t\ No. 7. Negenenzeventigste Jaargang 1877, ZONDAG 18 FEBRUARI. Aan welke zijde beslaat gevaar? <5>fficiccl (OcbceJUc ©EiickcÜjkschc Berichten A A Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,S3franco per post f 0,8 O, afzonderlijke nwnmers 3 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM". COSTER ZOON. T. De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Centsgroote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende ■wekelijksche berichten, verslag van den gmeenteraad en advertentiën. SCHULDVORDERINGEN TEN LASTE VAN HET RIJK. De COMMISSARIS des KONINGS in Noordholland herinnert alle autoriteitenen een ieder die daarbij belang heeft, aan de bepalingen der wet van den 8 November 1815 (Staatsblad No. 51) en aan den inhoud van art. 29 der wet. van den 5 October 1841 (Staatsblad No. 10), betreffende de verevening van schuldvorderingen ten laste van het Rijk, met aanmaning om zoodanige schuldvorderingen zoo spoedig mogelijkimmers vóór den eersten ,/utij aanstaandein te die nen aangezien aan die wetsbepalingenzoo nu als in het ver volg, stiptelijk de hand zal worden gehouden. Haarlem, den 30 Januarij 1877. He Commissaris des Konings voornd., RöELL. BURGEMEESTER enWETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat ieder bevoegd is zieh van de dienst bij het brandwezen vrij te koopen tegen be taling van f 3.vóór de loting in de maand Februari en van f 6,-- na de loting in de maand April e.k. Burgemeester en ik et houders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 1 Febr. 1877. De Secretaris, NUHOUT van der VEEN, NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER van ALKMAAR herinnert de belanghebbenden, dat hij op Vrijdag 23 Februari aanstaande, 's namiddags ten 6 ure, zitting zal houden ten raadbuize dezer gemeente tot het ontvangen der getuigen voor broe- derdienst en eenigen zoon. Alkmaar, De Burgemeester voornoemd 16 Febr. 1877. A. MACLAINE PONT. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat zij in hunne vergadering van 12 Februari 1877 hebben ingewilligd het verzoek van Cornells Breevoort, Smid te Alkmaar, om vergunning tot het oprigteu eener Smederij in het perceel aan het Pavglop, wijk A, No. 117. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar. A. MACLAINE PONT. 13 Febr. 1877. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. Jan Hagenaarlaatst gewoond te Broek op Langendijk Johanna Clasina Koopmanlaatst gewoond te Haarlemmer meer en Gerrit de Cries, worden verzocht zich ter gemeente secretarie aantemelden. P O L I C 1 E. Ter terugbekoming aan het Commissariaat van Policie voorhanden het navolgende gevondene, als: een zwarte vrouwezak met portemonnaie en zakdoekeen sleuteltjeeen grijze handschoen. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn verzanden gedurende de le. helft der maand Januari 1870. M. A. de LeeuwL. AstraB. TonH. v. d. Heyde Amsterdam; R. Pool, Barsingerhorn; Maartje Groot, Berk meer; K. J. Engering, Bergen op Zoom; Mevr. de Wit, Broek; G. Beers, Heer Hugo Waard; S. van der Peet, de Schermer; Krap, OudesluisJ. Maletijt, Termuntea. Van de Hulpkantoren Spanbroek, A. Schouten, de Zijpe. Egmond aan ZeeJ. van der PlasAmsterdam. St. PanerasWed. W. Schaar, Utrecht. Briefkaarten. H. Fettjes, W. Geveker, Amsterdam. Hetgeen in ons vorig nummer uit de in 1857 tusschen de Regeering eu de Vertegenwoordiging gewisselde stukken in herinaering is gebracht, toont duidelijk aan, wat hij het tot stand komen der wet op het lager onderwijs de bedoe ling is geweest der bepaling van art. 16, die in elke ge meente een aantal openbare lagere scholen voorschrijft, vol doende voor de bevolking en de behoefte. Evenmin als thans de Regeering wilde men toen, openbare scholen op richten voor alle kinderen, die in de jaren vallen om lager onderwijs te ontvangen, zonder te letten op de bestaande bijzon dere scholen. De beschouwing der tegenwoordige Regeering omtrent de vervulling van dezen plicht der overheid ver schilt van de opvatting van 1857 niet door hetgeen gezegd, maar door hetgeen niet gezegd wordt. Het moet niet kun nen voorkomen, zeide men in 1857, dat ouders, die hunne kinderen naar de openbare school willen zendendaartoe geen gelegenheid vinden. Daarom moet in elke gemeente althans ééne eigen openbare school bestaan, of een gemeen schappelijke school met een andere gemeente moet in de behoefte kunnen voorzien. Zelfs een gesubsidieerde bij zondere schoolofschoon evenals de openbare voor alle kin deren zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid toe gankelijk en onzijdig op godsdienstig gebied, is niet voldoende. Men plaatste het openbaar onderwijs uitdrukkelijk op den voorgrond, en herinnerde dat dit hoofdzaak moet blijven en het goede bijzondere tot aanvulling mag dienen. Van dat alles vindt men in de toelichting van het tegenwoordig ontwerp geen woord. Daarin evenals in het weglaten van het woord overal, wanneer art. 194 der Grondwet wordt aangehaald, ligt een ernstige waarschuwing voor hen die niet willen afwijken van den tot nog toe gevolgden weg. In 1857 achtte men een toevoeging, een verduidelijking of aanvulling van art. 16 niet alleen onnoodigmaar ook Onraadzaam. Men vreesdedat zij het voorschrift van dit artikel onnoodig zou verzwakken. Is zulk een aanvul ling thans noodzakelijk Die noodzakelijkheid zou dan toch bewezen moeten worden. In 1857 stond men voor een ge heel nieuwe wet. De gemeenteraden hadden hare voorschrif ten toe te passen. Binnen drie jaren moest het aantal op te richten scholen in elke gemeente zijn bepaald naar de be volking en de behoefte. Thans is de wet bijna twintig jaren in werking. Naar aanleiding van de wijzigingen die in de wet worden voorgesteld behoeven geen nieuwe scholen te worden opgericht. De verhouding tusschen de openbare en bijzondere scholen heeft zich in den loop dier jaren in de verschillende gemeenten gevestigd. Zal men dan tnans een verduidelijking noodig hebben van een weisvoorschrift dat reeds twintig jaren oud is? Hebben de gemeenteraden mis schien het voorschrift der wet, verkeerd opgevat en toegepast? Neenen dit verdient vooral de aandacht de Regee ring verklaart uitdrukkelijkdat de nieuwe bepalingdie zij aan art. 16 wil toevoegen, is in den zin die met de prakt ij k en ook met de Grondwet overeen komt. Sinds wanneer, mag men vragen, heeft men behoefte gevoeld aan regeling bij de wet van de toepassing eener wetsbepaling, waaromtrent twintig jaren lang een goede praktijk is gevolgd Tot nog toe was het gebruikelijkal leen dan tot wettelijke regeling zijn toevlucht te uemen wanneer men oordeelde dat een wetsartikel verkeerdin strijd met de bedoeling des wetgevers, in afwijking van den geest der Grondwet werd toegepast. Om haar toevoe ging aan art. 16 te rechtvaardigenhad de Regeering dan ook behooren aan te toonendat men van den goeden weg was afgeweken. Zij erkent het tegendeel. Is nu niet de vrees gewettigd, dat men door nieuwe voorschriften te geven aanleiding geeft tot verandering van de tot dus verre ge volgde goede praktijk? Tegen dit gevaar weegt niet op de eenvoudige mogelijkheid, dat men vroeger of later van de goede praktijk zal afwijken. Op tweeërlei manier kan aan art. 16 een toepassing wor den gegeven in strijd met de bedoeling des weteevers en der Grondwet. Men kan te weinig, men kan ook te veel scholen oprichten. Dat de Regeering niet het eerste maar het tweede vreestblijkt uit de toelichting van het ontwerp. Op de vraagwaarop men te letten heeft bij de beoordee ling der behoefte aan openbare scholenverklaart de Regeering in haar toevoeging aan art. 16 een antwoord te geven in den zin die met, de praktijk ennaar hare overt,ui- ningook met de Grondwet overeenkomt„en de gemeente ontheft van de verplichting tot het aanwenden van geheel onnoodigedikwijls zeer aanzienlijke kosten. Het zou niet aangaanzegt zijde oprichting van openbare scholen te bevelen voor kinderenwaarvan men te voren weetdat zij er toch geen gebruik van zuilen maken." Uit hetgeen in het laatste regeeringsverlag (over het jaar 1875—-1876) wordt medegedeeld, blijkt echter geenszins, dat er een streven bestaat om in die richting te zondigen. Veeleer ontbreekt het niet aan sporen van een neiging in tegenovergestelde richting. De tusschenkomst des Konings moest door eenige ingezetenen van het Loogemeente Bergeykworden inge roepen tot bevordering van de oprichting eener school. ^In 1872 bevolen Gedeputeerde Staten van Noord-Braband de oprichting van een tweede school te Helmond, en in 1875 werd, ter voldoening aan dat bevel, het bestaande lo kaal vergroot en verbeterd. Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland moesten de oprichting eener school bevelen te Kwintsheul, gemeente Monster; de gemeenteraad kwam van dat besluit in hooger beroep bij den Koning de beslissing zal in bet volgend verslag worden medegedeeld. Gedepu teerde Staten van Zeeland bevalen de oprichting eener tweede school te IJzendijke, en een hooger beroep van dat besluit werd door den Koning ongegrond verklaard. Naar aanlei ding van een verzoek van 69 inwoners van Heggerda, ge meente VVesteilingwerfwerd door Gedeputeerde Staten van Friesland de oprichting eener school aldaar bevolenin welk besluit door den gemeenteraad is berust. Eenige in gezetenen van Oosterbierum gemeente Barradeelverzoch ten van den gemeenteraad, zoowel als van den Minister van Binnenlandsche Zakendefinitieve of althans tijdelijke opheffing van de openbare school aldaar, doch ontvingen van beide zijden een afwijzende beschikking. De tusschen komst van Gedeputeerde Staten van Overijsel was noodig om te voorkomen dat uitvoerirg werd gegeven aan een be sluit van den gemeenteraad van üldenzaal tot opheffing van eene der openbare scholen; te vergeefs kwam de raad in hooger beroep bij den Koning. De gemeenteraad van Norg besloot tot opheffing van de school te Langelo. Eenige in gezetenen wendden zieh te vergeefs tot, den Koning mei verzoek om vernietiging van dat raadsbesluit. Uit een en ander schijnt te blijken dat de gemeenteraden niet nalatig zijn in het, opheffen van overbodige scholenen nog wel eens eenige aansporing behoeven tot voldoening aan de be hoefte door vermeerdering van haar getal. In plaats van te wijzen op het onnoodig en geldverspillend stichten van openbare lagere scholenziet de steller van het verslag zich verplicht den lezer, die uit zijn opgaven van feiten en cijfers allicht zou kunnen opmaken, dat eigenlijk niet overal van overheidswege voor voldoend openbaar lager onderwijs wordt gezorgdzoo mogelijk tot een gunstige meening te brengen. Immers alleen in de provincie Utrecht, bestaan nog twaalf gemeenten waar geen openbare scholen worden gevonden en daaronder zijn er achtdie zelfs geen gemeenschappelijke scholen met, andere gemeenten bezitten Het zijn de gemeenten HaarzuilensHoenkoop, Laagnieuw- koop. LoenersiootRijzenburgSnelrewaard. Veldhuizen en Willeskop. Omtrent dit we! eenigzins bevreemdend feit zegt bet, verslag: Daar in die gemeenten, waar geen openbare scholen gevestigd warengelegenheid bestond om in naburige plaatsen onderwijs te ontvangen, werd ook in 1875 aan art. 194, 3e lid der Grondwet voldaan." Twijfel is geoorloofd of wel ieder met deze slotsom van 's Ministers beschouwim gen zal instemmen. Dat er alles behalve overvloed van scholen is, blijkt, overigens duidelijk genoeg uit een andere zinsnede van het verslag, waar wij lezen„Ofschoon er nog altijd gemeenten zijn, waarvan de ver afgelegen deelen voor het bezoek der school in ongunstigen toestand verkeeren kunnen toch de bestaande scholen geacht worden in 't alge meen voldoende in de behoefte der bevolking te voorzien." Prachtige redeneering inderdaad Wat beduidt hier in 't al gemeen f Het kan niets anders beteekenen dan grootendeels en dit schoone staaltje van kanselarijstijl, overgebracht inde taal des gewonen levens, zegt ons dus eenvoudig, dat in de meeste gemeenten de toestand voldoendein enkele nog on gunstig is voor het schoolbezoek. Maar de toestand" mag niet voldoende genoemd wordendan wanneer bij in alle gemeenten voor 't schoolbezoek gunstig is. Hier raken wij een schaduwzijde van het schoolwezen in ons vaderland. De scholen zijn er te schaarse!:. Er zijn weinig beschaafde landen, waar de kinderen buiten de steden zoo ver moeten gaan om de school te bereiken. Zooals wij vroeger reeds eenmaal hebben opgemerkt, telt b.v. Zwitser land, dat ongeveer even groot is als Nederland, maar waar van de bevolking een miljoen minder bedraagt, ruim tweemaal zooveel scholen als ons land, en bezit Baden 8Saksen 7 lieieren 5%, Pruisen 5, en Nederland 4 scholen op elke vier kante geographische mijl. De slotsom van onze beschouwingen kan dus wel geen andere zijn, dan dat de praktijkdie tot, nog toe gevolgd isen die de Regeering goedkeurt en in overeenstemming acht met, de bedoeling van de Grondwet, zeker niet van den goeden weg is afgeweken door te veel scholen te doen verrijzen; dat integendeel de scholen te sehaarsch over het land zijn verspreid, en dat wij alles be halve behoefte hebben aan voorschriften, die het stichten van een onnoodig groet aantal scholen voorkomen. De toevoeging aan art. 16 is dus in alle opzichten verwerpelijk. ISiiuit>iiland. Staten-Generaal. Het ingediende wetsontwerp tot wij- ziging van het Wetboek van Burg/- Rechtsvordering heeft ten doel algemeene afschaffing van het procuraatinvoering der summiere proces-orde in alle zaken en in verband daarmede zoodanige regeling van de afdoening der exception en inei- denteele vorderingendat door de daarop te wijzen vonnis sen, welker beteekening in de gevallen, voorzién bij de art. 161 al. 1 en 249a nieuw, niet langer noodig zal zijn tot voortzetting van het, gedingde zaak in den regel met van de rol geraakt. De bestaande procureurs zijn even als de advocaten bevoegd tot vertegenwoordiging van parlijeu en tot het houden der pleidooien in burgerlijke zaken bij de eollegiën waarbij zij zijn aangesteld. Den 13 is bij de 2®. Kamer ingekomen een wetsontwerp tot herziening der kieswet en van eenige bepalingen der provinciale en gemeentewet, met de kieswet in verband staande, Het beyat o.a. deze hoofdbepalingen: I». dat als regel enkele kiesdistricten worden aangenomen met uitzon dering alleen voor Amsterdam Rotterdam 's Gravenhage en Utrecht,2° dat er eeue algemeene censusverlaging wordt voorgesteld voor de gemeenten waar het minimum van 20 wordt te boven gegaan, en dat het maximum voor het platte land op 28 wordt gesteld; 3°, dat aan de zoogenaamde capaciteiten tegen een lageren census het stemrecht wordt loegekend 4°. dat voortaan de aanslag in de directe belas- tingen niet zal gelijk staan met betalingmaar voor het, patent, uitoefening van het beroepwaarvoor men patent vraagt, geëischt wordt om stemgerechtigd te zijn. Het doel van deze bepaling is om de „kunstmatige kiezersteelt" tegen te gaan. Amsterdam bekomt 6 Rotterdam 3's Graven hage 2 en Utrecht met bijvoeging van verscheidene omlig gende gemeenten 2 leden der 2». Kamer, en 71 districten bekomen ieder lid. De vermeerdering van het aantal kiezers voor de 2®. Kamer en de Prov. Staten zal p. m. 131100, voor de gemeenteraden p. m. 16,500 bedragen. Den 13 is ten aanzien van de conclusie der commissie van enquête nopens de koopvaardijvlootwelke niet minder dan 17 punten inhieldop voorstel van den heer Blussé, met 26 tegen 20 st., beslotenonder dankbetuiging aan allen die het onderzoek ingesteld en inlichtingen gegeven hebben, het verslagde verbalen en bijlagen te doen drukken en te verzenden aan 6 ministers. Den 15 is het ontwerp tot wijziging van de tariefwet met 48 tegen 16 st,. aangenomen; daarop zijn amendementen goedgekeurd van de heeren v. d. Loef}, Meinesz en de Bruyn Kops, tot vrijstelling van gereedschappen (ook voor den landbouw), kalk en steenvan duigenvaat- en kuipwerk en van ruwe of ongebleekte drukkatoen ten gebruike van katoendrukkerijen en ververijen; terwijl de minister heeft overgenomen een amendement van den beer v. d. Loet}, tol dadelijke algeheele afschaffing van het uitvoerrecht, op de lompen. De voorgestelde verhooging van het invoerrecht van thee was door den minister ingetrokken. Den 15 is een wetsontwerp ingekomen tot vervroeging van het tijdstip van aanvang der meerderjarigheid van 23 op 21 jaren en afschaffing der venia aetatis. Den 16 is het ontwerp tot verhooging van den accijns op het gedestilleerd met f 4 per vat met 47 tegen 3 st., het ontwerp op de quarantaine (overeenkomstig een amendement der commissie van rapporteurs alleen op pest, gele koorts en cholera toepasselijk), en dat tot aanvulling der wet op de besmettelijke ziekten met alg. st. aangenomen. Benoemingen enz. De heer II. F. G. Wagner is, op zijn verzoekeervol ontslagen als gouverneur van Curasao en vervangen door den kapt. ter zee H. B. Kip, thans gedeta cheerd bij het, dep. van marine. De thans in hechtenis zijnde secretaris der Amslerdamsche Kanaalmaatschappij P. H. Bruyn is ontslagen als schoolop ziener in het tweede district van Noordholland. Verkiezingen. 14 Ingezetenen van Roermondewaar onder ook de suisse van de hoofdkerk, hebben te Maasbracht een patent als schipper genomen, om zoodoende hun aanslag te Roermonde tot 14 te brengen en op de kiezerslijsten gebracht te kunnen worden. Militaire zaken. Ter bevordering der persoonlijke ver vulling van den dienstplichtwordt bij kon. besluit van den 7 aan loteliugendie aan zekere eischen van geschiktheid voldoen, een diensttijd van 10 in plaats van 12 maasden toegestaanhun de keus gelaten van corps en garnizoen huisvesting bij elkander gegeven in de kazernemet recht om voor eigen rekening buiten dienst fijne uniform Ie dra gen eu zoo mogelijk met, elkander of met aspirant-onderoffi cieren en korporaals menage te bonden. Zij komen in de eerste plaats voor militie-kader in aanmerking. Onderwijs. Volgens den leidschen Studentenalmanak stu- deeren te Leiden 45 personen in de godgeleerdheid65 in de wis- en natuurk., 67 in de letteren, 177 iu de geneesk. en 510 in de rechten te zamen 864, terwijl nog 139 elders stu deerenden bij den academie aldaar ingeschreven zijn. Gro ningen telt volgens den Studentenalmanak 205 studenten waarvan 49 in de letteren60 in de wis- en natuurk., 38 in de rechten, 40 in de geneesk. en 18 in de godgeleerd heid liet Atheneum IUustre te Amsterdam 399 studenten waarvan 12 in de godgeleerdheid, 45 in de rechten 13 in de letteren, 8 in de wis- en natuurk. eu 321 iu de genees kunde (250 voor militaire artsen en 24 pharmaceuten). Het bestuur der Vereeniging van Gymnastiek-onderwij- zers in Nederland heeft zich bij adres tot de 2". Kamer gewendom zijne teleurstelling uit te drukken dat in het wetsontwerp op het lager onderwijs de gymnastiek niet is opgenomen ouder de verplichte vakken. Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Alge meen heeft de departementen bij circulaire aangespoord tot overweging van geest eu strekking der ingediende onder wijswet, en inzonderheid de aandacht gevestigd op deze 2 puntende verplichte schoolgeldheffing en de interpretatie van art. 194 der grondwet. Nijverheid. Naar aanleiding van den aanleg van spoor wegen in N.-Indie, hebben de groote ijzerindustriën in ons land op nieuw een adres aan de ministers van binn. zaken en van koloniën ingediendstrekkende om de regeering te bewegende belangen der binnenlandsche industrie meer in het oog te houden en haar in staat te stellen om met betere kansen tegen de mededinging der buitenlandsche op te treden. Den 11 is te Amsterdam weder eene stoomdiamantslijperij geopendnamelijk die van Gebr. Gompertsaan de Valken burgerstraat. Aanbestedingen. Het afsluiten van het Lemsterkop in Friesland door een steenen kapwerk is aangenomen door f otker, te Dordrecht, voor 5i 2,200. Den 8, te Amsterdam, door bestuurderen der Maatschappij voor den Werkenden Stand, her vergrooten van het school gebouw, minste inschr. Reinierse, voor f 16,900. Den 12, te Gouda, het vergrooten der burger-avond school, minste inschr. H. J. Rederhorst, voor f 11,111. De gemeenteraad van Amsterdam heeft den 7 aange nomen een voorstel van den heer H. Jv. Lennep tot het maken van stoomwerktuigen te Zeeburg, ten einde te voor zien in het waterbezwaar in de gemeenteen tot zooda"hig vermogendat zij in staat zullen zijn 630,000 kub. ellen water in 8 nachturen, ook ouder ongunstige omstandigheden, te kunnen wegmalen- Keulsche Vaart. In het ontwerp van wet, thans bij den Raad^van State aanhangig, tot gedeeltelijke droogma king der Zuiderzeeis tevens voorgesteldvoor rekening van het Rijk de verbinding van Amsterdam met de Gelder- sche Vallei te nemen. Giften. Op een gemaskerd bal, den 10 te Haarlem in de socieceit „Vereeniging" gehoudenis door eenige als markers gecosturneerde leden eene collecte gedaan voor de noodlijdenden door overstrooming op het eiland Marken welke f 100,43 heeft opgebracht. Rampen, Een sehipgeladen met 30000 ponden pzer, is nabij Gorinchem gezonken. De opvarenden werden met moeite gered. Veepest. Het hoofdbestuur der Holl. Maatschappij van Landbouw heeft de afdeelingsbesturen gewezen op het ge vaar, dat onzen veestapel bedreigt door den in Duitschland (zelfs te Emden) en in Engeland verschenen veet.yphusen tot behoedzaamheid aangemaandmet waarschuwing vooral tegen het toelaten van vreemde kooplieden in de veestallen. Rechtszaken. Den 10 zijn te Amsterdam 3 personen in hechtenis genomenverdacht van den diefstal ten huize van den heer Giesaan den Singelte hebben gepleegd. Zij trachtten in eene tapperij aan een vierden persoon een der gestolen effecten te verkoopenwaarop een paar policie- agénten hiervan verwittigdhen achtervolgden en in een slagerswinkel arresteerden. Zij werden in het bezit bevon den van valscbe sleutelsloopersbreekijzers en nijptangen, en zijp alle reeds vroeger veroordeeld geweest. De beruchte C. L. Schoort, van wiens oplichterijen in de laatste jaren zoo menigeen het slachtoffer werdis den 13 uit. Antwerpen overgebracht naar het huis van arrest te Breda. Internationale Tuinbouw-tentoonstelling te Am sterdam. De Koning heeft f 2000 beschikbaar gesteld prins Frederik 2 groote2 dubbele en 2 enkele gouden en 2 groote en 2 enkele zilveren medaljes, prinses Marianne 2 dubbele gouden medaljes. Sterke drank. 2 Knechts van de apotheek in het bin nengasthuis te Amsterdam dachten zich den 11 aan sterken drank te vergasten en hadden zich daartoe in het bezit ge steld van eene flesch uit de apotheekwaarin, zoo zij meen den, wijngeest zou aanwezig zijn. Een hunner is kort na het gebruik van het vocht, de tweede een paar dagen later overleden. Te Amsterdam en te Rotterdam zijn dezer dagen de wapenborden ingenomen der consulaten van den voormaligen Kerkelijken Staat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1877 | | pagina 1