Negenenzeventigste Jaargang. 1877 Aan dc kiezers. De verkiezingen. Mr. W. VAN DER KAAY No. 23*. Herijk van Maten Gewigten en Weegwerktuieen. Dc Patenten Stedelijk lliiscüm. (Officieel (Bcbeclte age- van rims ban- bare egd. nen, m :bod ant- njk, ver- isier 3hen acht be- cle- crijk vei- lpen elke dat dat dat alle rek- ;aat- rond eene om land 1 zou tan h in isel niet. oed- het tgen a de bin- hten ibaf- aan ?ing iciën irce- ge- IUW- rijk men. het t af keer gen- mng telar ratie eene der ver- het mero het inde imis- ,oek- iliike het ge- gens een- Gui- door stra- caye ard ade Jen Heen •oor- het voor igen, sluit Ko- de a. den mgs- iters. d de ge- caar- voor loeh- wier uilen tot \lar- mten rolge eko- ilijke loot g 40 imen erige avis den et al s ge- einig ising AARSCHË COll A T. Lk BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis der belanghebbenden 1<>. dat naar luid van het K.K. besluit van 9 December 1876 (Staatsblad No. 238), in het jaar 1877 aan den herijk bedoeld in art. 15 lett. a der wet van 7 April 1869 (Staatsblad No. 57), onderworpen zyn de lengtematen van 1 en 2 dekameter, de ruimtematende inhoudsmaten voor drooge waren met de daarbij behoorende strijkers en de gewigten 2°. dat de gemeenten AlkmaarAkersloot, Bergen, Heerhugo- waard, Heiloo, Koedijk, Limmen, Oterleek, Oudorp, St. Pancras en Schoor! voor den herijk zijn zamengevoegd 3°. dat die herijkwelke kosteloos geschiedtzal plaats heb ben in een locaal der burgeravondschool, hoek Doelenstraat en gedempte Nieuwesloot te Alkmaar, van 25 Mei tot en met 16 Juni aanstaande, op alle werkdagen, behalve op 13 en 14 Juni en wel op Maandag, üingsdag, Woens dag en Donderdag van iedere week voor de ingezetenen van Alkmaar, van des voormiddags 9 tot des namiddags 3 ure op Vrijdag en Zaturdag voor de ingezetenen der overige gemeenten van des voormiddags 9 tot des namiddags 1 ure, en voor de gewigten, bestemd voor fijnere wegin gen, op Vrijdag, des namiddags van 2 tot, 4 uur. Belanghebbenden worden dringend verzocht niet tot de laatste voor den herijk bepaalde dagen te wachten met de aanbieding hunner maten, gewigten enz., ten einde den geregelden loop van den herijk te bevorderen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19 Mei 1877- Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat ter gemeente-secretarie gedurende dertig achtereenvolgende dagen, aanvangende 15 Juni 1877, ter inzage ligt een uittreksel van den door Ge deputeerde Staten ontworpen ligger der toegangswegen naar spoorwegstations in Noord-Holland, voor zooveel betreft de gemeente Alkmaar, zijnde ieder bevoegd daartegen schrif telijk bezwaren intebrengen bij Burgemeester en Wethouders gedurende 45 dagen na de aankondiging in de staatscourant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT, 3 Juni 1877. Be Secretaris, NUHüUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis: Dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediende verzoek met de bijlagenvan Dirk Roosendaal, suikerwerker te Alkmaar, om vergunning tot het oprigten van eenen bakkersoven, in het perceel aan de Huig- brouwersteegWijk A, No. 3], en dat op Vrijdag den 22 Juni 1877, 's namiddags ten 1 ure, ten raadhuize gelegen heid wordt gegeven om tegen het oprigten van dien bakkers oven bezwaren in te dienen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 8 Juni 1877. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. tot uitoefening der bedrijven van koffieschenkertapper, slij ter, kroeg- en koffiehuishouder, kunnen ter gemeente-secretarie worden afgehaald tot en met 20 Juni 1877. Voor de Militie en Schutterig gelieven zich ter gemeente secretarie aantemelden de volgende personen Wilko Harm Hartenberg, Pieter de Greeuw, Dirk Smit, Johannes Bek Hendrik Hoogeveen Theodorus Franciscus Janssens Jan van Zalinge en Jan Mosselman. Bezichtiging tegen 25 cent per persoon eiken Maandag en Vrijdag, van 1 tot 3 uren. Bezichtiging tegen 10 cents per persoon op Zondag, 10 Juni, van 1 tot 4 uren. P O L I C 1 E. Ter terugbekoming aan het Commissariaat van Policie voorhanden het navolgende gevondene, als: een klein span- zaagjeeen witte voouwezak een sleuteleen achterbord van een wagen een stuk touw, een kruisje aan een koordje, een stuk groen rips, een steenen oorlelletje, een gouden oorbelletje, een zwarte kraag en drie zakken hennepzaad. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een flacon met zilveren dopeen schippers-kaasberrieeen paar gehaakte manchettentwee witte mandjes, een portemomaie met zilveren beugeleen poriemonnaie met geldeen ring met steen, een ijzeren passer, een zilveren vingerhoedeen bloedkoralen halskettingje met gouden slotje en een huissleutel. Dc kieswet zegt, dat wanneer een lid der Sfaten- Generaal een bezoldigd staatsambt aanneemthij zich op nieuw moet onderwerpen aan de beslissing van de stembus. Ten gevolge van de inwerkingtreding op vijftien Meij.l. van de nieuwe regterlijke indeeling verkeeren f alle regterlijke ambtenarendie tegelijk volksverte genwoordigers zijn in dat geval. De kiezers worden geroepen om te beslissen of hun afgevaardigde ook thans nog hun vertrouwen heeftnu de regeering hem een ambt heeft gegevenwaaraan bezoldiging uit de staatskas is verbonden. In gewone tijden kan men het nut eener dergelijke wetsbepaling betwijfelen en meenen dat door de gewone periodieke aftredingen de kiezers de gelegen heid hebben afgevaardigden wier onafhankelijkheid bun niet langer boven verdenking schijnt, te verwij deren. Evenwel, het moet erkend worden, er ligt in dit voorschrift een waarborg, dat nimmer eene regeering in Nederland het voorbeeld der tegenwoor dige Pransche regeering volge en stemmen koope door ambten uit te deelen. Hoe het zij, de wet spreekt, en onze afgevaardigde Mr. W. VAN DER KAAY, die toch reeds ftreedt in September, moet zichomdat hij herbenoemd is tot kantonregter in Leiden, bovendien onderwerpen aan de uitspraak van de stembusom te weten of zijne kiezers hem bet mandaat tot September ver trouwen willen. Eene dubbele verkiezing dustwee billetten één rood en één witontving ieder kiezer door de zorg van de voorzitters van de stembureauxdoor op beiden den naam van Mr. W. VAN DER KAAY te schrijven verzekert de kiezer hem eene plaats in de Tweede Kamer, met bet ééne van heden tot aan September, met het andere van September tot aan de eerstvolgende periodieke aftreding. Misschien is het niet geheel overbodig deze toe lichting aan de bespreking dezer verkiezing te doen voorafgaan. Want de conservatieve partij beveelt slechts één candidaat aan den Heer EABITJS de anti-revolutionaire volgt haar voorbeeld en vraagt alleen voor den Heer BRUMMELKAMP stemmen. Beiden zorgen slechts voor ééne verkiezing. Natuurlijk is het voor onze tegenstanders van weinig gewichtof Mr. VAN DER KAAY tot September onze afge vaardigde blijft, en zij bekommeren zich alleen om de periodieke vacaturedie met September ontstaat. Maar deze houding zoude aan onze zijde misverstand kunnen doen ontstaan. Onzo politieke vrienden, betzij daarom duidelijk gezegd taebben te zorgen voor twee vacatures en twee verkiezingen. Wij moe ten zorgen dat Mr. VAN DER KAAY onze afge vaardigde blijft tot September deden wij 't niet, wij zouden een droevig figuur maken en dat hij onze afgevaardigde wordt voor het nieuwe tijdvak dat met September begint. Maar dat kunnen wij immers gemakkelijk doen? Wij hebben de meerderheid in het district, vorige stemmingen bewezen het; de tegencanclidaten zijn weinig gevaarlijkvreemd aan het district en zijn belangen, en de houding, die Mr. VAN DER KAAY bij de behandeling der jongste wetten aannam zijn door den uitslag gekroonde strijd om het behoud der regtbank te Alkmaar, die vele vroegere tegenstanders tot zijne vrienden heeft gemaakt, doen ons deze ver- kieziug met gerustheid afwachten wij moeten winnen! Ja zeker! maar laat ons niet al te gerust zijnWant de stembus kent wonderlijke verrassingenen straft nalatigheid en zorgeloosheid onmiddelijk, en soms onherstelbaar. Zeker, zonder te ontkennen, dat de Heer EABITJS een verdienstelijk zee-officier, en de Heer BRUM MELKAMP een geleerd theologant is, zonder iets te kort te doen aan hunne zedelijke en verstandelijke eigenschappen hebben wij het regt te zeggendat niets hunne candidatuur in dit district aanbeveelt en men met hetzelfde regt stemmen kan vragen voor alle andere gepensioneerde zeeofficieren en alle andere professoren in de theologie; terwijl Mr VAN DER KAAY bij uitstek de man is voor dit district, de mandie bij ons behoortzooals wij bij hem die men niet candidaat kan stellen hier, ginds en overal met de boodschap aan de kiezers er bij dat hij „een heel braaf, knap en fatsoenlijk heer" is, maar de man, die zijne kiezers kent, met hen lief en leed heeft gedeeld hen heeft onderwezen maar ook van en door hen geleerd heeft. Zeker, het zoude belachelijk, het zoude onmogelijk zijn als deze man deze onze vriend bij de stembus geslagen werd door den een' of anderen naam Maar of dit onmogelijke niet gebeuren zal? Wie durft het voorspellen? De liberale partij schijnt al te zeker van hare zege. En dan Dan blijft deze te huis om te hooiengeneomdat het zoo warm is, een derde, omdat het van zijne stem niet af zal hangen, een vierde, omdat hij met „zijne vrouw te gast wil," een vijfde, omdat men hem gevraagd heeft op een diner, en zoo de rij langs. Dan blijven er velen te huisen op den dag, als de voorzitter van het stembureau de namen afleesten de stemmen telt, blijkt het, dat de zege, die men zeker wist te zullen behalenverkeerd is in treurige nederlaag. Dubbel treurigomdat hij onzer laauwheid en onzer zelfgenoegzaamheid zoude te wijten zijn. Aan zulk een ontwaken uit onze droomen van ge makkelijke zegepralen staat geene partij eerder bloot dan de liberale. Want ons beginsel brengt mede, dat wij werken in het openbaar. Onze tegenstanders kennen onze plannenonze wijze van werken even goed als wij Onze vergaderingen zijn voor ieder opengesteldwij zoeken onze kracht in het overredende woordde pers en de meeting zijn onze kostbaarste wapenen. Niet alzoo onze tegenpartij. De leiders handelen en besluiten. Het volk verneemt de plannen, als het tijd is. Soms vraagt zij eerst gehoorzaamheid voor zij rede geeft. Verre van ons daarvan haar een verwijt te maken. Hare beginselen brengen zulks mede. Noch de con servative, noch de antirevolutionaire, noch de ultra- montaansche partij is, zooals wij, door hare overtui ging gedwongen te luisteren naar de stem van het algemeen, en kracht te putten uit den vrijen wil van allen. Waar wij trachten te overreden, vragen zij gehoorzaamheid. Maar daarvan is dit het gevolg, dat wij nimmer weten wat ons wacht en telkens en telkens weêr, ook daar waar het schijnt alsof de zege ons in den schoot zou vallen, als eene rijpe vrucht, inspanning van alle krachten pligt, wegblijven van de stembus laf en onmanlijk verzuim is. Altijd, maar ditmaal meer dan ooit! Want weêr geldt mogt het voor 't laatst zijn de strijd het be houd der openbare school. De heer Heemskerk is reeds zoo dikwerf hard gevallen over de wijzewaarop hij de Kamers en de natie heeft heen en weergevoerd, in spanning gebragt en toch weêr de oplossing heeft weten te verschuiven, dat het moeite kost, daar nog iets bij te voegen. Indien men dezen Minister hard Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,S3, franco per post f O,SO. afzonderlijke nemmers 3 Cents. Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON. De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15 Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag 1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan; ingezonden berichten een dag vroeger. Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende wekelijksche berichtenstadsnieuws en verslag van den gemeenteraad. Dat de natie spreke en bij de stembus haar be slissende stem doe hooren." Met die woorden besloot de heer Kappeyne van de Cappello in de zitting der Tweede Kamer van 15 Mei 1.1. de redevoering, waarin hij den tegenwoordigen staatkundigen toestand van ons vaderland had geschetst. Die toestand is inderdaad al zeer vreemd. Wan neer ik in de Kamer rondzie, verklaarde voor eenige weken de Minister van Justitie, dan zou ik moeilijk kunnen zeggen, aan welke zijde mijn vrienden en bondgenooten, en waar mijn tegenstanders zitten. Bezwaarlijk zal men van zulk een verhouding een voorbeeld vinden in de Staten, waar een eonstitu- tioneele en parlementaire regeeringsvorm niet alleen is gevestigd in de woorden der wet, maar ook leeft en heerscht in Regeering en Vertegenwoordiging. Ons Ministerie heet een conservatief Ministerie, en bij zyn optreden werd het door de antirevolutionairen en de katholieke fractie in de Kamer als een vriend schappelijk gezind Ministerie ontvangen en gesteund. Hoe zijn de hekken verhangen? Van de conservatieve partij heeft het Ministerie bij herhaling het verwijt moeten hooren, dat het on trouw was geworden aan de conservatieve regeerings- beginselen dat het er geen bezwaar inzag te leven bij gedoogen van de liberale partij en voortdurend aan die partij de belangrijkste concessiën deed. Waar ook het principieel verschil tusschen liberaal en con servatief regeeringsbeleid in de praktijk scheen te verdwijnenop koloniaal gebied bleef het duidelijk zichtbaar; maar reeds de vorige Minister van Kolo niën de heer van Golstein bleek niet vast in de leer, en de tegenwoordigede heer Meesvindt schier onverdeelden steun bij de liberale schier on verpoosde bestrijding bij de conservatieve partij. De Katholieke fractie wij noemen deze afdeeling van de leden der Tweede Kamer liefst met den naam dien de heer Heydenrijck haar heeft gege ven heeft herhaaldelijk haar bittere teleurstel ling en haar gemis aan vertrouwen in het Minis terie uitgesproken. Nog scherper was meeraaalen de taal die de antirevolutionaire partij deed hooren. De tegenwoordigheid van één harer meestbegaafde geestverwanten, den heer van Lynden van Sanden- burg, in het Kabinet, had haar hoop gegeven op tegemoetkoming aan haar bekende grieven tegen do regeling van het lager onderwijs; maar toen eindelijk het ontwerp tot wijziging van de bestaande wet was ingekomen onderteekenden een achttal harer leden een gemeenschappelijke nota, waarin dat wetsvoorstel wordt genoemd een „algeheele miskenning van den strijdook in deze Kamer straks twintig jaren ge voerd," die hen met „het diepste leedwezen" vervulde. De voorstellen der Regeering schenen hun „weinig in overeenstemming met den eerbied, dien een zoo ernstige strijd, als het hier geldt, zelfs den tegen stander behoort in te boezemen". Zij aarzelen niet, de „bijna ongelooflijke uitspraak der Regeering dat door de aanneming van dit wetsvoorstel de onder wijskwestie in ethischen zin van het staatkundig ge bied zou verdwijnen een beleediging te noemen van hun recht en hunne beginselen", en hebben zich af gevraagd, „in hoeverre deelneming aan de behande ling van dit ontwerp zich met hunne overtuiging verdroeg." Wanneer werd nog ooit in ons land een voorbeeld gezien van zulk een toestand De drie partijen wier onderling verbond dit Mi nisterie mogelijk maakte wedijveren met elkander in het uiten van grieven en beschuldigingen. Katho lieken en antirevolutionairen verklaren van dit Ka binet niets meer te verwachten en het hoofdorgaan der conservatieven het Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage, zegt ons, dat het Ministerie niet kan worden aangemerkt „als uitdrukking van een politieke gedachte, als vertegenwoordiger van een politiek be ginsel," en dat het van de samenstelling der Kamer zal afhangen, „welke gedragslijn het tegenwoordig Ministerie zal volgen." Erger kan het met schik niet. Wij hebben alzoo te doen met een Ministerie zonder leidende gedachte, zonder politieke beginselen dat eenvoudig bereid is met de meerderheid mee te gaan, 't zij dan te rechter- of te linkerzijde. Maar hoe is het mogelijk, dat zulk een Ministerie is blijven bestaan? Door niets anders dan dat de liberalen zich van alle stelselmatige oppositie hebben onthouden, de regeeringsvoordrrchten zooveel heb ben gewijzigd en verbeterd, als naar hunne meening in 's lands belang noodig was, en daarna hebben medegewerkt om ze tot wet te verheffen. Voor die handelwijze bestand tweeërlei aanleiding. In de eerste plaats wenschten de liberalen het Ministerie in de gelegenheid te stellen om het be loofde en eindelijk ingediende wetsontwerp tot regeling van het lager onderwijs met de Staten-Generaal te behandelen. In de troonrede bij de opening van het zittingjaar werd het wetsontwerp aangekondigd, maar eerst in de laatste helft van December, toen de Tweede Kamer gereed stond om uiteen te gaanwerd het ingediend. De Kamer kwam echter spoediger dan gewoonlijk weer bijeen, en half Maart verscheen reeds het voorloopig verslag. Tot nog toe is evenwel het antwoord van de Regeering uitgeblevenen de Kamer is uiteengegaan, de verkiezingen staan voor de deur, zonder dat dit belangrijk volksbelang geregeld is kunnen worden. De liberale partij in de Kamer heelt de Regeering niet willen dwingen, maar haar de maat volgemeten. De kwestie van het onderwijs heeft jaren lang het geheele volk in beroering gebracht en de verkiezingen beheerscht. De tegenwoordige Regeering heeft een nieuwe regeling toegezegdwaarvan de ontevredenen over den bestaanden toestand zich veel goeds beloofden. Zij behoort in de gelegenheid gesteld te worden, om haar ontwerp in de Kamer te verde digen en een beslissing te verkrijgen. Bij de stembus kan de natie op nieuw, nu voor de laatste maal, van haar gevoelen doen blijken, Zij zende mannen naar de Kamer, die in hoofdzaak de tegenwoordige regeling wenschen te behouden, maar alleen betere waarborgen eischen voor het inderdaad en in alle opzichten vol doende van het openbaar onderwijs en voor een in getal en gehalte voldoend onderwijzend personeel, ot mannen die uit de gemeentekas betaling eischen van de kosten van alle onderwijs, zoowel van de bijzon dere schoolde school van particuliere personen en vereenigingenals van de openbare, en aan de open bare school slechts plaats gunnen als aanvulling van het bijzonder onderwijs. Van de kiezers hangt op nieuw de beslissing af. Blijven zij getrouw aan hun overtuiging van 1875, dan is het behoud niet alleen, maar de verbetering van de openbare school voor jaren gewaarborgd. Is hun meening veranderd, dan raakt de openbare school voortaan meer en meer op den achtergrond, en wordt het onderwijs overgelaten aan de particulieren, dat wil tegenwoordig zeggen: aan den wedijver der kerkelijke partijen. Het lot over het wetsontwerp tot regeling van het lager onderwijs zal waarschijnlijk ook over het lot van het Ministerie beslissen. Het voorloopig verslag is zoo duidelijk, dat een aanneming van het ontwerp alleen mogelijk is, wanneer de Regeering met de wijzigingen, die de liberale partij verlangt, genoegen neemttenzij de verkiezingen belangrijke verandermg brengen in de verhouding der partijen in de Kamer ten nadeele van de liberalen. Wanneer dus de ver kiezingen niet zeer in het voordeel van het Ministerie uitvallenis zijn val aanstaande. Het behoort de gelegenheid te behouden, om zijn schoolwet in beraad slaging te brengen en te verdedigen maar, behou dens deze voorwaardekan het niet blijven bestaan, door al zijn vrienden verlaten en door de liberalen alleen gesteund. Dan zullen noodwendig de liberalen tot de regeering worden geroepen; maar een liberaal Ministerie is alleen mogelijk, wanneer de niet-liberale leden der Kamer het voorbeeld volgen van de libe rale partij en zich onthouden van stelselmatige op positie. Sluiten zij zich weer aaneen tot bestrijding van het nieuwe liberale Kabinet, dan is een liberale regeering niet mogelijk. Met een meerderheid van een paar stemmen tegenover een aaneengesloten oppositie is geen ministerieel leven gewaarborgd, en kan niets van eenig belang worden tot stand ge- bewezen te zijn. Laten onze stemmen het bewijs leverendat wij zijn ijver, zijn onvermoeid streven voor de zaak der ontwikkeling en vooruitgangder volksbeschaving en algemeene welvaart waardeeren. De antirevolutionaire partij wil bij deze verkiezing hare stemmen tellen in het landlaten wij haar voor beeld volgen. Laat deze stemming het bewijs leveren van de krachtde talrijkheid en het vermogen der liberale partij in dit district! Het Bestuur der Centrale Kiesvereeniging PH. HULST, te Zuidscharwoude, Voorzitter. J. L. T. GRONEMAN, te Wiermgerwaard, Penningmeester. K. BREEBAART, te Winkel. S. KEYSER Sz„ te Texel. C. VAN VEEN, te Helder. P. "VAN DER HORST, te Schermorhorn. J BLAAIIBOER, te Sint Maarten. TH. WALLER, te Anna Paulowna. C. W. BRUINVIS, te Alkmaar. T. LANSER, te Zijpe. A. P. DE LANGE, te Alkmaar, Secretaris. valt over zijne schoolwet-politiek, dan krijgt men een gevoel alsof men een reeds ter aarde liggenden vij and nog eens een laatsten slag toebragt. Zoo zeer is door allen dit sollen met het dierste belang der natie geoordeeld en veroordeeld. Laat ons alleen zeggende schoolwetvraag is niet opgelost, thans evenmin als bij vorige verkiezingen. De beslissing kan niet langer worden uitgesteld. Men mag niet langer de natië in onzekerheid laten. Want ziet om u heen! Worden niet de hartstogten meer en meer opgewekt, wordt niet de klove tusschen burgers van denzelfden staat, dagelijks dieper? Is niet ons geheele politieke leven als geslagen met onvruchtbaarheidomdat alles zich regelt naar dit eene vraagpunt, als of er geene andere belangen voor ons bestonden? Kamer en natia zijn in partijen verdeeld, die alleen op deze één quaestie eendrachtig zijn maar op elk ander punt uit elkander spatten. De schoolwet moet worden gewijzigd. De verlamming van ons staatsleven moet ophouden. Hoe? Zullen de party en voor welke staats- en godsdienst één is hare sectescbool zien zegevieren of zal de liberale partij deu godsdienst eerbiedigende, ja juist, omdat zij voor den godsdienst heeft dien hongeren heiligen eerbieddie zijne vermenging met het onheilige verafschuwtde school vrij maken van kerkelijke banden Dit zal afhangen ook van ons, ook bij deze verkiezing. Daarom zij het ons ernst met deze stemming. Laat ons toonen te begrijpenwat afhangt van onze stemmen. Het kan zyndat ééne stem over de keuze beslist; het kan zijn, dat in de volksvertegenwoordiging ééne stem beslist over het lot van de wet. Het kan zijn dat van de stem van één kiezer de beslissing der schoolvraag afhangt. Dit kan zijn maar zeker is het, dat het van ons gezamenlijk afhangt. Zeker, dat ieder voor zijn deel de verantwoordelijk heid draagt. Daarom stemme ieder. Maar daarom ook stemme ieder op een man van wien hij zeker is dien hij keaten die hij weetdat op het punt van beginselen niet wijken zal. Zulk een man heeft onze afgevaardigde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1877 | | pagina 1