No. 28.
Achtènzeventigste Jaargang.
1876.
ZONDAG
JUL I.
#fficüel (Scbccltc.
De opstand in Turkije.
€!2Hckcliili0cïtc Bcvtcfttcu.
Binnenland.
Eene Weduwe met zeven kinderen.
I, h UIA
HE
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O,Ui», franco per post f OySO,
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Sneven franco aan de Uitgevers HERM». COSTER ZOON.
Bij deze Courant behoort een bijblad.
PUBLICATIE
De COMMISSARIS des KONINGS in Noordholland
brengt ter kennis van belanghebbenden datwegens her
stellingen aan de dubbele draaibrug over het Noordhollandseh
Kanaal te Alkmaar, die brug voor bet verkeer zal gesloten
zijn, van en met den 4 tot en met den 11 Juli a.s.;
dat in het verkeer van voetgangers door een pont zal
worden voorzien en dat het overige verkeer over de Scher-
meervlotbrug moet geschieden.
Haarlem, De Commissaris des Konings voornoemd,
29 Juni 1876. ROEL L.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
Dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd
het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen van Nico-
laas Ooes 8f Zoon, tabaksfabriekanten te Alkmaar, om ver
gunning tot het oprigten van eene heete lucht machine tot
het drijven eener kerfbankin het perceel aan den Dijk
hoek der Aehterdam, WijkC, No, 427 en dat op Maan
dag, den 17 Juli 1876, 's namiddags ten een ure, ten
raadhuize gelegenheid wordt gegeven om tegen het oprigten
van die heete lucht machine bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, J. G. A. VERHOEFF, 1. b.,
3 Juli 1876. Be Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat, overeenkomstig art. 17 der wet van 14 September
1866 (Staatsblad No. 138), door hen is herzien en vastge
steld de lijstbevattende de namen der inwoners die in
aanmerking komen voor het verleenen van inkwartiering en
onderhoud van militairen en paarden welke lijst is aange
plakt en ter inzage voor een ieder is nedergelegd ter ge-
nieente-secretarie gedurende 14 dagen na heden. Bezwaren
tegen die lijst kunnen bij hen schriftelijk worden ingediend
binnen eene maand na heden.
Burgemeester en IVethouders voornoemd,
Alkmaar, J. G. A. VERHOEEP, 1. b.
4 Juli 1876. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
SCHUTTER IJ
BURGEMEESTERenWETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de belanghebbenden
Dat de Commissie voor de Schutterij op Donderdag 20
Juli aanstaande, 's namiddags ten 6 ure precies, ten raad-
huize dezer gemeente zitting zal houden tot het beoordeelen
der ligchaamsgebreken en verdere reclames tegen de dienst bij
de schutterijonder opmerking dat alleen bij -persoonlijke op
komst, vrijstelling van die dienst kan verleend worden;
terwijlwanneer vrijstelling voor broederdienst verlangd
wordtbovendien schriftelijke bewijzenter gemeente-se
cretarie aan te vragen, gevorderd worden. Werkelijk dienst-
doende schutters, die vermeenen, wegens ligchaamsgebreken
voor de dienst ongeschikt te zijn en de op advies van den
officier van gezondheid bij de schutterij om gebreken tij
delijk van de dienst vrijgestelde schutters, behooren, om de
vrijstelling te bekomenalsdan voor de gemelde commissie
te verschijnen bij gebreke waarvan hunpe reclames geacht
worden niet te bestaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, J. G. A. VERHOEEE, 1. b.,
5 Juli 1876. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
Dat zij op 4 Juli j.l. gunstig beschikt hebben op het
verzoek van Franciscus Pester, aannemer, te Alkmaar, om
vergunning tot het oprigten van eene smederij in het per
ceel aan den Limmerhoek Wijk D, No. 144.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, J. G. A. VERHOEEP, 1. b„
6 Juli 1876. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDE LIS van ALKMAAR
herinneren bij deze de belanghebbenden
Dat de tot heden gevolgde wijze van aanvoer en plaatsing
van kazen op de groote kaasmarkt alhier voorloopig bestendigd
■wordt. Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
8 Juli 1876. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
VERGADERING van den RAAD der gemeente ALK
MAAR, op Woensdag den 12 Julij 1376, des middags
ten 12 ure. A aniens den Voorzitter van den Baad,
üe Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
P O L I C 1 E.
Ter terugbekoming aan het Commissariaat van Policie
voorhanden het navolgende gevondene alsvijf gouden oor
lelletjes, met roode en zonder steentjeseen ijzeren notenkraker.
Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een
nachtjak.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
over de maanden April, Mei en Juni 1876, verzonden ge
weest naar
Noord-AmericaP. van Eerde, Illinois; Made. A. Planten-
Rolff, Brooklyn.
ZwitserlandJ. C. Gulcher, Montreus.
Van het Hulpkantoor te Birkshorn:
EngelandF. Houtkoper, Falmouth.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
De Sultan van Turkije heerscht over een deel van Europa,
Azie en Afrika met een bevolking van 47 miljoen van dat
reusachtig gebied moet echter vrij wat afgetrokken worden,
als men niet vraagt naar een oppermacht in naam maar naar
een werkelijk bestaand gezag. In Afrika kan men toch
Egypte, met een bevolking van 17 miljoen, veilig buiten
rekening laten. Ismaëlde zoon van Ibrahim Pachadie
sedert 1863 over dat rijk regeert, betaalt nog altijd schat
ting maar heeft achtereenvolgens van de Verhevene Porte
te Konstantinopel het recht verkregen om de troonsopvolging
te vestigen in de rechte mannelijke lijn van zijn geslacht
om den titel van Onderkoning te verwisselen tegen dien van
Khedief (Soeverein), om leger en vloot te vermeerderen en
leeningen te sluiten naar verkiezing en eindelijk om geheel
eigenmachtig handelstraetaten aan te gaan. Van even weinig
beteekenis is het gezag van den Sultan over Tunismet
zijn twee miljoen inwoners. De Bey betaalt zelfs geen
schatting meeren heerscht binnen'slands oppermachtig
maar mag geen oorlog verklaren of vrede sluiten noch grond
gebied afstaan zonder machtiging van den Sultan en is
verplicht in geval van oorlog zijn troepen te zijner beschik
king te stellen.
In Europa zijn de schatplichtige Donau-Vorstendommen
Moldavië en Wallachije sedert 1861 vereenigd onderzien
naam van Roemenië, en is de regeering sedert 1866 erfelijk
in het geslacht van Hohenzollern. Ook deze bevolking van
vier en een half miljoen is dus ook feitelijk en rechtens aan
het gezag van den Sultan ohttrokken. Eindelijk behoort
ook Servië, met één miljoen en drie honderd duizend in
woners, tot de schatplichtige, maar overigens geheel onaf
hankelijke landen.
Serviëdat thans met Turkije in oorlog of tegen Turkije
in opstand is, geraakte reeds in 1389 aan de Turken schat
plichtig en werd in 1459 geheel door hen veroverd en on
derworpen. Gedurende een twintigtal jarenvan 1718 tot
1739 behoorde het tot Oostenrijk, maar daarna kwam het
weer onder de Turken tot den grooten opstand van 1801.
Elf jaren lang voerden de Serviërs een bloedigen strijd,
sedert 1806 door Rusland ondersteund. In 1812 trokken
de Pransehen in Rusland en eischte de Russische Opper
bevelhebber in Serviëals voorwaarde van verdere hulp
dat alle vestingen en versterkingen door Russische troepen
bezeten alle gewapende manschappen onder het onmiddel
lijk bevel van Rusland gesteld zouden worden. De Serviërs
weigerden de eene dienstbaarheid met de andere te verwis
selen maar moestentoen de oorlogna het vertrek van
de Russen, in 1813 op nieuw uitbrak, reeds na vier maan
den den strijd opgeven. De Turken wreekten het hardnek
kig verzet met de grootste wreedheid op de bevolking en
het land was allengs een woestijn gelijk gewonden. De
grondlegger van de tegenwoordige dynastieMilosch Fudo-
rovicz Obrenovitsch kwam in 1815 aan het bestuur, en wist
door beleid uit te werkenwat met geweld te vergeefs was
beproefd. Zonder met Turkije of met Rusland den vrede
te verstoren maakte hij zich langzamerhand onafhankelijk.
In 1827 koos het volk hem tot erfelijk opperhoofd, in den
daarop volgenden oorlog tusschen Rusland en Turkije was
hij de bondgenoot van den Sultanen toen in 1829 de
vrede werd gesloten, werd hij erkend als erfelijk Vorst,
schatplichtig aan de Portedoch overigens geheel zelfstandig.
De nazaat en opvolger van dezen Vorst, MilanIV, heeft
thans aan den Sultan den oorlog verklaard. Reeds aanstonds
vond de opstand in de Herzegowina wannen bijval bij de
bevolking van Servië, en het heeft groote moeite gekost,
de onzijdigheid van dit land tot nog toe te bewaren. Geen
wonder. De opstandelingen behooren tot denzelfden volks
stam belijden dezelfde godsdienst, en koesteren denzelfden
erfelijken haat tegen de Turken. De opstand is nog altijd
niet bedwongen, een vergelijk is nog niet getroffen, be
loften van de Turksche regeering zijn gebleken geenerlei
vertrouwen te verdienengroote mogendheden onthouden
zich van afdoende tussekenkomst, en de gelegenheid schijnt
gunstig om Turkije in het nauw te brengen. Immers ver
keert de geheele staat in den toestand van crisisde Sultan
is onttroond en daaropverrassend spoedig door zelfmoord
omgekomen; een nieuwe Sultan heeft het bestuur aanvaard,
oude staatsbeambten zijn door nieuwe vervangenoveral
vertoonen zich teekenen van onrust en gisting. Misschien
is nu eindelijk de tijd gekomen om de slaven, die onder
de Turksche onderdrukking om de Christenendie onder
ds overheersching der Halve Maan zuchten, door kloekeen
spoedige hulp te bevrijden en zich met elkander te vereeni
gen en machtig te maken en daardoor in staat te stellen
zich ten allen tijde tegen de Porte te handhavenzonder
vreemde hulp, zonder onteerende schuldplichtigheid en hulde
betoon. "Vorst Milan schijnt aan den aandrang van zijn
volk niet langer weerstand te hebben kunnen of willen bie
den en toen hij den beslissenden stap deed, kon Montenegro
onmogelijk achterblijven.
En zoo is een oorlog uitgebroken tusschen de Porte en
zijn oproerige vazallen en weerspannige onderdanen, een
oorlog diewanneer de groote mogendheden onzijdig blij
ven jaren kan durenhet land zal verwoestenmet groote
verbittering en onmenschelijke wreedheid gevoerd zal worden,
het half beschaafde volk weer geheel zal verwilderen en zijn
pas ontluikende welvaart te gronde richten. Zoo klaagt men,
en wat men voorspeltis niet onmogelijkzelfs niet onwaar
schijnlijk. Van dien treurigen toestand en dat nog treuriger
vooruitzicht geeft men de schuld aan den Vorst van Servië»
die eerzuchtige droomen van een groot en machtig rijk zon
voedenof aan het dwaze volk dat zijn eigen welvaart
verwoest door toe te geven aan zijn ouden lust tot een
avontuurlijken oorlog. Dat klinkt alles zeker zeer mensch-
lievend en onbaatzuchtig; maar men zou toch mogen vra
gen als nu de bewoners van de Herzegowinavan Bosnië
of welk deel van het Turksche Rijk ookliever de kans
van een opstand en van een gruwzamen oorlog wagen dan
langer voort te leven onder Turksche overheerschingwat
kunnen wij daartegen hebben En als bij de Serviërs en
Montenegrijnen de natuur sterker is dan de leer, en zij niet
kunnen nalaten hun stam- en geloofsgenooten bij te springen,
welk recht hebben wij om daarover uit ons humeur te zijn
Omdat wij zeiven tevreden zijn met onzen toestanden het
onaangenaam vindendat onze rust wordt verstoord Biedt
het schouwspel van dit aanvaarden van den hachelijksten
strijd ter wille van eigen vrijheid en zelfstandigheid dan
geen enkel lichtpunt aan Menig volkdat thans vrede
en welvaart genietmag zich verheugendat zijn voorou
ders in vroeger eeuw daarvoor niet zijn teruggeschrikt. Of
meent men', dat het Turksche bestuur, alles wel bezien,
toch zoo heel kwaad niet is Dwaasheid is het inderdaad,
daarover te redeneereu en te twisten. Een staat, berustende
op de overheersching van een minderheid, in ras en godsdienst
verschillend van de overheerschte meerderheid, kan op den
duur niet beslaanook al is het bestuur er zoo goed
als het in Turkije ellendig is. Tegen zulk een toestand
komt het gezond verstand in verzeten de mensch is nu
eenmaal zóó geschapendat hij er geen vrede mee kan heb
ben. Daarover mogen wij ons eerder verheugen dan bedroe
ven en al wenschten wij het anders, wij moeten de wereld
en de menschheid nemen zooals zij is.
Maar de geheele opstand is het werk van Rusland be
weert men. Of die bewering gegrond is, blijft vooralsnog
zeer twijfelachtig. Één ding is zeker: de geschiedenis heeft
voldoende bewezendat Montenegrijnen en Serviërs geen
aansporing van buiten noodig hebben om met de Turken te
gaan vechten. Uit hetgeen wij uit de geschiedenis van Ser
vië hebben herinnerd blijkt reedsdat dit volk de Turksche
overheersching haat met een nationalen haat, maar evenzeer
dat het niet verlangt onder Rusland te komen. De politiek
van die Statendie het Turksche Rijk zoo lang mogelijk
willen steunen is een leven bij den dagomdat men den
moed of de kracht, of beide mist, om zich ernstig reken
schap te geven van de toekomst. Het rijk van den Sultan
nadert meer en meer zijn ontbinding. De groote vraag is
waardoor zal het worden vervangen? Een politiek als die
van zekere partij in Engeland, die tot eiken prijs de heer
schappij der Turken wil handhavenis zeker zeer geschikt
om de bevolking van dit ongelukkige land, die nu eenmaal
van die heerschappij niet gediend wil zijntegen wil en
dank in de armen van Rusland te voeren.
De kroonprins en de kroonprinses van Duitschland zijn
den 1 Juli met hunne 5 kinderen te 's Gravenhage aange
komen, waar zij door de Koningin, een adjudant des Ko
nings en tal van autoriteiten aan de station werden opgewacht.
Zij begaven zich onmiddelijk naar Scheveningen. 's Namiddags
brachten de prins en prinses een bezoek aan de Koningin
op het Huis in 't Bosch. Den 2 zijn ook de beide oudste
zonen van den kroonprins uit Kassei te Scheveningen aan
gekomen. De prins en zijne gemalin hebben dien dag het
Mauritshuisden 3 de stad Lelden bezocht. Den 4 brachten
zij een bezoek aan Amsterdam, waar zij de historische ten
toonstelling in het Oudemannenhuis het Trippenhuis en een
paar magazijnen bezichtigden, en bij den duitschen consul-
generaal, den heer Hoyack, een dejeuner gebruikten. Den 5
heeft de kroonprins den Koning op het Loo bezocht. Hij
bezichtigde het gebouw en de tuinen en keerdena een col
lation gebruikt te hebben, naar den Haag terug. Prins
Alexander dejeuneerde bij de kroonprinses te Scheveningen.
De echtgenooten ontmoetten elkander weder ten huize van
den duitschen gezant en dineerden vervolgens bij de Koningin.
Den 6 zijn beide naar Rotterdam vertrokken. Na verschil
lende inrichtingen aldaar bezichtigd te hebbenis de prinses
naar Scheveningen teruggekeerd. De kroonprins is echter
naar Brussel gereisd.
Prins Alexander heeft zich den 6 naar Duitschland, in de
eerste plaats naar Weimar begeven.
Staten-Generaal. De minister van financiën heeft een
nader crediet van ƒ120,000 op zijne begrooting aangevraagd,
om te voorzien in de kosten van aanbouw van woningen voor
de ambtenaren belast met het toezicht over de in- en uit-
klaring van schepen bij de Noordzeesluizen onder Velsen en
aan den Hoek van Holland.
Benoemingen enz. Aan dr. C. Lemcke is, op zijn ver
zoek eervol ontslag verleend als tijdelijk hoogleeraar bij
s Rijks academie van beeldende kunsten te Amsterdam.
Tot hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdkeid aan de
hoogesehool te Groningen is benoemd dr. J. Cramer, predi
kant te Amsterdam.
Spoorwegen. De gemeenteraad van Wageningen heeft
den 3 besloten, adressen te zenden aan den Koning en aan
de beide Kamers, houdende verzoek om op bet besluit be
treffende den spoorweg Amersfoort Nijmegen in zoover
terug te komen dat de lijn iangs Wageningen in plaats
van langs Rhenen gelegd worde.
Marine. Omtrent bet gebeurde op liet ramtorensehip in
de Roode-zee verneemt men nader, dat maar één persoon
aan zonnesteek bezweken en een ander ziek te Aden achter
gelaten isen dat aan schuld van den commandant niet te
denken valt.
Den 5 is op Pijenoord te water gelaten het schroefstoom-
schip 4e. kl. Samarang, bestemd voor de dienst in N. Indie.
De thans 66jarige Jan Hobeinopperstuurman bij de ma
rine, ridder der Mil. Willemsorde en broeder van den Ned.
Leeuwdie in 1831 onder een kogelregen te water sprong,
om zwemmende eene nationale vlag te behouden, die in han
den des vijands dreigde te vallen is den 5 op de meest
eervolle wijze, te Vlissingen uit 's lands dienst ontslagen,
waarbij de heer Sxartcommandant van het wachtschip
een hartelijk woord van afscheid tot bem richtte.
Visscherij. De tweede baringjager is den 4 te Maassluis
binnengekomen met 220de derde den 6 met 370 tonnen
haring. De berichten van de visscherij zijn gunstiger.
Marktwezen. De gemeenteraad van Wieringen heeft
besloten tot instelling eener vrije weekmarkt voor alle zaken
van landbouw en veeteelt, van 1 Mei tot 1 Nov. op woens
dag te houdenen tot afschaffing der van Aug. tot Oct. op
maandag gehouden sckapenmarktwaarvan geen gebruik
gemaakt werd.
De gemeenteraad van Hoorn beeft den 4 besloten eene
afzonderlijke markt voor vee en pluimgedierte in het leven
te roepen, zoodat in het vervolg op donderdag de kaasmarkt,
op vrijdag de veemarkt en op zaterdag de graanmarkt zal
gehouden worden.
Kerkelijke Zaken. Het predikantsberoep der herv. ge
meente te S. Pancras is aangenomen door den eandidaat
P. R. Versteeg.
Peesten. Den 30 is het nieuwe droogdok te Middelburg
feestelijk geopend en het schip Minister Fransenvan de Puiten
daarin gebracht. Torens en huizen waren gevlagd een op
tocht werd gehoudeneen concert in het schuttershof gege
ven en een vuurwerk afgestoken, terwijl onder het spelen
der muziek luchtballons werden opgelaten.
De leden van het te Amsterdam gehouden 30' Landhuis-
houdkundig Congres hebben den 1 Juli een bezoek gebracht
aan de kanaalwerken te Yelsen. 's Avonds is, tot sluiting der
feesteu op het IJ een vuurwerk afgestoken onder hevige
regenbuien.
De utrechtsche feesten zijn den 1 besloten met een bal
in Tiooli, waarin op de beide vorige dagen matinées musi-
eales en concerten waren gegeven door de muziek der gre
nadiers en jagers, van Stump If uit Amsterdam en der guides
uit Brussel.
Een 50tal utrechtsche studenten, Karei den Stoute en zijn
gevolg voorstellendehebben den 2 een bezoek gebracht aan
Zutfenwaar alle openbare en particuliere gebouwen gevlagd
waren. In open rijtuigen trokken zijten aansckouwe van
duizenden, door de stad, en deden hetzelfde eenige uren later,
voorafgegaan door de muziek der rijdende artillerie uit Amers
foort, te Arnhem, waar zij dineerden.
Vervolg der welcelijksche berichten in het bijblad.
Sedert mijne vroegere, opgave mocht ik voor de weduwe
bovengenoemd nog ontvangen: van Mevr. T. B. O. Hoorn
2,79, d' H. Amsterdam 75, Postm. Amsterdam 3,21j-,
C. C. v. Meeteren Gouda 3,07j G. S. Amsterdam ƒ1,95,
K. Purmerend 2,50, B. Apeldoorn ƒ0,80, door üs. Herman
te Baarn van T. ƒ3 en van H. ƒ5, Postm. Rotterdam 2,50,
Ds. Greve Grootsebermer en Ds. Bovenbrugh de Rijp ieder
1, Mevrouw Wineke de Rijp 2,50, Pake postm. de Rijp
12,374 N- N. Utrecht 5, R. K. Kampen 2,50, T. L.
Amsterdam f 3,96, H. Z. Arnhem 10, N. N. kinderkerk
ƒ2,50, postm. Apeldoorn ƒ1,98, H. J. Haarlem ƒ2,50, B B.
Roelofs Kattenburg Amsterdam 1,50, N. N. Zeist ƒ2,50.
Met het vroeger verantwoordde is nu het totaal der ont
vangst 338,90.
Hartelijk dank ook namens de weduweu allenbeken
den en onbekenden. Gij hebt een goed werk verricht. God
zegene u 1
Gaarne_ had ik gewild voor goed de lijst aftesluiten maar
dit mag ik niet. Er is minstens zes honderd gulden noodig,
om de affaire door haar ter hand genomentot die hoogte
te brengendat zij brood geeft voor het talrijke gezin en
mede de kinderen nog eenige opleiding genieten kunnen.
Nogmaals derhalve doe ik een beroep op uwe welbekende
liefdadigheid landgenooten
Gij herinnert het udeze weduwegelijk ook nu wijlen
haren man wasis van fatsoenlijke huize.
Stelt u haar voor in haren zwaren en bitteren strijd. Op
offering op opoffering heeft zij zich getroost en nog. Ei ligt
het niet op uwen weg haar te helpen. Met eene kleine
opoffering onzerzijds kunnen wij haar op haren barden levens-