Negenenzeventigste Jaargang.
1877
Aan dc kiezers.
De verkiezingen.
Mr. W. VAN DER KAAY
No. 23*.
Herijk van Maten Gewigten en
Weegwerktuieen.
Dc Patenten
Stedelijk lliiscüm.
(Officieel (Bcbeclte
age-
van
rims
ban-
bare
egd.
nen,
m
:bod
ant-
njk,
ver-
isier
3hen
acht
be-
cle-
crijk
vei-
lpen
elke
dat
dat
dat
alle
rek-
;aat-
rond
eene
om
land
1 zou
tan
h in
isel
niet.
oed-
het
tgen
a de
bin-
hten
ibaf-
aan
?ing
iciën
irce-
ge-
IUW-
rijk
men.
het
t af
keer
gen-
mng
telar
ratie
eene
der
ver-
het
mero
het
inde
imis-
,oek-
iliike
het
ge-
gens
een-
Gui-
door
stra-
caye
ard
ade
Jen
Heen
•oor-
het
voor
igen,
sluit
Ko-
de
a.
den
mgs-
iters.
d de
ge-
caar-
voor
loeh-
wier
uilen
tot
\lar-
mten
rolge
eko-
ilijke
loot
g 40
imen
erige
avis
den
et al
s ge-
einig
ising
AARSCHË COll
A T.
Lk
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis der belanghebbenden
1<>. dat naar luid van het K.K. besluit van 9 December 1876
(Staatsblad No. 238), in het jaar 1877 aan den herijk
bedoeld in art. 15 lett. a der wet van 7 April 1869
(Staatsblad No. 57), onderworpen zyn de lengtematen
van 1 en 2 dekameter, de ruimtematende inhoudsmaten
voor drooge waren met de daarbij behoorende strijkers
en de gewigten
2°. dat de gemeenten AlkmaarAkersloot, Bergen, Heerhugo-
waard, Heiloo, Koedijk, Limmen, Oterleek, Oudorp, St.
Pancras en Schoor! voor den herijk zijn zamengevoegd
3°. dat die herijkwelke kosteloos geschiedtzal plaats heb
ben in een locaal der burgeravondschool, hoek Doelenstraat
en gedempte Nieuwesloot te Alkmaar, van 25 Mei tot
en met 16 Juni aanstaande, op alle werkdagen, behalve
op 13 en 14 Juni en wel op Maandag, üingsdag, Woens
dag en Donderdag van iedere week voor de ingezetenen
van Alkmaar, van des voormiddags 9 tot des namiddags
3 ure
op Vrijdag en Zaturdag voor de ingezetenen der overige
gemeenten van des voormiddags 9 tot des namiddags 1
ure, en voor de gewigten, bestemd voor fijnere wegin
gen, op Vrijdag, des namiddags van 2 tot, 4 uur.
Belanghebbenden worden dringend verzocht niet tot de laatste
voor den herijk bepaalde dagen te wachten met de aanbieding
hunner maten, gewigten enz., ten einde den geregelden loop van
den herijk te bevorderen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
19 Mei 1877- Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTERen WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat ter gemeente-secretarie
gedurende dertig achtereenvolgende dagen, aanvangende 15
Juni 1877, ter inzage ligt een uittreksel van den door Ge
deputeerde Staten ontworpen ligger der toegangswegen naar
spoorwegstations in Noord-Holland, voor zooveel betreft
de gemeente Alkmaar, zijnde ieder bevoegd daartegen schrif
telijk bezwaren intebrengen bij Burgemeester en Wethouders
gedurende 45 dagen na de aankondiging in de staatscourant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT,
3 Juni 1877. Be Secretaris,
NUHüUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis:
Dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd
het aan hen ingediende verzoek met de bijlagenvan Dirk
Roosendaal, suikerwerker te Alkmaar, om vergunning tot het
oprigten van eenen bakkersoven, in het perceel aan de Huig-
brouwersteegWijk A, No. 3], en dat op Vrijdag den 22
Juni 1877, 's namiddags ten 1 ure, ten raadhuize gelegen
heid wordt gegeven om tegen het oprigten van dien bakkers
oven bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
8 Juni 1877. Be Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
tot uitoefening der bedrijven van koffieschenkertapper, slij
ter, kroeg- en koffiehuishouder, kunnen ter gemeente-secretarie
worden afgehaald tot en met 20 Juni 1877.
Voor de Militie en Schutterig gelieven zich ter gemeente
secretarie aantemelden de volgende personen
Wilko Harm Hartenberg, Pieter de Greeuw, Dirk Smit,
Johannes Bek Hendrik Hoogeveen Theodorus Franciscus
Janssens Jan van Zalinge en Jan Mosselman.
Bezichtiging tegen 25 cent per persoon eiken Maandag en
Vrijdag, van 1 tot 3 uren.
Bezichtiging tegen 10 cents per persoon op Zondag, 10 Juni,
van 1 tot 4 uren.
P O L I C 1 E.
Ter terugbekoming aan het Commissariaat van Policie
voorhanden het navolgende gevondene, als: een klein span-
zaagjeeen witte voouwezak een sleuteleen achterbord van
een wagen een stuk touw, een kruisje aan een koordje, een stuk
groen rips, een steenen oorlelletje, een gouden oorbelletje, een
zwarte kraag en drie zakken hennepzaad.
Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen omtrent een
flacon met zilveren dopeen schippers-kaasberrieeen paar
gehaakte manchettentwee witte mandjes, een portemomaie met
zilveren beugeleen poriemonnaie met geldeen ring met steen,
een ijzeren passer, een zilveren vingerhoedeen bloedkoralen
halskettingje met gouden slotje en een huissleutel.
Dc kieswet zegt, dat wanneer een lid der Sfaten-
Generaal een bezoldigd staatsambt aanneemthij zich
op nieuw moet onderwerpen aan de beslissing van
de stembus.
Ten gevolge van de inwerkingtreding op vijftien
Meij.l. van de nieuwe regterlijke indeeling verkeeren
f alle regterlijke ambtenarendie tegelijk volksverte
genwoordigers zijn in dat geval. De kiezers worden
geroepen om te beslissen of hun afgevaardigde ook
thans nog hun vertrouwen heeftnu de regeering
hem een ambt heeft gegevenwaaraan bezoldiging
uit de staatskas is verbonden.
In gewone tijden kan men het nut eener dergelijke
wetsbepaling betwijfelen en meenen dat door de
gewone periodieke aftredingen de kiezers de gelegen
heid hebben afgevaardigden wier onafhankelijkheid
bun niet langer boven verdenking schijnt, te verwij
deren. Evenwel, het moet erkend worden, er ligt
in dit voorschrift een waarborg, dat nimmer eene
regeering in Nederland het voorbeeld der tegenwoor
dige Pransche regeering volge en stemmen koope
door ambten uit te deelen.
Hoe het zij, de wet spreekt, en onze afgevaardigde
Mr. W. VAN DER KAAY, die toch reeds ftreedt
in September, moet zichomdat hij herbenoemd is
tot kantonregter in Leiden, bovendien onderwerpen
aan de uitspraak van de stembusom te weten of
zijne kiezers hem bet mandaat tot September ver
trouwen willen.
Eene dubbele verkiezing dustwee billetten één
rood en één witontving ieder kiezer door de zorg
van de voorzitters van de stembureauxdoor op
beiden den naam van Mr. W. VAN DER KAAY
te schrijven verzekert de kiezer hem eene plaats in
de Tweede Kamer, met bet ééne van heden tot aan
September, met het andere van September tot aan
de eerstvolgende periodieke aftreding.
Misschien is het niet geheel overbodig deze toe
lichting aan de bespreking dezer verkiezing te doen
voorafgaan. Want de conservatieve partij beveelt
slechts één candidaat aan den Heer EABITJS de
anti-revolutionaire volgt haar voorbeeld en vraagt alleen
voor den Heer BRUMMELKAMP stemmen. Beiden
zorgen slechts voor ééne verkiezing. Natuurlijk is
het voor onze tegenstanders van weinig gewichtof
Mr. VAN DER KAAY tot September onze afge
vaardigde blijft, en zij bekommeren zich alleen om
de periodieke vacaturedie met September ontstaat.
Maar deze houding zoude aan onze zijde misverstand
kunnen doen ontstaan. Onzo politieke vrienden,
betzij daarom duidelijk gezegd taebben te zorgen
voor twee vacatures en twee verkiezingen. Wij moe
ten zorgen dat Mr. VAN DER KAAY onze afge
vaardigde blijft tot September deden wij 't niet,
wij zouden een droevig figuur maken en dat hij
onze afgevaardigde wordt voor het nieuwe tijdvak dat
met September begint.
Maar dat kunnen wij immers gemakkelijk doen?
Wij hebben de meerderheid in het district, vorige
stemmingen bewezen het; de tegencanclidaten zijn
weinig gevaarlijkvreemd aan het district en zijn
belangen, en de houding, die Mr. VAN DER KAAY
bij de behandeling der jongste wetten aannam zijn
door den uitslag gekroonde strijd om het behoud der
regtbank te Alkmaar, die vele vroegere tegenstanders
tot zijne vrienden heeft gemaakt, doen ons deze ver-
kieziug met gerustheid afwachten wij moeten winnen!
Ja zeker! maar laat ons niet al te gerust zijnWant
de stembus kent wonderlijke verrassingenen straft
nalatigheid en zorgeloosheid onmiddelijk, en soms
onherstelbaar.
Zeker, zonder te ontkennen, dat de Heer EABITJS
een verdienstelijk zee-officier, en de Heer BRUM
MELKAMP een geleerd theologant is, zonder iets
te kort te doen aan hunne zedelijke en verstandelijke
eigenschappen hebben wij het regt te zeggendat
niets hunne candidatuur in dit district aanbeveelt
en men met hetzelfde regt stemmen kan vragen
voor alle andere gepensioneerde zeeofficieren en alle
andere professoren in de theologie; terwijl Mr VAN
DER KAAY bij uitstek de man is voor dit district,
de mandie bij ons behoortzooals wij bij hem
die men niet candidaat kan stellen hier, ginds en
overal met de boodschap aan de kiezers er bij dat
hij „een heel braaf, knap en fatsoenlijk heer" is,
maar de man, die zijne kiezers kent, met hen
lief en leed heeft gedeeld hen heeft onderwezen
maar ook van en door hen geleerd heeft. Zeker, het
zoude belachelijk, het zoude onmogelijk zijn als deze
man deze onze vriend bij de stembus geslagen werd
door den een' of anderen naam
Maar of dit onmogelijke niet gebeuren zal? Wie
durft het voorspellen? De liberale partij schijnt al
te zeker van hare zege. En dan Dan blijft deze
te huis om te hooiengeneomdat het zoo warm
is, een derde, omdat het van zijne stem niet af zal
hangen, een vierde, omdat hij met „zijne vrouw te
gast wil," een vijfde, omdat men hem gevraagd heeft
op een diner, en zoo de rij langs. Dan blijven er
velen te huisen op den dag, als de voorzitter van
het stembureau de namen afleesten de stemmen
telt, blijkt het, dat de zege, die men zeker wist te
zullen behalenverkeerd is in treurige nederlaag.
Dubbel treurigomdat hij onzer laauwheid en onzer
zelfgenoegzaamheid zoude te wijten zijn.
Aan zulk een ontwaken uit onze droomen van ge
makkelijke zegepralen staat geene partij eerder bloot
dan de liberale.
Want ons beginsel brengt mede, dat wij werken
in het openbaar. Onze tegenstanders kennen onze
plannenonze wijze van werken even goed als wij
Onze vergaderingen zijn voor ieder opengesteldwij
zoeken onze kracht in het overredende woordde
pers en de meeting zijn onze kostbaarste wapenen.
Niet alzoo onze tegenpartij. De leiders handelen
en besluiten. Het volk verneemt de plannen, als het
tijd is. Soms vraagt zij eerst gehoorzaamheid voor
zij rede geeft.
Verre van ons daarvan haar een verwijt te maken.
Hare beginselen brengen zulks mede. Noch de con
servative, noch de antirevolutionaire, noch de ultra-
montaansche partij is, zooals wij, door hare overtui
ging gedwongen te luisteren naar de stem van het
algemeen, en kracht te putten uit den vrijen wil van
allen. Waar wij trachten te overreden, vragen zij
gehoorzaamheid.
Maar daarvan is dit het gevolg, dat wij nimmer
weten wat ons wacht en telkens en telkens weêr,
ook daar waar het schijnt alsof de zege ons in den
schoot zou vallen, als eene rijpe vrucht, inspanning
van alle krachten pligt, wegblijven van de stembus
laf en onmanlijk verzuim is.
Altijd, maar ditmaal meer dan ooit! Want weêr
geldt mogt het voor 't laatst zijn de strijd het be
houd der openbare school. De heer Heemskerk is reeds
zoo dikwerf hard gevallen over de wijzewaarop hij
de Kamers en de natie heeft heen en weergevoerd,
in spanning gebragt en toch weêr de oplossing heeft
weten te verschuiven, dat het moeite kost, daar nog
iets bij te voegen. Indien men dezen Minister hard
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal f O,S3, franco per post f O,SO.
afzonderlijke nemmers 3 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON.
De Advertentiën kosten van 1—5 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents; groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een bijbladbevattende
wekelijksche berichtenstadsnieuws en
verslag van den gemeenteraad.
Dat de natie spreke en bij de stembus haar be
slissende stem doe hooren." Met die woorden besloot
de heer Kappeyne van de Cappello in de zitting der
Tweede Kamer van 15 Mei 1.1. de redevoering, waarin
hij den tegenwoordigen staatkundigen toestand van
ons vaderland had geschetst.
Die toestand is inderdaad al zeer vreemd. Wan
neer ik in de Kamer rondzie, verklaarde voor eenige
weken de Minister van Justitie, dan zou ik moeilijk
kunnen zeggen, aan welke zijde mijn vrienden en
bondgenooten, en waar mijn tegenstanders zitten.
Bezwaarlijk zal men van zulk een verhouding een
voorbeeld vinden in de Staten, waar een eonstitu-
tioneele en parlementaire regeeringsvorm niet alleen
is gevestigd in de woorden der wet, maar ook leeft
en heerscht in Regeering en Vertegenwoordiging.
Ons Ministerie heet een conservatief Ministerie, en
bij zyn optreden werd het door de antirevolutionairen
en de katholieke fractie in de Kamer als een vriend
schappelijk gezind Ministerie ontvangen en gesteund.
Hoe zijn de hekken verhangen?
Van de conservatieve partij heeft het Ministerie
bij herhaling het verwijt moeten hooren, dat het on
trouw was geworden aan de conservatieve regeerings-
beginselen dat het er geen bezwaar inzag te leven
bij gedoogen van de liberale partij en voortdurend
aan die partij de belangrijkste concessiën deed. Waar
ook het principieel verschil tusschen liberaal en con
servatief regeeringsbeleid in de praktijk scheen te
verdwijnenop koloniaal gebied bleef het duidelijk
zichtbaar; maar reeds de vorige Minister van Kolo
niën de heer van Golstein bleek niet vast in de
leer, en de tegenwoordigede heer Meesvindt
schier onverdeelden steun bij de liberale schier on
verpoosde bestrijding bij de conservatieve partij. De
Katholieke fractie wij noemen deze afdeeling
van de leden der Tweede Kamer liefst met den
naam dien de heer Heydenrijck haar heeft gege
ven heeft herhaaldelijk haar bittere teleurstel
ling en haar gemis aan vertrouwen in het Minis
terie uitgesproken. Nog scherper was meeraaalen
de taal die de antirevolutionaire partij deed hooren.
De tegenwoordigheid van één harer meestbegaafde
geestverwanten, den heer van Lynden van Sanden-
burg, in het Kabinet, had haar hoop gegeven op
tegemoetkoming aan haar bekende grieven tegen do
regeling van het lager onderwijs; maar toen eindelijk
het ontwerp tot wijziging van de bestaande wet was
ingekomen onderteekenden een achttal harer leden
een gemeenschappelijke nota, waarin dat wetsvoorstel
wordt genoemd een „algeheele miskenning van den
strijdook in deze Kamer straks twintig jaren ge
voerd," die hen met „het diepste leedwezen" vervulde.
De voorstellen der Regeering schenen hun „weinig
in overeenstemming met den eerbied, dien een zoo
ernstige strijd, als het hier geldt, zelfs den tegen
stander behoort in te boezemen". Zij aarzelen niet,
de „bijna ongelooflijke uitspraak der Regeering dat
door de aanneming van dit wetsvoorstel de onder
wijskwestie in ethischen zin van het staatkundig ge
bied zou verdwijnen een beleediging te noemen van
hun recht en hunne beginselen", en hebben zich af
gevraagd, „in hoeverre deelneming aan de behande
ling van dit ontwerp zich met hunne overtuiging
verdroeg."
Wanneer werd nog ooit in ons land een voorbeeld
gezien van zulk een toestand
De drie partijen wier onderling verbond dit Mi
nisterie mogelijk maakte wedijveren met elkander in
het uiten van grieven en beschuldigingen. Katho
lieken en antirevolutionairen verklaren van dit Ka
binet niets meer te verwachten en het hoofdorgaan
der conservatieven het Dagblad van Zuid-Holland en
's Gravenhage, zegt ons, dat het Ministerie niet kan
worden aangemerkt „als uitdrukking van een politieke
gedachte, als vertegenwoordiger van een politiek be
ginsel," en dat het van de samenstelling der Kamer
zal afhangen, „welke gedragslijn het tegenwoordig
Ministerie zal volgen."
Erger kan het met schik niet. Wij hebben alzoo
te doen met een Ministerie zonder leidende gedachte,
zonder politieke beginselen dat eenvoudig bereid is
met de meerderheid mee te gaan, 't zij dan te rechter-
of te linkerzijde.
Maar hoe is het mogelijk, dat zulk een Ministerie
is blijven bestaan? Door niets anders dan dat de
liberalen zich van alle stelselmatige oppositie hebben
onthouden, de regeeringsvoordrrchten zooveel heb
ben gewijzigd en verbeterd, als naar hunne meening
in 's lands belang noodig was, en daarna hebben
medegewerkt om ze tot wet te verheffen. Voor die
handelwijze bestand tweeërlei aanleiding.
In de eerste plaats wenschten de liberalen het
Ministerie in de gelegenheid te stellen om het be
loofde en eindelijk ingediende wetsontwerp tot regeling
van het lager onderwijs met de Staten-Generaal te
behandelen. In de troonrede bij de opening van het
zittingjaar werd het wetsontwerp aangekondigd, maar
eerst in de laatste helft van December, toen de Tweede
Kamer gereed stond om uiteen te gaanwerd het
ingediend. De Kamer kwam echter spoediger dan
gewoonlijk weer bijeen, en half Maart verscheen reeds
het voorloopig verslag. Tot nog toe is evenwel het
antwoord van de Regeering uitgeblevenen de Kamer
is uiteengegaan, de verkiezingen staan voor de deur,
zonder dat dit belangrijk volksbelang geregeld is
kunnen worden. De liberale partij in de Kamer heelt
de Regeering niet willen dwingen, maar haar de maat
volgemeten. De kwestie van het onderwijs heeft jaren
lang het geheele volk in beroering gebracht en de
verkiezingen beheerscht. De tegenwoordige Regeering
heeft een nieuwe regeling toegezegdwaarvan de
ontevredenen over den bestaanden toestand zich veel
goeds beloofden. Zij behoort in de gelegenheid gesteld
te worden, om haar ontwerp in de Kamer te verde
digen en een beslissing te verkrijgen. Bij de stembus
kan de natie op nieuw, nu voor de laatste maal, van
haar gevoelen doen blijken, Zij zende mannen naar
de Kamer, die in hoofdzaak de tegenwoordige regeling
wenschen te behouden, maar alleen betere waarborgen
eischen voor het inderdaad en in alle opzichten vol
doende van het openbaar onderwijs en voor een in
getal en gehalte voldoend onderwijzend personeel, ot
mannen die uit de gemeentekas betaling eischen van
de kosten van alle onderwijs, zoowel van de bijzon
dere schoolde school van particuliere personen en
vereenigingenals van de openbare, en aan de open
bare school slechts plaats gunnen als aanvulling van
het bijzonder onderwijs. Van de kiezers hangt op
nieuw de beslissing af. Blijven zij getrouw aan hun
overtuiging van 1875, dan is het behoud niet alleen,
maar de verbetering van de openbare school voor
jaren gewaarborgd. Is hun meening veranderd, dan
raakt de openbare school voortaan meer en meer op
den achtergrond, en wordt het onderwijs overgelaten
aan de particulieren, dat wil tegenwoordig zeggen:
aan den wedijver der kerkelijke partijen.
Het lot over het wetsontwerp tot regeling van het
lager onderwijs zal waarschijnlijk ook over het lot van
het Ministerie beslissen. Het voorloopig verslag is
zoo duidelijk, dat een aanneming van het ontwerp
alleen mogelijk is, wanneer de Regeering met de
wijzigingen, die de liberale partij verlangt, genoegen
neemttenzij de verkiezingen belangrijke verandermg
brengen in de verhouding der partijen in de Kamer
ten nadeele van de liberalen. Wanneer dus de ver
kiezingen niet zeer in het voordeel van het Ministerie
uitvallenis zijn val aanstaande. Het behoort de
gelegenheid te behouden, om zijn schoolwet in beraad
slaging te brengen en te verdedigen maar, behou
dens deze voorwaardekan het niet blijven bestaan,
door al zijn vrienden verlaten en door de liberalen
alleen gesteund. Dan zullen noodwendig de liberalen
tot de regeering worden geroepen; maar een liberaal
Ministerie is alleen mogelijk, wanneer de niet-liberale
leden der Kamer het voorbeeld volgen van de libe
rale partij en zich onthouden van stelselmatige op
positie. Sluiten zij zich weer aaneen tot bestrijding
van het nieuwe liberale Kabinet, dan is een liberale
regeering niet mogelijk. Met een meerderheid van
een paar stemmen tegenover een aaneengesloten
oppositie is geen ministerieel leven gewaarborgd, en
kan niets van eenig belang worden tot stand ge-
bewezen te zijn. Laten onze stemmen het bewijs
leverendat wij zijn ijver, zijn onvermoeid streven
voor de zaak der ontwikkeling en vooruitgangder
volksbeschaving en algemeene welvaart waardeeren.
De antirevolutionaire partij wil bij deze verkiezing
hare stemmen tellen in het landlaten wij haar voor
beeld volgen. Laat deze stemming het bewijs leveren
van de krachtde talrijkheid en het vermogen der
liberale partij in dit district!
Het Bestuur der Centrale Kiesvereeniging
PH. HULST, te Zuidscharwoude, Voorzitter.
J. L. T. GRONEMAN, te Wiermgerwaard,
Penningmeester.
K. BREEBAART, te Winkel.
S. KEYSER Sz„ te Texel.
C. VAN VEEN, te Helder.
P. "VAN DER HORST, te Schermorhorn.
J BLAAIIBOER, te Sint Maarten.
TH. WALLER, te Anna Paulowna.
C. W. BRUINVIS, te Alkmaar.
T. LANSER, te Zijpe.
A. P. DE LANGE, te Alkmaar, Secretaris.
valt over zijne schoolwet-politiek, dan krijgt men een
gevoel alsof men een reeds ter aarde liggenden vij
and nog eens een laatsten slag toebragt. Zoo zeer
is door allen dit sollen met het dierste belang der
natie geoordeeld en veroordeeld.
Laat ons alleen zeggende schoolwetvraag is niet
opgelost, thans evenmin als bij vorige verkiezingen.
De beslissing kan niet langer worden uitgesteld.
Men mag niet langer de natië in onzekerheid laten.
Want ziet om u heen! Worden niet de hartstogten
meer en meer opgewekt, wordt niet de klove tusschen
burgers van denzelfden staat, dagelijks dieper?
Is niet ons geheele politieke leven als geslagen met
onvruchtbaarheidomdat alles zich regelt naar dit
eene vraagpunt, als of er geene andere belangen
voor ons bestonden? Kamer en natia zijn in partijen
verdeeld, die alleen op deze één quaestie eendrachtig
zijn maar op elk ander punt uit elkander spatten.
De schoolwet moet worden gewijzigd. De verlamming
van ons staatsleven moet ophouden.
Hoe? Zullen de party en voor welke staats- en
godsdienst één is hare sectescbool zien zegevieren
of zal de liberale partij deu godsdienst eerbiedigende,
ja juist, omdat zij voor den godsdienst heeft dien
hongeren heiligen eerbieddie zijne vermenging met
het onheilige verafschuwtde school vrij maken van
kerkelijke banden Dit zal afhangen ook van ons,
ook bij deze verkiezing.
Daarom zij het ons ernst met deze stemming.
Laat ons toonen te begrijpenwat afhangt van
onze stemmen.
Het kan zyndat ééne stem over de keuze beslist;
het kan zijn, dat in de volksvertegenwoordiging ééne
stem beslist over het lot van de wet.
Het kan zijn dat van de stem van één kiezer de
beslissing der schoolvraag afhangt.
Dit kan zijn maar zeker is het, dat het van ons
gezamenlijk afhangt.
Zeker, dat ieder voor zijn deel de verantwoordelijk
heid draagt.
Daarom stemme ieder.
Maar daarom ook stemme ieder op een man van
wien hij zeker is dien hij keaten die hij weetdat
op het punt van beginselen niet wijken zal.
Zulk een man heeft onze afgevaardigde