No. 27. Zevenënzeventigsle Jaargang, 1875. ZONDAG 4 JUL 1. ifll ©fficicel (BcbccHc Een smartkreet van den voel der Pyreneeën. öullcffcïijfssche lactnchUcn BHiifscSilaml. HeSgie. A L AABSCfl 0 IRA A 1 Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prjjs per kwartaal f 0,05, franco per post f 0,S0. afzonderlijke nommers Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. ArsiJ. iAA De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in liet eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. SCHUTTER IJ BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden Dat de commissie voor de Schutterij op Donderdag, 15 Juli aanstaande's namiddags ten 0 uur precies, ten raadhuize dezer gemeente zitting zal houden tot het beoordeelen der ligchaamsgebreken en verdere reclames legen de dienst, bij de Schutterij, onder opmerking dat alleen bij persoonlijke opkomst vrijstelling van die dienst kan verleend worden, terwijl, wan neer vrijstelling voor broeder dienst verlangd wordt, bovendien schriftelijke bewijzenter gemeente secretarie nantevragen gevorderd worden. Werkelijk dienstdoende Schutters, die ver- meenen wegens ligchaamsgebreken voor de dienst ongeschikt te zijn. en de door den officier van gezondheid bij de Schut terij om gebreken tijdelijk van dienst vrijgestelde Schutters behooren om vrijstelling te bekomenalsdan voor de ge melde commissie te verschijnen, bij gebreke waarvan hunne reclames geacht worden niet te bestaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 2 Julij 1875. Be Secretaris NUHOUT van dek VEEN. P O S T E R IJ E N. De correspondentie voor Ned. Oost-Indiëte verzenden per stoomschip FOORW AARTS, behoort den 9 'Juli a.s., uiterlijk te 9 uren des avonds, ter post bezorgd te zijn. De Directeur van het Postkrmiloor te Alkmaar, GOUWE. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn verzonden gedurende de 1". helft der maand Juni 1875. M. van Bruggen, Amsterdam; Evcrdinge, Rotterdam; W. Dul, Vuren; P. Vlamy, (niet vermeld); H. H. Lokker, Am sterdam. Van de hulpkantoren W'armenhuizenP. Stam, Amsterdam. ZuidscharwoudeMets en Zn., Amsterdam. Wie voelt zich niet het hart van pijnlijke ontzetting en innig meegevoel vervuldbij het lezen der beschrijving van al de jammeren, door de gezwollen wateren over een deel van zuidelijk Erankrijk uitgestort! „De slagvelden van Se- bastopolvan Italië en Sedan" - schrijft maarschalk Mac- Mahon van het tooneel der vernieling „zijn niets, in ver gelijking van de verwoesting die ik thans zie, van de ellende die mij omringt." Een heerlijke landstreek is van al haar schoonheid beroofdhet uitzicht op een rijken oogst verdwe nen. De voortbrengselen vau menschelijke nijverheid en kunst, het werk van tientallen van jaren, de vruchten zijner spaar zaamheid. bruggen en gebouwen, meubelen, huisraad en werk tuigen zijn vernield en verbroken, weggespoeld of onder het slik bedolven. Zijn vee is verdronkende stoffelijke schade wordt bij millioenen, het verlies van menschenlevens bij dui zenden geteld. Een zwarte, onooglijke massa slijk is het graf van duizender welvaart en geluk, waar de eigenaar den dood vond onder de puinhoopen zijner bezittingente gelijk met den zelfopoflerenden held die hem kwam "redden, en de pest walm der onbegraven lijken dreigt het land met nieuwe ellende. Een kreet van schrik en medelijden is opgegaan van den voet der Pyreneeën, eu heeft weerklank gevonden in alle talen en onder alle volken. G,een grensscheiding kon hem terug houden, door geen bergketen werd hij gestuit, en hij klonk over de zee met overflauwde kracht. Geen nationale wrok kon liern verdoovengeen verschil van geloof hem weerstaan. De smartkreet van menschelijk lijden werd door allen verstaan, vond elk mensckenlmrt open eu menschenliefde op den bodem. Waar zijt gij gebleven, scheidsmuren van ras en taal, van staatkunde en geloof? Uw broeder, o mensch, is door een vreeselijke en onvoorziene ramp getroffen, door een ramp waaraan hij geen schuld heeften gij voelt u het oog van tranen naten strekt de hand uit om, zooveel ge vermoogt, zijn lijden te lenigen. Schaam u dat gevoel en die aandrift nietzij is uw eerekroon. Alles wat geworteld is in zelfzucht, in vooroordeel, in ijdelheidin menschelijke dwaasheid en waanwijsheid valt weghet zuiver menschelijke gevoel blijft over en toont zijn goddelijken oorsprong en niet "te verbas teren natuur. Reik uw gift tot verzachting van de smart, tot hulp van de overgeblevenen, doe het spoedig, want de nood dringt, en als gij dat gedaan zult hebben, denk een oogenblik na. De slachtoffers van de overstroomingen in het zuiden van Erankrijk hebben aan de rampen die hen getroffen hebben geen schuld. Toch is er reeds op gewezen, dat die rampen misschien voorkomen hadden kunnen worden dat zij waar schijnlijk in veel mindere mate het land zouden geteisterd hebbenals in tijds, jaren, jaren te voren, maatregelen waren genomen om het gelijkmatig vallen van den regen te bevorderen en de kracht der bergstroomen te temperen. Wij hebben hier namelijk wel met een buitengewone rainp, wat haar hevigheid en uitgestrektheid betreftmaar overigens met een gewoon verschijnsel te doen, en over de oorzaak daarvan bestaat se dert lang geen verschil van gevoelen meer. Door alle des kundigen, in alle rapporten daarover uitgebracht, wordt zij ge*ockt door de uitroeiing der bossckem Het is bekend', dat de bossehen veel bijdragen tot een gelijkmatige uitstor ting' van het vocht uit de dampkring. In een" boschrijke streek vallen de regens menigvuldiger en daardoor gelijkma tiger, en worden de bronnen en beken voor uitdrooging be waard terwijl in een kaal boomloos landschap, de grond in den zomer door langdurige zonnehitte wordt uitgedroogd. Valt er regendan stort het water van de kale bergen met geweld over den harden, drogen grond naar beneden, en vormt'stort vloeden die de teelaarde wegvoeren en het laud overdekken met zandrolst.eenen en rotsbrokken. Valt daarentegen de regeu op een bosebrijk bergland, dan wordt hij door de bladen en takken der hoornen verdeeld en opgehouden, vloeit lang zamerhand op den grónd, en wordt door den poreuzen bodem grootendeels opgezogen. Het overvloedige water vloeit af, doch verdeelt zich door de overal groeiende planten in tal van sijpelende beekjes, in plaats van zich tot een woedenden bergstroom te vereenigen. Allengs zijn de bossehen en de Erausche departementen aan den voet der Alpen en Pyreneeën verdwenen, en de noodlottige gevolgen zijn niet uitgebleven. Reeds onder den Romeinschen Keizer Augustus werd het Rhöne-dal ten gevolge van de uitroeiing der bossehen in de Cevennen door den Mistral (1) geteisterd. Evenals thans aan de oevers van de Garonne, zagen de bewoners daarin een plaag des hemels, eu zij zochten in altaren en offers even vruchteloos hulp en reddingals thans die vau Touionse in processie eu kerkgebed. Regelmatig hebben zich de over- stroomingen herhaald, en allengs zijn schoone en vruchtbare oorden tot woestijnen geworden. De verslagen der prefecten in de streken van de Vogezen en de Alpen van 1801 ge wagen alle van wilde bergstroomen, die den akker verwoesten en jammer en ellende tot ver in de dalen verspreiden, eu schrijven eenstemmig de oorzaak der kwaal toe aan het ver minderen der bossehen op de hoogten. In 1843 deed Blan- qui een inspectiereis in Daüphiné en Provenceen in zijn verslag schrijft hij onder anderen hel volgende „"Wie de valleien van Barcelonettevan Embrunvan Verdon en van Devoluyhet steenachtig Arabië der Alpen, bezocht heeftdie weetdat er geen tijd meer verloren moet worden, of binnen vijftig jaren zal Erankrijk vanPië- mont gescheiden zijn als Egypte van Syrië door eene woestijn. Treurig is de aanblik, dien deze streken vertoonen. De schitterend heldere Alpenhemel van Embrunvan Gap, van Barcelonnette en van Digne die maanden lang geheel onbewolkt is, brengt eene droogle teweeg, wier eindelooze duur slechts door stortregens als in de keerkringsgewesten wordt afgebroken. De door misbruik van beweiding en door uitroeiing van bosch van alle gras en struiken beroofde bodem die noch samenhangnoch steunpunt meer heeft stort zich dan in het dal neder, nu eens in den vorm van zwarte, gele of roodachtige lava, dan weder in stroomen van rolsteenen en zelfs van reusachtige rotsblokkendie met vreeselijk geraas voortspringen en in hun wilden loop dfe wonderbaarste verwoestingen aanrichten. Vreeselijk verlaten en doodsch is het beeld van het aldus geteisterde land. Groote massa's van rotsblokkenvele meters dikzijn van rondom over de vlakte verstrooid zij storten zich op de hoogste hoornen en bedekken deze tot aan hunne kruinen zoodat den landbouwer geen schaduw van hoop meer over blijft. Geen akeliger schouwspel dan de diepe kloven in de ingewanden des bergs die schijnt losgebroken te zijnom de vlakte met puinhoopen te overdekken. Terwijl onder den invloed van de zon, die de rots tot gruis doet uiteenvallen, en van den regendie dit gruis medesleept, de zij wanden van den berg meer en meer uitgehold wordenhoogt het bed van den bergstroom zich in één jaar soms verscheiden meters opzoodat hij de bruggen bereikt en medesleept. Reeds van verre herkent men dezevstroomendie over eeüe breedte van 3000 meters zich waaiervormig uitstrekken, die in het midden gewelfd en aan, de zijden hellendezich als een st.eenen mantel over de gansche vlakte uitspreiden. Zoodanig vertoonen zij zich bij droogte. Maar geene men schelijke taal vermag een aanschouwelijk beeld te geven van hunne verwoestingen bij dien plotselingen aanwasdie met geene rivier-overstrooming te vergelijken is. Het zijn dan niet meer rivierendie buiten hare oevers tredenmaar werkelijk merendie als watervallen voortrollenen wier golven steenmassa's voor zich uitdrijven met eene kracht als van die des geschuts." In het verslag van een prefect van het jaar 1853 wordt gezegd„dat de productieve bodem der Alpen onder den geesel der steeds heviger wordende bergstroomen met schrik wekkende snelheid afneemt. Alle bergruggen der Alpen" luidt het verder „zijn, zoo niet geheel, dan toch grooten deels van wouden ontbloot." In een werkje van Charles RibbeLa Provence au point de vue des bois, des torrents et des inondations, werd in 1858 de aandacht nog eens op het gevaar en de oorzaken van het gevaar gevestigd, eu niet te vergeefs. In I860 werden door een wet maatregelen be paald tot aanplanting van bossehen in de meest hedreigde departementen, en ruim een millioen kektaren bergland daartoe aangewezenvoor het grootste gedeelte aan particulieren en gemeenten toebehoorende ten opzichte waarvan de onmisbare tussckenkomst van den Staat in beginseL werd aangenomen en behoorlijk geregeld. Aan de Keizerlijke regeeriiig komt daarvan de eer toe; maar het-behoeft wel geen betoog, dat de vruchten van de toen genomen maatregelen zich eerst na jaren zullen vertoonen. Uit het onderzoekbij herhaling en met nauwgezetheid omtrent deze zaak ingesteld, is gebleken, -dat de mensch niet weerloos aa'u liet geweld van rivieren en bergstroomen is blootgesteld en dat overstroomingen evenmin als oorlogen en besmettelijke ziekten als plagen des hemels zijn te beschou wen waarin hij kalm en gelaten behoort te berusten. Zeker de mensch voert geen gebied over regen en wind, over sneeuw en droogte en tegen velerlei onheilen schiet zijn voorzorg te kortmaar hij bezit de middelen om groote gevaren af te leidenden loop der rivieren te verbeteren en het uit drogen en wegspoelen van den grond tegen te gaangelijk hij den bliksem kan afleiden en voorzorgen nemen tegen de verspreiding van krankten en kwalen. ïn Nederland sinds eeuwen door ie zee en wassende rivieren bedreigd, is de (1) Een noord-westen wind, droog en koud, die bij langen duur even nadeelig wordt voor de gezondheid van den mensch als voor den groei der planten. onvergeeflijkheid van Gods water over Gods akker te laten loopen tot een volksspreekwoord geworden. Maar verzuimen van eeuwen kunnen niet in eenige jaren worden hersteld, en het thans levend geslacht behoort zich in vele gevallen te vreden te stellen met het bewustzijn dat volgende geslachten de vruchten zullen plukken van zjjne zorgen en opofferingen. Gezegend het volk waarvoor die overtuiging voldoende is om van zijn gemak en zijn vermogen het noodige voor de toekomst af te staan! Toch vermag ieder mensch op zich zelf in dat opzicht wei- nfgmeestal niets. Het is de plicht van den Staat in deze zaken voor het algemeen belang te waken, voor het algemeen belang van heden en van morgen, en in de meeste, zoo niet in alle gevallen worden daartoe van de particuliere belangen en de particuliere vrijheid offers geëischt. Omwerking van boschgrond tot bouwgrond was voor den landbezitter gewin, en de aanleg van bossehen belooft te trage renté voor den eigenaar, die zelf de vruchten van zijn werk wil oogsten. Moeilijk is het voorzeker niet zelden, uit te maken of inder daad de algemeene maatregelen die verlangd of aanbevolen worden, tot het beoogde doel zullen leiden, of zij de offers verdienen, die van het volk, alzoo van de bijzondere krachten en vermogens 'gevorderd moeten worden en de beperking der individueele vrijheid wettigen. Maar is dat eenmaal over tuigend gebleken, dan moet ook alle aarzeling ophouden. Is openbaar onderwijs noodig voor de algemeene ontwikkeling van een vrij, zich zelf regeerend volk, "dat het bolwerk zijner onafhankelijkheid zoekt, niet in beperkende maatregelen, niet in Mei-wetten, maar in den volksgeest zelf, - voor een volk waarvan een' steeds grooter getal tot het kiesrecht zal behooren te worden toegelaten, dan moet dit volk voor dat onderwijs de vereischte gelden beschikbaar stellenen mag het bezwaar, dat het bijzonder onderwijs in de meeste geval len niet met openbaar onderwijs zal kunnen* concurreeren niet langer een belemmering zijn. Is betere rechtsbedeeling noodzakelijk, dan mogen geen plaatselijke of persoonlijke be langen de noodige hervormingen tegenhouden. Blijkt inder daad algemeene dienstplicht, of althans persoonlijke dienst plicht zonder recht van plaatsvervanging, noodig voor's lands verdediging, dan behoort de burger dit offer op het altaar des vaderlands te brencen. Eischen de toenemende uit gaven en de gelijkmatige verdeeling der lasten een belasting van alle inkomsten, dan mag geen verzwaring van persoonlijke bijdragen dien maatregel vertragen. Gebieden de zedelijke verplichtingen, die een beschaafd volk op zich heeft genomen, toen het een half beschaafd volk van vele millioenen aan zich onderwierp en bleef besturen, de rijke inkomsten, die het tot nog toe van dat onderworpen volk genoot, geheel of voor een steeds grooter deel ten behoeve van dat volk en zijn ontwik keling aan te wendeneischen de behoorlijke besproeiing der landen en de geregelde afvloeiing der rivieren, tot voor koming van de verwoestingen van den baudjer(2), die bij de vernielingen in het zuiden van Frankrijk niet achterstaan, groote uil gaven, dan mag de liefde voor een batig slot daarvan niet terughouden. W. v. d. K. (2) Stortvloedoverstrooming. De onderhandelingen van de commissarissen der Bonds staten ever de Rijks-spoorwegwetaan het departement voor de Rijks-spoorwegen gehoudenzijn afgebroken aangezien bij elke paragrhaf van wege de eene of andere regeering vraagstukken van competentie werden geopperd. Het Dresdener Journal spreekt dit bericht van de Rational Zeitmg, wat de bedenkingen der Staten over vraagstukken van competentie betreft, tegen, en verzekert, dat integen deel, behalve de algemeene bepalingen over den staatsrech telijken grondslag van het ontwerpeene geheele reeks van bijzondere voorschriften afgedaan is; de Rijks-regeering had, uit eigen beweging en tegen den wenseh der commissarissen, aan de conferenticn een einde gemaakt. De Bondsraad heeft zich den 25met alg. st., overeen komstig het eenparig voorstel zijner rechtsgeleerde commissie naar aanleiding van het adres van Lübeck, Bremen en Ham burg tot behoud der rechtbanken van koophandeltegen het beginsel verklaard om die instellingen daar, waar zij in het belang van den handel gevorderd wordendoor eene Rijkswet te verbieden. De plenaire zittingen zijn tot Sept. verdaagd. Pbuisen. Omtrent de te Rheine plaats gehad hebbende ongeregeldheden verneemt men de volgende bijzonderheden: de policie had de, als ultramontaanscke demonstratie, uit gestoken vlaggen niet zonder moeite doen verwijderen, maar de pastoor lietonder allerlei voorwendselsde vlag tot 's avonds 8 uren van den kerktoren wapperentoen het voorportaal der kerk en een in de nabijheid geplaatst Chris tusbeeld schitterend verlicht werden. Te half 10 verzamelde zich daarvoor eene groote menigte, geestelijke liederen en kreten ter eere van den Paus aanheffende. Een uur daarna verscheen de burgemeester en gelastte, na de toepasselijke bepalingen der strafwet te hebben doen voorlezenhet volk o n uiteen te gaan. Hierop ontstond een algemeene oploop, waarbij de policiedienaren en de burgemeester onder den voet geraakten en onder luid getier mishandeld werden. Den laatstgenoemden werden 5 messteken in den rug toegebracht; hij werd door eenige postbeambten met veel moeite gebracht, in eene herberg, welke nu onder aanhqudend geschreeuw en gezang met straatsteenen gebombardeerd werd. Te half 1 liet de menigte zich door de geestelijkenhiertoe door een rechterlijk ambtenaar overgehaald, bewegen om huiswaarts te keeren. Het bericht van het verbieden der prooessiën uit Neder land naar Kevelaar wordt tegensproken. Het „Kammergerickt" heeft den 24 in hooger beroep uit spraak gedaan in de zaak van graaf Harry v. Arnirn en hem schuldig verklaard aan achterhouding van hem in zijne offi- ciëele betrekking toevertrouwde oirkondenen daarop 9 maanden gevangenisstraf ^esteld waarvan 1 maand gerekend wordt gedurende de instructie te zijn ondergaan. Daaren tegen is de beschuldigde vrijgesproken van verduistering van stukken en vergrijp aan de openbare orde. De verdediger van den graaf, de advocaat Munkelheeft zich onverwijld bij het „Ober-tribunal" in cassatie voorzien, ziek daarbij be roepende op de onbevoegdheid van het „Stadgericht", waar omtrent in het vonnis van het „Kammergericht" gezegd wordt, dat de graaf haar alleen niet heeft kunnen aanvoeren omdat hij verzuimd had zulks bij zijn eerste verhoor te doen. Het berlijnsche „Stadgericht" heeft den 26 beslistdat de Catholieke Werklieden-vereeniging voor goed zal geslo ten wordenals zijnde eene politieke vereenigingdie met buitenlandsche vereenigingen van gelijke strekking in be trekking staaten dat de sluiting der overige catholieke vereenigingendoor de politie bevolenniet zal voortduren, daar zij geene politieke vereenigingen zijn. Voorts werd de geestelijke Miiller tot eene geldboete van 90 mark en andere aangeklaagden tot geringere geldboeten veroordeeld één der aangeklaagden werd vrijgesproken. Den 24 is in de Beethovenzaal te Bonn een schitterend „burgerfeest" gegeven ter eere van den minister Falk, waar bij met geestdrift begroet werd en verklaarde nimmer zulk een schoone week doorleefd te hebben als de afgeloopene. Den 25 en 26 bezocht hij de academische instellingenen op den avond van den eerstgenoemden dag werd hem door burgers en studenten eene serenade gebracht met begeleiding van omstreeks 1000 fakkels. Van bet balcon van zijn hotel sprak hij de menigte toe. Later werd in de Beethovenzaal een groot studentenfeest gehoudenwaarbij de minister her haaldelijk bet woord voerde. Den 26 te Keulen aange komen, werd hij door den burgemeester en vele andere aan zienlijke personen verwelkomd en door de menigte met gejuich begroet, 's Avonds is door vele vereenigingen met 5 muziekcorpsen en 3 a 4000 fakkels eene serenade aan den bezoeker gebracht, die door den heer Hamspohn, uit naam der commissietoegesprokèn werd en daarop van het balcon van het gouvernementsgebouw antwoordde. Ook aan eene serenade van de keulsche mannenzangvereeniging ontbrak bet niet. De kroonprins en prins Frederik Karei zijn den 28 te Swinemünde aangekomenom de manoeuvres van bet daar vereenigde eskader bij te wonen. De stad was 's avonds feestelijk verlicht en de kroonprins werdde straten door rijdende, luide toegejuicht. Den volgenden dag beeft het eskader het anker gelicht om de Medusadie met prins frederik Karei naar Bergen in Noorwegen ging, te geleiden. De Keizer heeft den 25, te Ems, ofschoon het weder on gunstig was, de te zijner eere gegeven regatta bijgewoond. De keulsche roeiclub behaalde tweemaal, de frankforter roei- vereeniging driemaal de overwinning. De Keizer heeft de overwinnaars ontvangen en aan de frankforter vereeniging den Keizersprijs overhandigd. Den 29 is te Dillenburg de Willemstoren ingewijd. Prof. Spiess, voorzitter van liet dillenburger comitéhield de in wijdingsredede tweede spreker was de voorzitter der ne- derland scbe oommissieds. Francken. Prins Albrecht van Pruisenzoon van prinses Marianne, was als vertegenwoor diger van den Keizer aanwezig en overhandigde namens dezen aan ds. Francken de versierselen der Kroonorde. Vele nederlanders woonden de plechtigheid bij. Saksen. Prins George heeft den 23 de Keizers van Rus land en van Oostenrijk te. Bodenback opgewacht, die aldaar een hartelijk afscheid van elkander hebben genomen. De Czaar is naar Dresden, de Keizer van Oostenrijk naar Isckl ver trokken. Hessen. Keizer Alexander heeft den 24 te Darmstadt eene door prins Lodewijk van Hessen gecommandeerde parade geïnspecteerd. Na den afloop der parade heeft de Keizer zieh met de prinsen Alexander en Lodewijlc naar Bickenback begeventen einde aldaar den te 1 ure aankomenden Kei zer Wilhelm te begroeten. HH. MM. hebben zieh te zamen naar het slot Heiligenberg begeven, alwaar Keizer Wilhelm door den gemeenteraaddoor vele militaire vereenigingen en door een groot aantai damesdie hem bloemruikers toe wierpen met veel geestdrift werd begroet. Keizer Wilhelm keerde te 4 uren naar Ems terug. Het „Ober-tribunal" te Marburg heeft de uitspraken tegen de „wederspannige" predikanten vernietigd en de zaken tot nadere behandeling en beslissing ter tweede instantie verwezen. Den 23 beeft de Kamer het wetsontwerp tot het strafbaar- stellen van aanbiedingen tot het plegen var, misdaden, over eenkomstig de door de commissie voorgestelde lezing, met 77 tegen 6 st. aangenomen, terwijl 5 leden zich onthielden. Vooraf was eene kleine wijzigingdoor den heer Guillery aanbevo len en waarin de minister berusttegoedgekeurdhierin bestaandedat de aanbieding niet strafbaar zal zijntenzij die „rechtstreeks" wordt gedaan. Een voorstel van den keer Jottr'and, om te bepalen, dat de nieuwe wet binnen 2jaren zou moeten worden herzien, was met 50 tegen 35, het voor stel om mondelinge aanbiedingen en voorstellen van de toe passing der wet uit te sluiten met 69 tegen 17 st. verworpen. Den 24- zijn eenige wetsontwerpen aangenomen, waaronder die tot ontheffing der coöperatieve vereenigingen van zekere belastingen en tot regeling van het vervoer van landverhui zers waarbij dit aan de machtiging des ministers van buit. zakeu onderworpen wordtalleen te verlepnen onder voor waarde dat er eene waarborgsom gestort worde voor de uitvoering der bepalingenbij liet contract van vervoer be dongen cn voor de betaling der assurantie-premie. Den 28 zijn te Meedelen de jubelfeesten begonnen ter. eere van den beschermheilige der slad S. Romboutbijge- woond door den Koning en de Koningin de ministers d As- premord-Lijnden, Delcour en Beernaert, een groot aantal andere aanzienlijke personen en van heinde en ver toegestroomde vreemdeiingen. De hoofdzaak was daarbij een groote his-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1875 | | pagina 1