rm I No. n. Zevenenzeventigste Jaargang. 1875. A ZONDAG 6 JUNI. Mr. J. L. DE BRUYN KOPS Mr. W. VAN OER KAAY, J sa is ij ©fficice! (Bcbccltc cou w E. Jaren lang is het hoofdkiesdistrict Alkmaar slechts in naam ter Staten-Generaal vertegenwoordigd ge weest Naast den conservatieven afgevaardigde Jhr. Mr. 0. van FOREESThad steeds iemand van tegengestelde beginselen zitting. Telkens wan neer de geopende stembus den kiezers de gele genheid schonk om van hun wil te doen blijken bleek de meerderheid van dit district de liberale beginselen toegedaan, tooncie zich die meerderheid gehecht aan de openbare schoolgestemd voor eene ruime toepassing der beginselen die het jaar 1848 in onze Grondwet heeft gebracht, ge negen om staathuishoudkundigen als DE BR1JYA KOPS te steunen aan wier onvermoeide pogin gen om den handel en het verkeer.te bevrijden van de belemmerende banden van een verouderd belastingstelselwij voor een goed deel de ver hoogde algemeene welvaart, die Nederland thans geniet, verschuldigd zijn. Alleen wanneer het ge wicht der terecht hooggeachte persoonlijkheid van wijlen Mr. van FOREEST in de schaal werd ge worpen, vermogt de conservative partijgesteund door alleswat niet liberaal heeten wilde zege te behalen. Op dit oogenblik dus mag de liberale partij met vertrouwen op een voor haar gunstigen uitslag rekenen. Een vertrouwen, dat alleen door onver schilligheid en zwakheid in eigen boezem zoude kunnen worden beschaamd; want de meerderheid die eenmaal Generaal KNOOP en Mr. de BRUYN KOPS ter Staten-Generaal afvaardigde, heeft het in hare hand, ditmaal en dan waarschijnlijk voor langen tijd aan twee politieke medestanders een mandaat te verschaffen. Mogt dit haar mislukken, zij zal het niemand dan zich zelve te wijten hebben. Pligtsvervulling van ieder onzer spare haar dit bit ter zelfverwijt De beide mannen die door de Centrale kies- vereeniging aan de kiezers worden aanbevolen zijn in elk opzicht waardig om de belangen van dit district te vertegenwoordigen. Immers al vertegen woordigen de leden der Siaten-Generaal het geheele Nederlandsche Volk toch blijft het een gegronde en billijke eischdat zij meer in het bijzonder studie hebben gemaakt van de behoeften en de regtmatige wenschen van het district, waaraan zij hunne plaats te danken hebben. Uit begreep ook de meerderheid (69 stemmen) der talrijke vergadering, door de Centrale kies- vereeniging den 31 Mei gehoudentoen zij Mr. IV. VAU 1)11 K KAAY tot candidaat stelde. Meer dan een ander kent hij Noord- Holland. En die kennis is van de edelste soort, gegrond op ernstige studie. Geen Noord-Hollandsch belang werd ter sprake gebragt, zonder dat Mr. W. VAN DER IAAAY zijne altijd belangrijke, veelal welsprekende adviezenmeestal in de Alkm. Cou rant daarover ten beste gaf. Een warm verde diger vond in hem de spoorweg-verbinding tus- schen Noord-Holland en Friesland, een ernstig onderzoek wijdde hij aan de droogmaking van de Wieringermeerzijne pogingen als lid der Prov. Staten aangewend om tot eene definitive regeling van de zaken van de Hondsbossche te geraken zijn nog in ieders geheugen. Ja, er is bijna geene zaak die de hoofden en harten in dit district heeft warm gemaakt, te noemen, of Mr. VAV DER KAAY stond vooraan onder hendie op studie en on derzoek aandrongenwaartoe hij zelf het voor beeld gaf. Hij arbeidde veel en schuwde 't licht der openbaarheid nooitwaar anderen zwegen uit menscheuvreessprak hij uit pligtgevoel. Hij wandelde met open deurenen won hij veel vrien den het kon niet missen dat op ondergeschikte punten van verschil bleek. Zal hem dit nadeel zijn Wij vertrouwen het te gendeel; want nooit zullen de kiezers iemand vin den, met wien ieder hunner 't eens is op alle pun ten. Ligtelijk vinden zij iemand van wien zij zoo weinig wetendat ze 't zich verbeelden kunnen een zelfbedrog, dat-tot teleurstelling voert, eene onwetendheid, die grootere verschilpunten slechts tijdelijk aan het oog onttrekt. Erkentelijkheid is geen politieke deugd. Het belang van het algemeen behoort elk ander gevoel tot zwijgen te brengen. Zelden echter stond een af gevaardigde tot zijne kiezers in zulk eene naauwe wij zouden bijna zeggen vertrouwelijke verstand houding, als Mr. VAN DER KAAY tot de liberale partij in dit district; hij was haar vertegenwoor diger en haar kandidaat, toen slagen onwaarschijn lijk moest heeten. Het is billijkdat hij het ook thans zij nu wij ons de zege mogen beloven. Onze kandidaat, niet wit erkentelijkheid, maar «rf er kentelijkheid voor grooteniet genoeg gewaar deerde diensten. Te zarnen met Mr. DE RREY1V KOPS afgevaar digd, zullen beiden elkander steunen tot heil van het land en dit district. Mr. DE BRIYY KOPS is een staathuishoudkundige van niet geringen naam. Reeds meermalen toonden de kiezers, dat zij dit wisten te waardeeren. Wij leven in een tijd, dat staathuishoudkunde meer dan staatkunde invloed heeft op ons lot. De leer van de algemeene welvaartde belangen der nijverheid, de behoeften van het verkeer, belas tingwezen en openbare werken treden meer op den voorgrond, dan de eigenlijke staatkunde. In al die belangendie binnen kort moeten behandeld wordenheeft dit district een ruim deel. Het is een landbouwend district, en de herziening der grondbelasting komt ter sprakehet grenst aan de Zuiderzeeen deze is bestemd eene nieuwe pro vincie te worden; wij hebben spoorwegen noodig, en de wet ligt ter behandeling gereedde toestand der Ainsterdamsche Kanaalmaatschappij eischtover iets korter of langer de beslissing der wetgevende magt, en de toekomst van het Nieuwediep kan daarvan voor een goed deel afhangenook de uit zonderingswetten die de gemeente-financiën van Alkmaar en den Helder regelen, moeten weldra vervangen worden. Kunt ge bepalen, welke waarde het dan voor ons kan hebben, dat een man als Mr. DE BRLYN KOPS, die zijn leven aan staat huishoudkundige studiën heeft gewijd, in de ge legenheid is om zijne meening te doen kennen in 's lands raadzaal, om het noodige en nuttige te bevorderenhet schadelijke en nadeelige tegen te houden? Onberekenbaar kan die waarde zijn voor ons en voor het landmen vergete toch nietdar de Kamer thans slechts twee leden teltdie zich bij voorkeur op staathuishoudkundig gebied bewe gen, de Ileer Mr. DE BRUYN KOPS en de Heer Mr. S. VAN HOUTEN. Of 't echter raadzaam is. de zeer radicale begrippen van dezen laatste zonder tegenwicht te laten, daaraan twijfelen wij zeer. Voor het eerst werden ditmaal, tegenover libe ralen en conservativen beidenantirevolutionaire kandidaten gesteld. Kon overgroote ijver en.krachts- inspanning van een klein getal leiders iemand in de Kamer brengendan zouden de kansen van Jhr. LOIIMAN en Prof. DE GEER allergunstigst staan. Maar voor deze partij vreezen wij niet. Vreemd aan dit district, vreemd aan Noord-Holland kunnen zij slechts op de stemmen rekenen van hen, die den oorlog tegen de openbare neutrale school willen medemaken. Die dat doen wil, moge het voor God en zijn geweten verantwoorden. Er was een tijdtoen de school in handen van de Kerk was. Er was een tijd van schrikkelijker schooldwang, dan waarvan thans iemand droomt! Een tijdperk van onderdrukking en vernedering voor ieder die niet regtzinnig was, van geweldadige zege voor den regtzinnige. Wij begeeren dien tijd niet terug. Aan wien ge de jeugd toevertrouwt, laat gij de beschikking over de toekomst der natieWee het volk, waar „verketteren" 't eerste is wat kinder monden stamelen, wee, het volk, waar de schoolban ken iets anders dan verdraagzaamheid prediken Meer en meer verdwijnen de scherpe grenzen, die conservatieven van liberalen scheiden. De con servatieve partij legt zich, den strijd m'oede, bij de beginselen onzer constitutie neder, en wanneer de oude getrouwenwaartoe de Heeren DE CA- SEMBROOT en VAN HOGENDüRP belmoren, nog eens terug te zien naar de toestanden van vóór 1848, dan is dat meer een platonische zucht naar de heerlijkheden van een voor altijd verloren paradijs, dan eene poging om eene onmogelijke toekomst te verwezenlijken. Standen en gilden, klassen en rangen zijn onherroepelijk veroordeeld; de burger geldt thans slechts door wat hij is, en wat hij weet. Geen conservatief die 't niet gevoelt! In hoofdzaak eene keuze van personen dus. met vertrouwen tot de Welnu, dan zeggen wij kiezers: heslist! Voor den schrijver, den staatkundige, die u waardiglijk heeft vertegenwoordigd, en voor die met U en voor U gewerkt heeft jaren lang, die U kent, en die Gij kent, worden Uwe stem men gevraagdoordeelt zelf en zelfstandigof gij ze moogt geven ahn anderen. Het roode stembillet mag alleen gebruikt wor den voor Mr. VAN DER KAAY, het andere voor Mr. DE BRUYN KOPS. Onze slratwet tegen het beleedigen van vreemde mogendheden. u »i a li s c n e c Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag kvond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 9,63, franco per post f O, O afzonderlijke nommers 3 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON. •JIH ri De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad bevattende Advertentiën en wekelijksche Berichten. BURGEMEESTER en WETllOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat de Gemeenteraad in zijne vergadering van 19 Mei 1875 heeft vastgesteld eene nieuwe politieverordening op het houwen en sloopen binnen deze gemeent e, onder intrekking van de tegenwoordig van kracht zijnde voorschriften, van welke verordening, in werking tredende 5 Junij 1875, exemplaren ter gemeente-secretarie te bekomen zijn tegen betaling van vijftien centen, onder.uitnoodiging aan hen die meer in liet bijzonder belast zijn met het uit voeren van werken, zich stipt naar de voorschriften dier verordening te gedragen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 2 Junij 1875. De Secretaris, NUIIOUT van den, VEEN. BURGEMEESTER en WETIiOUDERSvan ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de patenten ter uitoefening van kroeg- en koffijhuis- houder, tapper, slijter en koffijsehenker, van de gemeente secretarie kunnen worden afgehaald van Maandag 7 tot, en met Zaturdag 19 Junij e.k., van 's morgens 92 ure, op vertoon van het bewijs dat, de aanslag voor de helft, is aan gezuiverd. Burgemeester en 11 et houders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 4 Junij 1875. De Secretaris NUHOUT van den VEEN. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt, naar aanleiding eener bekomen aanschrijving van den heer Commissaris des Konings in deze provincie, en ten vervolge op zijne bekendmaking van 23 April 1875 ter algemeene kennis 1°. dat de tijd van opkomst onder de wapenen, voor de mi liciens bestemd tot het bijwonen van troepen vereenigin- gen door den minister van oorlog zijn bepaald op 5 Julij, ligting 1872, le komp. Ie regt. vest.-artillerie. n 15 n bataillon mineurs en sappeursligting 1872. u 19 v 9e komp. Ie regt. vest.-artillerie, n 24 n 2e regiment vesting-artillerien n 31 i' 2e en 5e regt. infant., ligtingen 1872 en 1873. 2e regiment hussaren, ligting 1871. hospitaal-soldaten, 1872. 2 Aug., 3e, 4e, 5e en 13e komp. Ie regiment, vesting artillerie en 8e komp. van het 3e regiment vesting-artillerie, ligting 1872. u 7 »de hiervoren niet, genoemde kompagniën van het le regiment vesting-artillerie, ligting 1872, met uitzondering van de ingelijfden bij de torpedo-kompagniën. n 10 3e komp. 3e regt. vest.-artillerie, ligting 1872. 21 u de hiervoren niet genoemde komp. van het 3e regiment vesting-artillerie, ligting 1872. 30 n 2e komp. 3e regt. vest.-artillerie, ligting 1872. 2°. dat al de miliciens van de ligting 1872, van de regi menten hussaren, op 1 Julij aanstaande bij bet regiment veldartillerie zullen worden overgeplaatst. De opkomende miliciens hebben regt, op een daggeld van 25 cents en bovendien, wanneer de plaats van opkomst meer dan 30 kilometers van deze gemeente is verwijderd, op vrij transportter gemeente-secretarie aan te vragenen hebben te zorgen dat zij voor 4 ure des namiddags van den dag der opkomst, bij hun korps present zijn. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 4 Junij 1875. A. MACLAINE PONT. Aan de OPENBARE ARMENSCHOOL te ALKMAAR (hoofdonderwijzer IJ. van den Berg), wordt gevraagd een 2'. HULPONDERWIJZER, op 575,— jaarwedde. Sol licitanten worden verzocht hunne stukken vrachtvrij intezen- den aan het Gemeentebestuur, vóór 13 Juni 1875. üe onderstaande personen worden verzocht zich ter ge meente-secretarie aantemelden Jacobus Zut, Jan Stavenuiter, Hendrik Jan Teerink, Jacob Smit (zeemiiicien), Pieter Adrianus Blokdijk, Willem Vis- scker, Pieter Groenland, Johannes de Winter (zeemilicien). Willen Rudolfs, Hendrik Jagt, Jan van der Oord, Pieter Apeldoorn, Cornelis Groos Klaas Schoof, Jacob Dubbeld Pieter Groenland. FOSTER TJ~El De correspondentie voor Nederlandsch Oost-Indie, te ver zenden per stoomschip KONING DER, NEDERLANDEN. behoort den 11 Juni a.s., uiterlijk te 9 uren 's avonds, ter post bezorgd te zijn. De Directeur van het Postkantoor te Alkmaar, Lijst vau brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn verzonden gedurende de R helft der maand Mei 1875. UlingsAlkmaar; J. Schefier (2 stuks), Koning Co., Amsterdam; J. G. H. Mesclier, Grave; H. Hijmans, Gruenlo; D. Jongejan, Mijdrecht; J. van den Bos, Nieuwe diep; Aagje de Bóer, geb. Blom Seliagen; H. A. Corporaal, Zwartsluis; v. Lind (niet vermeld). Van de Hulpkantoren Broek op LangedijkH. de Vries, Petten. Hoogwoud: T. Schagen, Dirkshorn. RustenburgJ. ZijlstraAmsterdam. Schermerhorn: J. Hoving, POLI CI E." Ter terugbekommg aan het commissariaat van policie voor banden het navolgende gevondene, als: twee kinderkousjes een huissleutel, een tafeltje, een haker met koperen ketting. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een gouden oorknop, De redactie van de Nieuwe Noord-Hollander is dezer dagen getroffen door iets waaraan wij allen in dit ondermaansche leven dagelijkseh blootstaan, maar dat ons toch altijd pijnlijk aandoet; zij heeft een illusie verlorenalthans zij begint te twijfelen aan eer omstandigheid, waaraan zij blijkbaar groote waarde hechtte. Zij meende doch laat zij ons haren twijfel met haar eigen woorden mededeelen „We meenden," aldus schrijft zij „dat het artikel in de Alkmaarsche Courant (van 2 Mei 1.1.) geschreven was door een rechtsgeleerdewe gelooven haastdat we ons vergissen. Immersde schrijver van dat artikel haalt het een en ander aan uit hetgeen onze regeering in 1816 had aangenomen. Weet hij dan niet: 1°. dat dit alléén toepas selijk is op hen die samenzweren tegen bevriende mogendhe den? Weet hij dan niet, dat sinds jaren onze jurisprudentie, of liever onze politiek niet in de dikwerf groote vrijheid van spreken of van schrijven, die een Nederlander zich als een recht toekent, eene beleediging, veel minder eene samen zwering tegen bevriende mogendheden ziet Hoe ongaarne hij ook iemand opzettelijk een teleurstelling bezorgt, en hoezeer hij vooraf is gewaarschuwddat hij ge vaar loopt door de Nieuwe Noord-Hollander niet langer voor een „rechtsgeleerde" te zullen worden gehouden, moet even wel de schrijver van het bedoelde artikel op de eerste vraag eerlijk antwoordenneendat wist hij niet. Op de tweede vraag meent hij met bescheidenheid te mogen antwoorden dat üem inderdaad bekend is wat daarin wordt gemeld. Hij weeten hij is zeer gelukkig dit te wetendat noch onze juris prudentie, noeh onze politiek in de dikwerf groote vrij heid van spreken of van schrijven een beleediging, veel minder een samenzwering tegen bevriende mogendheden ziet. Dat zon ook al heel erg zijn. Maar hei komt den schrijver van het bedoelde artikel voor, dat dit eigenlijk tot de kwestie in geen verband slaat. Men kan zeer groote vrijheid van spreken en schrijven toelaten en toch beleediginghoon en laster straffen. Laat ons de zaak eens van naderbij beschouwen. Het geldt hier de wet van 28 September 1816 (Staatsblad No. I 5) tot vaststelling van straffen voor hen die vreemde mo gendheden beleedigen. Die wet bestaat nog. Duidelijkheids- en volledigheidshalve laten wij haar hier in haar geheel vol gen. Zijis gelukkig niet lang Alzoo wij in overweging hebben genomen, dat, uit kraclite van art, 227 der grondwet, elk aan de maatschappij of aan bijzondere personen, voor zooverre dezer regten beleedigd zijn, verantwoording schuldig is van hetgeen hij schrijft, drukt, uitgeeft of verspreidtdat zijwelke vreemde mogendheden beleedigenzich voornamelijk aan de maatschappij, tot welke zij behooren, verantwoordelijk stellen; Dat in de nog bestaande wetgeving geene genoegzame voorzieningen aangetroffen worden tegen het misbruik dat te dezen van de vrijheid der drukpers kan worden gemaakt; Willende in eene materie, welke de omstandigheden dubbel belangrijk makengeene onzekerheid of twijfeling overlaten omtrent onze bedoelingen en de verpligtingen van al degenen die dit Koningrijk bewonen Zoo is hetdat wij den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaangelijk wij goedvinden en verstaan bij deze Art. 1. Degenen, die in hunne geschriften vreemde Sou- vereinen of Vorsten in hun personeel karakter hoonen of be leedigen, de wettigheid van hun geslacht ea regeering tegen spreken of in twijfel trekken, of hunne daden methoouende of in beleedigende woorden berispeuzullen voor de eerste reize worden gestraft met eene geldboete van vijf honderd guldensof bij aldien zij niet in staat zijn dezelve te vol doen met eene gevangenis van zes maanden. Het her haald misdrijf zal gestraft worden met eene gevangenis van één tot drie jaren. Art. 2. Dezelfde straffen zullen toepasselijk zijn op de drukkers, uitgeversuitventers en boekverkoopersdie de vermelde geschriften zullen hebben gedrukt of in hetlicht gegeven of doen drukken of doen in 'net licht gevenvoor zoovrre dezelve den schrijver niet zullen kunnen aanwijzen met zoodanig gevolg, dat de laatstgemelden niet alleen in handen der j us- titie geraken, maar van liet gepleegd misdrijf in regten kunnen worden overtuigd en alzoo gestraft. Zullende de straf, tegen de drukkers, uitgevers en boekverkoopers te applicerenge paard gaan met intrekking van hun patent, en met verbod bij de eerste overtreding om gedurende den tijd van drie jaren, en bij herhaalde overtreding gedurende den tijd van zes jaren eenig werk te mogen drukken of uitgevenen in beide gevallenmet verbeurdverklaring der exemplaren van het verboden werk of geschrift. Art. 3. Het zal noeh aan de schrijvers of redacteurs, noeh aan de drukkers, uitgevers of boekverkoopers tot eenige ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1875 | | pagina 1