No. 11. Achténzeyeiiiigste Jaargang 1876. ZONDAG 12 M A A It T. ©ffictccl (Scbceltc De nieuwe wijzigingen in de rech terlijke organisatie. Jugczoubcu Een belangrijke kwestie voor Alkmaar. .Staös-iJiicuwg. ALKMAAItSCHECOl A T. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,OS, franco per post f O,SO, afzonderlijke nommers 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgever» HE KM1. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijbladbevattendc Wekelv/ksehe Berichten en de zitting van den Gemeenteraad. De COM MISSARIS des KONINGS in A OORDHOLLAND brengt ter kennis van belanghebbenden, dat,, wegens bet, uit ruimen en dempen van de brug over de Langesluot, in den oostelijken dijk van het Noordhollandsch Kanaal, benoorden de draaibrug in den Staatsspoorweg over dat Kanaal nabij Alkmaar, het verkeer, zoowel voor voetgangers ais rijtuigen, jaagpaarden en veete begiunen met 13 Maart e.k., tot na dere aankondiging zal zijn gestremd, en dat het verkeer tus- schen Koedijk en Alkmaar zoolang rnoet geschieden over de Vlotbrug over het Kanaal te Koedijk, en den Rijks grooten- weg van Alkmaar naar Nieuwediepof langs den grindweg tusschen Koedijk en het fluiswaardergat en langs de oostzijde van de Koedijkervaart. De Commissaris des Konings vootn.. Haarlem, 3 Maart 1876. R E L L. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat Militieraad in dit districtzijne eerste zitting bestemd tot n?' onderzoeken der redenen van vrijstelling van lotelingen dezer gemeenteza' houden ten raadhuize der gemeente Alkmaar, op Donderdag 16 Maart e.k., des voormiddags ten 11 ure. Burgemeester ex Wethouders voornoemd AlkmaarA. MACLAINE PONT. 25 Feb. 1876. De Secretaris, NUHOUT van dek VEEN. ZEEMILITIE. BURGEMEESTER en W ETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat in den loop dezer maand, voor zooveel zulks nog niet is geschied ter gemeente-secretarie alhier aanvraag kan worden gedaan om bij de Zeemilitie geplaatst te worden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar. A. MACLAINE PONT. 9 Haart 1876. De Secretaris NUHOUT van oer VEEN. Sollicitanten naar de betrekking van STADS VROED VROUW te Alkmaar, op eene jaarwedde van 25(1,—, worden uitgenoodigd zich onder vrachtvrije toezending barer stukken aantemelden bij het Gemeentebestuur vódr of op 20 Maart 1876. Aan de Openbare Burgerschool te Alkmaar, waar geen avondschool wordt gehoudenwordt gevraagd «.een EERSTE HULPONDERWIJZER met. acte voor fransch en wiskunde op f 700,jaarwedde, en hoofdon- derwijzersacte bezittende op 750, l. een DERDE HULPONDERWIJZER met acte voortee kenen op f 650,jaarwedde. Sollicitanten gelieven bunne stukken vóór 20 Maart 1876 vrachtvrij intezenden aan het Gemeentebestuur. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden gedurende de 1'. helft der maand Februari 1876. M. G. Bakker, W. Gevers, du Mijs, W. Poort, Amsterdam; E. Kluiver, Mevr. G. van der Oordt, Anna Pauiownapolder; C. PieterseBatavia; P. Brouwer, den Burg; P. Bes, Oud dorp; P. Kuiper, Oudesluis; W. E. Schladain, Sneek J. B. Koopman, Stolpe. Van het hulpkantoor te RustenburgDe Onderkoning van Egypte. Het wetsvoorstel, waarbij het aanlal Rechtbanken vermin derd wordt, is uit de adviseerende bureaux van den Raad van State vertrokken en na korte reis behouden in harden van den Voorzitter der Tweede Kamer aangeland. Onder de Rechtbanken, die men zich voorstelt op te heffen, is ook die te Hoorn. Nu zou het tijd zijn om te antwoorden op de artikelen die de Hoornsche Courant tot ons richtte na de aanneming van de spoorwegwet. Toen betoogde dit blad, dat de oppo sitie van Hoorn tegen de spoorwegverbinding met Alkmaar op goede gronden steundewant dat', zoo Alkmaar al niet gedurende het tijdvak van aanleg der nieuwe wegen, en vóór dat de directe verbinding over Zaandam met Amsterdam zou zijn gereed gekomen, het marktverkeer tot zich mocht trekken, zeker Hoorn met Alkmaar verbonden minder kans bad op het behoud van eene Rechtbank dan wanneer die stad hare geïsoleerde ligging in Noordholland kon aanvoeren ten be- tooge van de noodzakelijkheid van eene locale rechtspleging. Thans zoude het tijd zijn om te doen uitkomen, hoe de leus der anti-revolutionairen „in isolement ligt onze kracht'' voor Hoorn gebleken is, en meer en meer blijken zal, eene bedriegelijke leuze te zijnhoe onmogelijk het is tegen den Stroom der eeuw op te roeien met middelen ontleend aan het arsenaal der gilden] en monopoliën, hoe alleen aansluiting en verbinding met het groote wereldverkeer van ganscher barte en naar alle richtingen den bloei eener stad kan verzekeren en vergoeding belooft voor bet verlies van instellingendie overbodig zijn geworden, en voor het gemis van die bronnen van locale welvaart, die door den loop des tijds onvruchtbaar zijn geworden en verstopt geraakt. Maar als men zulk een betoog thans reeds voorbarig en altijd onedelmoedig zoude willen noemendan zoude het aan gronden voor die meening niet ontbreken. Immers de Wetgevende Macht heeft nog niet gesproken, noch niet beslist, dat de Rechtbank te Alkmaar blijven en evenmin dat die te Hoorn verdwijnen zalen zelfs wanneer die uit spraak zal gevallen zijn behoeft Hoorns leed nog niet te dienen tot achtergrond voor Alkraaars vreugde. Dat het voor deze gemeente van groot belang is de Recht bank te behouden behoeft wel geen betoog. Het dadelijke voordeel van verhuurde buizen, van geleverd vleeseh en gebakken brood ligt voor de banden zal door niemand worden ontkend; zoo ook is het duidelijk, dat bet peil van verstandelijke en zedelijke ontwikkelingwaarop de bevolking eener kleinere gemeente staat, in niet geringe mate den invloed ondervindt van de tegenwoordigheid en de werk zaamheid van een aantal mannen, voor wie wetenschappelijke studie de dagelijksehe arbeid is en die de onpartijdige waar deering van tegenstrijdige belangen, hun door hun ambt tot plicht gemaaktook overbrengen in het dagelijksehe leven. Maar dat voordeelhoe groot en onmisbaar het zijn moge, kan niet behouden blijven voor allendie het thans genieten. Het is gemakkelijk dat nu te zeggen, nu het Damoeles- zwaard dat boven een der Noordhollandsche Rechtbanken hangt, ons hoofd schijnt te willen sparen; maar zelfs al was dat niet het geval, al bestond er gegronde vrees, dat Alkmaar tot de veroordeelde rechtbanken zou behooren dan nog zouden wij niet anders mogen spreken. De rech terlijke organisatie kan niet langer zoo blijven als die is, dit is eene waarheiddie zelfs zij niet mogen ontkennen die onder de noodwendige hervormingen zullen lijden. De Wetgever heeft zich indertijd hij de bepaling van het aantal rechters en de instelling der rechterlijke coliegiën vooral laten leiden door de wensehelijkheid, dat ieder rechtzoekende zooveel mogelijk in zijne nabijheid den rechter kon vinden, tot wien hij zonder groote kosten van tijdverzuim en verplaatsing zijn toevlucht kon nemeneene overweging waarvan het ge wicht niet te ontkennen was in een tijd toe diligences en trek schuiten de snelste middelen van vervoer waren, de telegraaf niet bestond en de blieven eens per dag bezorgd werden al is het dan ook, dat de Wetgever daarvoor andere belangen van niet minder gewicht heeft moeten opofferen. Na verloop van tijd is die toestand echter geheel onhoudbaar geworden. Het aantal kantongerechten, waar in 't geheel geen zaken, en rechtbanken, waar bijna geen zaken zijn, is veel te groot. Zondert strafzaken en de volontaire rechtspraak der kan tonrechters uit, dan zijn ze bij name te noemen de coliegiën waar het rechterschap eene sinecure is, en waar de beslissing eener moeilijke rechtsvraag niet eenmaal 's jaars voorkomt. Trouwens aan dien weinigen arbeid ia de geringe bezoldiging evenredigen soms zelfs daar beneden. Het is eene schande voor dit land zooals het zijne rech ters betaalten eene onbetwistbare eer voor de magistratuur, dat des niettegenstaande de integriteit der rechterlijke macht nooit door iemand in twijfel is getrokken. Zonder gevolgen blijft evenwel des wetgever sondoordachte schrielheid niet. Zij sluit van de magistratuur velen van de besten en de ijverigsten uitdie een sieraad zouden zjjn geworden van hun ambten maakt er een monopolie van voor de enkele vermogende familiën in den lande. Aan die bevoorrechten biedt de Staat dan slechts bij uitzondering een werkkring aan hun goeden wil en vroegere studie waardig eene plaatsing bij een der vele kantongerechten waar niets, of der rechtbanken, waar bijna niets te doen isis het lot van de meesten. Tevens verhindert het groot getal rechtscollegiën, de ver deeling der zaken die er te behandelen zijnin onnoozel kleine groepen, de vorming van eene balie, van een stand van practiseereude rechtsgeleerdendie op de hoogte zijn van hun vak en hunne wetenschap, en dat zonder dat er voor de rechtzoekenden eenig voordeel tegenover staat. Want dank zij de veelheid der rechters, heeft bijna een ieder een rechter in de buurt, maar met welk nut? De rechtsgeleerde hulpdie hij noodig heeft om zijne belangen te verdedigen, vindt hij slechts in enkele steden, voor speci ale gevallen alleen in de hoofdsteden en de wetgever, die meende het recht goedkoop te maken door de rechters over het land te verbreiden, heeft het inderdaad duur gemaakt door de advocaten en de rechtsgeleerde raadslieden der par tijen te dwingen tot een ambulant leventrekkende van de eene rechtbank naar de andere, en dagen vermorsende om een kwartier lang de terechtzitting op een afgelegen kanton by te wonen. Naar onze meening is de wegdie door dit ministerie wordt ingeslagen vermindering van het aantal rechterlijke coliegiëngepaard aan eene nog te geringe verhooging der tractementenniet de beste; zoo dikwerf echter is het betere de vijand van het goede, dat wij ongaarne de afstem ming dezer wet zouden aanradenomdat zij niet op eenmaal onze rechterlijke organisatie op die hoogte brengtwaarop zij behoort te staanen misschien ook wel eens komen zal. Dat toekomst-ideaaldat wij het met een enkel woord zeggen, moet ons inziens worden gezocht in eene afscheiding van de rechtspraak in strafzaken en die in burgerlijke zaken. Geen deskundige zal tegenspreken, dat bijv. twee rechtbanken in Noordhollnnd, waarvan een buiten Amsterdam, meer dan voldoende zouden zijn om de behoefte aan eene wetenschap pelijke en snelle rechtspraak in civiele zaken te bevredigen; dat men zoover niet gaat, en misschien ook niet gaan kan ligt uil sluitend in de strafzaken, in de moeilijkheid om be klaagden en getuigen dikwijls drie, vier malen voor dezelfde onbeduidende zaak uren ver van hunne woningen en uit hun werk te roepen. Dat bezwaar bestaatmaar is er een ander adjectief te vinden, dan het voor den wetgever weinig vlei ende „belachelijk", voor het schouwspel dat de strafzittingen onzer rechtbanken aanbiedenwanneer, omdat Jan Piet een klap heeft gegevenof Kee Mie heeft uitgescholdeneen drietal rechters met officier en griffier hun tijd zitten zoek te brengen met het berechten van misdrijven, waarover ieder onderofficier der marechaussée zoude kunnen oordceleneen werk verrichtende ver beneden hunne bekwaamheid en hunne verdienste De groote massa der strafzakenopgedragen aan een enkelen omgaanden rechter, des noodig met beroep op het collegie voor de feiteD, waartegen meer dan een vastte- stellen strafminimum is bedreigd, ziedaar betgeen onze rechts pleging werkelijk goed, snel en goedkoop zou malen. Ingrijpende hervormingenzelfs al zijn zij onbetwistbare verbeteringen, komen in ons land echter niet meer tot stand. De ondervinding beeft geleerd, dat dit nergens meer dan bij de organisatie van de rechterlijke macht, eene treurige waarheid is. Jaren lang heeft men in en buiten de Kamer, alle wijzigingen verworpenmedegewerkt tot, bestendiging van een erkend onvoldoenden toestand niet omdat men met bet. bestaande was ingenomenof dat meende te kunnen verdedigenmaar alleen omdat men zijne eischen te hoog stelde, algeheele hervorming vroeg waar slechts wegneming van enkele gebreken was te verkrijgen een nieuw gebouw wilde optrekken, terwijl men slechts beschikken kon over de middelen om de scheuren in de muren van het oude te herstellen. Door die ondervinding wijzer gemaakt, heeft de wetgeven de macht het aantal gerechtshoven verminderden zal zij vermoedelijk bereid zijn ook het verbazende getal der recht banken en kantongerechten tot een passeud cijfer terug te brengen. Daarmede kan veel verkregen worden, eene verbe terde verdeeling van den te verrichten arbeid en eene nood zakelijke verhooging van bezoldiging. Alles is daarmede echter niet gedaanverre van daar. De strafrechtspraak blijft opgedragen aan dezelfde rechters die in burgerlijke zaken oordeelen wat onpractisck en kostbaar is, de tractementen blijven te laag, daar zij gemiddeld tus schen de twee en drie duizend gulden zijn vastgesteld en zelfs belooningen van vijf honderd gulden (mon dieu, aie piété de ces pauvres richards!) daaronder voorkomen, het practische element blijft aan de samenstelling der rechterlijke coliegiën vreemd, in een woord, goed wordt de toestand ook na de aanneming der voorgestelde w etten geenszins maar bij wordt beter dan thans. Dit is iets gewonnen, en al blijft dan de volledige reorganisatie uitgesteld tot den tijd dat onze klein kinderen bun gouden bruiloft vierendan zullen wij toch kunnen zeggen dat in onzen leeftijd met oud-hollandsche bedaardheid, echt nederlandscbe kalmte en gemoedelijke schroom om verkregen rechten aan te tastende eerste schrede is gedaande eik der gerechtigheid is geplantonder welks schaduw het nageslacht de weinig talrijkegoed bezoldigde rechters der toekomst zal zien zitten. 't. Is een gelukkig verschijnseldat tegenwoordig in Alk maar de vraag aan de orde is Hoe kunnen wij het best onze markt,ruimte groot genoeg maken voor den steeds toenemen- den aanvoer? Is het noodig, dat we daartoe ons schoone waaggebouw wegbreken moet de stad voor groote sommen een geheel blok huizen onteigenen, ten einde die te sloepen, of zullen we de Maandagscke kalvermarkt en de groote voor- en najaarskoemarkt eenvoudig verplaatsen naar het. Hof en naar de Paardenmarkt Deze vragen verdienen wel de ernstigste overweging om het groote belangdat niet enkele personenmaar de gansche stad heeft bij een behoorlijke oplossing van het gewichtige vraagstuk. Daarom ook moet de algemeene zaak in 't open baar worden besproken. Immers het wordt tijd, dat men hier spoedig raad schaft. Binnen kort komen wij door den nieuwen spoorwegdie Amsterdam over Zaandam Pnrmerend en Hoorn met Enkhuizen zal verbindenvooral tegenover Hoorn en Purmerend in eene moeielijke positie, 't Lijdt geen twijfel of die beide steden zullen meer dan nog toe den handel der environs door den nieuwen Spoorweg tot zich trekken, en dan ook zeker bij tijds op vergrooting van haar marktruimte bedacht zijn. Bovendien breiden andere omlig gende plaatsen als Uitgeest en Schagen haar marktwezen met loffelijkeu ijver uit. In laatstgenoemde plaats bij voorbeeld spreekt men er van om door een flink kanaal eene directe verbinding met het Groot Noord-Hollandsch Kanaal te maken. Wordt het nu tijd, dat Alkmaar aan bet werk ga? Reeds beeft de publieke opinie zich duidelijk uitgesproken over de vraag omtrent het wegbreken van de W aaghet wegruimen van zoovele huizen en het dempen van de Mient. Men wil dat niethet kan ook niet en 't hoeft niethet is volstrekt niet noodig. Wij hebben elders zeer geschikte ruimte, waar zonder belemmering der circulatie de beestenmarkt kan gehouden worpen. Ik bedoel het Hof, de Nieuwesloot en de Paardenmarkt, Als andere steden zoo'n ruimte tot haar be schikking haddenzouden ze die niet ongebruikt laten. Waarover tobt men dan hier? Het algemeen belang is toch 't belang van allen 1 Of zullen we den put gaan dempen als 't kalf verdronken is? Ben belangstellende. Door het Postkantoor te Alkmaar werden gedurende het jaar 1875 verzonden 4.59435 gefrankeerde en 8288 ongefran- keerde brieven. 142390 stuks drukwerken, 3050 monsters, 34178 dienstbrieven, 6749 aaugeteekende brieven, 161 aan- geteekende met aangegeven geldswaarde ad Z64013.89, 68288 enkele briefkaarten, 616 briefkaarten met betaald antwoord, 8235 postwissels tot een bedrag van ƒ156031,36. Uitbetaald werden 4381 postwissels voor een bedrag van 87752,64. Geïncasseerd werd een bedrag van f 10222,04. Ter inning zijn gedeponeerd 877 stuks kwitantiën voor een bedrag van t 4821,24. Verkocht 495000 postzegels, hebbende met ge noemde briefkaarten eene waarde van f 24625,34%. De zuivere opbrengst van het kantoor beliep f 25454,01 tegen f 22394,84% in 1874. Bij het ingediende wetsontwerp betreffende de indeeling en het rechtsgebied der arrond. rechtbanken en kantonge rechten wordt voorgesteldahier te vestigen eene rechtbank der 2*. klassemet 1 president a 3000, 3 a 4 rechters f 2200, 1 officier 3000, 1 subst.-off. 22001 griffier f 1600, 1 subst.-gr. f 1100 en hoogstens 5 reehters-plaats- vervangers; en een kantongerecht der 2«. klasse, met jaar wedden van 2200 en f 500 veor kantonrechter en griffier; voorts om aan de 3 kantons van het arrond. Alkmaar toe te voegen de kantons Hoorn, Enkhüizen en Medemblik. en om het kanton Alkmaar te vergrooten door toevoeging van Uitgeest en Castricum (van het op te heffen kanton Bever wijk) en Graft (van het kanton Purmerende), wordende de gemeente Oudcarspel naar het kanton Schagen overgebracht [Er worden 2 klassen van rechtbanken en 4 van kanton gerechten voorgesteld]. Door den heer A. P. Luyt is aan het stedelijk muzeiim afgestaan de gebeeldhouwde rosetgeplaatst geweest aan den zolder van de zoogenaamde raadzaal van het Koning-Wil lemshuis. Het i idden vertoont een fraai gesneden kop, om geven van bladwerk waarom het randschrift: Al datnier siet. ofspreekt Tisonder deese roos bedeckt. 1568. Naar men verneemt zal alhier in de maand Juni, ten behoeve van de Algemeene Bewaarschool, eene zoogenaamde „fancy fair" gehouden worden. Een aanzienlijk aantal dames heeft zich reeds tot medewerking bereid verklaard. De beer E. B. Gunning heeft bedankt voor het beroep naar Vlissingenen de heer Jv. d. Linden, te Westmaas, voor dat naar de cbrist.-geref. gemeente alhier. Dinsdag, 21 dezer, wordt in Diligentia alhier opgevoerd een oorspronkelijk tooneelwerk van een verdienstelijk letterkundige die zich A. Donker noemtt.w. «Maria van Utrecht, weduwe van Johan van Oldenbarneveldn. Niet. slechts het belangwek kende van het onderwerp, aan onze geschiedenis onl leènd de samenzwering der beide zonen van den vermoorden Lands advocaat maar ook de omstandigheid dat Mevr. Kleine, die dezer dagen haar 40jarig jubilé als tooneelspeelster viert, de titelrol zal vervullenwaarborgen eene talrijke opkomst van bet publiek dat gaarne de gelegenheid zal aangrijpen om te toonen, dat het de verdiensten ook van nederlandschen tooneelarbeid weet op prijs te stellenen tevens om de zoo hoog geschatte feestvierende kunstenares zijne hulde te kunnen betoonen. - Vrijdag j 1., hield de «fdeeling Alkmaar der Ilollandsche Maatschappij van Landbouw, hare vergadering bij den heer kernloet, waarin de heer G. J. Hengeceld, uit Utrecht, eene voordracht hield over veevercdeling en veeverbeteringHoewel liet weer allerongunstigst was, waren toch een veertigtal belangstellenden tegenwoordig, die de eigenaardig populaire voordracht van den spreker met, onverdeelde aandacht volgden. In waarheid was het een volksvoordracht. Eenvoud van vor en wetenschappelijke strekking betwistten elkander den voirrang. Menige nuttige weuk menige verstandige raad werd den practischen veehouder ten beste gegeven. Spreker besloot met den wenseb, dat een en ander niet te loor zou de gaan. Na de gewone huishoudelijke zAeu werden de prijzen, behaald op de tentoonstelling te Zaandam, door den voorzitter niet, een toepasselijk woord aan de bekroonden, zijnde de H. H. de SonnavilleA. Boot, li. LavwerUohaag, Q. Semhttgsen en J. Dm, uitgereikt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1876 | | pagina 1