No. 4. Achtënzeventigste Jaargang. 1876, ZONDAG 23 JA NU A III. Officieel (Bebccltc Fransche ministers tegenover de verkiezingen. ë&lckclijksrhc Berichten- ■Binnenland. ^taÖs-ülicuw0. 1 I. k II A A C 0011 A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,65, franco per post f O,SO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM». COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in bet eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende wekelijksche berichten en advertentiën. KENNISGEVIN G. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van art. 1 der wet van 2 2 Mei 1815 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente dat het kohier der grondbelasting voor deze ge meente, over de dienst 1870, op den 18 Januari 1876, door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastin gen in Noordholland executoir verklaard, op heden aan den Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand, op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaar, Het Hoofd van het Beduur voorn., den 19 Januari 1876. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WET HOU DE RS van ALKMAAR. Gezien het door den Minister van Binnenlandsche Zaken aan Gedeputeerde Staten gerigt schrijven betreffende de toepassing van art. 18 der wet van 4 December 1872 (Staats blad No. 131). houdende voorzieningen tegen besmettelijke ziekten aan de gemeentebesturen in Noord-Holland mede gedeeld bij Provinciaalblad No. 117; Brengen in herinnering, dat voor ieder ingezeten des Don derdags van iedere week in het lokaal voor het verband in het gasthuistusschen 12 uur en half een, gelegenheid bestaat om kosteloos door de stads-heelkundigen te worden ingeënt of heringeënt, en vestigen tevens de aandacht op het wensche- lijkedat de inenting van kinderen in het eerste levensjaar geschiede en niet worde uitgesteld tot het oogenblik dat de kinderen ter school zullen gaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 20 Jan. 1876. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden: dat de loting der in het vorig jaar in deze gemeente voor de Militie ingeschrevenen zal geschieden op Woensdag, 9 Februarij aanstaande, ten Raadhuize der gemeente Alkmaar. Zij worden mitsdien opgeroepen om op dien dagdes voormiddags ten 10 ure, zich aldaar te bevinden, om te loten en opgave te doen van de redenen van vrijstelling, die zij ter zake van de Militie vermeenen te moeten inbrengen. Indien zij vermeenen vrijstelling te kunnen erlangen we gens broederdienst of op grond van te zijn eenige wettisre zoonmoeten zij zich binnen drie dagen na de loting ter Secretarie vervoegenom de noodige opgave te doen en bovendien op Vrijdag 25 Februari) e.k., des namiddags ten 6 urein het Raadhuis verschijnenvergezeld van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die het vereischte getuigenis kun nen afleggen en bet aldaar op te maken getuigschrift onder teekenen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, AlkmaarA. MACLAINE PONT. 22 Jan. 1876. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn over de maanden October, November en December 1875 verzonden geweest naar: Aoord-America-. A. Planten Rolf, Brooklyn. Belgie: Mej. Nime, Namen; G. G. A. Klaverweyden, Brussel. Engeland: C. van der Veen, Londen. Van de Hulpkantoren: Egmond aan Zee: Fulps Baas, Londen (2 stuks). Koedijk: J. Groet, Port-Royal. Frankrijk: A. Verrier, Chalons; Lasnar Cheru, Tourcoingn. Frankrijk is aan het gevaar van een ministeriëele crisis gelukkig ontsnapt. De houding, door het ministerieof door de verschillende ministerstegenover de verkiezingen der le den van den Senaat aangenomen of aan te nemenwas de oorzaak van de tweespalt, die een oogenblik tot ontbinding dreigde te voeren. De minister van Financiën Leon Say sinds lang reeds bekend als niet sterk in de conservatieve leerwerd als candidaat voor het lidmaatschap van den Se naat aanbevolen in gezelschap van twee gematigde republikei nen in de oogen der zuivere conservatieven natuurlijk een paar radicalen vijanden van de regeering en van de openbare orde. Een artikel van de Figaro, dat in heftige taal tegen dit „schan daal"' te velde trok werd vermoed geheel in den geest van sommige ambtgenooten van den heer Say misschien wel wat de strekking althans betreft, overeenkomstig hun wensch geschreven te zijn. Hoe dit zij de minister van Binnenland sche Zaken Buffet was het er in zoo verre mee eens, dat zijns inziens geen lid van het bewind in zulk gezelschap voor den Senaat mocht worden aanbevolen. De heercn Feray en Boucher, die met, den heer Say in éénen ade.n als candi- daten voor dit hooce staatslichaam werden genoemd rekent hij te bekooren 1ot de openlijke tegenstanders van den Pre sident der republiek. Hij schijnt, bt| den President een ge lijke zienswijze te liebheu aangetroffen, of hem van de juist heid der zijne te hebben overtuigd. Althans maarschalk Mac-Mahon heeft bij den heer Say aangedrongen op de in trekking van deze candidatuuren hem uitgenoodigd om zich candidaat te laten stellen op een conciliante lijst, die onder goedkeuring van de regeering zou worden opgemaakt. Toen de heer Say den maarschalk niet kon overtuigendat de te gelijk met, hem aanbevolen candidaten geen tegenstanders van de regeering waren en zijnerzijds bleef weigeren aan het ver langen van den maarschalk te voldoenwerd de aftreding van den minister onvermijdelijk, en de President liet niet na die noodzakelijk te doen uitkomen. Aan dien wensch werd echter spoediger voldaan dan de President had verwacht. Say nam onmiddelijk zijn ontslag en te gelijk afscheid van de ambtenaren aan zijn ministerie. Zijn voorbeeld werd terstond door den minister van Justitie Dufaure gevolgd. De verlegenheid door dit verlies van twee ministers veroorzaaktwas te grooter, omdat men begreep dat nu ook zeker de minister van Onderwijs Wallon, die met de beide afgetreden collega's geacht wordt het liberale bestand deel in het ministerie te vertegenwoordigenzich zou haasten om met zijn geestverwanten af te treden. Er liepen zelfs geruchten dat nog een paar ministers zouden volgen, en dat ook de prefect van politie van de Seine zijn ontslag wilde indienen. Toen de storm zich tot zulk een hoogte verhief, meende Mac-Mahon zich te moeten beijveren om hem te be zweren en de eerste ministerde vice-president van den mi nisterraad de machtige Buffet, heeft moet toegeven. De naam van Leon Say blijft gehandhaafd in gezelschap van de namen van Eeray en Boucheren van de conciliante lijst van can didaten is niets gekomen. Evenmin zal er een gemeenschap pelijk verkiezingsmanifest verschijnen. Een proclamatie van den President der republiek vol algemeenheden en volkomen kleurloos schijnt daarvoor in de plaats getreden. De maar schalk doet daarin een beroep op alle vrienden van orde en vredeen verklaart zich een voorstander van de „conserva tieve en waarlijk liberale politiek." Wat evenwel opmerking verdient en den republikeinen goed doet is, dat de President de oprechte toepassing der constitutioneele wetten op den voorgrond steltwaarvan hem de bewaking tot 1880 is toever trouwd. Buffet heeft instruction aan de prefecten gezonden, waarin hij zegtdat de regeering zieh van officiëele candida ten onthoudtmaar zich het recht toekent de mannen aan te wijzen die het, best de beginselen van orde en vrede ver tegenwoordigen. Waarin het groote verschil bestaat, tusschen het een en het anderzal menigeen niet duidelijk zijn. Den tegenwoordigen toestand, het gezag van den maarschalk moet volgens die instructiën worden gehandhaafd als üet eene noo dige en allen die daarin verandering willen brengen behoo- ren bestreden te worden. De ministers Leon Say en de Meaux hebben de ambtenaren hunner departementen (financiën en landbouw en koophandel) aangemaand hun officieel karakter niet aan verkeerde beoordeelingen bloot te stellen door zich met de verkiezingen in te laten. Als burgers hebben zij on getwijfeld het recht hun stem uit te brengen op wie zij ver langen maar zij behooren niet op kiezersvergaderingen te verschijnennoch hun namen te plaatsen onder circulaires of aanplakbiljetten. Wat deze ministers den ambtenaren van hun departemen ten voorhoudenis voor Frankrjjk hoogst waarschijnlijk nuttig en goeden de openbare meening zal daar vermoede lijk toejuichen, wat bij voorbeeld in Nederland een zeer vreemden indruk zou maken. In een land waar men aan officiëele candidaten gewoon waswaar de regeering de per sonen placht aan te wijzen wier verkiezing haar aangenaam was, en waar de ambtenaren van den staat al hun invloed, vooral hun offioiëelen invloed aanwendden om deze regeerings- candidaten te doen zegevieren in zulk een land is het on getwijfeld een stap voorwaarts, een schrede in de goede rich ting wanneer de ministersde hoofden der algemeene de partementen van bestuur hun ambtenaren toeroepenonthoudt u van elke bemoeiing, brengt uw stem uit naar eigen over tuiging, maar neemt, geen deel aan de onderlinge gedachten- wisseling over de candidaten beveelt niemand aan. Juist de groote invloeddien gij bezitmoet u tot groote voor zichtigheid, tot onthouding aansporen, zegt Say, en bij heeft gelijk. Maar vanwaar die groote invloed op de verkiezingen? Ómdat de Fransche kiezer er aan gewoon is geraakt, in de aanbeveling van den ambtenaar niet te zien de uiting van zijn persoonlijk gevoelen als burger van den staat, maar de uit voering van een order van hooger hand. Hjj begrijpt, dat het de regeering zelve isdie door middel van haar ambtenaren bij hem aandringt om de door haar aangewezen personen te kiezen en hij weet bij ondervinding dat het voor de gemeente of het arrondissement niets anders dan voordeelig kan zijn, wanneer de kiezers dien wenk volgen. Weet hij het niet reeds, bet ontbreekt niet aan ijverige vrienden van de regee ring die hem dit aan 't verstand brengen. En in Frankrijk, met zijn sterke centralisatie van bestuur, kan de rechtstreek - sebe invloed der landsregeeriug op den bloei der gemeenten en departementen in menig opziebt zeer belangrijk zijn. Een verplichte onthouding vanalle bemoeiingen met de verkiezingenaan de ambtenaren opgelegd, kan echter alleen aanbeveling verdienen in een land waar vroegere misbruiken die bemoeiingen verdacht maken en er in de oogen der kie zers een karakter aangeven, dat zij nooit mogen hebben. De kiezers zien daar in de ambtenaren geen medeburgers die met ben samenwerken om naar eigen overtuiging van bun kiesrecht het beste gebruik 1e maken, maar eenvoudig agen ten der regeering die bandelen overeenkomstig een ontvan gen last. Eerst wanneer dat anders zal geworden zijn en vele jaren zullen noodig zijn om die verandering te weeg te brengen, zal de ambtenaar, buiten de waarneming zijner betrekkingniets anders zijn dan een gewoon burger, en zal zijn invloed ook niet grooter zijn dan zijn persoonlijk ka rakter, zijn kennis en ervaring medebrengen. Wat daarom .in Frankrijk aanbeveling verdient, zou in Nederland een be- langrijke stap achterwaarts zijn. Wij kennen gelukkig geen j officiëele candidaten, geen door de regeering aanbevolen per- sonen en de kiezer, die de ambtenaren in verschillende rieh- tiugen ziet aanbevelenkan in ben onmogelijk de lasthebbers oi' gewillige dienaren van de regeering zien. Elke bemoeiing j van de regeering met de verkiezingen, ook de aansporing tot i onthouding aan baar ambtenaren gericht, is een schrede op j den verkeerden weg. Vrijheid moet bij ons de grondslag 'blijven van bet kiesrecht, en alleen dan wanneer een ambtenaar zijn officieel karakter, zijn ambtelijk gezag misbruikt om in vloed uitteoefenen, behoort de regeering krachtig tusschen beide te komen. Verlies van een deel zijner burgerschaps rechten of beperking in de uitoefening daarvan moet niet de prijs zijn die voor een openbare betrekking betaald wordt. Geen uitsluiting van een belangrijk en tot samenspreking en onderlinge voorlichting zeker niet onbevoegd deel des volks, wanneer bet de uitoefening der belangrijkste politieke rechten geldt. Vooral ook geen politieke of maatschappelijke scheids muur tusscheu den ambtenaar en zijn medeburgers, geen kas tengeest, waar bevórdering van het besef der nationale eenheid van het hoogste belang is. Staten-Generaal. le. Kamer. Den 17 beeft de minister van koloniën mededeeling gedaan van telegrammen uit Atchin, omtrent bet gebeurde aldaar van 1 tot 13 Jan. Daaruit blijktdat de kampongs Garoet en Lampadang verbrand zijn en de gemeenschap met Oleh-Leh verzekerd is. Eene zwaar versterkte stelling, PitalLamtermin, is door ons bezet. De versterking van PakanBader werd voortgezet. Eene ver kenning naar IV Moekim toonde zeer ongunstig terrein aan. Op den tocht naar Lamtenga en Sabong werd Sabong bezet en sneuvelde aan vijandelijke zijde de Panglima moedaLam- toeta. De VI Moekim zijtt thans geheel in ons bezit, liet hoofd van Lampager wil zich onderwerpen, de bevolking er van beeft onze hulp ingeroepen. De geest der ageerende troepen is uitmunteud. De algemeene gezondheidstoestand in Atchin is bevredigend, evenwel begon zicb weder meer cho lera te vertoonen. - - De Kamer nam eenige wetsontwerpen aanwaaronder die tot onteigening voor de spoorwegen LeidenWoerden en RotterdamHouten bet eerste met alg., bet, tweede met 23 tegen 1 st. Daarna is de Kamer in comité-generaal overgegaanom van den minister van buit. zaken mededeeüngen te kunnen ontvangen nopens de verwikkelingen met Venezuela. Van 18 tot en met 21 zijn aangenomen de credietwet voor het departement van oorlog met 18 tegen 4 de begrooting voor Cura9ao met 25 tegen 2 de begrooting voor Suriname en die voor het dept. van koloniën met 19 tegen 1 en de overige onafgedane hoofdstukken der Staatsbegrootingals mede de begrooting voor den aanleg van staatsspoorwegen met alg. st. De Kamer is daarna gescheiden. Benoemingen. De Koning beeft tot ridders der orde van de Eikenkroon benoemd de 3 oudste officieren der d. d. schutterij te Haarlem, n.l de beeren M. J. ten Houte de Lange, oudsten kapitein, dr. v. Reysen, officier van gezondheid, en Piepenbrinkkapt.-adj. De kennisgeving der benoeming geschiedde in eene bijeenkomst der officieren, door den luit.- kol.-commandant Muller. De iieer L. v. 't Sant, predikant te Heyloo, is beroepen te Uterleek. De hoofdingenieur van den waterstaat 2e. kl. en eerstaanw. ing. bij den aanleg van staatsspoorwegen N. Th. Michaëlis is eervul uit. zijne beide betrekkingen ontslagen en belast met de leiding van de zaken van de spoorwegenmet den titel van directeur. De kolonel der infanterie bij bet leger in N. lndie O. B. F. IFiggers v. Kerchem is benoemd tot genl.-ntaj. bij dat leger. Kaasbereiding. De door de Hull. Maatschappij van Landbouw uitgeloofde prijs van de gouden medalje en/275 voor het beste geschrift over dit onderwerp is verworven door dr. P. J. Hoilman, te Edam. V ervolg der Wekelij ksche Berichten in het Bijblad. De Koning heeft den heer A. Maclaine Font herbenoemd als burgemeester dezer gemeente. De aangekondigde hardrijderij op schaatsen beeft, ten gevoige van den ingevallen dooiniet plaats gehad. L.l. Dinsdag hadden wij bet genoegende bier zoo gunstig bekende „vereenigde tooneelisten" in het locaal üi- ligentia te zien optreden. Al waren zij in klein getal ver schenen, 't was genoeg om een voortreffelijk tooneelstuk op tevoeren. en wel zeer verdienstelijk, daar mevr. Kleine tot de weinigen behoorde en de titilrol "Sajfo» vervuldezooals slechts zij het vermag. Zij gaf de gelauwerde dichteres in hare liefdenaijver, teleurstellingtoorn en zelfverwinning uitstekend weder, zij deed het verstaan hoe de kunst geheeie toewijding, offers van hare aanbidders vergt. De lieer Kis- temaker stond baar ter zijde als Faonde jongeling, die in haar alleen de dichteres huldigde, maar zijne liefde schonk aan hare slavin Melita, waarvan de rol door n.ej. Poolman vervuld werd op eene wijze, welke haar algemeene goedkeu ring deed verwerven. De heer v. Tellingen had en daar voor verdient hij lof gezorgd, dat liet tooneeldecoratief niet in .strijd was met plaats en tijd der handeling. Al viel op de ordonnantie van het tempelfront voor Saffo's woning wat aan te merken het geheel met rotsen zee en geboomte deed zich gunstig voor. Naar men verneemt zal het departement Alkmaar der Maat schappij: „tot Nut van 'tAlgemeen", Dinsdag, den 8 Februari a.s., de gelegenheid aan zijne leden en ook aan hen verschaf fen die geene leden zijnomdoor bestuursleden geïntro duceerd de voordracht van den gunstig bekenden humorist en gevierden, spreker, den heer R. A oopmans van Boekeren van Leidente genieten. Het, is alleszins te wenschen en te hopen, dat eene ruime opkomst het departement, of liever de j lilfolijke pogingen van den belangloozen redenaar, helpe on- i dersteunendie zich voorstelt.op deze wijze, hier en elders I met zijne talenten voor de stichting eener bewaarschool te woe 's keren welke een onzer zeedorpen ten zegen verstrekken zal. Het eerste der door het Harmoniegezelsehap Concordia in dit jaar te geven concerten zal plaats hebben op den 26 j dezer maand. Dat het bestuur bedacht is om voor afwis- 'seliug te zorgen, daarvoor pleit het reeds ditmaal optreden van eene vreemde artiste mej. Colpaer. Moge het Concordia gelukken, door eendrachtige samenwerking en ernstige studie van alle beoefenaars der instrumentale muziekeene reeks van uitvoeringen te geven, welke gunstig getuigenis afleggen van de hoogte, waarop de toonkunst bier ter stede staat.. Tot voorzitter en burgerlijk lid van den militieraad in het 'l' militiedistrict zijn benoemd de heeren A. Maclaine Pont en P. A. v. d. Drift, en tot hunne respectieve plaats vervangers de heeren WBos, te Oudorp, en JG. A. Verhoef. GEMEENTERAAD. Zitting van 19 Jnnunrij 1876. No. 1. Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont. Tegenwoordig aanvankelijk 14, later 15 leden. De Voorzitter opent de vergaderingwaarna 1. de notulen der vorige vergadering worden gelezen. 2. Deelt de Voorzitter mede den afloop der op 4 Jan. 1876 gehouden openbare aanbesteding der in 1876 uittevoeren gemeentewerken, waarvan de uitkomst is, dat die werken te zamen zijn aangenomen voor f 21644,f 2804,beneden de raming, en dat het hakhout en eenige boomen op 29 De cember 1875 in het openbaar verkocht zijn voor f 1143,80. Voor kennisgeving aangenomen. Zijn medegedeeld de sedert de vorige vergadering inge komen stukken. Van Gedeputeerde Staten. 3. Besluit tot onveranderde sluiting en vaststelling der gemeente-rekening over 1874. 4. Brief ten geleide der goedgekeurde gemeente-begrooting voor 1876. 5. Ontvang-berigt der op 22 Dee. 11. vastgestelde wijziging van art. 73 der algemeene politieverordening betreffende het slachten van vee. 6. Brief van Burg. en Weth. ten geleide van het op 4 Ja nuari 11. opgemaakte proces-verbaal van verificatie der kas en boeken van den gemeente-ontvanger. 7. Berigt van den heer 11. J. Bruinvisdat hij aanneemt de benoeming tot Regent van bet burgerweeshuis. 8. Berigt van den heer Mr. A. C. Lagerwey, dat hij aan neemt de benoeming tot Curator der Lalijnsche School. Nos. 3 tot en met 8 voor kennisgeving aangenomen. 9. Verzoek van A. Veenhoff, uurwerkmaker te Gouda om in aanmerking te komen voor st.ads-korologiemaker, welke betrekking volgens zijne inlichtingen vacant is of zal komen. De Voorzitter deelt mede, dat Burg. en Weth. aanleiding hebben gevonden in de betere wijzewaarop de stads-horo- logiemaker P. E. Krijt in den laatst.en tijd zijne betrekking heeft waargenomen hun in den afgeloopen zomer gedaan voorstel om hem te ontslaan vooralsnog intetrekkenen stelt voor, dezen adressant medetedeelendat aangezien de betrek king van stads-korologiemaker te Alkmaar niet vacant, is, zijn verzoek niet in gunstige overwecing kan genomen worden. 10. Verzoek van B. W. Palleman»om aan hem te ver- koopen den grondgelegen aan de Doelenstraatbekend onder den naam van erf der Beestenwaag, tegen f 4,per centiare, wenschende op dien grond te bouwen. Gesteld in handen van Burg. en Weth. om berigt en raad. 11. Verzoek van 74 landlieden, gewoon hun kaas en vee op de Aikmaarsche markt te verkoopenom niet aanteneaien. het ter sprake gebragte voorstel tot pensionering van den politieagent A. Schouten, maar hem voor de dienst der markt te behouden. Gesteld in handen van den burgemeester ter beschikking overeenkomstig het 3e lid van art. 191 der gemeentewet. Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden ter lezing gelegen hebbende stukken. 12. Brief van Ged. Staten, daarbij verzoekende de supple- toire begrootingvastgesteld 22 December 1.1. te wijzigen door de daarbij voorgedragen af- en overschrijving van ƒ345, van den post voor onvoorziene uitgaven op dien aflossing van geldleeningen bij een afzonderlijk besluit te regelen, overigens geen bezwaar hebbende tegen de dadelijke daarbij aangeno men aflossing van schuld, als bedenking hebbende tegen den vorm en niet tegen de zaak zelvemet voorstel van Burg. en Weth. om de begrooting en het besluit overeenkomstig dat verlangen gewijzigd vasttestellen. Aangenomen. 13. Brief van Ged. Statenin overweging gevende de bestaande politieverordening op de bewaarplaatsen van pe troleum22 Deo. 11. gewijzigd, intetrekken, omdat naar hun. inzien de gemeenteraden door de afkondiging der wet van 2 Juni 1875 (Stnatsbl. No. 95) de bevoegdheid hebben ver loren om bij politieverordening bepalingen vasttestellen be treffende de iurigting dier bewaarplaatsenwelke slechts op vergunning van Burg. eu Weth. kuunen worden opgerigt. De vaste commissie voor de strafverordeningen kan zich met die bedenking vereenigen en stelt voor, die verordening alsmede nog een paar bepalingen, waartegen bedenking kan wor den gemaakt, intetrekken en hij afzonderlijk besluit te regelen de thans reeds bestaande bepalingen op het lossen van petro leum enz., waarop genoemde wet, niet toepasselijk is. Verder stelt zij voor, aan Ged. Staten, die de gemeentebesturen uit genoodigd hebben hunne politieverordeningen ook in over eenstemming te brengen met de wet op de besmettelijke ziek ten en met die ter voorkoming van hondsdolheid, medetedeelen, dat hieraan, wat eerstgenoemde wet betreft, reeds voldaan is en dat de bestaande bepalingdat Burg. en Weth. het laten losloopeu der honden kunnen verbieden gedurende den door hen te bepalen tijdniet ingetrokken of gewijzigd be hoeft te worden als toepasselijk wanneer in de gemeente Alkmaar nog geen geval van hondsdolheid zich heeft voor gedaan doch gegronde vrees voor het uitbreken dier ziekte bestaat. Aangenomen. Van Burgemeester en Wethouders. 14. Voorstel om aan de 2" helpsters op de tussehensehool M. H. Geerling en G. L jnbachmet ingang van 1 Feb. 1876, de verhoogde toelage van 40,toetekennen. Aangenomen. 15. Voorstel, in overleg met de plaatselijke schoolcom missie ingediendom ter voorziening in het gebrek aan hulponderwijzeud personeel aan de openbare armenschool,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1876 | | pagina 1