aanneming van hefc voorstel worden twee punten aan- i gevoerd, waaromtrent hij zijn oordeel wil uitspreken. Het eerste is, dat de Raad verpligt is tot den aan koop dezer huizen te besluiten, nu hij eenmaal aan gekocht heeft het huis van den heer Helling en dat der dames van de Yelde en het tweede dat tot de verandering der Bokkesluis zeker niet zou zijn beslotenals men het marktplein niet had willen vergrooten want dat die verandering anders geheel onnoodig was. Toen ten vorigen jare wercl voorge steld het perceel van den heer Helling en dat van de dames van de Velde voor 22000,— voor de gemeente aan te koopen heeft hij voor dat voorstel gestemdniet omdat hij de daarnaast gelegen per- ceelen later ook wenschte aan te koopen maar alleen om daardoor een beteren toe- en afgang naar en van de markt te verkrijgen. Hij had gemeend dat dit plein zou zijn bestraat geworden tot. heden ech ter niet geschieden het alleen voor dat doel dienst zou hebben gedaan. Hij protesteert voor zich tegen elke andere uitlegging, welke mogt worden gegeven aan de stem door hem voor dat voorstel uitgebragt "Wat de verandering der Bokkesluis betreft, de Raad heeft daartoe besloten en nu moge dat besluit den schijn hebben dat dit geschied is met het oog op eene vergrooting van het Waagplein, hij is echter tegen die verandering geweestzooals de notulen van den Raad vermelden ja zelfs heeft hij getracht te bewerken, dat de Raad op dat besluit zou terug komen. Hij had die sluis willen herstellen ot eene vaste brug willen maken maar haar niet doen vervangen door eene draaibrug. Die twee zaken trekt hij zich dus volstrekt niet aan. Wat nu den koopprijs dezer perceelen betreftal is hij met ƒ8000,verminderd, hij acht haar nog veel te hoog het sluiten eener geldleening van 100000,blijft van dien aankoop toch het gevolg, want het te verkrijgen terrein moet bestraat worden eo de afbraak dezer perceelen zal naar evenredigheid niet zooveel waard zijn als die der 2 aerst aangekochte perceelen. Het door den heer Coster aangegeven plan van conversie kan hij niet ondersteunen, doch bovendien is zijne bereke ning onjuistdaar hij op geene voldoeude som voor' aflossing heeft gerekend. Zijne rekening is aldus wanneer wordt aangenomen het aanbod van ƒ40000, a 3°/0, dan moet nog eene leening van 60000, gesloten worden. Stel, dat zulks kan geschieden tegen 4°/0 rente, dan moet het eerste jaar gerekend worden op eene hoogere uitgaaf voor rente van 3600, 1200,2400,Van die leening moet jaar lijks een belangrijk bedrag afgelost worden, stel 5000,dan krijgt pten te zamen eene hoogere uitgaaf van 8600, Tot 1872 zijn 25 opcenten op de hoofdsom der Rijks personele belasting ge heven na dien tijd 50en tot deze uitgaaf beslui tendezullen de opcenten op 75 gebragt moeten worden welke verhooging ongeveer 8600,zal opleveren. Er zijn echter zeer veel ingezetenen die niets geen belang hebben bij deze zaakwaardoor hij eene dergelijke verhooging van uitgaven niet kan aannemen. Wordt de veemarkt grooter, dan zal de ruimte op nieuw blijken onvoldoende te zijnen zal op nieuw vergrooting door aankoop van perceelen wor den voorgesteld. En waar is het crediet, dat al die sommen voortdurend kan opleveren? Hij kan op deze gronden niet vóór het voorstel stemmen. Er is ech ter geen sprake van verplaatsing der markt: de vraag is alleen zal de gemeente deze terreinen aan- koopén En die vraag beantwoordt hij ontkennend. De heer Coster begint met te verklaren dat er ten vorigen jaretoen de aankoop der perceelen van den heer Helling en van de dames van de Velde bekend werd, niemand was, die geloofde dat die aankoop geschied was in het belang van de ver betering der communicatie. Iedereen zag daarin slechts een voorgewend motief. Van daar dat hij allezins vrijheid vond dit voorstel intedienen. Erkennende het drieste voor een jong lid van den Raad om, tegenover zoovele oudere leden een dergelijk belangrijk voorstel intedienen zoo wijst hij toch met voldoening op het feitdat 3 leden, waarvan één meer dan 25, één meer dan 17 en één meer dan 13 jaren lid dezer vergadering is, zijn voorstel hebben ondersteund. Hij telt deze uit gaaf volstrekt niet ligt en ongaarne zal hij medewer ken tot verhooging van belastingen, maar er moet niet vergeten worden, dat het hier geldt het marktwezen, het middel van bestaan van Alkmaar's ingezetenen Alkmaar is geen fabriekstad: het heeft geen andere bronnen van inkomst, zooals Amsterdam en Rotterdam waai de toestand geheel anders is. Daar is het marktwe zen een ondergeschikt belang hier het hoofd bestaan En naar zijne opvatting moet men krachtig optreden, om dat bestaan te verzekeren. Dat dit voorstel daartoe zal strekken, daarvan is hij overtuigd, en dat hij hierin niet alleen staat, dat getuigen toch de adres sen van adhsesie aan zijn voorstel, door belang hebbenden ingediend, die met de toestanden volko men bekend zijn. De geest des tijds brengt mede dat men alles moet aanwenden om te verbeteren en niet moet wachten, totdat het te laaL is. Men moet voorgaan, niet volgen. Op het door hem aangegeven plan van conversie wil hij niet aandringenmaar hij meende eenige wenken te moeten aangeven, waarop deze uitgaaf zou kunnen worden vereffend en welke bij de commissie van financiën zoo mogelijk een punt van overweging hadden kunnen uitmaken. Hij her haalt evenwel zijn vroeger uitgesproken oordeel, dat hij daarin niets onzedelijks ziet en haalt ten bewijze daarvan een voorbeeld uit het dagelijksche leven aan De ter sprake gebragte verplaatsing der veemarkt zou een zoo ingrijpend voorstel zijn, na al het reeds ge beurde, dat hij zich niet kan voorstellen, dat dit ernstig gemeend is. Bij verplaatsing zou de ten vorigen jare uitgegeven som van ƒ22000,weggegooid zijn: de communicatie is toch even moeijelijk gebleven en volstrekt niet verbeterd en door de slooping dier perceelen is teregt de meening ontstaan, dat het in de bedoeling lag de verdere perceelen ook aantekoopen. Had men alleen de communicatie willen verbeteren, dan was de aankoop van het huis van den heer J. Hel ling voldoende geweest en de voor die perceelen uit gegeven som is zeker ook veel te hoog geweest, is zij alleen voor dat doel geschied? En is het nu onbillijk dat deze eigenaren, dat in aanmerking nemende, een koopprijs vragendie in evenredigheid staat tot den koopprijs der eerste perceelen wanneer men bedenkt dat beide perceelen niet zulke bloeijende en winst gevende zaken waren als de onderwerpelijke perceelen? Hij herhaalt daarop de door hem in de vorige ver gadering reeds geaane mededeelingen omtrent de voor iederen eigenaar bestaan hebbende redenen, om den door hen bedongen koopprijs te vragen, ten be- tooge, dat de koopsom van 92700,— niet te hoog is en dat de gelegenheid, om alle perceelen voor deze som in ééne hand te krijgen, zich na het mislukken dezer combinatie niet zoo gemakkelijk weder zal voor doen tenzij tot verplaatsing der markt besloten werd om eene vermindering in de waarde dezer perceelen te doen ontstaaneene dergelijke handeling mag echter niet eens van den Raad verondersteld worden. Hij gelooft, dat de voorzigtigheid hier de wijsheid zal bedriegen. Kaar aanleiding van de gemaakte beden kingen tegen de weinige belangstelling, door de on- middelijk bij deze vergrooting belanghebbenden betoond, vraagt hij zijn die ingezetenen menschen van kapitaal, die zich opofferingen kunnen getroosten Eu dan is antwoord, neen, zij hebben alleen bloeijende ne ringen, waarin zij hun bestaan moeten zoeken en die 1 bij verplaatsing der markt aanzienlijk in waarde zullen verminderen. Met het volste vertrouwen blijft hij aandringen op de aanneming van zijn voorstel. De heer Wellan, door uitstedigheid verhinderd ge weest in de vorige vergadering zijn gevoelen uittespre- ken, wil verklaren, dat een ingesteld onderzoek hem de overtuiging heeft geschonken, dat afgescheiden van de vraag, of het Waagplein de geschiktste plaats is voor het houden der veemarkt, er behoefte bestaat aan uitbreiding der tegenwoordige ruimte. Nu is zijne opvatting van het raadsbesluit van 15Julij(tot het nemen waarvan hij niet heeft medegewerkt) tot aankoop van twee perceelen aan de Korte Mient ge weestdat het, behalve de daarin voor den aankoop ge noemde motieven ook de bedoeling is geweest de an dere perceelen zoo mogeiijk aan te koopen, mits tegen billijke prijzen. Bij de bestaande behoefte tot uitbrei ding der ruimte is hij dus voor aankoop dezer perceelen, alleen tegen billijke prijzen. Aan dien eisch voldoet de gevraagde koopsom van 927U0,niet. Ook met het finantiële plan kan hij zich niet vereenigeD. Urgen tie bestaat er niet, te minder omdat er groot ver schil van gevoelen bestaat over de geschiktheid van het Waagplein voor veemarkt: hij zal daarom tegen het voorstel stemmen. De heer Stuart blijft zijne in de vorige vergade ring tegen het plan der conversie ontwikkelde bezwa ren volhouden en acht het door den heer Coster aangehaalde voorbeeld uit het dagelijksche leven on juist, omdat steeds vergeten wordt, dat de gemeente Alkmaar geleend heeft tegen den gewonen en niet tegen eenen buitengewonen renteprijs. Bij bedaarder inzien der zaak blijkt echter, dat het systeem van conversie toch altijd kan plaats hebben en niet in direct verband met deze zaak behoeft beslist te worden. Het feit blijft in ieder geval, zooals de heer Vonk teregt opmerkte, dat eene leening van 100,000,— van dit voorstel het gevolg wordt. Het in de vo rige vergadering genomen besluit tot uitstal der be slissing heeft zoowel tot opwinding als tot calmering o-estrekt. Tot de opwinding behooren de ingekomen adressen en de argumenten tot de leden van den Raad gerigt, zoo bij geteekende als ongeteekende brieven of stukkeu: de vele handteekenirigen op één der adressen (bij het voorlezen kwam het hem voor, dat één persoon twee malen het adres had on derteekend) zouden zeker veel kunnen afdoen, wan neer allen wistenwat zij teekenden en den loop der gansche zaak kenden. Hij hecht daaraan niet de minste waarde. Tot de calmering strekt des voor stellers mededeeling dat de koopprijs met 8000, verminderd is, niettegenstaande door hem in de vo rige vergadering, even sterk als hij thans gedaan heeft, is gezegd, dat de koopsom niet te hoog was en men zou ondervinden, dat zij later veel hooger zou worden. Was het vermoeden onjuist, dat achter het aanbod van 40000,— a 3 °/0 iets anders was verborgen en daarin een vermomde koopprijs schuilde Dat de som bijeengebragt is door ingezetenen en belangheb benden die geene kapitalisten zijn die vermelding klinkt zeker vreemd wanneer onder de adressanten handteekemngen gevonden worden van mannen die algemeen als kapitalisten bekend staan. Van het uitstel heeft hij gebruik gemaakt om op de markt zelve Zaterdag 1.1. den toestand op te nemen en nu ge looft hij, dat ieder, die daar geweest is, met hem van oordeel zal zijn datal waren de huizen reeds aangekocht en gesloopt, het Waagplein toch te klem zou zijn geweest en dat de toegangen niet deugen. Die toegangen zijn veel te klein en zullen nog hin derlijker wordenzij zijn oorzaakdat alle verkeer bijna onmogelijk wordt. Koopt men de huizen voor 100000,dan zal men nog 100000,kunnen uitgevenom verbeterde toegangen te verkrijgen De voorsteller zegt reeds, dat des Raads besluiten oorzaak zijndat deze belanghebbenden zooveel meer vragen, en nu ligt het gevaarlijke van dit voorstel daarin, dat men niet weet, tot welke verdere uitgaven het leiden zal. De zaak is eenmaal verbonden aan de veemarkt en dit had niet moeten geschiedenmen heeft aan besluiten uitleggingen gegeven geheel ii strijd met de bedoeling, omdat, zooals hij meermalen heeft opgemerktmen niet weet, wat de meerderheid wil of niet wilwant de een heeft geheel andere motievenwaarom hij voor of tegen stemt dan de ander. Daardoor vallen alle redeneringen over de een maal genomen besluiten in het water De Raad kan noch mag dit. voorstel aannemen; voor 5 dagen werd hetzelfde omtrent den prijs aangevoerd, wat heden gezegd wordt en had de Raad toen het voorstel aan genomen dan was toch eene som van f 8000, te veel betaald: en nu vraagt hij nogmaals, is het mogelijkna het reeds gebeurdenu reeds een besiuit te nemen? Hij wil er nog op wijzen, dat met de markten alhier soms zonderling wordt gehandeld. Eerst werd de vette veemarkt op de Dijk gehouden; later is zij verplaatst naar het Waagplein: de botermarkt is eerst gehouden op het Kruiswerk; later is zij verplaatst naar het pand in het Waagge bouw, een lokaal waarin men bijna niet zien kan; herhaaldelijk zijn markten verplaatst, zonder dat daarin eenig bezwaar werd gezien. Toen er indertijd sprake was van eene overdekte kaasmarkt, waartegen naar zijn inzien geen bezwaar kon bestaandaar overdekte terreinen, zooals bij het stationsgehouw te Haarlem, bij de vischmarkt te Utrecht enz werkelijk voor het gebruik niet zoo ondoelmatig zijn, werd aangevoerd, dat de kaaskoopers daartegen waren, ja, zelfs werd door hem vernomen, dat hun belang medebragt, dat hierin geene verandering kwam want dat de tegenwoordige toestand soms voor hen niet onvoordeelig was. De Raad moet zich aan dergelijke argumenten bij de vraag of eene markt moet ver plaatst worden echter niet storen en alleen vragen wat eischt het werkelijkniet het voorgewend markt belang Was de aankoop dezer perceelen alleen voorgesteld in het belang der kaas en der botermarkt, bij zou vóór den aankoop hebben kunnen stemmen: thans moet hij echter tegen stemmen. De heer Coster had van den heer Stuart, die steeds zoovele grootsche plannen koestert, waarvan enkele verwezenlijkt, andere niet verwezen lijkt zijn, niet zulk eene krachtige bestrijding van dit voorstel verwacht, waarvan de aanneming naar zijne meening het meest in het belang der neringdoenden zal zijn 1 Wordt de markt overeenkomstig den wensch van den heer Stuart vlak bij den spoorweg gehouden dan kunnen de marktbezoekers wel spoedig vertrek ken doch dit is voor de neringdoenden niet het voordeeligst. Hij had gemeend, dat de heer Stuart politiemaatregelen zou hebben aangegeven waardoor belemmering in het verkeer open bij de markt als gevolg van te bekrompen ruimte zou vervallen. Wat betreft, eene overdekte kaasmarkt, die ook hij niet wenschelijk l acht, hij ontzegt den heer Stuart het regt om over den kaashandel, waarmede hij volstrekt onbekend is, een oordeel te vellen. Het is bij voorbeeld evenwel een j feit, dat niemand gaarne met zijn kaas opliet kleine I plein staat. Wanneer het niet de bedoeling is ge weest de markt te vergrooten, toen de 2 eerste per- ceelen voor 22000,werden aangekocht, dan is die som weggegooid, tenzij men het bestaan dezer ingezetenen wil vernietigen door verplaatsing der i markt, om zoodoende de waarde dezer perceelen aan zienlijk te doen dalen. Dat geval uitgezonderd, ge looft hij niet, dat later betere combinatiën tot stand kunnen worden gebragt en dit houdt hij vol. De heer Conijn heeft het voorstel nog eens rijpe lijk overwogen en zich de vraag gesteld, waarvoor moet het Waagplein vergroot worden? Voor de kaasmarkt zeker niet, want - volgens deskundigen is het daarvoor groot genoeg en dat is bovendien door de Kamer van Koophandel, waarvan hij lid is, daarover gehoord in haar schrijven aan Burg. en Weth. van 16 Aug. 1875 bevestigd. De Kamer kon die bevestiging met te meer gerustheid doen omdat zij het geluk had 2 leden in haar midden te hebben, in het kaasvak bijna grijs gewordtn een dier leden, de heer Coster, de tegenwoordige voor steller, rapporteerde zelfs schriftelijk, dat bij eene goede regeling 900 stapels kaas gelijktijdig op de markt konden geplaatst worden, een getal, dat ze ker zelden bereikt wordt. De vergrooting moet dus voor de veemarkt zijn; er zijn echter drie terreinen in de stad, namelijk: het Hof met de gedempte Nieu- wesloot, de Paardenmarkt en het erf der voormalige infirmerie met den Achterweg en een deel van het plantsoen, na te zijn afgegraven, welke met niet noemenswaardige kosten naar de eischen des tijds voor eene veemarkt zouden kunnen worden ingerigt en dan zeer geschikt zouden zijn, dat het Waagplein nooit kan worden. Bovendien blijft laatstgenoemd plein voortdurend zeer veel uitgaven vorderen door het aanhoudend plaatsen en wegnemen der palen en hekken en door het voortdurend schoonmaken. En om nu voor ietsdat bijna voor niet kan worden verkre gen, een ton gouds uittegeven daartoe vindt hij geene vrijheid dit kan hij voor zijne medeburgers niet ver antwoorden. De heer van der Drift herinnert, dat hij in de vorige vergadering medegedeeld heeft, dat hij uit breiding "van de veemarkt verwachtte door eene ver beterde" communicatie van hier op Londen. Hij meende toen, dat het vervoer regelregt van hier op Londen zou geschieden. Het is hem thans gebleken, dat dit niet geschieden zal, maar over Amsterdam in verband met vee van andere plaatsen. Blijft die regeling zoo, dan ziet hij geene schoone toekomst voor de vee markt te gemoet en acht hij vergrooting van het Waagplein daarvoor zelfs onnoodig. Het plein is echter voor de kaasmarkt ook te klein en dit weegt bij hem te zwaarder, omdat hem is medegedeelddat er zelfs landlieden zijndie de markt niet bezoeken omdat bij volle markten voldoende ruimte ontbreekt. De al of niet gegrondheid daarvan zou onderzocht kunnen worden. De vraag van de veemarkt kan men echter gerust ter zijde latendaar voor de kaas markt in ieder geval meer ruimte wenschelijk is. Men behoeft dan niet het geheele blok aantekoo pen maar zou kunnen volstaan met den aankoop der perceelen van Paleabi, Hos en Kramer, te zamen 58500,— zoo als hij ter vorige vergadering reeds heeft aangegeven. Daartoe doet hij bepaald het voorstel De Voorzitter vraagt, of dit \oorstel ondersteund wordt. Daar het niet ondersteund wordt, kan het niet verder een onderwerp van beraadslaging uitmaken. De heer Bruinyis de Lange verklaart, dat het eene bepaalde waarheid is, dat de aankoop der per ceelen ten vorigen jare geschied is met het plan om tot verdere vergrooting overtegaan zoo zulks mogelijk was, al werd een ander motief in het raadsbesluit gesteld Voor toegang is het door de slooping dier perceelen verkregen terrein toch niet te gebruiken daarvoor behoefde niet eene som van 22000,— te worden uitgegeven dat bedrag kan als weggegooid beschouwd worden, als men met de vergrooting op het oog had. Dat door politiemaatregelen de orde beter kan worden gehandhaafd, deelt hij geheel, en dat op de Dijk de wagens hinderen is volkomen waar, doch dat Zaterdag 1.1. het verkeer zooveel te wenschen overlietdaartoe werkte ook mededat de passage langs de Mient door de herstelling der Spekbrug en langs de Kanaalkade door de veran dering der Bokkesluis gestremd was. Vele leden hebben bezwaar tegen de som. Hij voor zich zou willen toetasten: zijne meening is, beter duur, dan niet te koop. De vraag is ook bij hem gerezen, of de Raad de tegenwoordige prijzen zal aannemen, dan wel of een zekere prijs zal worden betaald, waarvoor zij zullen worden aangenomen. Hij zou willen voor stellen: 1°. te beslissen: zullen de perceelen worden.- aangekocht of niet? 2°. te bepalen bij bevestigende beantwoording dier vraag, zullen zij worden aange kocht tegen de thans gevraagde of tegen door den Raad te bepalen prijzen? De Voorzitter vraagt, ot dat voorstel-ondersteund wordt. Daar het niet on dersteund wordtkan liet voorstel niet verder een onderwerp van beraadslaging uitmaken. De heer Verhoeef was aanvankelijk niet voorne mens geweest het woord te voeren. Het door de heeren Vonk en Wellan aangevoerde geeft geheel zijn gevoelen terug. Alleen de gebezigde uitdrukking, dat de ten vorigen jare uitgegeven koopsom van f 22000,als weggegooid kan worden beschouwd geeft hem aanleiding nog eens te herinneren het voorgevallene. Alkmaar is eene oud-Hollandsche stad, met "naauwe stegen en straten zoo laten de toegan gen naar het marktplein bij voorbeeld veel te wenschen over en vooral was dit het geval met de Moorde- naarssteeg. Na de in de laatste jaren plaats gehad hebbende dempingen is die toestand veranderder zijn andere, ruime terreinen verkregen, welke vroe ger gemist werden En wat heeft hij nu ten vo rigen jare gezegd? Ik voor mij zou voor de Nieu- weslootin verband met het Hof en de Kanaalkade, als marktplaats zijn maar vernemendedal, vele be langhebbenden bij de veemarkten op het Waagplein wenschen te blijven en dat ook zeer natuurlijk is daar de menschen in het algemeen niet veel van verandering houden meende ik dat het eene ge schikte gelegenheid wastoen het perceel van den heer J. Helling te verkrijgen was en het andere, in veiling opgehouden ook werd aangeboden van dat aanbod gebruik te maken en die perceelen voor de gevraagde prijzen welke flink maar niet te hoog waren, voor de gemeente aantekoopen, waardoor een betere toegang bij de Schapenbrug werd verkre gen. De thans voorgestelde prijzen zijn veel te hoog. Burg. en Weth. hebben voor eenigen tijd nage rekend, wat deze perceelen zouden moeten kosten, wanneer daarvoor besteed werd een koopprijs in dezelfde verhouding van dienvoor de 2 eerste perceelen hetaald en dan kwamen zij ongeveer tot de helft van de koopsomdie de heer Coster eerst heeft durven voorstellen, namelijk 54000,—. En was een aanbod van 54000,—gedaan, dan had- den zij den Raad wel zeker voorstel tot aankoop wil len indienen. Het aangegeven plan van conversie zou in strijd zijn met de antecedenten dezer gemeente Zooals nu de zaken geregeld zijn, is de bestaande schuld der gemeente binnen 20 jaren afgelost. En zoo handelende, behoeft Alkmaar niet terugtedeinzen wederom het crediet interoepen, wanneer het noodig mogt zijn. Er zullen weldra toch nog andere vraagpun- ten"aan de orde komen de wet op het hooger onderwijs bij voorbeeld treedt dit jaar in werking, dan zal de vraag ontstaan, moet hier een gymnasium zijn of niet? Hij ziet niet op tegen uitgavenzijn zij noodig, maar Alk- tuaar is eene kleine stad, en dan moeten de uitgaven in verhouding staan tot de middelendie zij heeft. De heer Coster vraagt den heer Verhoeef, wie dat aanbod van f 54000,- gedaan heeft? De heer Verhoeee antwoordt, dat niemand dat aanbod ge daan heeft, maar dat hij hem niet begrepen heeft; hij heeft gezegd, dat Burg. en Weth voor zich zelf eens eene begrooting hadden gemaakt van de koop som welke voor dit blok zou moeten worden besteed, in evenredigheid tot den prijs der 2 eerste perceelen en dan kwamen zij tot dat cijfer. De heer Coster houdt vol, dat de koopsom dezer perceelen niet overdreven is De waarde dezer ne ringen is niet te vergelijken met die van de ten vo- rigen jare aangekochte. De heer Bruinyis heeft met genoegen van den heer Conijn vernomen, dat het Waagplein volgens de meening der Kamer van Koophandel voldoende ruimte voor kaasmarkt aanbiedt. De voortreffe lijkheid of onmisbaarheid van dat plein voor vee markt is hem uit de discussie niet gebleken en evenmin de ongeschiktheid van het Hof en de Nieu- j wesloot daarvoor. Er wordt gezegd, het Waagplein is een hellend vlak daar staan de koeijen tegen de hoogte op en komen zij goed voor. Maar voor wolvee, niet aan lijnen staande, en in hekken dooreen loo- pende baat dit niet. De marktschuiten kunnen het Waagplein direct aandoen, wordt door anderen aan gevoerd maar de veemarkt te Purmerendwelke telkens als een model wordt voorgespiegeldis veel minder dan de Nieuwesloot door een vaartuig te na deren. Alles komt dus hier aan op het belang der omwonenden van het Waagplein, en dat belang wordt zeer ver uitgemeten, daar hij Hekelstraat en zelfs Payglop heeft hooren noemen. Als eens het voorbeeld der !6e eeuw gevolgd werd, toen, ter wegruiming der huizen aan de H. Geeststeeg (het kleine Waagplein) de inwoners op contributie gesteld werden ter betaling dier perceelen, dan zouden velen, nu quasi-belangheb- benden, stok en stijf beweren, dat hun belang in de vergrooting van het Waagplein volstrekt niet betrok ken was. Hij geeft ook niet toe, dat door verplaat sing der veemarkt zoovele belangen zouden lijden, wel die van eenige tappers en herbergiers, maar geen andere Voor die lieden spijt hem zulks, doch hij vindt géene vrijheid de geheele stad lasten opteleggen, om zulks te voorkomen. De Raad vertegenwoordigt niet een deel van de gemeentemaar de gansche gemoente. Toeu de veemarkt te groot werd voor de Dijk, zijn daar geen huizen afgebroken om geen neringen te schaden zij is eenvoudig naar het Waagplein ver plaatst en nu zij daarvoor te groot wordt, ziet hij geen reden om haar niet weer te verplaatsen. De vele handteekeningen tot het behoud op de tegenwoor dige plaats gelden bij hem weinig: de herber giers hebben ieder, die bij hem kwamlaten tee kenen wat niets kostte om te doen En die lie ten teekenen wisten wel wat ze deden't was niet alleen tot behoud van al het vertier dat zij hebben maar bovendien tot opruiming van eenige concurre rende affaires in de nabijheid. Hij hecht meer aan het minder namen tellende contrS-adres van lieden, die volstrekt niet bij de markt geïnteresseerd zijn maar het gelag mee zouden moeten betalen. Wat nu de gebondenheid betreft aan een vroeger besluit genomen in ééne zittingzonder aankon diging van het ondèrwerp en zonder advies der ka mer van koophandel hij was afwezig en zou er, aanwezig geweest zijndetegen gestemd hebben. Toch heeft dat besluit hem niet te zeer gespeten. Ver breeding der Moordenaarssteeg, een afrit van de Scha penbrug, was noodig. Is er nu meer grond door ver kregen dan daarvoor vereischt werd het overtollige kan weer verkocht worden Maar al had hij toen met het oog op marktvergrooting vóór gestemd, dan zou hij, de groote geldelijke en toch onvoldoende gevolgen ziende, zich niet weerhouden laten om thans eene andere meening voortestaan, denkende, het is beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald. Werd in de vorige vergadering de verplaatsing der veemarkt naar de Nieuwesloot door hem voorgestaan, er is misschien nog een tusschenweg te bewandelen, die de belangen der Waagpleinbewoners minder zou krenken en wel deze, door het wolvee overtebrengen naar de Nieuwesloot en het hoorn- en ander vee te laten blijven op het Waagplein 't Schijnt toch, dat het verschillende kooplieden zijn, die in deze ver schillende veesoorten handel drijven. Wijl zijn bezwaar van principiëlen aard is, brengt de vermindering der koopsom geene verandering in zijn oordeel en zal hij tegen blijven stemmeD. De heer van Leeuwen heeft het uitstel in zoo verre met genoegen gezien, dat inmiddels de koop prijs met 8000,verminderd is. En nu zou hij ook wel willen wachten, totdat de koopprijs nog lager werd, maar hij gelooft niet, dat het mogelijk is nog langer de zaak uittestellen. De Raad moet nu toe tasten of de zaak laten loopen. Alle perceelen ziju in één hand en dat zal zich niet gemakkelijk weer voordoen. Zijn advies isneem het aanbod aande tijd is daar, oin daarvan gebruik te maken. De heer Stuart merkt op, dat het hier niet geldt de vraag, of de koopprijs te hoog ofte laag is, maar het groote bezwaar is, dat de een het voorstel aanneemt om de kaasmarkt, een ander om de veemarkt, een derde om de verbetering van de toegangen naar de markt. Dit is zoo waar, dat de vermindering van der. koop prijs niemand van gevoelen heeft doen veranderen daargelaten de zedelijke indruk, door die verminde ring verkregen. Daarom ook kon de heer Bruinvis de Lange geene som opgeven in zijn voorstel en daarom kan dit voorstel nooit aangenomen worden. Was deze aankoop alleen voor de kaasmarkt voor gesteld dan ware het nog iets anders Den heer Coster wil hij nog antwoorden, dat de prijs, welke indertijd noodig was om de kaasmarkt te overdek ken, nog lang zoo hoog niet was als het thans ge vraagde. Hij vreest, dat door de aanneming van dit voorstel langs een acht rweg zal worden ingebragt, wat men niet langs den koninklijken weg durft in te brengen. De heer Coster wil den heer Conijn beantwoorden. Vooreerst worden de vergaderingen der Kamer van Koophandel niet in het openbaar gehouden en staat het dus niet vrij, het daar behan delde openbaar te maken. Hij zal zich echter her inneren dat het rapport, waarop hij doelt, niet de uiting van zijn gevoelen was, maar in verband stond met het nemen eener proef, welke hij wenschte ge nomen te zien. De heer Conijn valt den heer Coster daarop in de rede en zegtdat hij bedoelt den aan Burg en Weth geschreven brief van 16 Aug. 1875. De Voorzitter verklaart daarna, dat hij hierover geene verdere discussie kan toelaten, waarna de heer Bosman, verklarende, dat hij tegen zal stemmen, omdat de koopsom hem te hoog voorkomt en de vermindering met 8D00,hem te gering is, vraagt, of wanneer over het voorstel gestemd wordt, alleen over den aankoop gestemd wordt of in verband met het plan van conversie? De Voorzitter en de heer Coster antwoorden, dat alleen over den aankoop gestemd wordt, want dat in het voorstel onder punt IV opgenomen is, dat later zal worden bepaald de wijze, waarop deze uitgaaf zal worden geregeld. Daarop wordt het voorstel in hoofdelijke stemming gebragt: daarbij verklaren zich 7 stemmen vóór en 7 stemmen van de heeren Wellan, Bosman, Vonk, Conijn, Bruinyis Veehoeff en Stuart tegen De beslis sing is alzoo tot eene volgende vergadering uitgesteld. Daarna wordt de vergadering gesloten. Snelpersdruk van Herms. Coster en Zoon,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1877 | | pagina 6