Zevenenzeventigste Jaargang.
Onze geldzaken.
No. 40.
1875.
ZON DAG
mmk
3 OCTOBER.
©fficiccl (Bcbccïtc
ë&Hcitcltjfcschc Bericlïtcn.
l^nsiïselslasasl.
Pruisen, In het sileezisebe kiesdistrict Qppein is de ul-
ÜSHgic.
Tiirkfjc.
A L k M A A li S C II E COURANT.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f fi, 65, franco per post e.JIO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Sneven franco aan de Uitgevers HE HM'. COSTEll ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
SCHOUW
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen mits deze ter kennis van de belanghebbenden: dat op
Woensdag 13 October 1875 door den opzigter van den hout en
de plantsoenen zal worden gehouden de jaarlijksche Schouw
over de slooten en waterengelegen aan en langs perceelen
onder deze gemeentemet uitnoodiging aan de betrokken
eigenaars en gebruikers dier perceelentot voorkoming der
straf, als bij de verordeningen is bepaald, zorg te dragen
dat de slooten en wateren behoorlijk zijn schoongemaakt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
29 September 1875. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat de pandeningebragt bij
de opgeheven stads bank van leenir.g, naar het stadhuis over-
gebragt zijndevan Maandag 1 October e.k., tot latere
aankondiging ter gemeente-secretarie kunnen worden terug
gevorderd tegen terugbetaling der daarop voorgeschoten gel
den met inbegrip der verschenen renten, op alle werkdagen
van 's morgens elf tot twaalf urengedurende welken tijd
tevens beschikt kan worden over de meergeldiug van reeds
verkochte panden.
Burgemeester en Wetliouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
29 Sept. 1875. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR op Woensdag, 6 October 1875 des namiddags ten
12 ure. A aniens den Voorzitter van den Raad
NUHOUT van der VEEN.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le. helft, der maand September 1875.
Mej. Renoldi, Mej. P. de Groot, Erwagton, Stern,
B. Quant Zn., Mej. N. Niezing, Amsterdam; H.Jansen,
Asselt; Wed. Riet. Edam; W. van Baren, Kerkebuurt;
P. Vormer, de Krimp; A. B. Pannekoek, Sneek Mej. A. van
Duin Utrecht.
Van het Hulpkantoor te Dirkshorn:
H. J. NieuwenkampDedemsvaart.
Eens in het jaar houdt de minister van Einantiën eene
rede, waaraan schitterende cijfers den naam van millioenen-
rede hebben doen geven.
Hij, die de middelen en inkomsten van den Nederlandschen
staat in het meest rozekleurig licht wil zien doet wel die
rede te lezen. Immers dit staatsstuk is de inleiding tot
de begrooting, het is de aanwijzing van de gelden, waarmede
het ministerie zich voorstelt de uitgaven van het komende
dienstjaar te bestrijden. Daar er veelzeer veelen elk
jaar wederom meer dau het vorige, is uit te geven, en geen
minister gaarne den toevlucht neemt tot het opleggen van
nieuweof verhooging van bestaande belastingenkan men
vrij zeker zijn dat de toestand niet re donker zal worden
geschetst. Men doet dan wel de millioenenrede te behandelen
met hetzelfde vertrouwendat men gewoon is te schenken
aan de schitterende prospectussen van den handelaar, die zijn
koopwaar aanprijsteen vertrouwen, dat voorzichtigheid niet
uitsluit, en eigen onderzoek tot pligt maakt.
Als de rede van den minister van Finantiënden 21«tn
September in de Tweede Kamer uitgesproken ons dan me
dedeeltdat de nederlandsche natie in het jaar 1876 ver
moedelijk niet al te vee! te kort zal komen en ongeveer
bare uitgaven uit hare middelen zal kunnen bestrijdendan
nemen wij die mededeeling dankbaar aan maar zijn toch
niet geheel tevreden en getroost, voor dat wij weten, hoe
de begrooting sluitend is gemaakt met de raming der uit
gaven.
Dan vinden wij veel, dat tot bezorgdheid ernstige redenen
geeftveeldat onze staatslieden nopen moet aan de her
ziening van ons ouderwetsch en ongelijkmatig drukkend be
lastingstelsel de verbeterende hand te slaan.
De middelen worden aangevuld met eene som van vijf
millioen te vinden door de uitgifte van schatkistbilletten.
Schatkistbilletten zijn, al sedert jaren, de gewone sluitpost
op onze begrooting, en als niemand onzer nog een schatkist-
billet in betaling beeft ontvangen dan is daaraan het ge
lukkige verschijnsel schuld dat steeds de inkomsten meer
opbragten dan de ramingen de werkelijke uitgifte dus on-
noodig werd. Maar dat neemt niet weg, dat eene begrooting.
die met de uitgifte van schuldbekentenissen sluit eigenlijk
met sluitin werkelijkheid een ongedekt te kort laat.
Is dus de algemeene raming der inkomsten laag belang
rijk lager, dan de werkelijk verkregene opbrengst derzelfde
middelen gedurende een vorig dienstjaar, dan kan zonder
gevaar de magtiging tot uitgifte van schatkist-billetten wor
den verleend. Wanneer daarentegen, zooals op deze begroo
ting het geval isde ramingen hoog zijn opgevoerddan
moge eene voorgenomene uitgifte voor den kortzichtigeen
hem die 't wezen wilin schijn de bcgrooting doen slui
ten onmagtig blijft zij om iets toe te brengen tot de dek
king van bet werkelijk te-kortschulden makenis geen
betalen maar betaling uitstellen.
Belastingen domeinen posterijentelegraphen en loods
gelden worden op eene opbrengst van f 85,810,321,50 ge
schat. Dat is slechts ruim 2% millioen minder, dan zij in
1874 hebben opgebragt. Stel, dat die opbrengst dezelfde
blijftof slechts matig stijgtdan kan ook de knapste mi
nister van Finantiën met dat overschot van 2% millioen, de
vijf millioen niet betalen, die als schatkistbilletten onder de
ontvangsten zijn gebragt. Neemt men in aanmerking, dat
de successie-belasting in 1874 buitengewoon veel heeft opge
bragt en de overige inkomsten normaal geacht moeten wor
den dan is de waarschijnlijkheid, dat de werkelijke opbrengst
der middelen in 1876 de raming met meer dan 2 a 3 mil
lioen zal overtreffen, gering.
Maar wat is nu een tekort van een paar millioen voor een
rijk en welvarend landals het onze Zijn wij niet al te
zwaar tillend, als wij daaraan zulk een gewicht hechten?
Ruim 113% miljoen zal onze staatshuishouding in 1876
kosten; is bij zulk een bedrag, een zoo gering tekort,
onrustwekkend
Alles hangt er van af, hoe het totaal der ontvangsten
verkregen is. Als, zoo als men zegt, uit alle hoekjes en
gaatjes ieder beschikbaar saldo en elk vroeger overschot
bijeengebragt is, als er niets, noch bestaande en aanwezige,
noch mogelijke en waarschijnlijke baten buiten aanmerking
zijn gelaten om optewegen tegen eveneens onvoorziene maar
mogelijke uitgavenwaartoe de staat in den loop van het
dienstjaar geroepen kan worden dan is zulk een tekort in
derdaad een ernstig teeken des tijds.
Op deze begrooting wordt als bijdrage uit Indië onder de
ontvangsten 10,8 millioen opgenomen, terwijl tegelijkertijd
uit de batige sloten van vroegere Indische diensten nog
5 millioen worden aangewezen. Voor dit bedrag zijn wij
dus afhankelijk van oDze koloniën, dat is, van de prijzen
van dekoffij. Iedere huismoeder, die klaagt over de stijging
van de prijzen van alle levensmiddelen, mag wel eene uitzon
dering maken voor de geurige boou die alleen verhindert
dat bare klagten over verhoogde huishoudboekjes door haren
echtgenoot worden afgewisseld met klaagzangen over ver
hoogde belastingen. Zoo lang de koffij prijzen rijzen, leggen
delgen wij schulden leven, als of onze
geven dan zij ontvangtmaar als de
of zelfs maar dezelfde blijven, als de
oogst mislukt of de Java-koffij een ernstigen concurrent krijgt
op de wereldmarktdan zal Holland in den letterlijken zin
des woords in nood zijn. Voorloopig is alleen Indië in nood,
dat veel meer betaalt, dan eene behoorlijke voorziening in den
kolonialen dienst toelaat.
Onder de opbrengst onzer belastingen prijkt de accijns op
bet gedistilleerd voor niet minder dan 17j millioen. Koffij
en genever, de volksdrank en de volkszonde, houden Neder
land finantiëel in stand. Hoe meer zich de natie bedrinkt en
te buiten gaatdes te meer bloeit de schatkist. De afschaf
fing van de Amsterdamsche kermis is een streep door de re
kening van den minister van Financiën. Is die toestand ge
zond Men kan zoo liberaal zijnen de liberaliteit van
sommige menschen is een mooi woord voor bandeloosheid
om den staat alle moreele tusschenkomst in de zaken der
burgers te verbieden. Van dit standpunt kan men zeggen
dat de staat er niet voor te zorgen heeftdat de burgers
zich niet bedrinken. Dat de staat niet geroepen is den strijd
tegen de Nederlandsche geneverzonde te strijden. Maar zelfs
van dit standpunt schijnt het toch nog bedenkelijkom de
staat zoodanig bij het toenemenhet groeijen en voortwoe
keren van het kwaad van den drank te interesseeren, dat de
staatsman in den dronkaard die hij als mensch beklaagt of
veracht, een der steunpilaren van de staatsfinantiön moet
zien. Zelfs van uit dit standpunt kunnen wij ons toch niet
anders beschouwendan als de mandie volbloed „Afschaf
fer" uit pligtgevoel en overtuiging, gedwongen zoude zijn
om zijn levensonderhoud te winnen in een kroeg. De Ne
derlandsche tapperijen bloeijende belasting die 14 millioen
opbragt in 1869, bragt in 1874 bijna 9 millioen in de schat
kist. Verheugt u vaderlandsche financiers over den toe-
nemenden bloei van dit middel! Schaamt, u Nederlandsche
natie die een vierde uwer belaslingen drinkend en dronken
betaalt 1
Ir. 't rozekleurig licht der millioenenrede gezien, is dus
de toestand onzer geldmiddelen zoo geworden als men sints
jaren voorspeld beeft, dat die worden zoubatige sloten van
vroegere diensten Indische en Nederlandschezijn langza
merhand opgeteerd, de schatkistbilletten op de begrooting
gebragt, verbergen een werkelijk tekort, en elke daling in
de koffijprijzen kan ons plotseling stellen voor een belangrijk
wij spoorwegen aan
schatkist meer kan
koffijprijzen dalen,
deficitdat niet anders te dekken zal zijndan door nieuwe
belastingen, 't Is waarmen kan de uitgaven splitsen in
gewone en buitengewoneen met behulp van die verdeeling
nog langin rustige rust tevredenin wat men dau bui
tengewone uitgaven noemen wildoor leeningen voorzien
Maar wat zijn buitengewone uitgaven Zijn dat uitgaven
die men niet heeft te betalen Of komen die slechts zelden en
bij uitzondering voor Immers neen De verdeeling onzer
uitgaven in gewone en buitengewone is een kunstje, geen
redmiddelmaar een bedekkende wondpleister. Iemand die
't niet betalen kan om vier weken de zomerlucht te gaan
inademen in Italië of Zwitserland, kon dat volstrekt niet
eerder, spoediger of beter doenals hij die uitgaven met den
naam „buitengewone" vereertzoo is 't voor den staat
ook precies hetzelfde, of bij aan 't gewone of aan 'tbuiten
gewone bankkroet gaat.
Maar bankkroet gaan Zoo verre is 't toch wel niet.
Toegegevengelukkig niet. Maar zoo verre is 't weldat
wij drijvende op geneverkruik en koffij baal slechts 't hoofd,
en 't hoofd alleen, boven water houden. Zoo verre is het
dat wij weldra zullen moeten leenenen belastingen moeten
verhoogen om de renten te betalen. Kunnen wij met bet
tegenwoordige belastingstelsel meer betalen? Dat wil zeggen:
niet is het mogelijk want dat is het zeker maar is bet
billijk en politiek? Dat is bet stellig niet. Al onze belas
tingwetten dragen de sporendat zij gemaakt zijn in een
tijdtoen de schatkist in nood was, en alles zwichten moest
voor dit ééne-belang: spoedig en veel geld te krijgen. Yan
daar de ongelijke druk van bij v. de patentwet, de opvoering
der indirecte belastingen door hooge opcentenen al die
zichtbare en voelbare gebrekenwaarover wij dagelijks klagen,
en waarvan wij o! grilligheid van 't hart 1 gemakshalve
grieven tegen de ambtenaren met de inning belastmaken.
Een overkostbaren tijdjaren van voorspoedvan reus
achtige baten uit Indië en stijgende welvaart hier, hebben
wij voorbij lateh gaanhier en daar eene belasting vermin
derende of afschaffendezonder dat het tot ingrijpende ver
beteringen gekomen is.
Wachten wij nu nog langer, dan zullen wij ons belasting
wezen moeten herzien niet uit het oogpunt van verbetering
en herstel van grieven maar onder den drang van te-korten,
uit het oogpunt om de opbrengst ten koste van wat ook, te
vermeerderen. Dan krijgen wij op nieuw een zamenstel van
belastingen niet beter dan bet tegenwoordige. Dan zal 't de
hoogste finantic-glorie wezenom nog een paar gulden op
een vat genever te brengen of de herziening der gebouwde
eigendommen dienstbaar te maken aan de verhooging van de
grondbelasting.
Nu nog kunnen wij wat wij willen, dan moeten wij, wat
de omstandigheden voor ons willen zullen.
„In den loop van dit jaar" zoo sluit de minister zijn
millioenen-rede, zal ik „aan de Vertegenwoordiging voorstellen
aanbiedendie getuigenis dragen van bet ernstig streven
der Regeering om aan al die eiscben (van belasting-herzie
ning) zooveel mogelijk voldoening te geven."
Moge de minister gelukkiger zijn dan een zijner voorgan
gers, die ook het Nederlandsche belastingwezen zou verbeteren,
ende patenten voor de palingverkoopers afschafte.
De commissie tot herziening der spoorwegtarieven heeft
met alg. st. beslotenin elk geval vast te houden aan de
invoering van één tariefstelsel voor geheel Duitschland. Zij
beeft zich vereenigd met het denkbeeld om den afzenders van
goederen de keus te geven tusschen open en overdekte wa
gens en om voor het vervoer in open wagens een lageren
vrachtprijs te bepalenmaar de daarbij te beloopen meerdere
risico van beschadiging voor rekening der afzenders te laten.
De conferentie van gedelegeerden uit de duitsche zeehaven-
plaatsen bijeengeroepen ter bestrijding van de protectionis
tische beweging, is den 22 te Berlijn, onder voorzitting van
den heer Claussen, uit Bremen, met 23 afgevaardigden uit
12 steden geopend.
In eene te Dusseldorp gehouden vergadering van de noord
westelijke groep der Vereeniging van duitsche ijzer- en staal
fabrikanten heeft men zich verklaard vast te houden aan
eene anti-protectionistische staatkunde en tegen elke verhoo
ging van invoerrechten op het ijzer; daarentegen acht zij het,
wegens den tegenwoordigen toestand der ijzer- en staalindus
trie, onvermijdelijk om den termijn voor de afschaffing dezer
invoerrechten te verschuiven.
De commissiën van den Bondsraad, die bezig zijn met de
voorbereiding der werkzaamheden voor de herfstzitting van
den Rijksdaghebben de voorgestelde beurs- en bierbelas-
iingen ter aanneming aanbevolen. Naar men zegt, zal de
Bondsraad hieromtrent geen besluit nemen vdór het blijkt,
dat op de Rijks-begrooting moet worden voorzien in eene
vermindering van inkomsten.
Bij keiz. besluit vau 22 Sept. wordt het Rijksmuntstelsel
van 1 Jan. 1876 af voor het gansche gebied des Rijks in
werking gesteld.
tramontaansche candidaatde pastoor Gratzlca, met 9600 st.
tot lid van den Rijksdag verkozentegenover den hertog
v. Ujestdie 7237 st. bekwam.
Yolgens de ultramontaansche Schlesische Volkszeitung, hou
den van de 532 proosten in het aartsbisdom Posen-Guesen
137, in weerwil van het verbod der geestelijke overheid,
briefwisseling met de van regeeringswege aangestelde com
missarissen voor het beheer der dioeeesen.
Prins Frederik der Nederlanden is den 26 te Berlijn aan
gekomen waar hij aan het nederlandsche paleis door den
Keizer en de leden der kon. familie verwelkomd werd. Den
29 begaf de prins zich naar zijne goederen in Silezië.
Beieren. Den 28 is de zitting van den Landdag door
prins Luitpold geopend. De benoemingen van den voorzitter,
ondervoorzitter en secretaris der Kamer van Afgevaardigden,
op den 29vielen uit ten gunste der ultramontanendie
78 st. uitbrachten tegenover de 76 der liberalen.
Saksen. Bij de verkiezingen ter gedeeltelijke vernieuwing
van den Landdag beeft de regeering zich voor de eerste maal
onthouden van rechtstreeksche ondersteuning der conservatieve
oandidaten, eu de fortschritts-partij zich op verscheidene.plaat
ten met de conservatieven tegen de nationaal-liberalen ver
bonden. Evenwel hebben laatstgenoemden reden om met den
uitslag der verkiezingen tevreden te zijn.
Hessen. De gepens. nederl. majoor Steek, die te Darm
stadt in hechtenis genomen was, onder beschuldiging dat hij
voor liet, nederl.-indiscbe leger soldaten zou hebben gewor
ven is den 24, na een arrest van 14 dagen, wegens volko
men gebrek aan bewijzen, weder in vrijheid gesteld. De Main-
Zeitunq had beweerd, dat de majoor over geheel Duitschland
een werfbureau bad verspreid waarvan meer dan 10Ü per
sonen de slachtoffers waren geworden en dat zekere Schwarz
zijn handlanger was. De majoor verklaart thans in de Neue
Hess. Volkszeitung, dat bij dezenhem voor weinige weken
nog onbekenden persoondie hem informatiën omtrent de
dienst in Indie gevraagd bad maar, als gehuwddaarvoor
niet in aanmerking kon komenschrijfwerk bezorgd en eenig
geld geleend heeft.
Wurtemberg. Den 27 is te Cannstadt, in tegenwoor
digheid van den Koning en de Koninginvan de Koningin
der Nederlanden, de prinsen en prinsessen en eene talrijke
menigte, het bronzen ruiterstandbeeld van wijlen Koning
Wilhelm plechtig onthuld. De nederlandsche Koningin was
den 23 met prins Alexander te Constanz aangekomen en
bad den 25 een bezoek aan Keizerin Bugétüe op Arenenberg
gebracht.
Mecklenburg. Den 22 heeft de Keizer eene revue over
de vloot gehouden en een dejeuner gebruikt aan boord van
den König Wilhelmbij welke gelegenheid Z. M. een toast
uitbracht op bet welzijn der marine. De chef der Admira
liteit geul. v. Sloschwees in z jn antwoord op de betee-
kenis der tegenwoordigheid van den eersten duitscben Keizer
op de duitsche vloot.
Door clericale bladen is beweerddat de antwerpscbe
schepen Ferd. v. d. Taelen 5 jaren geleden bij zekere gele
genheid oproerige kreten tegen den Koning had aangeheven,
en laatstelijk de verklaring van een oud-commissaris van po-
licie bijgebracht om dit te bevestigen. De liberalen van
Antwerpen hebben den 21 den heer v. d. T. een protest
tegen deze beschuldiging, door hem in zijn antwoord „hoon
en laster" genoemdaangeboden hetwelk werd overgebracht
onder geleide van een groot aantal„geuzenliederen" zin
gende genootschappen en vereenigingen met muziek en ba
nieren gaande tusschen eene dubbele rij van toortsdragers.
De feestelijkheden te Brussel ter viering van den 45sten
verjaardag der belgische onafhankelijkheid zijn den 23
begonnen met het bonden van schutgevaarteeene lijkdienst
in de kerk van St. Gudule ter gedachtenis van de in 1830
gesneuvelde vaderlanders, eene kostelooze opera-voorstelling,
eene land- en tuinbouwtentoonstelling en wedrennen.
Het te Brussel gehouden congres voor de medische we
tenschappen is den 25 besloten met een schitterend feest
maal op het stadshuiso.a. bijgewoond door den minister
Delcour, den burgemeester Anspach enz.
Donau-Vorstendommen. De troepen worden met de
gedeeltelijk opgeroepen reserve in divisiën geconcentreerd tot
het houden van oefeningen in October.
Servie. De aanstaande Vorstin beeft den 25, op hare
reis per stoomboot naar Bucharest,een half uur te Belgrado
vertoefd. De Vorst,, het stedelijk bestuur, eene eerewaclit
en eene groote volksmenigte hebben de bruid des Vorsten
begroet.
Het. adres der minderheid van de Skupschtina, dat niet
gedrukt werdis bekend geworden en maakt opzien, omdat
de natie zich daarmede vereenigt, en onstuimig den oorlog
verlangt. Het rdres vroeg: or.middelijke oorlogsverklaring;
afschaffing van alle bureaucratische instellingen; verbetering
van het lot aller ambtenarenafschaffing der gendarmerie
volkomen vrijheid van drukpers.
De kooplieden verlangen van de regeering een besluit,
waarbij bun uitstel van betaling voor verscheidene maanden
wordt verleend omdat zij ten gevolge van de politieke cri
sis hunne verplichtingen niet kunnen nakomen. De regeering
schijnt voor het nemen van zoodanigen maatregel terug te
deinzenalthans de minister Ristics beeft de deputatie van
koopliedenwelke op bespoediging ervan wilde aandringen
niet, ontvangen.
Aan eiken landweerman is het verboden over de grenzen
te gaan zelfs indien hij een pas heeft. Niemand mag zelfs
zijne woonplaats verlaten opdat men elk oogenblik gereed zij
om op te trekken. Den 26 bad te Belgrado de recruteering
van de lagere ambtenaren plaats, welke allen, tot de scctie-
ehefs toemoeten uittrekken. Den 27 trok de cavallerie der
landweer van de hoofdstad en de belgrader kreits naar de
grenzen. Dien dag is de minister van oorlog uit Kragujo-
vacz te Belgrado aangekomen, om krijgsraad te houden,