No. 52 Zevenenzeventigste Jaargang 1875. Z O N D A G 26 DECEMBER. Een stap voorwaarts. iEct volgend M". dezer Courant Kal wegens den Mien w jaarsdag op Yrüdag avond worden uitgegeven. ©fficiëcl ©»cbcclf£ SUcfcclijkacftc Berichten, DuUsclilasid. IBelgie. ïerecnigclc Sfnlcn. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f 0,65, franco per post f 0,8 0, afzonderlijke nommers 5 Cents. Sneven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijvoegsel. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR. Gezien art. 19 der wet van 19 Augustus 1861 (Staats blad n°. 72), Roepen bij deze op Alle mannelijke ingezetenen, die op I Januarij 1876 hun negentiende jaar zijn ingetreden (mitsdien alle mannelijke ge borenen van 1857), om zich, ingevolge art. 15 en 20 der aangehaalde wet, in het daartoe gereed gemaakte register voor de Nationale Militie te doen inschrijven. De inschrijving begint op 1 Januarij 1876 en moet afge- loopen zijn den 31 dier maand, behoudens de uitzondering bij art. 20 der gemelde wet omschreven. De inschrijving geschiedt in een der vertrekken \an het raadhuis alhier, op alle Dingsdagen en Vrijdagen in de maand Januarij, des avonds van 5 tot 7 ure. De verpligting tot het doen der aangifte berust op den militiepligtige zeiven; bij ongesteldheid, afwezigheid of ont stentenis op zijn vader; is deze overleden, op zijne moeder, enzijn beide overledenop zijnen voogd. Burgemeester eu Wethouders maken, tot regt verstand van het voorgaande, de ingezetenen opmerkzaam op de volgende bij genoemde wet gemaakte bepalingen, als: F oor ingezeten wordt gehouden 1°. hij wiens vaderof is deze overledenwiens moeder, of, zijn beide overleden wiens voogd ingezeten is volgens de wet, van 28 Julij 1850 (Staatsblad n°. 11); 2°. hijdie geen ouders of voogd hebbendegedurende de laatste 18 maanden voor 1°. Januarij 1876 binnen Neder land verblijf hield 3°. hijvan wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezetenmits hij binnen htet Rijk verblijf houde. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling behoorende tot een Staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of, waar ten aanzien der dienstpligtigheid het beginsel van wederkee- righeid is aangenomen. De inschrijving geschiedt 1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is deze overleden, de moeder, of, zijn beide overleden, de voogd woont 2° van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente waar hij woont 3». van hemdie geen vadermoeder of voogd heeft of door deze is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands ge vestigd is, in'de gemeente waar hij woont; 4°. van den buiten 's lands woneuden zoon van een Neder lander, dieter zake van 's lands dienstin een vreemd land woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Voor de Militie wordt niet ingeschreven 1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een inge zeten die geen Nederlander is 2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdelingal is zijn voogd ingezeten 3°. de zoon van een Nederlander, die ter zake. van 's lands dienstin 's Rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Zij vermanen al de ingezetenen dezer gemeente, wien dit mogt aangaanzoo mogelijk in eigen persoon de aangifte te doen en daarmede niet tot het einde van Januarij te wach ten,. terwijl zij voorts herinneren aan de straf, waarmede de nalatigen ter inschrijving bij de art. 183 en 188 der wet, be dreigd worden. Burgemeester en Wethotiders voornoemd Alkmaar. A. MACLAINE PONT. 10 Dec. 1875. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BRANDWEER. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR; Gelet op de bepalingen van het reglement op het beheer en het behandelen der braudbluschmiddelenvastgesteld 6 Maart, 1872 (Gemeenteblad n°. 101); Roepen bij deze op alle manspersonen; a. in den loop van het jaar 1875 20 jaar pud geworden; b. zich tusschen den ouderdom van 20 en 60 jaren, sedert 1 Februarij 1875 binnen deze gemeente gevestigd hebbende; om zich in Januarij 1870 voor de dienst van het brandwezen te doen inschrijven, waartoe de gelegenheid zal bestaan ter secretarie der gemeente, op Maandag, Woensdag en Vrijdag van iedere week, van des voormiddags 10 tot 's namiddags 2 ure. Zij herinneren verder belanghebbenden dat Verzuim dier inschrijving indienststelling zonder loting ten gevolge heeft. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 15 Dcc. 1875. De Secretaris. NUHOUT van dek VEEN. SOLLICITANTEN naar de betrekking van 2'. HELP STER bij bet ONDERWIJS in de VROUWELIJKE HANDWERKEN aan de Openbare Armenschool te Alkmaar op 40,jaarweddeworden verzocht zich vóór 4 Januari 1876 schriftelijk te wenden tot het Gemeentebestuur. JOHANNES VINCENT ALPHONSUS MARIE GOES wordt verzocht zich aantemelden ter gemeente-secretarie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat de Gemeenteraad in zijne vergadering van 22 December 1875 gedurende het jaar 1876 Leeft benoemd 1°. tot leden der vaste commissie voor de verordeningen tegen welker overtreding straf is bedreigd, onder Voor zitterschap van den heer Burgemeester, de heeren J. C. F onkJG. A. VerhoefMr. D. F. van Leeuwen en JC. A oom 2°. tot leden der vaste commissie van financiënde heeren II. van den Berg J. G. A. F erhoeffJ. C. KoornP. Brunvis de Lange en J. Helling en tot. Voorzitter den heer J. G. A. Verhoef; 4°. tot leden der vaste commissie van bijstand betrekkelijk het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigen dommen, onder Voorzitterschap van den I eer Wethouder l'. A. van der Driftde heeren I'. Bruinvis de Lange 11. J. Conijn en M. Cohen Stuart. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 23 Dec. 1875. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis Dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelend 'het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen van FRE- DERIK HUISMAN, koopman en winkelier te Alkmaar, om vergunning tot het oprigten van eene bewaarplaats van petroleum in het perceel aan de Oudegrachtte bouwen op iiet erf van wijk A, n°. 632, en dat op Dingsdag den 4 Ja nuarij 1876, 's namiddags ten één uren, ten raadhuize gele genheid wordt gegeven om tegen het oprigten van die bewaar plaats van petroleum bezwaren in te dienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar. A. MACLAINE PONT. 21 Dec. 1875. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Niets belemmert meer de ontwikkeling eens volks en dooft sterker de geestkracht die tot bandelen drijft, dan het voort durend peinzen en twisten over dezelfde vraagstukken. Se dert het jaar barer geboorte, dus gedurende eeii achttiental jarenom van een vroeger tijdperk maar niet te spreken heeft onze wet op het lager onderwijs aan heftige bestrijding bloot gestaan; geregeld meer dun eenmaal 's jaars werd de strijd over haar beginselen in de Staten-Generaal gevoerd en daar huiten was de schoolkwestie onafgebroken aan de orde. Meermalen was zij bij de verkiezingen de alles be- heerschende vraagtot groot nadeel van menig ander gewich tig volksbelangwaarvan de algemeene aandacht, werd afge leid. De lagere school zelve heeft daaronder geleden. De aanval op haar onzijdig karakter wat godsdienstige leerstel sels betreft, was zoo st.erk, en de aanvallers waren zoo on vermoeid dat de voorstanders der gemengde school, toegan kelijk voor allenzonder onderscheid van godsdienstige ge zindheid zich jaren lang tot de verdediging van het bestaande meenden te moeten bepalenwaardoor de vele gebreken, die haar in andere opzichten aankleven werden voorbijgezien, of althans niet zoo sterk in het licht werden gesteld als noodig is om de overtuiging te vestigen dat verbetering noodzakelijk is. Er werd wel geklaagd, maar tot afdoende maatregelen, tot bepaalde voorstellen zelfs scheen de moed te ontbreken. Inde. laatste jaren eerst is daarin verandering gekomen, en bij de behandeling van het vijfde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1876 is eindelijk door de Tweede Kamer een stap ge daan in de richting van verbetering der openbare school met behoud van haar bruikbaarheid voor de kinderen van alle godsdienstige gezindtenmet behoud van haar onzijdigheid op godsdienstig gebied. Zal het openbaar onderwijs, gelijk de grondwet eisoht inderdaad overal in het Rijk voldoende zijn, dan moet er aan vele gemeenten door de provinciën en het Rijk krachtiger financieële steun worden verleend dan tot, nog toe is geschied. De Minister had de post op de staatsbegrooting, waaruit die steun moet worden verleend, 20000 hooger gesteld dan voor het jaar 1875 was uitgetrokken. De Kamer achtte dit evenwel onvoldoende, en bij amendement werd er juist nog eens f 20000 aan toegevoegdvolgens den voorsteller met, het doel om de regeering in staat te stellen niet alleen voor goede schoolgebouwen maar vooral ook voor een meer vol doende inrichting van het onderwijs zelf, die op vele plaatsen onmisbare hulp te verleenen. Van meer gewicht waren echter de amendementen door den heer Moens voorgesteld, waarvan het, eerste met, met 42 tegen 33 steramen werd aangenomen, en de beide volgende met het eerste nauw samenhangende, door den Minister „tot tijdbesparing" werden overgenomen. Voor drie nieuw opterichtcn kweekscholen had die afgevaar digden aan jaarwedden, belooning en toelage van onderwij zers enz. een som van f 30000 uitgetrokken, en wel voor twee kweekscholen voor onderwijzers en voor één voor onder wijzeressen. Voor de drie inrichtingen zal het dubbele dier som noodig zijn de helft was op de begrooting voor 1876 voldoendedaar de kweekscholen zelfs, wanneer met grooter voortvarendheid voor hare oprichting wordt gewerkt dan van deze regeering verwacht kan worden, in geen geval, vroeger dan in cte laatste helft van dat jaar kunnen geopend worden. Voor toelagen aan veertig kweekelingen op elk der drie nieuwe kweekscholen gedurende de vier laatste maanden van het vol gend jaar was een bedrag van f 12000 voorgesteld, en voor huur en onderhoud van gebouwenzoo noodig voor de be taling van een eersten termijn der kosten van een nieuw ge bouw, een som van f 60000. Ondanks do bestrijding van den Minister, die verklaarde niet overtuigd ie zijn van de behoefte aan drie nieuwe kweek scholen en er op wees dat daarenboven te Amsterdam een stedelijke kweekschool wordt opgericht voor onderwijzers en onderwijzeressen en 1e Groningen een voor onderwijzeressen, terwijl de kweekschool voor onderwijzeressen te Arnhem is uitgebreidondanks dat alles heeft de Kamer de drie amen dementen met een betrekkelijk aanzienlijke meerderheid van stemmen aangenomen. Niet alleen voor opleiding van on derwijzers aan de kweekscholen is echter gezorgd; een vierde amendement van den heer Moens, om de regeering in staat te stellen de normaallessen en opleidingsklassen te verbeteren eD het, getal kweekelingen ook aan die inrichtingen uit te breiden, door de begrooting met f 50000 te verhoogen, werd met nog grooter meerderheid, 50 tegen 20 stemmen aange nomen. Deze stemmingen leveren wel het overtuigend bewijs, dat de voorstanders der gemengde schoolopenbare of bij zondere, besloten hebben niet, langer alleen verdedigenderwijzc te handelenmaar tot verbetering van het onderwijs zelf krachtige maatregelen dringend noodzakelijk achten. Yoor alles is voorziening en de behoefte aan onderwijzend perso neel noodig. Nu reeds, terwijl het onderwijzend personeel in verhouding tot het. aantal leerlingen op de gewone lagere school bijna overal veel te gering is, bedroeg bij het begin van dit jaar het aantal vacaturen van hulponderwijzers, de pro vincie Friesland niet meegerekend329. Er behoort dus in tijds gezorgd te worden dat verbetering van het onderwijs door voor elke 35 of 40 leerlingen een hulponderwijzer aan te stellen, in plaats van voor elke honderd leerlingen, zooals thans de wet als minimum voorschrijftin de praktijk niet onmogelijk zal blijken door gebrek aan onderwijzers. Van daar de aandrang tot oprichting van nieuwe kweekscholen en tot verbetering en uitbreiding van normaallessen en op leidingsklassen. Nog een ander amendement tot bevordering van de op leiding van onderwijzers was voorgesteld. Ditmaal door de tegenstanders van het neutraal onderwijsvoorstanders van de gezindtesoholen. Zij stelden voor, aan eiken hoofdonder wijzer, die met gunstig gevolg een kweekeiing opleidtzoo dat hij een akte van hulponderwijzer verkrijgteen belooning toe te kennen van 150en daarvoor op de begrooting eene som van f 30000 uit.tetrekken. Dit amendement werd met 43 tegen 32 stemmen verworpen. Waarom Het werd bestreden op gronddat het niet overeenkwam met de be ginselen der schoolwetdie geldelijke ondersteuning uit hpen- bare kassen aan geen ander onderwijs toelaat dan dat bestemd en bruikbaar is voor allen. Te recht werd echter opgemerkt, dat het hier geen ondersteuning gold van een school, maar bevordering van de opleiding van onderwijzersen dat het tweede lid van art. 12 der schoolwet de bevordering van die opleiding op de lagere scholen van rijkswege voorschrijft zonder onderscheid te maken tusschen openbare en bijzondere scholen. Die opleiding wordt tot nog toe wel op andere wijze bevorderd, maar de wet verbiedt de thans voorgestelde wijze van opleiding niet. Maar één der voorstellers van het amendementde heer Kuyper, verklaarde dat de opleiding aan de Rijkskweekscholen onbruikbaar was voor aanstaande, onderwijzers van christelijke scholen. Dat konden de voor standers van de opleiding aan de kweekscholen onmogelijk toegeven. Erkenden zij de onbruikbaarheid der kweekscholen voor allenzij zouden evenzoo de onbruikbaarheid der open bare school voor allen moeten erkennen en geldelijken steun uit de openbare kassen moeten inwilligen voor de gezindte- scholen. Daarbij werden belangrijke bezwaren tegen deze wijze van opleiding zelve aangevoerd. Zij bleef zonder toe zicht. Gaf het examen alleen een voldoenden waarborg dat ook de methóde van onderwijzende practische opleiding in de school goed was geweest? De maatregel zou niet in het belang zijn van de kweekelingen zeiven. Het uitzicht op de premie zou menigen kweekeiing doen terughouden van een betere inrichting tot opleidingzoo zou dit premiestel sel afbreuk doen aan goed ingerichte kweekscholen!; en nor maallessen en wel geregelde opieidingsklassenen teleurstel ling zou het einde zijn. Niet alleen aan meer, maar vooral aan goededegelijke onderwijzers is gebrek. Vóór alles regeling van het hooger onderwijsheeft de Minister bij herhaling gezegd maar dan ook een voorstel tot wijziging der schoolwet. De tegenover elkander staande par tijen in de Kamer willen echter piet langer blijven wachten, Zoowel de lieer Kuyper als de heer Moens heeft een wets voorstel aangekondigd. Uitmuntend. Zoo zal men eindelijk tot een beslissing komen. De verwijten door de oppositie tegen de regeering ge richt wegens haar beheer van het invaliedenfonds blijken ongegrond te zijn. De regeering heeft in de begrootings- commissie aangetoond dat het fonds niet alleen de pensioe nen aan inralieden uit den oorlog 1870 71 zal kunnen uit betalen, maar bovendien, van 1 Jan. 1877 af, jaarlijks 5 miljoen mark aan invaliedeu uit vroegere oorlogen, hetgeen aanvankelijk de bestemming van het fonds niet was. Rijksdag. Den 16 is de legerbegrooting aangenomen, waarbij verscheidene door de commissie geschraptemaar door den minister van oorlog verdedigde posten zijn ver worpen. In de nvondzitting zijn de nog overgebleven hoofd stukken der Rijksbegrooting en de wet. op le middelen, bij tweede lezing overeenkomstig de voorstellen der commissie, goedgekeurd. De minister Delbriick toonde aandat het financiëelc plan der regeering was opgemaakt met het oog op de toekomst, en dat de commissie slechts voor het eerst volgend dienstjaar zorg droeg. Evenwel zou overeenkomstig het plan der commissie geadministreerd worden. De bier- belasting en de beurshelasting zijn bij tweede lezing ver worpen niettemin is het evenwicht tusschen de ontvangsten en uitgaven behouden. Den IS is de Rijksbegrooting voor 1876 overeenkomstig de besluiten der tweede lezing bij derde lezing aangenomen, waarna de vergadering tot den 19 Jan. is uiteengegaan. Pruisen. De zitting der buitengewone algemeene evange lische synode is den 18 te Berlijn gesloten, nadat het nieuwe synodale reglement met 134 tegen 62 st, was vastgesteld. Beieren. De Koning heeft het doodvonnis bekrachtigd van den italiaanschen spoorwegwerker Battistella, die, nu een jaar geleden, in koelen bloede een moord pleegde, om zich met eene som van 35 gulden te verrijken. Sedert 3 jaren was geen doodvonnis ten uitvoer gelegd. Bremen. ThomassenThomsonof naar men thans wil William King Alexander, is overleden zonder medeplichtigen te hebben genoemdhoewel men veronderstelt dat hij deze heeltomdat nog 20 zulke uurwerken besteld waren als de stads-horologiemaker Fuchs te Bernburg hem geleverd heeft. Sedert Pasclien 1873 was hij over de levering van dat uur werk in onderhandeling geweest, zoo het heette voor zijne fabrieken in America; het moest, na 10 dagen geloopen te hebben, een hefboom laten vallen met eene kracht, voldoen de om 1000 draden te gelijk te verbreken. Deze slag, gelijk staande met het vallen van een hamer van 14 kilo zwaarte, moest, dienen om het dynamiet te laten ontploffen. Men acht het niet waarschijnlijk, dat de vrouw van Thomson iets van ïijn misdadig plan geweien heeft. Zij hield veel van haren man stelde in hem een onbepaald vertrouwen en be moeide zich nooit, met, zijne zaken. Men acht het niet on mogelijk, dat het spoorloos vergaan in 1870 van de City of Boston door Thomson bewerkt is. De Kamer van Afgevaardigden is den 16 tot 18 Januari uiteengegaan. In eene steenkolenmijn te Frameries, in Henegouwen, heeft den 16 eene geweldige ontploffing plaats gehad, terwijl op de plaats des onlieils ongeveer 130 mijn werkers aan den arbeid warenvan dezen hebben 3 zich ongedeerd uit, de voeten kunnen makenzijn 11 zwaar gekwetst [sommige daarvan later overleden] en de overigen omgekomenwat een groot aantal betreft door plotselinge verstikking. Onder de omgekomenen bevonden zich 11 vrouwen en meisjes. De mijn was eene der lest geventileerde. Het hof van appèl te Brussel heeft den 18 den heer Wéry, president der rechtbank te Bergenvoor ééne maand in zijne betrekking geschorst,, omdat hij „als zoodanig zijne plichten grovelijk miskend en zijn ambt gecompromitteerd had" [Hij had den snbst.-griffier Boucher willekeurig gesehorst, wegens bet, aangaan van een zuiver burgerlijk huwelijk]. l)en 18 heeft te Luik het sedert, lang aangekondigde feest maal plaats gehad ter eere van den bijna SOjarigen burge meester Piercptwegens zijne houding tegenover de geeste lijkheid betreffende de kerkelijke ommegangen van het jubeljaar. Het aantal gasten bedroeg ongeveer 1500. Een lOOÖlal dames woonde liet feest, als toeschouwsters bij. Tot de sprekers behoorden de heeren Frere-Orban en Anspach. In zijn ant woord op de redevoering van eerstgenoemde waarschuwde de heer Piercot tegen do „priester-dwingelandij," de ver foeilijkste van alle. Het Huis der Vertegenwoordigers heeft den 15 met 232 tegen 18 st„ eene motie aangenomen, waarhij een derde Presidentschap van denzelfden'persoon wordt afgekeurd. Het, federale hof van Utah heeft, een mormoon wegens veel wijverij tot 2 jaren gevangenisstraf veroordeeld. Dr. BurgersPresident der Zuidafricaansche Republiek is den 19 te Utrecht teruggekeerd en den 20 naar Amster dam vertrokken. De prins v. Wied is den 21 uit de residentie naar Neu- wied teruggekeerd. Staten-Generaal. Bij de 2». Kanier is ingediend een wetsontwerp tot verhooging van hoofdstuk VIII der staats begrooting voor 1875 met 100.000, ter verkrijging van een geschikt terrein voor practische oefeningen der vesting artillerie. Den 17 is op de begrooting van oorlog aangenomen met 46 tegen 25 st. een amendement van den heer Brediusom

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1875 | | pagina 1