No. 21.
Zevenënzeventigste
Jaargang.
1875.
23 M E I.
Z O N 1) A G
#fficiëcï <®3cbccllc
Voor vluchtige lezers.
©Slcfsciijköchc öciucfttcn,
üuïaschland.
Belgie.
(«rooi SBrittanje en Ierland.
Busliind.
Binnenland.
M A A
C H E C 0 U
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco per post f O,S0,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER. ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
roepen op de zich hier bevindende verlofgangers der militie
te land, behoorende tot. de ligtingen 1871 187'2, 1878 en
1874, voor zooverre zij vóór 1 April 1875 in het genot van
onbepaald verlof waren gesteld, om zich op Dingsdag 8 Junij
dezes jaars, des voormiddags ten 10 ure te laten vinden
vóór het Raadhuis dier gemeenteom aldaar door of van
wege den Militie-Commissaris te worden onderzochtg e-
kleed in uniform en voorzien van al de door hen
van het corps medegebragte kleeding- en equipementstukken,
benevens zakboekje en verlofpas.
Burgemeester en IC ethouders voornoemd
AlkmaarA. MACLAINE PONT.
20 Mei 1875. De Secretaris,
NUHOUT van dek VEEN.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR maakt
bekend, dat gedurende dertig dagen, op de secretarie dier
gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd eene
opgaaf van wijzigingen in de uitkomsten der herziening van
de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen in deze
gemeente, waarvan in voldoening aan artikel 21, in verband
met artikel 17 der wet van 22 Julij 1878 (Staatsblad n°. 116)
bij deze afkondiging geschiedt. De Burgemeester voorn
Alkmaar22 Mei 1875. A. MACLAINE PONT.
De houders van twee eonpons van de geldleening der ge
meente Alkmaar van 1872, verschenen 31 December 1874,
worden verzocht die ten spoedigste bij den gemeente-ontvan
ger ter betaling aantebieden.
ROMKE ESSEN laatst, gewoond hebbende te Blokzijl
LAURENT1US ADRIANUS METJNE en TEUNIS KAN
SEN worden verzocht zich aantemelden ter gemeente-secretarie
P O Li T I E.
Ter terugbekomlng aan bet commissariaat van politie voor
handen het navolgende gevondene, als: een sleuteltwee
schapen, vier ledigepretroleumvaten; verder zijn aldaar inlichtin
gen te bekomen omtrent een gedeelte van eene gouden medailjon.
Die artikeleu in een courant schrijft moet bedacht wezen
op vluchtige lezers. De meesten die het blad in banden ne
men en het hoofdartikel niet overslaankunnen toch niet
gezegd worden het te lezen. Zij zien het inof loopen het
door, hebben niet gelezen wat bij vorige gelegenheden over
hetzelfde onderwerp is gezegden zullen waarschijnlijk niet
lezen wat er een volgende keer over geschreven zal worden.
Andere eischen mag men evenwel stellen aan de redactie van
een ander blad, die van het artikel melding maakt en er haar
aan- en opmerkingen bijvoegt. Van haar mag ondersteld
wordendat zij tot de bestendige lezers behoortdie
ook notitie hebben genomen van vroegere opstellen. Want
dat is noodigwillen schrijver en lezers elkander verstaan.
De reden is eenvoudig. Een courant-artikel mag een zekere
lengte niet te boven gaan. Vele onderwerpen zijn echter te
veel omvattend, om ze in een be:rekkelijk kort artikel be
hoorlijk te behandelen en van alle zijden te bezien. Zij komen
daarenboven van tijd tot tijd weer aan de orde. Dan wor
den zij opnieuw opgevat en naar aanleiding van nieuwe feiten
of nieuwe geschriften wordt er weer het een of ander van
gezegd. Daarbij mag de schrijver echter als bekend onder
stellen wat vroeger in het midden is gebracht. De lezer dient
althans te hegrijpen dat het onderwerp reeds meermalen is
behandeld. Acht iemand het de moeite waard er iets over
te zeggen hij is verplicht ook het vroeger geschrevene op
te zoeken en te lezen.
Dat heeft de redactie van de Nieuwe Noord-Hollander ver
zuimd toen zij in het nummer van 9 Mei 11., het artikel
„Burenrechten en plichten" uit de Alkmaarsche Courant van
2 Mei aan haar lezers mededeeldeen aan die mededeeling
eenige vragen en opmerkingen toevoegde. De redactie meende
uit, de gebezigde woorden de gevolgtrekkingen te moeten
maken, dat hun schrijven geen afkeuring over heeft voor het
plan der Pruisische regeering om druk uit te oefenen op
kleinere statenzooals België en Nederland, ten einde zoo
doende dezen te noodzaken hunne wetgevingen in dien zin
te wijzigen, dat zij, al is het ook als „nasleep", met Pruisen
tegen de „ultramontanen" zuilen „maatregelen nemen." Zij
vraagt daarop, welke maatregelen er dan genomen zouden
moeten worden. Moet de vrijheid van drukpers aan banden
gelegd? Alleen ter wille van Duitschland? Of ook b.v.
ter wille van Frankrijk „Is de vrijheid van drukpers alleen
voor liberalistische bladen? Of wil de schrijver in de Alkm. Ct.,
dat men hem believe die de sterkste is?" -Wil hij daar
entegen de vrijheid van drukpers laten bestaan maar mis
schien de Duitsche geestelijkendie naar ons land zijn ge
weken over de grenzen gejaagd hebben Maar waarom dan
niet de Fransehe republiekeinen verjaagddie indertijd
hier heen waren gevlucht „Of moeten wel priestersdie
niets doen dan misschien biddenover de grenzen gezet
geen Communards en Internationalisten geweerd worden?
Was het noodig geweest, dergelijke vragen te doen, wan
neer de redactie van de N. N. E. gelet had op hetgeen bij
verschillende gelegenheden herhaaldelijk in de Alkm. Ct. over
de nieuwe Pruisische wetten betreffende de landskerken en
do geestelijkheid en over de nota van de Belgische regeering
is gezegd i Tot rechtvaardiging van het ontkennend antwoord
op die vraag kan eenvoudig verwezen worden naar hetgeen
om niet van vroegeren tijd te spreken nog onlangs in
dit blad is geschreven. Zoo vindt men b.v. in het nummer
van 14 Februari:
„Nooit kerkelijke wetten als de Pruisische in Nederland
maar vrijheidvolkomen vrijheid v.oor alle kerkgenootschap
pen en onthouding van den staat van elke inmenging in
kerkelijke regeling, van elke bemoeiing met kerkelijk? be
langen en godsdienstige vraagstukken."
In het nummer van 18 April„Een politieke tout, schijnt
echter evenzeer de Pruisische nota aan de regsering van Bel
gië. Pruisen heeft wel niet de onafhankelijkheid van België
hedreigd en de vrijheid van drukpers belaagdmaar wat
Pruisen van Belgie verlangt is niettemin van dien aard, dat dit
kleine land teu genoegen van eeu vreemde mogendheid zijn
vrijzinnige instellingen zou moeten wijzigen om er aan te
voldoen. Dergelijke verzoeken van een groot en machtig
rijk aan een kleinen staat hebben altijd een zeer bedenkelijke
zijde; zij herinneren aan de Napoleontische suprematie. Het
beginsel dat Pruisen voorop zet is juist: geen staat mag ge-
doogen dat zijn onderdanen de binnenlandsche rust van een
naburigen staat, verstoren en dat zijn grondgebied de wa
penplaats wordt voor aanslagen tegen de openbare orde in
naburige rijken en tegen de veiligheid hunner onderdanen.
Maar kan daarvan sprake zijn?" enz. En verder: „België
zou dus de geestelijkheid niet vrij mogen laten om haar in
stemming uit te drukken met de houding der Pruisische
bisschoppen o p e n 1 ii k de handelingen van bijzondere per
sonen moeten afkeuren, eu het te kennen geven van den
wil tot een strafbare daad moeten straffen, zonder dat iets
tot, het, plegen of zelfs maar tot het voorhereiden van die
daad was geschied. Maar dan zou België de Pruisische po
litiek moeten volgen en zijn eigen instellingen moeten ver
loochenenwaarvan de belgische regeering verklaart, dat zij
gedurende weldra een halve eeuw de proef hebben doorstaan
en de onmisbare voorwaarden zijn geworden van het volks
bestaan instellingen en beginselenwaarvan ook wij Ne
derlanders een betere uitkomst verwachten dan van het Prui
sische stelsel."
Het bovenstaande zal voldoende zijn.
Intusschen heeft de Pruisische nota ten gevolge van na
dere toelichtingen een anderen zin gekregendan *fer aan
vankelijk vrij algemeen aan werd toegekend, 't Is onnoodig
te onderzoekenof men de Pruisische nota verkeerd had
begrepenof dat Pruisenden ongunstigen indruk bespeu
rende dien zij schier overal heeft gemaaktzelf haar betee-
kenis en bedoeling beeft verzacht. Die nota is dus in elk
geval een politieke fout geweest, Zij heeft wantrouwen ver
wekt, en een wantrouwen dat niemand zal betreuren, die de
fijngevoeligheid van kleine Staten op het punt, hunner vrij
heid en onafhankelijkheid op prijs stelt. Het beginsel dat
Pruisen in zijn nota voorop stelde is echter door de Alkm. Ct.
van den aanvang af juist genoemd. Of wie zal niet met de Prui
sische regeering erkennendat geen Staat magge-
doogen, dat zijn onderdanen de binnenland
sche rust van een naburigen Staat versto
ren, en dat zijn grondgebied de wapenplaats
wordt voor aanslagen tegen de openbare
orde in naburige rij ken en tegen de veilig
heid hunner onderdanen? Als nu maar uit dat
beginsel geen verkeerde gevolgtrekkingen gemaakt, opgrond
van dat beginsel geen onbillijke eischen worden gedaan
Maar Pruisen verklaart niets te eischenhet wil in over
weging geven en met de andere mogendheden in overleg tre
den. Wat? En waarover? Geen maatregelen tegen jle vrij
heid van drukpers geen wijziging van eigen eonstitutioneele
instellingen en beginselen van wetgeving, maar het straf
baar stellen van die daden tegen de rust en de veiligheid
van andere Staten of tegen de eer en het leven hunner vor
sten die volgens de bestaande wetten reeds strafbaar zijn
wanneer zij tegen het eigen land of tegen den eigen Vorst
zijn gericht. Zoo is bij voorbeeld in onze wet straf bedreigd
tegen "aanslag of samenspanning, gericht tegen het leven van
den Koning of de leden van zijn geslachtof ten doel heb
bende omverwerping of verandering van de regeering of de
orde der troonsopvolgingof het onder de wapenen brengen
der burgers tegen het wettig gezag. Ook wanneer er geen
samenspanning heeft bestaan maar iemand daartoe een voor
stel heelt gedaan dat niet is aangenomenvalt hij onder het
bereik onzer strafwet. Nu wil Pruisen gevraagd hebben, of
het niet billijk isook straf te bedreigen tegen deze aansla
gen of samenspanningen en voorstellen daartoewanneer zij
gerigt zijn tegen vreemde vorstenleden van vorstelijke ge
slachten of de omverwerping van de regeering in andere
Staten ten doel hebben. Evenzoo zouden laster en beleedi-
ging van vreemde vorsten en regeeringen en aansporingen
tot verzet, oproer en burgeroorlog van vreemde onderdanen
met straf bedreigd kunnen wordenzooals reeds het geval
is wanneer zij onzen eigen vorst of onze eigen regeering be
treffen. Die vragen verdienen onderzoek. Ongetwijfeld is
groote voorzichtigheid in deze zaken noodzakelijkmaar las
ter en hoon kunnen strafbaar zijnzonder dat de vrijheid
van drukpers er onder lijdt. Immers zal wel niemand er over
klagendat de bestaande wetgeving tegen laster en hoon van
onze regeeringspersonen en openbare machten ons geen vrij
heid laat om een oordeel te vellen over alle mogelijke wet
ten wetsvoordraohten en handelingen van openbare liehamen
en personen. De vraag is daarom zouden dergelijke straf
bepalingen tegen laster en hoon van vreemde vorsten en re
geeringspersonen niet mogelijk zijnzonder de vrijheid van
drukpers te belemmeren Hiervoor zal echter gezorgd be-
booren te wordendat geen vreemde regeering het recht
erlangt om zich met "onze rechtspleging te bemoeien of een
vervolging te eischen. Onze eigen rechterlijke macht zou
altijd moeten beslissen, of er aanleiding en grond voor ver
volging bestond. In dit opzicht heeft onze wet V8n 28 Sep
tember 1816 aan de vreemde mogendheden een te groote
bevoegdheid gegevenwaarvan zij echter gelukkig geen ge
bruik maken.
Maar ook over hetgeen in de Alkm. Ct. omtrent die wet
is opgemerktheeft de N. Noord-Holl. een paar vragen ge
daan die antwoord verdienen. Echter bij een volgende
gelegenheid. W. v. d. K.
Pruisen. Volgens de Germania maken een aantal gees
telijke orden zieb gereed om zich in liet buitenland te ves
tigen. Andere orden moetenvolgens liberale couranten
hare onroerende bezittingen to gelde gemaakt hebben, om bij
eene verplaatsing vrijer in hare bewegingen te zijn.
Bij het Huis van Afgevaardigden is een wetsontwerp in
gekomen 'twelk verschillende soorten van papieren geld als
niet meer gangbaar en na het einde dezes jaars de rechten
der houders vervallen verklaart. Vóór dien tijd worden zij
aan de pruisische kassen in betaling aangenomendeze
maatregel betreft vooral de voormalige hessische en nassau-
sche muntbiljetten. Mede is ingekomen een wetsontwerp
tot opheffing van het in 1869 gelegde beslag op het ver
mogen van den voormaligen Keurvorst van Hessen, na wiens
overlijden er geen reden meer bestaat om het beslag te
handhaven.
Te Königshüttein Sileziehad de burgemeester zich
naar de school begeven om van de kinderen te vernemen
of een kapellaan wien het geven van godsdienst-onderwijs
verboden wasnog daarmede voortging. De kinderen hunne
veiklaringen onderteekend hebbende, ontstond het gerucht,
dat men hen had laten beloven oud-catholieken te worden.
De oudersvooral de moederskwamen den volgenden dag
de school bestormen om hunne kinderen mede te nemen
en namen zulk eene dreigende houding tegen de onderwij
zers aandat eene afdeeling huzaren de orde moest komen
herstellen.
Het districtsbestuur te Dusseldorp heeft bekend gemaakt,
dat inzamelingen van gelden ten behoeve van catholieke
geestelijken niet geoorloofd zijn dan met goedkeuring van
den opperpresident der provincie. Daarop heeft zich te Kqu-
len eene Vereeniging gevormd, welker statuten aldus aan
vangen: „Art. 1, Tot ondersteuning van hulpbehoevende
priesters vormt zich in het aartsbisdom Keulen eene liefda-
digheidsvereeniging onder den naam van „Paulus-Vereeni
ging." Art. 2. Lid der vereeniging is ieder eatholiek, die
jaarlijks minstens 100 mark (ongeveer 60 gulden) bijdraagt."
De ultramontaansche partij meent op deze wijze aile moei
lijkheden te ontgaan en het verbod van inzamelingen als
hierboven bedoeld zijn te voorkomen.
Een aantal geestelijken zijn op voorstel van het O. M. uit
de gevangenis te Posen ontslagenomdat hun getuigenis
betreffende den geheimen pauselijkeu delegaat „in den ver
anderden staat van zaken" niet meer verlangd werd. Het
schijnt, dat de naar Johannisberg gevluchte bisschop van
Breslau de lang gezochte delegaat is.
De Germania maakt het antwoord openbaar van de prui
sische bisschoppen op het rescript van het ministerie van
9 April j.L, dat tot antwoord op hun rechtstreeks aan den
Keizer gericht adres strekte. Hun antwoord tracht aan te
loonendat de in dat rescript gegispte beweringen der bis
schoppen in het adres niet te vinden zijnhet verwijt der
halve doelloos is. Ten slotte spreken de bisschoppen de
overtuiging uitdat de pauselijke Stoel nooit afkeerig zou
zijn om alle billijke eischen der pruisische regeering in te
willigen.
De heer Duninrussisch onderdaanoud-kanselier van het
fransehe consulaat te Bucharest, die, als verdacht van
de hand te hebben gehad in den ontdekten aanslag tegen
het leven van prins Bismarck en den minister van eeredienst,
te Krakau in hechtenis genomen en uitgeleverd isis den
19 te Berlijn aangekomen en in voorloopig arrest gebracht.
Den 17 hebben te Gent, bij gelegenheid der door de So
ciëteit van den H. Xaverius georganiseerde bedevaart naar
het naburig Oostacker, waaraan 20 a 80000 personen hebben
deelgenomenhevige ongeregeldheden plaats gehadwelke
trouwens voorzien warendaar de groote spoorwegstation
bezet was met een bataljon troependoor den provincialen
gouverneur aangevraagd, ieder soldaat voorzien van 10 scherpe
patronen, terwijl ook de burgemeester, verscheidene policie-
commissarissen de plaatselijke commandant, een aide-de-camp
van den generaal der burgerwacht en eene schaar policie-
agenten tegenwoordig waren. Onder de deelnemenden aan
de processie werd de heer T'Serclaes v. W ouwersomgou
verneur van Oost-Ylaanderenopgemerkt. Bij hunnen terug
keer naar de station zijn de pelgrims met geweldig gejouw
en gefluit begroet, eu toen een aantal hunner met stokken
dreigende verscheen, stortte de menigte zich op den stoet en
ontstond er een gevechtwaarbij de banier der pelgrims
vermeesterd werd en verscheidene personen gewond zijn. De
t.ussehenkomst der policie en gensdarmerie, welke een aantal
personen in hechtenis genomen hebben, heeft erger tooneelen
verhoed. Het schijnt nog niet uitgemaakt of een werkman
door een stokslag neergeveld en onder de voet geraakt, of
door eene hartkwaal of beroerte plotseling gedood is.
Graaf Munsterde duitsche gezant te Londenheeft den
12, aan het jaarlijksche gastmaal van de londensche Natio-
nal-Clubin antwoord op een toast, waarin gesproken was
van Engclauds sympathie met Duitschland in zijne tegen
woordige worsteling tegen het ultramontanismeverzekerd,
dat Keizer Wilhelm, prins Bismarck en de duitsche natie
groote waarde hechten aan deze sympathie, welke getuigt,
dat niet de r. c. godsdienst vervolgd en onderdrukt wordt,
maar dat de duitsche Staat, het oude bolwerk tegen de over-
heersching van Rome, thans tot een protest,antsch Keizerrijk
geworden, het geweten, de vrijheid en de godsdienst be
schermt. Dit protestantsche Keizerrijk, bet, vereenigde Duitsch
land het vereenigde Italië ergert hendie vreezen dat in
landenwaar het nationaliteitsgevoel en daarmede zedelijk
heid en onderwijs ontwikkeleneene nationale Kerk het
gevolg moet zijn. Spr. zag denzelfden strijd in meerdere
of mindere mate in alie landen van Europa; misschien bleef
de worsteling noch eenigen tijd aan Engeland bespaard, maar
wat in Ierland voorviel deed zien waar men heen wilde.
Het Lagerhuis is den 13 tot den 30 verdaagd.
Het Hoogerhuis heeft bij derde lezing aangenomen den 13
de wet omtrent de regimentsvcrruiling van officieren, en den
14 die betreffende de handhaving der openbare rust in Ier
land waarna het tot den 28 is verdaagd.
Den 14 is door de Coronors-jury den heer Jacksoneige
naar van een der_ huizendie bij het in de lucht vliegen
van een schip met benzoline en kruit aan boordop het
Regents- of Grand-Junction-kanaal te Londen, op 2 Oct. '74
vernield zijn zijnen eisch tot schadeloosstelling toegewezen,
op grond dat de Grand-Junction-Canal-Company bij de stuwage
der koopmansgoederenwelke zij vervoertniet de noodige
maatregelen van voorzorg in acht neemt.
In de ijzerfabrieken van DowlaisRhyming en Blaena-
vanin zuidelijk Wales, is de arbeid hervat.
Van de Geünieerde Grieken zijn thans reeds tot de ortho-
dox-Grieksche Kerk overgegaan 243 gemeenten, met 202
geestelijken en 236.000 leden. Bij de unie blijven voorloo
pig nog 23 gemeenten, met 23 geestelijkenen 27000 leden.
De prins v. Oranje is den 17 op reis gegaan naar Carls
bad om daar iu het belang zijner gezondheid eenigeu tijd
te verblijven.
Staten-Generaal. De 2" Kamer heeft den 19, na ver
werping van 5 amendementen ook art. 1 der wet tot voor
ziening tegen hondsdolheid (het beginsel der wet) verworpen
met 36 tegen 25 st. De minister verzocht schorsing van het
debatom alsnog wijziging in het ontwerp te brengen.
Den 20 is met 55 tegen 4 st. verworpen het ontwerp tot
bekrachtiging van onderhandsehen verkoop, voor 1403,
aan de herv. gemeente te Veere van het voormalig kerkge
bouw aldaar, en zulks op grond dat het kerkbestuur zich
niet verbinden wil, dit merkwaardig gebouw in stand te hou
den. Eenige kleine wetten werden met alg. st. aangenomen,
waaronder de overeenkomst met Pruisenbetreffende de in
dijking van den Dollard, de ontwerpen tot verkoop der ves-
tinggronden aan de gemeente Sluis, tot afstand van derge
lijke gronden aan de gemeente Coevorden en tot verbreeding
van de Beurssteeg te Amsterdam.
Den 21 is het gewijzigd ontwerp tot voorziening tegen
hondsdolheid behandeld en art. 1 daarvan (verplichte afma
king of vastlegging bij dolheidmet aangifte aan den bur
gemeester) aangenomen.
Benoemingen. Tot heemraad van het waterschap de
Sebermeer is benoemd A. Konijntot dijkgraaf van den pol
der Wieringerwaard D. Kaan Je., tot heemraad J. Koog De.
De genl.-majoor Hardenlerg is, op zijn verzoek, eervol
ontslagen als secretaris-generaal bij het ministerie van oorlog,
en in die betrekking vervangen door den tot genl.-majoor
bevorderden kolonel Rodi de Loo.
Verkeer. Gedurende de beide Pinksterdagen zijn over
den Hollandsehen spoorweg omstreeks 30000, over den Rijn
spoorweg ongeveer 10000 reizigers te 's Gravenhage aange
komen of van daar vertrokken. Over de lijnen van den Holl.
spoorweg zijn 76,356over den Oosterspoorweg bovendien
nog 15109, door de Amsterdamscke Omnibusmaatschappij
25164 personen vervoerd.
Onderwijs. Door den burgemeester van Urk is een
80tal kinderen, allen beneden de 10 jaren, die werkzaam
waren bij of in de ansjoviszouterijenvan daar verwijderd
en weder ter school gezonden.
In de 15". algemeene vergadering der Vereeniging voor
ckrist.-nat. onderwijs, den 19 te Utrecht gehouden, heeft
zich met alg. st. op 1 na in beginsel voor restitutie verklaard.
Schutterij. De commissaris des Konings in Limburg
beeft zijne toestemming niet verleend tot bet rekwireeren
krachtens art. 45 der schutterijwet van de schutterij te Maas
tricht voor de S. Servaasprocessie. De maastrichtscke wet
houders hebben daarop andermaal de oproeping op gront
van art. 44 bevolen. De burgemeester en de commissaris
des Konings hebben zich op nieuw tegen de uitvoering ver
klaard, en eerstgenoemde heeft het door het dagelijksch be
stuur genomen besluit ter vernietiging of schorsing aan den
Koning voorgedragen. De processiewaaraan de com-
missas des Konings deelnam, is den 16 onder groote toe
loop en onder bet geleide van marécliausées gebonden.
Visscherij. Een 40tal engelsohe visscher-kotters is bij
Amelandondanks gedane waarschuwingmidden door het
want der wierumer visschers gevaren en heeft dit medegenomen.
Sterke drank. Ook prins Hendrik heeft aan Multapatior
zijne tevredenheid betuigd met diens plannen ter bestrijding
van misbruik van sterken drank.
Oudheden. Bij het uitdiepen der Tweebaksmarkt te Leeu
warden is een steenen borstbeeld gevondenhetwelk voor
dat van Casper de Bolles (stadhouder van Friesland onder
Philips II) wordt gehouden. Het zal in het provinciaal
kabinet van oudheden geplaatst worden.
Rampen. Den 14 heeft aan den Nieuwen Neuzenpolder
een dijkval plaats gehad over eene lengte van ruim 280 eu
eene breedte van ongeveer 60 ellen. De aangelegde buiten
gewone werken in 1873 en 74 op dat punt - waar geluk
kig een inlaagdijk aanwezig is hebben door dezen val
zeer veel geleden.
Den 15 zijn te Amstelveen 3 huizen en 1 schuurtje afge
brand door het werpen van niet voldoende gedoofde asch
op een mestvaalt achter een houten perceel. De inboedels
der 6 gezinnen zijn grootendeels gered en de huizen waren
voor 2000 verzekerd.
Den 16 heeft te Bussem een spoorwegwachter het leven
verloren door het redden van een jong kind, dat zich op de
rails bevond toen de trein aankwam. Hij bracht het op het
perrondoch werd zelf overreden. De wagens gingen hem
over beide beenen, en binnen een uur was hij een lijk.
Den 18 is een werkman van den eonstriictiewinkel van den
Staatsspoorweg te Zwolle tusschen de buffers geraakt van 2
wagonsdie met kracht tegen elkander inliepenzijn toe
stand was zeer bedenkelijk. Kort daarna sloeg de bliksem in
bet gebouw, waardoor een schoorsteen naar beneden stortle,
eenige stukken staal en ijzer her- en derwaarts geworpen
werden en van een werkman, die eene hevige hitte gevoelde