No. 10. Zevenenzeventigste Jaargang. 1875. ZONDAG 7 M A A IV T. ©fficiccl (*>ebccUc Een aspirant-samenzweerder. t\1cfïclijfi0cftc Berichten. MiiUscSaSaml. frankrijk. Groot-Hrittanfe en Berlanti. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avoud te 7 uren. Prijs per kwartaal 0, Cj franco per post f 0,80. afzonderlijke nommers Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON. «an .—AIARiaV De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR Gezien art. 8, 5' lid der verordening van den Gemeente raad van 6 Maart 1872 (Gemeenteblad No. 101) op liet. beheer en behandelen der brandhluschmiddelen. Brengen ter algemeene kennis: Dat de loting der ingeschrevenen voor de brandweer door hen in het openbaar zal geschieden ten raadhuize der ge meente Alkmaar, op Dingsdag 16 Maart e.k., 's namiddags ten één ure. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 6 Maart 1875. De Secretaris NUHOUT van dek VEEN. SOLLICITANTEN naar de betrekking van 2" HEUP STER bij het onderwijs m de vrouwelijke handwerken aan de openbare tusschenschoolop 80,jaarwedde, worden verzocht zich vóór 15 Maart 1875 schriftelijk aan- temelden ter gemeente-secretarie. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 2e. helft der maand Januari 1875. M. D. SnoeckM. B. Boom, A. van Borstel, P. L. Bes- sem AmsterdamWed. J. C. Molijn, DoesburgP. N. van der Brugge, Groenendaal; S. Vries, E. Bak, Heer Hugo Waard; W. Rus, Nieuwediep; A. Mulder, Nieuwdammer- meer; P. Meijer, Oude Niedorp; H. Bierman, St. Pancras. BriefkaartenJ. H. EssenhorstP. van TwistA. de Grootde Vries, Amsterdam. Eindelijk heeft de Pransehe Nationale Vergadering een beslissing genomen omtrent den regeeringsvorm en de repu bliek in Erankrijk sevestigd. De leegstaande troon is weg geruimd. Wordt bij hier of daar heimelijk bewaard, om bij gelegenheid eensklaps tot verrassing van den aanschouwer, weer voor den dag gehaald te kunnen worden? Het aantal Eranschen die niets liever zouden verlangen, is niet gering. Drie personen houden zich gereed om op den begeerden zetel plaats te nemenmaar een troon is geen kanapé, heeft men reeds gezegd, en de onderlinge wedijver van de candidaten en hun aanhangers heeft verhinderd dat één van drieën kon plaats nemen. Eerst hebben de koningsgezinden. Bourbons en Or- leansenbeproefd een vergelijk te treffen en met vereende krachten den troon onder de schaduw te brengen van de witte vlagmaar hun poging is mislukt. Daarop hebben de Bo- napartisten getracht den troon te versieren met, den keizerlijken adelaar, doeb ook die toeleg is niet geslaagd, en het is vooral onder den verschen indruk der ontdekking van het ge"aar waaraan men ontsnapt isdat de meerderheid der Nationale Vergadering eindelijk heeft besloten de republiek te vestigen. Bijna gelijktijdig met deze voor Erankrijk belangrijke ge beurtenis deed in Engeland een bijna negentienjarige knaap, kweekeling van de militaire school te Woolwieh met, goed gevolg examen als officier voor de genie en artillerie. Onder de 34 cadetten die voldoend examen hebben afgelegd, nas hij No. 7, toch heeft hij meer dan eenig ander de-aandacht getrokken, en heeft de directeur der inrichting zich' geroepen geacht in 't bijzonder op hem de aandacht te vestigen. Die No. 7 is dan ook een keizerlijke prius. Van zoo iemand moet 'natuurlijk opzettelijk melding worden gemaakthij mag niet met de anderen zoo maar en bloc worden afgedaan. „Voor ik eindigzei daarom de airecteur. „mnet ik de bijzondere aandacht van U. K. II. (den Hertog van Cambridge) vestigen op het feit, dat onder de cadetten Z. K. H. de keizerlijke prins een plaats inneemt en hij roemde daarop den hoogen graad van zijn verstandsontwikkeling zijn groote volharding en rustelooze vlijtzijn nauwgezette plichtsbe trachting zijn eerbied voor het gezagonderwerping aan de krijgstucht en onberispelijk gedrag. Zou dat alles eerlijk zijn verdiend Waarom niet Waarom zou deze prins niet even goed als een ander een goed geheugen en een helder oordeel bezitten, vlijtig zijn en zich goed gedragen, zoodat hij van de 3t toegelatenen No. 7 wordt? Geen zijner mededingers zal daarenboven in dit opzicht een zorgvuldiger opvoeding en beter onderricht hebben gehad, en van niemand onder hen is zeker de eerzucht zoo geprikkeld als van dez^n Louis Napoleon. Maar de op zettelijke vermelding van al die goede hoedanigheden heeft, hij ongetwijfeld te danken aan zijn prinsschap. Wat bij ieder ander stilzwijgend zou worden voorbijgegaanwordt bij hem als iets opmerkelijks en lofwaardigs opgemerkt en uitdrukke lijk vermeld. De „bijzondere aandacht" wordt er door den directeur op gevestigd. Heeft hij aan dat keizerlijk prins schap ook zijn plaats als No. 7 te danken Er is geen grond om het aan te nemenmaar de mogelijkheid dient evenzeer te worden erkend. De, Engelsehen zijn eerlijke liedenvoor zeker; maar sedert Thackeray zijn „Ploertenboek" schreef, weten wij ookhoe sterk zij getroffen worden door de om standigheid dat iemand een hertog een graaf of een lord is. Er heerscht in Engeland lordolatrie en pair-dienst. Waren er onder de examinatoren door deze ziekte aangetastwelk een indruk moet dan een keizerlijke prins op hen gemaakt hebbenEn Thackery is zeer sterk op het punt van snob bishness aan de inrichtingen van onderwijs en in het leger. De mogelijkheid bestaat dusdat er onder de examinatoren zijn geweest, op wie alles wat door een keizerlijken prins wordt gedaan of gezegd een gansch bijzonderen indruk maaktmaar dan heeft ook die prins een hooger nummer gekregen dan hij zou ontvaneen hebben als hij „iedereen" was ge#eest. Die examinatoren zouden dus oneerlijk zijn geweest? ln 't, minst niet. De rang wordt toegekend haar den indruk dien het examen op de examinatoren heeft gemaakt. Als die examinatoren nu eens zóó gevormd zijn, van nature, want sommige zaken zijn erfelijk in zekere fami- liënof door opleiding, dat alles wat van een hooggeborene uitgaateen indruk op hen maaktdubbel zoo sterk als hetgeen door een gewoon sterveling wordt voortgebracht dan kunnen zij immers, volkomen eerlijk blijvende, niet anders dan den geëxamineerden prins voor dubbel zoo knap aanzien als hij werkelijk is Zoo blijft het zeer wel mogelijk dat prins Lodewijk Napoleon inderdaad zijn No. 7 eerlijk heeft verdiendbewijzen van het tegendeel zijn er niet; maar het examen zal evenmin voor allen liet overtuigend bewijs zijn dat hij niets meer heeft, dan hem toekomt. Zooveel is zeker, dat de prins van den aanvang af niet met de gemeene maat is ge eten; hij alleen is aan de schooi geplaatst zonder het vergelijkend admissie-examen dat van ieder ander werd gevorderd; ook had hij het nadeel, zeide de directeur, dat hij niet zoo goed als de andere kweekelingen met de Engel- sche taal vertrouwd was. Wie zal zeggen, hoe groot liet, voordeel is geweest, waardoor men gemeend heeft dit,nadeel te moeten vergoeden? lil elk geval is meu van den aanvang af verplicht geweestvoor dezen kweekeling een afzonderlijken maatstaf aan te nemen. Maar laat ons aannemen dat deze prins allen lof dien hem gegeven wordt eerlijk verdient; met zijn vader is het niet anders geweest en toch heeft dit niet r.elet dat hij de man van deu tweeden December is geworden. Louis Napoleon, de vader, bezocht, met even goeden uitslag de militaire aka- demie te Thim en werd te Bern tot kapitein der artillerie benoemd. De KLeine Raad verleende hem het eereburger- sehap van het, kanton. Personen die hem bezochten, schrijven van hem, dat hij zich uitsluitend aan zijn studiën wijdde, in 't, bijzonder aan de prakt,isclie en theoretische studie der krijgswetenschap, dat hij zich als kapitein der artillerie in het kamp de vriendschap zijner superieuren en kameraden en de toegenegenheid zijner ondergeschikten verwierf, spraakzaam, vriendelijk en weldadig was en door iedereen werd bemind. De oude legitimist Chateaubriand schrijft van hem "Prins Louis is een vlijtige, goed onderwezen jonge man, vol eer gevoel en van een ernstig -karakter." l)e Engelsche aristo cratie vooral heeft ook dien prins Napoleon met, beleefdheden en feesten te zijner eer gevierd, zoowel t,oen hij eerst met zijne moeder, als toen hij later alleen in Engeland vertoefde. Thans hebben de officieren te Woolwicli in garnizoen den zoon een „luisterrijk banket" aangeboden. Wat bracht hen er toe, niet No. 1 maar No. 7 van het examen aldus openlijk te vieren Zeker niets anders dan die „ploerterigheid", die Thackeray ons zoo geestig heeft geschetst. 't Is de vraag of de menschheid reden heeft om zich over de goede vorderingen van prins Louis Napoleon te verheugen. Beter een Cesar die in staat is zelf te heerschendan een Cesar die door anderen heheerscht wordt, heeft men gezegd. Het is zoo, ofschoon men zich van dat persoonlijk gouver nement geen illusies mag maken. Wat is er gebleken van liet persoonlijk gouvernement van den man van Sedan Maar staat daar in elk geval niet tegenover, dat die roep van knapheid de kansen op het Cesarschap verbetert En dat is toch zeker niet wenschelijk. De kennis van den jongen prins zal worden aangewend tot het smeden van samenzwe ringen en zoo de gelegenheid daartoe gunstig istot het ondernemen van aanslagen en staatsgrepen tot verovering van het hoogste gezag in Erankrijk. Daaraan kan naauwelijks getwijfeld worden. Waarom zou de zoon niet de voetstappen des vaders drukken? Is de eerzucht zijner moeder, wier invloed op hem ongetwijfeld groot is, minder dan die van Koningin Hortense, die haar zoovl, den lateren Napoleon III, beheerschte En eerzucht „wat luidt zoo schendig dat haar rouwt?" heeft Vondel gevraagd, en wie zal zeggen wat zij niet aandurftKeizer van Frankrijk te worden is het eenige doel van dit levenen aan de bereiking van dat doel wordt al het andere ondergeschikt. „Vol eergevoel" was Louis Napoleon volgens Chateaubriandmaar dat eer gevoel was van een bijzondere soorthet bleek geen beletsel te zijn tegen meineed en tegen de renschenslachting in de straten van Parijs, toen zijn „roeping" hem verplichtte een greep te doen naar de kroon van Frankrijk. De zedelijke atmosfeer waarin deze pretendent wordt opgevoei', is van dien aarddat inderdaad in dit, opzicht grootsche verwachtingen van hem gekoesterd mogen worden. Of wat mag men niet, van de leiding van de ex-Keizerin Eugenie, Rouher en Pietri verwachten Men weet wat, er in de omgeving van den prins omgaat. De ex-Keizerin is altijd vol bewondering geweest voor den staatsgreep van 2 December. Misschien is dit in haar schat ting de groots'e en de schoonste daad van den ex-Keizer. Die zelfde beginselendie zelfde bewondering van hetgeen schandelijk is/die zelfde totale onverschilligheid omtrent het gehalte der middelen die tot het, gewensehte doel kunnen leiden die zelfde averecht,sclie begrippen van eer, die de han delingen der ouders beheerschten, worden ook den zoon inge prent zijn moeder, Rouher, Pietri en consorten zullen er wel voor zorgen, dat de jonge prins zich met dezelfde dweepende geestdrift gaat wijden aan hetgeen hij zijn „roeping", zijn „levenstaak" acht, die den te Chislehurst begraven Keizer tot de aanslagen te Straatsburg en te Boulogne, tot eed breuk en den coup d'état heeft gebracht. Inderdaad hij wordt opgeleid in een uitmuntenden „vorstenschool." En Engelsche officieren richten een gastmaal aan ter eere van dezen pre tendent, omdat hij zoo 'n knap examen lieet't gedaanMaar is het dan langer onverschillig, tot welk doel die beknoptheid zal wórden aangewend Begrijpt men niet, dat die openlijke hulde voor dezen prins een spoorslag is om met goeden moed op zijn doel los te gaan, en een niet te verachten middel in de hand zijner partij om de kansen van den vrijbuiter naar den Eranschen'troon te doen stijgen? Juist, is het verslag over de jongste Bonapartistische samenzwering openbaar ge maakt, en wórdt ons een kijkje gegund op de ellendige mid delen waarmee het E'ransche volk wordt bewerkt, op het de- moraliseerende van al dat wroeten., omkoopenoverhalen, verleiden en knoeiendat onafscheidelijk schijnt te zijn van alle propaganda van het keizerrijk. Zullen allen die den naarstigen knaap hebben toegejuicht, hem nu ook even dui delijk hun beslisten afkeer toonen van dergelijke praktijken en van de middelen door den ex-Keizer, zijn vader, in het werk gesteld om zijn doel te bereiken? Dat zou toch noodig zijn om het zedelijk evenwicht te herstellen. W. v, D. K. Pruisen. Bij het Huis der Afgevaardigden is het ont werp eener overeenkomst tusschen het Rijk en Pruisen, be treffende de Pruisische Bank, ingekomen en den 1 Maart voor de eerste maal gelezen. De regeering steltop den grondslag der onlangs door den Rijksdag aangenomen en door den Bondsraad goedgekeurde Bankwetvoor om de Pruisische Bank in eene Rijks-bank te hervormen. Het Huis heeft besloten om de wet, niet naar eene commissie te verzenden maar de tweede lezing in plenaire zitting te doen plaats vinden. De bcrlijnsclie bladen hebben eene verklaring openbaar gemaakt van verscheidene eatholieke Afgevaardigden welke gericht is tegen de pauselijke encycliek van 5 Eebruari 1.1. eu waarin zij stellig ontkennen, dat de kerkelijk-staatkundige wetten de inrichting der Kerk zouden omverwerpen en de rechten der bisschoppen zouden vernietigen. De verklaring pro testeert verder tegen de in het pauselijke stuk voorkomende bewering dat de beginselen dier wetten den Staat in gevaar zouden brengenen tegen het recht des Pausen om staats wetten voor niet geldig te verklarenvermits de eatholieke leer voorschrijft aan de wetten van den Staat gehoorzaam te zijn. De oAderteekenaars eindigen met alle gelijkgezinde vaderlandlievende oatholieken uit te uoodigen om hunne in stemming met het protest uit te spreken. Het protest is niet mede-onderteekend_ door de oud-eatholieke Afgevaardig den Petri en WindthBrst, omdat zij er eene zijdelingsche erkenning in zien van den Paus als opperhoofd der eatho lieke Kerk, waarmede zij niet instemmen. Mecklenburg. De beraadslagingen vspi den Landdag over het regeeringsvoorstei tot wijziging van de constitutie der Groothertogdommen schijnen ook ditmaal op niets te zullen uitloopen. Wel heeft de Ridderschap eene wijziging der bestaande regeling aangenomenmaar van liberale zijde wordt deze voorslag -onaannemelijk genoemd en de Landschap wil zich met dit gevoelen vereenigen. Werd het voorstel der Ridderschap foi: wet verhevendan zou deze corporatie als eene soort van Eerste Kamer blijven bestaan naast eene Tweede Kamer van 117 leden, waarvan 49 door de Rid derschap, 22 door de gemeentebesturen benoemd 16 door de steden en 3(1 door het platteland als Volksvertegenwoor digers gekozen zouden worden. De generaals-hevelhebbers der militaire afdeelingen zijn van hooger hand verzocht, dergelijke maatregelen op de be grafenis van soldatendie zich zeiven van kant gemaakt hebbente verordenenals door den genl. Espivent de la F illesüoisnet zijn uitgevaardigd. Den 25 hebben een aantal leden der gematigde rechterzijde en van liet, rechter centrum, die niet voor de constitutioneele wetten hadden gestemd hunne opwachting gemaakt bij den maarschalk Mac-Mahon, otn hem te verzekeren, dat zij even als vroeger zijne regeering zullen blijven ondersteunen. De maarschalk betuigde hun hiervoor zijnen dank en gaf zijn leedwezen er over te kennen, dat de conservatieven ten aan zien van genoemde wetten verdeeld waren. Den 26 deelde het Journal OJJiciel mede, dat de President na afloop der zitting van den vorigen dag besloten had, den lieer Bajfet de samenstelling van een nieuw kabinet op te dragen. „Zoowel na als vóór de stemming over de consti tutioneele wetten aldus vervolgde het regeeringsblad is de President vast besloten om de conservatieve beginselen te handhaven die den grondslag van zijne staatkunde heb ben uitgemaakt sedert hij liet gezag uit de handen der Nat. Vergadering heeft ontvangen. Het nieuwe kabinet zal met die beginselen bezield moeten zijnwaaraan de heer Buffet niet minder gehecht is dan de maarschalk. Zulk een mi nisterie zal in het tolbrengen van zijne taak den steun ge nieten van de gematigde mannen uit, alle partijen." Het liukercentrum heeft den 26 beraadslaagd over de mo gelijke ministeriëele combinatiën en heeft aan Afgevaardig den opgedragen om zich met den heer Buffetmocht deze in het ministerie optredente verstaan over het president schap der Nat. Vergadering, waarvoor het centrum den heer üufaure wilde voorstellen. De leden der bureaux van de 3 groepeD der linkerzijde hebben den 27 eene samenkomst gehoudenwaarin besloten is de eenheid der groepen ten aanzien van het nieuwe mi nisterie te handhaven en Afgevaardigden naar den heer Buffet te zenden ten einde te verklaren dat zij op een aandeel in de kabinets-formatie aanspraak makenen daarin geene personen willen zien die niet behooren tot de meerderheid. De heer Dutuure bekend gemaakt hebbendedat hij niet tot voorzitter der Kamer verlangde gekozen te worden ver- eenigden de 3 groepen hunne keuze op den heer Casimir Périer. Nationale Vergadering. De heer Ventavon heeft zijn ontslag genomen als rapporteur der constitutioneele commissie eu is als zoodanig vervangen door den heer Paris. Den 24 is een begin gemaakt met de derde lezing van het wetsontwerp tot regeling der staatsmachtenwaarvan de eerste 6 artikelen onveranderd werdén goedgekeurd. Een amendement van den heer Baoul Duval, om aan het hoofd der wet te plaatsen: „De souvereiniteit berust bij de fransche burgers als geheel beschouwd", werd met 477 tegen 30 st. ver worpen. De markies de la Rochejaquelein ontwikkelde daar op bet denkbeelddat de Nat. Vergadering de Republiek sticht uit haat jegens het Keizerrijkmaar dat de natie zich in de armen van het Keizerrijk werpen zal uit haat je gens de Republiek. Erankrijk wil geen Bonapartemaar wel een Souverein. De wettige monarchie alleen geeft groot heid en vrijheid. Het leger staat te zeer in de dienst der wet om de wettelijke vlag niet aan te nemen. „Mannen die zich koningsgezinden noemenzeide spreker, organisee- ren de Republiek; radicalen s!emmen voor de invoering van een Senaatrepublikeinen van gevestigde overtuiging ar beiden meê aan een gewrocht zonder waarde en zonder toe komst. Elke partij hoopt de andere tot machteloosheid te doemen en zal zich haasten om het gebouwmet gemeen overleg opgericht, tot hare eigene oogmerken te gebruiken." Verworpen werd een additioneel artikel op art. 1, van den heer Raudot, om het getal leden der Kamer met dat van den Senaat gelijk te stellen. De burggraaf de Lorgeril trok een amendement om den titel van „President der republiek" te vervangen door dien van „President der regeering van Erankrijk" weder in. Art. 2 inhoudendedat de President voor 7 jaren verkozen wordt en herkiesbaar is, werd met 413 tegen 248 st. goedgekeurd. Verworpen werden een additioneel artikel van de lieeren Colombet en Cintréom de leden van familiën welke over Erankrijk geregeerd hebben van het Presidentschap uit te sluiten met 535 tegen 42 st., een amendement van den heer Paul Cottin op art. 3, om het advies van den Senaatals vereischte voor de ontbin ding der Kamer, te doen vervallen en verschillende toe voegingen van den heer Ruudot, om den President het recht te verleenenmet toestemming der Kamer den Senaat te ontbinden enz. Aangehouden en met een dergelijk artikel van den heer Gastonde werd naar de commissie verwezen een artikeldoor de heeren IPallon, Corne, Casimir-Périer, Bocher e. a. voorgesteld, houdende, dat de President der republiek de wetten uitvaardigt en voor bare uitvoering waaktdat hij de tract,aten bekrachtigt en het recht van gratie heeft (amnestiën kunnen enkel bij de wet worden verleend); dat lnj besobikt over de krijgsmacht; dat hij, na overleg met den ministerraadden president en de leden van den Raad van State en de gezanten benoemt. Den 25 is de urgentie geweigerd voor en naar de commissie voor bet initiatief verzonden een voorstel van heer Henié de Saisy, inhoudendedat de Kamer niet zou uiteengaan alvorens de laatste militaire wet afgedaan en het evenwicht der begrooting hersteld te hebbeu. De heer Paris bracht verslag uit over de amendementen- Wallon en Gaslonie waarvan de commissie de meeste zinsneden goedkeurde. De heer Wallon verklaarde zich met de redactie der oommissie geheel te vereenigen. De minister Grivart deed namens de regeering, dezelfde verklaring, toen de heeren Raudot en Ruoul Duval tegen overijling waarschuwden en uitstel tot den volgenden dag verlangden. Hun voorstel daartoe werd verworpen. De hertog de la Rochefoucauld-Bisaccia riep uit: „W ij constateerendat het niet om discussiemaar om het smoren der discussie te doen is." Art. 3 en 4, betreffende de attributen van den President en de wijze van vervulling der vacatures in den Staatsraadwerden in den door de commissie gewijzigden vorm met 467 tegen 46 st. aangeno men. Een nieuw artikeldoor den burggraaf d'Aboville met een vurig pleidooi voor het koningschap aanbevoleninhou dende dat de herziening der constitutioneele wetten, voor dat de Kamer hare ontbinding uitgesproken had, op initia tief van den maarschalk Mac Mahon zon kunnen geschieden, werd niet in overweging genomen. De heer de la Rochette verklaardenamens de koningsgezinden geen voorstel tot eene stemming over de monarchie te willen doendoch ver klaarde tegenstanders te zijn en te blijven van de aangeno men republikeinsehe staatsregeling. „Gij brengt zeide hij het land ten verdervedoor niet den Koning aan het hoofd der instellingen te plaatsen. De gematigde republikeinen zullen eene worsteling beginnen met de radicalen en voor deze laatsten is onder de republiek de toekomst. Wij willen de verantwoordelijkheid daarvoor van ons werpen. Het, ko ningschap thans het behoudzal latèr de bevrijding zijn." Hij wierp de verantwoordelijkheid op koningsgezindendie hunne overtuiging ontrouw geworden en tot de republiek overgeloopen waren. De graaf deTocquerille daarentegen meende, dat de republiek door het land geëischt, werddat het eene dwaasheid eene misdaad ware langer te wederstaan. Ge neraal de Cissey protesteerde met verontwaardiging tegen het door den heer de la Rochette gebezigde woord „afval ligheden"; in plaats daarvanzeide hijvwaren vader landsliefde zelfverloochening en gehechtheid aan Erankrijk aan den dag gelegd. De markies de Franclieu hield tegenover den minister staandedat dezehet koningschap verzakendede zaak van God en van Frankrijk had gecom promitteerd. De heer de Belcalstel bezwoer de Vergadering voor het laatstbet noodlottig regeerstelsel der republiek niet te bekrachtigen een voorstel van den graaf de Douhet, om de stemming over geheele wetontwerp tot 11 Maart uit te stellenwerd door dezen te» slotte weder ingetrokken en de wet tot regeling der staatsmachten voor goedmet 425 tegen 251 st., aangenomen. De heer Savary bracht het verslag uit der commissie voor het onderzoek der verkiezing van den heer de Bourgoing in het dept, der Nièvre. Volgens de verklaringen van den prefect van policie aan die com missie was het bestaan van een bonapartistisoh comité niet langer twijfelachtig. Het bestond uit een besturend comité van oud-ministersonder de leiding van een aanzienlijk persoon en werd bijgestaan door eenen raad. Het had tal van agenten in de departementenstond in verband met 80 dagbladen hield er een eigen policie op nabewerkte de arbeidende klassen door op de slechtste hartstochten te spe- culeeren en hield ten bate van het demagogische caesarisme, alie maatschappelijke verdeeldheid en haat gaandedoor be trekkingen te onderhouden met de overblijfselen der Com mune en de^leden der Internationale. De conclusie van het rapport strekte om den minister van justitie uit te uoodigen, de door de commissie verlangde dossiers over te leggen. De heer Gladstone heeft weder eene brochure uitgegeven onder den titel van „vaticanisme," tot antwoord strekkende op de vele „wederwoorden en terechtwijzingen," waartoe zijne ,0ntboezeming," gericht tot, zijne r c. landgenootenheeft aanleiding gegeven. Hij meent, dat de vrijheid dier land genooten groot gevaar looptdewijl Rome kortelings zijne roestige gereedschappen weder heeft opgepohjst. Het barkschip llella-Hitlvan Liverpool en bestemd naar Valparaiso., is den 27 nabij Balbriggan, op de iërsclie kust4 vergaan en daarbij zijn 24 personen" omgekomen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1875 | | pagina 1