t\
No. 7.
Negenenzeventigste
Jaargang
1877,
ZONDAG
18 FEBRUARI.
Aan welke zijde beslaat gevaar?
<5>fficiccl (OcbceJUc
©EiickcÜjkschc Berichten
A A
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,S3franco per post f 0,8 O,
afzonderlijke nwnmers 3 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON.
T.
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende
■wekelijksche berichten, verslag van den
gmeenteraad en advertentiën.
SCHULDVORDERINGEN TEN LASTE
VAN HET RIJK.
De COMMISSARIS des KONINGS in Noordholland
herinnert alle autoriteitenen een ieder die daarbij belang
heeft, aan de bepalingen der wet van den 8 November 1815
(Staatsblad No. 51) en aan den inhoud van art. 29 der wet.
van den 5 October 1841 (Staatsblad No. 10), betreffende
de verevening van schuldvorderingen ten laste van het Rijk,
met aanmaning om zoodanige schuldvorderingen zoo spoedig
mogelijkimmers vóór den eersten ,/utij aanstaandein te die
nen aangezien aan die wetsbepalingenzoo nu als in het ver
volg, stiptelijk de hand zal worden gehouden.
Haarlem, den 30 Januarij 1877.
He Commissaris des Konings voornd.,
RöELL.
BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat ieder bevoegd is zieh
van de dienst bij het brandwezen vrij te koopen tegen be
taling van f 3.vóór de loting in de maand Februari en
van f 6,-- na de loting in de maand April e.k.
Burgemeester en ik et houders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
1 Febr. 1877. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN,
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR herinnert de
belanghebbenden, dat hij op Vrijdag 23 Februari aanstaande,
's namiddags ten 6 ure, zitting zal houden ten raadbuize
dezer gemeente tot het ontvangen der getuigen voor broe-
derdienst en eenigen zoon.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd
16 Febr. 1877. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat zij in hunne vergadering
van 12 Februari 1877 hebben ingewilligd het verzoek van
Cornells Breevoort, Smid te Alkmaar, om vergunning tot het
oprigteu eener Smederij in het perceel aan het Pavglop,
wijk A, No. 117.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
13 Febr. 1877. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
Jan Hagenaarlaatst gewoond te Broek op Langendijk
Johanna Clasina Koopmanlaatst gewoond te Haarlemmer
meer en Gerrit de Cries, worden verzocht zich ter gemeente
secretarie aantemelden.
P O L I C 1 E.
Ter terugbekoming aan het Commissariaat van Policie
voorhanden het navolgende gevondene, als: een zwarte
vrouwezak met portemonnaie en zakdoekeen sleuteltjeeen
grijze handschoen.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn
verzanden gedurende de le. helft der maand Januari 1870.
M. A. de LeeuwL. AstraB. TonH. v. d. Heyde
Amsterdam; R. Pool, Barsingerhorn; Maartje Groot, Berk
meer; K. J. Engering, Bergen op Zoom; Mevr. de Wit,
Broek; G. Beers, Heer Hugo Waard; S. van der Peet,
de Schermer; Krap, OudesluisJ. Maletijt, Termuntea.
Van de Hulpkantoren
Spanbroek, A. Schouten, de Zijpe.
Egmond aan ZeeJ. van der PlasAmsterdam.
St. PanerasWed. W. Schaar, Utrecht.
Briefkaarten. H. Fettjes, W. Geveker, Amsterdam.
Hetgeen in ons vorig nummer uit de in 1857 tusschen
de Regeering eu de Vertegenwoordiging gewisselde stukken
in herinaering is gebracht, toont duidelijk aan, wat hij het
tot stand komen der wet op het lager onderwijs de bedoe
ling is geweest der bepaling van art. 16, die in elke ge
meente een aantal openbare lagere scholen voorschrijft, vol
doende voor de bevolking en de behoefte. Evenmin als
thans de Regeering wilde men toen, openbare scholen op
richten voor alle kinderen, die in de jaren vallen om lager
onderwijs te ontvangen, zonder te letten op de bestaande bijzon
dere scholen. De beschouwing der tegenwoordige Regeering
omtrent de vervulling van dezen plicht der overheid ver
schilt van de opvatting van 1857 niet door hetgeen gezegd,
maar door hetgeen niet gezegd wordt. Het moet niet kun
nen voorkomen, zeide men in 1857, dat ouders, die hunne
kinderen naar de openbare school willen zendendaartoe
geen gelegenheid vinden. Daarom moet in elke gemeente
althans ééne eigen openbare school bestaan, of een gemeen
schappelijke school met een andere gemeente moet in de
behoefte kunnen voorzien. Zelfs een gesubsidieerde bij
zondere schoolofschoon evenals de openbare voor alle kin
deren zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid toe
gankelijk en onzijdig op godsdienstig gebied, is niet voldoende.
Men plaatste het openbaar onderwijs uitdrukkelijk op den
voorgrond, en herinnerde dat dit hoofdzaak moet blijven
en het goede bijzondere tot aanvulling mag dienen. Van
dat alles vindt men in de toelichting van het tegenwoordig
ontwerp geen woord. Daarin evenals in het weglaten van
het woord overal, wanneer art. 194 der Grondwet wordt
aangehaald, ligt een ernstige waarschuwing voor hen die
niet willen afwijken van den tot nog toe gevolgden weg.
In 1857 achtte men een toevoeging, een verduidelijking
of aanvulling van art. 16 niet alleen onnoodigmaar ook
Onraadzaam. Men vreesdedat zij het voorschrift van dit
artikel onnoodig zou verzwakken. Is zulk een aanvul
ling thans noodzakelijk Die noodzakelijkheid zou dan toch
bewezen moeten worden. In 1857 stond men voor een ge
heel nieuwe wet. De gemeenteraden hadden hare voorschrif
ten toe te passen. Binnen drie jaren moest het aantal op
te richten scholen in elke gemeente zijn bepaald naar de be
volking en de behoefte. Thans is de wet bijna twintig jaren
in werking. Naar aanleiding van de wijzigingen die in de
wet worden voorgesteld behoeven geen nieuwe scholen te
worden opgericht. De verhouding tusschen de openbare en
bijzondere scholen heeft zich in den loop dier jaren in de
verschillende gemeenten gevestigd. Zal men dan tnans een
verduidelijking noodig hebben van een weisvoorschrift dat
reeds twintig jaren oud is? Hebben de gemeenteraden mis
schien het voorschrift der wet, verkeerd opgevat en toegepast?
Neenen dit verdient vooral de aandacht de Regee
ring verklaart uitdrukkelijkdat de nieuwe bepalingdie
zij aan art. 16 wil toevoegen, is in den zin die met
de prakt ij k en ook met de Grondwet overeen
komt. Sinds wanneer, mag men vragen, heeft men behoefte
gevoeld aan regeling bij de wet van de toepassing eener
wetsbepaling, waaromtrent twintig jaren lang een goede
praktijk is gevolgd Tot nog toe was het gebruikelijkal
leen dan tot wettelijke regeling zijn toevlucht te uemen
wanneer men oordeelde dat een wetsartikel verkeerdin
strijd met de bedoeling des wetgevers, in afwijking van
den geest der Grondwet werd toegepast. Om haar toevoe
ging aan art. 16 te rechtvaardigenhad de Regeering dan
ook behooren aan te toonendat men van den goeden weg
was afgeweken. Zij erkent het tegendeel. Is nu niet de
vrees gewettigd, dat men door nieuwe voorschriften te geven
aanleiding geeft tot verandering van de tot dus verre ge
volgde goede praktijk? Tegen dit gevaar weegt niet op de
eenvoudige mogelijkheid, dat men vroeger of later
van de goede praktijk zal afwijken.
Op tweeërlei manier kan aan art. 16 een toepassing wor
den gegeven in strijd met de bedoeling des weteevers en
der Grondwet. Men kan te weinig, men kan ook te veel
scholen oprichten. Dat de Regeering niet het eerste maar
het tweede vreestblijkt uit de toelichting van het ontwerp.
Op de vraagwaarop men te letten heeft bij de beoordee
ling der behoefte aan openbare scholenverklaart de
Regeering in haar toevoeging aan art. 16 een antwoord te
geven in den zin die met, de praktijk ennaar hare overt,ui-
ningook met de Grondwet overeenkomt„en de gemeente
ontheft van de verplichting tot het aanwenden van geheel
onnoodigedikwijls zeer aanzienlijke kosten. Het zou niet
aangaanzegt zijde oprichting van openbare scholen te
bevelen voor kinderenwaarvan men te voren weetdat zij
er toch geen gebruik van zuilen maken." Uit hetgeen in
het laatste regeeringsverlag (over het jaar 1875—-1876) wordt
medegedeeld, blijkt echter geenszins, dat er een streven
bestaat om in die richting te zondigen. Veeleer ontbreekt
het niet aan sporen van een neiging in tegenovergestelde
richting. De tusschenkomst des Konings moest door eenige
ingezetenen van het Loogemeente Bergeykworden inge
roepen tot bevordering van de oprichting eener school. ^In
1872 bevolen Gedeputeerde Staten van Noord-Braband de
oprichting van een tweede school te Helmond, en in 1875
werd, ter voldoening aan dat bevel, het bestaande lo
kaal vergroot en verbeterd. Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland moesten de oprichting eener school bevelen te
Kwintsheul, gemeente Monster; de gemeenteraad kwam van
dat besluit in hooger beroep bij den Koning de beslissing
zal in bet volgend verslag worden medegedeeld. Gedepu
teerde Staten van Zeeland bevalen de oprichting eener tweede
school te IJzendijke, en een hooger beroep van dat besluit
werd door den Koning ongegrond verklaard. Naar aanlei
ding van een verzoek van 69 inwoners van Heggerda, ge
meente VVesteilingwerfwerd door Gedeputeerde Staten van
Friesland de oprichting eener school aldaar bevolenin
welk besluit door den gemeenteraad is berust. Eenige in
gezetenen van Oosterbierum gemeente Barradeelverzoch
ten van den gemeenteraad, zoowel als van den Minister
van Binnenlandsche Zakendefinitieve of althans tijdelijke
opheffing van de openbare school aldaar, doch ontvingen
van beide zijden een afwijzende beschikking. De tusschen
komst van Gedeputeerde Staten van Overijsel was noodig
om te voorkomen dat uitvoerirg werd gegeven aan een be
sluit van den gemeenteraad van üldenzaal tot opheffing van
eene der openbare scholen; te vergeefs kwam de raad in
hooger beroep bij den Koning. De gemeenteraad van Norg
besloot tot opheffing van de school te Langelo. Eenige in
gezetenen wendden zieh te vergeefs tot, den Koning mei
verzoek om vernietiging van dat raadsbesluit. Uit een en
ander schijnt te blijken dat de gemeenteraden niet nalatig
zijn in het, opheffen van overbodige scholenen nog wel
eens eenige aansporing behoeven tot voldoening aan de be
hoefte door vermeerdering van haar getal.
In plaats van te wijzen op het onnoodig en geldverspillend
stichten van openbare lagere scholenziet de steller van het
verslag zich verplicht den lezer, die uit zijn opgaven van
feiten en cijfers allicht zou kunnen opmaken, dat eigenlijk
niet overal van overheidswege voor voldoend openbaar lager
onderwijs wordt gezorgdzoo mogelijk tot een gunstige
meening te brengen. Immers alleen in de provincie Utrecht,
bestaan nog twaalf gemeenten waar geen openbare scholen
worden gevonden en daaronder zijn er achtdie zelfs geen
gemeenschappelijke scholen met, andere gemeenten bezitten
Het zijn de gemeenten HaarzuilensHoenkoop, Laagnieuw-
koop. LoenersiootRijzenburgSnelrewaard. Veldhuizen en
Willeskop. Omtrent dit we! eenigzins bevreemdend feit zegt
bet, verslag: Daar in die gemeenten, waar geen openbare
scholen gevestigd warengelegenheid bestond om in naburige
plaatsen onderwijs te ontvangen, werd ook in 1875 aan art.
194, 3e lid der Grondwet voldaan." Twijfel is geoorloofd
of wel ieder met deze slotsom van 's Ministers beschouwim
gen zal instemmen. Dat er alles behalve overvloed van
scholen is, blijkt, overigens duidelijk genoeg uit een andere
zinsnede van het verslag, waar wij lezen„Ofschoon er nog
altijd gemeenten zijn, waarvan de ver afgelegen deelen voor
het bezoek der school in ongunstigen toestand verkeeren
kunnen toch de bestaande scholen geacht worden in 't alge
meen voldoende in de behoefte der bevolking te voorzien."
Prachtige redeneering inderdaad Wat beduidt hier in 't al
gemeen f Het kan niets anders beteekenen dan grootendeels
en dit schoone staaltje van kanselarijstijl, overgebracht inde
taal des gewonen levens, zegt ons dus eenvoudig, dat in de
meeste gemeenten de toestand voldoendein enkele nog on
gunstig is voor het schoolbezoek. Maar de toestand" mag
niet voldoende genoemd wordendan wanneer bij in alle
gemeenten voor 't schoolbezoek gunstig is.
Hier raken wij een schaduwzijde van het schoolwezen in
ons vaderland. De scholen zijn er te schaarse!:. Er zijn
weinig beschaafde landen, waar de kinderen buiten de steden
zoo ver moeten gaan om de school te bereiken. Zooals wij
vroeger reeds eenmaal hebben opgemerkt, telt b.v. Zwitser
land, dat ongeveer even groot is als Nederland, maar waar
van de bevolking een miljoen minder bedraagt, ruim tweemaal
zooveel scholen als ons land, en bezit Baden 8Saksen 7
lieieren 5%, Pruisen 5, en Nederland 4 scholen op elke vier
kante geographische mijl. De slotsom van onze beschouwingen
kan dus wel geen andere zijn, dan dat de praktijkdie tot,
nog toe gevolgd isen die de Regeering goedkeurt en in
overeenstemming acht met, de bedoeling van de Grondwet,
zeker niet van den goeden weg is afgeweken door te veel
scholen te doen verrijzen; dat integendeel de scholen te
sehaarsch over het land zijn verspreid, en dat wij alles be
halve behoefte hebben aan voorschriften, die het stichten van
een onnoodig groet aantal scholen voorkomen. De toevoeging
aan art. 16 is dus in alle opzichten verwerpelijk.
ISiiuit>iiland.
Staten-Generaal. Het ingediende wetsontwerp tot wij-
ziging van het Wetboek van Burg/- Rechtsvordering heeft ten
doel algemeene afschaffing van het procuraatinvoering der
summiere proces-orde in alle zaken en in verband daarmede
zoodanige regeling van de afdoening der exception en inei-
denteele vorderingendat door de daarop te wijzen vonnis
sen, welker beteekening in de gevallen, voorzién bij de art.
161 al. 1 en 249a nieuw, niet langer noodig zal zijn tot
voortzetting van het, gedingde zaak in den regel met van
de rol geraakt. De bestaande procureurs zijn even als de
advocaten bevoegd tot vertegenwoordiging van parlijeu en
tot het houden der pleidooien in burgerlijke zaken bij de
eollegiën waarbij zij zijn aangesteld.
Den 13 is bij de 2®. Kamer ingekomen een wetsontwerp
tot herziening der kieswet en van eenige bepalingen der
provinciale en gemeentewet, met de kieswet in verband
staande, Het beyat o.a. deze hoofdbepalingen: I». dat als
regel enkele kiesdistricten worden aangenomen met uitzon
dering alleen voor Amsterdam Rotterdam 's Gravenhage
en Utrecht,2° dat er eeue algemeene censusverlaging wordt
voorgesteld voor de gemeenten waar het minimum van 20
wordt te boven gegaan, en dat het maximum voor het platte
land op 28 wordt gesteld; 3°, dat aan de zoogenaamde
capaciteiten tegen een lageren census het stemrecht wordt
loegekend 4°. dat voortaan de aanslag in de directe belas-
tingen niet zal gelijk staan met betalingmaar voor het,
patent, uitoefening van het beroepwaarvoor men patent
vraagt, geëischt wordt om stemgerechtigd te zijn. Het doel
van deze bepaling is om de „kunstmatige kiezersteelt" tegen
te gaan. Amsterdam bekomt 6 Rotterdam 3's Graven
hage 2 en Utrecht met bijvoeging van verscheidene omlig
gende gemeenten 2 leden der 2». Kamer, en 71 districten
bekomen ieder lid. De vermeerdering van het aantal kiezers
voor de 2®. Kamer en de Prov. Staten zal p. m. 131100,
voor de gemeenteraden p. m. 16,500 bedragen.
Den 13 is ten aanzien van de conclusie der commissie van
enquête nopens de koopvaardijvlootwelke niet minder dan
17 punten inhieldop voorstel van den heer Blussé, met 26
tegen 20 st., beslotenonder dankbetuiging aan allen die
het onderzoek ingesteld en inlichtingen gegeven hebben,
het verslagde verbalen en bijlagen te doen drukken en te
verzenden aan 6 ministers.
Den 15 is het ontwerp tot wijziging van de tariefwet met
48 tegen 16 st,. aangenomen; daarop zijn amendementen
goedgekeurd van de heeren v. d. Loef}, Meinesz en de Bruyn
Kops, tot vrijstelling van gereedschappen (ook voor den
landbouw), kalk en steenvan duigenvaat- en kuipwerk
en van ruwe of ongebleekte drukkatoen ten gebruike van
katoendrukkerijen en ververijen; terwijl de minister heeft
overgenomen een amendement van den beer v. d. Loet}, tol
dadelijke algeheele afschaffing van het uitvoerrecht, op de
lompen. De voorgestelde verhooging van het invoerrecht
van thee was door den minister ingetrokken. Den 15 is
een wetsontwerp ingekomen tot vervroeging van het tijdstip
van aanvang der meerderjarigheid van 23 op 21 jaren en
afschaffing der venia aetatis.
Den 16 is het ontwerp tot verhooging van den accijns op
het gedestilleerd met f 4 per vat met 47 tegen 3 st., het
ontwerp op de quarantaine (overeenkomstig een amendement
der commissie van rapporteurs alleen op pest, gele koorts en
cholera toepasselijk), en dat tot aanvulling der wet op de
besmettelijke ziekten met alg. st. aangenomen.
Benoemingen enz. De heer II. F. G. Wagner is, op zijn
verzoekeervol ontslagen als gouverneur van Curasao en
vervangen door den kapt. ter zee H. B. Kip, thans gedeta
cheerd bij het, dep. van marine.
De thans in hechtenis zijnde secretaris der Amslerdamsche
Kanaalmaatschappij P. H. Bruyn is ontslagen als schoolop
ziener in het tweede district van Noordholland.
Verkiezingen. 14 Ingezetenen van Roermondewaar
onder ook de suisse van de hoofdkerk, hebben te Maasbracht
een patent als schipper genomen, om zoodoende hun aanslag
te Roermonde tot 14 te brengen en op de kiezerslijsten
gebracht te kunnen worden.
Militaire zaken. Ter bevordering der persoonlijke ver
vulling van den dienstplichtwordt bij kon. besluit van den
7 aan loteliugendie aan zekere eischen van geschiktheid
voldoen, een diensttijd van 10 in plaats van 12 maasden
toegestaanhun de keus gelaten van corps en garnizoen
huisvesting bij elkander gegeven in de kazernemet recht
om voor eigen rekening buiten dienst fijne uniform Ie dra
gen eu zoo mogelijk met, elkander of met aspirant-onderoffi
cieren en korporaals menage te bonden. Zij komen in de
eerste plaats voor militie-kader in aanmerking.
Onderwijs. Volgens den leidschen Studentenalmanak stu-
deeren te Leiden 45 personen in de godgeleerdheid65 in de
wis- en natuurk., 67 in de letteren, 177 iu de geneesk. en
510 in de rechten te zamen 864, terwijl nog 139 elders stu
deerenden bij den academie aldaar ingeschreven zijn. Gro
ningen telt volgens den Studentenalmanak 205 studenten
waarvan 49 in de letteren60 in de wis- en natuurk., 38
in de rechten, 40 in de geneesk. en 18 in de godgeleerd
heid liet Atheneum IUustre te Amsterdam 399 studenten
waarvan 12 in de godgeleerdheid, 45 in de rechten 13 in
de letteren, 8 in de wis- en natuurk. eu 321 iu de genees
kunde (250 voor militaire artsen en 24 pharmaceuten).
Het bestuur der Vereeniging van Gymnastiek-onderwij-
zers in Nederland heeft zich bij adres tot de 2". Kamer
gewendom zijne teleurstelling uit te drukken dat in het
wetsontwerp op het lager onderwijs de gymnastiek niet is
opgenomen ouder de verplichte vakken.
Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen heeft de departementen bij circulaire aangespoord tot
overweging van geest eu strekking der ingediende onder
wijswet, en inzonderheid de aandacht gevestigd op deze 2
puntende verplichte schoolgeldheffing en de interpretatie
van art. 194 der grondwet.
Nijverheid. Naar aanleiding van den aanleg van spoor
wegen in N.-Indie, hebben de groote ijzerindustriën in ons
land op nieuw een adres aan de ministers van binn. zaken
en van koloniën ingediendstrekkende om de regeering te
bewegende belangen der binnenlandsche industrie meer in
het oog te houden en haar in staat te stellen om met betere
kansen tegen de mededinging der buitenlandsche op te treden.
Den 11 is te Amsterdam weder eene stoomdiamantslijperij
geopendnamelijk die van Gebr. Gompertsaan de Valken
burgerstraat.
Aanbestedingen. Het afsluiten van het Lemsterkop in
Friesland door een steenen kapwerk is aangenomen door
f otker, te Dordrecht, voor 5i 2,200.
Den 8, te Amsterdam, door bestuurderen der Maatschappij
voor den Werkenden Stand, her vergrooten van het school
gebouw, minste inschr. Reinierse, voor f 16,900.
Den 12, te Gouda, het vergrooten der burger-avond
school, minste inschr. H. J. Rederhorst, voor f 11,111.
De gemeenteraad van Amsterdam heeft den 7 aange
nomen een voorstel van den heer H. Jv. Lennep tot het
maken van stoomwerktuigen te Zeeburg, ten einde te voor
zien in het waterbezwaar in de gemeenteen tot zooda"hig
vermogendat zij in staat zullen zijn 630,000 kub. ellen
water in 8 nachturen, ook ouder ongunstige omstandigheden,
te kunnen wegmalen-
Keulsche Vaart. In het ontwerp van wet, thans bij
den Raad^van State aanhangig, tot gedeeltelijke droogma
king der Zuiderzeeis tevens voorgesteldvoor rekening
van het Rijk de verbinding van Amsterdam met de Gelder-
sche Vallei te nemen.
Giften. Op een gemaskerd bal, den 10 te Haarlem in
de socieceit „Vereeniging" gehoudenis door eenige als
markers gecosturneerde leden eene collecte gedaan voor de
noodlijdenden door overstrooming op het eiland Marken
welke f 100,43 heeft opgebracht.
Rampen, Een sehipgeladen met 30000 ponden pzer,
is nabij Gorinchem gezonken. De opvarenden werden met
moeite gered.
Veepest. Het hoofdbestuur der Holl. Maatschappij van
Landbouw heeft de afdeelingsbesturen gewezen op het ge
vaar, dat onzen veestapel bedreigt door den in Duitschland
(zelfs te Emden) en in Engeland verschenen veet.yphusen
tot behoedzaamheid aangemaandmet waarschuwing vooral
tegen het toelaten van vreemde kooplieden in de veestallen.
Rechtszaken. Den 10 zijn te Amsterdam 3 personen in
hechtenis genomenverdacht van den diefstal ten huize van
den heer Giesaan den Singelte hebben gepleegd. Zij
trachtten in eene tapperij aan een vierden persoon een der
gestolen effecten te verkoopenwaarop een paar policie-
agénten hiervan verwittigdhen achtervolgden en in een
slagerswinkel arresteerden. Zij werden in het bezit bevon
den van valscbe sleutelsloopersbreekijzers en nijptangen,
en zijp alle reeds vroeger veroordeeld geweest.
De beruchte C. L. Schoort, van wiens oplichterijen in de
laatste jaren zoo menigeen het slachtoffer werdis den 13
uit. Antwerpen overgebracht naar het huis van arrest te Breda.
Internationale Tuinbouw-tentoonstelling te Am
sterdam. De Koning heeft f 2000 beschikbaar gesteld
prins Frederik 2 groote2 dubbele en 2 enkele gouden en
2 groote en 2 enkele zilveren medaljes, prinses Marianne
2 dubbele gouden medaljes.
Sterke drank. 2 Knechts van de apotheek in het bin
nengasthuis te Amsterdam dachten zich den 11 aan sterken
drank te vergasten en hadden zich daartoe in het bezit ge
steld van eene flesch uit de apotheekwaarin, zoo zij meen
den, wijngeest zou aanwezig zijn. Een hunner is kort na
het gebruik van het vocht, de tweede een paar dagen later
overleden.
Te Amsterdam en te Rotterdam zijn dezer dagen de
wapenborden ingenomen der consulaten van den voormaligen
Kerkelijken Staat.