- - Groolc Koemarkt te Alkmaar, No. 46. Achtende veiiligste Jaargang. 1876 ZONDAG 12 NOVEMBER. 2x2 4, Provincie Noordholland. Het driejarig- onderhoud van de haven Beoos ten het Oude Schild op Texelloopende vau 1 Januari 1877 tot 31 December 1S70. PROVINCIE NOORDIIOLLAND AANRESTEDING. NUHOUT van der VEEN. Woensdag 33 November iSSö. iflavkl- e« ficucabKvichlKu. Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal O,SS, franco per post 9,80, afzonderlijke nwnmers S Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 1—5 regels f 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een Bijblad. AANBESTEDING. Op Donderdag, den 23 November 1-876, des namiddags te half' drie urenzalaan het locaal van het Provinciaal Bestuur van Aoordholland te Haarlem, bij enkele inschrijving worden aanbesteed De bestekken zijn, tegen betaling van 20 cents per exem plaar, verkrijgbaar aan het locaal van het Provinciaal Bestuur voornoemd, aan het bureau voor buitenlandsche paspoorten op den O. Z. Achterburgwal tegenover het Walepleintje te Amsterdam, en ter secretarie van de gemeente Texel. Nadere inlichtingen kunnen worden verkregen bij den Hoofdingenieur van den Waterstaat te Haarlem, bij den In genieur J. M. F. Wellan te Alkmaar en bij den opzichter IC. Ph. de Kruy/f te Helder. Op Donderdag, den 23 November 1876, des namiddags te hat* drie urenzalonder nadere goedkeuringaan het locaal van het Provinciaal Bestuur te Haarlemnamens en voor rekening van de besturen der bierna te noemen gemeenten, worden overgegaan tot de aanbesteding van het bouwen van eene school en het inrichten van een gebouw voor onderwijzerswoning te Krommenie, en het bouwen van eene school en het verbeteren van de ondarwijzerswoning te Graft. De aanbesteding zal plaats hebben bij enkele inschrijving ingevolge art. 23 der bestekken. Ieder bestek met de teekeningen istegen betaling van Een Gulden, te verkrijgen aan het locaal van bet Provinciaal Bestuur voornoemdaan bet bureau voor buitenlandsche paspoorten gevestigd in het raadhuis te Amsterdam, en aan de gemeente-secretarieën van Rrommenie en Graft, voor zoo veel het bestek die gemeenten aangaat. Gegadigden worden er aan herinnerddat de biljetten van inschrijving uiterlijk vóór drie uren des namiddags van den dag. die de besteding voorafgaatin de Bus moeten gestoken zijn zoo als art. 68 441 der algemeene voorschriften bepaalt. Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij de Burgemeesters der gemeenten Krommenie en Graftvoor zooveel ieder der genoemde werken aangaat, en bij de ontwerpers der bestekken (van bet werk te Krommenie) den lieer F. Krieger, (van het werk te Graft) den heer T. C. van der Slerr, Provinciale Opzichters van den Waterstaat, respectievelijk te Alkmaar en te Hoorn. He aanwijzing in loce zal geschieden te Krommenie op Za terdag en te Graft op Maandag vdór de besteding. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengennaar aanleiding van art. 11 van het reglement be treffende de Kamers van Koophandel en Eabrieken, vastge steld bij K.K. besluit van 9 November 1851 (Staatsblad No- 142), ter kennis van de belanghebbenden: dat op Donderdag 16 November 1876, des morgens van 10 tot 1 ureten raadhuize dezer gemeentede verkiezing zal plaats hebben van drie leden voor de Kamer van Koop handel en Fabrieken alhier, in vervanging van de met ultimo December e.k. periodiek aftredende leden terwijl de vastgestelde lijst van kiesgeregtigden van af heden ter gemeente-secretarievan des morgens 9 tot des namiddags 2 ure, ter inzage voor de belanghebbenden is nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar A. MACLAINE PONT. 10 Oct. 1876. He Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat zijnaar aanleiding van het bij de behandeling der gemeente-begrooting voor 1877 aangenomen beginsel «om net aan de gemeente behoorende gebouw aan de Oudegracht, wijk D, n°. 332, gebruikt wor dende bij bet burg. armbestuur tot, turfschuur voor de arme- te verkoopen hedeu den Raad ter vaststelling hebben aan geboden: a. een ontwerp-besluit, waarbij dat, gebouw verklaard wordt niet meer ter openbare dienst bestemd te zijn; b. een ontwerp-besluit voor den openbaren verkoop van dat. gebouw; kunnende zijdie bezwaar mogten hebben tegen de onttrek king daarvan aan de publieke dieust, zich te dier zake tot den Gemeenteraad wenden vódr 15 November 1876. Burgemeester en ff'ethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 3 November 1876. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbendendat de Gemeente raad bij de behandeling der gemeentebegrooting voor 1877, besloten heeft tot het bestraten van de Laat, van de Choor- straat tot de Kapelsteegdat, ben wenschelijk ister voor- kommer van het opbreken dier straal, kort nadat zij gelegd is, vódr den aanvang dier bestrating de daarin gelegen riolen, welke niet in voldoenden staat verkeeren en heistelling be hoeven te herstellen; dat zij hen daarom uitnoodigenzoo spoedig mogelijk tot die herstel ing overiegaan. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 6 Nov, 1876. Be Secretaris P O L I C 1 E. Aan bet bureau aldaar zijn inlichtingen te bekomen omtrent een blauwbonte koeeen portemonnaieeen ijzeren waterketel en een grauw paardendek. Onthoud u van de toepassing van Westersche begrippen op Oostersche toestandenontzie de eeuwen-oude gebruiken en instellingen van den Javaan, eerbiedig de adat. Zoo luidde steeds en zoo luidt nog de gemoedelijke raad van den kolonialen conservatief tegen wat bij noemt de revolutionaire maatregelen en de sloopingspolitiek der liberalen. Ook wan neer het grondbezit van den Javaan ter sprake kwam, beriep men zich op de oude instellingen, waaraan de Javaan gehecht isen die de grondslagen uitmaken der Indische maat schappijen verkondigde, als een feit, dat alleen de onkun dige of de kwaadwillige kon betwistendat gemeenschappe lijk landbezit van de gezamenlijke bewoners der dessa's op Java de natuurlijke toestand is, zooals die zich in den loop der tijden overeenkomstig de eischen der samenleving en de begrippen des volks had gevormd. Dien toestand" vooral moest men eerbiedigeu. Werd hij al niet overal op Java aangetroffendan had men met uitzonderingenmet afwij kingen van den regel te doen, die men moest toeschrijven aan noodlottige hinderpalen, schadelijke invloeden, inmen gingen van vreemdelingen van Europeanen. Het gemeen schappelijk grondbezit te vervangen door individueel bezit, zou hetzelfde zijn als den Javaau een ongeweuschtenhem geheel vreemden maatschappelijken toestand opdringen en hem overleveren aan armoede en gebrek. Van liberale zijde werd in alle opzichten bet tegendeel beweerd. Individueel bezit, zeide men, is op Java inheemsch, en wordt door den Javaanoveral waar hij werkelijk vrij is in zijn keus, gewenscht en gezocht,. Particulier grondbezit zal zijn ontwikkeling en zijn welvaart grootehjks bevorderen. Treft men het op Java niet overal als regelmaar hier en daar als uitzondering aandan moet dit toegeschreven wor den aan den in dit opzicht zeker zeer keilloozen invloed van het eultuursteldat groot belang had bij bet gemeen- scttappelijk grondbezit, omdat het vrije beschikking noodig had over een deel der gemeenschappelijke dessa-gronden Men wees et\op, dat, waar de gedwongen cultuur was in gevoerd het individueel grondbezit bijna geheel was verdwe nen. In sommige streken scheen zelfs het, gemeenschappelijk bezit der dessa (gemeente) niet voldoende, en had men liet uitgebreid tot een gemeenschappelijk bezit van geheele dis tricten. Zoo hadden de dessa- en districtshoofden vrije be schikking over bijna alle landen en nten had ze immers noo dig voor de culturesToch hadden mannenwier meening groot gezag had het bestaan van het individueel bezit op Java erkend en het wenschelijk genoemd daarenboven. Van den Bosch had reeds in 1834 geschreven„Het recht van den Souverein strekt zich niet verder uit dan tot het heffen van het aandeel dat hem volgens de adat toekomt, ot tot het' bezwaren van den bezitter met een op nbare dienst, aan de verschuldigde schatting geëvenredigd. Voor het overige gaan de gronden op de leden der familie van den eigenaar over; zij verkoopen of verhuren die onderling volgens de adat, en deze gebruiken bestaan nog overal waar dezelve niet door de willekeurige bemoeienissen van de Europeanen met, de huishoudelijke aangelegenheden van den inlander zijn vervallen." En waar het gemeenschappelijk bezit bestond daar had ook J. C. Baud het gaarne door individueel bezit zien vervangen. „Een maatschappelijke hervorming", schreef hij in 1840, „waaronder elk Javaan eigenaar worden zou van het rijstveld, hetwelk hij thans in gebruik of in erfpacht heeft, zou ik in de toekomst met welgevallen kunnen tege moet zien". Zoo meende dan ook de heer Eransen van "de Putte in 1865 dat een goede staatkunde medebracht, „den overgang van gemeenschappelijken t,ot individueelen grond eigendom zooveel dit met eerbiediging van ieders rechten geschieden kante bevorderen", en in het destijds door hem ingediende ontwerp eener cultuurwet werd daarom bepaald dat, de gemeenschappelijke dessa- of gemeentegronden tus- sclten de rechthebbenden zouden worden verdeeldzoodra de meerderheid van hen het verlangde. In die verdeeling zouden niet, begrepen zijn de grondenwaarvan het bezit behoort verbonden te blijven aan de waarneming van betrek kingen bij het bestuur der gemeente, noch de gronden die tot gemeene weide bestemd worden, of waarvan de opbrengst moest strekken tot onderhoud van scholenbegraafplaatsen of inrichtingen ten algemeenen nuttetenzij op uitdrukkelijk verzoek der gemeente door den Gouverneur-Generaal tot die verdeeling bijzondere machtiging werd verleend. Het ontwerp van den heer van de Putte is geeu wet ge worden. Voor die ramp zijn Indië en Nederland gelukkig bewaard gebleven, getuigden de koloniale conservatieven met dankbaar gemoed. De kwestie van het landbezit bleef echter aan de orde. Wat is op Java de regelmatige, de natuurlijke toestand: gemeenschappelijk of individueel bezit,P bleef men vragenen waarbij bevindt zich de bevolking het best Toen voor twee jaren de berichten omtrent de ver wisseling van gemeenschappelijk in individueel' bezit zich vermenigvuldigdenwerd op sterken aandrang van conser vatieve zijde door den Minister van Koloniën per telegram bevel gezonden tot staking van de dienstreis van den Alge meenen Secretarisaan wiens tusschenkomst men de voor liefde voor het individueel bezit toeschreef. De regeering zeide men, moest zich van alle tusscüenkomst onthouden mocht geenerlei invloed doen gelden maar zich volkomen onpartijdig houden. Geen medewerking tot een maatregel die Java ten ondergang zou voeren, en waartoe de Javaan liet men hem inderdaad vrij wel nimmer zou overgaan. De toenmalige Minister van Koloniën is door een ander ver vangen maar nog altijd is hetzelfde ministerie aan het be wind dat bij zijn optreden „remmen in Indië" tot, leus had. Nu werd in de zitting der Tweede Kamer van 27 October 11. aan den tegenwoordigeu Minister van Kolomen de vraag ge daan of de regeering zich verzet tegen het individueel grond bezit en daarop werd door dien bewindsman geantwoord „Die vraag beantwoord ik in vollen zin ontkennend. De regeering is volkomen overtuigd dat het individueel bezit den inlander op een beteren voet zal brengen, en dat dus het induvidueele landbezit, ook op Javawenschelijk is." Her haaldelijk en zoo beslist mogelijk liet, de Minister zich vervol gens over de?e zaak uit.,, Dit staat vast" zeide hij, „dat overal waar op Java communaal bezit bestaat, dit kan worden be schouwd als een abnormale toestand en de conclusie, waar toe men bij liet onderzoek is gekomen, is deze dat overal waar een normale toestand in het leven getreden isook in- duvidueel grondbezit, bestaat." En nog eens: „Individueel bezitdit is geconstateerd was eigenlijk op Java de oor spronkelijke toestandmaar nadat de heerên- en cultuur- diensten en vooral de suikercultuur er zijn ingevoerdis door sommige residenten zij worden genoemd in het rap port het communaal grondbezit ingevoerd geworden. Het bestond nietmaar het is van regeeringswege tot stand ge bracht en bet, zal zich weder oplossen naar mate die cul tuur- en heerendiensten afgeschaft, worden." En eindelijk „Nu zegt i en, dat men de zaak niet moet overlaten aan de deelgerecktigden zeiven. Ik geloof dat men dit gerust kan doen. Zoodra de oorzaak van de kwaal weggenomen zal zijnzal zij ook wel genezen. Ieder inlander zal dan begrijpendatwanneer hij eigenaar is van een afzonderlijk stuk grond, zijn maatschappelijke toestand beter zal wezen, dan wanneer hij het grondbezit deelen moet met zijne des- sagenooten. Daarover is dan ookzoo ik meen op Java geen kwestie meer." Daarover is op Java geen kwestie meer. Zoo is dan door een lid van een conservatief ministerie de waarheidde onbetwiste en onbetwistbare waarheid erkend van hetgeen jaren lang werd voorgesteld als een valsehe theorie, een Westersch begrip, een verzinsel om de sloo- perspolitiek te kunnen invoeren en den Javaan van zijn grond te kunnen berooven. Geen kwestie meer. Wat men steeds had ontkendwordt, voorgesteld als een feit, door een naauw- keurig en opzettelijk onderzoek gestaafd, door niemand in Indië meer betwist. Wat men als de grootste ramp voor J ava had voorgesteldverklaart deze Minister een zegen te achten. Wat wonder, dat de geheele conservatieve partij tegen den Minister in opstand is gekomen endaarna zijDe verklaringen rustig overwegende en al het gewicht er van steeds levendiger beseffendemet ongeduld verlangt te we ten, of hier nog misverstand mogelijk is, dan wel of zij in dezen Minister een onverbiddelijken tegenstander moet be strijden- Een drenkeling klemt zich aan een stroohalm vast. Deze waarheid verklaarthoe bet mogelijk isdat men nog nadere inlichtingen verlangt. Immers de woorden van den Minister zijn zoo duidelijkzoo ondubbelzinnigdat zij inderdaad elke toelichting kunnen ontberen. Ja maar, zal men zeggen, ja maar de Minister heeft toch ook gezegd, dat de regeering zich van alle tusschenkomst behoort te onthoudenen de zaak haar natuurlijken loop moet laten. Hij heeft daarbij gewezen op een schier onoverkomelijken hinderpaal tegen den overgang van het gemeenschappelijk in individueel bezit een hinderpaaldie in menige dessa de bevolking terug houdt of zelfs op haar eenmaal uitgesproken wensch tot ver deeling der dessa-gronden doet terugkomen. In den regel brengt namelijk grondbezit heerendienstplichtigheid mee. Be slaat er nu in een dessa gemeenschappelijk grondbezit, dan is ook de geheele manlijke bevolking verplicht tot het vervul len van de heerendiensten mede te werkenen elke nieuwe inwoner krijgt aandeel in den gemeenschappelijken grond maar moet daarentegen ook zijn deel dragen in de heenen diensten. Wordt de gemeenschappelijke grond verdeeld, dan komen de cultuur- en lieerendienslen uitsluitend ten laste van de grondbezitters. Daarenboven zijn de vrouwen en kinderenook al worden zij door erfopvolging eigenaren van een st.uk grond van deze diensten vrijgesteldde druk komt alzoo ten laste van weinigen en wordt te zwaar. Daarom zal op vele plaatsen net gemeenschappelijk grondbezit door de bevolking worden gehandhaafdwanneer altüans dit, be zwaar niet wordt uit den weg geruimd. Maar ook in dit opzicht zijn de mededëelingen van den Minisl er voor den te genstander van het individueel grondbezit niet zeer gerust stellend. Want wel meende hij dat alles aan de deelgercch- tigden zeiven moest worden overgelaten en dat de tusschen komst der regeering onnoodig wasmaar onder zekere voorwaarde. „Die tusschenkomst acht ik onnoodig," zeide hij„wanneer slechts de belemmeringen, die bet individueel bezit tegenhouden, opgeheven worden. En wanneer men mij vraagt, of grondbezit en heerend ienstplichtigbeid van elkander kunnen losgemaakt worden, of heerendiensten moeten worden losgemaakt van den grondof de landrente moet zijn een reëel statuut dan antwoord ikal deze onderwerpen zijn in behandeling in Indië, de adviezen zullen daarover inkomen, en ik acht mij niet gerechtigd daarop overuit te loopen." Z. M. heeftop verzoekeervol ontslag verleend aan dr B. Huid als officier ran gezondheid 2". kl. bij de d. d schut terij alhier,, en in zijne plaats benoemd dr. J Ch. M. Simon Thomas üp Donderdag aanst., van 10 tot 1 uur, zal de ver kiezing plaats hebben van 3 leden voor de kamer van koop handel in plaats van de aftredende heeren G. Jvan Leeu wen H. J. Conijn en C. Bosman. De tweeue algemeene vergadering der Verteniging tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwartier, den 1 Nov. in „de Toelast" gehouden, heeft besloten: in 1877 een wedstrijd van graanmaaimachines uit te schrijven; in het voorjaar van 1879 op nieuw eene keuring van schapen en runderkudden uit te schrijven en daarvoor eene gouden medalje met eere-diploma uit te loven; voor de in Sept. 1877 hier te houden tentoonstelling der Maatschappij van Landbouw uit te loven de volgende prijzen: 100 voor den zwartbonten stier van inlandsch ras, geboren in 1876, die de meeste en beste kenmerken van melkgevend ras vertoont, 50 voor de zwartbonten kuispink in 1876 geboren, van ras- en kenmerken als voren 50 voor den besten ram, hier te lande gefokt en geboren in 1876, en 50 voor de 4 beste ooien, in Nederland gefokt. Tot bestuursleden zijn benoemd de heeren K. Rezelman te Winkel, Th. J. Waller te Anna PaulownaJ. Bulleman te Twisk3A. Haarselhorst te ObdamIf. Sluis te Beemster, K. Winkel te Sijbecar'spel tot tweeden voorzitter de heer Bezelman en tot secretaris- penningmeester de heer J. Zijp Kz. te Abbekerk. Voor de volgende algemeene vergadering, in Maart 1877 is Span broek aangewezen. In de op 7 dezer gebonden vergadering der afdeeling van de Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid is eene subcommissie benoemd voor de in 1877, in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, te houden tentoonstelling van kunst toegepast op nijverheid, met daaraan verbonden inter nationalen wedstrijd, welke commissie bestaat, uit de heeren A. Conijn Az., A Siebert Coster, J. HoltzT. H. de Lange, H. P. Ibink Melenbriuh, L. C. J. v. Ooereem en ff. F. Stoel. De heerlijkheid Callantsoog, ongeveer 1296 bunders grootden 8 door den notaris v. Leeuwen alhier in veiling gebrachtheeft, bij inzetin 37 perceelen mogen gelden 349.619; de finale verkoop heeft a.s. Woensdag plaats. - Den 10 is een jongeling, die aan toevallen leed aan het visschen zijnde op Ropjeskuil, voorover in de sloot gevallen cn verdronken. Ook de arrondissements rechtbank alhier heeft zich in vereeniging met het kantongerecht aangesloten bij het adres van de arrondissements rechtbank te Brielle, en zich tot de Tweede Kamer gewend met het verzoek de wetsontwerpen houdende regeling van de inrichting en het rechtsgebied der arrondissements rechtbanken en kantongerechten zoo spoedig mogelijk in openbare beraadslaging te nemen. Wekelijksche berichten in het Bijblad. BURGERLIJKE STAND. ONDERTROUWD. 2 Nov. Frederik Clermor.t Rikewedr. van Aaltje van Triest en Arijaentje Ruiter. 9 n Stephanas Martinus van Wijck, te Heterenen Helena Jacoba Johanna Conijn, te Alkmaar. GEBOREN. 3 Nov. Ferdinanda Wilhelmina van Abraham Crefeld en Maria Klasina Hillegonda Holtsmuller. 5 Cornelia, D. van Nicolaas Johannes Tholen en Ma ria Catharina Adriana Meijne. 6 e Keeltje, D. van Pieter Kuit en Neeltje Goed. Elisabeth Wuhelmina, D. van Abraham Johan Bruin en Anna Volkers. 9 Alida Johanna, 1). van Johannes Tros en Helena Koppe. 10 Gerbrand, Z. van Gerbrand Siebrands en Elisabeth Hagman. OVERLEDEN. 19 Oct. Pieter, L. van Arie Bouter en van wijlen Maartje Muller, 13 j. overleden te Amsterdam. 4 Nov. Matje, D. van Cornells de Jong en van wijlen Catha rina Margaretha de Vries, bijna 2 j. 7 Aart, Z. van wnlen Aart Eikenboom en Petronella Adriana Klein 7 m. 8 Ameliar Abbinkwed. van Dirk Nieuwjaar, 77 j. Jan Koster, 48 j., wonende te Avereest. 9 Elisabeth Visser, echtg. van Erans Vermeulen, 43 j. HendrikZ. van Gerrit Stolker en Susanna van den Berg5 j. en ruim 10 m. 10 u Simon Kuit, 22 j. In dank ontvangen voor den 77jarigen oud-onderwijzer: van K. Jte O., een postwissel groot f 3, Koedijk, 11 Nov. '76. A. HARTLAND. Alkmaar 6 Nov. Aangevoerd 25 vette Kalveren f 50 a 125 2 nucht. dito 18 106 Schapen f 24 a 3453 vette Varkens f 0,58 a 0,68 per kgr. Op de groote naj aars-koemarkt zijn aangevoerd 4750 stuks Runderen. 8 Nov. Aangevoerd 195 Paarden f 65 a 625. 22 Veu lens f 81 a 127. 10 Nov. Kleine kaas f 39,50, commissie f 41, middelbare f 42, laagste prijs 1 20, aangevoerd 480 stapels, wegende 104438 kilogr. Ter graanmarkt aangevoerd 3336 heet., Tarwe t 9 a 12,37%, Rogge f 8,50 a 9,' Gerst,/5,60 a 6,80, idem Chev. f 7 a 7,75 Haver f 3,25 a 6 Paarden! •oonen f 7,50 a 8,25, bruine dito 9 a 13, Kanariezaad wit,/12 a 13,50, geel Mosterdzaad f 20 a 22,75, blauw Maanzaad ƒ17,50, Erwten: Groene f 40 a 20, grauwe /19a 22, vale/14a 18. 11 Nov. Aangevoerd 5 Paarden 65 a 125, 14 nucht. Kalveren 14 a 21, 21 Schapen 10 a 32, 10 Geiten 3 a 8, 57 magere Varkeus f 14 a 24, 217 Biggen 3 a 8, Boter per kop 115 a 115 cents. Beverwijk 4 Nov. Aangevoerd 400 Runderen. Edam 3 Nov. Kleine kaas 33 a 38,75, verkocht 41 st.( wegende 8710 kilogr. 4 Nov. Aangevoerd 530 Lammeren 18 a 27. 9 Nov. 214 St.ukl.en Boter 1,70 a 1,78 per kgr., Kip peneieren /7a 7,59 për 100. Enkhuizen 8 Nov. Kleine kaas 38,50, verkocht 22 sta pels, wegende 5578 kilogr., Karweizaad 24 a 24,25, blauw

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1876 | | pagina 1