No. 5.
Achtênzeyentigste Jaargang.
aar z<'c!
1876
Z O N I) A
30 JANUARI.
N
#fficiccl (Scbcclfc.
SlSilcfcclijfcachc ficrichlcu.
4N»wl<*i>rUti-lloi«4cartie.
ilaliie.
Spanje.
Verccnïgde Stalen.
ESimicniaml,
Een goedkoop geneesmiddel.
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,05» franco per post O,SO,
afzonderhjke nommers 5 Cents.
Sneven franco aan de Uitgevers HERM«. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een bijvoegsel.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt
ter kennis van de ingezetenendat de landmeter van het
kadaster, op Dingsdag 1 Eebruarij a.s. een aanvang zal maken
et de opneming der kadastrale veranderingen voor de
dienst 1877. t)e Burgemeester voornoemd
Alkmaar, 21 January 1876. A. MACLAINE PON 1.
POLIC1E.
Ter terugbekoming aan het Commissariaat van Policie
voorhanden het navolgende gevondene, als.' een sleutel.
Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een
stuk kuipershout, een voile, een gerookte ham, een fransch zilver
horologieeen lap paarsche katoen, een meerschuim sigarenpijpje
met etui, een konijn, een witte kinder-boa.
Er is gebrek aan handen op de Nederlandsche vloot, gebrek
aan matrozen. Van over onze grenzen moet de bemanning
vl ir onze oorlogschepen worden bijeengebracht. Onder die
vreemdelingen waren uitstekende zeeluimaar velen lieten
ons in den steek zoodra zij kans zagen om te desert eeren,
en anderen werden wegens vroegere verbintenissen door de
regeering van hun land opgeëischt. In West-lndië werft men
et vrij goed gevolg inboorlingen van Nederlandsche natio
naliteit een proef om iiilandsche kinderen uit de weldadig
heid sgestichten op Java aan te werven gaf tot nog toe geen
bevredigende uitkomstthans is men bezig met geschikte in
landers als matrozen voor de vloot te zoeken. Maar dat al
les kan slechts dienen ter aanvulling van het hoofdbestand
deel van de bemanning der Nederlandsche zeemacht, dat uit
Nederlanders dient te bestaan. De eer van onze vlag kan
niet aan vreemden worden toevertrouwd. De regeering heeft
dan ook begrependat erbehalve de verhooging van sol
dij waarmee reeds in het vorige jaar is begonnen en in dit
jaar zal worden voortgegaan nog andere middelen behooren
te worden aangegrepen om den Nederlander niet te doen
ontwennen aan hetgeen men zoo menigmaal zijn element
heeft genoemdaan de zee.
Evenals voor elk ander vak, is voor de zeevaart opleiding
noodig. Niet alleen voor den gezagvoerder en den stuurman
maar ook voor den matroos. Dit. laatste werd vroeger te
veel uit het oog verloren. Menig jongendie tot nog toe
nooit op het dek van een schip had gestaan, ging op goed
geluk af aan boord en werd spoedig een goed matroos,
zal men zeggen. Ongetwijfeld liep het dikwijls, meestal zelfs,
goed af; maar somtijds viel het nieuwe vak ook zoo bitter
tegendat men het, bij de eerste gelegenheid de beste weer
liet varen, of er alleen bijbleef, omdat men nu eenmaal niet
anders kon, maar alles behalve uit eigen vrijen wil. En uit
treurige noodzakelijkheid bij een vak te moeten blijven, waar
men lust noch 'liefde meer voor gevoelt, is op zich zelf reeds
weinig geschikt om het gemakkelijk aan te leeren en er spoe
dig in vooruit te komen. Wat men met tegenzin doet, gaat
slecht van de hand. Maar ook zij die zich niet lieten af
schrikken door de vele teleurstellingen en bezwarendie zij
moesten overwinnen, maar met goeden moed en wakkeren zin
de handen uit de mouwen bleven steken, hadden toch in het
begin heel wat moeite en tijd noodig, om zich aan de scheeps-
tucht en het zeemansleven te gewennen en het nieuwe en on
gewone werk aan te leeren. Zij zouden veel gemakkelijker
en spoediger vooruit zijn gekomenwanneer zij gelegenheid
hadden gehad om zich vooruit met het leven aan boord zoo
veel mogelijk vertrouwd te maken en allerlei zaken aan te
leeren die daar te pas komen.
Dat er opleiding noodig was voor de zeevaart, heeft men
in Nederland voor bijna honderd jaar reeds begrepentoen
de Amsterdamsche kweekschool werd opgericht. Op ver
schillende plaatsen zijn in de laatste jaren zeevaartkundige
scholen opgericht, maar vooral heeft de kweekschool voor
zeevaart te Leiden goed gedaan. Nog onlangs verklaarde
de minister van Marine, dat de lofwaardige pogingen die
het bestuur dezer kweekschool aanwendt om haar tot nut der
Marine te doen strekkenniet genoeg kunnen worden ge
waardeerd. Maar er is meer noodig. Er moeten meer der
gelijke gelegenheden bestaan en op verschillende plaatsen.
De toekomst van onze vlootwat goede matrozen betreft
hangt af, zegt de minister, van „het jonge volk dat zich
voor tien jaren en langer aan de zeedienst verbindt, en daarom
vooral moet men er zich op toeleggen, dat jonge volk door
stelselmatig; vorming en leiding te ontwikkelen en zoo spoedig
mogelijk in hun vak te bekwamen:" Op het wachtschip te
Amsterdam is men, voor zooveel de inrigting en de ruimte
aan boord toelieten, daarmee reeds begonnen, maar die op
leiding is nog hoogst gebrekkig en de gelegenheid veel te
vruchten gezien. Weinige dagen geleden hebben wij nog
gezien hoe uitmuntend de 500 jongens aan boord van de
Goliath, in den mond van den Theems, zich hebben gedragen,
toen er brand aan boord was uitgebroken, en het schip,
waar zij hun opleiding tot matroos ontvingen, moest word»n
verlaten. Geen verwarring, geen wanorde, maar stipte gehoor
zaamheid toen hendaar de booten niet te bereiken waren,
werd gelast pelotonsgewijs in zee te springenwaar zij naar
land zwommen of werden opgevischt. Zoo werd het mogelijk
dat er bij dit vreeselijk ongeluk slechts vijftien personen zijn
omgekomen. De kapitein stond daar met geschroeiden baard,
geblakerd gezicht en de kleeren vol brandgaten op het dek
en bleef de orde bandhaven tot allen van boord waren. Toen
sprong ook hij in zee, gelijk hij reeds zijn vrouw en dochters
had laten doenen werd in een boot opgenomen. De jon
gens hadden hem gebeden en gesmeekt om niet langer te
Bfijven, maar toch ook het schip te verlaten. „Neen, jon
gens, dat. 's geen gewoonte op zee," was zijn antwoord. Zou
er één van die jongens zijn die deze woorden ooit vergeet?
En als in hun volgend levenin oogenblikken van gevaar,
weer ordekalmte, gehoorzaamheid van hen gevorderd wor
den hoe zal de herinnering aan die weinigeeenvoudige
woorden voldoende zijn om hen tot plichtsbetrachting en
zelfopoffering aan te sporen.
Dergelijke opleidingsschepen zullen thans ook door onze
regeering in dienst worden gesteld voor jongeus en lichtma
trozen. Te Amsterdam zal daartoe het fregat Admiraal van
Wassenaar worden opgericht, en aan dit schip zal de zeilbrik
Ternate worden toegevoegd tot het houden van oefenings-
tochten op de Zuiderzee. Het lichtere tuig van dit kleinere
vaartuig is voor de oefening van de jongens, dan ook meer
geschikt dan het zware tuig van een fregat. Zoo zullen zij
aan zindelijkheid orde en tucht worden gewend en de eerste
beginselen van hun vak grondig leerenvoor zij het ruime
sop kiezen. De minister stelt zieh voor, dat jongens die op
deze wijze gedurende een of twee jaar hun eerste opleiding
hebben ontvangen en daarna op de oefeningsdivisie worden
geplaatstbinnen veel korter tijd dan thans geschikte ma
trozen zullen worden. Zij zullen daarenboven hun vak met
veel minder moeite en onaangenaamheden en heel wat beter
kunnen leeren dan tot nog toe het geval is, en zieh aan
boord thuis gevoelen, wanneer zij voor het eerst de vader
landsche ree verlaten.
Het is inderdaad niet zonder reden, dat de minister ver
klaart niet te twijfelen „of de lust voor de zeedienst zal door
dien maatregel bij de Nederlandsche jeugd toenemen, en de
bezwaren van ouders of voogden tegen de indiensttreding
hunner kinderen of pupillen zullen verminderen indien ge
voeld wordt, dat de belangen dier jongens, van den beginne
af, stelselmatig behartigd worden." Daarvan kan de mi
nister zich overtuigd houden maar nog veel meer goeds mag
hij zich voorstellen van een anderen maatregeldien hij in
November 1.1. heeft aangekondigd. „Omtrent de afschaffing der
lijfstraffen bij de zeemacht" zei de minister, „heeft reeds mon
deling overleg plaats gehad met den advokaat-fiscaal voor
Konings zee- en landmacht en met den minister van Jus
titie. Dien ten gevolge is een onderzoek ingesteld omtrent
de toepassing dier straffen. Een daarop betrekking hebbend
wetsontwerp kan binnen een niet te verwijderd tijdvak
worden te gemoet gezien." Dat onderzoek moge reeds
geëindigd en het wetsontwerp in aantocht zijn. Daarmee
make de minister vóór alles bekwamen spoed. Want, niets
zal zooveel bijdragen om den lust voor de zeedienst bij de
Nederlandsehe jongens op te wekken als de afschaffing van
de lijfstraffen aan boord. Die lust behoeft eigenlijk niet op
gewekt te worden. Hij bestaat.; maar de vrees voor het
„ranselen" houdt menigeenmeer dan men vermoedt, terug.
De minister spreekt van bezwaren van ouders en voogden
maar hij kan er zeker van zijn, dat geen bezwaar bij hen
sterker is dan de wetenschap, dat er op de Nederlandsehe
vloot „geslagen" wordt, en de staaltjes die daarvan van tijd
tot tijd worden opgedischt. Men zal zeggendat die verha
len overdreven zijn. Wei mogelijk; in zulke zaken heerscht
gewoonlijk overdrijvingmaar men begrijpe toch ookdat
het niet voldoende is als men tot de ouders kan zeggener
wordt wel geslagenmaar niet zoo heel ergen 't gebeurt
ook niet dikwijls. Men moet kunnen zeggen: die verhalen
zijn leugens; er wordt aan boord van Z. M. oorlogschepen
in 't geheel niet geslagen, de lijfstraffen zijn afgeschaft.
Oostenrijk. De minister van koophandel heeft in het
Huis van Afgevaardigden verscheidene wetsontwerpen betref
fende den aacleg van spoorwegen ingediendwaaronder d
bekrompen. In Engeland heeft men reeds sedert jaren betere I veelbesproken Pont.eba-spoorwegdie de aansluiting aan het
inrichtingen in het leven geroepen en daarvan uitmuntende 1 italiaansche spoorwegnet voltooien moet.
De Keizer heeft den wijbisschop Rutschker tot aartsbisschop
van Weenen benoemd.
Hongarije. Het Volkshuis heeft den 19 met 217 tegen
66 st. besloten om tot de behandeling over te gaan van de
artikelen der, van sommige zijden zoo scherp afgekeurde,
wet tot hervorming van het binnenlandsch bestuur. Den 20
is het regeeringsvoorstel betreffende de inlossing van 2022
miljoen schat kist bons uit de tweede helft der renteleening
onveranderd aangenomen.
In het bagno van Piombino (Toscane) hebben ernstige
onregelmatigheden plaats gehad welke op dit oogenblik het
voorwerp uitmaken van een door de rechterlijke macht,
ingesteld proces, niettegenstaande vóór eenigen tijd een
inspecteur der gevangenissendoor den minister van binn.
zaken tot het doen van een onderzoek derwaarts ge
zonden, verklaard had, alles in goede orde te hebben be
vonden. De heeren Bartolini Olintoafgevaardigde voor de
openbare veiligheid, en Castellanoonderprefect van Vol-
terra die het eerst de aandacht der regeering op de be
doelde misbruiken gevestigd haddenzijn eerst deswege be
rispt en daarna verplaatst.
De onderhandelingen over den aankoop der zuidelijke
spoorwegen zijn at'geloopenen regeering en maatschappij
het volkómen eens geworden. De maatschappij is ontbonden
en heeft hare wegen en het rollend materiëel aau de regee
ring overgedaan. De Staat zal de vlottende schuld der
maatschappij (58 miljoen) overnemen en de rente barer lee-
niugen (groot 100 miljoen) betalen, namelijk 25 fr. per aan
deel van 500 fr., of, na aftrek der belasting op de roerende
goederen, 21,70 franc.
Den 22 is te Milaan het sedert 2 jaren met bederfweren
de middelen voor ontbinding bewaard gebleven lijk van den
ridder Albert Keller verbrand in een toestel „op een bed van
150 vlammen," terwijl de aanwezigen eene verhandeling
aanhoorden over den toestel en de geschiedenis der crematie.
De ridder had tot deze „operatie" eene aanmerkelijke som
beschreven.
De aartsbisschop van Tarragona heeft, ook uit naam van
verscheidene andere hoogere" geestelijken in antwoord op
zekere hun over de houding der geestelijkheid bij de te
houden verkiezingen, gedane vragen, verklaard, dat de vrijheid
der eerediensten door~den Paus in den Syllabus veroordeeld
is, en dat geen eat.holiek personen ter Cortes kan afvaardi
gen, die zich geneigd toor.en om haar in Spanje te vestigen;
weshalve zij zich verplicht achten alle geoorloofde middelen
aan te wenden ten einde dergelijke personen uit het Con
gres en den Senaat te weren.
Den 20 zijn de verkiezingen voor de Cortes begonnen.
De president van den ministerraad. Canovas del Castillo, de
ministers van binn. zaken en van koloniën zijn te Madrid
tot afgevaardigden gekozen. De republikeinen hebben zich
van de stemming 'onthouden. Slechts één hunner, de heer
Castelar, is in weerwil van den tegenstand zijner vroegere
geestverwanten, verkozen. Voorts zijn benoemd 1 kantonalist,
10 clericalen 30 sagasisten en 361 ministeriëelen.
De genl. Quesada heeft ten gevolge van instructiën der
regeering, eene gelijke proclamatie uitgevaardigd als die van
Martinez Campos, betreffende de intrekking der verbannings-
besluiten en verbeurdverklaringen.
Den 25 zijn de regeeringstroepen opgerukt in de richting
van Lasarte en üyarzun. Den 26 hadden zij belangrijke
stellingen ingenomen t.ussclien Lasarte en Hernani. Volgens
earlistische opgaaf heeft de brigadier Sierra wel de positiën
van Arreseularre en Altamirola vermeeslerdmaar hebben
de sarlistenna het ontvangen van hulp die positiën her
nomen en den vijand op de vlucht gejaagd.
Genl. Eliodie zich sedert eenigen tijd van liet. oorlogs-
tooneel teruggetrokken had en lijdende wasis overleden.
De diplomatieke correspondentie tusschen Spanje en de
Ver. Staten is aan het Congres medegedeeld. De tweede
nota van den minister Fish aan den gezant Cashing, van 5
Nov. 1875 is die, waarvan aan de mogendheden mededee-
hng is gedaan en die het cubaansche vraagstuk betreft. In
die nota wordt gezegd dat met uitzondering van de zaak
der Virginius de verschillen tusschen Spanje en America al
tijd nog niet geregeld zijn. De oorlog der opstandelingen
is een oorlog van roof en verwoesting en America beeft er
"groot belang bij dat hij eindige; Spanje verwerpt alle voor
stellen tot hervormingbemiddeling of verzoening. Het
schond zijne verbintenissen en is niet gezind vergoeding
daarvoor aan te bieden. Dit deed America besluiten te vra
gen of zoodanig gedrag nog langer kan warden geduld.
De tijd is gekomen om aan den worstelstrijd een einde te
maken. Werden de nadeelendoor America geleden op
nieuw toegebrachtdan zou dit eene beweging en gebeur
tenissen kunnen ten gevolge hebben, welke de regeering
wenseht te voorkomen. Zij hooptdat Spanje den vrede
kan verzekerenanders zou het de plicht der regeering van
America kunnen worden t.usschenbeide te komen. America
is vriendschappelijk jegens Spanje gezind; liet beeft peene
zelfzuchtige bedoelingen en wordt slechts geleid door de be
langen van de mensclilieid en van Spanje zelf. De minister
Fish gaf den gezant, te Londen last.een afschrift, van deze
depèc e aan lord Derby voor te lezen. Hij was van meening.
dat de belangen van Engeland en van de geheele nienschlieid
het wenschclijk maken, dat Engeland samenurrke met
America om den oorlog te stuiten. Interventie zou eerst
in aanmerking komen, als de overige pogingen misluk
ten. De gezant Cuslijng overhandigde de nota den
2.) Nov. Hij luid den 4 Dcc. een onderhoud met den mi
nister van buit,, zaken. Deze gaf toedat America redenen
tot klagen hadkeurde het sequester op de eigendommen
van vreemdelingen af, beloofde dit te herstellen, verbond
zich tegemoet te zullen komen aan de klachten deramerica-
nentegen wie een proces wordt gevoerden keurde het
gedrag der autoriteiten op Cuba af.
Het Huis van Vertegenwoordigers heeft, den 23 eene mo
tie aangenomenwaarbij de President wordt, uitgenoodigd
om aan liet Congres de antwoorden mede te deelen dour
de verschillende mogendheden op de nota betreffende Cuba
gegeven.
In antwoord hierop heeft President Grant doen weten,
dat daarover alleen met Spanje is gecorresjiondeerd. De
americaansche gezanten hadden geen anderen last ontvangen
dan om de nota van den minister Fish aau den gezant Ca
shing aan de regeeringen bij wie zij geaccrediteerd waren
voor te lezen.
Den 25 heeft het Huis liet aangevraagde crediet ten be
hoeve der tentoonstelling te Philadelphia, met 116 tegen
130 st., goedgekeurd.
De Koningvergezeld van den minister van binn. zaken
en Z. M. commissaris in Noordholland, heeft den 25 te Am
sterdam de verschillende voor tentoonstellingen van kunst
en andere werken, voor Philadelphia bestemd, bezichtigd.
Op het. paleis werd een dejeuner dinatoire gehouden, waarbij
genoodigd waren de burgemeester, de regeeringscommissie
voor de tentoonstelling en het bestuur van Arti.
Verkiezingen. De Prov. Staten van Leeuwarden hebben
jr. mr. F. JJ. v. Eysinga (onlangs benoemd tot raadsheer
in het hof te Leeuwarden) met 36 van de 38 geldige st.
herkozen als lid der 1'. Kamer.
Benoemingen. Tot lid der nederlandsche hoofdcommissie
voor de internationale tentoonstelling te Philadelphia is door
Z. M. benoemd de heer li. kruseman v. Elten, te Nieuw-York.
Eerbewijzen. De Koning heeft de groote gouden me-
dalje van verdiensten geschonken aan de zangeres mevr.
Trebelli.
Onderwijs. Aan de hoogeschool te Leiden zijn thans 796
studentenaldus verdeeld rechten 498, godgeleerdheid 35
wis- en natuurkunde 59, letteren 59, geneeskunde 145.
Bovendien zijn ingeschreven 131 studenten aan de athenea,
seminaria en elders studeerende.
Peesten. De heer A. v. Lith heeft den 24 zijn 25jarig
burgemeesterschap van Uitgeest herdacht. Van alle wonin
gen wapperde de vlag. Prachtige geschenken van bet, pol
derbestuur, van den gemeenteraad en van alle ingezetenen
gezamenlijk werden den jubilaris aangeboden, 's Avonds had
een optocht met fakkellicht plaats.
Aanbestedingen. Den 22, te Kampen, het verlioogen
(over ruim 9809 ellen) van het. tweede gedeelte der bedijking
langs Dronthenin Gelderland en Overijselminste inschr.
C. Sterk, voor 141-000.
Gasverlichting. De gemeenteraad van Rotterdam heeft
den 27, met 22 tegen 14 st., besloten tot het bouwen en in
exploitatie brengen van een gasfabriek op Pijenoord, waar de
gemeente, ingevolge haar contract met, de Handelsvereeniging,
in liet, volgend jaar de wegen behoorlijk moet. verlichten.
Vestingwerken. Tc Grave is den 19 de eerste spade
gestoken tot siooping der vestingwerken.
Gieten. Wijlen de lieer M Spoor, te Broek op Lange-
dijk, heelt aan de algemeene armen aldaar 2000 vermaakt.
'Voor het gezin van wijlen den heer de Gruyter, gymnastiek -
onderwijzer te Kampen die door een ongeluk om het leven
is gekomenis f 6279,34 bijeengebracht.
Rampen. De molenmeester Lebrunmet zijnen zwager
hij den heer de Gelder, wapensmid te Meerssen, zijndeom
een revolver te koopen als die van zijn' zwager, is door dien
wapensmiddie niet wist dat het wapen geladen was, dood
geschoten. Hij laat eene weduwe en 8 kinderen na. De
heer de Gelder heeft zich vrijwillig ter beschikking der justitie
gesteld.
Rechtszaken. Een huiseigenaar te Arnhem .iswegens
manslag uit onvoorzichtigheid en achteloosheid (door het
vallen van steenen uit een slechten schoorsteen in een hem
toebehoorend huis) veroordeeld tot 14 dagen celstraf en 8
boete.
De rechtbank te Dordrecht heeft den 26 wegens mishan
deling veroordeeld: den stationschef aldaar tot, 15 dagen cel
straf en ƒ8 boete, een telegrafist en een lading-meester ieder
tot 3 dagen celstraf. Zij luidden een reiziger, die zijn
kaartje liet vallenvoor beschonken aangezien en geweldda
dig verwijderd en verhinderd zijne reis voort te zetten.
Overleden, den 20, te Utrecht, prof. P. Jv. Kerckhoff,
sedert 1868 hoogleeraar in de wis- en natuurkunde aan de
hoogeschool aldaar.
Den 25, te 's Hertogenboschruim 64 jaren oud, mr. N.
F. Ch. J. Sassen, oud-lid der 1«. Kamer, waarvoor hij in
1871, wegens zijne getrouwheid aan de vrijzinnige beginselen,
niet herkozen werd.
De Koning heeft, den bereider der nederlandsche Quina
Lnroehe, de heer W. C. Holm, firma Kraepelien en Holm,
te Zeistvergunning verleend het koninglijk wapen te voeren.
Een ieder weet hoe hardnekkig gewoonlijk verkoudheden,
ontstekingen van cte luchtpijp en andere nandoeninsren van
dezen aard zijniiuc lang liet duurt eer ze genezen zijn en
hoeveel drankjes, stroopen en andere geneesmiddelen daartoe
gevorderd worden. Daarenboven weet ook iedereen, dat een
verwaarloosde verkoudheid dikwijls zoo niet in -longtering
dan toch in onsteking van de luchtpijp ontaardt.
Talrijke' waarnemingen hebben bewezen dat het. zuivere
en "oed bereide teer, men zou haast zeggen op wonderdadige
wijze de bovengenoemde ziekten geneest. Om zijn onaan-
genamen smaak en o n zijn kleverigen aard kan het teer als
zoodanig niet genomen worden. Daarom kwam een apothe
ker te Parijs, de lieer GUYOT, op het, denkbeeld om het
teer in kleineronde capsules van gelatine te sluitenzjj