No. 27.
Zevenënzeventigsle Jaargang,
1875.
ZONDAG
4 JUL 1.
ifll
©fficicel (BcbccHc
Een smartkreet van den voel
der Pyreneeën.
öullcffcïijfssche lactnchUcn
BHiifscSilaml.
HeSgie.
A L
AABSCfl
0 IRA A 1
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prjjs per kwartaal f 0,05, franco per post f 0,S0.
afzonderlijke nommers Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
ArsiJ. iAA
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
SCHUTTER IJ
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de commissie voor de Schutterij op Donderdag, 15 Juli
aanstaande's namiddags ten 0 uur precies, ten raadhuize
dezer gemeente zitting zal houden tot het beoordeelen der
ligchaamsgebreken en verdere reclames legen de dienst, bij de
Schutterij, onder opmerking dat alleen bij persoonlijke opkomst
vrijstelling van die dienst kan verleend worden, terwijl, wan
neer vrijstelling voor broeder dienst verlangd wordt, bovendien
schriftelijke bewijzenter gemeente secretarie nantevragen
gevorderd worden. Werkelijk dienstdoende Schutters, die ver-
meenen wegens ligchaamsgebreken voor de dienst ongeschikt
te zijn. en de door den officier van gezondheid bij de Schut
terij om gebreken tijdelijk van dienst vrijgestelde Schutters
behooren om vrijstelling te bekomenalsdan voor de ge
melde commissie te verschijnen, bij gebreke waarvan hunne
reclames geacht worden niet te bestaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
2 Julij 1875. Be Secretaris
NUHOUT van dek VEEN.
P O S T E R IJ E N.
De correspondentie voor Ned. Oost-Indiëte verzenden
per stoomschip FOORW AARTS, behoort den 9 'Juli a.s.,
uiterlijk te 9 uren des avonds, ter post bezorgd te zijn.
De Directeur van het Postkrmiloor te Alkmaar,
GOUWE.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn
verzonden gedurende de 1". helft der maand Juni 1875.
M. van Bruggen, Amsterdam; Evcrdinge, Rotterdam; W.
Dul, Vuren; P. Vlamy, (niet vermeld); H. H. Lokker, Am
sterdam.
Van de hulpkantoren
W'armenhuizenP. Stam, Amsterdam.
ZuidscharwoudeMets en Zn., Amsterdam.
Wie voelt zich niet het hart van pijnlijke ontzetting en
innig meegevoel vervuldbij het lezen der beschrijving van
al de jammeren, door de gezwollen wateren over een deel
van zuidelijk Erankrijk uitgestort! „De slagvelden van Se-
bastopolvan Italië en Sedan" - schrijft maarschalk Mac-
Mahon van het tooneel der vernieling „zijn niets, in ver
gelijking van de verwoesting die ik thans zie, van de ellende
die mij omringt." Een heerlijke landstreek is van al haar
schoonheid beroofdhet uitzicht op een rijken oogst verdwe
nen. De voortbrengselen vau menschelijke nijverheid en kunst,
het werk van tientallen van jaren, de vruchten zijner spaar
zaamheid. bruggen en gebouwen, meubelen, huisraad en werk
tuigen zijn vernield en verbroken, weggespoeld of onder het
slik bedolven. Zijn vee is verdronkende stoffelijke schade
wordt bij millioenen, het verlies van menschenlevens bij dui
zenden geteld. Een zwarte, onooglijke massa slijk is het graf
van duizender welvaart en geluk, waar de eigenaar den dood
vond onder de puinhoopen zijner bezittingente gelijk met
den zelfopoflerenden held die hem kwam "redden, en de pest
walm der onbegraven lijken dreigt het land met nieuwe ellende.
Een kreet van schrik en medelijden is opgegaan van den
voet der Pyreneeën, eu heeft weerklank gevonden in alle talen
en onder alle volken. G,een grensscheiding kon hem terug
houden, door geen bergketen werd hij gestuit, en hij klonk
over de zee met overflauwde kracht. Geen nationale wrok
kon liern verdoovengeen verschil van geloof hem weerstaan.
De smartkreet van menschelijk lijden werd door allen verstaan,
vond elk mensckenlmrt open eu menschenliefde op den
bodem. Waar zijt gij gebleven, scheidsmuren van ras en taal,
van staatkunde en geloof? Uw broeder, o mensch, is door
een vreeselijke en onvoorziene ramp getroffen, door een ramp
waaraan hij geen schuld heeften gij voelt u het oog van
tranen naten strekt de hand uit om, zooveel ge vermoogt,
zijn lijden te lenigen. Schaam u dat gevoel en die aandrift
nietzij is uw eerekroon. Alles wat geworteld is in zelfzucht,
in vooroordeel, in ijdelheidin menschelijke dwaasheid en
waanwijsheid valt weghet zuiver menschelijke gevoel blijft
over en toont zijn goddelijken oorsprong en niet "te verbas
teren natuur. Reik uw gift tot verzachting van de smart,
tot hulp van de overgeblevenen, doe het spoedig, want de
nood dringt, en als gij dat gedaan zult hebben, denk
een oogenblik na.
De slachtoffers van de overstroomingen in het zuiden van
Erankrijk hebben aan de rampen die hen getroffen hebben
geen schuld. Toch is er reeds op gewezen, dat die rampen
misschien voorkomen hadden kunnen worden dat zij waar
schijnlijk in veel mindere mate het land zouden geteisterd
hebbenals in tijds, jaren, jaren te voren, maatregelen waren
genomen om het gelijkmatig vallen van den regen te bevorderen
en de kracht der bergstroomen te temperen. Wij hebben hier
namelijk wel met een buitengewone rainp, wat haar hevigheid
en uitgestrektheid betreftmaar overigens met een gewoon
verschijnsel te doen, en over de oorzaak daarvan bestaat se
dert lang geen verschil van gevoelen meer. Door alle des
kundigen, in alle rapporten daarover uitgebracht, wordt zij
ge*ockt door de uitroeiing der bossckem Het is bekend',
dat de bossehen veel bijdragen tot een gelijkmatige uitstor
ting' van het vocht uit de dampkring. In een" boschrijke
streek vallen de regens menigvuldiger en daardoor gelijkma
tiger, en worden de bronnen en beken voor uitdrooging be
waard terwijl in een kaal boomloos landschap, de grond in
den zomer door langdurige zonnehitte wordt uitgedroogd. Valt
er regendan stort het water van de kale bergen met geweld
over den harden, drogen grond naar beneden, en vormt'stort
vloeden die de teelaarde wegvoeren en het laud overdekken
met zandrolst.eenen en rotsbrokken. Valt daarentegen de
regeu op een bosebrijk bergland, dan wordt hij door de bladen
en takken der hoornen verdeeld en opgehouden, vloeit lang
zamerhand op den grónd, en wordt door den poreuzen bodem
grootendeels opgezogen. Het overvloedige water vloeit af,
doch verdeelt zich door de overal groeiende planten in tal
van sijpelende beekjes, in plaats van zich tot een woedenden
bergstroom te vereenigen. Allengs zijn de bossehen en de
Erausche departementen aan den voet der Alpen en Pyreneeën
verdwenen, en de noodlottige gevolgen zijn niet uitgebleven.
Reeds onder den Romeinschen Keizer Augustus werd het
Rhöne-dal ten gevolge van de uitroeiing der bossehen in de
Cevennen door den Mistral (1) geteisterd. Evenals thans
aan de oevers van de Garonne, zagen de bewoners daarin een
plaag des hemels, eu zij zochten in altaren en offers even
vruchteloos hulp en reddingals thans die vau Touionse in
processie eu kerkgebed. Regelmatig hebben zich de over-
stroomingen herhaald, en allengs zijn schoone en vruchtbare
oorden tot woestijnen geworden. De verslagen der prefecten
in de streken van de Vogezen en de Alpen van 1801 ge
wagen alle van wilde bergstroomen, die den akker verwoesten
en jammer en ellende tot ver in de dalen verspreiden, eu
schrijven eenstemmig de oorzaak der kwaal toe aan het ver
minderen der bossehen op de hoogten. In 1843 deed Blan-
qui een inspectiereis in Daüphiné en Provenceen in zijn
verslag schrijft hij onder anderen hel volgende
„"Wie de valleien van Barcelonettevan Embrunvan
Verdon en van Devoluyhet steenachtig Arabië der Alpen,
bezocht heeftdie weetdat er geen tijd meer verloren
moet worden, of binnen vijftig jaren zal Erankrijk vanPië-
mont gescheiden zijn als Egypte van Syrië door eene
woestijn. Treurig is de aanblik, dien deze streken vertoonen.
De schitterend heldere Alpenhemel van Embrunvan Gap,
van Barcelonnette en van Digne die maanden lang geheel
onbewolkt is, brengt eene droogle teweeg, wier eindelooze
duur slechts door stortregens als in de keerkringsgewesten
wordt afgebroken. De door misbruik van beweiding en
door uitroeiing van bosch van alle gras en struiken beroofde
bodem die noch samenhangnoch steunpunt meer heeft
stort zich dan in het dal neder, nu eens in den vorm van
zwarte, gele of roodachtige lava, dan weder in stroomen
van rolsteenen en zelfs van reusachtige rotsblokkendie met
vreeselijk geraas voortspringen en in hun wilden loop dfe
wonderbaarste verwoestingen aanrichten. Vreeselijk verlaten
en doodsch is het beeld van het aldus geteisterde land.
Groote massa's van rotsblokkenvele meters dikzijn van
rondom over de vlakte verstrooid zij storten zich op de
hoogste hoornen en bedekken deze tot aan hunne kruinen
zoodat den landbouwer geen schaduw van hoop meer over
blijft. Geen akeliger schouwspel dan de diepe kloven in de
ingewanden des bergs die schijnt losgebroken te zijnom
de vlakte met puinhoopen te overdekken. Terwijl onder den
invloed van de zon, die de rots tot gruis doet uiteenvallen,
en van den regendie dit gruis medesleept, de zij wanden
van den berg meer en meer uitgehold wordenhoogt het
bed van den bergstroom zich in één jaar soms verscheiden
meters opzoodat hij de bruggen bereikt en medesleept.
Reeds van verre herkent men dezevstroomendie over eeüe
breedte van 3000 meters zich waaiervormig uitstrekken, die
in het midden gewelfd en aan, de zijden hellendezich
als een st.eenen mantel over de gansche vlakte uitspreiden.
Zoodanig vertoonen zij zich bij droogte. Maar geene men
schelijke taal vermag een aanschouwelijk beeld te geven van
hunne verwoestingen bij dien plotselingen aanwasdie met
geene rivier-overstrooming te vergelijken is. Het zijn dan
niet meer rivierendie buiten hare oevers tredenmaar
werkelijk merendie als watervallen voortrollenen wier
golven steenmassa's voor zich uitdrijven met eene kracht als
van die des geschuts."
In het verslag van een prefect van het jaar 1853 wordt
gezegd„dat de productieve bodem der Alpen onder den
geesel der steeds heviger wordende bergstroomen met schrik
wekkende snelheid afneemt. Alle bergruggen der Alpen"
luidt het verder „zijn, zoo niet geheel, dan toch grooten
deels van wouden ontbloot." In een werkje van Charles
RibbeLa Provence au point de vue des bois, des torrents et
des inondations, werd in 1858 de aandacht nog eens op het
gevaar en de oorzaken van het gevaar gevestigd, eu niet
te vergeefs. In I860 werden door een wet maatregelen be
paald tot aanplanting van bossehen in de meest hedreigde
departementen, en ruim een millioen kektaren bergland daartoe
aangewezenvoor het grootste gedeelte aan particulieren en
gemeenten toebehoorende ten opzichte waarvan de onmisbare
tussckenkomst van den Staat in beginseL werd aangenomen
en behoorlijk geregeld. Aan de Keizerlijke regeeriiig komt
daarvan de eer toe; maar het-behoeft wel geen betoog, dat
de vruchten van de toen genomen maatregelen zich eerst na
jaren zullen vertoonen.
Uit het onderzoekbij herhaling en met nauwgezetheid
omtrent deze zaak ingesteld, is gebleken, -dat de mensch
niet weerloos aa'u liet geweld van rivieren en bergstroomen
is blootgesteld en dat overstroomingen evenmin als oorlogen
en besmettelijke ziekten als plagen des hemels zijn te beschou
wen waarin hij kalm en gelaten behoort te berusten. Zeker
de mensch voert geen gebied over regen en wind, over sneeuw
en droogte en tegen velerlei onheilen schiet zijn voorzorg
te kortmaar hij bezit de middelen om groote gevaren af
te leidenden loop der rivieren te verbeteren en het uit
drogen en wegspoelen van den grond tegen te gaangelijk
hij den bliksem kan afleiden en voorzorgen nemen tegen de
verspreiding van krankten en kwalen. ïn Nederland sinds
eeuwen door ie zee en wassende rivieren bedreigd, is de
(1) Een noord-westen wind, droog en koud, die bij langen
duur even nadeelig wordt voor de gezondheid van den
mensch als voor den groei der planten.
onvergeeflijkheid van Gods water over Gods akker te laten
loopen tot een volksspreekwoord geworden. Maar verzuimen
van eeuwen kunnen niet in eenige jaren worden hersteld, en
het thans levend geslacht behoort zich in vele gevallen te
vreden te stellen met het bewustzijn dat volgende geslachten
de vruchten zullen plukken van zjjne zorgen en opofferingen.
Gezegend het volk waarvoor die overtuiging voldoende is
om van zijn gemak en zijn vermogen het noodige voor de
toekomst af te staan!
Toch vermag ieder mensch op zich zelf in dat opzicht wei-
nfgmeestal niets. Het is de plicht van den Staat in deze
zaken voor het algemeen belang te waken, voor het algemeen
belang van heden en van morgen, en in de meeste, zoo niet
in alle gevallen worden daartoe van de particuliere belangen
en de particuliere vrijheid offers geëischt. Omwerking van
boschgrond tot bouwgrond was voor den landbezitter gewin,
en de aanleg van bossehen belooft te trage renté voor den
eigenaar, die zelf de vruchten van zijn werk wil oogsten.
Moeilijk is het voorzeker niet zelden, uit te maken of inder
daad de algemeene maatregelen die verlangd of aanbevolen
worden, tot het beoogde doel zullen leiden, of zij de offers
verdienen, die van het volk, alzoo van de bijzondere krachten
en vermogens 'gevorderd moeten worden en de beperking
der individueele vrijheid wettigen. Maar is dat eenmaal over
tuigend gebleken, dan moet ook alle aarzeling ophouden. Is
openbaar onderwijs noodig voor de algemeene ontwikkeling
van een vrij, zich zelf regeerend volk, "dat het bolwerk zijner
onafhankelijkheid zoekt, niet in beperkende maatregelen,
niet in Mei-wetten, maar in den volksgeest zelf, - voor een
volk waarvan een' steeds grooter getal tot het kiesrecht zal
behooren te worden toegelaten, dan moet dit volk voor dat
onderwijs de vereischte gelden beschikbaar stellenen mag
het bezwaar, dat het bijzonder onderwijs in de meeste geval
len niet met openbaar onderwijs zal kunnen* concurreeren
niet langer een belemmering zijn. Is betere rechtsbedeeling
noodzakelijk, dan mogen geen plaatselijke of persoonlijke be
langen de noodige hervormingen tegenhouden. Blijkt inder
daad algemeene dienstplicht, of althans persoonlijke dienst
plicht zonder recht van plaatsvervanging, noodig voor's lands
verdediging, dan behoort de burger dit offer op het altaar
des vaderlands te brencen. Eischen de toenemende uit gaven
en de gelijkmatige verdeeling der lasten een belasting van
alle inkomsten, dan mag geen verzwaring van persoonlijke
bijdragen dien maatregel vertragen. Gebieden de zedelijke
verplichtingen, die een beschaafd volk op zich heeft genomen,
toen het een half beschaafd volk van vele millioenen aan zich
onderwierp en bleef besturen, de rijke inkomsten, die het tot
nog toe van dat onderworpen volk genoot, geheel of voor een
steeds grooter deel ten behoeve van dat volk en zijn ontwik
keling aan te wendeneischen de behoorlijke besproeiing
der landen en de geregelde afvloeiing der rivieren, tot voor
koming van de verwoestingen van den baudjer(2), die bij de
vernielingen in het zuiden van Frankrijk niet achterstaan,
groote uil gaven, dan mag de liefde voor een batig slot daarvan
niet terughouden. W. v. d. K.
(2) Stortvloedoverstrooming.
De onderhandelingen van de commissarissen der Bonds
staten ever de Rijks-spoorwegwetaan het departement voor
de Rijks-spoorwegen gehoudenzijn afgebroken aangezien
bij elke paragrhaf van wege de eene of andere regeering
vraagstukken van competentie werden geopperd.
Het Dresdener Journal spreekt dit bericht van de Rational
Zeitmg, wat de bedenkingen der Staten over vraagstukken
van competentie betreft, tegen, en verzekert, dat integen
deel, behalve de algemeene bepalingen over den staatsrech
telijken grondslag van het ontwerpeene geheele reeks van
bijzondere voorschriften afgedaan is; de Rijks-regeering had,
uit eigen beweging en tegen den wenseh der commissarissen,
aan de conferenticn een einde gemaakt.
De Bondsraad heeft zich den 25met alg. st., overeen
komstig het eenparig voorstel zijner rechtsgeleerde commissie
naar aanleiding van het adres van Lübeck, Bremen en Ham
burg tot behoud der rechtbanken van koophandeltegen
het beginsel verklaard om die instellingen daar, waar zij in
het belang van den handel gevorderd wordendoor eene
Rijkswet te verbieden. De plenaire zittingen zijn tot Sept.
verdaagd.
Pbuisen. Omtrent de te Rheine plaats gehad hebbende
ongeregeldheden verneemt men de volgende bijzonderheden:
de policie had de, als ultramontaanscke demonstratie, uit
gestoken vlaggen niet zonder moeite doen verwijderen, maar
de pastoor lietonder allerlei voorwendselsde vlag tot
's avonds 8 uren van den kerktoren wapperentoen het
voorportaal der kerk en een in de nabijheid geplaatst Chris
tusbeeld schitterend verlicht werden. Te half 10 verzamelde
zich daarvoor eene groote menigte, geestelijke liederen en
kreten ter eere van den Paus aanheffende. Een uur daarna
verscheen de burgemeester en gelastte, na de toepasselijke
bepalingen der strafwet te hebben doen voorlezenhet volk
o n uiteen te gaan. Hierop ontstond een algemeene oploop,
waarbij de policiedienaren en de burgemeester onder den voet
geraakten en onder luid getier mishandeld werden. Den
laatstgenoemden werden 5 messteken in den rug toegebracht;
hij werd door eenige postbeambten met veel moeite gebracht,
in eene herberg, welke nu onder aanhqudend geschreeuw en
gezang met straatsteenen gebombardeerd werd. Te half 1
liet de menigte zich door de geestelijkenhiertoe door een
rechterlijk ambtenaar overgehaald, bewegen om huiswaarts
te keeren.
Het bericht van het verbieden der prooessiën uit Neder
land naar Kevelaar wordt tegensproken.
Het „Kammergerickt" heeft den 24 in hooger beroep uit
spraak gedaan in de zaak van graaf Harry v. Arnirn en hem
schuldig verklaard aan achterhouding van hem in zijne offi-
ciëele betrekking toevertrouwde oirkondenen daarop 9
maanden gevangenisstraf ^esteld waarvan 1 maand gerekend
wordt gedurende de instructie te zijn ondergaan. Daaren
tegen is de beschuldigde vrijgesproken van verduistering van
stukken en vergrijp aan de openbare orde. De verdediger
van den graaf, de advocaat Munkelheeft zich onverwijld
bij het „Ober-tribunal" in cassatie voorzien, ziek daarbij be
roepende op de onbevoegdheid van het „Stadgericht", waar
omtrent in het vonnis van het „Kammergericht" gezegd wordt,
dat de graaf haar alleen niet heeft kunnen aanvoeren omdat
hij verzuimd had zulks bij zijn eerste verhoor te doen.
Het berlijnsche „Stadgericht" heeft den 26 beslistdat
de Catholieke Werklieden-vereeniging voor goed zal geslo
ten wordenals zijnde eene politieke vereenigingdie met
buitenlandsche vereenigingen van gelijke strekking in be
trekking staaten dat de sluiting der overige catholieke
vereenigingendoor de politie bevolenniet zal voortduren,
daar zij geene politieke vereenigingen zijn. Voorts werd
de geestelijke Miiller tot eene geldboete van 90 mark en
andere aangeklaagden tot geringere geldboeten veroordeeld
één der aangeklaagden werd vrijgesproken.
Den 24 is in de Beethovenzaal te Bonn een schitterend
„burgerfeest" gegeven ter eere van den minister Falk, waar
bij met geestdrift begroet werd en verklaarde nimmer zulk
een schoone week doorleefd te hebben als de afgeloopene.
Den 25 en 26 bezocht hij de academische instellingenen
op den avond van den eerstgenoemden dag werd hem door
burgers en studenten eene serenade gebracht met begeleiding
van omstreeks 1000 fakkels. Van bet balcon van zijn hotel
sprak hij de menigte toe. Later werd in de Beethovenzaal
een groot studentenfeest gehoudenwaarbij de minister her
haaldelijk bet woord voerde. Den 26 te Keulen aange
komen, werd hij door den burgemeester en vele andere aan
zienlijke personen verwelkomd en door de menigte met
gejuich begroet, 's Avonds is door vele vereenigingen met
5 muziekcorpsen en 3 a 4000 fakkels eene serenade aan den
bezoeker gebracht, die door den heer Hamspohn, uit naam
der commissietoegesprokèn werd en daarop van het balcon
van het gouvernementsgebouw antwoordde. Ook aan eene
serenade van de keulsche mannenzangvereeniging ontbrak
bet niet.
De kroonprins en prins Frederik Karei zijn den 28 te
Swinemünde aangekomenom de manoeuvres van bet daar
vereenigde eskader bij te wonen. De stad was 's avonds
feestelijk verlicht en de kroonprins werdde straten door
rijdende, luide toegejuicht. Den volgenden dag beeft het
eskader het anker gelicht om de Medusadie met prins
frederik Karei naar Bergen in Noorwegen ging, te geleiden.
De Keizer heeft den 25, te Ems, ofschoon het weder on
gunstig was, de te zijner eere gegeven regatta bijgewoond.
De keulsche roeiclub behaalde tweemaal, de frankforter roei-
vereeniging driemaal de overwinning. De Keizer heeft de
overwinnaars ontvangen en aan de frankforter vereeniging
den Keizersprijs overhandigd.
Den 29 is te Dillenburg de Willemstoren ingewijd. Prof.
Spiess, voorzitter van liet dillenburger comitéhield de in
wijdingsredede tweede spreker was de voorzitter der ne-
derland scbe oommissieds. Francken. Prins Albrecht van
Pruisenzoon van prinses Marianne, was als vertegenwoor
diger van den Keizer aanwezig en overhandigde namens
dezen aan ds. Francken de versierselen der Kroonorde. Vele
nederlanders woonden de plechtigheid bij.
Saksen. Prins George heeft den 23 de Keizers van Rus
land en van Oostenrijk te. Bodenback opgewacht, die aldaar
een hartelijk afscheid van elkander hebben genomen. De Czaar
is naar Dresden, de Keizer van Oostenrijk naar Isckl ver
trokken.
Hessen. Keizer Alexander heeft den 24 te Darmstadt
eene door prins Lodewijk van Hessen gecommandeerde parade
geïnspecteerd. Na den afloop der parade heeft de Keizer
zieh met de prinsen Alexander en Lodewijlc naar Bickenback
begeventen einde aldaar den te 1 ure aankomenden Kei
zer Wilhelm te begroeten. HH. MM. hebben zieh te zamen
naar het slot Heiligenberg begeven, alwaar Keizer Wilhelm
door den gemeenteraaddoor vele militaire vereenigingen
en door een groot aantai damesdie hem bloemruikers toe
wierpen met veel geestdrift werd begroet. Keizer Wilhelm
keerde te 4 uren naar Ems terug.
Het „Ober-tribunal" te Marburg heeft de uitspraken tegen
de „wederspannige" predikanten vernietigd en de zaken tot
nadere behandeling en beslissing ter tweede instantie verwezen.
Den 23 beeft de Kamer het wetsontwerp tot het strafbaar-
stellen van aanbiedingen tot het plegen var, misdaden, over
eenkomstig de door de commissie voorgestelde lezing, met 77
tegen 6 st. aangenomen, terwijl 5 leden zich onthielden. Vooraf
was eene kleine wijzigingdoor den heer Guillery aanbevo
len en waarin de minister berusttegoedgekeurdhierin
bestaandedat de aanbieding niet strafbaar zal zijntenzij
die „rechtstreeks" wordt gedaan. Een voorstel van den keer
Jottr'and, om te bepalen, dat de nieuwe wet binnen 2jaren
zou moeten worden herzien, was met 50 tegen 35, het voor
stel om mondelinge aanbiedingen en voorstellen van de toe
passing der wet uit te sluiten met 69 tegen 17 st. verworpen.
Den 24- zijn eenige wetsontwerpen aangenomen, waaronder
die tot ontheffing der coöperatieve vereenigingen van zekere
belastingen en tot regeling van het vervoer van landverhui
zers waarbij dit aan de machtiging des ministers van buit.
zakeu onderworpen wordtalleen te verlepnen onder voor
waarde dat er eene waarborgsom gestort worde voor de
uitvoering der bepalingenbij liet contract van vervoer be
dongen cn voor de betaling der assurantie-premie.
Den 28 zijn te Meedelen de jubelfeesten begonnen ter.
eere van den beschermheilige der slad S. Romboutbijge-
woond door den Koning en de Koningin de ministers d As-
premord-Lijnden, Delcour en Beernaert, een groot aantal andere
aanzienlijke personen en van heinde en ver toegestroomde
vreemdeiingen. De hoofdzaak was daarbij een groote his-