I No. 48. Achtênxeventigste Jaargang. fl 876 rpsi ZONDAG 26 N O V E Al B E IV Vaderlandsdie geschiedenis. (Officieel (Bcbccltc 2®lckclijfeschc Ucricïttcn. IBelgie. iramkrijlk. en Irriiiud. Rusland. A C E C 0 I Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 0,SS>, franco per post 0,t*0, afzonderlijke nummers S Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HETtM". COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in bet eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. gawfajHDHnrasnmni Bij deze Courant behoort een Bijblad bevattende, advertentiën. KENNISGEVING. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1815 (Staats blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente, dat het kohier van het Pat.entregt over bet. 2e kwartaal 1876/77, op den 23 November 1876 doordenHeer Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noord holland executoir verklaard, op heden aan den Heer Ont vanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand, op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle geregt.elijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voortvloeijente voorkomen. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn., den 21 November 1876. A. MACLA1NE PONT. De navolgende personen worden verzocht zich ter ge meente-secretarie aantemelden. Smabers, Andries Joseph, laatst gewoond te West.zaan. Wuster, Elisabeth Amsterdam. LeydintrJohannes Zijpe. de Vries, Pieter Hoorn. Thissen, MariaAntonette Josephina» Bergen, Bent hem Catharina van Apeldoorn. Ruurds, Pieter Wognum. BorstJacob Hoorn. Kok, Petrus Leonardus Jacobus 's Gravenhage. Kossen, Vitus Valerius. Helder. Theres, G. J. Winkel. van Polieie een muntbiljet P O L I C 1 E. Ter terugbekoming aan het Commissariaat voorhanden het navolgende gevondene als van 10 gulden, een mansbroek. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een remohstrantsch kerkboek, een ringetje met sleuteltje, een moirêe boezelaar, een witte geiteen protestantsch kerkboek en een ossenhuid. In het laatste nommer van de Gids komt een artikel voor van den heer T. J. Stieltjes onder het opschrift „Indijkin gen en droogmakingen ook der Zuiderzee". De schrijver begint met nog eens de aandacht te vestigen op de eigen aardige gesteldheid van ons lahd, waarvan de zeeprovinciën grootendéels onder de oppervlakte der zeeen de landpro vinciën voor een belangrijk deel onder de waterspiegels der rivieren zijn gelegenen hij wijst er te recht op, hoe weinig de groote meerderheid onzer landgenooten met den toestand van hun vaderland bekend ishoe zij blijkbaar geen flauw denkbeeld hebben van de wijze waarop dit land is ontstaan en wordt behouden. „In den spoorwagen", zegt hij „heb ik wel eens door landgenooten inlichtingen aan vreemden booren geven, waarbij een technicus de haren te bergen rezen". Weinigen zeker denken er aan, wanneer zij met den spoor trein door den Zuidplaspolder tusschen Gouda en Rotterdam rijden dat de top van den schoorsteen der locomotief heel wat beneden de hoogte blijft van den dagelijksehen vloed in de rivier vóór die beide steden. Wordt, de nieuw aan te leggen spoorweg tusschen Rotterdam over Capelle enz. naar Munster bereden dan zal in den Prins-Alexanderpolder de top van dien schoorsteen zelfs heel wat onder de gewone eb te Rotterdam blijven. „Hoevelen denken er aan", zegt de schrijver, „dat, in September 1574 de Zeeuwsehe vloot slag leverde op de plaatswaar nu het station ZoetermeerZeg waard gelegen is, en dat daar, maakt de oorlogstoestand het noodigweer met. vloten slag geleverd kan worden Bijna geheel Holland, de westelijke helft van Utrecht, denoord- westelijke gedeelten van Overijssel en Noord-Braband en groote deelen van Groningen Friesland en Zeeland liggen dan ook la^er dan de gemiddelde stand der Noordzee tusschen eb en vloeden bestonden onze rivierdijken nietal het, land tus schen Riin, Lek en Maas, geheele strooken land langs deze rivieren en oeverlanden van den Gelderschen IJssel zouden onder water staan. Allermerkwaardigst is inderdaad de wording van een groot gedeelte van ons vaderland, allermerkwaardigst, deze geschie denis van den grond onzer geboorte. En hoe weinig is zij bekend Zal men haar ook eenmaal in onze scholen onder wijzen Weinig schooljongens van de hoogste klasse zullen den naam van onzen grooten vestingbouwkundige Mennc baron van Coehoorn nooit hebben booren noemenmaar hoe velen kennen den naam van den grooten waterbouwkundige Jan Adriaanszoon Leeghwater P Dat graaf Lamoraal van Egmond twee schitterende overwinningen op de Franschen heeft behaald en later te Brussel onthoofd is, dat weet de twaalfjarige beoefenaar der vaderlandsebe geschiedenis zeer goed evenzeer zal hij u weten te verhalen dat. Hendrik van Brederodeheer van Bergen aan het hoofd van 300 edelen aan de landvoogdes Margaret.ha van Parma een smeekschrih heeft, aangeboden en hij zal zich niet, vergissen in het jaar waarin dat, belangrijk feit, heeft plaats gehad; maar dat wi het aan den ondernemingsceest van die bride mannen hebbei te danken, dat, wij, op Alkmaars schoone vesten wandelendf aan de westzijde d r stad in plaats van de golven van dc Berger- en Egmondermeer, tusschen de rif en twaalf bonder bunders heerlijk weiland aanschouwen, dat. is hem onbekei* gi bleven. Als hij niet, weet wanneer de St. Eliza! et.hsvloer pi, ats had of het. kaas- en broodvolk hier huis hield, it w<lk jaar de slag bij Turnhout werd geleverd. Grol weru veroverd of Venlo ingenomen, zal men misschien een beden' kelijk gezicht zetten; maar wie denkt er aan, hem te vragen wanneer de Beemster, de Purmer, de Schermeer is droog gemaakt? Maar wij zijn afgedwaald van ons onderwerp. De heer Stieltjes brengt ons in herinneringhoeveel land wij door aanslibbing en indijking van gronden aan onze kusten en door droogmaking van meren en plassen hebbeu gewonnen. Als een voorbeeld, hoe ijverig in het begin van de zeventiende eeuw, terwijl wij ons land van de /Spanjaarden vrijvoehten en onze heerschappij in Indië vestigden ook in dit opzicht door ons gewerkt werd, zij hier vermeld, dat alleen tusschen 1610 en 1633, in niet meer dan 25 jaren alzoo, behalve een aantal kleine meren, de Beemster, de Wieringerwaard, de Purmer, de Wijde Wormer, de Heer-Hugowaard en de Scher mer tot land zijn gemaakten ook voor de droogmaking van de Haarlemmermeer lagen de ontwerpen reeds gereed! Wel mogen wij het Jan Az. Leeghwater nazeggen, wat, die mo lenmaker uit de Rijp reeds in 1613 getuigde van de geslach ten die hem ware i voorgegaan Hadden onze Voor-Ouders voor ons niet gedaan, Hollant hadde ligtelyk tot niet gegaan. Maar omdat zy voor ons gestreden hadden als Helden, Is voor ons nu bereid veel schoonen Weiden en velden, Met nog daarbij Heerlijke wooningen aboudant, Zoodat wy nu veilig woonen in ons Vader-lant. (1) Sedert in 1508 de Oude Bildt aan den noord westhoek van Friesland is ingedijkt, wordt de veroveringsoorlog op de Noordzee langs de geheele Friesche en Grouingsche kust en in den Dollard tot op den huidigeu dag voortgezet, en de aanwinst van een belangrijke strook grond is er de zegenrijke uitkomst van. Aan de noordpunt van Noord-Holland vin den wij de indijking van de Zijpe, de Wieringerwaard, het Koegras, den Anna-Paulowna- en den Waard-en Groetpol der, vau Eierlaud op Texel en Nieuwland op Wienngen. Sedert eeuwen is in Zeeland veel land aangewonnen, en van de Zuid-lloliandsche waard, die bij den St,. Elizabethsvloed in 1421 verloren ging, is verreweg het grootste gedeelte weer her wonnen, terwijl zells het laatste uverolijfsel vandieramp.de Biesbosch sterk aan 'l verminderen is. De Zuidpias, de Haar lemmermeer de plassen van Schielandlaatstelijk ook de Wijkermeer en het IJ zijn drooggemaakt, en duizenden bunders land daardoor geannexeerd Aan den duinkant van den Helder tot den Hoek van Holland is daarentegen de kust, allengs afgenomen. De overblijfsels van het huis te Britten liggen in zee, en de dorpen Egmond, Katwijk en Scheveuingen moesten in de vorige eeuwen allengs oostwaarts retireeren. Sedert echter aan het behoud der zeeduinen meer zorg wordt besteed, behoeven wij ons ook op dit punt, geen terugtrekkende beweging meer te laten welgevallen. Er be staan thans groote veroveringsplannen ten nadeele van de Zuiderzeeen hoe die zijn te verwezenlijkentracht ten slotte de heer Stieltjes duidelijk te maken. Wij zullen hem op dien weg volgen. (1) Leeghwater schept er groot hehagen in, zijn Haarlemmer' Meer-boek en Kleyn Chronykje, waarin zoo menig „zoet No tabel stukxken" uit zijn tijd staat opgeteekeudvan tijd tot tijd met een versje op te luisteren en voor den lezer aanger-aam te maken. Dat hij over de wijze, waarop hij zich van die taak kweet, redelijk wel tevreden was, blijkt ons uit de volgende zeer naieve getuigenis: Crik somtyds met de Pen te speelen, Te telkenen Kerken en Kasteelen, Daar by te schryven grof en fyn, Dat kan' (God lof!) noch heel wel zyn. De Senaat is, na even als de Kamer en corps het „Te Deum" ter viering van 's Konings naamdag le hebben bij gewoond bijeengekomen om te eonstateeren dat er niets te behandelen was, en is daarop gescheiden. Den 15 bracht de heer Anspach in de Kamer verslag uit omtrent de Afgevaardigden van Brugge en concludeerde hij tot hunne toelating. De heer Bara stelde voor, de verkie- ingen zoowel daar als te Antwerpen en Yperen t.e vernieti gen op grond van verregaande ongeoorloofde inmenging der eestelijkheid die van kanselbiechtstoel en sacramenten misbruik makende, een waar schrikbewind over de kiezers uitoefende. Indien men de feiten meende te kunnen looche t dan behuorde men voor het minst een onderzoek in te stellen. Voorts vroeg hij of de regeering, met het oog op de beweging in tien lande sedert de juni-verkiezingen ontstaan, ernstig bedacht was om eene herhaling der ge wraakte misbruiken te voorkomen. De heer Jacobsvan de rechterzijde, verdedigde de verkiezingen te Antwerpen en \erklaarde, dat hij de door den heer Bara of door het Li bera Verbond aanbevolen inrichting der localehwaarin de stemming geschiedde, op sommige punten ganseh niet on aannemelijk keurde. Den 16 merkte de minister Malou op, dat de liberale partij zich eerst sedert den 13 Juni geroepen achtte om te velde te trekken tegen de bestaande wetgeving op de verkiezingen welke toch haar eigen werk wasen zulks alleen omdat zij de nederlaag geleden had. De regeering zag niet op tegen eene hervorming der beslaande bepalingenmaar zoo iets kon niet voetstoots geschieden. Het vorige liberale kabinet uad er 2 jaren voor noodig gehad, en thans had noch de neer Bara, noch het Liberale Verbond nauwkeurig aangegeven wat er verlangd werd. Oprecht en eerlijk wilde de regeering Medewerken om zooveel mogelijk de vrijheid der kiezers, he •eheim der stemming, de zuiverheid der verkiezingen te \aarborgen, en zoodra de Kamer geconstitueerd was zou zij voorstellen, eene commissie, waarin beide partijen verte venwoordigd warente benoeu en ten einde een onderzoek ui testellen naar de beste middelen om i.et beoogde doel U bereiken. Maar de minister meendedat men niet vóór 1878 gereed zou komen. Den 17 betoogde de heer Prere Orbandat de door den minister gedane toezeggingen niet constitutioneel waren immers eene abdicatie inhielden van het uitvoerend bewind, de ministeriëele verantwoordelijkheid ondermijnden en licht- aardiglijk een prerogatief der Kroon het, recht tot ont binding der Kamer op het spel zetten. Isvroeg hij het ministerie in overleg met de Kroon tot ontbinding der Kamer in 1878 gezind? De minister antwoordde, dat hij de Kroon tot niets verbonden haden dat hij af zou treden indien omtrent de bedoelde ontbinding verse .il bleek te bestaan. Den 21 hebben de lieeren le Hardy de Beaulieu en Saincte- lette de gevaren uiteengezetwelke de tusschenkomst der geestelijkheid inhad. Daarentegen betoogde de heer Woeste, dat de geestelijkheid geenszins de ongeoorloofde tusschenkomst had uitgeoefend welke de liberale partij haar te last legde, en alleen rechtmatige zelfverdediging betracht had. In elk geval was geene der verkiezingen, waarvan de heer Bara de vernietiging eischte, door ongeoorloofde pressie verkregen. Eene ontbinding der Kamer achtte de spreker na eene nieuwe regeling der wijze van stemmen waarop de minister Malou dezer dagen uitzicht gaf, onnoodig. De gemeenteraad van Brussel heeft, even als die van Namen en andere plaatseneen adr^s aan de Kamer goedgekeurd waarin wordt aangedrongen op eene hervorming der kieswet. Den 17 heeft de maarschalk de Mac Mahon eene nieuwe nationale porceleinfabriek te Sèvres geopend. Tegen de Figaro is eene vervolging ingesteld wegens een artikelwaarin t.egen de militaire leden van den Senaat als tegen „de militaire demi-monde" en geestverwanten van de Commune werd te velde getrokken De aanvoerders der linkerzijde hadden zich wegens dit artikel rechtstreeks tot den minister Dufaure gewend. Den 16 heeft de rechtbank te Parijs uitspraak gedaan in de zaak der gravin de Montijomoeder van Keizerin Euge nietegen 9 dagb.aden, welke uit een oud nummer der Ga zette des Tribunaux een processtuk hadden overgedrukt waaruit scheen te blijken, dat de Keizerin 3 jaren na de geboorte van haren voorgewenden vader geboren was. Uit gemaakt zijnde dat genoemd stuk een andereu graaf de Mon tijo betrof en dat de vader der Keizerin 13 jaren na hare geboorte gestorven iszijn de bladen veroordeeld tot boeten en schadeloosstellingen, samen van 100Ü tot 31)00 f'r. be dragende, en tot openbaarmaking van het vonnis op uitge breide schaal. De minister van binn. zaken heeft eene aanschrijving tot de prefecten gericht, waarin de maires worden herinnerd, dat zijhoezeer door en uit de gemeenteraden gekozen, in hunne gemeenten de vertegenwoordigers van het centrale gezag zijn en blijven, bij de uitoefening van hun ambt geene tegen standers behooren te kennen en de subordinatie tegen hoo- gergeplaatste ambtenaren in aeht moeten nemen. Te Besanfon is de heer de Mérodemonarchaaltot lid van den Senaat gekozenmet 395 st. tegen 302 op den re publikein Fernier. Zijn voorganger was een standvastig lid van het linker centrum. Van de 701 ingeschreven kiezers namen er 700 aan de stemming deel. Onlangs is in de Seine bij Saint-Ouen een in stukken gehouwen vrouwe-lijk gevondenhetwelk in de Morgue tentoongesteld aldaar eene groote menigte op eenen dag o.a., tusschen 's ochtends 8 en 's avonds 5 uren niet min der dan 20000 nieuwsgierigen gelokt heeftdoch omtrent welks „erkomst de volkomenste onzekerheid bestaat. Op last van het gerecht is thans een afgietsel van het hoofd genomen. Te Valence (Drome) is de heer Christophle, maire van Andaneette en lid van den Alg. Raad van S. Vallier, een republikein, tot lid der Kamer verkozen. De gemeenteraad van Lyon heeft met, alg. st. op 1 na eene motie aangenomen, waarbij de prefect Welche recht streeks wordt uitgenoodigd tot intrekking van het besluit zijns voorgangers üucros betreffende de zoogenaamde bur gerlijke begrafenissenwaartoe hij zich tot nog toe ongenegen tieeft betoond. Senaat. Den 15 is een aanvang gemaakt met de tweede lezing van het ontwerp betreffende de leger-organisat.ie. Ten gevolge eeuer redevoering van den maarschalk Canrolert werd art. 9, dat de bevelhebber van een legercorps tot reehlstreeksch en verantwoordelijk hoofd maakte van de ad ministratie van zijn corps, dus veranderd, dat de aministra- tie zal worden uitgeoefend door een officier onder verant woordelijkheid van den bevelhebber. De minister meende, dat art. 13 den geneesheer eene te onbeperkte macht gal' in zake de ambulance-dienst, maar zag zich genoodzaakt toe te geven aan de bedenkingen van den kolonel Bastardden heer Laboulaye en den genl. Guillemaut dat de geneesheer volmacht behoorde te hebben zou hij op doeltreifende wijze zijne taak vervullenniet slechts van ziekten te genezen maar ook te voorkomen. De minister Dufaure, door de commissie voor het voor stel- Gatineau gehoord, heeft den brief van den maarschalk de Mac Mahon, wat liet staken van de vervolgingen der Com mune betreftvoldoende achtendezichmits eenige wijzi ging, vereenigd met het eerste artikel van dat voorstel en de beide volgende onaannemelijk verklaard. Door den heer Bertauld werd in de commissie het volgende amendement voorgesteld „Art. i. De vervolging wegens feiten in ver band met den opstand van 1871 zal verjaard zijn binnen S maanden na de afkondiging dezer wet ten aanzien van alle personendie zonder deel te hebben uitgemaakt van de verkozen leden der Commune of van het Centraal Co uité, en zonder een cominandement te hebben uitgeoefend Ooven den rang van kapitein, in de gelederen der nati onale garde of op andere wijze aan den opstand hebben deelgenomendoch geenerlei onder het gemeene recht val lend misdrijf legen personen of eigendommen hebben ge pleegd. De rechten van derden worden voorbehouden, wier actiën aan de gewone bepalingen betreflende de verjaring onderworpen blijven." Een tweede artikel stelde dezelfde verjaring binnen 3 maanden na de afkondiging der wet vast, voor niet geëindigde vervolgingen. w< lke vóór de indiening ervan begonnen waren. De commissie heeft echter dit voorstel en vervolgens ook het eerste artikel van het wetsontwerp Gatineau, en daarmede dit laatste zelf, met 5 tegen 4 st. verworpen. De heer Bertauld verzocht vermelding in het procesverbaal, dat hij zijn voorstel in overleg met den minis ter Dufaure had gedaan. De heer Paris is tot verslaggever der commissie benoemd. Kameb van Afgevaardigden. Den 11 hebben de mi nisters van binn. zaken en van financiënovereenkomstig het verlangen der begrootingseommissieeen wetsontwerp ingediend tot vermindering van het telegrammen-tarief, zoo danig, dat voor elk woord boven de 20 vijf centimes^gere- kend wordt, in plaats van de verhooging bij 10 woorden te berekenen. Den 16 is na langdurige discussie waarbij de heer du Deniable (legitimist) zijne kiezers in het breede verdedigde, diens verkiezing te Avignon met 341 tegen 153 st. vernie tigd, op grond, dat de overheid, inzonderheid de prefect Doncieuxgeen dwang van allerlei aard en zelfs niet liet stichten of toelaten van bedenkelijke wanordelijkheden nage laten had om de nederlaag van den republikeinschen candidaat Gamhettate verzekeren.' Met 352 st., terwijl de rechterzijde zich onthieldwerd voorts beslotende stukken le dezer zake aan de ministers van justitie en van binn. zaken t.oe te zenken, dewijl zij, die zich aan genoemde wanordelijkheden schuldig gemaakt hadden, niet vervolgd, de ambtenaren, die hunnen plicht verzaakt haddenniet ontslagen waren geworden. Den 17 en 18 zijn de begrootingen van binn. zaken, Al giers en justitie afgehandeld. De heer Lockroy beklaagde zich ernstig over de handelwijze van den prefect van polieie te Parijs, Foisin, die eene private bijeenkomst verboden had, waarin de afgevaardigden van de syndicale kamers der werk lieden zich voorstelden met leden der linkerzijde te beraad slagen over een wetsvoorstel tot hei verleenen van rechts persoonlijkheid aan die kamers. De minister de Marcere zeidedat de prefect eenvoudig zijn plicht gedaan had, aan gezien men verzuimd had de vereischte machtiging tot de bijeenkomst aan te vragen. Voor het overige, zeide hij, zou die machtiging met recht geweigerd zijn daar er geene klassen van burgers bestonden, de werklieden even goed als anderen door het Parlement werden vertegenwoordigd en het niet aangingdat leden der Kamer builen deze eene soort van kleine onafhankelijke vertegenwoordiging van een be paalden stand op touw zetten. Met grooten nadruk deed de heer Lockroy hierop uitkomen dat de bijeenkomst, van privaten aard en het verbieden daarvan volkomen willekeur wasdat ervoorzeker, geene klassen meer konden erkend wordenmaar daarom de burgers niet minder verschillende belangen haddendat de regeering evenmin het raadplegen van werklieden behoorde te beletten, als zij zich verzet had tegen de sa r.enkomsten der bisschoppen voor het vrije hoo- ger onderwijstegen het raadplegen van reeders over de belangen der koopvaardij enz. De scheepsjongen Henri Trousselot, bekend door zijn moedig gedrag aan boord van het door grieksche en fransche matrozen vermeesterde schip Lennie is dezer dagen veroordeeld tot 6 weken tuchthuisstrafwegens het stelen van 6 shillings van de directeuren eener spoorwegmaatschappijbij welke hij in dienst was. Te Devonport is bevel ontvangen om de pantsersehepen Cyclops en Hydra onverwijld voor de actieve dienst gereed te maken. De Daily Telegraph meldtdat alle met groot verlof in Ierland vertoevende soldaten bevel hebben ontvangen om onverwijld naar hunne regimenten terug te keeren en dat de tijdelijke verloven geschorst zjjn. Lord Salisbury is den 20 met zijne secret arissen naar Kon- stantinopel vertrokken. Hij reist over ParijsBerlijn en Weenen, om aldaar met de regeeringen te confereeren. Prins Gortschakoff heeft den 7 eene depeehe aan den ge zant te Londen gerichtwaarin verklaard wordtdat de regeering met genoegen gezien heeft-, dat, lord Derby in zijne depeehe van 30 Oet. de pogingen van Rusland om met Engeland samen te werken toont te waardeeren. Wijzende op het mislukken der diplomatieke pogingen betoogt hij de noodzakelijkheid van de ongeschondenheid van Turkije aan de waarborgen voor hervorming ondergeschikt te maken welke door de menschelijkkeid en tot behoud van den vrede van Europa geëischt kunnen worden. Hij ontkentdat Rusland bijbedoelingen ten aanzien van Konstantinopel heeft, en drukt tegenover de tweede tot, den russisckeu gezautfloor lord Derby gerichte depecbe van 22 OctoberRuslands leed wezen uit over het feit, dat Engeland aan ongegronde vermoe dens voet geeft [de inhoud dezer depeehe is is Ehgeiaud op uitdrukkelijk verzoek van den russiscken gezantopen baar gemaakt]. Aan den engelschen gezant heeft de Keizer [en zulks vóór de oorlogzuchtige toespraak van lord Beaconsjield aan het feestmaal van den londeuschen lord-mayor] gezegd dat hij niet begreepwaarom Engeland en Rusland niet sa men konden gaandaar toch beiden één doel haddenhet behoud van den vrede en het verbeteren van het lot der turksche christenen. Hij had het mogelijke gedaan om eene vreedzame oplossing te verkrijgen, maar de bitse wei geringen van de Porte hadden den toest,nd onverdragelyk gemaakt. Indien Europa niet krachtdadig optrad, zou Rusland genoodzaakt zijn alleen te handelen. De Czaar gaf zijn leedwezen te kennen over het wantrouwen van Enge land ten opzichte van aanvallen van de zijde van Rusland. Hij verklaarde plechtig, dat hij geene veroveringen verlang de. Het zoogenaamde testament van Peter den Groote en de oogmerken van Keizerin Catharina waren hersenschimmen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1876 | | pagina 1