2
Zevenenzeventigste Jaargang.
i 875.
No. 6.
Sfe
Z O N D A G
7 FEBRUARI.
san
vM m
dVffietëcl C5cbccltc
Zwarle stippen.
A L
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avoud te 7 uren. Prijs per kwartaal f ©,S<5. franco per post f
afzonderlijke nommers Cents.
Sneven franco aan de Uitgevers IIERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijblad.
tk-wjiawifflgiiiiw.T.aaj i mnnm umi .mies;
37C-3EHHKEE5ÜK3H5S
SCHULDVORDERINGEN TEN LASTE YAN HET RIJK.
De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie
NOORDHOLLAND herinnert, alle autoriteiten en een ieder,
die daarbij belang heeft, aan de bepalingen der wet van den
8 November 1815 (Stbl. No. 51), en aan den inhoud van
art. 29 der wet van den 5 October 1841 (Stbl. No. 40),
betreffende de verevening van schuldvorderingen ten laste
van het Rijk, met aanmaning'om zoodanige schuldvorderingen
zoo spoedig mogelijkimmers vóór ilen eersten Juli aanstaande
in te dienen, aangezien aan die wetsbepalingen, zoo nu als in
het vervolg, stiptelijk de hand zal worden gehouden.
Haarlem, De Commissaris des Konings voornd.,
den 3 Februari 1875. RÜELL.
"NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat, de loting der in het vorige jaar in deze Gemeente voor
de Militie ingeschrevenen zal geschieden op Dingsdag, 9 Fe-
ruarij aanstaandeten raadhuize der Gemeente Alkmaar.
Zij worden mitsdien opgeroepen, om op dien dag, des
voormiddags 10 urezich aldaar te bevindenom te loten
en opgave tp doen.van de reden van vrijstelling, die zij tep
zake van de Militie vermeenen te moeten inbrengen.
Indien zij vermeenen vrijstelling te kannen erlangen wegens
.broederdienst of op grond van te zijn e e n i g e we t-
tige zoon en geen halve broeders hebben,
moeten zij zich zieli binnen drie dagen na de loting ter secre
tarie vervoegen, om de noodige opgave tc doen en bovendien
op Vrijdag, 26 Februarij e.k., des namiddags ten fi ure, in
het Raadhuis verschijnen vergezeld van twee bij den Bur
gemeester bekende en ter goeder naa.u en faam staande meer
derjarige ingezetenen die het vereisphte getuigenis kunnen
afleggen en het aldaar op te makon getuigschrift ondertee-
kenen. Burgemeester en Ik ethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PON1.
20 Januarij 1874. De Secretaris
NUHOUT van deb, TEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden de
volgende circulaire van Zijne Excellentie den Minister van
Binnen landsche Zaken
's Gravenhage25 Januarij 1875.
Blijkens mededeeling van mijn ambtgenoot van Oorlog zal
op 16 Eebruarij e.k., des middags ten 12 ure, in het open
baar worden aanbesteed de levering van remonte-paarden en
wel door de lloot'dadministratic van
het 1". regiment hussaren te Leiden, 90 stuks.
u 2». u n Venlo, 60
u 3f. e u Haarlem, 80 n
u 4e. u s e Kfutphen, 110
r regiment veld-artillerie u Utrecht, 140
n u rijdende Amersfoort, 65 u
Met toezending van een exemplaar der voorwaarden van
aanbestedingwaarin ook thans weder de bepaling is opge
nomen dat één derde van de te leveren paarden van inland-
sehen oorsprong moet zijnheb ik de eer U te verzoeken
dat exemplaar "aan uwe sriffie voor Let publiek Ier inzage
te leggen en op de ïiaar Uw igzjen meest.geschikte wijze
iloch jcosteloqs voor het Rijk openbaarheid aap de voor
genot en aanbesteding te geven, opdat de vereenigingen van
landbouw en de inlandsche paardenfokkers en kooplieden
in de gelegenheid worden gesteldnaar de levering mede
te dingen. De Minister van Binnenlandsche Kaken,
voorden Minister,
de Secretaris Generaal,
HUB RECHT.
Burgemeester en IVethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
6 Februarij 1875. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
JACOB KRIJGSMAN wordt verzocht zich ter gemeente
secretarie, afdeeling bevolking, aantemelden.
Sollicitanten naar de betrekking van 3«. HELPSTER bij
het onderwijs in de vrouwelijke handwerken aan de openbare
armenschool, waaraan eene jaarwedde van 30,verbonden
is, worden verzocht, zich vóór 16 Februari 1875 ter gemeente
secretarie aantemelden
Heeft Pruisen ia 1866, naar aanleiding van de Luxem-
burgsche kwestieeen legerafdeelimr van 36000 man aan
onze grenzen samengetrokkenen was dat te wijten aan de
houding die de toenmalige Minister van Buitenlaudsclie
Zaken, graaf van Zuylen, aanvankelijk in die kwestie bad
aangenomen, doch later gelukkig nog in tijds beeft gewijzigd f
Onmogelijk antwoordt men, want van zulk een groote troe
penmacht hadden wij toch iets moeten bespeuren, over Lu
xemburg schreef wei Benedetti op raad van von Bismarck
merkwaardige ontwerpen voor tractaten tusschen Frankrijk
en Pruisen, maar de Luxemburgsehe kwestie is voor Neder
land eerst in 1867 begonnen. „Zeer ten onrechte is overigens
aan den oud-Minister eene aan Pruisen vijandige staatkunde
toegedicht" schreef dezer dagen de genoemde oud-Minister
zelf„liet onderhouden van zeer goede betrekkingen met.
Duitsekland beeft steeds in zijne bedoeling gelegen." Wel
heeft tijdens het uitbreken van den oorlog van 1866 eene
samentrekking van Pruisische Troepen aan onze grenzen plaats
gehad, maar „volgens verklaringen der Pruisische Regeering",
meldt ons dezelfde oud-Minister, geschiedde dit „tot bewaking
jler grenzen tegen den invoer van verdacht' vee."
Zijn in 1870 werkelijk van Buitsche zijde maatregelen ge
nomen tegen mogelijke handelingen onzerzijds, of beeft men
in üuitsehland bij bet uitbreken van den oorlog alleen de voor
deze oorlogvoerende mogendheid zeer noodzakelijke vraag over
wogen o f het ook li o o d i g kon z ij n, maatregelen
te nemen tegen mogelijke handelingen onzerzijds .Zie hier
wat daarvan isj wordt ons geantwoordt„Niet van Duitsehe,.
maar van Fransclie zijde werd bij onze Regeering aanzoek
gedaan om op de reede van Texel een depot van steenkolen
te mogen vestigen voor de Fransclie Oostzeevloot. Ons libe
raal gouvernement van 1870 weigerde pertinent zulk een in
breuk op onze neutraliteit te gedoogen, en verklaarde in geen
geval dc vloot op onze kusten te zullen dulden. Des ondanks
kruisten Fransclie schepen nabij onze kusten o a. voorbij
Scheveningon heen en weder; en ware niet spoedig de ne
derlaag van Npèissenborg gevolgd, welligt zou Frankrijk tegen
onzen wil zijn voornemen hebben uitgevoerd, waarschijnlijk
dan ook Delfzijl hebben bezet. Dat de Duitsehe Regeering
van dit een en ander onderrichtaan de zijde van Hanover,
te Kleef en in andere garnizoensplaatsen de noodige troepen
gereed hield omdes gevorderd tegenover de Fransclien
op Nederlandscli grondgebied te kunnen ageerenlaat zich
begrijpen, Maar het gouvernement van Pruisen had daarvan
noch officieelnoeb officieusnoch zelfs daadwerkelijk doen
blijken. Van een Duitsehe bezetting onzer grenzen was
alzoo in 1870 geen oogenblik sprake; wel van eenTransche j
die door de Nederlandsohe Regeering werd voorkomen."
Gij zijt. niet geheel op do hoogte, merkt een derde aan,
want inderdaad is in 1870, van hof tot hof, door Pruisen
het aanbod gedaan om Nederland te bezetten.
Wat van dit alles nu de waarheid, de gelieele waarheid
en niets dan de waarheid iswie zal het uitmaken Bij
onze Regeering moet liet bekond zijn maar zij zal zich wel
niet geroepen achten oiri -de 'gelieele toedracht der zaken
openbaar te maken. Wat bp precies is gebeurd en niet ge
beurd kan ons ook in zékere mate onverschillig zijn. Wij
hebben met de toekomst te doen en niet met het verledenc,
dan voor zoover het ons tot waarschuwing en leering kan
strekken. Dit nu mogen wjj met volkomen zekerheid aanne
men, dat Frankrijk en Pruisen beiden in 1870 hebben
moeten overwegen wat er met bet oog op de ligging en
den toestand van Nederland zou kunnen gebeuren. Wij
moeteu niet vergetendat het vereenigd Koninkrijk der
Nederlanden in 1815 reeds gesticht is in het, belang van
den Europeeschep vredeals een krachtige onzijdige staat
die tot voormuur tegen Frankrijk zou kunnen dienen. Om
dezelfde reden is later, bij de scheiding van de beide deelen
van dit nieuwe rijkde onzijdigheid van België door de
Europeesche mogendheden gewaarborgd. Bij een oorlog
tusschen Duitschland en Frankrijk mqet Duitsekland zeker
zijn dat noch een Fransclie vbotnoek een Fransch leger
van Nederlandsehe havens of Nederlandscli grondgebied
gebruik kan maken om in liet vijandelijk land re vallen. De
oorlogvoerende mogendheden zijn wel verplicht lipt grond
gebied der onzijdige ïtaten te eerbiedigen; maar wie zal
daarop gerust durven zijn, wanneer in het hachelijk spel
der wapenen de kannen van ééne der partijen door schen
ding van die onzijdigheid aanmerkelijk zonden verbeteren
ja die schending noodzakelijk bleek t,e zijn om met eenige
hoop op een goeden uitslag den strijd voort te zetten
Wanneer het geldt- te zijn of niet te zijn pleegt men zich
door bedenkingen van deze soort niet te laten terughouden.
Dan wordt van den nood een deugd gemaakten men
schrikt zelfs niet voor ernstiger dingen terug, zoo men slechts
de macht heeft om zijn plannen te volvopren en een goede
kans om uit den strijd te keeren als overwinnaarwien toch
bij slot van rekening alles wel moet worden vergeven, omdat
hij de macht beeft om alles t.p nemen. De kleinere staten
die onzijdig wenschen te blijven, kunnen daarom ook op het
voorrecht van die onzijdigheid geen aanspraak maken dan te
gen behoorlijke waarborgen dat zij in staat zijn hun onzij
digheid te doen eerbiedigen. Is dit, niet het geval, dan staan
zij bij liet uitbreken van een oorlog altijd bloot aan het ge
vaar, dat één hunner machtige oorlogvoerende buren beweert:
ik ben aan uwe zijde niet veilig; gij kunt niet bfeletten dat mjjn
vijand over uw grondgebied in mijn lapd_valten die bewering
kan hem inderdaad verplichten op een bezetting van den ouzij-
digen staat aan te dringen in bet belang van eigen veiligheid,
of hem een voorwendsel aan de hand doen om zioh ontslagen
te rekenen van de verplichting tot eerbiediging van liet grond
gebied van den onzijdigen staat. Welke gevaren ons daarom
bij den oorlog van 1870 hebben bedreigd, is betrekkelijk on
verschillig, omdat zeer zeker die gévaren ons bij een volgen
den oorlog kunnen bedreigen. En nu mogen wij ons ernstig
afvragen of hetgeen onlangs ds KóMsake Keitmig schreef,
ook al klinkt het ons onaangenaam in de ooren, niet in hoofd
zaak waarheid bevat. „Voor Nederlands onafhankelijkheid"
schreef dit blad „is slechts zijn eigen zwakte gevaar
lijk. Mocht Nederland in een oorjog tussphen Duitschland
en Frankrijk zijn onzijdigheid njet krachtig kunnen verdedi
genzoodat Duitschland op de Nederlandsehe grenzen niet
behoorlijk gedekt wasdan zon Duitschland in de noodza
kelijkheid kunnen komen om, voor zijn eigen zekerheid de Ne
derlanden te bezetten' en de Nederlanders zouden zelf de
schuld dragen van dit ongeluk. Van een krachtige verdediging
der neutraliteit is echter bij der. slechten staat van het leger
tot dusverre geen sprake en daarom is de toestand van Neder
land ondanks do goede bedoelingen van Duitschlandniet
zonder gevaar,"
Het doet weinig ter zake, of die onvoorwaardelijke uit
spraak omtrent den staat van ons leger, die zou beletten dat
er van een krachtige verdediging onzer onzijdigheid zelfs
maar sprake k am z ij neenigszins of zelfs zeer sterk
overdreven moet geacht worden. De middelen onzer verde
diging zijn onvoldoendedaarover is men bet thans vrij
wel eens. Zou men het eindelijk ook hierover eens kunnen
worden, dat Nederland althans in staat moet zijn om bij een
mogelijken oorlog tusschen een paar groote mogendheden
althans zijn eigen onzijdigheid te handhaven, zoodat geen der
oorlogvoerende staten behoeft to vreezen, dat hij door zijn
vijand over ons grondgebied zal worden overvallen Men
begrijpe toch, dat het niet de vraag is, of wij ons op den
duur zonder vreemde hulp bij voorbeeld in een oorlog teg^n
Frankrijk of Duitschland kunnen staande houdenmaar of
wij onze onzijdigheid behoorlijk kunnen doen eerbiedigen
zoodat een oorlogvoerende' mogendheid zich tweemaal zal
bedenken eer zij besluit den weg naar liet vijandige land
over Nederland te kiezen, of het voorwendsel van eigen on
veiligheid aan onze grenzen aangrijpt om ons land te bezetten.
Tot zulk een verdediging behooren wij bereid te zijn ons
zoo goed mogelijk en zoo spoedig mogelijk in staat te stellen.
Als otvi volk dit eenmaal goed begrijpt, mag er nauwelijks
aan getwijfeld worden of het zal genoeg vaderlandsliefde
voldoende gehechtheid aan onze nationale zelfstandigheid en
aan onze Nederlandsehe burgerlijke en staatkundige vrijhe
den bezitten, om voor zulk een verdediging zich, des gevor
derd, zelfs zware offers te getroostenmaar moge het dan
ir. deze zaak slechts niet al te traag van begrip zijn.
W. v. d. K.
Staten-Generaal. De minister van binn. zaken heeft een
geheel gewijzigd ontwerp ingediend tot voorziening tegen
hondsdolheid. Als preventieve maatregel wordt voorgeschre
ven, dat de honden buiten huizen of erven van een muilkorf
moeten voorzien worden. Tegen het moedwillig kwellen
pijnigen of mishandelen van honden of katten wordt boete
van 5 tot f 25, met of zonder 5 dagen gevangenisstraf
bedreigd.
Rijks-veldwacht. De jaarwedden zijn met 1°. Jan. ge
bracht op f 650, f 550 en f 475, voor de H, 2e. en 3'. kl.,
eu voor de Rijks-veldwachters belast met het toezicht op de
jachten visscherij op 520 en ƒ450, voor de 2e. en 3«. kl.
Militaire Zaken. Bij kon. besluit is bij elk der 8 in
fanterie-regimenten de stafmuziek weder opgericht.
Scheepvaart. De scheepvaart langs Heilevoetsluis is in
1S74, ten gevolge van het toenemend verkeer langs den nieu
wen roti erdamscken waterweg naar zeezeer tot schade der
plaatselijke welvaart, belangrijk afgenomen. Zoo bedroeg liet
aantal binnenvallende schepen in 1873 nog ruim 3200 en
bleef liet in 1874 beneden de 2000, en verminderde het
aantal naar zee gaande schepen van ruim 1500 tot ruim 700.
Te Harlingen zijn in 1874 binnengekomen 734 ^chepen
metende 215,460 lonnen, tegen 616 schepen, metende 175,431
tonnen, in 1873,
Nijverheid. In de fabriek van den heer G. Stout, te Tiel,
wordt thans het duizendste dorschwerktuig vervaardigd.
Uitvindingen. Dr. H. Beins te Groningen heeft van de
duitsehe regeering de opdraekt-ontvangen om zijne vinding,
bestaande in eene eenvoudige en gemakkelijke wijze om kool
zuur vloeibaar te makenzoodat in eene kleine ruimte eene
groote hoeveelheid arbeidsvermogen kan worden opgehoopt
in-toepassing te brengen op de duitsehe marine.
Tuinbouw, In bet voorjaar van 1876 zal in bet Paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam eene op groote schaal aange
legde internationale tentoonstelling van tuinbouw en een
tuinbouwkundig congres worden gehoudenop welke ten
toonstelling tevens zu'léri toegelaten worden plantaardige
producten van de koloniën. De zaak wordt ondernomen
door eene reeds in 1872 geconstitueerde talrijke commissie
van land- en tuinbouwkundigenversterkt door gedelegeer
den van de vereenigingen voor land- en tuinbouw, bloemen
cultuur en van de op dat gebied verschijnende bladen en
tijdschriften. Het eerste bulletin ligt aan bet bureau dezer
courant voor belangstellenden ter inzage.
Onderwijs. De gemeenteraad van Delft heeft besloten
voortaan slechts eenmaal per jaar nieuwe leerlingen op de
openbare schoien toe te laten in plaats van 3 malenen
wel voornafnelijk met het oog op het verkrijgen van eene
goede klasse-verdeeling.
B. en W. van Amsterdam hebben den gemeenteraad voor
gesteld, om, nu de oprichting van Rijkswege niet plaats heeft,
van gemeentewege eene kweekschool voor de vorming van
onderwijzers en onderwijzeressen te stichtenmits de regee
ring daaraan een jaarlijksch subsidie verleent ten bedrage
van de helft der kosten.
De gemeenteraad van Roermonde heeft besloten liet ar
tikel der instructie voor de onderwijzers der openbare scholen,
waarbij lnm liet schrijven en leveren van artikels voor cou
ranten verboden was, te wijzigen in den geest als door den
minister van binn. zaken werd gewenscht.
Uit do stad Groningen is een door 2300 personen getee-
kend adres gericht aan den minister van binn. zakenten
gunste van het voortdurend behoud der hoogoschool.
Aan de leidsche hoogeschool zijn thans ingeschreven 842
leerlingen (515 in de rechten),- waarvan 88 aan de athenea,
seminaria -en elders studeeren.
Aan de hoogeschool to Groningen zijn 188 studenten in
geschreven.
Op een verzoek tot overneming der gemeentelijke hoogere
burgerschool te Maastricht door het Rijk is afwijzend be
schikt.
De orde van hoogleeraren aan het Atheneum Ulustre te
Amsterdam heeft een adres aan de 2". Kamer gezonden
waarbij verzocht wordt in de wet tot regeling van bet kooger
onderwijs eene bepaling te doen opnemendie aan liet
Atheneum of de Universiteit van Amsterdamonder nader
te bepalen voorwaardenliet recht geeftom op dezelfde
wijze en met dezelfde gevolgen als de Rijks-universiteiten
examina af te nemen en doctorale diploniata te verieenen.
Kerkelijke zaken. Den 2 beeft, te Roermonde op luis
terrijke wijze de wijding van den bisschop Claessens plaats
gehad. In den uit tal van corporatiën bestaanden stoet wer
den opgemerkt de burgemeestermr. Arnoldtsmet zijne
medeleden der 2'. kamer, de heeren Lam.brec.hts en de Bie-
berstein, de leden van den gemeenteraad, militaire en burger
lijke autoriteitenleden der Prov. Staten van Limburg enz.
Aanbestedingen. Den 5 té Haarlem door het prov.
bestuur van Noordlioiland, bet maken van den bovenbouw
eener school en onderwijzerswoning op het eiland Marken,
minste inschr. C. Kriller te Scboorl, voor 15U00.
Bouwwerken. De gemeenteraad van Dordrecht heeft den
26, op voorstel van B. en W., besloten tot liet stichten van
!een nieuw gebouw voor ziekenverplegingwaarvan de kos
ten geraamd zijn op f 172,565.
Het kasteel Stoutenburg is voor afbraak uit de hand ver
kocht aan de heeren Tonissen te Tiel en Koek te Lienden
naar men meent voor ongeveer f 23000.
Het gemeentebestuur van Noordschar.woudq beeft den 27,
zeer in het belaag van den groent.enbouw en handel, besloten
om de sluis, die toegang verleent uit bet Geestmerambacht
tot de ringvaart, geheel te vernieuwen
Thorbecke-Monujient. In het noorden des lands cir
culeert een adres aan den Koning, waarin verzocht, wordt
ommoet een standbeeld verrijzen voor een mandie de
'invoering der bisschoppelijke hiërarchie hier te lande mogelijk
gemaakt en daardoor vele nederlanders gekrenkt heeft, eene
stad in Limburg ter plaatsing ervan aan te wijzen.
Doorgraving van Holland op zijn Smalst. Den 28
is een engelscke schoener, die te Velsen cement gelost had,
door liet Noordzeekanaal onmiddelijk naar zee gegaan.
Door de ministers van binn. zaken'en van financiën is op
nieuw een schrijven gericht aan B. en W. van Amsterdam,
waarbij de regeering zioh bereid verklaart, liet kanaal tus
schen "Velsen en de Noordzee-sluizen en buiten die sluizen
tot aan de zeehaven te verbreeden tot 35 ellen oo den bodem,
terwijl verder van de zijde der regeering erkend wordt, dat
de voltooiing van het kanaal eerst volledig kan worden ge
acht, wanneer de kanaal-bodem 74 palmen onder den nor
malen waterspiegel komt te liggenonder voorwaarde dat
de raad van Amsterdam op nieuw het subsidie van 3 miljoen
beschikbaar steltals het kanaal zal zijn opgeleverd over
eenkomstig het in art. 2 der concessie omschreven plan.
Arbeiderskwestie. Den 1 Febr. was op verschillende
fabrieken te Almelo aangeplakt, dat zij die tegen afschaf
fing der premie en betaling in pruisiscli geld wilden werken,
zich onverwijld moesten aanmelden, en dat zij die niet ver
schenen de gansehe week geen werk konden bekomen. In
één der fabrieken kwamen 2 personen, in de andere niemand.
Ten getale van 1000 a 1200 personen trokken de werklie
den, zingende: „Hier duldt de grond geen dwinglandij,
Waar vrijheid" eeuwen stond" door de stad.
Bij een in de Twentsche Courant geplaatst, zeer bezadigd
schrijven geven de arbeiders te kennen, niets anders te ver
langen dan voor hetzelfde loon te blijven werkenmaar in
hollandsch gelddewijl de verwisseling van bet pruisische
geld in nederlandsch hun zoo schadelijk is.
Een 20tal ingezetenen van Bonte geen fabrikanten
hebben besloten om de loonen hunner arbeiders in nederland
sehe mnnt te betalen.
De arbeiders in de fabriek der heeren Jansen 8f Tilanus te
Vriezenveen hebben, na met hunne patroons tot eene schik
king gekomen te zijnhet werk hervat.
Tooneel. De minister van binn. zaken heeft op bet adres
van leden der sociëteit Casino te 's Hertogenboscliover
de verboden opvoering van Pariser Leben, geantwoorddat,
daargelaten of de beslissing van den waarn. burgemeester
ten aanzien der operette juist of onjuist was, de wet geene
aanleiding geeft tot de verlangde tussckenkomst der regeering.
Gieten. Wijlen mej. de wed. G. MoriaMeekel beeft
aan de r. o. kerk en het r. e. armbestuur te Spaarnwonde
elk 500 vermaakt.
Wijlen de heer 31. Schut te Arnhem heeft aan de herv.
diaconie te Schiedam f 2000, aan het blinden-instituut te
Amsterdam en aan bet doofstommen-instituut te Rotterdam
elk 1000 gelegateerd.
Wijlen mevr. Molenaar, geb. Petersen Kobbe, te Baarn
beeft aldaar vermaakt aan de herv. diaconie 1000, aan de
herv. kerk f 500 en aan de Amalia-bewaarscliool f 250.
Eene te Zutfenten bate der armengehouden „fancy
fair" heeft zuiver f 2903 opgebracht.
Bij den burgemeester van Leiden is van een oud-student
der hoogeschool, meester in de rechten, landeigenaar op Java
en sinds 1851 aldaar woonachtig (mr. Baud),f 5300 ontvangen,
om op 8 Febr., ter gelegenheid van liet derde eeuwfeest dei-
academie eene buitengewone uitdeeling in spijs cn drank
aan de armen te doen.
Namens het syndicaatdat de jongste amsterdamselie pre-
mieleening genomen heeft, is aan den burgemeester der stad
f 25000 toegezonden, om dit bedrag tot zoodanig doeleinde
aan te wenden, als door hem in het belang der gemeente
zal worden goedgevonden.
Geschenken. Van wege de officieren van het blokkade
eskader voor Atcbin zijn aan mevr. TJhlenbeckthans woon
achtig te 'sGravenhageeen prachtige gouden medaljon en
broelie aangebodenals een blijk van erkentelijkheid voor
hare voortdurende toezendingen van ververscliingen aan liet
eskader.
Rampen. In de avond van den 29 is de onderconducteur
van de Holl. Spoorwegmaatschappij v. Musscher, wonende te
Amsterdam, tusschen Delft en Schiedam van den trein gevallen,
waardoor hij vreeselijk verminkt en om het leven gekomen
is. De kaartjes aan de verkeerde zijde ophalende was hij
door het portier van een voorbijgaanden trein getroffen. Hij
was sedert 4 weken gehuwd.
Rechtszaken, fiet. hof' van Overijsel heeft den 26 een
begin gemaakt met der zaak contra Wolff en Scheurleer, ex-
directeuren der gefailleerde Overijselselie Bank. Aangezien
Scheurleer, na driemaal opgeroepen te zijn, niet is verschenen,
is hij weerspannig aan de wet verklaard. Tegen Wolff is
den 28 door het O. M. gecischt, 15 jaren tuchthuisstraf cn
f 100 boete of 14 dagen gevangenisstraf.
De Hooge Raad heeft den I Febr. het beroep verworpen
van den gewezen boekhouder der stads bank van leening te
Zierikzee 31. Rinkier, tegen zijne veroordeeling door het hof
van Zeeland.