I
No. 48.
Achtênxeventigste Jaargang.
fl 876
rpsi
ZONDAG
26 N O V E Al B E IV
Vaderlandsdie geschiedenis.
(Officieel (Bcbccltc
2®lckclijfeschc Ucricïttcn.
IBelgie.
iramkrijlk.
en Irriiiud.
Rusland.
A
C
E C 0 I
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,SS>, franco per post 0,t*0,
afzonderlijke nummers S Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HETtM". COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in bet eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
gawfajHDHnrasnmni
Bij deze Courant behoort een Bijblad
bevattende, advertentiën.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1815 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het kohier van het Pat.entregt over bet. 2e
kwartaal 1876/77, op den 23 November 1876 doordenHeer
Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noord
holland executoir verklaard, op heden aan den Heer Ont
vanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand,
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle geregt.elijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeijente voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
den 21 November 1876. A. MACLA1NE PONT.
De navolgende personen worden verzocht zich ter ge
meente-secretarie aantemelden.
Smabers, Andries Joseph, laatst gewoond te West.zaan.
Wuster, Elisabeth Amsterdam.
LeydintrJohannes Zijpe.
de Vries, Pieter Hoorn.
Thissen, MariaAntonette Josephina» Bergen,
Bent hem Catharina van Apeldoorn.
Ruurds, Pieter Wognum.
BorstJacob Hoorn.
Kok, Petrus Leonardus Jacobus 's Gravenhage.
Kossen, Vitus Valerius. Helder.
Theres, G. J. Winkel.
van Polieie
een muntbiljet
P O L I C 1 E.
Ter terugbekoming aan het Commissariaat
voorhanden het navolgende gevondene als
van 10 gulden, een mansbroek.
Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een
remohstrantsch kerkboek, een ringetje met sleuteltje, een moirêe
boezelaar, een witte geiteen protestantsch kerkboek en een
ossenhuid.
In het laatste nommer van de Gids komt een artikel voor
van den heer T. J. Stieltjes onder het opschrift „Indijkin
gen en droogmakingen ook der Zuiderzee". De schrijver
begint met nog eens de aandacht te vestigen op de eigen
aardige gesteldheid van ons lahd, waarvan de zeeprovinciën
grootendéels onder de oppervlakte der zeeen de landpro
vinciën voor een belangrijk deel onder de waterspiegels der
rivieren zijn gelegenen hij wijst er te recht op, hoe weinig
de groote meerderheid onzer landgenooten met den toestand
van hun vaderland bekend ishoe zij blijkbaar geen flauw
denkbeeld hebben van de wijze waarop dit land is ontstaan
en wordt behouden. „In den spoorwagen", zegt hij „heb
ik wel eens door landgenooten inlichtingen aan vreemden
booren geven, waarbij een technicus de haren te bergen rezen".
Weinigen zeker denken er aan, wanneer zij met den spoor
trein door den Zuidplaspolder tusschen Gouda en Rotterdam
rijden dat de top van den schoorsteen der locomotief heel
wat beneden de hoogte blijft van den dagelijksehen vloed in
de rivier vóór die beide steden. Wordt, de nieuw aan te
leggen spoorweg tusschen Rotterdam over Capelle enz. naar
Munster bereden dan zal in den Prins-Alexanderpolder de
top van dien schoorsteen zelfs heel wat onder de gewone eb
te Rotterdam blijven. „Hoevelen denken er aan", zegt de
schrijver, „dat, in September 1574 de Zeeuwsehe vloot slag
leverde op de plaatswaar nu het station ZoetermeerZeg
waard gelegen is, en dat daar, maakt de oorlogstoestand het
noodigweer met. vloten slag geleverd kan worden Bijna
geheel Holland, de westelijke helft van Utrecht, denoord-
westelijke gedeelten van Overijssel en Noord-Braband en groote
deelen van Groningen Friesland en Zeeland liggen dan ook
la^er dan de gemiddelde stand der Noordzee tusschen eb en
vloeden bestonden onze rivierdijken nietal het, land tus
schen Riin, Lek en Maas, geheele strooken land langs deze
rivieren en oeverlanden van den Gelderschen IJssel zouden
onder water staan.
Allermerkwaardigst is inderdaad de wording van een groot
gedeelte van ons vaderland, allermerkwaardigst, deze geschie
denis van den grond onzer geboorte. En hoe weinig is zij
bekend Zal men haar ook eenmaal in onze scholen onder
wijzen Weinig schooljongens van de hoogste klasse zullen
den naam van onzen grooten vestingbouwkundige Mennc
baron van Coehoorn nooit hebben booren noemenmaar hoe
velen kennen den naam van den grooten waterbouwkundige
Jan Adriaanszoon Leeghwater P Dat graaf Lamoraal van
Egmond twee schitterende overwinningen op de Franschen
heeft behaald en later te Brussel onthoofd is, dat weet de
twaalfjarige beoefenaar der vaderlandsebe geschiedenis zeer
goed evenzeer zal hij u weten te verhalen dat. Hendrik van
Brederodeheer van Bergen aan het hoofd van 300 edelen
aan de landvoogdes Margaret.ha van Parma een smeekschrih
heeft, aangeboden en hij zal zich niet, vergissen in het jaar
waarin dat, belangrijk feit, heeft plaats gehad; maar dat wi
het aan den ondernemingsceest van die bride mannen hebbei
te danken, dat, wij, op Alkmaars schoone vesten wandelendf
aan de westzijde d r stad in plaats van de golven van dc
Berger- en Egmondermeer, tusschen de rif en twaalf bonder
bunders heerlijk weiland aanschouwen, dat. is hem onbekei*
gi bleven. Als hij niet, weet wanneer de St. Eliza! et.hsvloer
pi, ats had of het. kaas- en broodvolk hier huis hield, it
w<lk jaar de slag bij Turnhout werd geleverd. Grol weru
veroverd of Venlo ingenomen, zal men misschien een beden'
kelijk gezicht zetten; maar wie denkt er aan, hem te vragen
wanneer de Beemster, de Purmer, de Schermeer is droog
gemaakt?
Maar wij zijn afgedwaald van ons onderwerp. De heer
Stieltjes brengt ons in herinneringhoeveel land wij door
aanslibbing en indijking van gronden aan onze kusten en door
droogmaking van meren en plassen hebbeu gewonnen. Als
een voorbeeld, hoe ijverig in het begin van de zeventiende
eeuw, terwijl wij ons land van de /Spanjaarden vrijvoehten
en onze heerschappij in Indië vestigden ook in dit opzicht
door ons gewerkt werd, zij hier vermeld, dat alleen tusschen
1610 en 1633, in niet meer dan 25 jaren alzoo, behalve een
aantal kleine meren, de Beemster, de Wieringerwaard, de
Purmer, de Wijde Wormer, de Heer-Hugowaard en de Scher
mer tot land zijn gemaakten ook voor de droogmaking van
de Haarlemmermeer lagen de ontwerpen reeds gereed! Wel
mogen wij het Jan Az. Leeghwater nazeggen, wat, die mo
lenmaker uit de Rijp reeds in 1613 getuigde van de geslach
ten die hem ware i voorgegaan
Hadden onze Voor-Ouders voor ons niet gedaan,
Hollant hadde ligtelyk tot niet gegaan.
Maar omdat zy voor ons gestreden hadden als Helden,
Is voor ons nu bereid veel schoonen Weiden en velden,
Met nog daarbij Heerlijke wooningen aboudant,
Zoodat wy nu veilig woonen in ons Vader-lant. (1)
Sedert in 1508 de Oude Bildt aan den noord westhoek van
Friesland is ingedijkt, wordt de veroveringsoorlog op de
Noordzee langs de geheele Friesche en Grouingsche kust en
in den Dollard tot op den huidigeu dag voortgezet, en de
aanwinst van een belangrijke strook grond is er de zegenrijke
uitkomst van. Aan de noordpunt van Noord-Holland vin
den wij de indijking van de Zijpe, de Wieringerwaard, het
Koegras, den Anna-Paulowna- en den Waard-en Groetpol
der, vau Eierlaud op Texel en Nieuwland op Wienngen.
Sedert eeuwen is in Zeeland veel land aangewonnen, en van de
Zuid-lloliandsche waard, die bij den St,. Elizabethsvloed in
1421 verloren ging, is verreweg het grootste gedeelte weer her
wonnen, terwijl zells het laatste uverolijfsel vandieramp.de
Biesbosch sterk aan 'l verminderen is. De Zuidpias, de Haar
lemmermeer de plassen van Schielandlaatstelijk ook de
Wijkermeer en het IJ zijn drooggemaakt, en duizenden
bunders land daardoor geannexeerd Aan den duinkant van
den Helder tot den Hoek van Holland is daarentegen de
kust, allengs afgenomen. De overblijfsels van het huis te
Britten liggen in zee, en de dorpen Egmond, Katwijk en
Scheveuingen moesten in de vorige eeuwen allengs oostwaarts
retireeren. Sedert echter aan het behoud der zeeduinen meer
zorg wordt besteed, behoeven wij ons ook op dit punt, geen
terugtrekkende beweging meer te laten welgevallen. Er be
staan thans groote veroveringsplannen ten nadeele van de
Zuiderzeeen hoe die zijn te verwezenlijkentracht ten
slotte de heer Stieltjes duidelijk te maken.
Wij zullen hem op dien weg volgen.
(1) Leeghwater schept er groot hehagen in, zijn Haarlemmer'
Meer-boek en Kleyn Chronykje, waarin zoo menig „zoet No
tabel stukxken" uit zijn tijd staat opgeteekeudvan tijd tot
tijd met een versje op te luisteren en voor den lezer aanger-aam
te maken. Dat hij over de wijze, waarop hij zich van die taak
kweet, redelijk wel tevreden was, blijkt ons uit de volgende
zeer naieve getuigenis:
Crik somtyds met de Pen te speelen,
Te telkenen Kerken en Kasteelen,
Daar by te schryven grof en fyn,
Dat kan' (God lof!) noch heel wel zyn.
De Senaat is, na even als de Kamer en corps het „Te
Deum" ter viering van 's Konings naamdag le hebben bij
gewoond bijeengekomen om te eonstateeren dat er niets te
behandelen was, en is daarop gescheiden.
Den 15 bracht de heer Anspach in de Kamer verslag uit
omtrent de Afgevaardigden van Brugge en concludeerde hij
tot hunne toelating. De heer Bara stelde voor, de verkie-
ingen zoowel daar als te Antwerpen en Yperen t.e vernieti
gen op grond van verregaande ongeoorloofde inmenging der
eestelijkheid die van kanselbiechtstoel en sacramenten
misbruik makende, een waar schrikbewind over de kiezers
uitoefende. Indien men de feiten meende te kunnen looche
t dan behuorde men voor het minst een onderzoek in
te stellen. Voorts vroeg hij of de regeering, met het oog
op de beweging in tien lande sedert de juni-verkiezingen
ontstaan, ernstig bedacht was om eene herhaling der ge
wraakte misbruiken te voorkomen. De heer Jacobsvan de
rechterzijde, verdedigde de verkiezingen te Antwerpen en
\erklaarde, dat hij de door den heer Bara of door het Li
bera Verbond aanbevolen inrichting der localehwaarin de
stemming geschiedde, op sommige punten ganseh niet on
aannemelijk keurde.
Den 16 merkte de minister Malou op, dat de liberale partij
zich eerst sedert den 13 Juni geroepen achtte om te velde te
trekken tegen de bestaande wetgeving op de verkiezingen
welke toch haar eigen werk wasen zulks alleen omdat zij
de nederlaag geleden had. De regeering zag niet op tegen
eene hervorming der beslaande bepalingenmaar zoo iets
kon niet voetstoots geschieden. Het vorige liberale kabinet
uad er 2 jaren voor noodig gehad, en thans had noch de
neer Bara, noch het Liberale Verbond nauwkeurig aangegeven
wat er verlangd werd. Oprecht en eerlijk wilde de regeering
Medewerken om zooveel mogelijk de vrijheid der kiezers, he
•eheim der stemming, de zuiverheid der verkiezingen te
\aarborgen, en zoodra de Kamer geconstitueerd was zou
zij voorstellen, eene commissie, waarin beide partijen verte
venwoordigd warente benoeu en ten einde een onderzoek
ui testellen naar de beste middelen om i.et beoogde doel U
bereiken. Maar de minister meendedat men niet vóór
1878 gereed zou komen.
Den 17 betoogde de heer Prere Orbandat de door den
minister gedane toezeggingen niet constitutioneel waren
immers eene abdicatie inhielden van het uitvoerend bewind,
de ministeriëele verantwoordelijkheid ondermijnden en licht-
aardiglijk een prerogatief der Kroon het, recht tot ont
binding der Kamer op het spel zetten. Isvroeg hij
het ministerie in overleg met de Kroon tot ontbinding der
Kamer in 1878 gezind? De minister antwoordde, dat
hij de Kroon tot niets verbonden haden dat hij af zou
treden indien omtrent de bedoelde ontbinding verse .il bleek
te bestaan.
Den 21 hebben de lieeren le Hardy de Beaulieu en Saincte-
lette de gevaren uiteengezetwelke de tusschenkomst der
geestelijkheid inhad. Daarentegen betoogde de heer Woeste,
dat de geestelijkheid geenszins de ongeoorloofde tusschenkomst
had uitgeoefend welke de liberale partij haar te last legde,
en alleen rechtmatige zelfverdediging betracht had. In elk
geval was geene der verkiezingen, waarvan de heer Bara de
vernietiging eischte, door ongeoorloofde pressie verkregen.
Eene ontbinding der Kamer achtte de spreker na eene nieuwe
regeling der wijze van stemmen waarop de minister Malou
dezer dagen uitzicht gaf, onnoodig.
De gemeenteraad van Brussel heeft, even als die van Namen
en andere plaatseneen adr^s aan de Kamer goedgekeurd
waarin wordt aangedrongen op eene hervorming der kieswet.
Den 17 heeft de maarschalk de Mac Mahon eene nieuwe
nationale porceleinfabriek te Sèvres geopend.
Tegen de Figaro is eene vervolging ingesteld wegens een
artikelwaarin t.egen de militaire leden van den Senaat als
tegen „de militaire demi-monde" en geestverwanten van de
Commune werd te velde getrokken De aanvoerders der
linkerzijde hadden zich wegens dit artikel rechtstreeks tot
den minister Dufaure gewend.
Den 16 heeft de rechtbank te Parijs uitspraak gedaan in
de zaak der gravin de Montijomoeder van Keizerin Euge
nietegen 9 dagb.aden, welke uit een oud nummer der Ga
zette des Tribunaux een processtuk hadden overgedrukt
waaruit scheen te blijken, dat de Keizerin 3 jaren na de
geboorte van haren voorgewenden vader geboren was. Uit
gemaakt zijnde dat genoemd stuk een andereu graaf de Mon
tijo betrof en dat de vader der Keizerin 13 jaren na hare
geboorte gestorven iszijn de bladen veroordeeld tot boeten
en schadeloosstellingen, samen van 100Ü tot 31)00 f'r. be
dragende, en tot openbaarmaking van het vonnis op uitge
breide schaal.
De minister van binn. zaken heeft eene aanschrijving tot
de prefecten gericht, waarin de maires worden herinnerd, dat
zijhoezeer door en uit de gemeenteraden gekozen, in hunne
gemeenten de vertegenwoordigers van het centrale gezag zijn
en blijven, bij de uitoefening van hun ambt geene tegen
standers behooren te kennen en de subordinatie tegen hoo-
gergeplaatste ambtenaren in aeht moeten nemen.
Te Besanfon is de heer de Mérodemonarchaaltot lid
van den Senaat gekozenmet 395 st. tegen 302 op den re
publikein Fernier. Zijn voorganger was een standvastig lid
van het linker centrum. Van de 701 ingeschreven kiezers
namen er 700 aan de stemming deel.
Onlangs is in de Seine bij Saint-Ouen een in stukken
gehouwen vrouwe-lijk gevondenhetwelk in de Morgue
tentoongesteld aldaar eene groote menigte op eenen dag
o.a., tusschen 's ochtends 8 en 's avonds 5 uren niet min
der dan 20000 nieuwsgierigen gelokt heeftdoch omtrent
welks „erkomst de volkomenste onzekerheid bestaat. Op
last van het gerecht is thans een afgietsel van het hoofd
genomen.
Te Valence (Drome) is de heer Christophle, maire van
Andaneette en lid van den Alg. Raad van S. Vallier, een
republikein, tot lid der Kamer verkozen.
De gemeenteraad van Lyon heeft met, alg. st. op 1 na
eene motie aangenomen, waarbij de prefect Welche recht
streeks wordt uitgenoodigd tot intrekking van het besluit
zijns voorgangers üucros betreffende de zoogenaamde bur
gerlijke begrafenissenwaartoe hij zich tot nog toe ongenegen
tieeft betoond.
Senaat. Den 15 is een aanvang gemaakt met de tweede
lezing van het ontwerp betreffende de leger-organisat.ie. Ten
gevolge eeuer redevoering van den maarschalk Canrolert
werd art. 9, dat de bevelhebber van een legercorps tot
reehlstreeksch en verantwoordelijk hoofd maakte van de ad
ministratie van zijn corps, dus veranderd, dat de aministra-
tie zal worden uitgeoefend door een officier onder verant
woordelijkheid van den bevelhebber. De minister meende,
dat art. 13 den geneesheer eene te onbeperkte macht gal' in
zake de ambulance-dienst, maar zag zich genoodzaakt toe
te geven aan de bedenkingen van den kolonel Bastardden
heer Laboulaye en den genl. Guillemaut dat de geneesheer
volmacht behoorde te hebben zou hij op doeltreifende wijze
zijne taak vervullenniet slechts van ziekten te genezen
maar ook te voorkomen.
De minister Dufaure, door de commissie voor het voor
stel- Gatineau gehoord, heeft den brief van den maarschalk
de Mac Mahon, wat liet staken van de vervolgingen der Com
mune betreftvoldoende achtendezichmits eenige wijzi
ging, vereenigd met het eerste artikel van dat voorstel en
de beide volgende onaannemelijk verklaard. Door den heer
Bertauld werd in de commissie het volgende amendement
voorgesteld „Art. i. De vervolging wegens feiten in ver
band met den opstand van 1871 zal verjaard zijn binnen
S maanden na de afkondiging dezer wet ten aanzien van
alle personendie zonder deel te hebben uitgemaakt van
de verkozen leden der Commune of van het Centraal Co
uité, en zonder een cominandement te hebben uitgeoefend
Ooven den rang van kapitein, in de gelederen der nati
onale garde of op andere wijze aan den opstand hebben
deelgenomendoch geenerlei onder het gemeene recht val
lend misdrijf legen personen of eigendommen hebben ge
pleegd. De rechten van derden worden voorbehouden, wier
actiën aan de gewone bepalingen betreflende de verjaring
onderworpen blijven." Een tweede artikel stelde dezelfde
verjaring binnen 3 maanden na de afkondiging der wet vast,
voor niet geëindigde vervolgingen. w< lke vóór de indiening
ervan begonnen waren. De commissie heeft echter dit voorstel
en vervolgens ook het eerste artikel van het wetsontwerp
Gatineau, en daarmede dit laatste zelf, met 5 tegen 4 st.
verworpen. De heer Bertauld verzocht vermelding in het
procesverbaal, dat hij zijn voorstel in overleg met den minis
ter Dufaure had gedaan. De heer Paris is tot verslaggever
der commissie benoemd.
Kameb van Afgevaardigden. Den 11 hebben de mi
nisters van binn. zaken en van financiënovereenkomstig
het verlangen der begrootingseommissieeen wetsontwerp
ingediend tot vermindering van het telegrammen-tarief, zoo
danig, dat voor elk woord boven de 20 vijf centimes^gere-
kend wordt, in plaats van de verhooging bij 10 woorden
te berekenen.
Den 16 is na langdurige discussie waarbij de heer du
Deniable (legitimist) zijne kiezers in het breede verdedigde,
diens verkiezing te Avignon met 341 tegen 153 st. vernie
tigd, op grond, dat de overheid, inzonderheid de prefect
Doncieuxgeen dwang van allerlei aard en zelfs niet liet
stichten of toelaten van bedenkelijke wanordelijkheden nage
laten had om de nederlaag van den republikeinschen candidaat
Gamhettate verzekeren.' Met 352 st., terwijl de rechterzijde
zich onthieldwerd voorts beslotende stukken le dezer
zake aan de ministers van justitie en van binn. zaken t.oe te
zenken, dewijl zij, die zich aan genoemde wanordelijkheden
schuldig gemaakt hadden, niet vervolgd, de ambtenaren,
die hunnen plicht verzaakt haddenniet ontslagen waren
geworden.
Den 17 en 18 zijn de begrootingen van binn. zaken, Al
giers en justitie afgehandeld. De heer Lockroy beklaagde
zich ernstig over de handelwijze van den prefect van polieie
te Parijs, Foisin, die eene private bijeenkomst verboden had,
waarin de afgevaardigden van de syndicale kamers der werk
lieden zich voorstelden met leden der linkerzijde te beraad
slagen over een wetsvoorstel tot hei verleenen van rechts
persoonlijkheid aan die kamers. De minister de Marcere
zeidedat de prefect eenvoudig zijn plicht gedaan had, aan
gezien men verzuimd had de vereischte machtiging tot de
bijeenkomst aan te vragen. Voor het overige, zeide hij,
zou die machtiging met recht geweigerd zijn daar er geene
klassen van burgers bestonden, de werklieden even goed als
anderen door het Parlement werden vertegenwoordigd en het
niet aangingdat leden der Kamer builen deze eene soort
van kleine onafhankelijke vertegenwoordiging van een be
paalden stand op touw zetten. Met grooten nadruk deed
de heer Lockroy hierop uitkomen dat de bijeenkomst, van
privaten aard en het verbieden daarvan volkomen willekeur
wasdat ervoorzeker, geene klassen meer konden erkend
wordenmaar daarom de burgers niet minder verschillende
belangen haddendat de regeering evenmin het raadplegen
van werklieden behoorde te beletten, als zij zich verzet had
tegen de sa r.enkomsten der bisschoppen voor het vrije hoo-
ger onderwijstegen het raadplegen van reeders over de
belangen der koopvaardij enz.
De scheepsjongen Henri Trousselot, bekend door zijn moedig
gedrag aan boord van het door grieksche en fransche matrozen
vermeesterde schip Lennie is dezer dagen veroordeeld tot
6 weken tuchthuisstrafwegens het stelen van 6 shillings
van de directeuren eener spoorwegmaatschappijbij welke
hij in dienst was.
Te Devonport is bevel ontvangen om de pantsersehepen
Cyclops en Hydra onverwijld voor de actieve dienst gereed
te maken.
De Daily Telegraph meldtdat alle met groot verlof in
Ierland vertoevende soldaten bevel hebben ontvangen om
onverwijld naar hunne regimenten terug te keeren en dat
de tijdelijke verloven geschorst zjjn.
Lord Salisbury is den 20 met zijne secret arissen naar Kon-
stantinopel vertrokken. Hij reist over ParijsBerlijn en
Weenen, om aldaar met de regeeringen te confereeren.
Prins Gortschakoff heeft den 7 eene depeehe aan den ge
zant te Londen gerichtwaarin verklaard wordtdat de
regeering met genoegen gezien heeft-, dat, lord Derby in
zijne depeehe van 30 Oet. de pogingen van Rusland om met
Engeland samen te werken toont te waardeeren. Wijzende
op het mislukken der diplomatieke pogingen betoogt hij de
noodzakelijkheid van de ongeschondenheid van Turkije aan
de waarborgen voor hervorming ondergeschikt te maken
welke door de menschelijkkeid en tot behoud van den vrede
van Europa geëischt kunnen worden. Hij ontkentdat
Rusland bijbedoelingen ten aanzien van Konstantinopel heeft,
en drukt tegenover de tweede tot, den russisckeu gezautfloor
lord Derby gerichte depecbe van 22 OctoberRuslands leed
wezen uit over het feit, dat Engeland aan ongegronde vermoe
dens voet geeft [de inhoud dezer depeehe is is Ehgeiaud
op uitdrukkelijk verzoek van den russiscken gezantopen
baar gemaakt].
Aan den engelschen gezant heeft de Keizer [en zulks
vóór de oorlogzuchtige toespraak van lord Beaconsjield aan
het feestmaal van den londeuschen lord-mayor] gezegd
dat hij niet begreepwaarom Engeland en Rusland niet sa
men konden gaandaar toch beiden één doel haddenhet
behoud van den vrede en het verbeteren van het lot der
turksche christenen. Hij had het mogelijke gedaan om
eene vreedzame oplossing te verkrijgen, maar de bitse wei
geringen van de Porte hadden den toest,nd onverdragelyk
gemaakt. Indien Europa niet krachtdadig optrad, zou
Rusland genoodzaakt zijn alleen te handelen. De Czaar gaf
zijn leedwezen te kennen over het wantrouwen van Enge
land ten opzichte van aanvallen van de zijde van Rusland.
Hij verklaarde plechtig, dat hij geene veroveringen verlang
de. Het zoogenaamde testament van Peter den Groote en de
oogmerken van Keizerin Catharina waren hersenschimmen