No. 26. Achtènzeventigste Jaargang. 1876 Z O N l> A G 25 J U N I. liet voorstcl-Moens. ©fftctcel Ocbccïtc ui. €XElcïiclijfeschc Betichten BBIisïnenlttnd. Benoemingen. Z. M, heeft tot raadsheer in den H. Raad SS Ifö II voor een Stïjiï risten oiul- omlcrwfjzcr ssa !%oordho9la»tl. Met behoefte sorg en ao&d,. A i\ T, -3' 'JSC Deze Courant vrordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O,CS, franco per post f ei, afzonderlijke nonuners 5 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers IIE R MCOSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijblad. SCHUTTER IJ. BURGEMEESTEReu WETHOUDERS van ALKMAAR verwittigen de belanghebbende ingeschrevenen voor de Schut terij van dit jaar, dat de alphabetische naamlijst van de per sonen, die aan de loting van dit jaar zullen deelnemen, voor een ieder ter visie ligt ter gemeente-secretarievan heden tot den dag der loting, des morgens van 9 tot 2 uur, ten einde in ieder in staat zoude zijn, om, ingeval hern op die lijst eenige personen of omstandigheden .ëogten voorkomen, die daarop nog zouden belmoren te worden aangeteekend of daarvan moeten worden weggelatendaarvan aan de Com missie van art. 11 bij de loting kennis te gevenmet uit- noodiging om op Donderdag '29 Junij e.k., namiddags ten zes ureop het Raadhuis dezer gemeente te verschijnen ten einde aldaar voor den dienst der Schutterij te loten en rede nen van vrijstelling hebbende, die alsdan opiegeven; alsmede om de bewijzen tot staving daarvan, en bij de wet gevorderd, voor zooveel noodig, uiterlijk binnen drie dagen na de loting overteleggen aan het Bestuur der Ge eente. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 14 Juni 187G. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en W ETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algetheene kennis: dat zij op 20 Juni jl. gunstig hebben beschikt op het aan hen ingediende verzoek van Petrns Hendricus Bakker, tot het vestigen eener Kuiperij in het perceel gelegen aan de Ramen. Wijk B, No. 401. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar. A. MACLAINE PONT. 24 Juni 1876. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. Jantje Bijleveld wordt verzocht zich aan te melden ter gemeen teseeret arie. POLIC1E. Ter terugbekoming aan het Commissariaat van Policie voorhanden het navolgende gevondene, als: een bruinhout ge schoren hondje, 'iwelk in strijd met de verordening, onge muilband is opgevangen. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omirent: een bruin lederen kinderportemonnaieeen zwarte sigarenpijpeen huissleutel van een vreemd slot. Over de kweekelingen heeft de ondervinding reeds uil spraak gedaan. In verschillende gemeenten werden zij in de laatste jaren op de openbare scholen niet meer medegeteld onder het onderwijzend personeel. Men heeft begrepen dat Let niet aangaat, juist het onderwijs van de jongste kinderen, zooals immers de gewoonte Was en in vele scholen nog pleegt te geschiedentoe te vertrouwen aan knapen van veertien tot achttien jarendie geenerlei examen hebben afgelegd en zelfs te jong zijn om een examen te kunnen afleggen. Kan iemand er zich dau over verwonderen dat de heer Moens alleen hoofd- en hulponderwijzers bevoegd acht om onderwijs te geven, en wanneer hij het aantal onderwijzers gaat be palen dat op de openbare school in verhouding tot het, aantal leerlingen vereischt wordt, geen kweekelingen noemt Wil hij ze dan niet in de school toelaten? Ja, maar niet om een onderwijzer te vervangenwel om onder opzicht van een onderwijzer, tot eigen vorming, onderwijs te geven en zich alzoo ook de moeilijke praktijk eigen te maken van het vakwaartoe hij zich voorbereidt. Belmoren nu, zooals de heer Moens voorstelt geen kweekelingen in de school te worden toegelaten beneden den leeftijd van zestien jaren Daartegen zijn bedenkingen ingebracht, die niet ongegrond schijnen. Men ziet niet in waarom een kweekeling niet, reeds vroeger met het praktisch onderwijs gemeenzaam ge maakt mag worden, en waarom de school, de plaats zijner aanstaande werkzaamheidvoor hem gesloten moet worden gedurende het tijdvak dat hij niet meer tot de leerlingen behoort en nog niet als kweekeling kan worden aangenomen. Maar deze kwestie omtrent den leeftijd behoort zeker niet tot de hoofdpunten en beginselen van het wetsvoorstel. Hier kan zonder bezwaar, zoo noodigeen wijziging worden aan gebracht. De hoofdzaak isdat de kweekelingen niet meer geteld worden onder het door de wet gevorderde onderwij zend personeel aan de openbare school en niet optreden als zelfstandige onderwijzers, maar alleen onder opzicht werk zaam zijn. Er is gebrek aan onderwijzers. Daarom moeten in de eerste plaats de gelegenheden tot opleiding van onderwijzers worden vermenigvuldigd. De wet van 1857 bepaalt in art. 12 dat er tot opleiding van onderwijzers ten minste twee rijkskweek scholen zijndat van rijkswege aan enkele der meest voor treffelijke lagere scholen normaallessen worden verbonden en de opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen op de lagere schgle» zooveel mogelijk wordt bevorderd. Het mini mum van het aantal kweekscholen is slechts met een enkele school overtroffen. Er moesten er ten minste twee zijner zijn er drie. Wel zijn bij de rijksbegrooting van dit jaar gelden toegestaan om er nog drie op te richtenmaar tot nog toe blijkt niet dat er iets is gedaan om de beschikbare geldeninderdaad tot dat doel aan te wenden. De heer Moens wenscht niet, minder dan tien kweekscholen voor jon gens en drie voor meisjes, elk van 80 leerlingen. Daarenboven acht hij twintig normaalscholen, elk van 40 leerlingen, nood zakelijk, en verwacht dat aan de gewone lagere scholen jaarlijks nog een 250tal hulponderwijzers zullen gevormd worden Op die wijzeaeht hij het mogelijk dat eenmaal het gevor derd aantal onderwijzers voor de openbare scholendat hij op 12000 man stelt, zal blijven bestaan. Om het cijfer echter binnen een tiental jaren op die boogie te brengen, zouden nog anderebuitengewone en bij gevolg tijdelijke maatregelen noodig zijn bij voorbeeld uitbreiding van het aantal normaalscholen tot veertig. Het is verklaarbaar, dat velendie tot nog toe over deze zaak niet opzettelijk hebben nagedacht, beginnen met.deze voorstellen overdreven te noemen. Er bestaat echter gegrond vooruitzicht dat zij zullen eiudigen met de noodzakelijkheid van de voorgestelde maatregelen te erkennen. Als wij naar evenredigheid onzer bevolking evenveel kweekscholen willen hebben als Pruisenmoeten wij er ten minste tien hebben in plaats van drie en dan hebben wij er nog vrij wat minder dan Zwitserland. Wij hebben wat onze denkbeelden omtrent ons lager onderwijs betreftjaren lang geteerd op den goeden roep die er in dit opzicht vroeger bij onze huren van ons uitgingen en kunnen ons thans moeilijk voorstellen dat er zoo heel veel moet gedaan worden om het verzuim van vele jaren in te halen. Zoo klagen wij over het schoolverzuim en over het groot aantal kinderen dat geen of zoo goed als geen onderwijs genieten wij wijzen met reehtop onze goedgebouwde scholen en roemen op de overvloedige gele genheid om lager onderwijs te ontvangen. Maar wat zullen wij jant,woorden als men ons zegtdat het aantal lagere scholen bij ons zoo gering isen dat er zeker weinig be schaafde landen bestaanwaar buiten de steden de kinderen zoo ver moeten loopen om de schooi t,e bereiken Wat zullen WÜ zeggenals wij booren dat Zwitserlandwaar een mil joen minder mensehen wonen en dat ongeveer even groot is als ons land, ruim tweemaal zooveel scholen telt, dat op elke vierkante geographische mijl baden 8, Saksen 7, Beie ren 5%, Pruisen 5 en Nederland 4 scholen bezit? Laat ons hopen, dat ons antwoord moge bestaan in krachtige mede- j werking tot het tot stand brengen van die verbeteringen j waartoe thans de hand aan het werk wordt geslagen. Als men over de vermeerdering van het aantal kweekscholen spreektwordt door vele terstond opgemerktdat men toch j vooral ook niet laag moet neerzien op de normaalscholen Men mag echter vragenwie zich dan toen wel aan dat laag neerzien op deze inrichtingen tot opleiding van onderwijzers schuldig maakt. Zeker niet de heer Moensdie van de normaallessen nog altijd even veel ouderwijzers verwacht als van de kweekscholen. Maar is het aantal onderwijzers, dat de heer Moens noodig achttoch niet overdreven Bedenkende dat de leerlingen van elke schoolal is hun aantal ook gering althans in drie klassen zijn verdeeld en elke klasse weer in een paar onderafdeelingen is gesplitst, wenscht hij den hoofdonderwij zer van elke schooldie meer dan 30 leerlingen telteen hulponderwijzer te zien toegevoegd. Bedraagt het aantal leerlingen meer dan 60 en niet meer dan 120dan wordt de 1 ool'donderwijzer bijgestaan door twee hulponderwijzers. In een school van 120 tot 160 leerlingen aeht de voorsteller vier hulponderwijzers noodig en verder wenscht hij voor elk 40tal leerlingen een hulponderwijzer. In hoofdzaak komt het voorstel alzoo hier op neer, dat voor elke veertig leer lingen een onderwijzer noodig is. Wordt de school zeer uitgebreid dan meent d,e voorsteller dat de hoofdonderwijzer niet meer aan een bepaalde klasse of afdeeling eener klasse gebonden moet-zijn, en daarom wenscht hij voor het vierde veertigtal leerlingen (van 121 tot 160) twee hulponderwij zers. Dit denkbeeld ondervindt bestrijding. En inderdaad, al stemt men toedat in een school met een zeer groot aantal leerlingen de hoofdouderwijzer, die toch voor den ge- regelden gang van het onderwijs aansprakelijk blijft, zijn aan dachten zijn zorg aan de geheele school moet kunnen wijden, in elke afdeeling het onderwijs van den hulponderwijzer en de vorderingen der leerlingen moet kunnen nagaan om te kunnen regelen en leiden om te kunnen waken voor de orde euzichte overtuigen dat alle leerlingen in staat zijn de lessen te volgendat het onderwijs voor allen bevattelijk en inderdaad ontwikkelend is, dat zij verstaan wat hun wordt geleerd, dannog blijft de vraag over, niet zoo zeer, of een school met meer dan 120 leerlingen reeds zulk een hoofdonderwij- ijer-directeur vordert, dan wel of die behoefte eensklaps geboren wordt wanneer het gemiddeld aantal leerlingen een zeker cijfer hetzij van 120 of een ander te boven gaat. De vraag isof deze zaak niet anders geregeld kan worden, eu of een behoorlijke verdeeling in klassen en afdeelingen hier nog niet van meer invloed is dan het getal leerlingen. Tegen het hoofddenkbeeldvoor elke veertig leerlingen een onderwijzer, kan evenwel geen bezwaar bestaan. Die eisck is zeker niet buitensporig. Sinds lang hadden bevoegde persouen ons met dit cijfer als minimum vertrouwd gemaakt. Maar is het te bereiken Omtrent die kwestie loopen de gevoelens uiteen. De ondervinding alleen kan een afdoend antwoord gevenen daarom is het vrij nutteloos de gronden van waarschijnlijkheiddie van weerszijden worden aange voerd te onderzoeken. Tegen het vaststellen van het minimum van één onderwijzer voor elke veertig leerlingen bestaat voor het oogenbiik echter een groot bezwaar, ook al verleent men, zoo als de heer Moens voorsteltvoor de uitvoering van deze bepaling een termijn van tien jaren. Er bestaat een zoo groot gebrek aan onderwijzers, dat tegenwoordig zelfs aan de veel lagere eischen der bestaande wet niet kan worden voldaan; en het is hoogst onwaarschijnlijkdat ook met oprichting van een aantal kweekscholen en normaalscholen binnen tien jaren aan den eisch van één onderwijzer op de 40 leerlingen gevolg kan worden gegeven. Het getal onderwijzers zou ver dubbeld moeten worden, en dat is binnen tien jaren eenvoudig een onmogelijkheid. Moest nu na tien jaren aan dien nieuwen eisch voldaan worden, dan zouden alleen de groote gemeen tenwaar de hoogste jaarwedden eu de beste vooruitzichten bestaan, een voldoend aantal onderwijzers kunnen verkrijgen, maar voor de kleinere gemeenten zou nog minder overblijven dan thans. Eerst langzamerhand is te bereiken wat noodig eu wensckelijk is. Om groot.er wanorde te voorkomen zou den de eischen der wet dan ook trapsgewijze versterkt moe ten worden. Misschien zou men na tien jaren zonder ge vaar voor de kleinere gemeenten niet meer kunnen vorderen dan één onderwijzer op de 69 of 55 leerlingen. Men zou kunnen bepalen dat de wet op dit punt na tien jaren her zien moest, worden en inmiddels alle maatregelen tot oplei ding van onderwijzers krachtig ter hand moeten nemen, om na tien jaren te zien welke nieuwe eischen men dan zou kunnen doen. De Koning is den 18 naar het, Loo vertrokken. Prins Hendrik heeft zich den 20 naar Soest.dijk begeven. Staten-Generaal. Het bij de 2' Kamer ingediende ont werp tot wijziging der wet op het middelbaar onderwijs strekt otn te bepalen, dat. ieder bij eene Rijks-landbouwschool in geschreven kweekeling bij den aanvang van elk studiejaar zal storten minstens f 40 en hoogstens J 100dat tot ver hooging der indisehe begrooting betreft meerdere uitgaven a 2.826 400, ruimschoots opgewogen door de hoogere op brengst der koffie. Het ontwerp tot wijziging der postwet, bevat de volgende bepalingenParti ulierendie brieven van autoriteiten in bet belang van de openbare dienst ont vangen zullen voortaan geen verhoogd port behoeven te. betalen. Van drukwerken (uitgezonderd couranten) wordt, 1 cent per 25. van monsters en stalen 2 cent per 75 wichtjes gevorderd, terwijl naam- en visitekaartjes weder met druk werken worden gelijkgesteld. Nog is ingekomen een wetsontwerp tot verandering van de grensscheiding van gemeenten in Zuidhollaud en Zeeland. Den 19 heeft de minister van financiën aan de Kamer medegedeelddat de ministersten gevolge der beslissing over de militiewetden Konipg hun ontslag gevraagd had den eu dat Z. M. de beschikking hierop verdaagd had tot. na deu alloop der loopende werkzaamhedenwaarjoe zij bereid waren mede te werken. De Kamer besloot bet ont werp nopens de coöperatieve vereenigingen en de conclusie der commissie belast geweest met het onderzoek der koop vaardijvlootvoor onbepaalden lijd te verdagen. De Kamer heeft een groot aantal kleine wetsontwerpen goedgekeurdo. a. die tot wijziging van art 48 van het, tarief van gerechtskosten in strafzakenen tot onteigening voor de vergroot,ing van het locaal der Kamer. Ten opzichte van het ontwerp betreflende de aanvulling de middelen voor 1816 uit o. i. baten ten behoeve van^den vestingbouw, heeft de regeeriug toegegeven aan den voorslag der commissie van rapporteurs, om, in plaats van 5 miljoen uit t,e trekken, dezelfde som als op de primitieve vestingbegrooting voorkomt, f 2,700,000, uit te trekken. De 1° Kamer heeft den 19 hare werkzaamheden hervaten den '22 aangenomen de ontwerpen tot uitoelening der tand- heelkunsttot verlenging der termijnen voor de oplevering van de werken der Amsterdamscke Kanaalmaatschappijen tot onteigening voor dc verbinding dei Rijn- en Staatsspoor wegen te Amsterdam. x Verkiezingen. De Prov. Staten van Gelderland hebben, ter vervanging van den beer (oenen, liberaal, die niet meer op de lijst der hoogstaangeslagenen voorkomt, tot, lid der K Kamer verkozen den heer W. A. A. J. bn. Schimmelpen- uinck v. d. Oye, vroegere ambtenaar bij een der ministeriën (anti-revolt tionair). ie Amsterdam is eene vereeniging opgericht ter verkrij ging van het algemeen stemrecht. benoemd mr. A. A. de Pinto, raad-adviseur bij het dept. van justitie. Posterijen. In 1875 zijn verzonden 35.411.268 gefrankeerde en 470.326 ongefrankeerde binnenlandsche, 10.039.606 gefran keerde en 304.240 ongefrankeerde buitenlandsche brieven 23 746,576 binneul.- dag- en weekbladen, 6.296.374 verdere gedrukte stukken, 5.204.694 buiten! gedrukte stukken. 419.693 stalen ol monsters binnen- en 539.304 dito buitenslands; ver kocht .545.037 enkele briefkaarten, 79.496 dito met betaald antwoordnaar het buitenland verzonden 146.087 en van daar ontvangen 119.901 briefkaarten; 670.000 binnenlandsche postwissels a lij. miljoen en 68.265 buitenl. a f 2.39 mil joen zijn gebruikt en 230.063 kwitantiën a f 870.000 ler invordering aangeboden, waarvan 24.610 a f 112.000 onbe taald bleven. De ontvangsten bedroegen f 2.96 miljoen, de uitgaven f 2.08 miljoen. Het personeel bestond op uit,0. Deo. uit 3240 personen. Er waren 156 kantoren, 1087 hulpkan toren, 1087 hulpbrievenbussen ten platten lande. Spoorwegen. De regeering heeft de betrekkingen van telegrafist en van'uitgeefster der plaatskaartjes aangewezen als de zoodanigedie door vrouwen kunnen waargenomen worden. Onderwijs. De schoolcommissie te Middelburg heeft haar ontslag genomen wegens het benoemen door den ge meenteraad van eene kweekelinge in plaats van eene tweede hulponderwijzeres aan een der meisjesscholen. De Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst, te Haar lem vergaderd, heeft besloten aan te drincen op het verplicht stellen van het onderwijs in de gymnastiek aan de lagere scholenen de groote gemeentenwaar gymnasia worden opgerichtuit te noodigen dat vak te doen onderwijzen. Kerkelijke zaken. De bisschop van Breda heeft de ge- loovigeu van zijn bisdom aangespoord tot, htt geven van gel den fot het bouwen van een n.euw seminarie op het landgoed de Ypelaar, nabij Breda, daar het tegenwoordige te Ouden- bosch te klein en minder goed gelegen is. I eesten Ter gelegenheid van het 30jarig Pausschap van Pius iX is den 16, onder leiding van den heer Verhuist, een groot vocaal en instrumentaal concert in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam gegevenwaarop o. a. eene hymne "Tu es pastor,n een nieuw werk van Verhulst, is uitgevoerd, dat zeer wordt geroemd. Een zeer talrijk publiek, dat op 5000 personen werd begroot, woonde dit concert bij. Het Kon. Instituut voor de Taal-, Land-en Volkenkunde van Neerl. Indie heeft den 19, in tegenwoordigheid van de prinsen Hendrik en Pre denk, -zijn 25jarig bestaan gevierd met eene feestrede van dr. T. C. Wijnmalen, gevolg 1 door een feestmaal. Het vierde zuider-zendingsfeest is den 21 op Dijkveld nabij Bieselinge (prov. Zeeland), gehouden en door6-a,7Ö00 personen bijgewoond. Den 22 is te Tilburg eene bijeenkomst gehouden van voor malige pauselijke zouaven uit Belgie, Erankrijk en Nederland, onder leiding van den graaf de Villermont; de bisschop Sacré droeg de hoogmis op en pater Paetsoud-aalmoezenier bij de zouaven, hield de feestrede. Aanbestedingen. Het maken van 2 nieuwe schoolge bouwen te Leeuwardenop de plaats van het te sloopen Oldburgerweeshuisonlangs door de gemeente aangekocht, ter vervanging van de bestaande gebouwen voor lager en m. u. 1. onderwijs, het eene voor jongens, het andere voor meisjes, is aangenomen door T. G. Bekhuis, voor t 47,926. Het herstellen van den afslag van deu dijk te Opheusden en in de omliggende dorpec is aanbesteed voor f 21.848. Den 17te Utrecht, het oprichten van een gebouw voor het, onderwijs in de natuur- en scheikunde, benevens slaap zalen van een kegelbaan en van een walmuur, alles ten dienste van 's Rijks vee artsenijschool, aan A. Bons, voor f 59,990. Het bouwen van 68 woningen voor de Vereeniging Helpt u zeiven tc Leeuwarden is aangenomen door F. B. Feenstra te Bolsward, voor t 78000. Den 19, te Helder, hij herbesteding, de verbetering van het fort Kijkduin, minste inschr. A. S. Schaafsma, te Har- lingen voor f 759,000, d. i. 141,000 boven de begrooting. Den 20, te Rotterdam, door het bestuur der diergaarde, het bouwen van een nieuw sociëteitsgebouw minste inschr. B Stok en Zoon, voor f 282.520. Den 22, te Amsterdam, voor de „Vereeniging tot wel dadigheid van den Allerheiligsten Verlosser", het maken van een schoolgebouw aan de Egelantiersgrachtminste inschr. P. Smitvuor f 29.399 te 's Gravenhage, het maken van de grond- en andere werken voor den spoorweg Arnhem- Nijmegen bezuiden de Waal, minste inschr. J. v. Qijen Pz. en H Verbrugge, te Dreumel, voor f 528.480; het opstellen van draaischijven, minste inschr. L. J. Enthoven Sf Ciete s Gravenhagevoor f 36000het maken eener geleiding onder de draaibrug over het Noordzeekanaal bij Zaandam, eeuige inschr. Gebr. Figeete Haarlem, voor 8200. Landaanwinning. Aan den heer IV. C. Timmerman, te Amsterdam, is concessie verleend tot droogmaking der plas sen groot ongeveer 5200 bunders beobsten de Vecht. Nederl. Nat. Werklied en-Vereeniging te 's Gra venhage. Voor het bouweu van arbeiderswoningen is der Vereeniging van hooggeplaatste zijde f 10000 gedurende 20 jaren renteloos toegezegd. Vervolg der wekelijkucke berichten in het bijblad. 'k Ben verzocht een gift te vragen Voor een achtenswaardig man, Wien ontbreekt, wat 's levens avond Eenigszins verheld'ren kan. Voor een man, die tal van jaren Heeft gekampt om daagljjksch brood, En wiens leven is een strijden i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1876 | | pagina 1