft aan de herv. diaconie te Schiedam f 2000, aan het blinden-instituut te Amsterdam en aan bet doofstommen-instituut te Rotterdam elk 1000 gelegateerd. Wijlen mevr. Molenaar, geb. Petersen Kobbe, te Baarn beeft aldaar vermaakt aan de herv. diaconie 1000, aan de herv. kerk f 500 en aan de Amalia-bewaarscliool f 250. Eene te Zutfenten bate der armengehouden „fancy fair" heeft zuiver f 2903 opgebracht. Bij den burgemeester van Leiden is van een oud-student der hoogeschool, meester in de rechten, landeigenaar op Java en sinds 1851 aldaar woonachtig (mr. Baud),f 5300 ontvangen, om op 8 Febr., ter gelegenheid van liet derde eeuwfeest dei- academie eene buitengewone uitdeeling in spijs cn drank aan de armen te doen. Namens het syndicaatdat de jongste amsterdamselie pre- mieleening genomen heeft, is aan den burgemeester der stad f 25000 toegezonden, om dit bedrag tot zoodanig doeleinde aan te wenden, als door hem in het belang der gemeente zal worden goedgevonden. Geschenken. Van wege de officieren van het blokkade eskader voor Atcbin zijn aan mevr. TJhlenbeckthans woon achtig te 'sGravenhageeen prachtige gouden medaljon en broelie aangebodenals een blijk van erkentelijkheid voor hare voortdurende toezendingen van ververscliingen aan liet eskader. Rampen. In de avond van den 29 is de onderconducteur van de Holl. Spoorwegmaatschappij v. Musscher, wonende te Amsterdam, tusschen Delft en Schiedam van den trein gevallen, waardoor hij vreeselijk verminkt en om het leven gekomen is. De kaartjes aan de verkeerde zijde ophalende was hij door het portier van een voorbijgaanden trein getroffen. Hij was sedert 4 weken gehuwd. Rechtszaken, fiet. hof' van Overijsel heeft den 26 een begin gemaakt met der zaak contra Wolff en Scheurleer, ex- directeuren der gefailleerde Overijselselie Bank. Aangezien Scheurleer, na driemaal opgeroepen te zijn, niet is verschenen, is hij weerspannig aan de wet verklaard. Tegen Wolff is den 28 door het O. M. gecischt, 15 jaren tuchthuisstraf cn f 100 boete of 14 dagen gevangenisstraf. De Hooge Raad heeft den I Febr. het beroep verworpen van den gewezen boekhouder der stads bank van leening te Zierikzee 31. Rinkier, tegen zijne veroordeeling door het hof van Zeeland.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1875 | | pagina 1