No. 21. Zevenënzeventigste Jaargang. 1875. 23 M E I. Z O N 1) A G #fficiëcï <®3cbccllc Voor vluchtige lezers. ©Slcfsciijköchc öciucfttcn, üuïaschland. Belgie. («rooi SBrittanje en Ierland. Busliind. Binnenland. M A A C H E C 0 U Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco per post f O,S0, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER. ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR roepen op de zich hier bevindende verlofgangers der militie te land, behoorende tot. de ligtingen 1871 187'2, 1878 en 1874, voor zooverre zij vóór 1 April 1875 in het genot van onbepaald verlof waren gesteld, om zich op Dingsdag 8 Junij dezes jaars, des voormiddags ten 10 ure te laten vinden vóór het Raadhuis dier gemeenteom aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden onderzochtg e- kleed in uniform en voorzien van al de door hen van het corps medegebragte kleeding- en equipementstukken, benevens zakboekje en verlofpas. Burgemeester en IC ethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 20 Mei 1875. De Secretaris, NUHOUT van dek VEEN. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR maakt bekend, dat gedurende dertig dagen, op de secretarie dier gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd eene opgaaf van wijzigingen in de uitkomsten der herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen in deze gemeente, waarvan in voldoening aan artikel 21, in verband met artikel 17 der wet van 22 Julij 1878 (Staatsblad n°. 116) bij deze afkondiging geschiedt. De Burgemeester voorn Alkmaar22 Mei 1875. A. MACLAINE PONT. De houders van twee eonpons van de geldleening der ge meente Alkmaar van 1872, verschenen 31 December 1874, worden verzocht die ten spoedigste bij den gemeente-ontvan ger ter betaling aantebieden. ROMKE ESSEN laatst, gewoond hebbende te Blokzijl LAURENT1US ADRIANUS METJNE en TEUNIS KAN SEN worden verzocht zich aantemelden ter gemeente-secretarie P O Li T I E. Ter terugbekomlng aan bet commissariaat van politie voor handen het navolgende gevondene, als: een sleuteltwee schapen, vier ledigepretroleumvaten; verder zijn aldaar inlichtin gen te bekomen omtrent een gedeelte van eene gouden medailjon. Die artikeleu in een courant schrijft moet bedacht wezen op vluchtige lezers. De meesten die het blad in banden ne men en het hoofdartikel niet overslaankunnen toch niet gezegd worden het te lezen. Zij zien het inof loopen het door, hebben niet gelezen wat bij vorige gelegenheden over hetzelfde onderwerp is gezegden zullen waarschijnlijk niet lezen wat er een volgende keer over geschreven zal worden. Andere eischen mag men evenwel stellen aan de redactie van een ander blad, die van het artikel melding maakt en er haar aan- en opmerkingen bijvoegt. Van haar mag ondersteld wordendat zij tot de bestendige lezers behoortdie ook notitie hebben genomen van vroegere opstellen. Want dat is noodigwillen schrijver en lezers elkander verstaan. De reden is eenvoudig. Een courant-artikel mag een zekere lengte niet te boven gaan. Vele onderwerpen zijn echter te veel omvattend, om ze in een be:rekkelijk kort artikel be hoorlijk te behandelen en van alle zijden te bezien. Zij komen daarenboven van tijd tot tijd weer aan de orde. Dan wor den zij opnieuw opgevat en naar aanleiding van nieuwe feiten of nieuwe geschriften wordt er weer het een of ander van gezegd. Daarbij mag de schrijver echter als bekend onder stellen wat vroeger in het midden is gebracht. De lezer dient althans te hegrijpen dat het onderwerp reeds meermalen is behandeld. Acht iemand het de moeite waard er iets over te zeggen hij is verplicht ook het vroeger geschrevene op te zoeken en te lezen. Dat heeft de redactie van de Nieuwe Noord-Hollander ver zuimd toen zij in het nummer van 9 Mei 11., het artikel „Burenrechten en plichten" uit de Alkmaarsche Courant van 2 Mei aan haar lezers mededeeldeen aan die mededeeling eenige vragen en opmerkingen toevoegde. De redactie meende uit, de gebezigde woorden de gevolgtrekkingen te moeten maken, dat hun schrijven geen afkeuring over heeft voor het plan der Pruisische regeering om druk uit te oefenen op kleinere statenzooals België en Nederland, ten einde zoo doende dezen te noodzaken hunne wetgevingen in dien zin te wijzigen, dat zij, al is het ook als „nasleep", met Pruisen tegen de „ultramontanen" zuilen „maatregelen nemen." Zij vraagt daarop, welke maatregelen er dan genomen zouden moeten worden. Moet de vrijheid van drukpers aan banden gelegd? Alleen ter wille van Duitschland? Of ook b.v. ter wille van Frankrijk „Is de vrijheid van drukpers alleen voor liberalistische bladen? Of wil de schrijver in de Alkm. Ct., dat men hem believe die de sterkste is?" -Wil hij daar entegen de vrijheid van drukpers laten bestaan maar mis schien de Duitsche geestelijkendie naar ons land zijn ge weken over de grenzen gejaagd hebben Maar waarom dan niet de Fransehe republiekeinen verjaagddie indertijd hier heen waren gevlucht „Of moeten wel priestersdie niets doen dan misschien biddenover de grenzen gezet geen Communards en Internationalisten geweerd worden? Was het noodig geweest, dergelijke vragen te doen, wan neer de redactie van de N. N. E. gelet had op hetgeen bij verschillende gelegenheden herhaaldelijk in de Alkm. Ct. over de nieuwe Pruisische wetten betreffende de landskerken en do geestelijkheid en over de nota van de Belgische regeering is gezegd i Tot rechtvaardiging van het ontkennend antwoord op die vraag kan eenvoudig verwezen worden naar hetgeen om niet van vroegeren tijd te spreken nog onlangs in dit blad is geschreven. Zoo vindt men b.v. in het nummer van 14 Februari: „Nooit kerkelijke wetten als de Pruisische in Nederland maar vrijheidvolkomen vrijheid v.oor alle kerkgenootschap pen en onthouding van den staat van elke inmenging in kerkelijke regeling, van elke bemoeiing met kerkelijk? be langen en godsdienstige vraagstukken." In het nummer van 18 April„Een politieke tout, schijnt echter evenzeer de Pruisische nota aan de regsering van Bel gië. Pruisen heeft wel niet de onafhankelijkheid van België hedreigd en de vrijheid van drukpers belaagdmaar wat Pruisen van Belgie verlangt is niettemin van dien aard, dat dit kleine land teu genoegen van eeu vreemde mogendheid zijn vrijzinnige instellingen zou moeten wijzigen om er aan te voldoen. Dergelijke verzoeken van een groot en machtig rijk aan een kleinen staat hebben altijd een zeer bedenkelijke zijde; zij herinneren aan de Napoleontische suprematie. Het beginsel dat Pruisen voorop zet is juist: geen staat mag ge- doogen dat zijn onderdanen de binnenlandsche rust van een naburigen staat, verstoren en dat zijn grondgebied de wa penplaats wordt voor aanslagen tegen de openbare orde in naburige rijken en tegen de veiligheid hunner onderdanen. Maar kan daarvan sprake zijn?" enz. En verder: „België zou dus de geestelijkheid niet vrij mogen laten om haar in stemming uit te drukken met de houding der Pruisische bisschoppen o p e n 1 ii k de handelingen van bijzondere per sonen moeten afkeuren, eu het te kennen geven van den wil tot een strafbare daad moeten straffen, zonder dat iets tot, het, plegen of zelfs maar tot het voorhereiden van die daad was geschied. Maar dan zou België de Pruisische po litiek moeten volgen en zijn eigen instellingen moeten ver loochenenwaarvan de belgische regeering verklaart, dat zij gedurende weldra een halve eeuw de proef hebben doorstaan en de onmisbare voorwaarden zijn geworden van het volks bestaan instellingen en beginselenwaarvan ook wij Ne derlanders een betere uitkomst verwachten dan van het Prui sische stelsel." Het bovenstaande zal voldoende zijn. Intusschen heeft de Pruisische nota ten gevolge van na dere toelichtingen een anderen zin gekregendan *fer aan vankelijk vrij algemeen aan werd toegekend, 't Is onnoodig te onderzoekenof men de Pruisische nota verkeerd had begrepenof dat Pruisenden ongunstigen indruk bespeu rende dien zij schier overal heeft gemaaktzelf haar betee- kenis en bedoeling beeft verzacht. Die nota is dus in elk geval een politieke fout geweest, Zij heeft wantrouwen ver wekt, en een wantrouwen dat niemand zal betreuren, die de fijngevoeligheid van kleine Staten op het punt, hunner vrij heid en onafhankelijkheid op prijs stelt. Het beginsel dat Pruisen in zijn nota voorop stelde is echter door de Alkm. Ct. van den aanvang af juist genoemd. Of wie zal niet met de Prui sische regeering erkennendat geen Staat magge- doogen, dat zijn onderdanen de binnenland sche rust van een naburigen Staat versto ren, en dat zijn grondgebied de wapenplaats wordt voor aanslagen tegen de openbare orde in naburige rij ken en tegen de veilig heid hunner onderdanen? Als nu maar uit dat beginsel geen verkeerde gevolgtrekkingen gemaakt, opgrond van dat beginsel geen onbillijke eischen worden gedaan Maar Pruisen verklaart niets te eischenhet wil in over weging geven en met de andere mogendheden in overleg tre den. Wat? En waarover? Geen maatregelen tegen jle vrij heid van drukpers geen wijziging van eigen eonstitutioneele instellingen en beginselen van wetgeving, maar het straf baar stellen van die daden tegen de rust en de veiligheid van andere Staten of tegen de eer en het leven hunner vor sten die volgens de bestaande wetten reeds strafbaar zijn wanneer zij tegen het eigen land of tegen den eigen Vorst zijn gericht. Zoo is bij voorbeeld in onze wet straf bedreigd tegen "aanslag of samenspanning, gericht tegen het leven van den Koning of de leden van zijn geslachtof ten doel heb bende omverwerping of verandering van de regeering of de orde der troonsopvolgingof het onder de wapenen brengen der burgers tegen het wettig gezag. Ook wanneer er geen samenspanning heeft bestaan maar iemand daartoe een voor stel heelt gedaan dat niet is aangenomenvalt hij onder het bereik onzer strafwet. Nu wil Pruisen gevraagd hebben, of het niet billijk isook straf te bedreigen tegen deze aansla gen of samenspanningen en voorstellen daartoewanneer zij gerigt zijn tegen vreemde vorstenleden van vorstelijke ge slachten of de omverwerping van de regeering in andere Staten ten doel hebben. Evenzoo zouden laster en beleedi- ging van vreemde vorsten en regeeringen en aansporingen tot verzet, oproer en burgeroorlog van vreemde onderdanen met straf bedreigd kunnen wordenzooals reeds het geval is wanneer zij onzen eigen vorst of onze eigen regeering be treffen. Die vragen verdienen onderzoek. Ongetwijfeld is groote voorzichtigheid in deze zaken noodzakelijkmaar las ter en hoon kunnen strafbaar zijnzonder dat de vrijheid van drukpers er onder lijdt. Immers zal wel niemand er over klagendat de bestaande wetgeving tegen laster en hoon van onze regeeringspersonen en openbare machten ons geen vrij heid laat om een oordeel te vellen over alle mogelijke wet ten wetsvoordraohten en handelingen van openbare liehamen en personen. De vraag is daarom zouden dergelijke straf bepalingen tegen laster en hoon van vreemde vorsten en re geeringspersonen niet mogelijk zijnzonder de vrijheid van drukpers te belemmeren Hiervoor zal echter gezorgd be- booren te wordendat geen vreemde regeering het recht erlangt om zich met "onze rechtspleging te bemoeien of een vervolging te eischen. Onze eigen rechterlijke macht zou altijd moeten beslissen, of er aanleiding en grond voor ver volging bestond. In dit opzicht heeft onze wet V8n 28 Sep tember 1816 aan de vreemde mogendheden een te groote bevoegdheid gegevenwaarvan zij echter gelukkig geen ge bruik maken. Maar ook over hetgeen in de Alkm. Ct. omtrent die wet is opgemerktheeft de N. Noord-Holl. een paar vragen ge daan die antwoord verdienen. Echter bij een volgende gelegenheid. W. v. d. K. Pruisen. Volgens de Germania maken een aantal gees telijke orden zieb gereed om zich in liet buitenland te ves tigen. Andere orden moetenvolgens liberale couranten hare onroerende bezittingen to gelde gemaakt hebben, om bij eene verplaatsing vrijer in hare bewegingen te zijn. Bij het Huis van Afgevaardigden is een wetsontwerp in gekomen 'twelk verschillende soorten van papieren geld als niet meer gangbaar en na het einde dezes jaars de rechten der houders vervallen verklaart. Vóór dien tijd worden zij aan de pruisische kassen in betaling aangenomendeze maatregel betreft vooral de voormalige hessische en nassau- sche muntbiljetten. Mede is ingekomen een wetsontwerp tot opheffing van het in 1869 gelegde beslag op het ver mogen van den voormaligen Keurvorst van Hessen, na wiens overlijden er geen reden meer bestaat om het beslag te handhaven. Te Königshüttein Sileziehad de burgemeester zich naar de school begeven om van de kinderen te vernemen of een kapellaan wien het geven van godsdienst-onderwijs verboden wasnog daarmede voortging. De kinderen hunne veiklaringen onderteekend hebbende, ontstond het gerucht, dat men hen had laten beloven oud-catholieken te worden. De oudersvooral de moederskwamen den volgenden dag de school bestormen om hunne kinderen mede te nemen en namen zulk eene dreigende houding tegen de onderwij zers aandat eene afdeeling huzaren de orde moest komen herstellen. Het districtsbestuur te Dusseldorp heeft bekend gemaakt, dat inzamelingen van gelden ten behoeve van catholieke geestelijken niet geoorloofd zijn dan met goedkeuring van den opperpresident der provincie. Daarop heeft zich te Kqu- len eene Vereeniging gevormd, welker statuten aldus aan vangen: „Art. 1, Tot ondersteuning van hulpbehoevende priesters vormt zich in het aartsbisdom Keulen eene liefda- digheidsvereeniging onder den naam van „Paulus-Vereeni ging." Art. 2. Lid der vereeniging is ieder eatholiek, die jaarlijks minstens 100 mark (ongeveer 60 gulden) bijdraagt." De ultramontaansche partij meent op deze wijze aile moei lijkheden te ontgaan en het verbod van inzamelingen als hierboven bedoeld zijn te voorkomen. Een aantal geestelijken zijn op voorstel van het O. M. uit de gevangenis te Posen ontslagenomdat hun getuigenis betreffende den geheimen pauselijkeu delegaat „in den ver anderden staat van zaken" niet meer verlangd werd. Het schijnt, dat de naar Johannisberg gevluchte bisschop van Breslau de lang gezochte delegaat is. De Germania maakt het antwoord openbaar van de prui sische bisschoppen op het rescript van het ministerie van 9 April j.L, dat tot antwoord op hun rechtstreeks aan den Keizer gericht adres strekte. Hun antwoord tracht aan te loonendat de in dat rescript gegispte beweringen der bis schoppen in het adres niet te vinden zijnhet verwijt der halve doelloos is. Ten slotte spreken de bisschoppen de overtuiging uitdat de pauselijke Stoel nooit afkeerig zou zijn om alle billijke eischen der pruisische regeering in te willigen. De heer Duninrussisch onderdaanoud-kanselier van het fransehe consulaat te Bucharest, die, als verdacht van de hand te hebben gehad in den ontdekten aanslag tegen het leven van prins Bismarck en den minister van eeredienst, te Krakau in hechtenis genomen en uitgeleverd isis den 19 te Berlijn aangekomen en in voorloopig arrest gebracht. Den 17 hebben te Gent, bij gelegenheid der door de So ciëteit van den H. Xaverius georganiseerde bedevaart naar het naburig Oostacker, waaraan 20 a 80000 personen hebben deelgenomenhevige ongeregeldheden plaats gehadwelke trouwens voorzien warendaar de groote spoorwegstation bezet was met een bataljon troependoor den provincialen gouverneur aangevraagd, ieder soldaat voorzien van 10 scherpe patronen, terwijl ook de burgemeester, verscheidene policie- commissarissen de plaatselijke commandant, een aide-de-camp van den generaal der burgerwacht en eene schaar policie- agenten tegenwoordig waren. Onder de deelnemenden aan de processie werd de heer T'Serclaes v. W ouwersomgou verneur van Oost-Ylaanderenopgemerkt. Bij hunnen terug keer naar de station zijn de pelgrims met geweldig gejouw en gefluit begroet, eu toen een aantal hunner met stokken dreigende verscheen, stortte de menigte zich op den stoet en ontstond er een gevechtwaarbij de banier der pelgrims vermeesterd werd en verscheidene personen gewond zijn. De t.ussehenkomst der policie en gensdarmerie, welke een aantal personen in hechtenis genomen hebben, heeft erger tooneelen verhoed. Het schijnt nog niet uitgemaakt of een werkman door een stokslag neergeveld en onder de voet geraakt, of door eene hartkwaal of beroerte plotseling gedood is. Graaf Munsterde duitsche gezant te Londenheeft den 12, aan het jaarlijksche gastmaal van de londensche Natio- nal-Clubin antwoord op een toast, waarin gesproken was van Engclauds sympathie met Duitschland in zijne tegen woordige worsteling tegen het ultramontanismeverzekerd, dat Keizer Wilhelm, prins Bismarck en de duitsche natie groote waarde hechten aan deze sympathie, welke getuigt, dat niet de r. c. godsdienst vervolgd en onderdrukt wordt, maar dat de duitsche Staat, het oude bolwerk tegen de over- heersching van Rome, thans tot een protest,antsch Keizerrijk geworden, het geweten, de vrijheid en de godsdienst be schermt. Dit protestantsche Keizerrijk, bet, vereenigde Duitsch land het vereenigde Italië ergert hendie vreezen dat in landenwaar het nationaliteitsgevoel en daarmede zedelijk heid en onderwijs ontwikkeleneene nationale Kerk het gevolg moet zijn. Spr. zag denzelfden strijd in meerdere of mindere mate in alie landen van Europa; misschien bleef de worsteling noch eenigen tijd aan Engeland bespaard, maar wat in Ierland voorviel deed zien waar men heen wilde. Het Lagerhuis is den 13 tot den 30 verdaagd. Het Hoogerhuis heeft bij derde lezing aangenomen den 13 de wet omtrent de regimentsvcrruiling van officieren, en den 14 die betreffende de handhaving der openbare rust in Ier land waarna het tot den 28 is verdaagd. Den 14 is door de Coronors-jury den heer Jacksoneige naar van een der_ huizendie bij het in de lucht vliegen van een schip met benzoline en kruit aan boordop het Regents- of Grand-Junction-kanaal te Londen, op 2 Oct. '74 vernield zijn zijnen eisch tot schadeloosstelling toegewezen, op grond dat de Grand-Junction-Canal-Company bij de stuwage der koopmansgoederenwelke zij vervoertniet de noodige maatregelen van voorzorg in acht neemt. In de ijzerfabrieken van DowlaisRhyming en Blaena- vanin zuidelijk Wales, is de arbeid hervat. Van de Geünieerde Grieken zijn thans reeds tot de ortho- dox-Grieksche Kerk overgegaan 243 gemeenten, met 202 geestelijken en 236.000 leden. Bij de unie blijven voorloo pig nog 23 gemeenten, met 23 geestelijkenen 27000 leden. De prins v. Oranje is den 17 op reis gegaan naar Carls bad om daar iu het belang zijner gezondheid eenigeu tijd te verblijven. Staten-Generaal. De 2" Kamer heeft den 19, na ver werping van 5 amendementen ook art. 1 der wet tot voor ziening tegen hondsdolheid (het beginsel der wet) verworpen met 36 tegen 25 st. De minister verzocht schorsing van het debatom alsnog wijziging in het ontwerp te brengen. Den 20 is met 55 tegen 4 st. verworpen het ontwerp tot bekrachtiging van onderhandsehen verkoop, voor 1403, aan de herv. gemeente te Veere van het voormalig kerkge bouw aldaar, en zulks op grond dat het kerkbestuur zich niet verbinden wil, dit merkwaardig gebouw in stand te hou den. Eenige kleine wetten werden met alg. st. aangenomen, waaronder de overeenkomst met Pruisenbetreffende de in dijking van den Dollard, de ontwerpen tot verkoop der ves- tinggronden aan de gemeente Sluis, tot afstand van derge lijke gronden aan de gemeente Coevorden en tot verbreeding van de Beurssteeg te Amsterdam. Den 21 is het gewijzigd ontwerp tot voorziening tegen hondsdolheid behandeld en art. 1 daarvan (verplichte afma king of vastlegging bij dolheidmet aangifte aan den bur gemeester) aangenomen. Benoemingen. Tot heemraad van het waterschap de Sebermeer is benoemd A. Konijntot dijkgraaf van den pol der Wieringerwaard D. Kaan Je., tot heemraad J. Koog De. De genl.-majoor Hardenlerg is, op zijn verzoek, eervol ontslagen als secretaris-generaal bij het ministerie van oorlog, en in die betrekking vervangen door den tot genl.-majoor bevorderden kolonel Rodi de Loo. Verkeer. Gedurende de beide Pinksterdagen zijn over den Hollandsehen spoorweg omstreeks 30000, over den Rijn spoorweg ongeveer 10000 reizigers te 's Gravenhage aange komen of van daar vertrokken. Over de lijnen van den Holl. spoorweg zijn 76,356over den Oosterspoorweg bovendien nog 15109, door de Amsterdamscke Omnibusmaatschappij 25164 personen vervoerd. Onderwijs. Door den burgemeester van Urk is een 80tal kinderen, allen beneden de 10 jaren, die werkzaam waren bij of in de ansjoviszouterijenvan daar verwijderd en weder ter school gezonden. In de 15". algemeene vergadering der Vereeniging voor ckrist.-nat. onderwijs, den 19 te Utrecht gehouden, heeft zich met alg. st. op 1 na in beginsel voor restitutie verklaard. Schutterij. De commissaris des Konings in Limburg beeft zijne toestemming niet verleend tot bet rekwireeren krachtens art. 45 der schutterijwet van de schutterij te Maas tricht voor de S. Servaasprocessie. De maastrichtscke wet houders hebben daarop andermaal de oproeping op gront van art. 44 bevolen. De burgemeester en de commissaris des Konings hebben zich op nieuw tegen de uitvoering ver klaard, en eerstgenoemde heeft het door het dagelijksch be stuur genomen besluit ter vernietiging of schorsing aan den Koning voorgedragen. De processiewaaraan de com- missas des Konings deelnam, is den 16 onder groote toe loop en onder bet geleide van marécliausées gebonden. Visscherij. Een 40tal engelsohe visscher-kotters is bij Amelandondanks gedane waarschuwingmidden door het want der wierumer visschers gevaren en heeft dit medegenomen. Sterke drank. Ook prins Hendrik heeft aan Multapatior zijne tevredenheid betuigd met diens plannen ter bestrijding van misbruik van sterken drank. Oudheden. Bij het uitdiepen der Tweebaksmarkt te Leeu warden is een steenen borstbeeld gevondenhetwelk voor dat van Casper de Bolles (stadhouder van Friesland onder Philips II) wordt gehouden. Het zal in het provinciaal kabinet van oudheden geplaatst worden. Rampen. Den 14 heeft aan den Nieuwen Neuzenpolder een dijkval plaats gehad over eene lengte van ruim 280 eu eene breedte van ongeveer 60 ellen. De aangelegde buiten gewone werken in 1873 en 74 op dat punt - waar geluk kig een inlaagdijk aanwezig is hebben door dezen val zeer veel geleden. Den 15 zijn te Amstelveen 3 huizen en 1 schuurtje afge brand door het werpen van niet voldoende gedoofde asch op een mestvaalt achter een houten perceel. De inboedels der 6 gezinnen zijn grootendeels gered en de huizen waren voor 2000 verzekerd. Den 16 heeft te Bussem een spoorwegwachter het leven verloren door het redden van een jong kind, dat zich op de rails bevond toen de trein aankwam. Hij bracht het op het perrondoch werd zelf overreden. De wagens gingen hem over beide beenen, en binnen een uur was hij een lijk. Den 18 is een werkman van den eonstriictiewinkel van den Staatsspoorweg te Zwolle tusschen de buffers geraakt van 2 wagonsdie met kracht tegen elkander inliepenzijn toe stand was zeer bedenkelijk. Kort daarna sloeg de bliksem in bet gebouw, waardoor een schoorsteen naar beneden stortle, eenige stukken staal en ijzer her- en derwaarts geworpen werden en van een werkman, die eene hevige hitte gevoelde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1875 | | pagina 1