Do oosiorsclie kwestie. No. 36. Achtenaevcütigste Jaargang. 1876 ZONDAG 3 SEP T E M B E li. Patenten, ©fficicel $$cbcelte> Stedelijk Sluzeiiin. ë&lcfceli jksefte Berichte» Iftultschland, IScIgie. Canada. Vervolg der huitenlandsche berichten in het bijvoegel. ülinstcnEam!. A L k M I A li S II li 0 U IS A i\ T Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prjjs per kwartaal franco per post f <t,S0, afzonderlijke nommers Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM*. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Rij (leze Courant behoort een bijvoegsel. De Patenten, aangevraagd in Mei 1870 kunnen, ter gemeente-secretarie worden afgehaald tot en met Maan dag 11 September 1876. 's namiddags ten 2 ure waarna zij ter beschikking zijn van den Deurwaarder der Rijks belastingen. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1815 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente, dat het kohier van het Pat.entregt over het 1' kwartaal 1870/77, op den 25 Augustus 1876 door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noord holland executoir verklaard, op heden aan den Heer Ont vanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand, op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn, den 28 Augustus 1876. A. MACLA1NE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbenden dat het le suppletoir kohier voor de belasting op de bon den over de dienst van het loopende jaar, door hen op heden voorloopig vastgesteldgedurende 14 dagen na heden op de secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Alkmaar, 29 Aug. 1976. Burgemeester en If elhouders voornoemd, A. MACLAINE PONT. Be Secretaris NUIIOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de ingezetenen dat de gemeentebe- grooting, dienst 1877, heden door hen den gemeenteraad aangebodengedurende de eerstvolgende veertien dagen op de gemeente-secretarie ter lezing is nedergelegd en in af schrift verkrijgbaar is tegen betaling der kosten. Burgemeester en ff et houders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 30 Aug. 1876. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat de gemeenteraad in zijne vergadering van 30 Augus tus 1876 benoemd heeft tot lid der vaste commissie van financiën den heer C. Bosman, tot het einde van dit jaar, in vervanging van den heer H. van den Berg, overleden. Burgemeester en tP ethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT, 1 Sept. 1876. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR, Gelet op de moeijelijkhedeu, ten vorigenjare ontstaan door het drijven van vee naar de markt op Maandag na kermis dat schade veroorzaakte aan hier en daar nog uitgestalde goederen Brengen ter algemeene kennisdat Zondag 3 September 1876 de laatste dag der kermis is, zoodat zij, die hunne uit gestalde goederen niet opgeruimd hebben op Maandag 4 Sep tember 1876, aan zich zeiven tc wijten zullen hebben de schade, door het drijven van vee naar de markt daaraan toegebragt wordende en geene aanspraak op vergoeding dier schade zullen kunnen maken zijnde aan de gemeente- politie opgedragen de behulpzame hand te bieden aan de landlieden, wanneer zij in den aanvoer van hun vee bemoeije- lijkt mogten worden. Burgemeester en W ethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 2 Sept. 1876. Be Secretaris NUHOUT van der VEEN. Voor de personendie kaarten bekomen hebben voor kos- telooze bezichtiging op Zondag3 September, worden de localen opengesteld van 1 tot 4 in plaats van tot 3 uren. P O L I C 1 E. Ter terugbekoniing aan het Commissariaat van Polieie voorhanden het navolgende gevondene, alseen nieuw hand karretje een portefeuille, een paar handschoenen, een huissleu tel een blauwe broche, drie zakken met gerst1, een pak kaas- dekken. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een portemomaie met eenig geld. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn, verzonden over de le. helft der maand Augustus 1876. Heermans, Mej. C. HenderiksE. J. W. Jullens, Am sterdam; Veen, EnkhuizenC. Wannee, 's Gravenhage J. Weiman, Langendijk; P. Kerkhof, Schermer; G. Hersner, P urmeren d. Van bet hulpkantoor te Midwoud Jitsche LeenstraAmsterdam. Briefkaart, K. ScheuteAmsterdam, Die over den algemeenen politieken toestand der beschaafds wereld wil schrijvenkan moeilijk over iets anders handelen dan over den Servischen oorlog en de Turksche gruwelen. Niet alleen ontbreken andere belangrijke gebeurtenissen die stof voor beschouwing zouden kunnen gevenmaar wat daar in het oosten gebeurd is en nog gebeurt, is zoo ontzettend ernstigdat al het andere daarbij te nietig en van te luttel belang schijntom er bij stil te staan. De Amerikaansche consul-generaa! te Konstantinopelde heer Schuyler, heeft zijn verslag aan den gezant zijner re geering voltooidhij heeft de streken bezochtwaar het vruchtbare en goed bebouwde land tot een woestenij is ge maakt, waar van liefelijke dorpen niets meer is overgebleven dan hoopen rookend painwaar van welvarende steden van 8000 inwoners geen enkel buis is blijven staan, waar de kerken en de talrijke scholen door de in welvaart en be schaving toenemende bevolking uit eigen vrijwillige bijdragen gesticht, met den grond zijn gelijk gemaakt, waar de rot tende lijken liggen van duizenden met uitgezochte wreedheid vermoordelevend verbrande of langzaam gebradenjnannen, vrouwen en kinderenhonderden lijken van vooraf onteerde meisjes op één hoopnog kenbaar aan de lange tressen haar. De man die dit tafereel van naamloozen jammer en ellende met noodzakelijk geworden onmeedoogendheid onder de oogen der beschaafde wereld brengtbevestigt volkomen alle vroe gere berichten die door de kardhoorende en rustlietende zelfzucht bij voorraad overdreven werden genoemd. Het lezen van zijn verslag is een ware zedelijke marteling voor allen wien de daling der Turksche of Oostenrijksche effecten niet meer ter harte gaat dan het onuitsprekelijk lijden van duizend natuurgenooten. De ontzettende eentoonigheid van zijn verslag is een pijnbank voor den lezer, en de statistieke nauwkeurigheid en plichtmatige volledigheid stellen zijn ze nuwen op een zware proef. Het kost moeite de lezing ten einde te brengen. Altijd en overal, branden, verwoesten, pijnigen onteeren vermoorden. Alleen de cijfers zijn ver schillend bier eenige honderdendaar eenige duizenden. Een enkele maal brengt daarenboven een uitgezochte mar teldood bet levend verbrandenbet braden voor een groot vuur of het spietsen, een kleine afwisseling. Wel mocht de steller ons waarschuwend toeroepen: ik schrijf niet voor kin deren en jonge meisjes, maar voor mannen en vrouwen; hij had er bij kunnen voegendie koelbloedigheid en wils kracht genoeg bezitten om de naakte waarheid te zien. En wat heeft al die gruwelen uitgelokt F Een zwakke poging in een drie- of viertal dorpentoen de opstand in de Herzegowina uitbrakom evenzoo in verzet te komen tegen het ruwe geweld der Turksche overbeerscking. Maar de Bulgaren zalvenis beweerdhebben bet voorbeeld van wreedheid en onmenschelijkheid gegeven. De heer Schuyler heeft ook daarna onderzoek gedaan. Hij heeft de Turksche ambtenaren uitgenoodigd hem te willen opgevenwelke wreedheden de Bulgaren dan toch gepleegd haddenwaar wanneer en aan wie; maar men kon aan zijn verzoek niet voldoenbet bleef bij algemeeneonbepaalde verklaringen. Als bij uitzonderingen bepaalde feiten genoemd werden bleek bet. dat men ze eenvoudig verzonnen bad. Een pacba deelde hem mede, dat de Bulgaren de vrouw en de dochter van zekeren Turksclien ambtenaar hadden vermoord, doch bij onderzoek bleek, dat de vrouw zich redelijk welvarend bevindtmaar zich nooit in het bezit van eene dochter heeft mogen verheugen. De consul-generaal aarzelt dan ook niet, in zijn officieel verslag het rapport van den Turkscheu eom- saris Edib-Effendiwaarin de Bulgaren van verschillende misdrijven beschuldigd worden, een samenweefsel van leugens te noemen. Intusschen wordt de oorlog tussclien de Turken en de Serviërs en Montenegrijnen met onverpoosde hardnekkigheid voortgezet. De Serviërs zijn er niet in geslaagd Turkije binnen te dringen en wat daarvan het zeer waarschijnlijk gevolg zou geweest zijn een algemeenen opstand der Christenbevolking uit te lokken. Evenmin mocht het den Turken gelukken den tegenstand der Serviërs te overwinnen en wat daarvan het niet minder waarschijnlijk gevolg zou zijn bun land zooveel mogelijk te verwoesten en uit te moorden. Dagen achtereen woedt reeds de strijd aan de grenzen, en nog altijd is de uitslag onbeslist. Inmiddels heeft, de Servische regeeringnaar bet schijnt op een oogen- bliktoen de krijgskans voor haar interest hachelijk stond bezwijkende voor de sterke pressie die op baar wordt uit geoefend de bemiddeling der mogendheden in 't belang van bet herstel van den vrede ingeroepen. Aan die uitnoodiging is natuurlijk aanstonds gevolg gegeven. Tot nog toe hebben wij nog niets van eenigen uitslag dezer onderhandelingen vernomen. Beide partijen zetten den strijd voortin de hoop van bij de vredesonderhandelingen zich in de voordeeligste positie te bevinden en de beste voorwaarden te kunnen bedingen. Bekooren wij ons over deze bemoeiingen tot herstel van den vrede te verbeugen F Sommigen begrijpen nietdat dit een vraag kan wezen. Wie zou zich niet verblijden in bet vooruitzicht op het ^eindigen van bet dageiijkscli bloedver gieten 't Is voor de Serv'iërs en Montenegrijnen toch een hopelooze oorlog. Al mogen zij de Turken aan hunne gren zen staande kunnen houdener valt niet aan te denken dat zij van de verdediging op nieuw tot den aanval overgaande, de Turken in hun eigen land in hot nauw zouden kunnen brengen en bun de vredesvoorwaarden voorschrijven- Wie zegt dat F Wie is de profeet die deze dingen met zooveel zekerheid kan voorspellen? Stond onze strijd tegen Spanje aanvankelijk schijnbaar minder hopeloos? Of bood misschien, om ons tot nieuwer lijden en tot Turkije zelf te bepalen, de Grieksche opstand in de eerste jaren gunstiger kansen aan F Indien het eens waar was, dat in Albanië en Epirus en op Kandia opstanden dreigen uit te barstenzou dan de zaak niet spoedig een geheel ander aanzien kunnen krijgen F Dat zou bloed kostenongetwijfeld en menigmaal zouden wij verslagen en berichten moeten lezen die ons doen verbleeken van ontzettingmaar er schijnt nu eenmaal voor de volken geen andere weg tot de vrijheid en de zegeningen des vredes en der beschaving te bestaan dan de oude weg vun bloed en tranen. Dat er daarom nog meer bloed vergoten zou worden komt ons minder verschrikkelijk voor, dan dat al de ellende waarvan wij de bijzonderheden nauwelijks wagen te lezen, te vergeefs zon zijn geleden. Wij zijn bet nog altijd eens met ben die bewerendat onderdrukte volken van hun eigen volharding bun bevrijding moeten verwachten, en gelooven nog steeds een geloof dat trouwens door de uit komst niet is gelogenstraftdat lord Byron den Grieken een goeden raad heeft gegeven toen bij ben verhiaande geen verlossing te hopen van de bemoeiingen van Moskou of Parijsmaar van hun eigen rechter arm en zich te berinneren wat hun vaderen bij Marathon en Tkermopole hebben gedaan. Met welke ongenadige geeselslagen zou Byronindien bij leefdezijn landgenooten de schande doen gevoelendat hun regeering bekend staat ais de beste bondgenoot van deze Turkenals de mogendheid die hun haar zedelijken steun verleent. Maar ook thans weet het beter gevoel bij het Britsche volk zich te doen boorenen barst de verontwaar diging los boven het sussend gemompel van een ffauwe, zelfzuchtige en daarenboven zesr bekrompen en kortzichtige staatkunde. Die volksstem kan niet anders dan een heilzamen invloed uitoefenen op Engelands houding bij de beraadsla gingen der mogendheden. En toch durven wij van die vreemde tusschenkomst niet veel verwachten. Aan den oorlog kunnen zij waarsebijnlijk een eind maken; maar wat zullen zij doen om aan de Turksche heerschappij in Europa een eind te maken? En dat zal toch noodig zijn. Of zal men zich alweer tevreden stellen met beloften van hervormingen met toekenning van rechten aan alle onderdanen van de Verhevene Porte en hun gelijkstelling voor de wet? Wij zijn niet zonder vrees dat men op nieuw onder groot vertoon en een stroom van schoone woorden Europa op zulk een treurig guicbelspel zal onthalen, en daarom weten wij nog nietof wij het niet wenscbelijk moesten achtenin plaats van de berichten omtrent vredesonder handelingen tijdingen te vernemen van een oorlogsverkla ring van Griekenland en van Roemenie en van een algemeenen opstand der Christenbevolking in verschillende deelen van dit tot den ondergang gedoemde rijk. Als wij ons berinneren hoe ernstig en dreigend sommige Europeesche mogendheden zich weleer uitlieten over de onderdrukking van Oostenrijk in Noord-Italië, over het wanbestuur in Napels en Toskane, over oplichting aan den jongen Mortaraen hoe zij deze zaken gevaarlijk noemden voor de rust van Europaen wij zien dan hoe rustighoe vredelievend en welwillend na al het gebeurde de houding der diplomatie blijft tegenover Turkijedan durven wij waarlijk van haar bemoeiingen geen uitkomsten verwachtendie eenigzins op een oplossing ge lijken van de onzes inziens onoverkomelijke bezwaren van een Turksch bestuur. De eenige doeltreffende oplossing achten wij de oplossing van het Turksche Rijk in Europa opdat, gelijk Vondel reeds voor meer dan twee eeuwen bad, Opdat die bloedhondyeders vlcek Met ingetrokken slaert Gelijk een rekel Mecka zoeck, En aen zjjn' eigen -haerd In eenen on verlichten hoeck Zich uitstrek' naer zijn' lust En laet Europe in rust. Het te Gotha gehouden congres der sociaal-democraten is met een drievoudig „Leven de proletariërs van alle landen!" geëindigd. Bij de aanstaande verkiezingen voor den Rijks dag vestigt de partij het oog op 37 zetels in het Parlement, die zij veroveren wilen voor dat doel worden 145 „agita tors" aan het werk gezet en 40,000 mark beschikbaar gesteld. De tot dusver bestaande organen der twee fractiën, de Volks- staat en de Neue Social Democratworden samengesmolten tot een centraal orgaan der vereenigde partij onder redactie van Basenclever en Liebknechtdie daarvoor een tractement elk van 195 mark per maand ontvangen. De zetel van het hoofdbestuur zal te Hamburg, die van de oommissie van toezicht te Berlijn gevestigd zijn. De voorzitters van deze twee lichamen Hartmann en Parschontvangen elk 45 mark per maand, de secretarissen Bevost en Auer) elk 1800 mark per jaar, en de penningmeester Geib 105 mark per maand. Pruisen. De werklieden, die zieh vroeger naar de steden begeven hebbenzijn, bij gebrek aan werk aldaar, naar het platteland teruggekeerdten gevolge waarvan de loonen ge daald zijn en aan handenarbeid boven machines, b.v. bij bet maaien en dorscbeu, de voorkeur gegeven wordt. Het werkvolk is veel gezeggelijker dan in de laatste jaren en liet, verbreken van overeenkomsten komt aanmerkelijk minder voor. Pastoor Prinz te Hecken-Münster beeft aan den landraad Aldringer te Wittlich bericht, dat hij van zijne staatsbezol- diging afstand doet zoolang zijne ambtsbroeders die niet ont vangen en zulks om een einde te maken aan de opruiingen en de ergernis verwekkende geruchten in de nabuurschap en aan de tweedracht in zijne gemeenteaangezien verscheidene gemeenteleden zijne godsdienstoefeningen niet meer bezoeken, maar zich naar elders begeven. De pastoor te Marpingen een schrijven aan een kerkelijk blad gericht hebbende waarin aankondiging werd gedaan van verschijningen der H.Maagd aan kinderen en van te dier plaatste gebeurde genezingenheeft de landraad van Merzig eene bekendmaking uitgevaardigdwaarin bij gevangenneming bedreigt tegen ieder wie zonder schriftelijke vergunning van den burgemeester op de zoogenaamde „plek der genade" gevonden wordt. De opperpresident der Rijnprovincie heeft bekend ge maakt, dat, aangezien bet domkapittel van Keulen geen gevolg heeft gegeven aan de uitnoodiging om wegens de afzetting van dr. Melcherseen beheerder van het aartsbisdom te verkiezen, daartoe door den minister van eeredienst de heer Sjchuppelid van het consistorie van Breslan als regeerings- commissaris is aangewezenmet Keulen tot residentie. Bremen. Waarschijnlijk met den aardappelen-voorraad van een te Bremerhaven aangekomen en gelost hebbend nieuw-yorkscb vaartuig, is de bekende Colorado-kever inge voerd. Er zijn onverwijld gestrenge maatregelen genomen om verder nadeel te voorkomen. De leden van het 15e. Nederlandsck Taal- en Letterkun dig Congres zijn den 27 te Brussel door den burgemeester Anspach en vervolgens door den vertegenwoordiger der re geering den lieer Belcroix verwelkomd nadat zij door de regelingseommissie en de brusselsche ledenbenevens al de vlaamsche vereenigingen der hoofdstadin optocht van de station gebaald waren. Dr. Hanau beantwoordde den bur gemeester, 't welk ook geschiedde door den heer de Jonge v. Ellemeetvan Middelburg, uit naam zijner landgenooten. 's Avonds werden de voornaamste leden van het congres ten hove ontvangen en werd een „raoüt" ten stadshuize ge geven. Den 28 zijn de werkzaamheden van het congres aangevangenmet 300 leden, 's Avonds werden in het Palais Dueal doof 300 koorzangers en een drietal solisten een gedeelte van het oratorium „de Schelde," van Hiel en Benoiten de cantate „Jacob van Artevelde," van Bestan- berg en Gevaertvoor de congresleden ten gehoore gebracht. De koninglijke familie was daarbij tegenwoordig. Britsch-Columbia beeft een ultimatum gezonden aan den gouverneur van Canada waarin gedreigd wordt uit den Sta tenbond te treden, indien de door lord Carnarvon voorge stelde schikking niet wordt uitgevoerd. Deze schikking was in de plaats gesteld van den in 1871, ten prijs der toe treding tot den Bond, beloofden maar wegens finaneiëele en andere moeilijkheden niet aangevangen canadaschen Paci- fic-spoorwegmaar het Parlement van den Bond weigerde haar aan te nemenalleen bereid zijnde tot eene uitkeering van 250.000 als afkoopsom van alle aanspraken op den spoorweg. Aan den maaltijd der oud-strijders van 1830-31 te Dordrecht beeft jr. Mock, van 's Gravenhage, zich in een toast vrij scherp uitgelaten over den prins vOranje, met name over diens gedurig verblijf in bet buitenland zonder zich met de zaken der regeering vertrouwd te maken. Terwijl de bladen strijd voeren over het al of niet gepaste van deze handelwijze, heeft prins Alexander zijn abonnement op het haagsche Dag blad opgezegdomdat bet den toast bad opgenomen. Staten-Generaal. Bij de 2« Kamer is aen wetsontwerp ingediend, waarbij, in overeenstemming met de regeeringen van andere Statenmaatregelen worden voorgedragen ter voorkoming van de uitputting der robbenvangst. Onderwijs. De gemeenteraad van Harlingen heeft be sloten tot kostelooze toelating van leerlingen op de koogere burgerschoolwier ouders onvermogend zijn het schoolgeld te betalenen in verband hiermede verworpen het voorstel der commissie van toezicht om het schoolgeld van f 40 tot 30 te verlagen. De gemeenteraad van 's Gravenhage heeftmet verwerping van het afwijzend praeadvies van B. en W., in beginsel be sloten tot kostelooze plaatsing van onvermogende jongelieden op de inrichtingen van middelbaar onderwijs. Feesten. De boog- en buksschutterij Claudius Civilis te Arasterdam beeft den 25, 26 en 27 haar 25jarig bestaan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1876 | | pagina 1