m Achtéïizeventigste Jaargang. 876. Z O N I) A G 28 M E I. Hot voorstef-lfoens. fto. 22. (Dfficiëel $3cbceÜc Iïerijk van MatenGewigten en Weegweiktuigen. cfccïijfcscftc wcricïilcn E*uitseh!an<3. ScSgic. Italië. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prjjs per kwartaal f 0,&5, franco per post, f 0,90, afzonderlijke nommers Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM«. COSTER ZOON. De Advertent.iën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, word1 voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. NATIONALE MILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR; Gezien de circulaire van den heer Commissaris des IConings in Noordholland van 6 Mei j.l. No. 15/878 M/S. (Verza meling No. 30); Roepen bij deze op de hier verblijf houdende verlofgan gers der militie te land, behoorende tot de ligtingen 1872, 1873, 1874 en 1875, voor zoover zij vóór 1 April 1876 in het genot van onbepaald verlof waren gesteld en niet in den loop der maand Juni in werkelijke dienst moeten ko men, om zich op Dingsdag6 Juni 1876, des voormiddags ten tien urete laten vinden vóór het raadhuis alhier, om aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden Onderzochtgekleed in uniform en voorzien van al de door hen van het korps medegebragte kleeding- en equipement- stukkenbenevens zakboekje en verlofpas. Aan de verschillende verlofgangers, behoorende tot het kanton Alkmaar, en die op 6 Juni tot het ondergaan van het voorgeschreven onderzoek voor het raadhuis alhier moeten ver schijnen wordt tevens in herinnering gebragt, dat zij, zich ichuldig makende aan wanordelijkheden en rustverstoringin fertreding komen met het reglement op de krijgstucht te lande serwijl aan de Politie is opgedragen op de naleving daar- 'an streng toe te zien. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 18 Mei 1876. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis der belanghebbenden 1°. dal, naar luid van het K.K. besluit, van 9 December 1875 (Staatsblad No. 239), in het jaar 1876 aan den herijk, bedoeld in art. 15 der wet van 7 April 1869 (Staatsblad No. 57), onderworpen zijnde lengtematende inhouds maten voor natte waren eu de gewigt.en 2°. dat de gemeenten Alkmaar, Aken lootBergen, Hcerlmgo- waurdHeiloo Koedijk, kimmen, OterleekOudorp, St. Pancras en Schoort voor den herijk der matengewigtsn en weegwerktuigen zijn zamengevoegd 3». dat die herijkwelke kosteloos geschiedtzal plaats hebben IN EEN LOCAAL DER BURGERAVOND SCHOOL hoek Doelenstraat en gedempte Nieuwesloot te ALKMAAR, van 31 Mei tot en met, 24 Juni aan staande, op alle werkdagen, behalve op 6, 7 en 8 Juni en wel op Maandag, Dingsdag, IK oensdag en Donderdag van iedere week voor de ingezetenen van Alkmaar, van des voormiddags 9 tot des namiddags 3 ure op Vrijdag en Zaturdag voor de ingezetenen der ove rige gemeenten van des voormiddags 9 tot des namiddags 1 ure en voor de gewigten bestemd voor fijnere we gingen op Vrijdag, des namiddags van 2 tot 4 uur. Belanghebbenden worden dringend verzocht niet tot de laat ste voor den herijk bepaalde dagen te wachten met de aanbie ding hunner maten, qewiqtr.n enz., ten einde den geregelden loop van den herijk te bevorderen. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 23 Mei 1876. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de belanghebbenden dat het kohier der belasting op de honden over de dienst van 1876, door den Gemeenteraad op 24 Mei jl. vastge steld met bepaling van den eersten Juli e.k. als den dag vóór of waarop de aanslag in eens moet zijn voldaan, op heden aan den gemeenteontvanger ter invordering is uitgereikt alsmede dat het kohier der plaatselijke directe belasting over 1876 door den Gemeenteraad in die zelfde vergadering vastgesteld, op nieuw ter gemeeme-seeretarie, gedurende 8 dagen, over eenkomstig art. 265 4e lid der gemeentewet ter inzage is nedergelegd binnen welken tiid bezwaren tegen den aanslag op ongezegeld papier bij Gedeputeerde Staten van Noords- holland kunnen worden ingediend. Burgemeester en JP etliouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 26 Mei 1876. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. PATENTEN. De patenten aangevraagd tot Mei van dit jaar kunnen ter gemeente-secretarie worden afgehaald. De houder eener coupon groot 12,50, leening 1872 ver schenen 1 Januarij j.l., wordt verzocht die ten spoedigste ter betaling aan te bieden ten kantore van den gemeente ontvanger. P O L I C 1 E. Ter terugbekoming aan het Commissariaat van Polieie voorhanden het navolgende gevondene als twee sleutels een grijze ceintuur van een kindermant eleen muilband, een lederen kinder schoentje, een zicarte handschoen. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een kiemen zilveren naaldenkoker, een witte wollen gehaakte kinder doek en twee tijnen boter. ii. Nu reeds kan de bijzondere school zieh alleen door ruime geldelijke ondersteuning van belangstellenden naast de open bare handhaven. Wordt de bezoldiging der openbare onder wijzers verhoogdhun aantal uitgebreiden de kweekeling alleen tot eigen vorming en onder opzicht van de onderwijzers in de school toegelaten dau zal ook het onderwijzend per soneel der bijzondere school, wil zij op gelijke hoogte blijven met de openbare, talrijker en beter bezoldigd moeten worden, dan zullen de uitgaven stijgen, terwijl de iukomstendezelfde moeten blijven; de lage schoolgelden aan de openbare school, buiten alle verhouding tot de kosten van het onderwijs, laten aan de concurreerende bijzondere school geen verhooging van schoolgeld toe. Mag men verwachtendat de voorstanders van het bijzonder onderwijs, de voorstanders van de christe lijke of de katholieke schooldie reeds als burgers van den staat en ingezetenen der gemeente hun aandeel in de kosten van het openhaar onderwijs dragensteeds in staat en bereid zullen zijn. die aanmerkelijk zwaardere offers te brengen? Zoo spreken zijdie geen vrede hebben met de voor alle kinderen toegankelijke en daarom op godsdienstig gebied onzijdige openbare schoolen zij meenen op de laatste vraag ontkennend te moeten antwoorden. De vrees dat de toestand der bijzondere school ook onder de bestaande wet onhoudbaar zou blijken is echter tot nog toe door de ondervinding ge logenstraft; immers de tinaneiëele omstandigheden, waarin de vereeniging voor christelijk-nationaal onderwijs verkeert zijn gunstiger dan vroeger, en volgens het laatste regeerings- verslag omtrent den toestand van het onderwijs was in 1873 het aantal bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs met 14dat der onderwijzers en onderwijzeressen met 171 en dat der kweekelingen met 75 vermeerderd. Waarom zou men dan ook voor de toekomst geen gunstige verwachtingen mogen koesteren f Maar wat hiervan ook nioge zijn, de vraag is of bedenkingen van dezen aard van invloed mogen zijn op maatregelen tot verbetering van het openbaar lager onderwijs. Wil men de gewone lagere school openstellen voor de kinderen van onvermogenden en minvermogenden en het duurdere meer uitgebreid lager onderwijs toegankelijk maken voor de gansche gezeten burgerijen dit eischt het algemeen volksbelang dan is dit zeker, dat de school gelden op verre ha niet voldoende kunnen zijn om de kosten van het onderwijs te dekkeu. Daarom doet de Staat lager onderwijs geven voor rekening der gemeenten en is voor het bijzonder onderwijsbehalve voor de kinderen van zeer gegoede ouders, geldelijke ondersteuning van belangstellenden onmisbaar. Dit was van den beginne voor ieder duidelijk. Nu is zonder twijfel het bijzonder onderwijs vrijen van regeeringswege mag dit niet worden belemmerd of bemoeilijkt. Integendeel is het wenschelijk dat het zich naast het open bare krachtig handhave en ontwikkele. Maar mag ooit een maatregel tot verbetering van het openbaar onderwijs worden bestreden op grond dat de concurrentie van het bijzonder onderwijs er moeilijker door wordt? Van overdrijving, van weelde mag natuurlijk geen sprake zijn; maar als nu bij voorbeeld eenmaal erkend isdat voor elke veertig kinde ren wanneer zij goed onderwezen zullen wordenzoodat ook de minder vluggede kinderen van middelmatigen aan leg niet achterblijveneen afzonderlijken onderwijzer in de school noodig ismag dan die eisch worden afgewezen omdat de bijzondere schoolwil zij blijven concurreeren evenzoo haar onderwijzend personeel aanmerkelijk zou moe ten uitbreidenen er geen gegrond vooruitzicht bestaat, dat de daarvoor noodige gelden op den duur gevonden zullen kunnen worden Met andere woordenmoet de toestand van het openbaar onderwijs afhankelijk zijn van de bereid vaardigheid der belangstellenden in het bijzonder onderwijs om geldelijke ondersteuning te verleenen Het antwoord op die vraag kan voor niemand twijfelachtig zijn. Men zou even goed kunnen vragenis men verplicht het onderwijzend personeel op de openbare school te verminderen en meer on derwijs te doen geven door kweekelingen die slechts een geringe geldelijke toelage genietenwanneer blijkt dat de bijzondere school anders de concurrentie niet kan volhouden? De bewering dat de bijzondere school niet langer zou kun nen concurreeren ook al is zij gegrondkan en mag geen bezwaar zijn tegen een maatregel tot verbetering van het openbaar onderwijsals die maatregel inderdaad noodig is. Vóór alles is noodig dat het openbaar onderwijs voldoende ZÜ- Tegenover dien eisch een eisch der grondwetmoeten alle bedenkingen wijken. Kan de bijzondere school met een goed ingerichte openbare school niet concurreerenstaan haar leerlingen achter bij die der openbare, en ontbreekt het aan de noodige gelden om haar even deugdelijk in te richten dan is het inderdaad beter dat zij wordt opgeheven. De eischhoud de openbare school op een laag peilopdat de bijzondere school naast haar mogelijk biijve is, in één woord onredelijk. Maar herzie dan vooraf uw schoolwet in een ander opzicht, werpt men ons tegenkom eerst te gemoet aan de groote grieven, waarop wij u sinds 1S57 dagelijks hebben gewezen; hef de gemengde openbare school opsticht of ondersteun uit de algemeene kas althans naast haar de school waar het onderwijs geheel door godsdienstige begrippen van deze of gene kerk van deze of gene gezindte wordt doordrongen en beheerscht. Zullen wij op die woorden den ouden strijd over de openbare sehool op nieuw openen? Neen; aan dien strijd op het papier moet eenmaal een eind komen. Laat ons toch denken aan de fabel der beide geneesheeren die elk den patient een verschillende manier van behandeling voorschreven en onder wier heftigen strijd over de beste wijze van genezing de zieke bezweek. Ons lager onderwijs is kranker is gebrek aan onderwijzershier kan niet meer geregeld school worden gehouden daar ziet zich een enkele onderwijzer met een honderdtal leerlingen belaststeeds wordt geklaagd over de gebrekkige opleiding en de daaruit voort vloeiende onvoldoende ontwikkeling der onderwijzers. Om daarin verbetering te brengen is iets anders noodig dan ar tikelen in dagbladen en tijdschriften en redevoeringen in de Kamers. Men dient eindelijk eens van woorden tot daden te komen. Zij die overtuigd zijndat onze openbare school toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid van gods dienstige gezindheid, moet blijven, dat er in Nederland ééne openbare school voor allen mort zijn, niet een afzonderlijke openbare sehool voor elke godsdienstige gezindteen dat de Staat geen geldelijken onderstand kan verleenen aan scholen waar het onderwijs wordt gegeven in den geest eener bepaalde godsdienstige richtingzij meenen dat eindelijk de tijd gekomen is om op dien grondslag de openbare school te ver beteren. Zij hebben inderdaad lang genoeg geduld gehad- Achten hun tegenstanders een andere regeling van ons open haar onderwijs noodzakelijk zij komen eindelijk met een be paald voorstel daartoe voor den dag. De kwestie is lang genoeg besproken do tijd van handelen is eindelijk daar. Men haaste zich daarom. Van de voorstanders van verbete ring in den geest van het voorstel van den heer Moens mag geen langer uitstel gevergd worden. Zij mogen niet langer wachtenof misschien hun tegenstandersof mogelijk de regeering eindelijk een voorstel tot schoolwetherziening zul len indienen. Wat stelt nu de heer Moens voor? Het gepantserde eskader onder bevel van den s. b. n. Batsch is den 22 uit Wilhelmshaven naar de Middellandsche zee vertrokken. Pruisen. Het Heeronlniis heeft den 18 de Rijksspoor wegwet bij eerste lezingna breedvoerige discussie^ waaraan ook prins Bismarck deel nam met 57 'tegen 26 st, en den 20 bij eindstemming, met 60 tegen 31 st. aangenomen. Den 20 is t.e Berlijn eene overeenkomst met Nederland lot stand gekomen betreffende de verbinding der pruisische kanalen in OverijselGroningen en Drenthe. Naar men zegt, zijn de ministers het eens geworden om den nieuwen president der Rijks-kanselarij, den heer Hofmaan, en den vioe-minister van buit., den heer v. Bulow, ook prui sische ministers te doen zijn, den eersten tevens met het recht om den Rijks-kanselier zoo noodig in den pruisischen ministerraad te vertegenwoordigen. Huis van Afgevaardigden. Den 17 zijn de 2 spoor wegwetten bij tweede lezing aangenomenhet vrij hevig bestreden ontwerp tot staatsgarantie van de lijn Halle-Sorau- Guben met 197 tegen 157 st. - In antwoord op eene in terpellatie van den heer Windthorst verklaarde de minister Eulenburg, dat weldra een ontwerp zal worden ingediend tot ondersteuning der gewesten, welke bij de jongste overstroo ming zoo groote schade hebben geleden. Den 20 is bij derde lezing de wet aangenomendie de duitscbe taal tot de ufiiciëele taal voor ambtenarenoverlie den en parlementaire vergaderingen des lands verklaart. Ge lijk bij de 2 vorige lezingen vond de wet ook nu hevig verzet bij de poolsehe Afgevaardigdendie door de cen trumspartij ondersteund werden. Beieren. De intendant van den kon. schouwburg te Mun- chen heeft de dames verzocht, gedurende de voorstelling hare hoeden al te zetten die door hunne hoogte een groot aantal toeschouwers het gezicht op het tooneel benemen. Den 15 is in eene druk bezochte bijeenkomst van kooplie den, reeders enz. te Antwerpen bij acclamatie geconcludeerd, dat de wijziging van het lle. artikel der overeenkomst be treffende Terneuzen niets van Antwerpens grieven had afge daan aangezien minder dan 15 jaren genoeg zou zijn om een aanmerkelijk deel van den baudel naar Terneuzen te doen verloopen; waarom op nieuw met nadruk geprotesteerd en de „Eederatie der Antwerpsche Vereenigingen" belast werd, zulks ter kennis te brengen van de Vertegenwoordiging. De Koning en de Koningin zijn den 16 van hunne buiten- landsehe reis te Brussel teruggekeerd. De Senaat heeft den 15 het wetsontwerp betreffende het verleenen der akademische graden met 32 tegen 15 st. goed gekeurd na afwijzing van alle amendementen o.a. van dat van den heer v. Schoor (mst 28 tegen 19 st.), strekkende om, in het belang der wet zelve, eene bepaling uit het oor spronkelijk ontwerp der centrale afdeeling te herstellen, waarbij de uitoefening der betrekking van advocaat, geneesheer, notaris enz. uitdrukkelijk afhankelijk werd gesteld van het bezit van een graad. Den 17 is de begrooting van o. werken met alg. st, den 19 het t.ractaat met de Zuid-Africaansehe Re publiek en het door de Kamer gewijzigd ontwerp betreffende de rechten op de suiker goedgekeurd De Keizerin van Duitschland is den 17 over Ostende te Brussel aangekomen, vergezeld door den graaf en de gravin v. Flaanderen. Den 19 heeft de Kamer, bij de behandeling der eredieten voor openbare werken met 43 tegen 37 st. toegestaan de door den heer Sainctelette bestreden post van 25000 fr. voor eene kapel bij de nieuwe normale school te Bergenwelke hij als eene nieuwigheid aanmerkte daar overal elders het gods dienstonderwijs in de gewone leerlocalen gegeven wordt. Met alg. st. werd de gevraagde som geweigerd voor een nieuw geweer der nat. gardenadat de minister Malou verklaard had, dat de regeering, door een contract gebonden, niet kon berusten in eene verdaging der zaak. Den 20 is het wetsontwerp tot het verleenen van eredie ten voor werken van algemeen nutten bedrage van 36 mil joen, goedgekeurd, nadat de discussie daarover, of liever over de staatkunde van het kabinet, den 16 begonnen met. een aanval van den heer Pr ere- Orbanheftig en lang gevoerd was. Daarna kwam het tractaat met. Nederland betreffende het kanaal van Terueuzen in behandeling. De minister van o. werken betoogde het belang van Gent bij deze zaak verde digde zich tegen de door Antwerpen ingebrachte grieven en herinnerde dat de bepalingkrachtens welke Terneuzen ten aanzien der spoorwegtarieven met de beigisehe havens zou gelijk gesteld worden door het bewind van het vorige, liberalekabinet was overgenomen. De heeren Jamar en Frere brachten hiertegen in, dat het laatste zich het recht had voorbehouden om haar in te trekken indien het belang van Belgie er onder leed. De heer Frere bleef het do.-be treffend artikel, ofschoon bet de gelijkstelling tot 15 jaien beperkte, onaannemelijk achten, omdat er eene uitdrukkelijke opzegging vereischt werd, waartoe men over 15 jaren wel licht niet zou kunnen besluiten. Voor de gemaakte wijziging had de regeering zich „eene nieuwe vernedering" moeten getroostende overneming op bezwarende voorwaarden van den LuikscbLimburgschen spoorweg. De overeenkomst zou de waardigheid de natie krenken er. was het uitvloeisel van de kuiperijen der spoorwegmaatschappij Mechelen- Terneuzenwelke zieh van de tusschenkomst eener vreemde regeering bediend had om de gelijkstelling van Terneuzen met de beigisehe havens te verwerven. Daarom had het be wind in zijnen tegenstand moeten volhardenwaarvan het nog in 1872 blijk gegeven had. Aan de regeering werd machtiging verleend om de opzegging van het handels- en scheepva&rtverdrag met Italië in te trekken. Uit Antwerpen zijn den 20 den heer Frere telegrammen van dankbeluitriug gezonden door de „Vereenigde Liberalen" de „Commerciceielndustriëele en Maritieme Vereeniging", den „Tappersbond" en andere lichamen. Uit naam der eerst- genoemden werd, met het oog op de provinciale verkiezingen van den 21 eene proclamatie aangeplaktwaarin van het voorgevallene in de Kamer de noodige partij getrokken werd; en den 21 hield de gemeenteraad eene buitengewone zitting, waarin aan het dagelijksch bestuur opgedragen werd, de pro testen van den raad tegen de handelingen der regeering je gens Antwerpen in het algemeen en ter zake van Terneuzen in het bijzonderm.a.w. de gevpelens van verontwaardiging over de houding van den minister van o. werken in de Kamer, aan de '•egeering kenbaar te maken. De burgemeester nam op zichden dank der vergadering in persoon aan den heer Frere over te brengen, 's Avonds werd aan burgemeester en schepenen eene serenade bij fakkellicht gegeven. Bij de provinciale verkiezingen zijn de liberalen te Namen, Leuven en elders r.iet geslaagdte Antwerpen en Niveltes daarentegen hebben zij de clericalen van hunne zetels ver dreven. Te Antwerpen heeft zulks groote opgewondenheid veroorzaakt en hoop gegeven voor de aanstaande verkiezin gen voor de Kamer. In eene 's avonds gehouden bijeenkomst, waarin o.a. de burgemeester de Wael en de schepen v. d. Taelen het woord voerden, werd met grooten nadruk de uitslag der verkiezing aldaar gekenschetst als een antwoord op den hoon, door den minister Beernaert in de Kamerzitting van den 20 der groote koopstad aangedaan. Geul. Garibaldi heeft bij de Kamer het, volgende voorstel ingediend„Zoolang Italië niet van den financiëelen druk bevrijd is, waaronder het buiten zijne schuld gebukt gaat, zal^ geenerlei pensioen toelaag of bezoldiging door den Staat uitbetaaldde som van 5000 lira's 's jaars kunnen te boven gaan." De kardinaal Ledochowski heeft uit Rome aan zijne dio- ceesen Gnesen en Posen een brief gerichtwaarin hij o.a. verklaart de uitoefening van zijn aartsbisschoppelijk gezag over die streken in overleg tnet den Paus, te hebben hervat. De minister Nicotcra heeft den 13 eene commissie benoemd ter herziening van alle regeerings-maatregelen betreffende de prostitutie en ter overweging van alle daarmede in verband staande vraagstukkenmet, last om vóór uit». Sept. de voor stellen in te dienenwelke zij oorbaar zal achten. Den 16 heeft de Kamer de definitieve begrooting van het dept. van koophandelnijverheid en landbouw ten bedrage van ruim 12 miljoen goedgekeurd, eu daarna de beraadsla- ging geopend over die van openbaar onderwijs, waarbij, ook op volgende dagende door het vorige kabinet uitgevaar digde reglementen voor de universiteiten door verschillende leden als schadelijk voor de wetenschappen en in strijd met de wetten afgekeurd, door andere, als de wetenschap en de tucht bevorderend, verdedigd werden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1876 | | pagina 1