m. 8,
Zevenenzeventigste
Jaargang.
1875.
Z O i) A G
(Dfftciccl (Qcbccïtc.
SCHULDVORDERINGEN TEN LASTE VAN HET RIJK.
Vaderlandlievend zelfbedwang.
idcclijfcschc ficrichten
Ittuitschland.
0<wilenr|]k-Sloii£arj|c.
Blalie.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal franco per post f 0,80,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Uneven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
De COMMISSARIS des KONINGS in de provincie
NOORDROLLAND herinnert alle autoriteiten en een ieder,
die daarbij belang heeft, aan de bepalingen der wet, van den
8 November 1815 (Stbl. No. 51), en aan den inhoud van
art. 29 der wet van den 5 October 1841 (Stbl. No. 40),
betreffende de verevening van schuldvorderingen ten laste
van het Rijk, met aanmaning om zoodanige schuldvorderingen
zoo spoedig mogelijkimmers vóór den eersten Juli aanstaande
in te dienen, aangezien aan. die wetsbepalingen, zoo nu als in
het vervolg, stiptelijk de hand zal worden gehouden.
Haarlem, De Commissaris des Konings voornd.,
den 3 Februari 1875. R E L L.
"BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat in den loop dezer maand de gelegenheid bestaat om
als vrijwilliger bij de mili'.ie optetreden voor manschapoen
die ongehuwd, kinderloos weduwnaar, ingezeten en ligcha-
melijk geschikt, op 1 Januarij j 1. liet 20' jaar ingetreden
en het 35' niet volbragt hebben en voldaan hebben aan hunne
eigen militaire verpligtingen, aan welke optreding is verbonden
eene gratificatie van 50,—.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
15 February 1875. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
Ter gemeente-secretarie is tegen betaling van 5 cents ver
krijgbaar het gemeenteblad No. 21, houdende de wijziging
der verordening omtrent de bewaarplaatsen voor petroleum.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR herinnert de
belanghebbenden, dat hij op Vrijdag 26 February aanstaande,
's namiddags ten 6 ure, zitting zal houden ten raaaliuize
dezer gemeente, tot, het ontvangen der getuigen voor broe-
derdienst en eenigen zoon.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
20 Februarij 1875. A. MACLAINE PONT.
POLITIE.
Ter terugbekornmg aan het commissariaat van politie voor
banden het navolgende gevondenealseen sleuteleen
portemomaie met eenige centen.
Vei der zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een
schildpadden sigarenkoker.
Stipte onzijdigheid in de geschillen onzer buren vooral
wanneer die hun oorsprong vinden in godsdienstige of ker
kelijke kwestiënpast onzen staat. Daarover schijnen de
verstandige lieden van elke parti] en van elke richting
het eens te zijnofschoon zij aan den anderen kant
zullen erkennendat er niettemin gevallen denkbaar en
mogelijk zijn waarin zoowel plicht en eer als welbe
grepen eigenbelang ons zouden gebieden partij te kie
zen. Evenzeer als Nederland) goed en verstandig heeft
gehandeld met in 1813 tegen den Fransohen Keizer op te
staan en niet rustig te wachten op de overwinningen der ge
allieerdenom de beschikking over zijn lot uit hunne handen
te ontvangen evenzeer als Nederland om allerlei redenen
verplicht was zijn vlag bij Q,uat,re-bras en Waterloo te toonen,
evenzeer zouden zich op nieuw omstandigheden kunnen
voordoenwaarin het ons zou passen in bondgenootschap
met andere staten oorlog te voerenzonder dat wij recht
streeks werden aangevallen. Maar de mogelijkheid van zeer
buitengewone omstandigheden, waarin het om de vrijheid der
volken in het algemeen te doen isbelet niet als regel aan
te nemen, dat onzijdigheid de voor ons aangewezen verhou
ding is bij de geschillen onzer buren.
Voor die onzijdigheid, blijkbaar in onze openbare daden
en woordenmoet de Regeering waken. Op haar rust de
dure plichtnoch in onze betrekkingen met vreemde mo
gendhedennoch in onze binnenlandsche staatkunde, eenig
blijk te geven van een partijkiezen aan deze of gene zijde.
De schijn zelfs van partijdigheid moet vermeden worden.
Maar hebben ambtelooze burgers in dit opzicht ook plichten
te vervullen? Behoort ook de natie in haar vrije gedachten-
uiting zich den regel der neutraliteit op te leggen Geldt
die regel ook voor de pers Het spreekt van zelfdat de
burger, die alleen voor zich spreekt en zijn persoonlijk ge
voelen uitdruktop een veel vrijer standpunt staat dan de
Regeering die den Staat vertegenwoordigt, dan de volks
vertegenwoordiger zelfswiens stem een deel uitmaakt van
het wettig orgaan der natie, en dit officieel karakter, tegen
over vreemde Staten vooral, moeilijk geheel kan verloochenen.
In Nederland, waar vrijheid van gedachten niet alleen, maar
ook van openbaring van gedachten, van spreken eu schrijven
inheemsch isbehoort ook het recht erkend te worden om
zijn oordeel uit te spreken over de handelingen van vreemde
mogendheden, over haar openlijke of geheime drijfveeren
over de beginselen van staatsrecht en volkenrecht die zij ver
kondigen of in praktijk brengen, over hetgeen recht of onrecht
genoemd moet worden in de onderlinge verhoudingen en
'handelingen der volken. Is dat recht onbegrensd? De vraag
is van belangomdat die vrijheid van spreken gevaarlijk kan
zijn voor den staat. Wanneer toch veel gelezen dagbladen,
dieomdat zij veel lezers vmdenmet recht beschouwd
kunnen worden als organen van de openbare meeningzich
voortdurend op bijzonder vijandigen toon tegenover de eene
of andere vreemde natie of haar regeering uitlaten, dan kan
het wel niet anders, of, hetzij die natiehetzij die regeering,
zal allengs ons volk gaan aanmerken als een geheimen vijand,
dien menin geval van een oorlog met een gunstiger aan
geschreven nabuur, niet kan vertrouwen, tegen wien alzoo in
dat geval voorzorgsmaatregelen genomen bekooren te worden,
en die men daarom best doet maar aanstonds bij voorraad
onschadelijk te maken. Onderling mistrouwen tusschen twee
volken kan altijd gevaarlijk worden, en in gevallen van crisis,
van opgewekte nationale geestdrift en ontvlamde hartstocht
tot zeer onaangename eu nadeelige verwikkelingen tot het,
nemen van kostbare- militaire voorzorgen en zelfs tot een
vredebreuk leiden. De 'Regeering kan wel niet aansprakelijk
gesteld worden voor de woorden van een particulier persoon
of een dagbladmaar de gezindheid der Regeering zal in
den regel beoordeeld worden naar een sterk sprekende ge
zindheid onder het volk.
Gelukkig is de leer der vrijheid van drukpers allengs zoo
algemeen erkend geworden dat, een dagblad-artikel of een
openbaar gemaakt particulier gevoelenhoe vijandig of on
aangenaam ook voor een ander volk of zijn regeeringon
zen staat niet aanstonds in gevaar zal brengen. Toch kun
nen dergelijke vrije gedachten-uitingen van de burgers aan
de reueering van een land veel onaangenaamheden en groo-
ten last veroorzaken. Laat ons niet vergeten dat nog in
1851 België is genoodzaakt geweest voor den aandrang der
Fransche regeering te bukken en bij de wet, straffen te be
palen tegen hoon en beleediging van den President der
Fransche republiek, later Keizer Napoleon III. Vergeten
wij evenmindat bij ons nog altijd een vrij strenge wet van
1816 geldt, waarbij wordt overwogen, „dat zij, welke
vreemde mogendheden beleedigen zich voornamelijk aan de
maatschappij tot welke zij behoorenverantwoordelijk stel
len dat m de nog bestaande wetgeving geene genoegzame
voorzieningen aangetroffen worden tegen het- misbruikdat
te dozen van de vrijheid der drukpers kan worden ge
maakt," eu op dien grond een geldboete van 500, en
bij herhaling van het misdrijf eei gevangenisstraf van één
tot drie jaren wordt be< reigd tegen hen „die in hunne ge
schriften vreemde Souvereinen of Vorsten en hun personeel
karakter hoonen of beleedigen de weltigheid van hun geslacht
en regeering tegenspreken of in twijfel trekkenof hunne
daden met honende of in beleedigende woorden berispen."
Kan de schrijver niet worden aangewezen dan valt de straf
op de drukkers, uitgevers en boekverkoopers, met intrekking
daarenboven van hun patent en verbod om gedurende drie
jaren, en bij herhaling van het. misdrijf gedurende zes jaren,
eenig werk te mogen uitgeven of drukken. Uitdrukkelijk
wordt voorts bepaald, dat het noch aan de schrijvers of
redacteursnoch aan de drukkersuitgevers of boekverkoo
pers tot eenige verschooning of verzacht ing zal kunnen strek
ken dat de stukken of artikelenwaarvoor zij in rechten
mochten betrokken worden, door 'hen uit andere gedrukte
werken of vreemde nieuwspapieren zijn overgenomen, getrok
ken of vertaald. Deze wet is nog altijd van krachtmaar
wordt niet toegepast. Zij legt inderdaad de vrijheid
van schrijven en drukken aan banden door haar verbod om
de wettigheid van liet geslacht en de regeering van vreemde
vorsten zelfs maar in twijfel te trekken. Men mag dan ook
verwachten dat deze wet bij de verschijning van ons nieuwe
wetboek van strafrecht, dat in aantocht is, zal verdwijnen
maar zoolang zij bestaat, kan zij onze regeering in moeilijk
heden brengen door haar laatste artikel, dat van den vol
genden inhoud is„Alle officiëele klachten en reclamation
van vreemde gouvernementenuithoofde van geschriften bij
art. 1 vermeld, zullen door Onzen Minister van Buitenland-
sche Zaken direct elijk worden gebracht ter kennisse van onzen
Minister van Justitie, ten-einde de bij dezelve betrokkene
schrijve^ redacteur, uitgever, uitventer, drukker of boekver-
kooper, zoo daartoe termen zijn, door den Procureur-Generaal
of den officier van het publiek Ministerieonder welken hij
ressorteert, in rechten vervolgd worden.'"
De „vreemde gouvernementen" zijn te verstandig geworden
om van hun bevoegdheid tot het indienen van klachten en
reclamatiën bij onze regeering gebruik te maken. Toch weet
men niet, wat hij den gespannen toestandde prikkelbaar
heid der gemoederen en de heftige taal van dezen tijd zou
kunnen gebeurenen het mag daarom de plicht geacht wor
den van allen die in het openbaar hun meening zeggen of
doen drukkende noodige voorzorgen te nemen om onze
regeering buiten alle moeielijklieden te houdenwant zij zou
volgens het voorschrift der wet aan de klachten gevolg
moeten geven. Onafhankelijk echter van dit bezwaar en ge
heel afgescheiden van het'al of niet bestaan der wet van 1816,
eiselit het onbetwistbaar belang van ons vaderland, vooral
met onze naaste buren in goede verstandhouding te leven,
en het is de plicht van ieder burger daartoe mede te werken.
Alle oordeel blijve volkomen vrij, en die vrijheid is zeer goed
bestaanbaar met alle onthouding van laster en hoon en van
beleedigingen van iemands persoonlijk karakter. Hoon en
laster is ons ook tegenover onze eigen medeburgers verbo
den; waarom zou men er zich niet, van kunnen onthouden tegen
over vreemde vorsten, staatslieden en volkenen toch met
volle vrijheid zijn meening kunnen zeggen? Wat tot toe
lichting der wet van 1816 is gezegd, blijft altijd waar:
„Het volk te bewaren bij zijne rechten en vrijheden behoort,
zonder twijfel, onder de voornaamste plichten, die den Ko
ning en den Slaten-Geueraal opgelegd zijn maar niet minder
gebiedend zijn wij geroepen om te waken voor de onder
houding zijner vriendschappelijke betrekking met andere na
tiën eu voor de aankweeking der welwillendheid van derzelver
Gouvernementen." En vaderlandsliefde gebiedt allen daartoe
mede te werken. Juist zij die prijs stellen op het genot van
onbelemmerde vrijheid, zijn geroepen om te waken tegen elk
misbruik. Er moet aan de vijanden der vrijheid geen grond
gegeven worden om op de wenschelijkheid van eenige beperking
te wijzen. Door daden moet bewezen worden, dat in Nederland
volkomen vrijheid bestaanbaar is, en dat de nadeelen en gevaren
daaraan verbonden zoo gering zijn dat zij geen beperking
wettigen. Opmerkelijk is hetdat zij die gewoon zijn alle
vrijheid, vooral die'van denken, spreken, schrijven en druk
ken te bestrijden zeiven 'daarvan niet alleen het ruimste
gebruikmaar ook liet groiste mi- bruik maken. Alle perken
ging onlangs het ultramontaansclie blad de Gelderlander te
buiten „toen het met ronde woorden aan het Handelsblad en
de Nieuwe Rotterdamsche Courant verweet, dat zij zich door'
von Bismarck laten omkoopen. „Weet de ArnhemcAè biet,"
vroeg dit blad „dat von Bismarck over een rijk „reptiliën-
fonds" te beschikken heeft en met klinkende argumen
ten zelfs Nederlandsche dagbladschrijvers aan zijne zaak ver-
biudt?" En de Tijd nam de Gelderlander in bescherming
Willen deze bladen door hun eigen voorbeeld bewijzen, dat
de vrijheid der drukpers een groot kwaad is en derhalve
moei worden opgeheven W. v. d. K.
De Germania maakt eene uit naam van het duitsehe epis
copaat uitgevaardigde en door 23 bisschoppen onderteekende
verklaring openbaar, betreffende de circulaire van den duit-
sclien Rijkskanselier ten aanzien der toekomstige verkiezing
van een niéuwen Paus waarin beweerd wordtdat bedoelde
circulaire de volkomen vrijheid en onafhankelijkheid aantast
in de herneming van het opperhoofd der catholieke Kerk.
Hiertegen protesteert het episcopaatdaar over de geldig-
lieid der verkiezing van een Paus alleen het gezag der Kerk
heslist. De bisschop van Straatsburg heeft liet stuk mede
onderteekend die van Metz niet.
Een berlijnsch berichtgever der augsburgsehe Allq. Zeitung
spreekt liet bericht, der spaansclie Epoca tegenvolgens het
welk eene schikking over de Gustav zou zijn getroffen met
aanneming, dat dit vaartuig door storm en niet ten gevolge
van het vuur der carlisten zou zijn gestrand.
Pruisen. In de meeste fabrieken te Berlijn zijn de loo-
nen met 10, 15 of meer percent verlaagd. De werklieden
schijnen het noodzakelijke van dien maatregel te hebben in
gezien althans zij hehben zieli daarin geschikt en slechts
in ééne fabriek is eene korte, maar geheel vruchtelooze
werkstaking beproefd.
Hel, Huis der Afgevaardigden heeft het ontwerp der provin
ciale wet voor de oostelijke provinciën met uitzondering van
Posen, naar eene commissie verzonden en daarna het, voor
stel- Firchow, om de regeering tot het indienen eener pro
vinciale, kreits- en gemeentewet voor Rijnland en Westfa-
len nog in deze zitting uit te noodigenmet 292 tegen 28
stemmen aangenomen. De minister van binn. zaken had de
opportuniteit van het voorstel bestreden.
De heer' v. Savigny, voorzitter der centrumspartij, >is den
II op 61 jarigen leeftijd overleden. Hij was van 1864 tot
66 pruisiseh gezant bij de duitsehe Bondsvergadering.
Mecklenburg. 3 Grondbezitters hebben de ridderschap
uitgenoodigd tot, eene voorloopige beraadslaging over de
nieuwe constitutie, en daarbij als grondslag voorgesteld, dat
de Afgevaardigden voortaan voor j- door de ridderschap, j
door de steden en door het platteland zouden worden
benoemd. Maar de meerderheid heeft dit voorstel, als veel
te liberaalstellig verworpen, en in de commissie van den
geopenden Landdag voor het onderzoek van het voorstel
der regeering bijna uitsluitend voorstanders der bestaande
orde van zaken gekozen.
Hongarije. Nadat, de heer Tisza den 1 1 in het Yolks
huis in eene slotrede verklaard had van de onlangs gedane
openlegging zijner gevoelens niets terug t.e nemen en daar
aan niets te kunnen toevoegenheeft eene aaneengesloten
meerderheid voor de begroot,ings-ontwerpen gestemd. Hierop
verzocht, de minister-president, de beraadslagingen te verda
gen daar de regeering der Kroon va.n den veranderden
toestand wenschle kennis te geven.
De president-minister Bitto heeft den 12 te Weenen den
Keizer verslag gedaan van den parlementairen toestand te
Pesth en het verzoek om ontslag van het geheele ministerie in
gediend- De Keizer heeft besloten het gevraagde orftslag niet
te verleenen zoolang hij niet de overtuiging ontvangen heeft
dat, en onder welke omstandigheden, eene fusie met het
linker centrum en op den grondslag daarvan de vorming
van een nieuw Kabinetmogelijk is.
Den 10 heeft de Kamer de begrooting van oorlog, ten
bedrage van 23j miljoen fr., goedgekeurd. Bij de behande
ling van die van binn. zaken, op den 11, beklaagde de heer
Cordova zich over de officiëele candidaturen bij de verkiezin
gen. Bij de voortzetting van het debat daarover op den 12,
verdedigde de heer Bonfadini de regeering, die haar voor
keur deed kennen om vervalsching van den uitslag der ver
kiezingen te voorkomen, maar ver verwijderd was van de beruchte
verkiezings-bemoeiingen der fransoh-keizerlijke regeering. De
heer Miceli hield de ingebrachte bezwaren volen beweerde
zelfsdat de prefect van Bologna kiezers had ingeschreven,
die den vereischten leeftijd nog niet bereikt, haddenhetgeen
door den minister Mingheiti ten stelligste ontkend werd.
Den 13 stemde de lieer Lazzaro met de gedane beschuldigin
gen in en stelde hij een wetsontwerp voor om de bemoeiing
der_ prefecten met de verkiezingen onmogelijk temaken. Na
dat de ministers van binn. zaken en van justitie de gedane
beweringen bestreden haddenstelde de heer Carioli eene
motie van orde voor, waarin de regeering inmenging in de
verkiezingen verweten werd. De minister Mingheiti verzocht
de linkerzijde, de kabiuetskwestie tot aan de discussie over
de finaneiëele wetsontwerpen en die aangaande de openbare
veiligheid aan te houden. Verscheidene leden hebben eene
motie voorgesteld, inhoudende, dat de Kamer, acte nemende
van de verklaring des ministersovergaat, tot, de orde van
den dag. De motie is aangenomen met 147 tegen 109 st.
Eliitnciifiiiisi,
Staten-Generaal. Bij de 2<\ Kamer zijn den 18 inge
komen een wetsontwerp tot herziening der kiestabel en eene
missieve van de heeren Aapgeyne Tak, de Roo en. Mac/cay,
ten geleide van eeu wetsvoorstel tot het aanleggen van spoor
wegen voor rekening van den Staaten wel de volgende
HarlingenSneekHeerenveen; SneekStavoren Zwolle
Almelo; NijmegenVenlo Zwaluwe 'sHertogenhosch
ZevenbergenSteenbergenBergen op Zoom; Steenbergen
Brouwershaven; BreskensGent, en Brugge; Rotterdam-
Hoek van Holland; EnkhuizenHoornZaandam; Velsen
Zaandam. Het ontwerp tot herziening der kiestabel komt
daarop neêr, dat, met eenige versekikkingen in sommige dis-
trioten Amsterdam 1 lid meer zal. erlangen en een nieuw
district Bergen-op-Zoom wordt gevormd.
Den 18 is het, wetsontwerp tot verkooging der indische
begrooting met 1 miljoen ter voorbereiding van den aanleg
van spoorwegen in Óost-Java met 44 tegen 21 st. aange
nomen.
Notarissen. Bij kon. besluit van den 11 is het maxi
mum van het, getal notarissen voor elk arrondissement op
nieuw bepaald; wat Noordholland betreft in dezer voege:
Is. arr. 71, 2'. 17, 3'. 22 en 4e. 21, te zamen 131.
Feesten. Het nieuw gebouwde bijeenkon.stlocaal der
Werklieden-vereenigipg te Deventer is den 13 plechtig in
gewijd, in tegenwoordigheid van het dagelljksch bestuur
der gemeente, de leden der kamer van koophandel, de be
sturen van het departement van Nijverheid de Sociëteit van
Nijveren de Bouwkundige Vereeniging enz.
Doorgraving van Holland or zijn smalst. De ge
meenteraad van Amsterdam heeft zich den 16 vereenigd met
de nadere voorsteilen der regeeringbetreffende de voltooi
ing van het Noordzeekanaal en de daarvoor door de stad
toegezegde bijdrage.
Giften. De onbekende, die in 1865, 67, 70, 71 en 73
reeds te zamen 53000 aan de Maatschappij van Weldadig
heid schonk heeft haar thans weder f 8000 gegeven ter
afdoening der annuïteit aan de Rotterdamsche Hypotheek
bank voor de in 1864 gesloten leening van ƒ140,000, groot
7973.
Wijlen mej. de wed. A. Zehgeb. Spanceerder, heeft aan
de diaconie der lierv. gemeente te Amsterdamƒ2000 vermaakt.
Geschenken. Eenige heeren te Rotterdam hebben door
vrijwillige bijdragen zooveel bijeengebrachtdat zij aan de
aldaar in bezetting gelegen hebbende 87 mariniers, die den
13, met ruim 200 anderen, met, het stoomschip Foorwaarts
naar Atchin zijn vertrokkenhebben kunnen vereeren
14000 sigaren, 93 ponden tabak, 1 kist cavendish, 1 har
monica 6 dominospellen6 kienspellen6 damborden en
120 spellen kaarten. Het saldo hunner rekening, dat nog
f 49,20 bedroeg, werd aan bet Roode Kruis geschonken.
Den 18 zijn uit Amsterdam per mail naar Indie verzon
den de kleine en groote prachtig vervaardigde insignes van
commandeur der Militaire Willemsorde, welke door de offi
cieren te Atchinzoodra aldaar de benoeming van kolonel
Pel tot commandeur bekend werd per telegraaf besteld en
met spoed te Amsterdam gereed gemaakt waren.
Rampen. Te Veenhuizen, gem. Heerhugowaardis in
den avond van den 9 eene woning met den inboedel ver
brand terwijl de bewonerden brand trachtende te blus-
sehen door het zolderluik gevallen en in de vlammen om
gekomen is.
Rechtszaken. De rechtbank te Rotterdam heeft den
heer P. j. R. Laan in al zijne rechten hersteld en den pro-
visioneelen bewindvoerder gelastalle onder zijne berusting
■Zijnde waarden aan den heer Laan ter hand te stellen. Naar
men zegt, is de heer Laan voornemens, na eenigen tijd zich
wederom als predikant beroepbaar te stellen.
Jacob Wolff heeft den 15 cassatie aangeteekend tegen het
door het hof van Overijsel tegen hem gewezen arrest, waarbij
hij tot 5 jaren gevangenisstraf is veroordeeld. Ook de advo
caat-generaal heeft cassatie aangeteekend.
Overleden den 16, te Haarlem, Joh. Bastiaans orga
nist der Groote kerk oud 62 jaren.
Koloniün. Een door de regeering ontvangen telegram
uit Atchin van kolonel Pel, d.d 8 Februari, behelst, het
volgende.: Den 4 Februari zijn vijf versterkingen en Lam
prei beoosten Langkroekgenomen en bezet. 2 Licht ge
wonden. Gezondheid niet verbeterd. Cholera meestal met
doodelijken afloop. Volgens bericht is Iman Pager Ajer
gesneuveld.
De sergeant, die hier eenigen tijd pogingen heeft aange
wend om personen voor het indische leger aan te werven
is van hier vertrokken zonder er zelfs één te engageeren.
Een twee- of drietaldoor hem voorloopig aangenomen
werden of te Haarlem afgekeurd, of konden niet in dienst
worden toegelaten wegens ongunstige antecedenten.
Bij kon. besluit van den 12 is tot rechter in de ar-
rond. rechtbank alhier benoemd mr. C. P. E. Hanegraaft,
kantonrechter te Brielle.
De j.l. Donderdag avond gehouden „Volks-voorlezing"
werd bijgewoond door een bijzonder talrijk publiekonge
twijfeld uitgelokt door liet, dank zij de medewerking der
rederijkerskamer Bilderdyk en van een orchest onder de
leiding van den heer Ottozooveel verscheidenheid aanbie
dend programma. De heer Bruinvis behandelde in zijne
historische bijdrage het verlies van het alkmaarsche vaandel
in 1426 en het herwinnen daarvan in 14-82, tusschen welke
jaren het in de Groote kerk te Hoorn was opgehangen. De
leden der rederijkerskamer, de heeren Musdorp en Preijer
droegen de gedichten „Morgen" van C. W. v. d. Pot en
„de Vaderlandsche Edelmogende" van Helvetius v. d. Berg
voor, en ten slotte voerde een achttal leden der kamer het
kluchtige tooneelstuk „Zoutdirecteur zonder protectie" op,
terwijl de muziek zich in de pauzen tusschen een en ander
deed kooren. De heerendie zich zoo bereidwillig betoond
hadden dezen avond op te luisterenhebben eer van hun
werk gehad en gewis door de talrijke bijvalsbetuigingen de
overtuiging erlangd, dat hunne bereidvaardigheid zeer op
prijs gesteld is en aan velen een avond van gepast genot
verschaft heeft.