2
No. 1.
Achtënzeventigste Jaargang.
1876.
Belastinghervorming.
ZONDAG
2 JANUARI.
1
tl&lcKc(ijkochc Berichten.
S&iiiisclitiftml.
9Belgie.
Franki-yk.
(«ruut ili'idanjc en leriuml.
Turk e.
Server-bassa tracht thans in Bosnië en de Herzegowina
I. k T
OU
AN
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,GS, franco per post 0,S9,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Sneven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON.
Lijst, van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le. helft der maand Decemher 1875.
Mej. G. Leursing Rijnders S. de Haan, wed. M. J. Roest,
Amsterdam; M. J. A. Mastenbroek, Delfzijl; Jeursen,
's GravenbageW. Kok, Haringkarspel; wed. G. Rijkes,
Wognum D. Liekeles OeblesZaandam.
Van de Hulpkantoren:
Egmond aan Zee: H. de Hijer, Scheveningen.
{spanbroek: C. Kalckkoven Amsterdam.
„Wanneer dit bewind aan de tegenwoordige belastingen
raakt, behoort, naar het gevoelen der groote meerderheid,
in slede van de consumtieve belastingen te vermeerderen,
allereerst het geslachtdat als een premie van uitvoer werkt,
en waarvan het bedrag met den prijs van bet vleesch stijgt,
in de tweede plaats de zeepbelasting die den minvermogende
drukt en waaraan menig groot verbruiker zich door het gebruik
van surrogaten onttrektuit de rij te verdwijnen." Zoo las
men in het Voorloopig Verslag op zeker hoofdstuk der staats-
begrooting voor 1870. Voorts werd daarin gewezen op de
wenschelijkheid eener belasting op verschillende bronnen van
inkomsten naar de te verbeteren patentbelasting en de invoe
ring aanbevolen eener belasting op de goederen in de doode
hand of de vervanging van het tegenwoordig overgangsrecht
door een vaste jaarlijksche belasting op de aan dat recht
onderworpen goederen. Eindelijk verklaarde men zich tegen
het denkbeeld van een belasting op de tabak.
Hoe weinig is de toestand in zes jaren veranderd Men
leze wat er bij de behandeling der begrooting voor 1876
door de regeering en de vertegenwoordiging over onze be
lastingen is geschreven en gesproken en men zietdat wij
geen stap gevorderddat dezelfde kwesliën nog steeds aan
de orde zijn. Wat zegt ons de tegenwoordige minister van
financiën omtrent zijn plannen? Herziening der patentwet
acht hij mogelijk. De overwegingen daaromtrent zijn aan
gevangen. Vermindering van den accijns op het zout hoopt
de minister later in overweging te kunnen nemen. Worden
de toegezegde voorstellen tot wijziging van het belastingstel
sel bekrachtigd dan zal waarschijnlijk de gelegenheid bestaan,
om zonder verlies voor de schatkist den accijns op de zeep
af te schaffen. Behalve deze uitzichten en voornemens zijn
door den minister eenige bepaalde voorstellen ingediend
waaromtrent de openbare meening reeds druk bezig is haar
gevoelen te uiten.
Een nieuwe verhooging van den accijns op het gedistilleerd
en het invoerrecht op de uit houtgeest of alkohol bereide
vloeistoffen zal waarschijnlijk evenmin grooten tegenstand
ontmoeten als de afschaffing der invoerrechten op granen en
peulvruchtenhout en rijstmeel. De handel in thee is in
ons land minder belangrijker bestaat reeds een invoerrecht,
op van f 25 de honderd kilogram misschien zal de voorge
stelde verhooging tot 35 genade vinden in de oogen der
natie en harer vertegenwoordigers. De uitvoerrechten op de
lompen zijn niet langer verdedigbaar. Het voorstel om ze
te verminderen tot op de helft en een jaar later geheel af
te schaffen zal wel niet worden verworpen. Afschaffing der
heffing van leges en emolumenten door de ambtenaren der
in- en uilgaande rechten en accijnsen zal vermoedelijk doer
ieder worden toegejuicht. De voorgestelde nadere bepalingen
omtrent de belasting op bier en azijn betreffen een andere
berekening der afschrijvingssom bij uitvoer naar buiten 's lands,
die door de billijkheid schijnt te worden gevorderd. Meer
bezwaren openbaren zich tegen de voorgestelde belasting op
de tabak met afschaffing der belasting op het geslacht.
Hoe gewenscht een afschaffing van den vleesch accijns moge
zijnvoor een tabakbelasting zal zij in Nederland waarschijn
lijk niet gekocht worden. Is dan een belasting van de tabak
njet te verkiezen boven een belasting op het vleesch Op
zich zelve schijnt geen ander dan een toestemmend antwoord
mogelijk. De bezwaren tegen 's ministers voorstel zijn van
een anderen aard en gelden van de meeste accijnsen. Zij
zijn: belemmering van den handel, de nijverheid en de teelt.
In ons land is, zoolang onze staatkundige onafhankelijkheid
bestaathet gebruik van tabak nooit belast geweest en wij
hebben een bloeiende tabaksmarkteen aanzienlijketoene
mende tabakscultuur in onze koloniën een niet onbelangrijke
tabaksteelt in ons eigen land en zich steeds meer uitbreidende
sigarenfabrieken. Talrijke bronnen van bestaan en welvaart
zijn daarom nauw verbonden met de teelt, den aanvoer, den
handel in de bewerking van dit artikel. Mag men zich dan
verwonderen, dat men de gevolgen der invoering van den
nieuwen accijns vreest F
Maar zijn de bezwaren der handelaarsfabrikanten ta
baksplanters enz. toch niet zeer overdreven? Zal de gevreesde
belemmering wel zoo groot zijndat zij ons moet weerhou
den een verbruiksbelasting die zoo billijk schijnt en die den
accijns op het vleesch kan vervangenin te voerenterwijl
De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
toch in de ons omringende landen de schatkist daaruit aller
belangrijkste inkomsten geniet? Wie zal een betoog kunnen
leveren, waarin deze kwestie op onwederlegbare wijze wordt uit
gemaakt Wie zal kunnen bewijzen, wat de gevolgen zouden
zijn der belasting van een tot nog' toe onbelast artikel? Zoo
veel is zekerdat de handel een teere plant, in menig opzicht
eeu kruidje-roer-mij-niet is. De ervaring heeft in dit opzicht
menige les gegevenen het is daarom zeer begrijpelijkdat
allen die bij den handel oumiddelijk belang hebben elke be
lemmering als een groot gevaar met alle macht bestrijden.
De vraag is inderdaadof de voorzichtigheiddie zegtal
beweert gij dat er tien kansen tegen één bestaan dat wij het
gevaar ontkomenik wil in 't geheel geen gevaar loopen,
of die voorzichtigheid hier niet de wijsheid is. Engeland zal
de groote suikermarkt, van Europa worden, zeiden de Britsche
bewindslieden, toen zij in Mei 1874 de suikerbelasting af
schaften. Men kan reeds zeggen dat hun voorspelling is be
waarheid, tot groot nadeel van de Nederlandsche suikermarkt.
Nederland heeft de groote tabaksmarkt. Zal het nu de ta
bak gaan belasten Er schijnt, meer reden te bestaan om
de suiker zoo spoedig mogelijk even vrij van belasting te
maken als nu nog de tabak is.
Belastinghervorming is noodigmaar zij moet geschieden
in de goede richting. De minister heeft zelf een paar uit
muntende beginselen voorop gesteldwegneming van alle
belemmeringen van het vrije verkeer van handel en scheep
vaart en geheele opheffing of althans voorloopig belangrijke
vermindering van de accijnsen die nog op de eerste levens
behoeften drukken. Aan het slot van de rede waarmee de
minister dit jaar de staatsbegrooting heeft ingediend, gaf hij
als zijn overtuiging te kennen, dat het plicht was te zorgen,
„dat het crediet ongeschokt,, het nationaal vermogen vermeer
derd en onze middelen ruimer en vaster zijn mogen." En
tot vermeerdering van het nationaal vermogen wist hij geen
beter middel dan alles ter hand te nemen, wat handel, land
bouw en nijverheid in den ruimsten zin kan bevorderen en
aanmoedigen." Inderdaad, dit is noodig. Slechts dan, wan
neer de bronnen van welvaart mildelijk vloeien, is het volk
in staat den niet geringen druk onzer belastingen te dragen.
Maar handel, landbouw, nijverheid en scheepvaart bovendien
worden geenszins bevorderd door nieuwe accijnsen en hand
having van oude accijnsen op de belangrijkste producten van
onze koloniale cultuurde rijkste artikelen van onzen bandel,
de welkome vracht voor onze schepen. Alzoo geen belasting
op de tabakgeen internationale verbintenis tot handhaving
der belasting op de suikermet belemmering daarenboven
van de vrijheid van bewerking. Wij hebben de differentiëele
rechten in Indië afgeschaft. Onze landbouwers en industri-
eelen in onze rijke koloniën kunnen hun producten verzenden
werwaarts ze willen. Er bestaat geen premie meer op de
verzending naar Nederland. Maar wordt het dan ook geen
vereischtedat de verzending van die producten naar Ne
derland niet worde tegengewerkt door het vooruitzicht op
belemmerende formaliteiten bij de aankomst in onze havens,
door verplicht entrepotbewaking door een tal van ambte
naren b'y vervoer en bewerkingdoor voorschrijving zelfs
van de wijze van bewerking Zou het daarentegen niet in
ons welbegrepen belang zijndie producten op onze schepen
en naar onze havens te lokken door een vrije markt?
Bremen. Men tracht eene som van 300,000 mark bijeen
te krijgen als Ondersteuningsfonds voor de weduwen en wee
zen der werklieden die bij de ontploffing te Bremerhaven
het leven verloren hebben. Hun aantal bedraagt niet minder
dan 56 weduwen en 135 weezenterwijl nog 20 werklie
den hoewel in het leven geblevendoor deze ramp buiten
staat zijn gesteld om hun brood te verdienen en dus mede
op ondersteuning aanspraak hebben.
Eenige reeders te Bremerhaven hebben een adres aan den
Rijksdag gericht, waarin zij vragen om wettelijke voorschrif
ten betreffende het vervoer van ontplofbare stóffen en om het,
vaststellen van strafbepalingen tegen hendie door het hei
melijk vervoeren van dergelijke stoffen andere goederen in
gevaar brengen.
Het aantal omgekomenen bij de gasontploffing te Frame-
ries bedraagt 112, dat der gekwetsten [wier toestand bevre
digend is] 10.
Door den gemeenteraad van Antwerpen isop voorstel
van den schepen Allewaertbij de Kamer een verzoekschrift
ingediendwaarMj wordt aangedrongen op de invoering van
verplichtneutraal en kosteloos onderwijs.
De parijsche werkman Marambat, die den verleider zijner
lSjarige dochter levensgevaarlijk gewond had (hij erkent
zeïf dat zijn doel was hem te dooden) is door het hof van
assises van de Seine vrijgesproken.
Bij het ongeval, den 20 aan de pakketboot Louisiana in
de Girondebij de kleine havenplaats Richard, overkomen
zijn de kapitein, 1 luitenant en 15 passagiers omgekomen.
Binnen 10 minuten na de aanvaring was het schip gezonken.
Te Bordeaux is de station van den Médoc-spoorweg af
gebrand.
Den 23 is de heer Sarcey, solidair met de heeren About en
Chairtot 1000 fr. schadeloosstellingen zijn de heeren
Sarcey en About elk tot 300 fr. en de heer Chair tot 100
fr. veroordeeld wegens een artikel in de XlXe Siècle, ge
titeld „De kleine chineezen", en gericht tegen het genoot
schap de la S°. Enfancehetwelk 6 miljoen 'sjaars pleegt te
verzamelen tot het vrijkoopen van chineesche zuigelingen
die anders door hunne ouders worden omgebracht. De heer
Sarcey had dit werk eene reusachtige oplichterij genoemden
beweerddat de chineezendie baat vonden bij de ingeza
melde gelden te Parijs woonden. De abbé Girardineen
der bestuursleden van het genootschapstelde daarop een
rechtsgeding inen eischte eene schadevergoeding van
25000 fr.
De heer Barbieutr, oud-uitgever van de beruchte Marseil
laise, is tot 8 dagen gevangenisstraf en 100 fr. boete veroor
deeld. omdat hij sommige ambtenaren voor „bonapartisten"
had uitgemaakt.
Bij een den 23 op de spaansche grenzen geleverd gevecht
zijn verscheidene projectielen op fransch gebied neergekomen,
met, doodelijk gevolg voor eene vrouw in het dorp Biriatou.
Den 24 's avonds heeft de maarschalk-Presidentna het
verslag van de zitting der Nat. Vergadering gelezen te heb
benaan den minister lluffet een brief geschrevenom dezen
zijne ingenomenheid te betuigen over de door hem uitge
sproken rede en hem er mede geluk te wenschen, dat hij
de ware conservatieven zoo nauwkeurig omschreven hadop
wie de regeering rekent en dieuitsluitend aan de belangen
van Frankrijk zich latende gelegen z'yn, de eenheid in de
nieuwe Kamers zullen bewaren. De maarschalk geeft voorts
het vertrouwen te kennen dat, de meerderheid der kiezers
deze gevoelens begrijpen en er zich mede vereenigen zal.
De krankzinnige Lepêtrewiens ontvluchting en mishan
deling te S. Orner zooveel opspraak verwekte, is, naar het
gesticht S. Anne te Parijs vervoerd, aldaar den 26 van eene
bovenverdieping uit een open venster gesprongenten ge
volge waarvan hij de dij brak. Ilij had."verzekerde hij, eene
poging gewaagd om aan zijne verbitterde vervolgers, die hem
zonder ophouden nazaten te ontkomen.
Den 27 zijn de lijken der genls. Lecomte en Clément Thomas,
den 18 Maar tl 871 door de communisten omgebracht, overge
voerd naar het krachtens besluit der Nat. 'Vergadering te hunner
eere opgerichte gedenkteeken (een 8 ellen hooge pyramide met
beeldwerk en inscriptie). In de Invalieden-kerk werd eene
plechtige lijkdienst gehouden en bijgewoond door deputatiën
uit de groote staatslichamen en het leger; de militaire eer
werd bewezen door eene divisieuit troepen van alle wa
penen samengestelden de stoet werd door de troepen naar
de begraafplaats Perc-Lachaise begeleid.
Denzelfden dag is het standbeeld van Napoleon Idat in
1871 van dc Veudomezuil te Parijs ter nedergeworpen en
daarbij merkelijk beschadigd was, weder op zijn oude stand
plaats hersteld.
Dc heer de la Rochelde heeft in een brief aan een provin
ciaal blad doen uitkomenhoe hij en zijne vrienden er in
geslaagd zijn van de onafzetbare Senaatsleden al de invloed
rijke leden van het rechtercentrum uit te sluitendie het,
schuldig bedrijf van 25 Februari, de aanneming der consti
tutie, hebben geleid. Hij noodigt alle getrouwe geestver
wanten in de departementen uit, dit voorbeeld bij de aan
staande verkiezingen te volgen. De legitimistendie tot de
verbindtenis met de linkerzijde niet wilden medewerken
spoort hij aan het verledene te laten voor hetgeen het is
en hunne oude vriendschap weder aan te knoopen. Hartelijk
biedt de schrijver hun de handherinnerendedat zij zoo
wel als hij voorstanders zijn der monarchie, getrouwe kamp
vechters voor vaderland en Koning.
Nationale Vergadering. Dc 75 onafzetbare Senaats
leden belmoren8 tot. de republikeinsche Unie, 14 tot de
republikeinsche linkerzijde, 24 tot het liiikercentrum 6 tot,
de groep—de Lavergne5 tot do rechterzijde en het rechter
centrum 10 tot de uiterste rechterzijde en 8 tot gcene be
paalde partijgroep.
Bij het 'begin der zitting van den 21 groot,endeels aan
de verdere behandeling van de indeeling der kiesdistricten
gewijd, verklaarde de voorzitter, dat hij te midden van het
algemeen rumoer niet, alles had kunnen verstaan wat door
den heer Naquet gezegd was, en dat, zoo hij van het ge
sprokene kennis gedragen had, hij niet, zou hebben geaarzeld,
het reglement in al zijne gestrengheid toe te passen. Thans
achtte hij bet zijnen plicht, met allen nadruk te protestceren
tegen woorden „eene niet te qualifïceeren beleediging in
houdende tegen hendie voor de handhaving der wet en de
verdediging der maatschappij hun leven gelaten hadden."
Daarop verklaarde de minister van marinein een vrij uit
voerig vertoog, al de beweringen van den heer Naquet voor
verdichtselenen de stukkenwaarop hij zich beroepen
waarvan hij facsimiles rondgedeeld had, voor valsch. Reeds
in Augustus had hij die uit Genève van den redacteur der
Lanterne ontvangendie dreigde ze aan alle kabinetten van
Europa toe te zenden. De minister had dit gelaten voor
hetgeen het wasmaar naar de aangevoerde bijzonderheden
een nauwkeurig onderzoek ingesteld, hetwelk tot de even-
vermelde uitkomst geleid had. De man, die den 4 Jan.
doodgehongerd heette te zijn was in Mei nog in blakenden
welstand; de personen, die dc desbetreffende bescheiden heet
ten onderteekend te hebbenbestonden nietenz. Een en
ander belette den heer Georges Périn nietvol te houden
dat er belangrijke misbruiken te herstellen waren en dat hij
bereid was elk oogenblik bewijzen daarvoor te leveren. De
Vergadering oordeelde echter, dat de zaak ats afgedaan be
hoorde te worden beschouwd.
Den 22 heeft de heer Naquetdie daags te voren door
„geweldige hoofdpijn" verhinderd was geweest de zitting bij
te wonen, de echtheid van het door hem aangehaalde stuk,
betreffende de behandeling der gedeporteerden, gehandhaafd.
Hij merkte aan, dat meermalen regeeringen te goeder trouw
door hare ondergeschikten waren misleid geworden. Bereid
om dieper in de zaak te treden verzocht hij verlof tot het
doen eener interpellatie. De minister van marine hield met
grooten nadruk zijne verklaringen van den vorigen dag staande,
en de Kamer verdaagde de interpellatie 6 maanden. Ver
scheidene credietwetten werden aangenomen, waaronder eene,
ten bedrage van 687.120 fr., voor het herstellen der schade,
door de overstroomingen van dezen zomer aan de buurt- en
departementswegen toegebracht. Voorts werd de behandeling
van de indeeling der kiesdistricten voortgezet.
De vraag of Parijs en Lyonvolgens den wensch der
regeering, als enkele administratieve arrondissementen zouden
beschouwd wordenen alzoo even zoo vele Afgevaardigden
zouden verkiezen als zij honderdduizenden van inwoners tel
len of welovereenkomstig het voorstel der commissie, als
meerdere arrondissementen, in afzonderlijke districten te split
sen voor zoo ver die meer dan 100000 zielen tellenis den
23door afkeuring met 363 tegen 326 st. van het eerste
door de commissie voorgestelde district van Parijs, in den
zin der regeering beslist De vice-minister Desjardins ver
zocht daarop, het in der tijd door den heer Batbie ingediende
oorspronkelijk ontwerp, dat der oude commissie,in de plaats
le stellen van het tegenwoordige, en dit was ook volgens
den voorzitter bet onvermijdelijk gevolg der stemming. Ech
ter werd vervolgens een door den heer Benormandie voorge
steld en door de regeering, „ter wille der billijkheid en der
gematigdheid," ondersteund amendement aangenomen, strek
kende om de arrondissementen als kiesdistricten aan te mer
ken en aan elk daarvan één Afgevaardigde toe te kennen
zoodat Parijs er 20 in plaats van 19 bekomt. Aangaande
Lyon meende de heer le Royerdat gelijke billijkheid ver-
eischt was, maar ziju voorstel, lie welk aan die stad één
Algevaardigde meer zou hebben verschaft, werd niet in
overweging genomen en de verdeeling van Lyon overeen
komstig het voorstel der oude Oommissie van Dertig aan
genomen.
Den 24 is het geheele wetsontwerp op de indeeling der
kiesdistricten afgedaan en goedgekeurd. Daarna opende de
heer Albert Gréoy de beraadslaging over de door hem inge
diende conclusie betreffende de drukperswetvolgens welke
de staat van beleg en de drukpers het onderwerp moesten
uitmaken van afzonderlijke wetten. De minister Buffet nam
deel aan het debatverdedigde de voorgestelde drukpers
wet en hield staande, dat de nog onbedaarde hartstochten
in enkele departementen de voorloopige handhaving van den
staat van beleg noodzakelijk maaktenal was de regeering
volkomen in staat om de „materiëele orde" te doen eerbie
digen. Met nadruk beriep hij zich op de unie der conser
vatieven waarvan geenszins moesten worden uitgesloten zij,
die meendendat de constitutie door de ondervinding moest
worden beproefdwaartoe allen behoordendienu de con
stitutie wet geworden was, oordeelden, dat het nuttiger
zou zijnin plaats van vijandige banieren te zwaaiende
handen ineen te slaan om een dam op te werpen tegen de
anti-sociale programma's. Om aan het hoofd van Staat, zijne
taak mogelijk te makenbehoorde het land naar de beide
Kamers mannen af te vaardigenbesloten hem te steunen
want bij niemand kon het opkomendat de maarschalk „er
ooit in zou berustende speelbal van partijstrijd en van de
hartstochten der radicalenhet lijdelijk werktuig hunner
eischen te worden." Het programma van den 12 Maart had
kunnen worden toegepast door de bestendige medewerking
van de meerderheid der Vergadering. Beweerde men, dat
die meerderheid overwonnen was gewordenwelnuwaar
was dan de ovcrwinnares Dc meerderheid die de consti
tutie gemaakt had, kon, evenmin als die welke onafzetbare
Senaatsleden verkoosmet, een programma voor den dag
komen. De heer Laboulaye antwoorddeuit naam der
commissiedat het gevraagde programma vervat was iu 2
woordende republiek en de maarschalken dat het on
mogelijk was te weten te komen wat de heer Buffet zelf
wilde. De minister Bufaure verdedigde zijne wet en
hare ondeelbaarheidover welk laatste tot dusver iedereen
volgens hem het eens geweest was. Nadat de heeren Fame
en Louis blanc nog bet woord hadden gevoerdwerd de
voorgestelde scheiding der beide deelen van het ontwerp
met 376 tegen 303 st. verworpen.
Den 22 is op de Theems, door het omvallen van een pe
terolielamp verbrand de Goliath, een oud schip, dat gebruikt
werd om de uit de werkhuizen ontslagen knapen gelegenheid
te geven zich voor de zeevaart te bekwamen. Ongeveer 500
jongens, bijna allen beneden den ISjarigen leeftijdbevonden
zich aan boordterwijl de meeste booten aan wal waren en
de enkele aanwezige, door het verbranden van touwen en
katrollenin het water vielen en geen dienst konden doen.
Een aantal knapendie zwemmen kondenbereikten den
omstreeks 1000 voeten verwijderden oever, terwijl een groote
schuitwelke toevallig aan het schip was vastgemaaktgoede
dienst bewees tot redding der anderen. 15 Jongens en een
hunner schoolmeesters ziju echter verdronken. De kapitein
bleef tot het laatst op het schip en zijne vrouw redde zich
door van eene hoogte van 30 voeten in het water te springen.
Kolonicn. De engelsche troepen in Malacca hebben Kin-
taaliwaar Sultan Ismail en andere maleische hoofden eene
aanzienlijke macht hadden bijeengetrokkenzonder verliezen
ingenomen en vervolgensden 22 eene sterke positiedoor
de maleiers in een bergpas bezet. De Sultan en Mabaradsjah
Lelah zijn naar Falaneof wel laatstgenoemde naar Siam
gevlucht.
De prins v. Wales is den 22 met de Serapis en de Osborne
op de Hooghly-rivier aangekomen en den 23 te Calcutta aan wal
gestaptwaar hij luisterrijk ont vangen werd. Ettelijke in-
landsche Norsten, en onder deze de Koningin-weduwe van
Bupal met hare dochter, kwamen bij den prins hunne op
wachting maken.
F