No. 36.
Negenenzeventigste
Jaargang.
1877.
ZONDAG
9 SEPTEMBER.
F a tent e 11
Officieel QJebceltc
aangevraagd in Juaij en Julij 1877, be
nevens de suppletie-patenten van de te
Alkmaar handelende kooplieden, kunnen
van af heden tot en met 22 dezer, van
's morgens 9 tot 2 ure ter Secretarie dezer
gemeente worden afgehaald.
Middelen tot ontwikkeling van onze
kunst-nijverheid.
ji tujczmiücu u k keu.
Snvucr vun vee in I'mnkrijli.
js&taös-iiXieuws.
Alk
A A
C
T.
'.■>tSX!3SSXt&3.
Deze Courant wordt wekelijks uitgegeven en is verkrijgbaar op Zaterdag
avond te 7 uren. Prijs per kwartaal 1 Ö,S5, franco per post f O,ft
afzonderlijke nommers 5 Cents.
Brieven franco aan de Uitgevers HERM'. COSTER ZOON
De Advertentiën kosten van 15 regels 0,75, voor elke regel meer 15
Cents j groote letters naar plaatsruimte. Bij inzending tot Zaterdag namiddag
1 uur, wordt voor de plaatsing in het eerstvolgend nommer ingestaan;
ingezonden berichten een dag vroeger.
Bij deze Courant behoort een hijblad
bevattende wekelijksche berichtten.
NOORDHOLLANDSCH KANAAL.
STREMMING DER PASSAGE.
De COMMISSARIS DES KONINGS IN NOORDHOLLAND
brengt ter kennis van belanghebbenden
1». Dat het verkeer over den westelijken dijk van het Noord-
hollandsch Kanaal tnsschen de sluis en de deuren-ligplaats
te Purmerendgedurende eenige dagen (vermoedelijk'
van en met 10 September tot, en met 6 October a.s.) zal
gestremd zijndoeh dat de passage gedurende dien tijd
kan plaats hebben door middel van de pont over het
Noordhollandsch Kanaal, bij de Amsterdamsche poort te
Purmerend.
2°. Dat de scheepvaart door de groote opening der sluis
op 17 September e.k. en eenige volgende dagen belem
mering zal ondervindendaar bij het verwisselen der
deuren slechts nu en dan kan worden gesehut.
HaarlemDe Commissaris des Konings voornoemd
6 September 1877. RöELL.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
maken naar aanleiding van art. 51 der gemeentewet bekend,
dat in de heden gehouden raadsvergadering de heer H. J.
Conijnals raadslid afgetredenop nieuw benoemd is tot
lid der vaste commissie van bijstand in betrekking tot het
beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigendom
men gedurende 18/7, en de lieer M. Cohen Staart benoemd
is tot lid der vaste commissie voor de verordeningen, tegen
welker overtreding straf is bedreigd, eedurende 1877, inde
plaats van den heer Mr. D. F. van Leeuwen, als raadslid
afgetreden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
AlkmaarA. MAGLAINE PONT.
4 Sept. 1877. Ce Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEM.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
noodigen de ingezetenen uitvan hunne belangstelling in
de van 15 tot 19 September 1877 te Alkmaar gehouden
wordende TENTOONSTELLING VAN DE HOLLAND-
SCHE MAATSCHAPPIJ VAN LANDBOUW te doen
blijken door het uitsteken der vlaggen uit hunne woningen.
Burgemeester en ff ethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
3 Sent. 1877 Ce Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
P01IC1 E.
Ter terugbekoming aan liet Commissariaat van Polieie
voorhanden het navolgende gevondene, als: een koperen bos
van een rijtuig een bruine hondeen glacé handschoeneen
tabaksdoos, een huissleuteleen bruine kouseen extract van
overlijdeneene verguld zilveren zijnaald, een zilveren horologie
met dito ketting, een r. c. kerkboek, een ka asdek, gemerkt P. IJ.
D. Jen een brief.
Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen o ntrent een
bloedkoralen kettinq met gouden zijstukken en dito tonnetjes, een
gouden medaHjon, een haarschuijereen moirée boezelaareen
roode zakdoek, een gouden broche, een gouden medailjon, een dito
met jluweel ingewerkt, eene parapluie, een gouden kettingtje met
dito slotje, een bloedkoralen kinder halsketting met gouden kapit
telstokje, een barometer.
Bij de beoordeeling van de "middelen otn onze nij
verheid te verheffen en te doen beantwoorden aan
de eischen van het schoonheidsgevoel, om de fanta
sie onzer werklieden op te wekken en te leiden in
het rechte spoor, om den kunstzin bij voortbrengers
en gebruikers te ontwikkelen kiest da heer de Kruyff
een veiligen gids. Hij raadpleegt de ervaring in an
dere landen opgedaan, en spoort ons aan otn in on
zen kring, met onze middelen en lettende op het
eigenaardige van onzen volksaard, te doen wat elders
met goeden uitslag is beproefd. Hij wijst ons op
hetgeen in Engeland en Oostenrijk is gedaan.
De eerste wereld-tentoonstelling in 1851 te Londen
gehouden ontdekte aan de Bngelschen wat hun ont
brak en waarin zij bij voorbeeld bij de Franschen
achterstonden. Men begreep in Engeland, dat men,
wat men niet kende, kon en moest leeren. Alen begreep
tevens, dat men op dit gebied vooral moest leeren door
te zien, en men richtte het thans beroemde South-Ken-
sington-museum op. Daar werden de voortbrengselen
der nijverheid uit alle eeuwen en van alle volken verza
meld en gerangschikt, en is thans elke tak van nijverheid
door zijn beste en schoonste werken vertegenwoordigd
Daar heeft de werkman die in zijn vak bruikbare
en tevens schoone zaken wensebt te vervaardigen
de verschillende tijdperken der kunstnijverheid voor
oogen en aanschouwt hij wat zijn voorgangers goeds
en schoons hebben geleverd. Daar leert hij opmerken
en vergelijken en vindt hij voorbeelden en wenken
voor zijn niet gemakkelijke taak: bruikbaarheid, doel
matigheid en goededegelijke bewerking te vereeni
gen met schoone vormen. Vandaar uit worden voor
werpenwaarvan de nauwkeurige bezichtiging en be
oordeeling wenschelijk worden geacht voor den En-
gelschen werkman rondgezonden naar alle plaatsen
waar een tak van nijverheid is gevestigd, die er zijn
voordeel mee zou kunnen doen. Aanschouwen alleen
is echter niet voldoende. Er is voorlichting en on
derwijs noodig. De goede eigenschappen van het fa
brikaat moeten aangewezen, er moet rekenschap ge
geven worden van de gepastheid en schoonheid van
vorm en kleur, de kunstzin moet door eigen oefening
opgewekt en ontwikkeld worden. Daarvoor zorgen
de rondtrekkende kunstleeraars en de over het land
verspreide industrie- en teekenscholen. De goede
vruchten van deze uitstekende maatregelen waren
reeds bij de volgende Londensche tentoonstelling, in
lti62 voor allen duidelijk zichtbaar.
Toen heeft Oostenrijk op kleiner schaal maar met
niet minder goeden uitslag, het voorbeeld van En
geland gevolgd. Ook te Weenen verrees een museum
van kunstindustrie, waaraan een centrale school voor
kunst-nijverheid werd verbonden. Het geheele tee-
kenonderwijs ontving een nieuwen regel en nieuwe
richting, en in alle d >elen des rijks werden indus
triescholen opgericht. En deze pogingen van de re
geering vonden bu de natie in ruime mate den on-
misbaren steun. Het vorstenhuis, de aristocratie, de
rijke particulieren toonden hart te hebben voor de
eer des volks op dit gebied en werkten krachtig
mede tot de volksopvoeding en in de vruchten niet
minder tot de volkswelvaart. En toen Oostenrijk na
eenige jaren in zijn hoofdstad op zijne beurt een
wereldtentoonstelling opende was de gastheer in
staat de eer des huizes onder zijne gasten behoorlijk
op te houden.
En Frankrijk en Italië waar de kunstnijverheid
zich het gelukkigst heeft ontwikkeld wat hebben zij
in de laatste jaren gedaan Die landen hadden niet
noodig te doen wat Engeland en Oostenrijk, hebben
gedaan. Daar was de achteruitgang niet zoo sterk
Toch achtte Italië het noodig in de voornaamste
steden musea van industriëele kunst op te richten
en, door een groote tentoonstelling van oude natio
nale kunst op het gebied der nijverheid aan het
volk de gelegenheid te geven tot het aanschouwen en
bestudeeren van de meesterstukken van een roemvol
verleden.
Wat Engeland en Oostenrijk in de laatste jaren
met groote krachtsinspanning hebben tot stand ge
brachtwas in Parijs reeds lang aanwezig. Een stad
die de musea van het Louvrevan Sèvres en van
Cluny beziten daarbij prachtige bibliotheken en zoo
vele rijke hulpbronnen van onderwijs teit biedt aan
de kunst-nijverheid voldoende gelegenheid tot aan
schouwen en bestudeeren. Toch werd er de Cen
trale Vereeniging van schoone kunsten toegep st op
de nijverheid opgericht, die door het houden van
voordrachten en tentoonstellingen, door het uitschrij
ven van prijsvragen en het aanleggen van eene kleine
verzameling van kunstvoorwerpen, verbonden met een
collectie plaatwerken de Fransche kunstnijverheid
blijft steunen en handhaven op de eereplaats die zij
heeft ingenomen.
En wat behoort Nederland dan te doen 'r vraagt
de schrijver ten slotte. Het voorbeeld van Engeland
en Oostenrijk volgen, is zijn antwoord. Wij hebben
noodig zegt hij
Een museum voor kunst-nijverheid.
Een centrale school voor kunst-nijverheid, aan het
museum verbonden.
Een bibliotheek voor kunst-nijverheid en een werk
plaats voor gipsafgietsels van ornémenten en andere
voorwerpen van kunst-nijverheid, ook ter verspreiding
in alle deelen des lands.
Afzonderlijke vakscholen voor de verschillende tak
ken van kunst-nijverheid in de middelpunten barer
beoefening (B v. voor tapijtwerk te Deventer, voor
aardewerk te Utrecht of te Delftvoor goud- en
zilversmidswerk in Zuid-Holland, enz.)
Teekenonderwijs aan alle scholen waar dit wensche
lijk blijkt, in de eerste plaats aan de ambachtsscholen,
geheel ingericht naar de behoeften der kunst-industrie
Dat het de Staat is die deze dingen moet tot stand
brengen, spreekt volgens den schrijver van zelf En
inderdaad gelooven wij, dat elk vertrouwen op par
ticuliere krachten hier misplaatst zou zijn. Ook in
Engeland, waar anders de belanghebbenden en be
langstellenden in vele gevallen met aarzelen zeiven
de handen aan het werk te slaan en veleri door hun
kolossaal vermogen in staat zijn op krachtige wijze
bij te dragen heeft de Staat het werk op zich moeten
nemen, evenals in Oostenrijk. In Frankrijk heeft de
Staat zich de zaak der kunst-industrie sinds eeuwen
met grooten ijver aangetrokken, en de particuliere
vereeniging waarop wij gewezen hebben, dient slechts
tot ondersteuning en aanvulling van hetgeen de Staat
heeft verricht. Intusschen heeft de Nederlandsche
maatschappij ter bevordering van Nijverheid een eer
sten stap op dit gebied gedaan. Weldra zal het blij
ken, in hoeverre zij zal slagen.
Het zal volgens den heer de Kruyff noodig zijn,
aanvankelijk bekwame werklieden uit den vreemde
te ontbieden voor het aanleeren van sommige tech
nische handwerken maar voor de zuivere studie moe
ten wij Nederlanders hebben. Het nationaal karakter
moet ook op dit gebied bewaard blijven. V oor de oplei
ding dezer Nederlandsche leeraren acht hij een verblijf
te Weenen en in Italië noodzakelijk. Aan W eenen
en Italië geeft hij de voorkeur boven Parijs, omdat
de werkelijk gezonde kunstbeginselen in Parijs
den boventoon niet hebben, en datgene wat ons
geweuscht zou voorkomen van de Franschen te lee
ren, namelijk het geheim van hunne onuitputtelijke
bron van bevalligheid en originaliteitniet aan te
leeren is, eenvoudig omdat de Fransche en Neder
landsche volkskarakters zoo oneindig veel verschil
len." Engeland heeft aanvankelijk Fransche indus
triëele teekenaars laten overkomenmaar de Engel-
scheu hebben niet veel van hen kunuen leeren men j
is dan genoodzaakt altijd Fransche teekenaars te hou-
den, want men kan ze niet door anderen vervangen, j
Voor het aanleeren van sommige handwerken daar-
entegen zouden Fransche werklieden ons uitmuntend
kunnen dienen; brons- en emailwerkers b.v. zou men
te Parijs moeten zoeken.
Herhaaldelijk is in de laatste jaren in ons land ge
legenheid gegeven om de schoone gewrochten van
kunst-nijverheid te bewonderen en te bestudeeren
waarvoor het Nederland van vroeger eeuw ook thans
nog bij den vreemdeling zoo hoog staat aangeschre
ven. Thans is te Amsterdam een tentoonstelling ge
opend van oud-nationale en moderne kunst-nijverheid,
verbonden met een internationalen wedstrijd op dat
gebied. Daar kan een vergelijkende studie tusachen
het Heden en het Verleden worden gemaakt, daar
kan het werk van den vreemdeling met dat van den
landgenoot in hetzelfde vak worden vergeleken. Daar
valt ongetwijfeld veel voor ons te leeren, daar kan
ook licht opgaan over de vraagwat behoort de Staat
op dit gebied als zijne taak te beschouwen'f
Het Handelsblad van 5 Sept. bevat een ingezonden stuk
„De westfriesche spoor en de opheffing der rechtbank te
Hoorn", in het nummer van den 7 gevolgd door een na-
schrift, waarop wij verzocht zijn de aandacht te vestigen, j
De schrijver beklaagt zich zeer over den weinigen voortgang,
welke met den aanleg der lijn EnkhuizenHoorn—-Pur-
merende -Zaanstreek gemaakt wordtzoodat er niets anders
dan bakens te zien zijn; alsook over de richting, waarin die
bakens tusschen Hoorn en Purmerende gesteld zijnn.l.
langs de zee tót Oosthuizen en van daar door de Zeevang.
Hij toont aan hoeveel meer aanbeveling eene richting langs
AvenhornOudendijk en Beets, met een station Oosthui
zenBeemster, en vervolgens langs de Oostersloot door de
Beemster verdient, zijnde in laatstgenoemde richting het
traject, wel i minuten sporens langer en het benoodigde land
wel duurder, maar hooger en vaster dan in de drassige en
schaats bevolkte Zeevang, terwijl de volkrijke en welvarende
plaatsen Avenhorn, Oudendijk, Beets, Oost,huizen en Beem
ster, met de naburige dorpen BerkhoutGooru Spierdijk
en Ursem veel grooter vertier en hoogere opbrengsten -voor
den spoorweg beloven dan de gehuchten Seharwoude, Schar
dam en Etershem en de gemeente Oosthuizen flobrede en
Kwadijk. Te meer meent de schrijver op de door hem
gewensehte verandering van richting te moeten aan
dringen, omdat door de lijn Hoorn Avenhorn eene
lijn Hoorn Hugowaard of Alkmaar (22 mijlen lang)
met 10y2 mijlen verkort zou worden, en eene verbinding
HoornAlkmaar, nu de rechtbank te Hoorn opgeheven is,
niet langer kan gemist worden. Hij zegt dat „alsdan het
middenpunt van Noordhollandeen der vruchtbaarste ge
deelten doorsneden wordtde landbouw, handel en nij
verheid tevens daardoor gediend en de noordhollandsohe
sporen beter gevoed worden." Hij begrijpt het goed de
belangen van Hoorn en Alkmaar beideu vorderen aansluiting,
geen afzondering. Niet als zoo menigeen uit hij de vrees,
dat een spoorweg tusschen beide steden de markten van Alk
maar ten koste van die van Hoorn zou bevoordeelen neen,
hij doet uitkomen, dat zonder dien weg liet bezoek van uit
Scbagen en omstreken naar de hoornsche markt [bij Zaan
dam omhaast ondenkbaar is. In zijn naschrift voert hij
aan, wat van deze zijde reeds zoo dikwerf beweerd is, dat
de aanleg der westfriesche lijnwelke thans wachten moet
op den nog niet begonnen bouw van bruggen over de Zaan
en over het Noordholl. Kanaal (bij Purmerende) zeer be
spoedigd kan worden door den aanleg van een zijtak Alk
maar of Hugowaard Hoorn waardoor directe zandaan-
voer van Castricum en het aanvangen der westfriesche lijn
van 2 punten af mogelijk zal worden.
Het alkmaarsclie muziekgezelschap Concordia gaf j.l. woensdag
een concert te Bergen in het locaal van Pijper. Het programma,
bestaande uit 8 nummers was met zorg gekoz°n en werd
uitgevoerd op eene wijze den heer J. il. Otto waardig. Bij
zonder verdienen vermelding de solo's voor clarinet en trom
bone door de h.h. Vermeer en Groen en de voordracht van
de Serenade van Haydn door de h.h. Otto, Kraakman en
Mulder. De "heer Buis bedankte met een kort woord den
heer Latemtein van Voorst, president, en den directeur voor
den genotvollen avondhet Berger publiek bereid door
Concordia.
Sedert eenigeu tijd worden te Duinkerken stoomboot ladin
gen Holsfeinsch vee uit de haven van Tonningen aangevoerd,
welk vee, bestemd voor de markt te Parijs, van Duinkerken
verder per spoor verzonden wordt.
De veehandelaars in SleeswijkHolstein schijnen, sedert
de invoer van buitenlandse!! vee in Engeland door allerlei
maatregelen wordt bemoeilijkt, in Parijs een nieuw debouclié
voor hunnen handel gezocht en gevonden te hebben. Het
moet dus voor den Nederliindscheu veehandel, die oader
de Engelsche regeeringsmaatregelen niet minder lijdt, dan
de handel van andere landenzeker van belang zijn hierop
te Worden opmerkzaam gemaaktte meer, daar sedert de
opening van liet Noordzeekanaal een zeer snel vervoer per
stoomboot tusschen Amsterdam en Duinkerken mogelijk is.
De goederenboot, die tusschen Amsterdamen Duinkerken
in de vaart is, kan de reis in 17 uren volbrengen, hoewel
dit slechts een schip van klein charter en gematigde snel
heid ismocht dus een geregelde veehandel tusschen Hol
land en Parijs te vestigen zijn en eene bepaald voor dit
vervoer interichten veeboot tusschen Amsterdam en Duin
kerken in-de vaart gebracht worden, zoo is deze reis zeker
nog in eenige uren minder te volbrengen. Ook de haven
van Duinkerken is voor een dergelijk vervoer zeer gunstig
gelegen, daar in de onmiddelijke nabijheid derzelve zeer goede
weilanden voorhanden zijn en ook de lading in de spoor
wegwagons in de haven kan plaats vinden.
Naar men verzekert, geeft de Parijsohe veemarkt den bui-
tenlandschen handel zeer goede resultaten en mag men veilig
aannemen, dat het Hollandsche vee een eereplaats kan inne
men tegenover het ItaliaanscheHongaarsche en Oosten-
rijksche vee dat geregeld aldaar wordt aangevoerd.
Ik vestig daarom ton zeerste de aandacht van H.I1. Vee
handelaars op deze aangelegenheid en verklaar mij gaarne
bereid, op aanvrage alle gewensehte informatiën omtrent ver
voer, vrachtinkomende rechten en verdere kosten betref
fende vee op de markt de la Villette te Parijs mede te
deelen.
Amsterdam, J8 Aug. 1877. H. E. SINNIGE.
Deheer Kraijenbelt heeft voor het beroep bij de herv.
gemeente te Meppel bedankt.
Tot hoofdonderwijzer aan de bijzondere lagere school
te Gasteren, gem. Anloo, is benoemd de heer ff. Sprang.
Den 4 is uit de veslgraclit bij den Geestersingel het
lijk opgehaald van eene gehuwde vrouw, die reeds eenige da
gen vermist was.
Door het stedelijk muziekcorps zullen op Zondag,
9 September, 's namiddags te 5£ ure, iu den Stadshout
de navolgende stukken worden uitgevoerd
1. Marche des Diamantines du Ballet de Cendrillon van
Roosenboom. 2. L'Aurore, Ouverture couronnée van Clément.
3. Air varié sur l'Opéra „les Diamants de la Couronne",
pour Clarinet solo van Coenen. 4. Fautaisie, Souvenir de
l'Opéra „Bélisaire" van Donnizetti. 5. Grande Marche pour
défiler van Strebinger. 6. Grass aus der Ferne, Intermezzo
van Verhulst. 7. Pauline, Polka de Concert pour Cornet a
Pistons van Chrislophe. 8. Mosaïque sur l'Opéra „une Folie
a Rome" van Ricci.
GEMEENTERAAD.
Zitting van Dingsdag 4 September 1877. No. 13.
Voorzitter de Burgemeester A. Maclaine Pont.
Tegenwoordig bij den aanvang der vergadering 10,
later 15 leden.
De Voorzitter opent de vergadering en verklaart
1. te zullen overgaan tot de beëediging der heeren
H. J. ConjnJ. M. F. Well anff. F. Stoel, S. C. Coster
en H. J. Bruinvis, in Juli 1.1. gekozen ter vervanging van
de heden p riodiek aftredende leden daar geene bezwaren
zijn ingekomen tegen het besluit om die heeren als leden
toetelaten.
Die heeren worden daarop door den Secretaris binnenge
leid en leggen achtereenvolgend ieder naar de wijze zijner
godsdienstige gezindheid, in handen van den Voorzitter
af den eed of de beloftevoorgeschreven bij art. 83 der
grondwet en bij art. 39 der gemeentewetwaarna zij door
den Voorzitter geluk worden gewenscht met het door de
kiezers in hen gestelde vertrouwen en zitting nemen.
2. Zijn de notulen der vorige vergadering gelezen en
goedgekeurd.
3. Deelt de Voorzitter mede, dat de begrooting voor
het burgerweeshuis voor 1878 reeds verzouden is naar de
vaste commissie van financiën.
Voor kennisgeving aangenomen.
Zijn medegedeeld de sedert de vorige vergadering in
gekomen stukken.
4. Rapport, der commissie in wier handen den lSnAugusi
tus 1.1. gesteld is het nader schrijven van Gedep. Staten
waarbij de Raad wordt uitgenoodigd alsnog van berigt en
raid te willen dienen over de aan dat eoilegie ingediende
adressen betreffende het raadsbesluit van 7 Juni, tot aan
koop-der huizen aan het Waagpleinbepaaldelijk op de
daarin ontwikkelde bedenkingen tegen de geldigheid van dat
besluit, aan de artikelen 44 en 46 der gemeentewet ontleend.
Eenparig is die commissie (bestaande uit de heeren Ponk,
StuartVerhoef en v. Leeuwen) van oordeeldat in de bij
de adressanten gerezen bedenkingen, naar aanleiding van
art. 44 der gemeentewet, welke waarde die bedenkingen
voor de al dan niet goedkeuring van den aankoop ook mo
gen hebben geen grond kan gelegen zijn tot vernietiging van
genoemd raadsbesluit.
Verder is zij eenparig van gevoelen, bij de beantwoording
der thans aan-desRaads oordeel onderworpen vraag, of naar
zijn gevoelen de heer Coster zich van medestemming had
moeten onthouden datzoo er aan art. 46 der gemeente
wet mogt zijn te kort gedaanhier aan niets anders dan
aan onbekendheid met dat artikel of aan misverstand kan
worden gedacht. De meerderheid (3 leden) acht de beden
kingen tegen de geldigheid van liet besluit, aan art. 46
der gemeentewet ontleend al is het ten deele om andere
redenen dan de requeslranten aanvoeren gegrond. De
minderheid (1 lid)-is daarentegen van gevoelen, dat art. 46
der gemeentewet door den heer Coster volstrekt niet over
treden is. Deze verschillende gevoelens worden breedvoerig
toegelicht.
Ter lezing gelegd.
5. Verslag van den stads-muziektneester over den toe
stand der stads-muziekschool in het afgeloopen kwartaal.
8 Leerlingen traden tot de lessen toe6 verlieten de school.
Het getal leerlingen bedroeg daardoor 46waarvan 8 kos
teloos onderwijs ontvingen. Het aantal lesuren per week
bedraagt 12. Voor kennisgeving aangenomen.
6. Verzoek der bewoners van den Westerwegom plaat
sing van een tweeden gaslantaarn aan dien weg.
Gedeponeerd ter secretarieom bij eene eventuele uit
breiding der gemeente-verlichtingdaarop zooveel acht te
slaan als de Raad zal vermeenen te behooren.
6. Verzoek van K. Evan Ossenbruggenotn verhooging
zijner jaarwedde als adsistent in de stads-apotheek "met
100,'sjaars.
Gesteld in handen der oommissie van financiën om berigt
en raad.
8. Is overgegaan tot de benoeming van
«.Een lid der vaste commissie van bijstand, in betrekking
tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en
eigendommen, als gevolg van de periodieke aftreding van
den lieer Conijn.
De heer Conijn herbenoemd met 14 stemmen; de heer
Coster bekwam 1 stem.
b. Een lid der vaste commissie voor de verordeningenop
de overtreding waarvan straf is bedreigdin plaats van
het afgetreden lid den heer Mr. F. van Leeuwen.
Benoemd met 13 stemmen de heer Stuart; de heer
Bruinvis de Lange bekwam 1 slem. Een billet werd van
onwaarde verklaard.
c. Een vierden ambtenaar van den burgerlijken standin
plaats van den heer JHelling.
Benoemd de heer C. ff. Bruinvis met 12 stemmen; de
heer Bruinvis de Lange bekwam 2 stemmen en de heer
tfellan 1 stem.
d. Eene onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de
openbare tusschensehoolin plaats van mej. F. M.van de
Velde. Met 9 stemmen benoemd Al. R. de Vries, hulp
onderwijzeres aan de openbare tusschensehool. Op T. M.
de Rover waren 4 stemmen en op C. van de Geer en S.
M. Vierhout 1 stem uitgebragt.
e. Een leeraar in het hand- en regtlijnig teekenen aan de
burgeravondschool. In overeenstemming met den Inspec
teur voor het middelbaar onderwijs in Noord-Holland
stellen Burg. en Weth. voor, den heer R. E. J. Roe-
tcrinkden 30 Aug. 1876 voor den tijd van één jaar,
ingaande 1 Sept. daaraanvolgende, tot die betrekking be
noemd andermaal voor den tijd van één jaar te benoemen
met ingang van 1 September.
De lieer Roeterink benoemd met 15 stemmen.
9. Deelt de Voorzitter inede dat de gemeeule-architect,
door Burg. en Weth. in kennis gesteld met de in den Raad
gemaakte aanmerkingen omtrent het vernieuwen van eenig
metselwerk aan de vleugeiinuren bij de brug in de Kanaal
kade heeft medegedeelddat hij oorspronkelijk in zijne
begrooting van kosten van die brug de vernieuwing van die
vleugelmuren had opgenomen en dat de Raad de daarvoor
geraamde som van f 1200,niet had toegestaan; dat de
thans aangevraagde som van f 5; 0,voor metselwerk een
gedeelte is van de toon door hem aangevraagde doch niet
toegestane som; dat Burg. en Weth. verder van oordeel met
den gemeente-architect zijn geweest, dat er volgens de letter
van het bestek geen verpligling bestond tot uitbetaling van
eenige vergoeding voor het aan de Spekbrug verrigte
metselwerkdatzoo daarop aanspraak werd gemaakt die
uitbetaling als gunst aan denRaad moest worden gevraagd,
waarmede de architect de betrokken personen in kennis zou
stellen. Voor kennisgeving aangenomen.
10. Gaat de vergadering over in zitting met gesloten deu
ren na heropening waarvan
11. de heer Vonk de aandacht van Burg. en Weth ves
tigt op den verwaarloosden en voor de openbare veiligheid
gevaarlijken slaat, waarin de gebouwen en terreinen van de
vroegere steenkooperij van wijlen den heer Corn. Joh. de
Lange zich bevinden. De 'Voorzitter zegt toe zulks op
nieuw bij Burg. en Weth. ter sprake te zullen brengen, waarna
12. de vergadering wordt gesloten.
B U R G E R L IJ K E STAND.
ONDERTROUWD.
6 Sept Johannes Boersen en Anna Ligtvoet. Bonne Raijrr
en Johanna Maria Beek, beiden alhier, onl. te Hoorn.
GETROUWD.
2 Sept. Jan lioop, laatst wedr. van Geertje Bloothoofd en
Maria Hazes.
GEBOREN.
1 Sept. AaltjeD. van Dirk lleinis en Aalt je Glijnis.
2 Gerardina Wijmdeleta Ifilhelmina, I). van Lambeitus
Wijdeman en Wilhelmina Johanna Francisca Bakker.
karei Philippus 'L. van Karei Pkilippus Nouhcbei
en llisje llonkoop.